Intentieverklaring Een leven lang leren en werken Noordoost Brabant

Transcriptie

1 OCW, SZW Intentieverklaring Een leven lang leren en werken Noordoost Brabant Partijen: 1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Maria J. A. van der Hoeven, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de minister van OCW ; 2. het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, provincie Noord-Brabant, namens deze, de heer W.C. Luijendijk; 3. Het college van burgemeester en Bernheze, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Bernheze, namens deze, de heer M.A.W.J.M. Wijdeven, wethouder, hierna te noemen de gemeente Bernheze; 4. Het college van burgemeester en Boekel, gemeente Boekel, namens deze, mevrouw H.M.W. van Boxtel-Arts, wethouder, hierna te noemen de gemeente Boekel; 5. Het college van burgemeester en Boxmeer, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Boxmeer, namens deze, de heer E.G.M. Roemer, wethouder, hierna te noemen de gemeente Boxmeer; 6. Het college van burgemeester en Cuijk, gemeente Cuijk, namens deze, de heer J.P. Kroet, wethouder, hierna te noemen de gemeente Cuijk; 7. Het college van burgemeester en Landerd, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Landerd, namens deze, mevrouw A.H.J.M. van Delft, wethouder, hierna te noemen de gemeente Landerd; 8. Het college van burgemeester en Lith, gemeente Lith, namens deze, de heer H. Tuerlings, wethouder, hierna te noemen de gemeente Lith; 9. Het college van burgemeester en Maasdonk, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Maasdonk, namens deze, de heer M.J.M. van de Ven, wethouder, hierna te noemen de gemeente Maasdonk; 10. Het college van burgemeester en Oss, gemeente Oss, namens deze, de heer C.J.M. Ermers, wethouder, hierna te noemen de gemeente Oss; 11. Het college van burgemeester en Schijndel, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Schijndel, namens deze, de heer P. Roozendaal, wethouder, hierna te noemen de gemeente Schijndel; 12. Het college van burgemeester en Uden, gemeente Uden, namens deze, de heer M.C. Bakermans, wethouder, hierna te noemen de gemeente Uden; 13. Het college van burgemeester en Veghel, gemeente Veghel, namens deze, de heer P.H.F.M. van Dieperbeek, wethouder, hierna te noemen de gemeente Veghel; 14. Centrale organisatie Werk en Inkomen District Zuid Oost, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B.M.F. Frank, districtsmanager, hierna te noemen CWI; 15. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, te dezen de heer J. Peters Rit, hierna te noemen UWV; 16. Kamer van Koophandel Oost Brabant, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B. Pollman, algemeen directeur, hierna te noemen Kamer van Koophandel; 17. MKB Brabant, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. Bekkema, regiomanager; 18. Industriële Kring Land van Cuyk en Noord-Limburg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. van Raaij, voorzitter; 19. Contactgroep Veghelse Ondernemers, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. van der Meij, voorzitter, hierna te noemen CVO; 20. DE KRING, Ondernemingsvereniging Uden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. van den Broek, voorzitter, hierna te noemen Kring Uden; 21. Osse Industriële Kring, te dezen de heer L. Campert, voorzitter; 22. Stichting Bedrijvenplatform Regio Veghel Uden Schijndel te dezen de heer J. t Hart,, voorzitter, hierna te noemen Revus; 23. Brabants-Zeeuwse Christelijke Werkgeversvereniging, te dezen de heer J. Vet, voorzitter, hierna te noemen Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging; 24. Koninklijke Metaalunie (Nederlandse organisatie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de metaal), te dezen vertegenwoordigd door de heer G.G. Enning, regiosecretaris, hierna te noemen Koninklijke Metaalunie; 25. Stichting Regionaal Opleidingen Centrum De Leijgraaf, te dezen vertegenwoordigd door de heer M. A.M. Veldhoven, voorzitter college van bestuur, hierna te noemen ROC de Leijgraaf. Overwegende dat economisch én sociaal de regio Noord-Brabant geconfronteerd dreigt te worden met een zeer urgent probleem, te weten: o een structureel tekort aan nieuwe kennis (toptalent); o onvoldoende instroom en behoud bestaande kennis (vakmanschap); o een structureel overschot aan te laag of verkeerd opgeleide medewerkers; er in de regio sprake is van een voorzichtig aantrekkende conjunctuur, waardoor meer vraag naar personeel ontstaat; er kwantitatieve fricties ontstaan als gevolg van vergrijzing en ontgroening. Een extra impuls voor 40+ is op korte termijn van groot belang om deze groep mensen zolang mogelijk inzet baar te houden voor de arbeids- Uit: Staatscourant 28 juli 2006, nr. 145 / pag. 11 1

2 markt en de bedrijven van voldoende gekwalificeerd personeel te voorzien; er kwalitatieve fricties zijn, omdat er onvoldoende werknemers zijn met tenminste MBO niveau. Met andere woorden de huidige en een te verwachten gap tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Deze kloof is een probleem van Europese dimensie, maar speelt bovenmatig sterk in de regio Noord-Brabant; er een aantoonbare discrepantie is tussen het niveau van de werkzoekenden en de gevraagde competenties in de beschikbare vacatures; er veel schoolverlaters zijn zonder startkwalificaties die moeizaam een plek op de arbeidsmarkt kunnen veroveren. Een extra impuls voor deze doelgroep, ook na de leeftijd van 23 jaar is van belang om te voorkomen dat ze in de toekomst uitgesloten blijven van de arbeidsmarkt; de combinatie van leren en werken (duale trajecten) een aantrekkelijke wijze van leren is voor werkenden en werkzoekenden; Erkenning van Verworven Competenties (EVC) een belangrijk instrument is om door werkervaring of op andere wijze verworven kennis, vaardigheden en competenties te testen; de toegankelijkheid van scholing, duale trajecten, EVC-meting en loopbaanadvies bevorderd wordt door het creëren van een leerwerkloket; de provincie Noord Brabant de ambitie heeft om van Brabant een innovatieve topregio te maken en als zodanig een bijdrage te leveren aan het streven om van Europa de meest concurrerende kenniseconomie te maken. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant daarom het Actieprogramma Innovatie Noord- Brabant Innovatieve topregio Brabant: Creating, connecting and enabling winners hebben opgesteld. Het actieplan Kennis = Meedoen de uitwerking is van een onderdeel daarvan, namelijk van het flankerend beleid op het terrein van onderwijsarbeidsmarkt. Deze intentieverklaring hierop naadloos aansluit; de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht, die onder meer als taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen; SER Brabant aanbeveelt de handschoen van de projectdirectie Leren en Werken op te pakken en op korte termijn regionale intentieovereenkomsten te sluiten. Komen het volgende overeen Doelstelling Artikel 1 Partijen gaan vooralsnog in de periode 1 juni 2006 tot 1 oktober 2007 samenwerken om in Noordoost Brabant een versterking van het leven lang leren te bewerkstelligen voor vooral de werkende en werkzoekende beroepsbevolking van 23 jaar en ouder. Partijen doen dit binnen de kaders van de Tijdelijke stimuleringsregeling Leren en Werken (SZW & OCW) en het actieplan Kennis = meedoen (Provincie Noord-Brabant). Partijen spannen zich in om onderstaande doelstellingen te realiseren (Bij deze inspanning zullen de ondertekenende partijen andere onderwijsinstellingen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven voorzover niet betrokken bij deze intentieverklaring, betrekken bij de voorbereiding en bij de realisatie). Duale trajecten het tot stand komen van 500 nieuwe duale competentiegerichte trajecten en deelneming daaraan in de regio Noordoost Brabant per 1 oktober 2007; o 150 van deze duale trajecten op MBO niveau zijn bestemd voor deelnemers ouder dan 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten en daardoor ongediplomeerd op de arbeidsmarkt zijn toegetreden dan wel werkzoekend zijn; o 350 van deze duale trajecten op MBO niveau zullen branche gericht zijn, onder andere Bouw, Metaal en Installatie. Hierbij zal ook speciale aandacht zijn voor duale trajecten voor oudere werknemers (40+). de totstandkoming van deze duale trajecten zal leiden tot een aantoonbare vergroting van de instroom van personen binnen de doelgroep ten opzichte van de periode voorafgaand aan de intentieverklaring; scholing van de doelgroep van deelnemers aan bovengenoemde nieuwe duale trajecten, te weten, werknemers en werkzoekenden ouder dan 23 jaar, tot een erkend opleiding/scholingsniveau dat resulteert in behaalde beroepskwalificatie MBO. Leerwerkloket/EVC het inrichten van één leerwerkloket en de gebruikmaking daarvan door 500 EVC-deelnemers in de regio per 1 oktober Van deze 500 EVC deelnemers zullen binnen het leerwerkloket 200 deelnemers een nieuw te ontwikkelen EVC traject volgen (zie tevens Ontwikkeling nieuwe EVCmethodiek ). Bij de inrichting van het leerwerkloket wordt aangesloten op c.q. voortgebouwd op alle al lopende en voor dit onderdeel relevante projecten (w.o. Way2Go, Brabo s onder regie van de Kamer van Koophandel, het loopbaancentrum van ROC de Leijgraaf), zodat geen overlappen gaan ontstaan met wat er al is, en zodat optimaal gebruik gemaakt wordt van al bestaande netwerken en contacten in de regio. Met een leerwerkloket wordt beoogd om een schakelvoorziening te realiseren tussen het aanbod van opleidingen en EVC-procedures van de kennisinstellingen en de vraag van het bedrijfsleven en individuen. De schakelvoorziening wordt bij voorkeur zo actief mogelijk ingevuld, vooral naar het midden- en kleinbedrijf. Het betreft een fysiek loket dat ook informatie verstrekt over financiering EVC, scholing, duale trajecten en totstandkoming regionale financieringsafspraken. Via het loket vindt actieve acquisitie van deelnemers EVC, duale trajecten onder werkgevers, werknemers, uitkeringsinstanties, werkzoekenden en burgers plaats. Binnen het leerwerkloket worden gedurende de projectperiode 200 nieuw te ontwikkelen en 300 al bestaande ECV-trajecten gerealiseerd. In het leerwerkloket participeren alle bij deze verklaring vermelde partijen uit onderwijs, CWI, gemeenten en bedrijfsleven. Het loket wordt een voor werkgevers en werkzoekenden toegankelijke plek. De daadwerkelijk fysieke locatie zal definitief worden vastgesteld bij de uitwerking in de projectplannen. Ontwikkeling nieuwe EVC-methodiek de ontwikkeling van op basis van het advies van het Kenniscentrum Uit: Staatscourant 28 juli 2006, nr. 145 / pag. 11 2

3 EVC als nieuw te definiëren EVCmethodieken en de gebruikmaking daarvan door 200 deelnemers in de regio Noordoost Brabant per 1 oktober Deze 200 deelnemers vallen onder nieuwe EVC-trajecten binnen de scope van het leerwerkloket. Inspanningen partijen Artikel 2: Samenwerking De partijen, genoemd onder 2 tot en met 25, wensen ook na afloop van de projectperiode Leren en Werken per 1 oktober 07 een structurele en een op resultaat gerichte, samenwerking op het brede terrein van leren en werken te continueren. Daarbij spannen partijen, genoemd onder 2 tot en met 25, zich in om een integrale, regionale vraaggerichte werkgeversbenadering te realiseren. Uiterlijk 90 dagen na ondertekening van deze intentieverklaring wordt door de gezamenlijke partners, genoemd onder 2 tot en met 25, een activiteitenplan voorgelegd, waarin deze duurzame samenwerking wordt beschreven. Hierin staan de partijen genoemd, de verantwoordelijkheden, rollen van ieder, de doelen van de samenwerking en de vorm waarin deze duurzame samenwerking gestalte krijgt. Artikel 3: Provincie Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant verbindt zich het periodiek verschaffen van informatie en advies over de relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt; uit overige netwerken; advies over (regionale) ontwikkelingen. Artikel 4: Gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Landerd, Lith, Maasdonk, Oss, Schijndel, Uden en Veghel De gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Landerd, Lith, Maasdonk, Oss, Schijndel, Uden en Veghel verbinden zich aan de in deze het verwijzen van werkzoekenden naar het leerwerkloket voor deelname aan duale trajecten en/of EVC-trajecten; het financieren van trajecten voor werkzoekenden (altijd binnen de kaders van de gekozen gemeentelijke strategie voor de uitvoering van de WWB); het participeren in het leerwerkloket; het geven, gevraagd en ongevraagd, van advies over relevante ontwikkelingen. Artikel 5: CWI CWI verbindt zich aan de in deze het leveren van op de vraag van werkgevers passende werkzoekenden; het verwijzen van klanten naar het leerwerkloket voor deelname aan EVC en/of duale trajecten; het zorgen voor terugkoppeling naar de werkgevers; het participeren in het leerwerkloket zodat vanuit het loket onder meer ook bemiddeld kan worden naar werk; het periodiek verschaffen van informatie en advies over de relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Artikel 6: UWV UWV verbindt zich aan de in deze het leveren van een actieve bijdrage aan het ontwikkelen en realiseren van de aanpak ketensamenwerking en bundeling van reïntegratie-inzet; het inzetten van reïntegratiemiddelen gefinancierd vanuit UWV voor doelgroepen/cliënten vallend onder de UWV-verantwoordelijkheid; zorg te dragen voor snelle lijnen en doorlooptijden; het beschikbaar stellen van haar communicatiekanalen en facilitaire middelen voor het project; te participeren in de opzet en uitwerking van het leerwerkloket. Artikel 7: Kamer van Koophandel Kamer van Koophandel verbindt zich het ter beschikking stellen van een relevant netwerk van personen en organisaties, het verschaffen van adressen en hulp bij het leggen van relevante contacten; advies over ontwikkelingen in werkgeversland, die van belang zijn voor de samenwerking; het ter beschikking stellen van relevante communicatiemiddelen. Artikel 8: Regionale industriële kringen, Brabant Zeeuwse Werkgevers, Revus Regionale industriële kringen, Brabant Zeeuwse Werkgevers en Revus verbinden zich aan de in deze met ondernemers uit de achterban en uit overige netwerken om deelnemers en leerwerkplekken te werven; advies over ontwikkelingen bij werkgevers die van belang zijn voor de samenwerking. Artikel 9: MKB-Brabant MKB-Brabant verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen met de partners in de regio Noord Oost Noord-Brabant zodat samen met de bij deze partners aangesloten ondernemers verder invulling gegeven kan worden aan de doelstellingen; advies over ontwikkelingen bij werkgevers die van belang zijn voor de samenwerking. Artikel 10: Koninklijke Metaalunie Koninklijke Metaalunie verbindt zich vanuit haar eigen initiatief Opleidingsbedrijf Metaal goede relaties te onderhouden met het leerwerkloket; actief bijdragen aan het werven van deelnemers aan nieuwe EVC-trajecten en duale trajecten in de metaalsector. Uit: Staatscourant 28 juli 2006, nr. 145 / pag. 11 3

4 Artikel 11: ROC de Leijgraaf ROC de Leijgraaf verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen te fungeren als formele trekker en eerste aanspreekpunt van het traject; op te treden als aanvrager namens de partijen en de subsidietoekenning en uitwerking van projectplannen te coördineren; onderhouden en faciliteren van het netwerk van vaste contactpersonen die aangewezen zijn door deelnemende partijen; inzet van twee projectleiders om, samen met de andere ondertekenende partijen, het leerwerkloket vorm te geven en de duale trajecten voor te bereiden; inzet van accountmanagers via het leerwerkloket om, door middel van de één op één benadering, de behoefte aan scholing en EVC bij werkgevers en werkenden te peilen en daarvoor een aanbod te bieden; het beschikbaar stellen van relevante communicatiemiddelen; het beschikbaar stellen van kennis over EVC en duaal leren; op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk te bieden bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC trajecten; bij EVC-trajecten gebruik te maken van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC; aansluitend bij de vraag van bedrijven en individuele werkenden en werkzoekenden nieuwe EVC-methodieken te ontwikkelen; het zorgen voor de noodzakelijk kontakten en afstemming met andere ketenpartners zoals de kenniscentra, reïntegratiebedrijven en andere opleidingsinstellingen. Artikel 12: De Minister van OCW De Minister van OCW verbindt zich de Projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen; de overige partijen te informeren over de mogelijkheid van subsidieverstrekking op basis van de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken ; een blijvende betrokkenheid van de Projectdirectie Leren & Werken gedurende de looptijd van deze intentieverklaring te bevorderen. Artikel 13: Uitvoering 1. De deelnemende partijen, genoemd onder 2 tot en met 25, zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. De partijen, genoemd onder 2 tot en met 25, zullen de voornemens concreet uitwerken in een activiteitenplan met een begroting zoals bedoeld in de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken. In het activiteitenplan worden voor iedere betrokken partij, genoemd onder 2 tot en met 25, de verwachte en noodzakelijke activiteiten opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren. 2. Om dit project kans van slagen te geven, is een goede bestuurlijke inbedding van de projecten in de regio vereist. De ondertekenende partijen, genoemd onder 2 tot en met 25, van deze intentieverklaring zullen een stuurgroep benoemen die als bestuurlijk aanspreekpunt kan fungeren en machtigt één van de partijen als subsidieaanvrager. De stuurgroep richt een projectbureau in en richt, in overleg met dit projectbureau, de benodigde werkgroepen op. De projectplannen zullen door stuurgroep worden beoordeeld. 3. ROC de Leijgraaf heeft een coördinerende rol bij de uitvoering van dit project en treedt namens de ondertekenende partijen op als subsidieaanvrager. ROC de Leijgraaf is uit dien hoofde verantwoordelijk voor de naleving van de aan de eventuele subsidieverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen. Artikel 14: Afdwingbaarheid Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar. Artikel 15: Inwerkingtreding, looptijd en verlenging Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en eindigt op 1 oktober Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd. Artikel 16: Toetreding 1. Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden. 2. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de Projectdirectie Leren & Werken van het Ministerie OCW en het Ministerie SZW. Zodra partijen schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen. 3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht. Artikel 17: Wijziging 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen 2 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht. Artikel 18: Opzegging Elke partij kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden de intentieverklaring schriftelijk opzeggen, indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om deze intentieverklaring te beëindigen. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden. Artikel 19: Evaluatie Partijen zullen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring uiterlijk twee maanden na beëindiging van de deze intentieverklaring evalueren. Uit: Staatscourant 28 juli 2006, nr. 145 / pag. 11 4

5 Artikel 20: Openbaarheid Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst van deze intentieverklaring gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus overeengekomen en ondertekend: Oss, 13 juli De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven. Provincie Noord-Brabant, namens deze: W.C. Luijendijk, gedeputeerde. Gemeente Bernheze, namens deze: M.A.W.J.M. Wijdeven, wethouder. Gemeente Boekel, namens deze: H.M.W. van Boxtel-Arts, wethouder. Gemeente Boxmeer, namens deze: E.G.M. Roemer, wethouder. Gemeente Cuijk, namens deze: J.P. Kroet, wethouder. Gemeente Landerd, namens deze: A.H.J.M. van Delft, wethouder. Gemeente Lith, namens deze: H. Tuerlings, wethouder. Gemeente Maasdonk, namens deze: M.J.M. van de Ven, wethouder. Gemeente Oss, namens deze, C.J.M. Ermers, wethouder. Gemeente Schijndel, namens deze: P. Roozendaal, wethouder. Gemeente Uden, namens deze: M.C. Bakermans, wethouder. Gemeente Veghel, namens deze: P.H.F.M. van Dieperbeek, wethouder. Centrale organisatie Werk en Inkomen district Zuid Oost, namens deze: B.M.F. Frank, districtsmanager. Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering, namens deze: J. Peters Rit, manager Werk. Kamer van Koophandel Oost Brabant, namens deze: B. Pollmann, algemeen directeur. MKB- Brabant, namens deze: H. Bekkema, regiomanager. Industriële kring Land van Cuyk en Noord-Limburg, namens deze: J. van Raaij, voorzitter. Contactgroep Veghelse Ondernemers, namens deze: P. van der Meij. DE KRING, Ondernemingsvereniging Uden, namens deze: H. van den Broek. Osse Industriële Kring, namens deze: L. Campert. Stichting Bedrijvenplatform Regio Veghel Uden Schijndel, namens deze: J. t Hart. Brabants-Zeeuwse Christelijke Werkgeversvereniging, namens deze: J. Vet. Koninklijke Metaalunie (Nederlandse organisatie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de metaal), namens deze: G.G. Enning, regiosecretaris. Stichting Regionaal Opleidingen Centrum De Leijgraaf, namens deze: M.A.M. Veldhoven. Uit: Staatscourant 28 juli 2006, nr. 145 / pag. 11 5