Aanvullende TXL analyses Nederland Later

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvullende TXL analyses Nederland Later"

Transcriptie

1 Aanvullende TXL analyses Nederland Later SIGNIFICANCE: BARRY ZONDAG MICHIEL DE BOK JASPER WILLIGERS BUREAU LOUTER: PETER LOUTER PIM VAN EIKEREN STRATELLIGENCE: MARITS PIETERS Juni 2008 In opdracht van PBL

2 ii

3 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Voorwoord Dit document beschrijft de werkzaamheden uitgevoerd met het TIGRXI XL (TXL) model voor de aanvullende analyses TXL bij de studie Nederland Later. Het project is onderdeel van het door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgevoerde onderzoek genaamd Nederland Later. Binnen dit onderzoek zijn verschillende alternatieve ruimtelijke en infrastructurele kijkrichtingen ontworpen, welke worden geëvalueerd aan de hand van een brede set aan indicatoren bestaande o.a. uit economische, milieu-, veiligheid- en natuurindicatoren. Het voorliggende rapport beschrijft het project dat is uitgevoerd door een consortium van Bureau Louter, Stratelligence en Significance als hoofdaannemer. Bureau Louter heeft de analyses voor de arbeidsmarkt verricht en de bijbehorende rapportage verzorgd. In dit aanvullende project zijn voor een selectie van kijkrichtingen en varianten de effecten berekend onder een hoge ruimtedruk scenario (Global Economy) in plaats van het matige ruimtedruk scenario (Transatlantic Market), uitgangspunt in de eerdere studie. Het is de doelstelling deze kijkrichtingen, bestaande uit alternatieve ontwikkelingen voor het grondgebruik en transport, te analyseren op de effecten op de ruimtelijke verdeling van bewoners/arbeidsplaatsen, transport en de bereikbaarheid. Bij het berekenen van de effecten wordt gebruik gemaakt van het TIGRIS XL model (eigendom Adviesdienst Verkeer en Vervoer), waarbij aanvullende methoden zijn ontwikkeld voor het bepalen van het ruimtebeslag voor wonen/werken en de monetaire baten van bereikbaarheid. Als referentiescenario in de studie wordt het hoge ruimtedruk trendscenario gebruikt uit het project Nederland Later (op nationaal niveau gebaseerd op het WLO GE scenario), de rapportage zal beschrijven hoe dit scenario in het TIGRIS XL model is verwerkt. Enige achtergrond in het toepassen van grondgebruikmodellen en verkeersmodellen is gewenst bij het doorlezen van dit rapport. Daarnaast wordt het aanbevolen om de documentatiemap TIGRIS XL als naslagwerk te gebruiken indien meer informatie gewenst is over de werking van het model. Voor meer informatie of vragen over dit rapport kunt u contact opnemen met: Barry Zondag (zondag@significance.nl) Significance Koninginnegracht 23 DEN HAAG iii

4 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence iv

5 Samenvatting Als vervolg op de studie Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland Later voor het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn aanvullende analyses uitgevoerd met het landgebruik en transport interactie model TIGRIS XL. Binnen het gehele onderzoek Nederland Later zijn verschillende alternatieve ruimtelijke en infrastructurele kijkrichtingen ontworpen, welke worden geëvalueerd aan de hand van een brede set aan indicatoren bestaande o.a. uit economische, milieu-, veiligheid- en natuurindicatoren. Uitgangspunt is hierbij dat de effecten en mogelijke beleidsopties verkend en bediscussieerd worden door te kijken naar sterk variërende kijkrichtingen voor het toekomstige ruimtegebruik. In deze aanvullende analyse zijn onder een macro economisch groei scenario (Global Economy) de verschillende transport varianten binnen de kijkrichting Bundeling en intensivering verder onderzocht, en is een nieuwe combinatie kijkrichting geanalyseerd. Doelstelling van de aanvullende analyses is inzicht te krijgen in de robuustheid van de resultaten uit de eerdere Nederland Later studie met TXL (Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007), onder een hoger macro economisch groei scenario. Dit scenario gebruikt op nationaal niveau de projecties van het WLO-Global Economy scenario, ruimtelijk wordt echter van dit scenario afgeweken. De resultaten voor de hoge ruimtedruk worden gegenereerd in aanvulling op de resultaten onder het matige ruimtedruk scenario (nationale basis hiervoor is WLO - Transatlantic Market scenario) en geven een indruk van de robuustheid van de uitkomsten onder verschillende aannamen in het macroscenario. Met behulp van TIGRIS XL worden voor de verschillende kijkrichtingen de aannames voor het ruimtelijke en transport beleid doorgerekend op het effect op transport en de ruimtelijke verdeling van bevolking en arbeidsplaatsen. De bij de kijkrichtingen behorende veranderingen in het grondgebruik worden doorgerekend met de RuimteScanner 1. De interactie tussen TIGRIS XL en de Ruitescanner kan twee kanten op verlopen. Optie 1 is dat veranderingen in het grondgebruik invoer zijn voor TIGRIS XL als vastliggende ruimtelijke plannen waarna TIGRIS XL de gevolgen van deze plannen berekend op bewoners, arbeidsplaatsen, transport en bereikbaarbaarheid. Optie 2 is dat TIGRIS XL de verandering in bewoners en arbeidsplaatsen berekend op basis van meer vrijheid in de 1 Belangrijke verschillen tussen de RuimteScanner en TIGRIS XL zijn dat de RS zich richt op de allocatie van grondmutaties binnen een regio en TXL richt zich vooral op de ruimtelijke verdeling van sociaal-economische gegevens zoals arbeidsplaatsen en inwoners. De ruimtelijke schaalniveaus in TXL bestaan uit regio s (40), gemeenten en zones (1308) en de RS werkt met cellen van 100*100 meter. v

6 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence ruimtelijke plannen waarna via de een nabewerking de verandering in bewoners en arbeidsplaatsen worden omgezet in ruimteclaims per regio voor de kijkrichtingen als input voor de Ruimtescanner. In de aanvullende berekeningen is optie 1 gebruikt daar het ging om vastliggende ruimtelijke plannen. Naast het berekenen van de effecten op de verdeling van de bewoners en arbeidsplaatsen en het ebrekenen van transport effecten als voertuigkilomters en congestie (voertuigverliesuren) is een ander belangrijk onderdeel van de studie het berekenen van de monetaire baten van bereikbaarheidseffecten voor de varianten. De zogenoemde logsummethode wordt gebruikt om de monetaire baten van bereikbaarheidsveranderingen te bepalen, waarbij de bereikbaarheidbaten niet alleen voor transportmaatregelen, maar ook voor ruimtelijke maatregelen worden berekend. Hieronder wordt eerst een korte beschrijving van het TIGRIS XL model gegeven, waarna de belangrijkste bevindingen uit de toepassing worden beschreven. Eerder gemaakte aanpassingen aan TIGRIS XL binnen de studie NL later voor het omzetten van sociaaleconomische data zoals inwoners en arbeidsplaatsen naar ruimtebeslag staan beschreven in de rapportage Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland later. Deze aanpassingen hebben geresulteerd in een betere intergratie tussen TIGRIS XL en de Ruimtescanner, voor een beschrijving van de gemaakte aanpassingen wordt verwezen naar de volledige rapportage. Het TIGRIS XL model Het TIGRIS XL model onderscheid drie lagen, namelijk grond, objecten (huizen) en activiteiten (bewoners, bedrijven), en de veranderingen in de lagen worden door verschillende processen beinvloed. De verschillende elementen in het model worden via markten met elkaar verbonden: demografie, voor het bepalen van de bevolkingsopbouw (personen en huishoudens); grond- en vastgoedmarkt, voor het bepalen van de woningvoorraad en het grondgebruik; woningmarkt, voor het bepalen van verhuisbewegingen van huishoudens; arbeidsmarkt, voor het bepalen van verhuisbewegingen van bedrijven; transportmarkt, voor het bepalen van de vervoervraag en de bereikbaarheid van gebieden (LMS). Per deelmodule, demografie, grondmarkt en vastgoedmarkt, woningmarkt, arbeidsmarkt en transportmarkt wordt hieronder een korte beschrijving gegeven. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de systeemdocumentatie van het model (RAND, 2006) 2. Figuur 1 geeft een overzicht van de wijze waarop de markten / deelmodules onderling interacteren in TIGRIS XL. 2 RAND Europe and Bureau Louter (2006), TIGRIS XL 1.0 Documentatie, rapport in opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Leiden vi

7 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Het grondgebruik model TXL en het transportmodel LMS zijn dynamisch aan elkaar gekoppeld waarbij het grondgebruik model jaarlijks rekent en het transportmodel eens in de vijf jaar. Het LMS wordt vijfjaarlijks gedraaid om de rekentijd van het gehele systeem hanteerbaar te houden. Gemeente regionale arbeidsmarkt regionale arbeidsmarkt beroepsbevolkin bedrijven / transportmarkt huishoudens / demografie arbeidsplaatsen personen LMS Subzone (1308 voor NL) vastgoedmarkt woningmarkt kantoorruimte / bedrijventerrein grondmarkt woningen Figuur 1: Deelmodules in TIGRIS XL TIGRIS XL 5x gewijzigde sociaal nieuwe bereikbaarheidsmaten economische gegevens LMS Figuur 2: Interactie TIGRIS XL en LMS Resultaten Toepassing Het TIGRIS XL model is in deze studie toegepast voor een aantal kijkrichtingen en varianten, waarbij de resultaten vergeleken worden ten opzichte van de trendvariant onder hoge ruimtedruk. De nationale uitgangspunten, zoals aantal inwoners en arbeidsplaatsen voor heel Nederland, van deze varianten zijn gebaseerd op het Global Economy scenario uit de studie Welvaart en Leefomgeving (WLO) (CPB/MNP/RPB, 2006). De ruimtelijke uitwerking van de trendvariant wijkt af het Global Economy scenario, zo is uitgegaan van een beperkte mate van verdichting in bestaand bebouwd gebied. De overige varianten zijn beleidsgericht en wordt er gevarieerd met ruimtelijke en transport beleidopties. Onderstaand overzicht specificeert de varianten met hun betreffende uitgangspunten. vii

8 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 1: overzicht van de doorgerekende varianten Varianten Ruimtelijk Transport Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Trendmatige ontwikkeling van verdichting en bundeling Concentratie van de woningbouwopgave in bestaand stedelijk gebied (50%) en op uitleglocaties in bundeling gebieden rond de stedelijke netwerken (50%) MIT NoMo 4 MIT NoMo Variant Beleidsarm Idem MIT 2005 Variant Kilometerprijs Idem MIT prijsbeleid 5 Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Idem MIT prijsbeleid + NoMo Idem MIT prijsbeleid + OV-pakket (uitleg?) Combinatie kijkrichting Ruimtelijke restricties voor de Natura gebieden en beinvloedingsgebieden, woningbouwopgave bundelingsgebieden, grotere woningmarkt regio s MIT NoMo Met TIGRIS XL wordt een breed pakket aan effecten berekend, bestaande uit ruimtelijke effecten op de verdeling van bewoners en arbeidsplaatsen, transporteffecten (zoals vervoerwijze verdeling en congestie) en bereikbaarheideffecten. Ruimtelijke effecten van de varianten De belangrijkste conclusies ten aanzien van het ruimtelijke effect op de verdeling van bewoners en arbeidsplaatsen van de varianten zijn: In de trendvariant onder hoge ruimtedruk vindt de hoogste relatieve groei tussen 2010 en 2040 (laatste kolom in Tabel 2-5) plaats in de regio s Flevoland, Zuidwest-Gelderland en Zuidoost-Zuid-Holland. In al deze COROP-gebieden is een omvangrijke woningbouwopgave voorzien en bevestigd de bevolkingstoename de structurerende werking van de woningbouwplannen. De absolute groei in inwoners is het grootst in de grote COROP- gebieden van Groot Amsterdam, Utrecht en Rijnmond. 3 Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 4 Nota Mobiliteit bouwpakket van 14.5 miljard tot 2020, in de periode vindt geen aanvullende wegenuitbreiding plaats 5 Variabilisatie MRB en kwart BPM, plus congestieheffing van 11 cent/km 6 De kijkrichting Internationale Natuur heeft als uitgangspunt dat Nederland de verplichtingen, die zijn aangegaan in het kader van de Habitat- en Vogelrichtlijnen, volledig nakomt. Dit betekent dat de duurzame instandhouding van Natura-2000 habitats en soorten wordt gerealiseerd. viii

9 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later In de bundeling en intensiverings kijkrichting doet de hoogste groei zich voor in de COROP-gebieden met een bundelingzone zoals Twente, Arnhem-Nijmegen, Delft en Westland, Agglomeratie Leiden-bollenstreek en IJmond. In absolute aantallen groeien de grote COROP-gebieden, Utrecht, Rijnmond en groot Amsterdam het meest; De ruimtelijke verandering onder het hoge ruimtedruk scenario zijn substantiëler dan in het matige ruimtedruk scenario, daar het trendscenario een bevolkingsgroei kent van maar 3% in periode en het hoge-ruimtedrukscenario een groei van 16% voor dezelfde periode. Door de hogere bevolkingsgroei en bijbehorende hogere toenamen in het woningaanbod is de speelruimte of beleidsruimte groter. Dit heeft tot gevolg, bijvoorbeeld in de bundelingvariant, dat het verschil in bevolkingsontwikkeling voor de periode tussen COROP-gebieden met en zonder een bundelingzone veel groter is onder het hoge ruimtedruk scenario. Het patroon van de regio s boven en onder de gemiddelde landelijke groei is wel gelijk voor beide scenario s; De Combinatievariant heeft voor delen van het land op regionaal niveau een vergelijkbaar ruimtelijk ontwikkelingspatroon als de kijkrichtijng bundeling en intensivering met een concentratie van de groei in de COROP-gebieden Overig Groningen, Noord-Drenthe, Twente en Arnhem-Nijmegen. Sterke veranderingen treden op in en rond de Ranstad, waar Flevoland aan de woonregio Noord- Holland is toegevoegd en West-Noord-Brbant aan Zuid-Holland. In deze twee toegevoegde COROP-gebieden zijn zeer omvangrijke uitbreidingen gepland en de bevolking stijgt hier t.o.v. het hoge-ruimtedrukscenario met bijna 260 duizend in Flevoland en meer dan 400 duizend in West-Noord-Brabant (beide gebieden kennen in de kijkrichting Bundeling en Intensivering een lichte afname t.o.v. de het hoge-ruimtederukscenario). Transport effecten van de varianten Voor de transport effecten zijn van de resultaten voor de bundelingvarianten een aantal figuren opgenomen die de transport ontwikkeling weergeven in vergelijking met de trend variant. De resultaten onder het hoge ruimtedruk scenario zijn vergeleken met de resultaten onde het matige druk scenario uit de vorige studie 7. De belangrijkste conclusies ten aanzien van de transport effecten zijn: De richting van de modal shift verschillen tussen de transportvarianten in de kijkrichting bundeling en intensivering onder een hoge ruimtedruk zijn vergelijkbaar met de gevonden verschillen in het gematigde trend-scenario. Uiteraard geldt voor alle varianten dat het gaat om hogere aantallen tours en reizigerskilometers onder het hoge ruimtedruk scenario, waardoor de verschuivingen ook omvangrijker van aard. Relatief zijn de verschuivingen ook iets omvangrijker onder het hoge-ruimtedrukscenario. Conclusie is dat de 7 Significance, Bureau Louter en Stratelligence (2007) Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland Later, Den Haag. ix

10 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence modal shift verchuivingen onder het hoge ruimtedruk en gematigde ruimte druk scenario robuust blijken voor verschillende scenario aannamen; Trein reiziger kilometers - hoge ruimtedruk scenario (GE) Trein reiziger kilometers - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant 1: Beleidsarm Variant 2: Kilometerprijs Variant 4: Kilometerprijs en investeren weg Variant 3: Kilometerprijs en investeren OV Auto kilometers op HWN - hoge ruimtedruk scenario (GE) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Auto kilometers op HWN - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV voertuigverliesuren - hoge ruimtedruk scenario (GE) voertuigverliesuren - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Figuur 3: overzicht transport effecten hoge ruimtedruk scenario (links) en matige ruimtedruk scenario (rechts) x

11 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Het aantal voertuigverliesuren is een stuk hoger in het hoge ruimtedruk scenario dan in het matige ruimtedruk scenario. Voor het aantal voertuigverliesuren is de bandbreedte voor het aantal voertuigverliesuren in het hogeruimtedruk scenario voor de vijf bundelingvarianten in 2040 tussen de 148 en 399 (indexwaarden t.o.v. 2000), waar onder het gematigde ruimtedruk scenario de indexwaarden varieren tussen de 79 en 230. Dit verschil is veel groter dan voor het aantal auto kilometers en geeft het niet lineaire karakter van congestie weer; Onder het hoge ruimtedrukscenario resulteert geen der transportvarianten in een afname in de congestie, sterker de meest effectieve variant resulteert in een toename met een factor 1.5. Om de politieke doelstelling van afname in het aantal voertuigverliesuren te realiseren zijn onder het hoge ruimtedruk scenario op lange termijn zeer omvangrijke aanvullende maatregelen nodig waar bijvoorbeeld onder het gematigde ruimtedruk scenario in ieder geval variant 4 al voldoet. Op de kortere termijn tot 2020 resulteren de varianten 3, 4 en 5 (allen bevatten variabele prijsvarianten voor het wegverkeer) onder beide scenario s in een afname het aantal VVU. De discussie over de noodzaak tot aanvullende maatregelen op de langere termijn zou bij implementatie van 3, 4 of 5 vooruitgeschoven kunnen worden, waarbij toekomstige kennis over ontwikkeling in de bevolkingsontwikkeling en aantal arbeidsplaatsen in de discussie betrokken kan worden; De combivariant resulteert t.o.v. de bundelingvariant in een iets lager aantal auto tours en kilometers, een substantieel lager aantal trein tours en een hoger aantal langzaam verkeer tours (in een vergelijking met de het hogeruimtedrukscenario gaan de verschuivingen in de combinatievariant dezelfde kant op als in de kijkrichting bundeling en intensivering). Het berekende totaal aantal kilometers met de auto en voertuigverliesuren is in de combinatievariant ook iets lager dan in de kijrichting bundeling en intensivering al zijn de verschillen beperkt. Baten van bereikbaarheid De monetaire baten van de doorgerekende varianten onder het hoge ruimtedruk scenario zijn berekend met de logsum methode, en vergeleken met de bereikbaarheidsbaten uit de vorige studie. Door het gebruik van de logsum methode is het mogelijk om niet alleen de bereikbaarheidsbaten van transportmaatregelen te berekenen, zoals bij de veelgebruikte rule-of-half methode, maar is het ook mogelijk om de bereikbaarheidsbaten van ruimtelijke maatregelen of integrale transport en ruimte pakketten te berekenen. 8 Tabel 2 presenteert de bereikbaarheidsbaten zowel voor de ruimtelijke bundeling en intensivering 8 Zondag B., K. Geurs, G.C. de Jong, M.A. de Bok and M.P. Pieters Accessibility appraisal: there s more to it than just summing up travel cost reductions, paper presented at the European Transport Conference, Noordwijk, 2007 xi

12 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence strategie (bundel 1) als voor de vier transportvarianten (bundel 2 t/m 5). Alle geprensteerde baten in de tabel zijn ten opzichte van het hoger ruimtedruk trendscenario of matige ruimtedruk trendscenario. Tabel 2: bereikbaarheidsbaten varianten kijkrichting Bundeling en intensivering onder het hoge en matige ruimtedruk scenario, ten opzichte van het trendscenario Hoge ruimtedruk Matige ruimtedruk Bundel 1: referentie bundel 1,049 3, ,536 Bundel 2: beleidsarm 785 2, ,254 Beprijzingsvarianten exclusief teruggaaf: Bundel 3: kilometerprijs - 1, ,947-1,526 Bundel 4: kilometerprijs + weg - 1, ,773-1,264 Bundel 5: kilometerprijs + OV - 1, ,714-1,305 Beprijzingsvarianten inclusief terugsluis: 10 Bundel 3: kilometerprijs 2,378 4,203 1,953 2,374 Bundel 4: kilometerprijs + weg 2,593 4,528 2,127 2,636 Bundel 5: kilometerprijs + OV 2,610 4,407 2,186 2,595 De ruimtelijke veranderingen vinden geleidelijk plaats in de tijd en hierdoor nemen de baten voor bundel 1 ook in de tijd toe. Onder het trendscenario zijn de baten in keer zo hoog als in 2020 en voor het Hoge-ruimtedruk scenario is dit zelfs een factor 3. Dit verschil komt doordat in het Hoge-ruimtedruk scenario de ruimtelijke veranderingen na 2020 veel omvangrijker zijn dan in het trendscenario. Algemeen valt op dat de resultaten voor bundel 1 laten zien dat de bereikbaarheidseffecten van het ruimtelijke verdichting- en bundelingbeleid zeer omvangrijk zijn. Dit kan verklaard worden door: Het gaat hier om een zeer omvangrijke maatregel waarbij de locatie van de gehele uitbreiding van de Nederlandse woningvoorraad wordt beïnvloed (groei 9 De gepresenteerde baten voor het trendscenario verschillen van de waarden in NL later doordat er in de huidige berekening gecorrigeerd wordt, op het niveau van bevolkingssegmenten, voor verschillen in het totale aantal tours tussen scenario en de varianten (moet 0 zijn maar door afrondingen in bevolkingsberekeningen onstaan verschillen van rond de promille, wat gezien hoge constante in de logsum waarden substantieel doorwerkt in de bereikbaarheidbaten). 10 Voor een ruwe inschatting van de terugsluis in de beprijzingsvarianten is uitgegaan van het opheffen van de MRB en een kwart van de BPM belasting. Op basis van een inschatting van het autopark in 2020 is voor het GE scenario een terugsluis berekend van 4.2 miljard per jaar, en voor 2040 is een terugsluis van 4.6 miljard euro. Onder het TM scenario bedraagt de berekende terugsluis 3.9 miljard per jaar in 2020, en hetzelfde voor 2040 door de zeer beperkte veranderingen in de omvang in het autopark. Verder zijn meerdere andere KBA posten niet meegenomen zoals, bijvoorbeeld de inkomsten voor de overheid uit de congestieheffing of de kosten voor de invoering. xii

13 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later woningvoorraad is substantieel hoger dan groei inwonertal door verkleining van de gemiddelde omvang van huishoudens) in de richting van een meer urbaan Nederland. Om een gevoel te krijgen voor omvang de maatregel kan gekeken worden naar de jaarlijkse transformatiekosten van de bebouwde omgeving, deze worden op 10 miljard geschat onder het matige ruimtedruk scenario en op 20 miljard onder het hoge ruimtedruk scenario (zie Nederland later). Het verschil in transformatiekosten tussen de trendvariant en bundeling en intensiveringvariant is 1.4 miljard per jaar onder matige ruimtedruk en 1.7 miljard per jaar onder hoge ruimte druk scenario; De ruimtelijke maatregel werkt ook door op de ruimtelijke verdeling van de arbeidsplaatsen en daarmee op de bereikbaarheid van bestemmingen Naast de arbeidsplaatsen beïnvloed de aangepaste bevolkingsverdeling ook de bestemmingsopties voor het sociale verkeer. De veranderingen in de bestemmingen hebben een bereikbaarheidseffect voor de gehele bevolking; Algemeen kan verwacht worden dat de bereikbaarheid van iemand die vanuit een dorp naar de stad verhuist sterker toeneemt dan wanneer het dorp door middel van verbeterde infrastructuur sneller met de stad wordt verbonden. In de beleidsarme variant bundel 2, wordt het NoMo bouwpakket niet aangelegd. De baten nemen onder het matige ruimtedruk scenario af met 258 miljoen in 2020 en 282 miljoen in 2040, voor het hoge-ruimtedrukscenario is de daling in de baten 264 en 401. De omvang van de daling in de baten door het niet aanleggen van het NoMo bouwpakket hangen samen met de mate van congestie. De hogere daling in de baten onder het hogeruimtedrukscenario onstaan doordat de mate van congestie onder dit scenario hoger is. De resultaten voor bundelvariant 3 bevatten zowel de effecten van het variabiliseren van de kosten als de baten door reistijdwinsten en bovenal de baten door de ruimtelijke bundeling en intensivering. De laatste baten kunnen grofweg weggehaald worden door bundel 3 te vergelijken met bundel 2. Dit geeft voor het trendscenario een negatieve baat van miljoen in 2020 en in Voor het Hoge-ruimtedruk scenarie zijn de effecten miljoen in 2020 en in Dat de baten uit het model sterker negatief zijn onder het hoge-ruimtedruk scenario is volgens de verwachting daar meer automobilisten worden geconfronteerd met de kilometer- en congestieheffing. Voor beide scenarios geldt dat de negatieve effecten ruimschoots worden gecompenseerd door de terugsluis van verlaging BPM en afschaffing MRB. Verschil tussen bundel 4 en 3 is dat hier het NoMo bouwpakket is aangelegd. De verschillen, additionele baten, van de aanleg zijn in het trendscenario (bundel 4 bundel 3) 174 miljoen in 2020 en 262 miljoen in Onder het Hoge-ruimtedrukscenario zijn de baten 215 miljoen in 2020 en 325 miljoen in De hogere baten onder het hogeruimtedrukscenario zijn verklaarbaar door het hogere congestieniveau onder dit scenario. Hetzelfde argument geldt als de verschil in baten tussen bundel 4 en 3 vergeleken wordt met het verschil in baten tussen bundel 2 en 1, de baten van het NoMo bouwpakket zijn hoger in een situatie zonder prijsbeleid doordat het congestieniveau dan hoger is. Verschil tussen bundel 5 en 3 is dat hier het OV-pakket is geïmplementeerd. De verschillen, additionele baten, van de aanleg zijn in het trendscenario (bundel 4 bundel xiii

14 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence 3) 233 miljoen in 2020 en 221 miljoen in Onder het Hoge-ruimtedrukscenario zijn de baten 230 miljoen in 2020 en 204 miljoen in Dat de baten voor het hogeruimtedruk scenario iets lager zijn dan in het trendscenario is niet conform de verwachtingen. Een mogelijke verklaring kan zijn dat het hogere autobezit leidt tot iets lagere baten voor het OV investeringen. Baten per vervoerwijze Om meer inzicht te krijgen in het effect van beleid op de baten in specifieke vervoerwijze segementen, is in deze studie een methode uitgewerkt om de bereikbaarheidsbaten uit te splitsen naar vervoerwijzen. In deze methode wordt onderscheid gemaakt naar drie verschillende effecten van bereikbaarheidsveranderingen: een herkomsten-, vervoerwijzeen/of een bestemmingeneffect. In de rapportage wordt deze methode uitgebreid beschreven. Hier worden de belangrijkste uitkomsten van de berekende baten per vervoerwijze besproken. Om alleen het effect van de transportmaatregelen te laten zien is in de berekening van de baten per vervoerwijze het beleidsarme scenario als referentie scenario is gekozen. Het integraal berekenen van de toatle veranderingen en de uitgesplitste bereking per vevoerwijze geven hetzelfde totale bereikbaarheidseffect. Zo bedroegen de bereikbaarheidsbaten van het NoMo bouwpakket in de Bundel 1 variant ten opzichte van Bundel = 264 miljoen Euro per jaar in In de gesegmenteerde rekenmethode bedragen de bereikbaarheidsbaten in de Bundel 1 variant 263 miljoen Euro per jaar in 2020 ten opzichte van Bundel 2. Door de gesegmenteerde berekening is nu af te leiden dat de bereikbaarheidsbaten met name terecht komen bij de automobilisten: 278 miljoen euro per jaar. In de andere vervoerwijze treden negatieve baten op als gevolg van veranderingen in de herkomsten en bestemmingen. De verklaring hiervoor is dat als gevolg van de weginvesteringen, mensen verhuisd zijn naar locaties die minder goed bereikbaar zijn voor de andere vervoerwijze. Tabel 3: bereikbaarheidsbaten varianten per vervoerwijze, kijkrichting Bundeling en intensivering onder het hoge ruimtedruk scenario, ten opzichte van de beleidsarme infrastructuurvariant in 2020 en 2040 Totale effect in 2020 Per vervoerwijze: Totaal Auto Trein BTM LV Bundel 1: referentie bundel Bundel 2: beleidsarm ref. Ref. ref. ref. ref. Bundel 3: kilometerprijs Bundel 4: kilometerprijs + weg Bundel 5: kilometerprijs + OV Totale effect in 2040 Bundel 1: referentie bundel Bundel 2: beleidsarm ref. ref. ref. ref. ref. Bundel 3: kilometerprijs Bundel 4: kilometerprijs + weg Bundel 5: kilometerprijs + OV xiv

15 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later De effecten in de tabellen zijn volgens de verwachtingen. De verbeteringen van het openbaar vervoer in Bundel 5 leidt duidelijk tot afgetekende bereikbaarheidsbaten voor de specifieke vervoerwijze (trein en BTM). De logusm methode is dan bruikbaar voor het berekenen van de totale baten als wel het berekenen van de bereikbaarheidsbaten per. In Tabel 4 staan voor de verschillende ruimtelijke scenario s de bereikbaarheidsbaten per vervoerwijze. Het bundelingsscenario leidt tot forse baten vooral in het langzame verkeer (887 miljoen per jaar in 2020 en 1769 miljoen in 2040) als gevolg van het verdichten de toename van verplaatsingsmogelijkheden op kortere afstanden. Hetzelfde effect is te zien in de combinatievariant, waarin ook wordt uitgegaan van verdichting van het stedelijk gebied. Ook voor de autoreizigers leidt het verdichten op termijn tot grotere baten: 101 miljoen per jaar in 2020 en een sterke groei tot een positief effect van 1119 miljoen per jaar in De combinatievaraint leidt tot hogere baten voor de automobilist, met name in het vervoerwijze en bestemmingseffect. De baten onstaan mede ten gevolg van minder congestie op het wegennetwerk (Index VVU in combinatie variant: in 2020 en 287 in 2040, vs index VVU in Bundel variant 1: in 2020 en 297 in 2040) en minder reistijd in het algemeen tussen herkomst en bestemming. Tabel 4: Bereikbaarheidsbaten per vervoerwijze in de ruimtelijke scenarios tov de GE-trend, in 2020 en 2040, baten zijn berekend in miljoen Euro per jaar (waarde 2005) Bereikbaarheidsbaten in 2020 Per vervoerwijze: Totaal Auto Trein BTM Langzaam Bundel 1: referentie bundel Combinatie kijkrichting Bereikbaarheidsbaten in 2040 Bundel 1: referentie bundel Combinatie kijkrichting Conclusies logsum methode berekenen bereikbaarheidsbaten Het gebruik van de logsum methode voor het berekenen van de bereikbaarheidsbaten heeft een aantal voordelen boven de gangbare praktijk waarin veelal de rule-of-half methode wordt gebruik, namelijk: Door het gebruik van de logsum methode is het mogelijk om niet alleen de bereikbaarheidsbaten van transportmaatregelen te berekenen, zoals bij de rule-ofhalf methode, maar is het ook mogelijk om de bereikbaarheidsbaten van ruimtelijke maatregelen of integrale transport en ruimte pakketten te berekenen; De logsum methode berekent de resulaten op een gedesaggregeerd niveau (naar OD, vervoerwijzen, motief, tijdstip) aanlsuitend op het niveau waarop de modelberekeningen gemaakt worden. De rule-of-half kan theoretisch ook op dit gedesaggregeerde niveau worden toegepast, maar in de praktijk wordt de methode xv

16 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence veelal op een sterk geaggregeerde data toegepast met alle bijbehorende problemen/risico s van aggregatiefouten. Voorbeeld hiervan is een gebruiker die een langere reistijd krijgt doordat deze eerst buiten de spits reist maar door de maatregel terugkeert naar de spits. Het nut van reizen op een gewenst tijdstip is dan hoger dan het disnut van de iets langere reis die gemaakt wordt. Bij een sterk geaggregeerde aanpak gaat dit fout; De logsum bereikbaarheidsbaten worden berekend op basis van de geschatte vraagcurven waar de rule-of-half methode uitgaat van een lineaire vraagcurve. De in deze studie uitgewerkte methode om de logsum bereikbaarheid baten per veroerwijzen te berekenen werkt naar tevredenheid daar de afzondelijke baten per vervoerwijzen goed verklaarbaar zijn op basis van de genomen maatregel (bijv. positieve baten voor de autogebruiker ten gevolgen van het aanleggen van het NoMo bouwpakket). Daarnaast zij de resultaten over alle vervoerwijzen gezamenlijk consistent zijn met de integraal berekende logsum bereikbaarheid baten. Een vergelijkiing van de resultaten voor de bereikbaarheidsbaten tussen het hoge ruimtedruk en matige ruimtedruk scenario laat zien dat in het matige ruimtedruk scenario de effecten van de transportvarianten (prijsbeleid, NoMo bouwpakket) iets kleiner (zowel de positieve als negatieve baten) zijn doordat het om minder gebruikers gaat welke bijvoorbeeld variabele autokosten gaan betalen of in de file staan. De richting van de baten en het verschil in omvang van de baten tussen de verschillende maatregelen is echter stabiel tussen de twee scenarios. Dit geeft aan dat de beleidsconclusies, bijvoorbeeld over de effectiviteit van ruimtelijke beleid en prijsmaatregelen om de bereikbaarheid te verbeteren, robuust zijn voor verschillende social-economische ontwikkelingen. Zo zullen de in Nederland later aangegeven omvangrijke bereikbaarheidsbaten door het keizen voor een ruimtelijke strategie van bundeling en intensivering (onder het matige ruimtedruk scenario) zich nog sterker voordoen in het geval de toekomst zich ontwikkelt in de richting van het hoge ruimtedruk scenario. xvi

17 Inhoudsopgave Voorwoord...iii Samenvatting... v 1 Inleiding Trendscenario met hoge ruimtedruk Uitgangspunten trendscenario onder hoge ruimtedruk Demografische instellingen Ontwikkeling in het grondgebruik en woningaanbod Prognose arbeidsplaatsen naar sector Transport Resultaten trendscenario Ruimtelijke ontwikkeling Ontwikkeling transport Bundeling en Intensivering met hoge ruimtedruk Uitgangspunten bij de 5 varianten Uitgangspunten Ruimtelijke ontwikkeling Uitgangspunten transport Ruimtelijke effecten Bevolkingsontwikkeling Arbeidsplaatsen Transporteffecten Bereikbaarheid Bereikbaarheid voor huishoudens Bereikbaarheid voor bedrijven Combinatie variant met hoge ruimtedruk scenario Uitgangspunten bij de Combinatie variant Ruimtelijke effecten Bevolkingsontwikkeling Arbeidsplaatsen Transporteffecten Bereikbaarheid Bereikbaarheid voor huishoudens...58 xvii

18 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Bereikbaarheid voor bedrijven Bereikbaarheidsbaten Bereikbaarheidsbaten Methode logsums per vervoerwijze Aanpassingen aan NSES Logsumbaten per vervoerwijze, 1 e methode Logsumbaten per vervoerwijze, 2 e methode Bereikbaarheidsbaten per vervoerwijze Conclusies Conclusies aanvullende analyses Aanbevelingen methode Referenties xviii

19 1 Inleiding Dit project is uitgevoerd als onderdeel van het PBL onderzoek getiteld Nederland Later. Binnen het gehele onderzoek Nederland Later zijn verschillende alternatieve ruimtelijke en infrastructurele kijkrichtingen ontworpen, welke worden geëvalueerd aan de hand van een brede set aan indicatoren bestaande o.a. uit economische, milieu-, veiligheid- en natuurindicatoren. Uitgangspunt is hierbij dat de effecten en mogelijke beleidsopties verkend en bediscussieerd worden door te kijken naar sterk variërende kijkrichtingen voor het toekomstige ruimtegebruik. Als onderdeel van het onderzoek wordt gebruik gemaakt van het grondgebruik en transportmodel TIGRIS XL v1.0 (verder aangeduid met TXL) in interactie met de RuimteScanner (RS). Dit rapport beschrijft de toepassing van TXL binnen het onderzoek Aanvullende TXL analyses Nederland Later. Het TXL model is eigendom van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer, welke toestemming heeft verleend voor het gebruik van het TXL model in deze studie. Doelstelling van de aanvullende analyses is inzicht te krijgen in de robuustheid van de resulaten uit de eerdere Nederland Later studie met TXL (Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007), nu onder een hoge ruimtedruk scenario. In deze aanvullende analyses zijn de kijkrichting Bundeling en Intensivering, plus de bijbehorende transportvarianten, en de kijkrichting combinatie onder een hoge ruimtedruk scenario geanalyseerd. Dit scenario gebruikt op nationaal niveau de projecties van het WLO-Global Economy scenario, ruimtelijk wordt echter van dit scenario afgeweken. De resultaten voor de hoge ruimtedruk worden gegenereerd in aanvulling op de resultaten onder het matige ruimtedruk scenario (nationale basis hiervoor is WLO - Transatlantic Market scenario) en geven een indruk van de robuustheid van de uitkomsten onder verschillende aannamen in het macroscenario. De kijkrichting Bundeling en Intensivering, verbijzonderd in vijf transportvarianten, en de kijkrichting combinatie bestaan uit verschillende beleidskeuzen voor het ruimtelijke en transport beleid. Het effect van deze beleidskeuzen op de ruimtelijke verdeling van de bevolking en arbeidsplaatsen en de mobiliteit is met TXL doorgerekend. Daarnaast zijn de transporteffecten, zoals vervoerwijzekeuze, afgelegde kilometers en voertuigverliesuren gepresenteerd. Een ander belangrijk onderdeel van de studie is het presenteren van de monetaire baten van de bereikbaarheidsveranderingen in de verschillende kijkrichtingen en varianten. De zogenoemde logsum-methode is gebruikt om de monetaire baten van bereikbaarheidsveranderingen te bepalen, waarbij de bereikbaarheidbaten niet alleen voor transportmaatregelen, maar ook voor ruimtelijke maatregelen berekend worden. 1

20 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Ten opzichte van de eerdere Nederland Later studie (Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007) heeft de RuimteScanner aangepast waardoor het nodig was om een nieuwe hoge ruimtedruk trendscenario door te rekenen. Het basisjaar van de RuimteScanner is ge-update op basis van de bodemstatistiek van Daarom was het nodig om een nieuw hoge ruimtedruk trendscenario door te rekenen. Deze nieuwe uitkomsten zijn met TXL doorgerekend om een nieuw trendscenario te construeren waaraan de kijkrichtingen getoetst kunnen worden. De instellingen en resultaten bij dit trendscenario zijn in deze rapportage kort beschreven. De onderstaande rapportage beschrijft de uitgevoerde werkzaamheden en gevonden resultaten van de doorgerekende kijkrichtingen en varianten onder het hoge ruimtedruk scenario. De instellingen en een overzicht van de effecten in het Trendscenario wordt beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 worden de resultaten gepresenteerd voor de voor de vijf transportvarianten onder de kijkrichting Bundeling en Intensivering. In hoofdstuk 4 worden de resultaten in de combinatie kijkrichting besproken. De monetaire bereikbaarheidsbaten in de kijkrichtingen en varianten worden besproken in hoofdstuk 5. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen bij het project.tabel 1-1 2

21 2 Trendscenario met hoge ruimtedruk Voor het Trendscenario hoge ruimtedruk wordt op nationaal niveau gebruik gemaakt van het Global Economy (GE) scenario uit het WLO, het gaat hier om nationale projecties voor de economische groei en demografische ontwikkelingen. Bij de ruimtelijke uitwerking zijn niet de uitgangspunten van WLO scenario gebruikt, maar specifieke uitgangspunten voor de studie Nederland Later. Dit hoofdstuk beschrijft hoe het Trendscenario in TIGRIS XL is geïmplementeerd. Dit trendscenario wijkt op minimale verschillen af van de hoge ruimtedruk variant uit de vorige TXL-rapportage bij de vorige Nederland Later studie (Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007) omdat het basisjaar van de RuimteScanner is aangepast. Dit beinvloedt de ruimtelijke uitkomsten van de RuimteScanner scenario s. Om consistentie te behouden tussen de trendvariant en de kijkrichtingen in deze aanvullende studie, is de trendvariant onder hoge ruimtedruk dus opnieuw doorgerekend. In deze beschrijving van de trendvariant wordt aangegeven hoe de benodigde scenario invoerbestanden zijn afgeleid en op welke wijze het model is doorgerekend. In de berekening is uitgegaan van een gereguleerde grondmarkt, waarbij de huishoudens een woning kiezen op basis van een gepland aanbod aan woningen. Een andere belangrijke instelling is de frequentie van koppeling met het transportmodel, in deze toepassing wordt de standaard koppeling van eens in de vijf jaar aangehouden. Hierbij worden de veranderingen in de ruimtelijke verdeling van inwoners en arbeidsplaatsen jaarlijks berekend en de terugkoppeling met het transportmodel eens in de vijf jaar gemaakt. Gezien de lange termijn waarover transport invloed heeft op de ruimtelijke ontwikkeling lijkt dit voldoende. Paragraaf 2.1 beschrijft de uitgangspunten voor het Trendscenario onder hoge ruimtedruk per module uit TIGRIS XL. Paragraaf 2.2 geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten in het trendscenario. De resultaten zijn vooral ter referentie voor de varianten die in de volgende hoofdstukken geanalyseerd worden. 2.1 Uitgangspunten trendscenario onder hoge ruimtedruk Deze paragraaf beschrijft hoe de trendvariant GE scenario in TXL is geïmplementeerd. De beschrijving geeft aan hoe de benodigde scenario invoerbestanden zijn afgeleid en op welke wijze het TIGRIS XL model wordt doorgerekend. In de berekening wordt uitgegaan van een gereguleerde grondmarkt, waarbij de huishoudens een woning kiezen op basis van een gepland aanbod aan woningen, welke door de RS is aangeleverd. 3

22 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Demografische instellingen In TIGRIS XL moeten een aantal scenariobestanden aangepast worden om consistent te zijn aan de geprojecteerde scenariowaarden voor het GE-scenario, hieronder een kort overzicht van de ingevoerde data: Tabel 2-1: Instellingen demografische module International migratie Nationale bevolkingsontwikkeling Regionale verschillen in demografische cijfers Huishoudensomvang Participatie graad Inkomensontwikkeling Benodigde invoer Emigratie en immigratie per geslacht en leeftijdscohort (0-15,15-34,35-64, 65>) Geboorte en sterftecijfers per geslacht en leeftijdsjaar Regionale afwijking in geboorte en sterftecijfers Indexwaarde voor de jaarlijkse verandering in gemiddelde huishoudensomvang Per jaar opgegeven van de verandering in participatiegraad per geslacht (basis herbergt regionale verschillen) Indexwaarde voor de jaarlijkse ontwikkeling van het gemiddelde huishoudinkomen Uitwerking GE Jaarlijks aantal immigranten en emigranten volgens GE ( im en em), uitsplitsing volgens CBS uitwerking in TXL Correctie op basis van GE scenario bevolkingsprojectie van 18.0 mil. in 2020 en 19.7 mil. in 2040 Niet verandert, het basisjaarpatroon blijft behouden Bij het afleiden van de indexwaarden is uitgegaan van een aantal hh van 9.8 mil. in 2040 (WLO rapportage spreekt ook over 10.1 mil.) In het WLO scenario neemt de participatie graad van de potentiële beroepsbevolking toe van 69.3% in 2000 tot 74% in Tussen 2020 en 2040 blijft de participatiegraad constant. Op basis van de LMS uitwerking voor het WLO wordt uitgegaan van een inkomenstijging van 73% tot 2020 en 152% tot 2040 (t.o.v. 1995) Tabel 2-2: Instellingen grond- en vastgoed markt Woningbouwprojectie nationaal Sloop van woningen Nieuwbouw in bestaand gebied Nieuwbouw op uitleg locaties Grondgebruik werkgelegenheid M2 kantoorruimte Ander grondgebruik Benodigde invoer Jaarlijkse woningbouwopgave welke max. gerealiseerd kan worden Slooppercentage per zone, hierin wordt rekening gehouden met woonmilieutype Aantal nieuw te bouwen woningen per zone per jaar in bestaand woongebied Aantal hectare nieuwe woningbouw per zone per jaar plus woningdichtheid per zone per jaar (dichtheid standaard afgeleid op basis woonmilieu type zone) Aantal hectare bedrijventerrein per zone per jaar Aantal m2 kantoorruimte per zone per jaar Aantal hectare agrarisch, groen, water, voorzieningen en infrastructuur per zone Uitwerking GE In het GE scenario wordt uitgegaan van woningen per jaar in en woningen per jaar Aanpassing basisjaar slooppercentages op basis GE sloop van in 2002 oplopend tot in 2040 Op basis van het GE scenario is aangenomen dat 9% van de nieuw te bouwen woningen wordt gerealiseerd in bestaand gebied. Regionale uitsplitsing is gemaakt op basis van ABF notitie woningbouwplannen op de uitleg locaties zijn gebaseerd op uitvoer uit de RS, waarbij er een onderscheid is gemaakt naar de periode en de periode Ingevuld op basis nieuwe kaart Ingevuld op basis nieuwe kaart Plannen ingevuld op basis nieuwe kaart. Basisjaar aangepast op basis restricties zoals gebruikt in de RuimteScanner. 4

23 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 2-1: Ontwikkeling stedelijk grondgebruik volgens de RuimteScanner Ontwikkeling in het grondgebruik en woningaanbod Een aantal scenariobestanden moeten aangepast worden voor het invoeren van de GE trendvariant in TXL. Het gaat hierbij om zowel nationale waarden uit het GE scenario als een ruimtelijke uitwerking welke gemaakt is met de RS. De berekeningen in TXL zijn uitgevoerd met een gereguleerde grondmarkt waardoor het voorspelde ruimtegebruik uit de RuimteScanner de ontwikkeling van stedelijke gebieden stuurt. In Figuur 2-1 is het voorspelde landgebruik voor 2040 weergegeven. Deze projectie is vertaald naar invoer files voor de grondmarkt module van TXL. Tabel 2-2 geeft een kort overzicht van de overige uitgangspunten en gebruikte data in de grondmarktmodule. 5

24 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Prognose arbeidsplaatsen naar sector Van alle vier door het CPB onderscheiden scenario s kent Global Economy de sterkste groei van de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde. In figuur 2-2 is de ontwikkeling van de werkgelegenheid weergegeven. De werkgelegenheid is gedefinieerd als personen (werknemers en zelfstandigen) die minimaal 12 uur per week werkzaam zijn. Dat aantal neemt gedurende de periode toe van 7.2 naar 8.6 miljoen. Een gemiddelde groei van 35 duizend per jaar in absolute zin en 0.45% per jaar in relatieve zin. Rond 2020 neemt het groeitempo overigens af. In de eerste twee decennia ( ) bedraagt de gemiddelde jaarlijkse groei 0.75%, in de twee decennia daarna 0.15% per jaar. Daaraan liggen onder andere demografische ontwikkelingen ten grondslag (afzwakken van de ontwikkeling van het aantal 20- tot 65-jarigen) en een minder sterke ontwikkeling van de netto participatiegraad (het percentage van de inwoners van 20 tot 65 jaar dat werkt of actief zoekt naar werk) Figuur 2-2: Ontwikkeling werkgelegenheid GE scenario ( ) In TIGRIS XL wordt een onderscheid gemaakt naar zeven brede economische sectoren. De ontwikkeling in de 18 Athena-sectoren is daarnaar vertaald. Voor een aantal sectoren uit Athena, tertiair overig en handel, moest daarbij een verdeling naar 3 respectievelijk 2 van de brede sectoren uit TIGRIS XL worden gemaakt. In de figuur hieronder staat de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de zeven TXLsectoren weergegeven. 6

25 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later 2500 Arbeidsplaatsen (x1000) Landbouw Industrie Groothandel en transport Detailhandel Horeca en bouw Zakelijke en financiele diensten Non-ptofit sector Figuur 2-3: Ontwikkeling werkgelegenheid GE scenario per brede sector ( ), Arbeidsplaatsen (x1000) De non-profit sector blijft gedurende de gehele periode groeien, met name dankzij zorg en welzijn. Groothandel/transport, detailhandel, overige consumentendiensten/bouw en zakelijke/financiële diensten kennen tot 2020 nog groei, maar daarna zwakt hun groei af of neemt de werkgelegenheid zelfs licht af. In de industrie en de landbouw neemt de werkgelegenheid naar verwachting gedurende de gehele periode af Transport De omvang van transport wordt voornamelijk bepaald door demografische en sociaaleconomische ontwikkelingen. In toekomstige scenario s is het van belang om de demografische ontwikkeling in Nederland, zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen. Verschillen in spreiding van de bevolking over het land kan verstrekkende gevolgen hebben voor het te voeren transportbeleid. Om de effecten op transport van de van de WLO scenario s 2040 te analyseren heeft de AVV een studie uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn beschreven in het rapport LMS runs voor WLO (4cast, 2005). De uitgangspunten voor 2040 wat betreft transportbeleid staan hierin beschreven. De belangrijkste uitgangspunten zullen in deze paragraaf worden herhaald en de gekozen beleidsmaatregelen worden toegelicht. Bevolking en arbeidsplaatsen De demografische cijfers en de arbeidsplaatsen zijn afkomstig uit de woningmarkt- en arbeidsmarktmodule uit TIGRIS XL. De sociaal-economische gegevens die in de WLOstudie van AVV zijn gebruikt zijn gebaseerd op PRIMOS gegevens voor bevolking en RAM prognoses. Inkomen 7

26 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence De inkomensverdeling zoals verondersteld in de LMS run is eveneens afkomstig uit TIGRIS XL. Rijbewijsbezit Het rijbewijsbezit in het LMS is gebaseerd op rijbewijsbezitskansen per leeftijds/geslachtscohort. Hierbij sluiten we aan bij de kansen, zoals die zijn verondersteld in de WLO studie van AVV. Tabel 2-3 geeft hiervan een overzicht. Tabel 2-3: Rijbewijsbezitskansen voor 2000 en 2040 GE scenario (AVV/4cast) Kansen in % GE Mannen Vrouwen Ten opzichte van 2000 nemen vooral de rijbewijsbezitskansen onder ouderen en jongeren toe. Het lage rijbewijsbezit onder ouderen zal door de leeftijdsverschuiving sterk stijgen. Daarnaast treedt er voor de middengroepen saturatie op. Het rijbewijsbezit onder vrouwen blijft licht achter bij dat van mannen, het verschil is echter afgenomen. Autobezit Het aantal auto s per 1000 inwoners in 2040 voor het GE-scenario wordt door AVV verondersteld op 600. Dit betekent dat het autobezit van 6.48 miljoen in 2000 stijgt via 9.2 miljoen auto s in 2020 naar 11.8 miljoen in Vracht Het vrachtverkeer voor toekomstige scenario s wordt bepaald door het SMILE-model van AVV. Dit model bepaalt de groei in het vrachtverkeer op COROP-niveau wat later wordt vertaald naar subzone-niveau. Infrastructuur (auto en OV) Weginfrastructuur Een belangrijke aanname bij het voorspellen van het verkeer in toekomstige scenario s is het aanbod van de infrastructuur. Met name het veronderstelde autonetwerk bepaalt in grote mate het autogebruik en de mate van congestie. Het beleid tot aan 2020 is uitgezet in het MIT2005 aangevuld met extra voorzieningen die bekend staan onder de naam 14.5 miljard pakket, zie LMS runs voor WLO (4cast, Dit pakket is ook doorgerekend in het kader van de Nota Mobiliteit. De focus van het MIT2005 is het oplossen van de bestaande problemen vooral in de Randstad en enkele bekende bottlenecks buiten de Randstad. Het aanvullende 14.5 miljard pakket betreft voornamelijk het verder uitbreiden van de hoofdtransportassen 11 Het autobezitsmodel in het LMS convergeert niet bij een autobezitstarget van 11.8 miljoen in Hierdoor is het nodig geweest om in de berekeningen met een lagere target te werken en de autobezitstarget welke het model aankan is 10.6 miljoen auto s voor het jaar

27 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later tussen en rondom de grote steden in de Randstad. De A2 Utrecht-Amsterdam wordt bijvoorbeeld uitgebreid naar 2x6 rijstroken en de nieuwe verbindingsweg van Maarssen Lexmond wordt aangelegd. In totaal komt er boven op het MIT2005 ongeveer 1300 kilometer aan rijstroken bij. Ter vergelijking tussen 2000 en 2020 wordt er (gerealiseerd en volgens het MIT2005) 1550 kilometer rijstrook bijgebouwd op het hoofdwegennet. In de conceptrapportage Welvaart en Leefomgeving wordt uitgegaan dat in de periode eenzelfde uitbreiding van het wegennet plaatsvindt als in de periode Dit lijkt een onrealistische aanname gezien het feit dat in de bevolkingstoename en de economische groei in de meeste scenario s afvlakt na Om de knelpunten voor 2040 in kaart te brengen is besloten na 2020 het netwerk niet verder uit te breiden. Dit beleidsarme scenario geeft de effecten van congestie op het locatiegedrag van huishoudens en bedrijven weer. Vervolgens kan op basis hiervan beleid worden geformuleerd om na 2020 gericht de infrastructurele problemen op de weg op te lossen. Openbaar vervoer Voor het OV worden dezelfde aannames gemaakt als voor de berekeningen voor 2020 voor de Nota Mobiliteit. De treindienstregeling is opgesteld door ProRail en staat bekend onder de naam 2010 Haarlemmermeer Almere. Deze dienstregeling verandert na 2010 niet meer en blijft constant tot Voor 2010 geldt deze dienstregeling als zeer ambitieus, maar is voor 2020 haalbaar. Na 2020 is er nog geen dienstregeling beschikbaar. Het overig openbaar vervoer (bus, tram en metro) blijft eveneens onveranderd na Beleidsinstellingen De beleidsinstellingen die verder gekozen kunnen worden gaan voornamelijk over prijzen voor brandstof, trein, overig openbaar vervoer en parkeerkosten. Hierbij is aangesloten bij de AVV-studie. 2.2 Resultaten trendscenario Ruimtelijke ontwikkeling Regionale bevolkingsontwikkeling De GE-scenario berekening is uitgevoerd onder aanname van een gereguleerde ontwikkeling, waarbij de woningbouwplannen afkomstig zijn uit de RS. De vrijheid van keuze voor de huishoudes onder gereguleerde omstandigheden hangt mede af van het aantal leegstaande woningen. Binnen het GE scenario is de verhouding tussen het aantal woningen en huishoudens in de toekomst redelijk conform de huidige situatie, zie Tabel 2-4. Dit betekent dat er voor grote delen van Nederland een situatie bestaat van relatieve krapte op de woningmarkt. Tabel 2-4: Ontwikkeling huishoudens en woningen (NL) Woningen (in mil.) Huishoudens (in mil.)

28 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence In Figuur 2-4 wordt de bevolkingsontwikkeling voor de periode op COROPniveau weergeven als een index waarde en als absolute waarde (in aantal personen). Op basis van deze kaarten komt naar voren dat de perifeer gelegen gebieden relatief langzaam groeien met Zuid-Limburg als negatieve uitschieter met een bevolkingsafname van meer dan 5 %. De niet-grootstedelijke COROP-gebieden in de Randstad en in de rand erom heen groeien het snelst in dit scenario, dit is mede afhankelijk van de zeer beperkt opgegeven restricties voor woningbouw in het groene hart. Het is van belang om op te merken dat ondanks een lagere relatieve groei, de groei in personen in absolute aantallen het grootst is in de groot stedelijke COROP-gebieden in de Randstad en Flevoland. Figuur 2-4: Bevolkingsontwikkeling in het trend scenario onder hoge ruimtedruk Tabel 2-5 laat de achterliggende cijfers zien van de regionale bevolkingsontwikkeling in het GE scenario. Ter vergelijking is de index van de bevolkingsgroei tussen 2000 en 2040 onder de oude berekingen ook weergegeven. Als de regionale ontwikkeling wordt vergeleken ten opzichte van de nationale bevolkingsgroei van 24% dan valt op dat een groot aantal COROP-gebieden zich redelijk volgens de nationale trend ontwikkelt. Van de 40 COROP-gebieden hebben 24 COROP-gebieden een groei die niet meer dan 10% afwijkt van het gemiddelde, tussen de 114% en 134%. Een uitzondering hierop zijn de meer perifeer gelegen COROP-gebieden welke een lagere bevolkingsgroei laten zien dan de nationale groei. Eén van de redenen hiervoor is dat de bevolkingsontwikkeling in belangrijke mate wordt bepaald door internationale migratiestromen, waarbij de immigranten een voorkeur hebben voor de meer centraal gelegen urbane gebieden. Daarnaast zijn de woningbouwplannen beperkt in de perifeer gelegen regio s. Het moet wel opgemerkt worden dat op Zuid - Limburg na, alle perifeer gelegen COROP - gebieden in absolute aantallen een bevolkingsgroei laten zien 10

29 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 2-5: Regionale bevolkingsontwikkeling in het trendscenario (in 1000 personen) nr Naam Bevolking Bevolking Bevolking Index Oude trend Index / / / Oost-Groningen Delfzijl eo Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Frieland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop v. Noord-Holland Alkmaar eo IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden Bollenstr Aggl. s-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Totaal

30 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence De hoogste relatieve groei tussen 2010 en 2040 (laatste kolom in Tabel 2-5) doet zich voor in Flevoland, Zuidwest-Gelderland en Zuidoost-Zuid-Holland. In al deze COROPgebieden is een omvangrijke woningbouwopgave voorzien en bevestigd de bevolkingstoename de structurerende werking van de woningbouwplannen. De absolute groei in inwoners is het grootst in de grote COROP- gebieden van Groot Amsterdam, Utrecht en Rijnmond. De groei in de COROP Den Haag is veel lager door het gebrek aan beschikbare woonlocaties in deze COROP, een deel van deze groei slaat hier neer in de COROP Delft en Westland. Ten opzichte van het oude trend scenario met hoge ruimtedruk (zie hoofdstuk 8 in Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007) komen op regionaal niveau slechts kleine verschillen voor in de periode De grootste groei vind plaats in Flevoland. In het oude scenario bedroeg deze 84%, in de nieuwe berekeningen 83%. De berekende bevolking in de meest krimpende regio, Zuid-Limburg, komt ook overeen: 0.86 om In de meeste regio s is het verschil tussen de oude en de nieuwe trendvariant enkele procentpunten. Uitzondering is regio Delft en Westland met een groei van 47% in de oude trend, en 35% in de nieuwe Ontwikkeling transport In Tabel 2-6 en Tabel 2-7 is een overzicht gegeven van de transport ontwikkeling in het Trendscenario. Aangezien de ruimtelijke verschillen klein zijn tussen de oude en nieuwe hoge ruimtedruk scenario en er geen verschillen bestaan in de invoer van het transportmodel worden hieronder alleen de resultaten voor de nieuwe hoge ruimtedruk scenario weergegeven. Ten opzichte van het jaar 2000 is de ontwikkeling van het aantal tours en het aantal reizigerskilometers per vervoerwijzen in de projectiejaren gegeven. Het totaal aantal tours groeit in het jaar 2040 met 15.0 % ten opzichte van het basisjaar. De groei is het sterkst in het aantal auto tours (+51.6% in tours en % in reizigerkilometers). Tabel 2-6: Indexcijfers aantal tours per vervoerwijze (totaal NL) in het nieuwe hoge ruimtedruk scenario Aantal tours Auto bestuurder Auto passagier Trein BTM Langzaam

31 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 2-7: Indexcijfers aantal reizigerskilometers per vervoerwijze (totaal NL) in de nieuwe hoge ruimtedruk scenario Reizigerskilometers Auto bestuurder Auto passagier Trein BTM Langzaam Tabel 2-8 geeft een vergelijkbaar overzicht voor het aantal voertuigkilometers, voertuigverliesuren, totaal aantal uren en snelheid op het hoofdwegennet van de auto. Het grotere aantal reizigerskilometers per auto in Tabel 2-7 leidt tot een groter aantal voertuigkilometers en totale autoreistijd. Dit resulteert ook in een veel groter aantal voertuigverliesuren en een lagere gemiddelde snelheid. Deze effecten treden vooral na 2020 op, doordat er na 2020 geen beleidsmaatregelen meer worden genomen en de bevolking en het aantal arbeidsplaatsen wel doorgroeien. De enorme congestie in 2040 zorgt ervoor dat het aantal reizigerskilometers voor de auto iets langzamer toeneemt dan het aantal tours. Tabel 2-8: Indexcijfers aantal voertuigkilometers, voertuigverliesuren, totaal aantal uren en snelheid voor de auto op het hoofdwegennet in de nieuwe hoge ruimtedruk scenario t.o.v KM total VVU's total Uren total Snelheid

32

33 3 Bundeling en Intensivering met hoge ruimtedruk Het hoge ruimtedruk scenario is ook doorgerekend voor vijf varianten met Bundeling en Intensivering als uitgangspunt voor het ruimtelijke scenario. In de vijf varianten zijn 5 verschillende transport scenario s geanalyseerd. In dit hoofdstuk worden de instellingen bij deze vijf varianten beschreven en de uitkomsten. Beschreven zijn de ruimtelijke effecten op wonen, werken, transport en bereikbaarheid. De bereikbaarheidsbaten van deze varianten worden afzonderlijk in hoofdstuk 5 besproken. De varianten kunnen als volgt, op basis van de uitgangspunten, geduid worden: Variant Kijkrichting Bundeling en Intensivering beschrijving ruimtelijke bundeling in combinatie met transport uitgangspunten Trendscenario (MIT 2005 en bouwpakket Nota Mobiliteit) Variant Beleidsarm ruimtelijke bundeling in combinatie met alleen MIT 2005 infrastructuurmaatregelen Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV ruimtelijke bundeling in combinatie met MIT 2005 en beprijzen ruimtelijke bundeling in combinatie met MIT 2005, bouwpakket Nota Mobiliteit en beprijzen ruimtelijke bundeling in combinatie met MIT 2005, beprijzen en verbetering trein en BTM in bundelingsgebieden 3.1 Uitgangspunten bij de 5 varianten De uitgangspunten voor de varianten bestaan uit ruimtelijke uitgangspunten en transport uitgangspunten, waarbij de ruimtelijke uitgangspunten voor alle vijf varianten constant zijn en de variatie zit in de uitgangspunten voor transport. De sociaal-economische en demografische ontwikkelingen op nationaal niveau zijn consistent met het Trendscenario en bestaan uit het WLO GE scenario (alleen nationale cijfers zijn uit dit scenario gebruikt en geen verdere uitgangspunten). Zie de appendix voor een overzicht van de TXL instellingen bij de kijkrichting Bundeling en Intensivering. 15

34 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Uitgangspunten Ruimtelijke ontwikkeling In deze subparagraaf worden de ruimtelijk uitgangspunten bij de variant beschreven, daarnaast wordt aangegeven op welke wijze deze uitgangspunten zijn verwerkt tot instellingen voor TIGRIS XL. De ruimtelijke uitgangspunten bij de Kijkrichting Bundeling en Intensivering onder een hoge ruimtedruk scenario zijn: De totale woningbouwopgave in de periode die wordt gerealiseerd in bestaand stedelijk gebied is in aantal gelijk aan de realisatie onder het trendscenario onder matige ruimtedruk (TM), zie Significance, Bureau Louter en Stratelligence (2007). Uitgangspunt in het TM scenario was een 50% verdichtingsopgave, voor het GE-scenario wordt geen percentage van 50% aangehouden om dat dit tot een onrealistische verdichtingsopgave zou leiden. De gebruikte verdichting onder GE zoals berekend onder TM komt neer op een lager percentage voor het GE-scenario; In provincies waar bundelingsgebieden zijn aangewezen door de Nota Ruimte wordt de uitleg (restclaim) volledig gerealiseerd binnen de bundelingsgebieden. Een uitzondering wordt gemaakt voor de provincies Friesland, Zeeland en Flevoland waar geen bundelingsgebied is of waar de uitleg ook buiten het bundelingsgebied kan worden gerealiseerd; Bij de realisatie van de uitleglocaties in de bundelingsgebieden wordt voorrang gegeven aan locaties in de nabijheid van NS-stations (binnen 1200 meter); De woningbouwopgave per provincie is in de bundelingsvarianten gelijk aan de opgave in het hoge ruimtedruk trendscenario. Het gaat in deze variant dus om bundeling binnen de provincie en niet om verschuivingen tussen provincies. Invoer in TIGRIS XL De ruimtelijke invoer in TIGRIS XL kan onderverdeeld worden naar inbreiding en naar uitleglocaties. Het aantal te bouwen woningen in bestaand stedelijk gebied bestaat uit vervangende woningbouw voor de sloop van woningen (conform het Trendscenario) en 50% van de totale woningbouwopgave per provincie (behalve voor Flevoland, waar verdichting niet als een realistische optie wordt gezien) op basis van de woningbouwopgave onder het TM trendscenario (voor het hoge ruimtedruk of GE-trendscenario betekent dit een veel lager percentage). Onder beide scenario s is dit een forse verhoging van de woningbouw op inleglocaties, omdat in beide trendscenario s maar een heel klein deel (<10%) van de woningbouwopgave als inbreiding wordt gerealiseerd. In het hoge ruimtedruk Trendscenario vindt de verdichting vooral op de stedelijke en groot-stedelijke locaties plaats. Voor de Bundelingvarianten wordt de verdichting deels gebiedsafhankelijk (stedelijk en grootstedelijke gebieden verdichten meer dan andere gebieden) en deels proportioneel verdeeld over de bestaande bouw. De gemaakte invulling voor de verdichting is conform de aannames in het TM Trendscenario. De meer gespreide aanpak is gebruikt om een onrealistische toename van het aantal woningen op stedelijke en grootstedelijke locaties te voorkomen, dit is het geval indien alle inbreidingswoningen (50% totale woningbouwopgave onder TM trendscenario) alleen op deze locaties worden 16

35 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later gerealiseerd. Het resultaat is dat in vergelijking met het Trendscenario in de Bundelingvariant niet stedelijke woongebieden (bestaande landelijke of groen stedelijke woongebieden) licht verdichten waar in het Trendscenario soms zelfs verdunning optreedt. Daarnaast verdichten de stedelijke locaties sterk in de bundelingsvariant t.o.v. van een beperkte verdichting in het Trendscenario. Figuur 3-1: Bundelinggebieden volgens nota ruimte. Bron: MNP De locaties van de woninguitleg (Figuur 3-2) zijn bepaald door de RuimteScanner, waarbij de te realiseren ruimteclaim gebaseerd is op de woningbouwopgave hoge ruimtedruk minus de realisatie inleg per provincie. De eis dat de woningbouwopgave per provincie in de Bundeling en Intensivering varianten gelijk is aan het hoge ruimtedruk Trendscenario, is de belangrijkste reden dat er gekozen is voor het opleggen van het aanbod (de uitleglocaties) uit de RuimteScanner boven het werken met door TIGRIS XL gesimuleerde locatieontwikkeling. Immers, bij een door TIGRIS XL op basis van vraagvoorkeuren gesimuleerde ontwikkeling van woningbouwlocaties, gerestricteerd door de bundelingsgebieden, is het waarschijnlijk dat er verschuivingen tussen de provincies optreden. 17

36 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Door de gekozen instelling, een gereguleerde (aanbodgestuurde) ontwikkeling, is de mogelijk optredende variatie beperkt, immers de realisatie van het aantal woningen per locatie is invoer voor TXL (waarbij het ruimtebeslag uit de RS wordt overgenomen). Variatie in het inwonertal kan optreden door veranderingen in de locatiekeuze van huishoudens (andere huishoudsamenstelling) of door leegstand/opvulling. Figuur 3-2: Verstedelijking tussen 2010 en 2040 volgens de RS in het Bundeling en Intensivering sscenario, invoer voor TXL grondgebruikscenario Uitgangspunten transport De vijf bundelingsvarianten verschillen alleen op het gebied van transportbeleid, waarbij alleen het autonetwerk of het prijsbeleid voor de auto wordt veranderd. Tabel 3-1 geeft een overzicht van de modelinstellingen voor de auto in TIGRIS XL voor de Bundelingsvarianten. 18

37 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 3-1: Overzicht modelinstellingen voor de auto in TIGRIS XL. Variant Kijkrichting Bundeling en Intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV MIT2005 Ja Ja Ja Ja Ja Nota Mobiliteit bouwpakket (14,5 miljardpakket) Ja Nee Nee Ja Nee Kilometerkosten 2020 index tov Variabilisatie MRB + ¼ BPM Index waarde per inkomenscategorie (1.334, 1.391, 1.469, 1.554, 1.609) Variabilisatie MRB + ¼ BPM Index waarde per inkomenscategorie (1.334, 1.391, 1.469, 1.554, 1.609) Variabilisatie MRB + ¼ BPM Index waarde per inkomenscategor ie (1.334, 1.391, 1.469, 1.554, 1.609) 0.11/km als I/C 0.11/km als I/C 0.11/km als I/C Congestieheffing Geen Geen >0.8 in de spits >0.8 in de spits >0.8 in de spits OV Trendscenario Trendscenario Trendscenario Trendscenario investeren De volgende subparagrafen gaan nader in op de verschillende instellingen met betrekking tot de auto. Kijkrichting Bundeling en Intensivering De infrastructuur voor de auto in de Kijkrichting Bundeling en Intensivering is gelijk aan de infrastructuur in het GE Trendscenario. Samengevat is het pakket aan maatregelen tot aan het jaar 2020 gelijk aan het MIT2005 aangevuld met extra voorzieningen die bekend staan onder de naam 14.5 miljard pakket, zie LMS runs voor WLO (4cast, 2005). De focus van het MIT2005 is het oplossen van de bestaande problemen vooral in de Randstad en enkele bekende bottlenecks buiten de Randstad. Het aanvullende 14.5 miljard pakket betreft voornamelijk het verder uitbreiden van de hoofdtransportassen tussen en rondom de grote steden in de Randstad. De A2 Utrecht-Amsterdam wordt bijvoorbeeld uitgebreid naar 2x6 rijstroken en de nieuwe verbindingsweg van Maarssen Lexmond wordt aangelegd. In totaal komt er boven op het MIT2005 ongeveer 1300 kilometer aan rijstroken bij. Ter vergelijking tussen 2000 en 2020 wordt er (gerealiseerd en volgens het MIT2005) 1550 kilometer rijstrook bijgebouwd op het hoofdwegennet. Na 2020 wordt verondersteld dat er geen aanvullende infrastructuur wordt bijgebouwd, dit om de behoefte aan extra wegen in kaart te brengen en op basis hiervan het beleid te kunnen vaststellen. Variant beleidsarm In de Variant beleidsarm is minder auto-infrastructuur opgenomen dan in Kijkrichting Bundeling en Intensivering. Het 14.5 miljardpakket, de extra maatregelen bovenop het MIT 2005, wordt in deze variant als niet realistisch beschouwd. Dit zal extra druk leggen op de bestaande wegen en leiden tot extra congestie. Een afname van de bereikbaarheid in heel Nederland, maar met name in de Randstad waar de uitbreidingen van de infrastructuur voornamelijk plaats zouden vinden, is te verwachten. Variant kilometerprijs 19

38 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Om de congestie op de Nederlandse wegen te verminderen, is naast uitbreiding van de infrastructuur prijsbeleid één van de andere maatregelen. In de berekeningen voor de Nota Mobiliteit deel 3 ( Beleidsvarianten voor de Nota Mobiliteit deel 3, 4cast 2005) wordt er onder andere prijsbeleid doorgerekend volgens de Commissie Nouwen. Eén van de varianten is variabilisatie van de Motorrijtuigenbelasting (MRB) en de Belasting van Personenauto s en Motorrijwielen (BPM) in combinatie met congestieheffing. De variabilisatie betekent dat de kilometerkosten voor de gebruiker omhoog gaan, wat in het LMS modelmatig kan leiden tot een afname van het autogebruik (verschuiving naar andere vervoerwijzen) of het afleggen van kortere reisafstanden met de auto (bestemmingskeuze effect). De variabilisatie verschilt per inkomenscategorie aangezien de aanname is dat er een grote correlatie is tussen de hoogte van het inkomen en de verdeling van de auto s over gewichtsklassen en brandstofsoorten. Voor het bepalen van de congestieheffing wordt eerst een modelrun uitgevoerd, waarna per gedeelte van de weg in de ochtend- en/of avondspits, wordt gekeken of de verhouding tussen intensiteit en capaciteit, de zogeheten I/C verhouding, boven de 0.8 uitkomt. Wanneer dit het geval blijkt te zijn, dan wordt over dit weggedeelte een opslag van 0.11 Eurocent per kilometer berekend. Variabilisatie is een algemene vorm van prijsbeleid die discrimineert naar inkomensklasse. Congestieheffing is een specifiekere vorm van prijsbeleid, waarbij de vraag naar infrastructuur in de drukste perioden van de dag wordt belast. Variant kilometerprijs berekent de gecombineerde effecten van beide vormen van dit prijsbeleid. Variant kilometerprijs en investeren weg Variant kilometerprijs en investeren weg is gelijk aan Variant kilometerprijs alleen wordt het 14.5 miljardpakket nu weer als gerealiseerd verondersteld. Dit betekent dat er meer infrastructuur beschikbaar is, en dat er op minder plaatsen congestieheffing noodzakelijk zal zijn. Variant kilometerprijs en investeren OV In Variant kilometerprijs en investeren OV is de level-of-service van de trein en het BTM in de bundelingsgebieden verbeterd. In bundelingsvarianten 1 tot en met 4 zijn diverse ruimtelijke aannames gedaan en doorgerekend met verschillende aanpassingen in het LMS autonetwerk, maar zijn geen aannames gemaakt ten aanzien van de trein- en BTMnetwerken. In Variant kilometerprijs en investeren OV is het ruimtelijke bundeling scenario doorgerekend met het autonetwerk uit Variant kilometerprijs. Het treinnetwerk in Variant kilometerprijs en investeren OV is verbeterd door een verhoging van de frequentie op bestaande lijn binnen de bundelingsgebieden. Dit is conform het centrale uitgangspunt dat bestaande lijnen beter benut worden door verdichting op bestaande locaties. Daarnaast zijn een aantal nieuwe stations toegevoegd op bestaande spoorlijnen nabij grote uitleglocaties en op het Stedenbaan-tracé. De verdichting rond bestaande stations is al meegenomen in de ruimtelijke uitwerking in de bundelingsvarianten. Voor een nadere beschrijving van de aannames in de trein en BTM level-of-service verwijzen we naar Bijlage 3 van de eerdere rapportage Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland Later. 20

39 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later 3.2 Ruimtelijke effecten Bevolkingsontwikkeling In deze paragraaf wordt de ruimtelijke ontwikkeling voor de kijkrichting Bundeling en Intensivering geanalyseerd en vergeleken met de ontwikkeling in de trendvariant met hoge ruimtedruk. Door de randvoorwaarde dat de woningbouwopgave in de kijkrichting Bundeling en Intensivering op provincie niveau gelijk is aan de trendvariant, zijn er op nationaal niveau geen of zeer beperkte verschuivingen te zien. Enige verschillen in inwonertal tussen de provincies kunnen wel ontstaan doordat de woonlocatiekeuze van huishoudens niet beperkt wordt door provinciale grenzen. De belangrijkste veranderingen zitten bij deze kijkrichting in de verschuivingen binnen de provincies tussen de COROPgebieden binnen en buiten de bundelingzone. Daarnaast zijn er ook op een lager schaalniveau verschuivingen te zien van zones buiten een bundelinggebied naar zones binnen een bundelinggebied. Tot slot zullen bestaande stedelijke gebieden naar verwachting een toename van de bevolking laten zien door een hogere verdichtingsopgave in de Bundeling-variant dan in de trendvariant In Figuur 3-3 en Tabel 3-2 is de regionale bevolkingsontwikkeling tussen 2010 en 2040 weergegeven onder het bundel en intensiveringsscenario (variant 1). Voor een aantal perifeer gelegen COROP-gebieden zoals Delfzijl, Oost-Groningen, Achterhoek, Limburg en Kop van Noord-Holland neemt de bevolking tussen 2010 en 2040 af. Op de COROP Zuid-Limburg na komt dit mede doordat de betreffende COROP-gebieden geen bundelzones hebben waar woningbouw mag plaatsvinden. Groei van het woningaantal in deze gebieden, mede nodig om huishoudverkleining op te vangen vindt plaats via verdichting van het woningaanbod in bestaand gebied. Voor de COROP Zuid-Limburg geldt dat de bevolking weliswaar afneemt maar dat de bundelingzone ervoor zorgt dat deze afname in de bundelvariant geringer is dan in de trendvariant. De hoogste groei doet zich voor in de COROP-gebieden met een bundelingzone zoals Twente, Arnhem-Nijmegen, Delft en Westland, Agglomeratie Leiden-bollenstreek en IJmond. Verder is de groei in de Flevopolder in de bundelvariant wederom hoog. In absolute aantallen groeien de grote COROP-gebieden, Utrecht, Rijnmond en groot Amsterdam het meest. Door de bundelingstrategie komen de COROP-gebieden Twente en Arnhem-Nijmegen daar nu bij met een groei van bevolking met meer dan 150 duizend mensen in de periode De totale bevolkingsgroei tussen 2010 en 2040 bedraagt in het hoge ruimtedruk scenario circa 15 %, in het matige druk scenario 3 %. Ondanks dit forse verschil in nationaal scenario, is het patroon van de ruimtelijke verandering door het bundelingsbeleid op de regionale bevolkingsontwikkeling in grote mate vergelijkbaar. De relatieve bevolkingsontwikkeling ten opzichte van de trendvariant in Figuur 3-4, laat eenzelfde patroon zien van winst- en verlies gebieden als Figuur 5-4 in de vorige rapportage. De bevolkingsgroei is hoger in bundelingsgebieden. Door de hogere groei in het hoge ruimtedrukscenario is te zien dat de hogere claim in zeer stedelijke regio s met weinig ruimte voor uitleg (Groot-Amsterdam) tercht komt in naburige regio s met meer ruimte voor uitleg (IJmond). Dit in afwijking met het matige druk scenario waar de beperktere groei eerder binnen de regio zelf opgevangen kan worden. 21

40 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-3: Bevolkingsontwikkeling in het Bundel 1 scenario, links: relatief (index 2010=100), rechts: absoluut (personen) Figuur 3-4: Bevolking in 2040 onder bundel 1 scenario ten opzichte van het trend scenario 22

41 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Om het effect van Bundeling en Intensivering te beoordelen is in Figuur 3-4 de regionale bevolkingsontwikkeling in het bundel en intensiveringsscenario vergeleken met de trendvariant. De COROP-gebieden met een bundelingsgebied komen hier duidelijk naar voren. Duidelijkste voorbeelden zijn de hogere groei in de bundelvariant in Noord- Drenthe, Twente en Arnhem-Nijmegen. In de provincies Zuid-holland, Noord-Holland en Noord-Brabant strekken de bundelingzones zich uit over meerdere COROP-gebieden. In de provincie Brabant bevatten alle COROP-gebieden een stukje bundelingzone. De verschuivingen ten opzichte van de referentie zijn hier dan ook gering bestaande uit een iets hogere groei voor Zuidoost-Noord-Brabant. In de provincie Zuid-Holland beslaat de bundelingzone vooral de COROP-gebieden Agglomeratie Leiden-Bollenstreek, Den Haag, Delft en Westland en Rijnmond. In de COROP-gebieden Oost-Zuid-Holland en Zuidoost-Zuid-Holland beslaat de bundelingzone maar een heel klein deel van het COROP-gebied; in beide COROP gebieden neemt de bevolking dan ook af ten opzichte van de trendvariant door een verschuiving naar de COROP-gebieden met een veel groter aandeel van het bundelinggebied. In Noord-Holland beslaat het bundelinggebied IJmond, Zaandam, Haarlem en deels Groot-Amsterdam. In de COROP-gebieden Alkmaar en Kop van Noord-Holland is de bevolking in bundelvariant lager door het ontbreken van uitleg locaties in deze COROP-gebieden. In de COROP Amsterdam is het bundelinggebied niet groot genoeg om in de bundelvariant dezelfde groei te realiseren als in de trendvariant. 23

42 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 3-2: Bevolkingsontwikkeling per regio tot 2040 in Kijkrichting Bundeling en Intensivering in het hoge ruimtedruk scenario (GE) nr naam Index 2040/2010 Verschil in 2040 Trend Bundel 1 Bundel1 - Trend 1 Oost-Groningen Delfzijl eo Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Frieland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop v. Noord-Holland Alkmaar eo IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden Bollenstr Aggl. s-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Totaal

43 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Om het ruimtelijke effect van de kijkrichting Bundeling en Intensivering ook op lager schaalniveau te analyseren, is de ontwikkeling op subzone niveau vergeleken met de trendvariant. De contouren van bundelingsgebieden zijn terug te zien in de figuur. Op subzoneniveau zijn verschuivingen te zien van zones buiten een bundelinggebied naar subzones binnen een bundelinggebied. De sterkste verschuivingen zijn te zien naar de subzones die binnen de bundelingsgebieden liggen en die nog niet volgebouwd zijn. Figuur 3-5: Index bevolking 2040 in kijkrichting Bundeling en Intensivering 25

44 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Arbeidsplaatsen Vanaf 2010 gaan verschillen optreden tussen de Kijkrichting Bundeling en Intensivering en het Trendscenario volgens Global Economy. In Tabel 3-3 staat de ontwikkeling van de indexwaarde per COROP-gebied voor de variant Bundel 1 en het Trendscenario. Tevens zijn zowel in relatieve zin (de indexwaarde) als in absolute zin de verschillen tussen de variant Bundel en het Trendscenario weergegeven. Daarnaast staat het verschil tussen het Trendscenario en de Bundel 1 variant in Figuur 3-6, vanaf het moment dat er verschillen op gaan treden (2010), met een onderscheid naar twee deelperioden en zowel voor de absolute als de relatieve verschillen. Er is twaalf maal sprake van een afname van het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van het Trendscenario met meer dan 5% (waarvan zeven maal zelfs met meer dan 10%). Anderzijds zijn er acht regio s waar het aantal arbeidsplaatsen met meer dan 5% toeneemt ten opzichte van het Trendsceanrio (waarvan vijf maal zelfs meer dan 10%). De grootste winnaars zijn Noord-Drenthe, Twente, Arnhem/Nijmegen, IJmond en Agglomeratie Leiden en Bollenstreek. De grootste verliezers zijn vooral te vinden in het oosten (Noord- Overijssel, Zuidwest-Overijssel, Veluwe, Achterhoek en Zuidwest-Gelderland. Daarnaast neemt het aantal arbeidsplaatsen relatief sterk af in Kop van Noord-Holland en Midden- Limburg. Hoewel er dus sprake is van aanzienlijke verschillen in groei tussen de variant Bundel en het Trendscenario, is vooral sprake van verschuivingen binnen delen van Nederland. In het landsdeel Noord neemt het aantal arbeidsplaatsen toe met 1.0 duizend ten opzichte van het Trendscenario, in Oost neemt het af met 28.6 duizend (ondanks de sterke afname in diverse COROP-gebieden, die voor een aanzienlijk deel wordt gecompenseerd door Twente en Arnhem/Nijmegen) en in Zuid met 16.2 duizend. Landsdeel West is de grootste winnaar (een groei met 43.5 duizend arbeidsplaatsen). Dat zijn verschuivingen met maar iets meer dan een procent van het totaal aantal arbeidsplaatsen in de landsdelen. Wordt de Randstad afzonderlijk beschouwd (landsdeel West exclusief Kop van Noord-Holland, Agglomeratie Alkmaar en Flevoland), dan resulteert een groei met 92.4 duizend arbeidsplaatsen. Die groei concentreert zich vooral in het westelijk deel van de Randstad, enigszins ten koste van het oostelijk deel. In de periode zwakt de groei in Groot-Rijnmond en Groot-Amsterdam overigens af ten opzichte van de groei in de periode (steeds gemeten als verschil tussen variant Bundel en het Trendscenario). Resumerend: In de variant Bundel wint het westelijk deel van landsdeel West ten koste van het oostelijk deel, het noordelijk deel van de provincie Noord-Holland en Flevoland. In landsdeel Oost concentreert het aantal arbeidsplaatsen zich in hoge mate in twee verstedelijkte gebieden (Twente en Arnhem/Nijmegen), terwijl zich in Noord en Zuid een lichte tendens tot hogere groei in de wat meer verstedelijkte gebieden manifesteert. 26

45 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 3-3: Regionale werkgelegenheidsontwikkeling in de Kijkrichting Bundeling en Intensivering varianten ten opzichte van GE-trend Nr Naam Index 2040/2010 Verschil 2040 getrend Bundel bundel/getrend bundel - getrend 1 Oost-Groningen Delfzijl eo Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Frieland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop v. Noord-Holland Alkmaar eo IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden Bollenstr Aggl. s-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland

46 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence % per jaar % per jaar 0.38 of meer 0.21 tot tot tot tot tot tot minder dan of meer 0.14 tot tot tot tot tot tot minder dan a. Relatief verschil b Relatief verschil Arbeidsplaatsen per jaar Arbeidsplaatsen per jaar 1270 of meer 363 tot tot tot tot tot tot -404 minder dan of meer 209 tot tot tot tot tot tot -256 minder dan -593 c. Absoluut verschil d Absoluut verschil Figuur 3-6: Werkgelegenheidsontwikkeling in kijkrichting Bundeling en Intensivering 28

47 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later 3.3 Transporteffecten In Tabel 3-4 en Tabel 3-5 zijn de indexcijfers van respectievelijk het aantal tours en het aantal reizigerskilometers per vervoerwijze voor elk van de Bundeling en Intensivering svarianten gegeven t.o.v Ter vergelijking zijn de hoge ruimtedruk scenario indexcijfers ook weergegeven. Verder moet opgemerkt worden dat verschillen pas optreden na 2010, conform de aanname dat er pas veranderingen in de kijkrichtingen en varianten na 2010 optreden. In Figuur 3-7 zijn de verschillen tussen de transportvarianten in de kijkrichting Bundeling en Intensivering onder een hoge ruimtedruk vergeleken met de gevonden resultaten onder het gematigde trendscenario. Uiteraard geldt voor alle varianten hogere aantallen tours en reizigerskilometers onder het hoge ruimtedruk scenario. Conclusie is dat de modal shift vrijwel overeenkomt tussen het hoge ruimtedruk en gematigde ruimte druk scenario en de gevonden resultaten robuust blijken voor verschillende scenario aannamen. Trein reiziger kilometers - hoge ruimtedruk scenario (GE) Trein reiziger kilometers - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant 1: Beleidsarm Variant 2: Kilometerprijs Variant 4: Kilometerprijs en investeren weg Variant 3: Kilometerprijs en investeren OV Auto kilometers op HWN - hoge ruimtedruk scenario (GE) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Auto kilometers op HWN - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Figuur 3-7: Transport effecten onder hoge ruimtedruk (links) en matige ruimtedruk (rechts) 29

48 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 3-4: Indexcijfers aantal tours per vervoerwijze (totaal NL) voor elk van de Bundelingsvarianten met hoge ruimtedruk en het hoge ruimtedruk trendscenario (HD) Aantal tours Auto bestuurder HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Auto passagier HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Trein HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV BTM HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Langzaam HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Totaal HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV De resultaten voor het BTM zijn tegengesteld aan de verwachting daar bundeling en intensivering leidt tot minder BTM tours. Deels kan dit worden verklaard uit competitie door het langzame verkeer en de trein (bij het bundelen is specifiek naar treinstations gekeken in de locatiekeuze). Verder komt dit doordat het voorzieningsniveau van het BTM niet wordt aangepast aan de nieuwe uitleg locaties. 30

49 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 3-5: Indexcijfers aantal reizigerskilometers per vervoerwijze (totaal NL) voor elk van de Bundelingsvarianten met hoge ruimtedruk en het Hoge-ruimtedruk trendscenario (HD) Reizigerskilometers Auto bestuurder HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Auto passagier HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Trein HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV BTM HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Langzaam HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Totaal HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Tabel 3-6 presenteert een aantal kenmerken van het autoverkeer op het hoofdwegennet van de verschillende Bundeling en Intensivering -varianten en het hoge ruimtedrukscenario. Ook voor deze tabel zijn de resultaten conform de Bundeling en Intensivering -varianten op basis van het gematigde trendscenario. In overeenstemming met het aantal reizigerskilometers van autobestuurders is er bij de Bundeling en Intensivering -varianten met hoge ruimtedruk een groter verschil in het aantal voertuigkilometers en het totale aantal uren van het autoverkeer. Ook voor het aantal voertuigverliesuren is de bandbreedte in het hoge ruimtedruk scenario groter en in

50 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence varieert het aantal voertuigverliesuren tussen de indexwaarden (t.o.v. 2000) 148 en 399 voor de vijf varianten, waar onder het gematigde ruimtedruk scenario de indexwaarden variëren tussen de 79 en 230. Tabel 3-6: Indexcijfers aantal voertuigkilometers, voertuigverliesuren, totaal aantal uren en snelheid voor de auto op het hoofdwegennet voor elk van de Bundeling en Intensivering varianten en het hoge ruimtedrukscenario KM totaal HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV VVU's totaal HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Uren totaal HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV Snelheid HD Kijkrichting Beleidsarm Kilometerprijs Kilometerprijs+weg Kilometerprijs+OV voertuigverliesuren - hoge ruimtedruk scenario (GE) voertuigverliesuren - matige ruimtedruk scenario (TM) Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Trendscenario Kijkrichting bundeling en intensivering Variant Beleidsarm Variant Kilometerprijs Variant Kilometerprijs en investeren weg Variant Kilometerprijs en investeren OV Figuur 3-8: Voertuigverliesuren in hoge ruimtedruk (links) en matige ruimtedruk scenario 32

51 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Wat verder opvalt, is dat onder het hoge ruimtedrukscenario geen der transportvarianten resulteert in een afname in de congestie, sterker de meest effectieve variant resulteert in een toename met een factor 1.5. Om de politieke doelstelling van afname in het aantal voertuigverliesuren te realiseren zijn onder het hoge ruimtedruk scenario op lange termijn zeer omvangrijke aanvullende maatregelen nodig waar onder het gematigde ruimtedruk scenario in ieder geval variant 4 voldoet. Op de kortere termijn tot 2020 resulteren de varianten 3, 4 en 5 (allen bevatten variabele prijsvarianten voor het wegverkeer) in een afname het aantal VVU. De discussie over de noodzaak tot aanvullende maatregelen zou bij implementatie van 3, 4 of 5 vooruitgeschoven kunnen worden, waarbij toekomstige kennis over ontwikkeling in de bevolkingsontwikkeling en aantal arbeidsplaatsen in de discussie betrokken kan worden. 3.4 Bereikbaarheid In Tabel 3-7 zijn de nationale bereikbaarheidsscores weegegeven voor het hoge ruimtedrukscenario en de Bundeling en Intensivering varianten met hoge ruimtedruk in het jaar Het effect van het ruimtelijke beleid op bereikbaarheid is aanzienlijk. De bereikbaarheid van de beroepsbevolking voor bedrijven in de ochtendspits neemt met 6.6 % toe (index 106.6) als gevolg van het bundelingsbeleid. Vooral het effect op het openbaar vervoer is fors: de bereikbaarheid van arbeidsplaatsen per OV is 10.3 % hoger. Ook is het effect van beprijzen van het autoverkeer aanzienlijk. Vergelijk het verschil in index tussen bundel 2 en bundel 3. De bereikbaarheid van beroepsbevolking in de ochtendspits neemt toe, van index 95.7 naar Dit komt door afname in congestie door het beprijzingsbeleid, de hogere weerstand ten gevolgen van hogere kosten wordt in deze bereikbaarheidsmaat niet meegenomen. In vergelijking tot het bereikbaarheidseffect onder het matige druk scenario (zie Tabel 5-9 in rapportage Significance, Bureau Louter en Stratelligence, 2007) zijn de effecten van de verschillende varianten flink groter: de ruimte variant (Bundel 1 tov de trend) heeft een effect van 6.3 % op de bereikbaarheid in de ochtendspits, tegenover slechts 1.8 % in het matige druk scenario. Het verdichten blijkt onder het hoge ruimtedruk scenario ook een fors groter effect te hebben op de bereikbaarheid per openbaar vervoer: een stijging van 10.3 % onder het hoge ruimtedruk en 4.9% onder matige ruimtedruk. De gevoeligheid tan aanzien van het economische scenario is dus aanzienlijk. Ook de effecten van de transport varianten zijn aanzienlijk hoger. Het effect van prijsbeleid is onder het hoge ruimtedruk scenario (index bereikbaarheid arbeidsplaatsen in de ochtendspits 132.2) veel hoger dan onder het matige scenario (index 119.2). 33

52 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 3-7: Nationale bereikbaarheidsindicatoren in de bundelvarianten met hoge ruimtedruk voor De bereikbaarheidsindicatoren zijn geïndexeerd naar het hoge ruimtedrukscenario (HD). Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) Auto ochtendspits HD bundel 1 (index HD trend) (1) HD bundel 2 (index HD trend) 95.4 HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) Auto restdag HD bundel 1 (index HD trend) (1) HD bundel 2 (index HD trend) 94.5 HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) OV HD bundel 1 (index HD trend) (1) HD bundel 2 (index HD trend) HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) Auto ochtendspits HD bundel 1 (index HD trend) (2) HD bundel 2 (index HD trend) 95.7 HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) Auto restdag HD bundel 1 (index HD trend) (2) HD bundel 2 (index HD trend) 94.7 HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) OV HD bundel 1 (index HD trend) (2) HD bundel 2 (index HD trend) HD bundel 3 (index HD trend) HD bundel 4 (index HD trend) HD bundel 5 (index HD trend) (1) : Bereikbaarheid arbeidsplaatsen is per zone gewogen naar bevolking (2) : Bereikbaarheid beroepsbevolking is per zone gewogen naar arbeidsplaatsen Bereikbaarheid voor huishoudens De onderstaande figuren tonen de bereikbaarheid per LMS-subzone in 2040 voor huishoudens in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk. Deze figuren kunnen vergeleken worden met de overeenkomstige bereikbaarheidskaarten voor andere scenario s uit het rapport Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland Later (Significance, 34

53 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Bureau Louter en Stratelligence, 2007). De bereikbaarheid is hier gespecificeerd als een gewogen bereikbaarheid van arbeidsplaatsen vanuit de respectievelijke zone. Figuur 3-9: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 35

54 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-10: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto buiten de spits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 36

55 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 3-11: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per openbaar vervoer in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 37

56 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-12: Index bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk ten opzichte van 2000 De indices voor Zeeuws-Vlaanderen liggen hoger dan het landelijk gemiddelde door de opening van de Westerschelde tunnel in

57 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 3-13: Index bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto buiten de spits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk ten opzichte van Bereikbaarheid voor bedrijven De figuren in deze paragraaf tonen de bereikbaarheidskaarten voor het jaar 2040 voor bedrijven in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk. De bereikbaarheid van bedrijven is gespecificeerd als een gewogen bereikbaarheid van de beroepsbevolking vanuit de respectievelijke zone. 39

58 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-14: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 40

59 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 3-15: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto buiten de spits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 41

60 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-16: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per openbaar vervoer in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk 42

61 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 3-17: Index bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk ten opzichte van

62 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 3-18: Index bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto buiten de spits in 2040 in de Kijkrichting bundeling bij hoge ruimtedruk ten opzichte van

63 4 Combinatie variant met hoge ruimtedruk scenario Als aparte kijkrichting is de Combinatievariant uit het eindrapport van Nederland Later (MNP, 2007) doorgerekend onder het hoge ruimtedruk scenario. Deze combinatievariant is gedefinieerd naar aanleiding van de resultaten voor andere varianten in de studie Nederland Later. In dit hoofdstuk worden eerst de instellingen bij deze kijkrichting beschreven en vervolgens de uitkomsten. Beschreven zijn de ruimtelijke effecten op wonen, werken, transport en bereikbaarheid. 4.1 Uitgangspunten bij de Combinatie variant De ruimtelijke uitgangspunten bij de combinatievariant onder een hoge ruimtedruk scenario zijn: De ruimte voor wonen is gealloceerd per woonregio, dat is in principe per provincie, met twee uitzonderingen. Noord-Holland, Urecht en Flevoland vormen samen één woonregio, en Zuid-Holland en West-Brabant vormen samen één woonregio. Voor de woningbouw in bestaand stedelijk gebied wordt hetzelfde uitgangspunt gehanteerd als in de Bundeling en Intensivering svariant: dezelfde realisatie als onder het matige ruimtedruk scenario (TM). In regio s waar bundelingsgebieden zijn aangewezen door de Nota Ruimte worden de uitleglocaties (restclaims) zoveel mogelijk gerealiseerd binnen de bundelingsgebieden. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van uitleglocaties rondom andere stedelijke gebieden, welke niet tot een bundelingsgebied behoren. Er wordt voorrang gegeven aan locaties binnen 1200 meter van een NS station. Harde restricties worden toegepast voor gebieden die een veiligheidsfunctie hebben voor hoogwater, of die aangewezen zijn als Natura 2000 gebieden. Voor de ligging van deze gebieden zie Figuur

64 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 4-1: Restrictiekaarten in de Combinatie kijkrichting. Bron: PBL Invoer in TIGRIS XL De ruimtelijke invoer in TIGRIS XL kan onderverdeeld worden naar inbreiding en naar uitleglocaties. De inbreiding is gelijk gehouden aan het trendscenario. De locaties van de woninguitleg (Figuur 4-2) zijn bepaald door de RuimteScanner, waarbij de te realiseren ruimteclaim gebaseerd is op de woningbouwopgave hoge ruimtedruk minus de realisatie inleg per provincie. Hierbij zijn de eerder genoemde ruimtelijke uitgangspunten gehanteerd. Ten opzichte van de bundelingkijkrichting is in de kijkrichting combinatie de woningbouwopgave niet per provincie maar per woonregio gelijk gehouden aan het GE Trendscenario. Door deze instelling kan meer substitutie plaatsvinden van de ruimteclaim tussen een aantal regio s binnen de grotere woonregio s, zoals tussen Flevoland, Utrecht en Asterdam. Het effect van deze instelling is goed te zien. In ZuidWest Flevoland vindt een grote gebiedsontwikkeling plaats die het gevolg is van de sterke ruimteclaim in de hele 46

65 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later woonregio: Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Hetzelfde geldt voor de grote ontwikkeling die plaatsvindt in de regio rond Roosendaal. Deze claim komt uit de woonregio Zuid-Holland en West-Brabant. Figuur 4-2: Verstedelijking tussen 2010 en 2040 volgens de RS in de combinatie kijkrichting, invoer voor TXL grondgebruikscenario 47

66 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence 4.2 Ruimtelijke effecten Bevolkingsontwikkeling In deze paragraaf wordt de ruimtelijke ontwikkeling voor de Combinatievariant gepresenteerd en vergeleken met de ontwikkeling in de trendvariant met hoge ruimtedruk. De Combinatievariant gebruikt op nationaal niveau de instellingen voor de bevolkingsontwikkeling en woningbouwopgave conform de hoge ruimtedruk trendvariant. In vergelijking met de trendvariant zullen verschillen in inwonertal vooral ontstaan binnen de woonregio s (veelal provincies). Op het niveau van woonregio s wordt uitgegaan van een vergelijkbare woningbouwopgave tussen de Combinatievariant en het Hogeruimtedrukscenario. In de bevolkingsontwikkeling kunnen wel verschillen ontstaan doordat de woonlocatiekeuze van huishoudens niet beperkt wordt door de grenzen van woonregio s. Een belangrijk verschil in uitgangspunt ten opzichte van de het hoge ruimtedrukscenario zit in het uitgangspunt van compacte stad (dus bundeling en intensiveren), al wordt de bundeling minder strikt toegepast dan in de kijkrichting Bundeling en Intensivering. Hierdoor zijn op een regionaal niveau de verschuivingen minder gericht op de zones binnen de bundelinggebieden (dan in hoofdstuk 3), maar wel op de stedelijke centra. Tot slot zullen bestaande stedelijke gebieden naar verwachting een toename van de bevolking laten zien door een verdichtingsopgave welke in de Combinatievariant gelijk is aan de Kijkrichting Bundeling en Intensivering. In Figuur 4-3 en Tabel 4-1 is de regionale bevolkingsontwikkeling tussen 2010 en 2040 weergegeven voor de combinatie kijkrichting. Net als in de kijkrichting bundel en intensivering neemt in een aantal perifeer gelegen COROP-gebieden zoals Delftzijl, Oost- Groningen, Achterhoek en de Limburgse COROP-gebieden de bevolking tussen 2010 en 2040 af. Op de COROP Zuid-Limburg na komt dit mede doordat de betreffende COROP-gebieden geen bundelzones hebben waar woningbouw naartoe getrokken wordt, terwijl er in de omgeving wel COROP-gebieden zijn waar omvangrijke nieuwbouw plaatsvindt binnen bundelinggebieden (COROP Overig Groningen en Arnhem- Nijmegen). De hoogste relatieve groei doet zich voor in de COROP-gebieden Flevoland, West-Noord- Brabant, waar zeer omvangrijke nieuwbouwlocaties worden ontwikkeld, en in een aantal van de COROP gebieden met een bundelingzone zoals Twente en Arnhem-Nijmegen. De grootste verandering in het aantal inwoners in 2040 t.o.v. van het hoge ruimtedrukscenario vindt plaats in West-Noord-Brabant (ruim 400 duizend) en Flevoland (ruim 250 duizend). Een groei van 400 duizend inwoners in een regio als West-Noord-Brabant is opmerkelijk. Het blijft de vraag of deze groei, die nu het resultaat is van een opgelegde woningbouwopgave, ook gerealiseerd wordt als rekeing wordt gehouden met de vraag op de woningmarkt. Overloop van gebieden met een hoge restvraag op de woningmarkt naar verder afgelegen regio s is minder waarschijnlijk. De COROP-gebieden Twente en Arnhem-Nijmegen groeien net als in de bundel variant ook snel met iets minder dan 150 duizend extra inwoners in de periode ten opzichte van de trend. 48

67 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 4-3: Bevolkingsontwikkeling in de combinatie kijkrichting, links: relatief (index 2010=100), rechts: absoluut (personen) Figuur 4-4: Bevolking in 2040 in de combinatie kijkrichting ten opzichte van het trend scenario 49

68 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 4-1: Bevolkingsontwikkeling per regio tot 2040 in de combinatie kijkrichting in het hoge ruimtedruk scenario (GE) nr Naam Bevolking Bevolking Bevolking 2040 Index 2040/2010 Verschil Trend Combi Trend Combi Combi- Trend 1 Oost-Groningen Delfzijl eo Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Frieland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop v. Noord-Holland Alkmaar eo IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden Bollenstr Aggl. s-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord- 35 Brabant Zuidoost-Noord- 36 Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Totaal

69 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Om het ruimtelijke effect van de combinatie kijkrichting ook op lager schaalniveau te analyseren is in de ontwikkeling op subzone niveau vergeleken met de trendvariant. Op subzoneniveau is sterke bevolkingsgroei vooral te zien in de subzones ten westen van Almere, en in de omgeving Tilburg waar hele grote ruimtelijke ontwikkelingen gepland zijn. De groei in deze zones beïnvloedt de ontwikkeling van andere zones binnen deze regio. Ten opzichte van de trend vindt in deze zones juist minder groei plaats. Daarnaast is te zien dat ook veel groei plaatsvindt in de zones binnen bundelinggebieden, en dat de afname van inwoners ten opzichte van de trend vooral in de zones buiten bundelinggebieden is. Figuur 4-5: Index bevolking 2040 in de combinatie kijkrichting 51

70 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Arbeidsplaatsen Vanaf 2010 gaan verschillen optreden tussen de Combinatie variant en het Trendscenario volgens Global Economy. In Tabel 4-2 staat de ontwikkeling van de indexwaarde per COROP-gebied voor de Combinatie variant en het Trendscenario. Tevens zijn zowel in relatieve zin (de indexwaarde) als in absolute zin de verschillen tussen de Combinatie variant en het Trendscenario weergegeven. Daarnaast staat het verschil tussen het Trendscenario en de Combinatie variant in Figuur 4-6, vanaf het moment dat er verschillen op gaan treden (2010), met een onderscheid naar twee deelperioden en zowel voor de absolute als de relatieve verschillen. Er is vijftien maal sprake van een afname van het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van het Trendscenario met meer dan 5% (waarvan elf maal zelfs met meer dan 10%). Anderzijds zijn er elf regio s waar het aantal arbeidsplaatsen met meer dan 5% toeneemt ten opzichte van het Trendsceanrio (waarvan acht maal zelfs meer dan 10%).De grootste winnaars zijn Zuidoost-Friesland, Noord-Drenthe, Twente, Arnhem/Nijmegen, IJmond, Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, West-Brabant en Flevoland. Vooral in de twee laatstgenoemde COROP-gebieden, die beide flankeren aan dichtbevolkte delen van de Randstad, neemt het aantal arbeidsplaatsen zeer sterk toe (ten opzichte van het Trendscenario). De grootste verliezers zijn vooral te vinden in het oosten (Noord- Overijssel, Zuidwest-Overijssel, Veluwe, Achterhoek en Zuidwest-Gelderland. Daarnaast neemt het aantal arbeidsplaatsen relatief sterk af in Zuidwest-Drenthe, Utrecht, Oostelijk Zuid-Holland, Zuidoost Zuid-Holland, Noord-Limburg en Midden-Limburg. Er is dus sprake van aanzienlijke verschillen in groei tussen de variant Combi en het Trendscenario. Dat gaat ook gepaard met aanzienlijke verschuivingen tussen delen van Nederland. In het landsdeel Noord neemt het aantal arbeidsplaatsen af met 3.7 duizend ten opzichte van het Trendscenario, in Oost neemt het af met 47.4 duizend. De grootste verschillen treden op voor de landsdelen West en Zuid. In West neemt het aantal arbeidsplaatsen af met duizend (in de Randstad exclusief Kop van Noord-Holland, Agglomeratie Alkmaar en Flevoland zelfs met duizend), terwijl het in Zuid met maar liefst duizend toeneemt. Daarvoor is overigens slechts één regio verantwoordelijk, namelijk West- Brabant. Geconcludeerd kan worden dat in de variant Combi de Randstad, met uitzondering van de kustregio s de grote verliezer is. In de periode blijft de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de variant Combi maar liefst 257 duizend achter bij het Trendscenario in het gebied gevormd door de COROP-gebieden Groot- Amsterdam, Gooi en Vechtstreek, Utrecht, Oost Zuid-Holland, Zuidoost Zuid-Holland en Groot-Rijnmond. Vooral voor de Noordvleugel van de Randstad is dat een opmerkelijke trendbreuk ten opzichte van de waargenomen economische dynamiek sinds de jaren tachtig. Het verlies van het midden en oostelijk deel van de Randstad komt voor een groot deel ten goede aan Flevoland en West-Brabant (samen een winst van 249 duizend). De kuststrook van de Randstad kent in totaal een winst van 68 duizend banen. Per saldo resulteert in de variant Combi in de met Flevoland en West-Brabant uitgebreide (uitgedijde) Randstad dus zelfs nog een winst met 60 duizend arbeidsplaatsen die per saldo vooral ten koste van het landsdeel Oost plaatsvindt. Binnen dat landsdeel treden echter ook aanzienlijke verschuivingen op, met grote winst voor Twente en Arnhem/Nijmegen ten koste van de Veluwe en Noord-Overijssel. 52

71 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 4-2: Regionale werkgelegenheidsontwikkeling in de combinatie kijkrichting t.o.v. GE-trend Nr Naam Index 2040/2010 Verschil 2040 getrend Combi Combi/geTrend Combi - getrend 1 Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Leiden en Agglomeratie Bollenstreek 's-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland

72 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence % per jaar % per jaar 0.47 of meer 0.26 tot tot tot tot tot tot minder dan of meer 0.28 tot tot tot tot tot tot minder dan a. Relatief verschil b Relatief verschil Arbeidsplaatsen per jaar Arbeidsplaatsen per jaar 986 of meer 380 tot tot tot tot tot tot -397 minder dan of meer 489 tot tot tot tot tot tot -307 minder dan c. Absoluut verschil d Absoluut verschil Figuur 4-6: Werkgelegenheidsontwikkeling in de combinatie kijkrichting 54

73 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later 4.3 Transporteffecten In Tabel 4-3 en Tabel 4-4 zijn de ontwikkeling van respectievelijk het aantal tours en het aantal reizigerskilometers per vervoerwijze voor het Combinatiescenario en het hoge ruimtedrukscenario weergegeven. Het Combinatiescenario heeft een licht groter aantal tours voor trein en langzaam verkeer dan het hoge ruimtedrukscenario, wat ten koste gaat van met name het aantal BTM-tours. De richtingen van de verschuivingen in het combinatiescenario t.o.v. van het hoge ruimtedrukscenario zijn vergelijkbaar met de verschuivingen ten gevolge van de kijkrichting Bundeling en Intensivering. Er zitten wel duidelijke verschillen in de omvang van de effecten, zo is bij de kijkrichting Bundeling en Intensivering de verschuiving naar de trein sterker en bij het combinatiescenario de toename van het aantal langzame tours iets sterker. Tabel 4-3: Indexcijfers aantal tours per vervoerwijze (totaal NL) in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk en het hoge ruimtedrukscenario Tours Auto bestuurder HD Combi Auto passagier HD Combi Trein HD Combi BTM HD Combi Langzaam HD Combi De indexwaarden voor de ontwikkeling in reizigerskilometers laten zien dat op de trein na voor alle vervoerwijzen het aantal reizigerskilometers met het Combinatiescenario met hoge ruimtedruk lager is dan met het hoge ruimtedrukscenario. Het patroon van de veranderingen in het combinatiescenario is wederom in lijn met de kijkrichting Bundeling en Intensivering. Dit is conform de verwachting daar het combinatiescenario belangrijke elementen overneemt uit deze kijkrichting zoals de verdichtingsopgave en uitleg rondom bestaand stedelijk gebied. 55

74 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Tabel 4-4: Indexcijfers aantal reizigerskilometers per vervoerwijze (totaal NL) in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk en het Hoge-ruimtedrukscenario Reizigerskilometers Auto bestuurder HD Combi Auto passagier HD Combi Trein HD Combi BTM HD Combi Langzaam HD Combi Tabel 4-5 presenteert de indexwaarden voor het aantal voertuigkilometers, voertuigverliesuren, totaal aantal uren en snelheid op het hoofdwegennet van de auto. Het kleinere aantal reizigerskilometers voor autobestuurders resulteert in ca. 6½ procent minder voertuigverliesuren in Tabel 4-5: Indexcijfers aantal voertuigkilometers, voertuigverliesuren, totaal aantal uren en snelheid voor de auto op het hoofdwegennet in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk en het Hoge-ruimtedrukscenario KM total HD Combi VVU's total HD Combi Uren total HD Combi Snelheid HD Combi Bereikbaarheid Tabel 4-6 geeft de nationale bereikbaarheidsscores weer voor het hoge ruimtedrukscenario en het Combinatiescenario met hoge ruimtedruk in het jaar Het Combinatiescenario met hoge ruimtedruk heeft op lange termijn (in 2040) een positief effect op de bereikbaarheid in de spits en de bereikbaarheid per OV, in vergelijking tot het Trendscenario met hoge ruimtedruk. In 2020 is de bereikbaarheid van de beroepsbevolking voor bedrijven echter lager in het Combinatiescenario met hoge ruimtedruk. 56

75 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Tabel 4-6: Nationale bereikbaarheidsindicatoren in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk, geïndexeerd naar het hoge ruimtedrukscenario (HD) Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) Auto ochtendspits (1) Combinatie (index HD) Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) Auto restdag (1) Combinatie (index HD) Bereikbaarheid arbeidsplaatsen voor bevolking HD (abs) OV (1) Combinatie (index HD) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) Auto ochtendspits (2) Combinatie (index HD) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) Auto restdag (2) Combinatie (index HD) Bereikbaarheid beroepsbevolking voor bedrijven HD (abs) OV (2) Combinatie (index HD) (1) : Bereikbaarheid arbeidsplaatsen is per zone gewogen naar bevolking (2) : Bereikbaarheid beroepsbevolking is per zone gewogen naar arbeidsplaatsen 57

76 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Bereikbaarheid voor huishoudens Onderstaande figuren tonen de bereikbaarheid per LMS-subzone in 2040 voor huishoudens in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk. Bereikbaarheid is hier gespecificeerd als een gewogen bereikbaarheid van arbeidsplaatsen vanuit de respectievelijke zone. De figuren kunnen vergeleken worden met de bereikbaarheidskaarten in sectie 3.4. Figuur 4-7: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk 58

77 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 4-8: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per auto buiten de spits in 2040 in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk 59

78 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 4-9: Bereikbaarheid naar arbeidsplaatsen per openbaar vervoer in 2040 in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk 60

79 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Bereikbaarheid voor bedrijven De figuren in deze paragraaf tonen de bereikbaarheidskaarten voor het jaar 2040 voor bedrijven in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk. De bereikbaarheid van bedrijven is gespecificeerd als een gewogen bereikbaarheid van de beroepsbevolking vanuit de respectievelijke zone. 61

80 TIGRIS XL Nederland Later Significance, Bureau Louter, Stratelligence Figuur 4-10: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto tijdens de ochtendspits in 2040 in de combinatie kijkrichting met hoge ruimtedruk Figuur 4-11: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per auto buiten de spits in 2040 in de Combinatievariant met hoge ruimtedruk 62

81 Significance, Bureau Louter, Stratelligence TIGRIS XL Nederland Later Figuur 4-12: Bereikbaarheid naar potentiële beroepsbevolking per openbaar vervoer in 2040 in de Combinatievariant met hoge ruimtedruk 63

Overzicht presentatie. bereikbaarheid: Aanleiding: Duurzaamheidsverkenningen-2. Indicatorenset voor duurzaam ruimtegebruik

Overzicht presentatie. bereikbaarheid: Aanleiding: Duurzaamheidsverkenningen-2. Indicatorenset voor duurzaam ruimtegebruik Overzicht presentatie 1. Duurzaamheidsverkenning Nederland Later Rekenen aan duurzame 2. Rekenenmethodiek duurzame bereikbaarheid bereikbaarheid: 3. Case Toepassen van TIGRIS XL in Nederland Later 4. Resultaten

Nadere informatie

Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland later

Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland later Toepassen van TIGRIS XL binnen de studie Nederland later SIGNIFICANCE: BARRY ZONDAG MICHIEL DE BOK BUREAU LOUTER: PETER LOUTER PIM VAN EIKEREN STRATELLIGENCE: MARITS PIETERS mei 2007 In opdracht van MNP

Nadere informatie

Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016

Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016 Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016 Barry Zondag Inhoud 2 Inhoud 3 Ruimtelijk inrichten i van inrichten onderdeel programma meer bereiken ruimtelijke inrichten als oplossingsrichting Ter

Nadere informatie

De baten van bundelen en beprijzen. Mobiliteit en bereikbaarheid in de 2 e Duurzaamheidsverkenning Nederland Later

De baten van bundelen en beprijzen. Mobiliteit en bereikbaarheid in de 2 e Duurzaamheidsverkenning Nederland Later De baten van bundelen en beprijzen. Mobiliteit en bereikbaarheid in de 2 e Duurzaamheidsverkenning Nederland Later Karst Geurs Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven karst.geurs@mnp.nl Barry Zondag Significance,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft

Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft De meeste plannen voor nieuwe of bredere snelwegen waarvan de uitvoering de komende jaren gepland staat, zijn onderbouwd met

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

De gebruikte modellen en het rekenschema. Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving

De gebruikte modellen en het rekenschema. Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving Bijlage H 4 Bijlage 1 De gebruikte modellen en het rekenschema Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving De ontwikkelingen, knelpunten en dilemma s die samenhangen met onze fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Karst Geurs, Barry Zondag en Michiel de Bok De bereikbaarheidswinst verstedelijkingsbeleid

Karst Geurs, Barry Zondag en Michiel de Bok De bereikbaarheidswinst verstedelijkingsbeleid P. 254 Karst Geurs, Barry Zondag en Michiel de Bok De bereikbaarheidswinst van verstedelijkingsbeleid Traditioneel worden mobiliteitseffecten van ruimtelijke ontwikkelingen gemeten in termen van personenmobiliteit

Nadere informatie

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040: Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040: Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten De komende dertig jaar treedt in delen van Nederland, vooral in

Nadere informatie

WLO 2015: Nederland in 2050 waar wonen en werken we? Jan Ritsema van Eck Joost van Gemeren Peter Zwaneveld Olav-Jan van Gerwen

WLO 2015: Nederland in 2050 waar wonen en werken we? Jan Ritsema van Eck Joost van Gemeren Peter Zwaneveld Olav-Jan van Gerwen WLO 2015: Nederland in 2050 waar wonen en werken we? Jan Ritsema van Eck Joost van Gemeren Peter Zwaneveld Olav-Jan van Gerwen (PBL) (CPB) (CPB) (PBL) Symposium Feiten, Feiten, Feiten 2016 Provincie Overijssel

Nadere informatie

R Land e bouw sultaten per thema

R Land e bouw sultaten per thema Resultaten Landbouwper thema H 5.1 Resultaten per thema Resultaten per thema De ontwikkelingen, knelpunten en dilemma s die samenhangen met onze fysieke leefomgeving worden in deze studie uitgewerkt aan

Nadere informatie

Bevolkingsprognose 2016

Bevolkingsprognose 2016 Bevolkingsprognose 2016 een notitie van IB Onderzoek november 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet www.utrecht.nl/onderzoek

Nadere informatie

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan? NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES 2020 Deel 3: Waar komt de groei vandaan? Uitgebracht aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg Uitgevoerd door: NEA Transportonderzoek

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht Netwerkanalyse Ring Wat levert het op?, 14 maart 2007 PLATOS-colloquium Inhoud presentatie 1. Achtergronden Netwerkanalyse 4. Resultaten en gevoeligheidsanalyses 5. Tot slot Niels Hoefsloot 1. Achtergronden

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

ONDERZOEKSMEMORANDUM

ONDERZOEKSMEMORANDUM ONDERZOEKSMEMORANDUM Een tentatieve berekening van de uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen in de WGR-regio Noord- Veluwe volgens de Overijsselse uitgangspunten Algemeen In 2015 heeft de provincie

Nadere informatie

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Vanuit de VNG komen diverse krimp en vergrijzingcijfers. In de woonvisie Wonen in een

Nadere informatie

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, 2004-2009 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid H 4 Regionale spreiding van bevolking en werkgelegenheid Als we de wisselwerking tussen de mens en zijn leefomgeving willen analyseren, dan

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-244 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Bevolkingsprognoses Deventer 2013

Bevolkingsprognoses Deventer 2013 Bevolkingsprognoses Deventer 2013 december 2013 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 3298 Mail : gj.stam@deventer.nl 1 1 Samenvatting en conclusies... 3 2 Inleiding...

Nadere informatie

Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012

Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012 Bevolkings Prognose 2013 De Bevolkings Prognose 2013 (BP2013) is bedoeld als provinciale sectorprognose, een prognose die zo goed mogelijk de toekomstige bevolkingsontwikkeling voorspelt en daarmee door

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal De grijze golf Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot 23 In deze factsheet rapporteren we over de uitkomsten van de bevolkings- en huishoudensprognose en de gevolgen ervan voor de Drechtsteden. De

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Bevolkingsprognose 2017

Bevolkingsprognose 2017 Bevolkingsprognose 2017 een notitie van IB Onderzoek november 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet www.utrecht.nl/onderzoek

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen. Wim Groot Henk van Mourik

Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen. Wim Groot Henk van Mourik Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen Wim Groot Henk van Mourik november 2007 Welvaartseconomische toets investeringspakketten hoofdwegen...............................................................................

Nadere informatie

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 1996-2015 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum Primos-model Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum 2 Het Primos-model Werking Primos-model Het Primos-model voorspelt de bevolkingsontwikkeling als gevolg van geboorte, sterfte, buitenlandse en binnenlandse

Nadere informatie

Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 1996-2016 Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Methodologie voor verkeerskundige effecten van een kilometerprijs voor alleen het hoofdwegennet in 2011 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001

Nadere informatie

Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose

Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose Statistische Trends Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose In samenwerking met Coen van Duin (CBS) Andries de Jong (PBL) December 2017 CBS Statistische Trends, 1 Inhoud 1.

Nadere informatie

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Nut & noodzaak MIRT-projecten Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Overzicht Korte introductie CE Delft Achtergrond Aanleiding en doel van het onderzoek

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-243 Datum Juli 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-026 18 april 9.30 uur Werkloosheid gestegen naar ruim 8 procent Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen De voor seizoeninvloeden

Nadere informatie

Procentuele ontwikkeling bevolking

Procentuele ontwikkeling bevolking Jongeren op de arbeidsmarkt: feiten en cijfers In deze publicatie leest u over relevante demografische ontwikkelingen met betrekking tot jongeren op de arbeidsmarkt. Hoe zal de (beroeps)bevolking zich

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Masterclass Krimp Presentatie Angelique vanwingerden 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsontwikkeling in Noord-Drenthe 2000-2010 Bevolkingsontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting... Treingebruik gaat stijgen Het treingebruik groeit in de periode 2000-2020 met gemiddeld 0,9 tot 1,5% per jaar. Deze verwachte groei is hoger dan de groei die tussen 1991 en 2006 daadwerkelijk

Nadere informatie

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Dit rapport is geschreven door: Jasper Faber Eric Tol Wilhelmina van Wijlen Delft,

Nadere informatie

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, Indicator 6 mei 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Per 1 januari 2019 telde Nederlandse

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026

Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026 Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026 Uitgevoerd door: Jan van Poorten Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement Gemeente Purmerend mei 2011 Informatie: Gemeente Purmerend Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement

Nadere informatie

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat CPB Notitie Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat Datum : 29 september 6 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGP) WLO mobiliteitscenario s met prijsbeleid

Nadere informatie

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden, Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden, 1996-2016 Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Fast Strategic Model 14 maart 2012. Rik van Grol

Fast Strategic Model 14 maart 2012. Rik van Grol Fast Strategic Model 14 maart 2012 Rik van Grol Fast Strategic Model Wat is dat? Een Fast Strategic Model is een model waarmee je snel een beleidsoptie voor een scenario kunt doorrekenen Beleidsopties

Nadere informatie

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra,

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, 2000-2008 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

CPB Notitie 8 mei 2012. Actualiteit WLO scenario s

CPB Notitie 8 mei 2012. Actualiteit WLO scenario s CPB Notitie 8 mei 2012 Actualiteit WLO scenario s. CPB Notitie Aan: De Deltacommissaris Drs. W.J. Kuijken Postbus 90653 2509 LR Den Haag Datum: 8 mei 2012 Betreft: Actualiteit WLO scenario's Centraal

Nadere informatie

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden, Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden, 1996-2015 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Den Haag 2016

Bevolkingsprognose Den Haag 2016 juni 2016 PSO is het strategisch advies- en onderzoeksbureau van DSO; PSO onderzoekt, verzamelt en ontsluit informatie en adviseert over strategie, innovatie en de programmering van DSO-projecten. Bevolkingsprognose

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 43757 2 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2015, 2015-0000289457,

Nadere informatie

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Je bent jong en je wilt wat... minder auto? - Je bent jong en je wilt wat... minder auto? Kim Ruijs Significance ruijs@significance.nl Marco Kouwenhoven Significance kouwenhoven@significance.nl Eric Kroes Significance kroes@significance.nl Bijdrage

Nadere informatie

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 211: een samenvatting Onderzoek en Statistiek Gooitske Marsman Februari 212 In deze notitie staat een samenvatting van De bevolkingsprognose-

Nadere informatie

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren Persbericht PB14-033 15 mei 9:30 uur Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren - Werkloosheid in april licht gestegen - Arbeidsdeelname afgenomen bij jongeren - Aantal WW-uitkeringen in

Nadere informatie

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, Indicator 4 juli 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Per 1 januari 2017 bedraagt de Nederlandse

Nadere informatie

De U10-regio - enkele kenmerken

De U10-regio - enkele kenmerken De U10-regio - enkele kenmerken 1. De U10-regio binnen Nederland 2. De U10-regio binnen de provincie 3. Samenhang binnen de U10-regio De U10-regio: de gemeenten,,,,,,,, en 1 De U10-regio binnen Nederland

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Colland Bestuursbureau, 2 februari 2016 1602-0794 Pagina 2 28 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra,

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, 2000-2006 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad, Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad, 2000-2006 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Zet de trek naar de (Rand-)stad door?

Zet de trek naar de (Rand-)stad door? Jg. 50 / Nr. 3 / 2017 Zet de trek naar de (Rand-)stad door? P. 202 Olav-Jan van Gerwen, Jan Ritsema van Eck, Peter Zwaneveld en Joost van Gemeren Zet de trek naar de (Rand-)stad door? Foto: Peter Jorritsma

Nadere informatie

Wat als varianten in de VTV-2018

Wat als varianten in de VTV-2018 Wat als varianten in de VTV-2018 Colofon Dit is een achtergronddocument bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. RIVM 2018 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding:

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1

Nadere informatie

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan Francke en Hans Wüst Mei 2015 Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses van mobiliteit die doorwerken

Nadere informatie

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017 januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid www cbs nl Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-021 21 maart 9.30 uur Opnieuw forse stijging werkloosheid 21 duizend werklozen meer in februari Werkloosheid verder opgelopen naar 7,7 procent

Nadere informatie

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt! Vergrijzing, verkleuring en individualisering Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusies Invloed Impact Bronnen Vergrijzing, verkleuring en individualisering De wereldbevolking neemt toe, waarbij

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-048 18 juli 9.30 uur Werkloosheid opnieuw toegenomen Werkloosheid in juni gestegen tot 8,5 procent In een half jaar tijd ruim 100 duizend werklozen erbij

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid daalt

Persbericht. Werkloosheid daalt Persbericht PB14-041 19 juni 09.30 uur Werkloosheid daalt - Werkloosheid is in mei gedaald - Beroepsbevolking krimpt minder snel - Aantal WW-uitkeringen in mei opnieuw afgenomen - Toename WW-uitkeringen

Nadere informatie

Leerlingaantal VO Amsterdam

Leerlingaantal VO Amsterdam BEA economische argumentatie Leerlingaantal VO Amsterdam 2012-2026 Verschillen verklaard & prognoses getoetst De ramingen van de ontwikkeling van de leerlingaantallen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam

Nadere informatie

Bodemgebruik in Nederland,

Bodemgebruik in Nederland, Indicator 1 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Sinds 1979 zijn de oppervlakten

Nadere informatie

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Module: Ontbrekende schakel in netwerk Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie