Beheerplan onderhoudsbaggeren Team onderhoud watergangen en waterkeringen

Transcriptie

1 25 januari 2012 Beheerplan onderhoudsbaggeren Team onderhoud watergangen en waterkeringen

2 Inhoudsopgave 0 Inleiding 3 1 Positionering beheerplan onderhoudsbaggeren 3 2 Kaders 3 3 Missie en visie baggeren Missie Visie 4 4 Strategie en doelstellingen baggeren Strategie Doelstellingen baggeren 6 5 Kosten baggeren Uitgaven baggeren Personeel Voorziening onderhoudsbaggeren 2010 en Financiering baggeren Ervaringscijfers en kengetallen Uitgangspunten meerjarenprognose Meerjarenprognose en voorziening Ontwikkelingen 2011 en toekomst Terugblik Acties Planning acties 13 8 Evaluatie en actualisatie beheerplan onderhoudsbaggeren 13 2

3 Beheerplan onderhoudsbaggeren 0 Inleiding Baggeren is een belangrijke onderhoudstaak om een goede aan- en afvoer in het watersysteem te garanderen. In dit beheerplan is alle informatie van het baggerproces in samenhang vastgelegd. In de hoofdstukken 2 tot en met 4 worden de (beleids)kaders, missie, visie, doelstellingen en in samenhang alle inhoudelijke stappen van het baggerproces van Delfland beschreven. Hoofdstukken 5 en 6 gaan respectievelijk in op de kosten van baggeren tot nu toe en op de meerjarenbegroting Hoofdstuk 7 gaat in op de ontwikkelingen, onderzoeken en acties die de komend jaren (mogelijk) aan de orde zijn en die eventueel kunnen leiden tot bijstellen van het plan. Het beheerplan wordt jaarlijks geactualiseerd. Uitgaande van dit beheerplan wordt voor elk baggerseizoen de voorbereiding en uivoering nader uitgewerkt in een inventarisatieplan, een bemonsteringsplan en bestekken. 1 Positionering beheerplan Baggeren vindt vanuit kwantiteitsoogpunt plaats om de watergang op voldoende diepte te houden. Dit noemen we het onderhoudsbaggeren. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de kwaliteitsaspecten. Onderhoudsbaggeren kan indien verontreinigde specie wordt verwijderd een positief effect hebben op de waterkwaliteit. Daarnaast bestaat het zogenaamde kwaliteitsbaggeren, waarbij voorkomen van achteruitgang van de gebieds- of waterkwaliteit de primaire aanleiding is om te baggeren. Conform de Waterwet is Delfland inmiddels ter zake bevoegd gezag. Vanuit dit oogpunt is voor het kwaliteitsbaggeren beleid en criteria (bepalen gebiedskwaliteit en toetsingskader) in de maak. Eventuele consequenties hiervan voor het baggerprogramma worden later in een apart kwaliteitsbaggerplan aan de VV voorgelegd. Dit beheerplan gaat derhalve alleen over het onderhoudsbaggeren en vormt de schakel tussen het beleid en de daadwerkelijke jaarlijkse voorbereiding en uitvoering van het baggeren van de watergangen in het beheergebied van Delfland. 2 Kaders Wet- en regelgeving Er zijn veel regels voor de voorbereiding en de uitvoering van het baggerwerk. De belangrijkste zijn: Nationaal niveau Op nationaal niveau zijn vooral het Besluit bodemkwaliteit (Bbk), de Waterwet, de Wet Milieubeheer en de Flora- en Faunawet van belang. Voor de uitvoering van vooronderzoeken, bemonstering, analyse en het baggerwerk zelf gelden landelijke richtlijnen zoals de NEN 5717 en NEN 5720 en de SKB BRL 2003, 6003 en 7003 en diverse ARBO-richtlijnen. Provinciaal niveau Op provinciaal niveau is het Beleidsplan Groen, Milieu en Water van belang. Daarin kan binnen de kaders van het Bbk beperkt nadere richting worden gegeven aan het verwerken en hergebruiken van bagger binnen de provincie. 3

4 Gemeentelijk niveau In het kader van het Bbk is met name van belang dat de gemeente verantwoordelijk is voor het opstellen van gebiedspecifiek beleid voor het nuttig toepassen van kwalitatief niet direct verspreidbare baggerspecie. De gemeente kan hierbij de gewenste kwaliteit van de ondergrond bepalen en daarmee de lokale waarden voor het toepassen van specie. Delfland In de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw ontstond er een knelpunt in de afvoer en verwerking van baggerspecie. Dat kwam met name door de steeds strengere milieueisen en de geconstateerde verontreinigingen. Omdat het langer duurde voordat er een structurele oplossing was is achterstand ontstaan in het baggerwerk. Dat werd nog eens versterkt doordat er maatschappelijke weerstand ontstond om schone specie in de directe woon- en leefomgeving te ontvangen. In 1997 heeft de VV de Nota Baggeren vastgesteld om de achterstand in te lopen en de structurele aanpak van baggeren binnen nieuwe regels vorm te geven. In 1997 is gestart met het baggervakkensysteem dat thans nog gehanteerd wordt. Hierbij wordt elk baggervak eens in de 8 jaar opgepakt en indien nodig gebaggerd. In baggerseizoen is de eerste 8-jaar cyclus beëindigd. De achterstand die was ontstaan is in 2005 geheel ingelopen. Thans wordt gewerkt aan de tweede 8-jaar cyclus. Het Waterbeheerplan van Delfland en de Kadernota 2011 beschrijven de hoofdlijnen van het baggerbeleid. Het beleid is meer gedetailleerd uitgewerkt in de Baggernota II, vastgesteld in de VV van 16 september Op basis van een terugblik op de baggerperiode , is hierin het beleid geformuleerd voor de periode Algemene hoofdlijnen voor baggeren uit al de beleidskaders zijn: Baggeren vindt plaats om een goede af- en aanvoer van het watersysteem te waarborgen en/of de waterkwaliteit te verbeteren; Vanuit oogpunt van duurzaamheid bagger zoveel mogelijk op de kant verwerken en hergebruiken zonder dat de kwaliteit van de bodem daarbij verslechtert; Duurzame verspreiding op het land heeft de voorkeur; Wanneer verspreiding niet mogelijk is, wordt bezien of de bagger, eventueel na verwerking, kan worden toegepast; Als verwerking niet haalbaar is wordt bagger gestort onder IBC-condities (isoleren, beheren en controleren). Vervuilde bagger gaat in een daartoe gecertificeerd extern depot. 3 Missie en visie baggeren 3.1 Missie Het binnen de vigerende wet- en regelgeving op leggerdiepte houden van de watergangen in het beheergebied van Delfland, zodat de af- en aanvoer van water zo optimaal mogelijk kan plaatsvinden. 3.2 Visie: Delfland draagt zorg voor de meest efficiënte en goedkoopste voorbereiding en uitvoering van het baggerwerk in de primaire watergangen. Delfland doet ook het voorbereidende onderzoek voor het benodigde baggerwerk in de secundaire watergangen, schrijft de baggerplichtigen tijdig aan en stelt voor de ontvangst van vervuilde bagger van particulieren het depot De Groote Lucht beschikbaar. Middels de schouw wordt toegezien op tijdig en voldoende diep baggeren van de secundaire watergangen. 4

5 Bij de voorbereiding en uitvoering van al het baggerwerk wordt conform de Flora en Faunawet rekening gehouden met de ecologische waarden in het watersysteem. 4 Strategie en doestellingen baggeren 4.1 Strategie Beheerareaal en baggerfrequentie De watergangen waarvoor baggerwerkzaamheden noodzakelijk zijn, betreffen: a. ca km aan primaire watergangen (inclusief duikers) b. ca km aan secundaire watergangen Alle watergangen met bijbehorende leggerdiepten zijn opgenomen in de legger watergangen van Delfland van Met baggeren worden de watergangen op leggerdiepte gehouden. Voor het baggeren is het beheergebied van Delfland verdeeld in 265 baggervakken (zie bijlage 1). Om een goede doorstroming te waarborgen wordt elke watergang in een baggervak eens per 8 jaar beoordeeld en indien nodig gebaggerd. Op basis van landelijk onderzoek en ervaringen tot nu toe is gebleken dat met de frequentie van 8 jaar de aanwas van baggerspecie in de watergangen op een goede wijze kan worden beheerst. Elk baggerseizoen wordt een gelijk aantal van de baggervakken aangepakt verdeeld over de 4 regio s van Delfland. Indien uit de praktijk blijkt dat een watergang door omstandigheden eerder gebaggerd moet worden, wordt deze eerder opgepakt. Dit komt incidenteel voor. Voorbereiding De voorbereiding van baggeren is een complex proces en duurt langer dan een jaar. Baggerseizoenen lopen niet gelijk op met de kalenderjaren. Gedurende een kalenderjaar wordt gewerkt aan meerdere baggerseizoenen. Een baggerseizoen wordt aangeduid als b.v , hetgeen inhoudt dat de uitvoering plaatsvindt van september 2011 tot februari De voorbereiding van dit seizoen is reeds zomer 2010 gestart. In eerste instantie wordt door voorpeilen bepaald of een watergang moet worden gebaggerd. Een watergang mag na 8 jaar maximaal met 20% van de leggerdiepte zijn verontdiept. In het betreffende jaar wordt bekeken of de baggeraanwas de komende 8 jaar de genoemde 20% zal overschrijden. Zo ja, dan wordt de watergang gebaggerd. Als een watergang niet wordt gebaggerd, wordt hij in principe pas na 8 jaar opnieuw gepeild. In een beperkt aantal gevallen moet een watergang tussentijds worden gebaggerd. Dit wordt in de gaten gehouden door dagelijks toezicht, via meldingen uit de praktijk van het peilbeheer of meldingen van derden. Als baggeren nodig is, wordt middels bemonstering en analyse bepaald welke kwaliteit baggerspecie aanwezig is. Door inpeilen wordt per te baggeren watergang de hoeveelheid specie bepaald die moet worden gebaggerd. Met deze informatie wordt vervolgens binnen de regels van het Besluit Bodemkwaliteit de bestemming van de bagger bepaald. Daarbij wordt eerst gekeken welke baggerspecie die kwalitatief op de kant mag, in de praktijk ook daadwerkelijk op de kant kan worden verspreid. Aangelanden (particulieren en overheden) die specie ontvangen uit ene primaire watergang krijgen een ontvangstvergoeding ( 4,54 per m3). Vervolgens wordt gekeken naar andere toepassingsmogelijkheden van de bagger uit primaire watergangen (bv. Weilanddepots) en als dat niet mogelijk is, wordt op basis van transportafstanden en prijsaanbiedingen van depots de economisch gunstigste afvoer van specie naar depots bepaald. Bij dit zogenaamde bestemmen van bagger wordt vanuit duurzaamheid gestreefd naar zoveel mogelijk hergebruik van baggerspecie. 5

6 Tot nu toe wordt door Delfland specie vooral nuttig toegepast door verspreiden op de kant en toepassing als afdekking van een saneringslocatie (o.a. Dura Vermeer Hoek van Holland). Met de ruimte die het Besluit Bodemkwaliteit biedt wordt er vanaf baggerseizoen 2010/2011 meer ingezet op tijdelijke opslag van specie bestemd voor toepassingen in de bouw en/of uiteindelijk verspreiding op aangrenzende percelen. Delfland voert de bemonstering en analyses voor de primaire watergangen uit. Voor de secundaire watergangen waar particulieren onderhoudsplichtig zijn voert Delfland de bemonstering, analyse en toetsing ook uit. Vooraf vraagt Delfland of andere overheden voor de secundaire watergangen, waarvoor zij onderhoudsplichtig zijn, tegen betaling willen meeliften. De meeste overheden liften mee, enkele gemeenten doen de bemonstering en analyse en de verdere voorbereiding van het baggeren zelf. In geval van calamiteiten in het waterbeheer kan het nodig zijn om met spoed watergangen te baggeren. Voor de bestemming van de calamiteitenbagger gelden andere regels. Per calamiteit mag maximaal 50m3 onbemonsterd worden afgevoerd naar het depot De Groote Lucht van Delfland zelf. Dit komt in de praktijk slechts heel incidenteel voor. Uitvoering Met alle gegevens uit de voorbereiding stelt Delfland voor de primaire watergangen de bestekken voor uitvoeren van het baggerwerk op en besteedt deze aan. Delfland voert zelf de directie op de uitvoering van het baggerwerk voor de primaire watergangen en houdt dagelijks toezicht op een juiste uitvoering door aannemers. Conform de gedragscode vindt baggeren plaats tussen 1 september en 1 februari. De voorkeursperiode is tussen 1 september en 1 november. Indien nodig wordt de uitvoeringsperiode met aanvullende maatregelen in kader van de Flora- en Faunawet verlengd tot 1 april. Het baggeren van de secundaire watergangen is een verantwoordelijkheid van de aangelanden (particulieren en overheden). Delfland schrijft betrokkenen aan om de betreffende watergangen tijdig te baggeren. Delfland stelt het depot de Groote Lucht beschikbaar voor de ontvangst van bagger van particulieren die niet op de kant mag worden verspreid. Voor transport naar dit depot ontvangen particulieren een transportvergoeding. Controle op goede en tijdige uitvoering van het baggerwerk in de secundaire watergangen vindt plaats middels de schouw. Met gemeenten worden in meer gevallen om pragmatische redenen afspraken gemaakt om ook secundaire watergangen binnen de gemeentegrenzen te baggeren. Delfland neemt de betreffende watergangen dan in de eigen bestekken mee, de gemeente betaalt achteraf hun deel van de kosten. Per watergang worden hiertoe de benodigde gegevens over hoeveelheden en kosten vastgelegd. 4.2 Doelstellingen baggeren Conform vigerend beleid en de kadernota zijn de doelstellingen van het baggeren: Op leggerdiepte houden van het watersysteem tegen zo laag mogelijke kosten Zoveel mogelijk verspreiden en hergebruiken van baggerspecie Zoveel mogelijk rekening houden met ecologische aspecten van het watersysteem en eventuele andere waarden. 6

7 5 Kosten baggeren Uitgaven baggeren Over de periode 2004 tot en met 2011 bedroegen de gemiddelde kosten (inclusief doorbelaste uren)... miljoen per jaar (zie onderstaande tabel). Jaar Uitgaven in miljoen Euro , , , , , , , Tabel 1 Totale uitgaven baggeren in de jaren 2004 t/m 2009 (bron: jaarrekeningen Delfland 2004 t/m 2010, kosten inclusief doorbelasting uren) Baggeren betreft de BBP nummers 810 (voorbereiding) en 830 (uitvoering, inclusief vergoedingen aan derden). Van het totaal bedragen de voorbereidingskosten jaarlijks tussen de ca. 8 en 13% en de vergoedingen aan derden jaarlijks tussen ca. 2 en 5%. Elk jaar worden andere watergangen gebaggerd. Het benodigde baggerwerk en de bijbehorende financiën kunnen per baggerseizoen en daarmee jaarlijks sterk fluctueren. Hierbij is het ook van belang aan te merken dat er jaarlijks in ieder geval aan 2 verschillende baggerseizoenen tegelijk wordt gewerkt. Factoren die het baggerwerk per seizoen en jaarlijks sterk kunnen beïnvloeden zijn: de baggeraanwas in betreffende watergangen de mate van verontreiniging van de specie de fysieke mogelijkheden voor verspreiding op de kant de eigenarensituatie van aangrenzende percelen de mogelijkheden voor lokale en andere toepassing van specie hoeveelheid baggerwerk die over kalenderjaargrens wordt uitgevoerd i.v.m. omgevingsomstandigheden of b.v. vorst eventuele aanwezigheid van asbest of explosieven de mate van benodigde voorbewerking van specie alvorens te kunnen toepassen de markt t.a.v. uitvoering van baggerwerk en ontvangst en verwerking van specie ontwikkeling van loon- en brandstofprijzen gewijzigde regelgeving. De afwijking van de uitgaven in de jaren 2006 en 2007 houdt mede verband met het baggeren van de Vlieten. Deze werkzaamheden zijn doorgeschoven van 2006 naar De gemiddelde uitgaven over deze 2 jaren zijn ook hoger dan andere jaren. Naast de genoemde mogelijke oorzaken van fluctuatie van kosten, komt dat doordat in de Vlieten deels nog sprake was van achterstallig baggeren. Verwacht wordt dat er de komende ronde aanzienlijk minder bagger uit deze wateren zal komen. 7

8 5.2 Personeel: Totaal is ca. 9 fte jaarlijks bezig met de voorbereiding en uitvoering van het baggeren. Daarnaast draagt het team Operationeel Beheer 1 fte operationele zorg bij aan het dagelijks beheer op het depot De Groote Lucht. Het aantal uren is hoger dan afgelopen jaren omdat de voorbereiding sinds seizoen 2011/2012 in eigen beheer gebeurt. De personele kosten zijn voor de komende jaren geraamd op jaarlijks ca Euro. 5.3 Voorziening onderhoudsbaggeren en onttrekkingen 2010 en 2011 Conform het besluit begroting en verantwoording waterschappen (BBVW) en de beleidsnota s Activa en Reserves en voorzieningen is december 2010 door de VV besloten om het baggerwerk vanaf 2010 niet langer te activeren. Vanwege de grote fluctuatie in kosten is verder besloten de kosten ten laste te brengen van een voorziening onderhoudsbaggeren. De voorziening is een zogenaamde egalisatievoorziening die wordt ingesteld om de meerjarige kosten van baggeren te egaliseren. Jaarlijks wordt op basis van het beheerplan ten laste van de exploitatie een gelijk bedrag in de voorziening gestort en worden de werkelijke kosten rechtstreeks ten laste van de voorziening verantwoord. Besteding van de voorziening is alleen mogelijk voor het aangegeven doel. Voor 2010 is een bedrag van aan de voorziening toegevoegd. Op basis van de gemiddelde uitgaven over 2004 tot en met 2009 is vanaf 2010 jaarlijks een bedrag van 5,2 miljoen ten laste van de exploitatie aan de voorziening toegevoegd. Met het verschil tussen de 6,8 miljoen en de 5,2 miljoen is in 2010 een buffer ontstaan van 1,6 miljoen om tegenvallers op te kunnen vangen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de onttrekkingen en het saldo van de voorziening eind Jaar Beginstand Kosten Eindstand , , , , , ,- Tabel: ontwikkeling voorziening 2010 en Financiering baggeren Ervaringscijfers en kengetallen Zoals aangegeven in het beheerplan van 2010 zijn in 2011 de cijfers van de afgelopen jaren geanalyseerd en op basis daarvan een aantal kengetallen en eenheidsprijzen bepaald. Bij de analyse zijn de realisatiecijfers gebruikt van de tweede baggercyclus die loopt van 2005 t/m De gegevens uit de eerste baggercyclus zijn niet meegenomen, omdat deze niet geheel volledig of onvoldoende betrouwbaar zijn. Uit de jaren 2005 tot en met 2011 is gebleken dat per seizoen: Gemiddeld 76% van de watergangen niet op leggerdiepte is en moet worden gebaggerd (zie tabel 2) Per meter gebaggerde watergang gemiddeld 1,05 m3 bagger wordt verwijderd (zie tabel 3) Gemiddeld 20% van de bagger op de kant wordt afgezet Gemiddeld 80% van de bagger wordt afgevoerd Voor de afgevoerde bagger de volgende gemiddelde verdeling klassen (NW4) geldt: klasse 0 is 1%, klasse 1 is 25%, klasse 2 is 50%, klasse 3 is 16% en klasse 4 is 8% 8

9 Per seizoen voor gemiddeld 2000m3 bagger van particulieren voor transportvergoeding in aanmerking komt seizoen totale lengte primaire watergang gebaggerde lengte % gebaggerd , , , , , , ,3 gemiddeld 76,3 Tabel 2: % gebaggerde watergangen per seizoen seizoen verwijderde m3 verwijderd in lengte m3/m , , , , , , ,94 gemiddeld 1,05 Tabel 3: Aantal m3 verwijderde bagger per m watergang Op basis van de laatste 3 jaar gelden de volgende eenheidsprijzen: Kosten verwijderen baggeren en transport per m3 voor alle klassen NW4 15 Kosten baggeren en op de kant zetten 6,00 per m3 Kosten verwerking NW4-klasse 0 t/m 2 --> 7,50 per m3 Kosten verwerking NW4-klasse 3 --> 17,50 per m3 Kosten verwerking NW4-klasse 4 --> 30,00 per m3 Ontvangstvergoeding 4,54 per m3 Transportkostenvergoeding gemiddeld 10 per m3 Extra kosten onderzoek BRL 6003 en 7003 gemiddeld per seizoen Kosten beheer DGL per jaar Voor bemonstering en analyse wordt vooralsnog ,- per jaar aangehouden. De toekomstige kosten zullen waarschijnlijk lager uitvallen, maar dat is nu nog niet goed aan te geven. De personeelskosten wordt voor de komende jaren gehouden op ,- 9

10 6.2 Uitgangspunten meerjarenprognose Voor de jaren is per baggerseizoen de lengte te onderzoeken watergangen een bekend gegeven. Op basis van de in 6.2 beschreven ervaringscijfers, kentallen en eenheidsprijzen kan vervolgens voor elk seizoen geraamd worden hoeveel m3 bagger en van welke NW4-klasse moet worden verwijderd. Vervolgens kunnen dan de verwachte kosten worden bepaald. De voor de meerjarenraming gehanteerde uitgangspunten zijn: a) basis vormen de ervaringscijfers en kengetallen uit de tweede baggercyclus b) de eenheidsprijzen over de afgelopen 3 jaar worden gebruikt c) er wordt een gemiddeld baggerpercentage van 90% gehanteerd d) de oude NW4-klassenindeling is aangehouden e) de legger watergangen 2011 f) de totale kosten van een baggerseizoen komen gemiddeld overeen met de totale kosten in een kalenderjaar g) geen indexering toegepast Toelichting: ad c: Zoals blijkt uit tabel 2 varieert het percentage te baggeren lengte watergangen sterk per baggerseizoen. De reeks van geanalyseerde jaren is te kort om voor de komende jaren voor de meerjarenraming uit te gaan van het gemiddelde % van 76. Afgelopen 7 baggerseizoenen is dat percentage ook 3 keer overschreden. Met de uitgevoerde analyse kan de meerjarenraming al behoorlijk worden aangescherpt (zie 6.3). Vooralsnog wordt voor de komende jaren uitgegaan van een gemiddeld baggerpercentage van 90%, waarmee de komende jaren wat spelingen in hoeveelheden baggeren en kosten kunnen worden opgevangen. ad d: Er geldt sinds 2008 een nieuwe indeling in verspreidbare en niet verspreidbare bagger. Voorheen gold de NW4-indeling in klassen en de opslag van de gegevens is ook volgens die klassen gevoerd. Met de nieuwe normering is de grens tussen verspreidbare en niet-verspreidbare bagger wel iets verschoven en mag er minder bagger op de kant. Op de totale kosten is het effect daarvan verwaarloosbaar klein geschat. In 2012 zal dit nader worden geanalyseerd. ad f: De voorbereiding en uitvoering van een baggerseizoen duren langer dan een kalenderjaar. In een kalenderjaar wordt in ieder geval gewerkt aan de voorbereiding van één baggerseizoen en de uitvoering van een ander baggerseizoen. Uit ervaring blijkt dat de totale kosten per kalenderjaar ongeveer overeenkomen met de totale kosten van één baggerseizoen. 6.3 Meerjarenprognose en verwachte ontwikkeling voorziening Op basis van de in 6.2 genoemde uitgangspunten zijn voor op basis van de bekende baggervakken per seizoen de kosten geraamd. Deze zijn opgenomen in tabel 4. De analyse over afgelopen jaren en de meerjarenprognose is in detail vastgelegd in de notitie Analyse baggeren en meerjarenraming Met behulp van deze kostenraming zijn vervolgens de consequenties voor de voorziening bekeken. Indien de jaarlijkse storting van 5,2 miljoen zou worden voortgezet, zou het eindsaldo van de voorziening jaarlijks flink stijgen. Met de uitgevoerde analyse en ervaringen kan de voorziening tot en met 2020 worden bijgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat met de voorziening alle verwachte schommelingen tot en met 2020 kunnen worden opgevangen, zonder dat er onnodige opbouw van het saldo plaatsvindt. 10

11 Op basis hiervan kan de jaarlijkse storting in de voorziening vanaf 2012 worden teruggebracht van 5,2 naar 4,5 miljoen Euro. Jaar Verwachte kosten Tabel 4: Kostenraming bij gemiddelde baggerpercentage van 90% Om de schommelingen op te kunnen vangen is 1 januari 2012 een startbuffer nodig van 1,2 miljoen. Daartoe zal via de jaarrekening 2011 het eindsaldo van de voorziening worden teruggebracht naar 1,2 miljoen. Hiertoe is een afroming van het saldo van de voorziening eind 2011 nodig van ,58. De maximale buffer in de voorziening bedraagt dan eind ,- De verwachte ontwikkeling van de voorziening over staat in tabel 5. Jaar Startsaldo Storting Onttrekking Eindsaldo Tabel 5: Verwachte ontwikkeling onttrekking en saldo voorziening onderhoudsbaggeren 7 Ontwikkelingen en acties Ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, nieuwe praktijkervaringen en kostenbeheersing vragen om continue aandacht voor verbeteringen in het baggerproces en eventuele aanpassingen in Delflands beleid. In dit hoofdstuk volgt eerst een beschrijving van de relevante zaken uit 2011 en vervolgens wordt ingegaan op zaken die in 2012 en verder spelen. 11

12 7.1 Terugblik 2011 In 2011 zijn de gegevens van de laatste jaren geanalyseerd en zijn ervaringscijfers en kengetallen afgeleid. Deze zijn gebruikt als basis voor de meerjarenraming Begin 2011 zijn de kosten en baten geanalyseerd van het depot de Groote Lucht. Hieruit is gebleken dat het depot relatief erg duur is. Gekeken moet worden naar mogelijkheden voor betere benutting van de capaciteit en naar alternatieven voor het beheer van het depot (zie 7.2). September 2011 is een verkenning gestart naar de taken en verantwoordelijkheden in het secundaire systeem. Op basis hiervan zal in 2012 worden bekeken welke zaken Delfland op baggergebied nog blijft doen in het secundaire systeem. O.a. betreft dit de vraag hoe Delfland zich opstelt richting particulieren t.a.v. de kosten voor bemonstering en analyse en ook bij het baggeren van sterk verontreinigde watergangen (interventiewaarden-overstijgend). Eind 2011 is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van het aanpassen op korte termijn van de ontvangst- en transportvergoeding. Op korte termijn is dit niet mogelijk gebleken. Eventuele aanpassing vraagt sowieso nader onderzoek en moet en zal bezien worden in het licht van de van de resultaten van het onderzoek naar het secundaire systeem. Eventuele aanpassing van de vergoedingen is een bevoegdheid van de VV en wordt meegenomen bij de evaluatie van het baggerbeleid. Toepassing van specie in de nabije omgeving of het beheersgebied van Delfland wordt nog onvoldoende benut. Het nieuwe besluit Bodemkwaliteit geeft hiervoor meer mogelijkheden met name ook procedureel. Gemeenten hebben vanuit hun verantwoordelijk voor gebiedsspecifiek beleid ook een duidelijke verantwoordelijkheid in deze. Begin 2011 is een workshop gehouden met alle betrokken gemeenten, waarin het belang voor Delfland maar ook voor de gemeenten is benadrukt. Diverse gemeenten stonden nog aan het begin van het opstellen van hun gebiedsspecifiek beleid. In 2012 wordt het vervolg breder opgepakt. 7.2 Acties is het laatste seizoen van de tweede ronde van het huidige baggervakkensysteem (elke 8 jaar oppakken alle watergangen) is een goed moment voor het aanpassen van de huidige baggernota c.q. het huidige baggerbeleid. Tot die tijd bestaat ruimte voor evaluatie van het baggerbeleid en de meer principiële discussie over het secundaire systeem. In 2012 start een evaluatie van het baggerproces, waarbij de beleidsmatige en inhoudelijk uitgangspunten van het baggeren worden geëvalueerd. Verder wordt in 2012 de verkenning naar de rol en taken in het secundaire systeem voortgezet. Eerste resultaten hiervan volgen medio Op basis hiervan zal ook de samenwerking op gebied van onderhoud met gemeenten worden geëvalueerd en waar nodig aangepast of verbeterd. Tevens zal op basis van de resultaten van de verkenning onderzoek worden gedaan naar toekomstig beheer van depot De Groote Lucht en het beter benutten van dit depot. In 2012 zal in het kader van evaluatie van het baggerbeleid ook worden gekeken naar benodigde stortcapaciteiten en beschikbaarheid van commerciële depots. Ook zal het traject naar gemeenten over meer inzetten van weilanddepots worden geïntensiveerd. 12

13 In 2012 wordt ook input geleverd voor de evaluatie van het Besluit Bodemkwaliteit. Input is van belang omdat mogelijk ook de normering verder wordt aangescherpt en er eventueel nog minder bagger verspreidbaar is. Najaar 2012 zal het bestaande baggerbeleid van Delfland in zijn geheel worden geëvalueerd en waar nodig herijkt of aangepast. 7.3 Planning acties De in 7.1 en 7.2 genoemde acties zijn deels al gestart en worden verder de komende jaren opgepakt. De planning is als volgt: Actie Planning Verkenning taken in secundaire systeem en verbeteren Overleg met gemeenten over meer mogelijkheden voor toepassingen specie Onderzoek naar aanpassing vergoedingen derden 2012 Benutten depot De Groote Lucht Evaluatie baggerbeleid Evaluatie en actualisatie beheerplan baggeren Het beheerplan wordt jaarlijks geëvalueerd. Daarbij worden de resultaten van de acties genoemd in 7 bekeken. Tezamen met nieuwe ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en ervaringen uit de baggerpraktijk, is dat al dan niet aanleiding om het beheerplan aan te passen. Jaarlijks volgt tevens een prestatieoverzicht met financiële en inhoudelijke kentallen van het recent afgeronde baggerseizoen en wordt inzicht gegeven over het gebruik van de getroffen financiële voorziening. Literatuur Analyse baggeren en meerjarenraming (OWW 2011). 13