Studeerwijzer Bachelor Eindproject (BEP 1BT04; BEP-G 1GT04)
|
|
- Filip Smeets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Studeerwijzer Bachelor Eindproject (BEP 1BT04; BEP-G 1GT04) September 2012, update September 2014 Lilian Halsema Eric van der Geer Rutten Rijswijk Monique Jansen-Vullers Simone Resing-Sassen (update September 2014) 1
2 Inhoudsopgave 1. PLAATS IN HET CURRICULUM SEMESTER RELATIE MET ANDERE VAKKEN RELEVANTIE VOOR HET VAKGEBIED EN DE BEROEPSPRAKTIJK DOELSTELLING EN LEERDOELEN VAN HET BACHELOR EINDPROJECT COMPETENTIES BEGINNIVEAU OMSCHRIJVING OPDRACHTEN BACHELOR EINDPROJECT ORGANISATIE BSC EINDPROJECT OPZET BSC EINDPROJECT Onderzoeksfasen Reflectie op competenties Inhoud persoonlijk plan TIJDSCHEMA BEP BEGELEIDING BEOORDELING INFORMATIEVAARDIGHEDEN BIJLAGE 1: BEP FORMAT ONDERZOEKSOPDRACHT BIJLAGE 2: REFLECTIEFORMULIER BIJLAGE 3 COMPETENTIEOVERZICHT BIJLAGE 4: EISEN AAN EEN VERSLAG BIJLAGE 5: BEOORDELINGSCRITERIA BSC EINDPROJECT
3 Inleiding Een bachelorscriptie is een rapportage over een individueel uitgevoerd onderzoek als proeve van wetenschappelijke bekwaamheid. Met de bachelorscriptie laat de student zien dat hij/zij redelijk zelfstandig een vraagstuk op het terrein van de Technische Bedrijfskunde kan analyseren en de bevindingen daarvan schriftelijk (en mondeling) kan presenteren. Het niveau van de scriptie weerspiegelt de eindtermen van een wetenschappelijke bachelorstudie in de Technische Bedrijfskunde (voor de Gezondheidszorg). Deze studeerwijzer bevat een beschrijving van het eindproject van de Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde (voor de Gezondheidszorg). Allereerst wordt in paragraaf 1 de plaats van BEP in het curriculum en de relatie met andere vakken aangegeven. In paragraaf 2 staan de doelstellingen van BEP. In paragraaf 3 worden de opzet, begeleiding en beoordeling nader uitgewerkt. Voor vragen hierover neem contact op met de onderwijsadministratie IE&IS, Pav. B09a/b: onderwijsadministratie-ieis@tue.nl 3
4 1. Plaats in het curriculum Het Bachelor Eindproject (BEP) is een derdejaars OGO-vak waarin studenten individueel een ongestructureerd probleem onderzoeken. Tijdens het BEP doorlopen studenten het wetenschappelijke onderzoeksproces. Het BEP is tevens een afrondend werkstuk voor een academisch bachelordiploma. 1.1 Semester Studiejaar 3, kwartiel 3 t/m 4 en een alternatieve ronde in kwartiel 1 t/m 2. BEP omvat 9 ects. 1 Dit betekent een totale studielast van 252 uur (20 weken, gemiddeld 3 dagdelen per week). 1.2 Relatie met andere vakken BEP is binnen de TBdk bacheloropleiding verwant met de vakken Inleiding Technische Bedrijfskunde (ITB1) in jaar 1, en MTO-OGO in jaar 2. BEP is binnen de TBG opleiding verwant met de vakken Inleiding Operationele Processen in de Gezondheidszorg (IOPG) en Gezondheidszorg & Technologie 1 (G&T1) in jaar 1, en Gezondheidszorg & Technologie 2 (G&T2) in jaar 2. De overeenkomst tussen deze vakken is dat studenten kennis maken met het verrichten van onderzoek naar prestaties van een operationeel proces. 1.3 Relevantie voor het vakgebied en de beroepspraktijk BEP projecten zijn 'werkveldgericht'. Een BEP project geldt als werkveldgericht als daarin met en voor een bedrijf een verklaring voor een specifiek bedrijfsprobleem of specifieke bedrijfsprestatie wordt ontwikkeld. In de bacheloropleiding worden studenten getraind in methoden en technieken van onderzoek door deze toe te passen in de werkelijkheid. Hiernaast draagt het uitvoeren van een project in het werkveld in sterke mate bij aan het ontwikkelen van de competenties die nodig zijn om later in dat werkveld te functioneren. Voor het merendeel van de studenten bestaat dit latere werkveld uit het bedrijfsleven. Studenten moeten hun BEP in interactie met een bedrijf/organisatie uitvoeren. Studenten hebben de vrijheid om te kiezen voor een bepaald type project, zowel meer als minder werkveldgerichte projecten worden door de opleiding en docenten aangeboden. 1 Voor studenten TBdk van de generaties voor 2004, die geen minor in hun programma hebben, omvat BEP 12 ects. 4
5 2. Doelstelling en leerdoelen van het Bachelor Eindproject De hoofddoelstelling van het eindproject is dat een student laat zien dat hij/zij op basis van een duidelijk afgebakend bedrijfsprobleem een wetenschappelijke vraagstelling kan ontwikkelen, vervolgens een onderbouwde keuze kan maken voor bedrijfskundige dataverzamelings- en analysemethoden en technieken, en deze methoden en technieken met een grote mate van zelfstandigheid kan toepassen. 2.1 Competenties Concretisering van de doelstelling in leerdoelen en competenties: ONDERZOEKEN & ONTWERPEN Structureren/definiëren van een probleem De student kan een complex probleem herdefiniëren en beargumenteerd kiezen voor een invalshoek. Literatuur gebruiken De student kan relevante wetenschappelijke literatuur ontsluiten. Beschrijven/modelleren De student kan een beschrijving maken van het bestudeerde bedrijfsproces en de prestaties daarvan in een formele procesmodelleringstaal; Toepassen onderzoekstechnieken De student kan een onderzoeksdesign opstellen; De student kan adequate dataverzamelings- en dataverwerkingsmethoden selecteren en toepassen; De student kan een eigen interpretatie van verzamelde gegevens maken en verwoorden. Analyseren en verklaren De student kan zelfstandig (onder begeleiding) een vraag- of probleemgerichte analyse van één of meer bedrijfsprocessen opzetten en uitvoeren (diagnose); De student kan een aantal alternatieve verklaringen van de prestaties van een bedrijf geven, in theoretische termen; De student kan verschillende invalshoeken combineren. Vanuit een analyse kan hij/zij vraagstellingen formuleren voor aanvullende analyses vanuit andere disciplines (integraal perspectief); De student kan met kritische distantie analyseren: hij/zij kan beschrijvingen en verklaringen ontwikkelen onderbouwd met feiten en logische redeneringen, met oog voor alternatieve verklaringen, creatief combinerend en genererend; De student kan uitkomsten van analyse terugkoppelen naar bestaande wetenschappelijke theorieën. Beoordelen en verantwoorden kwaliteit onderzoek De student kan reflecteren op consequenties van keuzen voor gehanteerde methoden en technieken; De student kan een beoordeling geven van de prestaties van een bedrijf, op grond van een geëxpliciteerde norm die is ontleend aan theorie en/of empirie (benchmarks, bronnen binnen het bedrijf, etc.) ACADEMISCHE ATTITUDE Reflectie en evaluatie De student kan reflecteren op eigen ervaring, competenties en denk-werkwijze. COMMUNICATIE & SAMENWERKING Samenwerken en professioneel functioneren De student kan relevante partijen vanuit TU/e en/of bedrijf bij het onderzoek betrokken krijgen en houden. Via presentaties, direct overleg en constructieve samenwerking. Adequaat rapporteren De student kan op wetenschappelijke wijze verslagleggen van onderzoeksbevindingen Communicatie De student kan onderzoeks- en ontwerpresultaten voor professionals mondeling presenteren De student kan met professionals en wetenschappers debatteren over werkwijze en resultaten. 5
6 2.2 Beginniveau Een student kan deelnemen aan het Bachelor Eindproject indien een kwartiel voor de opdrachttoewijzing de Propedeuse is behaald. Indien een student niet voldoet aan bovenstaande toelatingseis, maar gezien zijn/haar studieplanning deelname toch noodzakelijk acht, dan kan de student contact opnemen met de studieadviseur. Aanmelding dient te gebeuren via OASE, in het semester voor aanvang van BEP. Dat wil zeggen, als een student Februari 2015 wil starten, hij/zij zich hiervoor dient aan te melden via OASE in de periode t/m Indien een student wil starten September 2015, dient aanmelding via OASE in de periode t/m plaats te vinden. Indien een student zich heeft aangemeld, dient hij/zij ook daadwerkelijk met het vak te starten. Voor vragen over het bovenstaande neem contact op met de onderwijsadministratie IE&IS, Pav B09a/b: onderwijsadministratie-ieis tue.nl. 2.3 Omschrijving opdrachten Bachelor eindproject De doelstelling levert een belangrijke randvoorwaarde op, namelijk: De BSc eindopdracht bestaat NIET uit een voorgeprogrammeerde set onderzoeksactiviteiten. De student moet eigen keuzes maken en verantwoorden. Een project dient dan ook te voldoen aan de volgende eisen: Werving van projecten gebeurt in beginsel door de studenten zelf en door capaciteitsgroepen. De opdracht bestaat uit een vraag of probleem, geformuleerd vanuit een bedrijf of lopend bedrijfskundig onderzoek. De opdracht is zodanig geformuleerd dat studenten zelfstandig hun onderzoek kunnen opzetten. Het project omvat dus niet alleen het uitvoeren van onderzoek, maar ook het ontwikkelen van een onderzoeksopzet. De omvang en diepte van het project is zodanig dat een gemiddelde student de opdracht met een voldoende (6 of hoger) kan afronden binnen de periode van 20 weken, met een studielast van netto 252 uur (9 ects). Indien sprake is van vertraging dienen afspraken gemaakt te worden met de TU/ebegeleider en het bedrijf. De projecten worden in meer of mindere mate uitgevoerd bij het bedrijf, afhankelijk van de afspraken die daarover worden gemaakt. BEP-rapporten zijn niet openbaar en worden niet opgenomen in de universiteitsbibliotheek, waarmee de vertrouwelijkheid is gewaarborgd. Het is niet gebruikelijk dat voor BEP projecten een stagevergoeding wordt verleend door het bedrijf, eventueel wel een reiskostenvergoeding. Voor het opstellen van de onderzoeksopdracht wordt gebruik gemaakt van een format (zie bijlage 1). 6
7 3. Organisatie BSc Eindproject De taakverdeling rond BEP is als volgt: - De onderwijsadministratie zorgt voor alle administratieve zaken rondom BEP en verzamelt de werkstukken. - Onderstaande personen uit de capaciteitsgroepen zorgen voor koppeling van de studenten en begeleiders. HPM: IS: ITEM: OPAC: dr.ir. P.A.M. Kleingeld dr.ir. R.M. Dijkman dr. A. Kastelein ir.dr. S.D.P. Flapper De capaciteitsgroepen zijn elk verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opdrachten, begeleiding en beoordeling. - De werving, formulering en afbakening van opdrachten en de begeleiding en beoordeling gebeurt door de docenten uit de betreffende capaciteitsgroepen. - De BEP-coördinator (ir.dr. S.D.P. Flapper) zorgt voor een evenwichtige verdeling van studenten over de verschillende capgroepen en organiseert trainingen voor docenten die worden ingezet als BEP-begeleider. Hierna worden de details over de opzet, de begeleiding en de beoordeling nader toegelicht. 3.1 Opzet BSc Eindproject Het Bachelor Eindproject is een individuele opdracht. Iedere student schrijft dus individueel een scriptie en wordt dus ook individueel beoordeeld. Studenten worden actief begeleid door een docent (of AiO). Voor de studenten bestaat BEP uit onderzoekswerk onder begeleiding. Hiernaast voeren begeleider en student twee gesprekken over competentie-ontwikkeling. Hieronder worden de verschillende onderdelen behorende bij BEP toegelicht Onderzoeksfasen Het BEP onderzoek omvat zes fasen Opstellen probleemstelling en vraagstelling Studenten maken individueel een bedrijfskundige probleemstelling. Zij formuleren hieruit een bedrijfskundige vraagstelling. Dit betekent dat studenten het probleem vanuit meerdere invalshoeken bekijken en een afgewogen keuze maken voor een van de invalshoeken. 2. Beschrijven onderzoeksaanpak De student beschrijft op welke manier hij/zij de vraagstelling gaat onderzoeken. Hiertoe heeft de student zich georiënteerd op: het bedrijf: via een modelmatige beschrijving van het bedrijfsproces en de bedrijfsprestaties, eventueel via interviews de relevante literatuur 2 Zie: Aken, J.E. van, J.J. Berends, J.D. van der Bij (2005), Methodology for Business Problem Solving: A methodological handbook for business students. TU/e: Department of Technnology Management. 7
8 Op basis van ordening en analyse van deze data maakt de student een onderzoeksmodel en onderzoeksplan. 3. Dataverzameling De student verzamelt kwantitatieve en/of kwalitatieve data. 4. Data-analyse De data wordt geanalyseerd met een verantwoording van keuzes voor bepaalde analysetechnieken. 5. Diagnose van problemen Op basis van de data-analyse wordt een probleemdiagnose gegeven: - Wat zijn de belangrijkste oorzaken van het probleem? - Wat zijn de belangrijkste consequenties van het probleem? - Welke relatie bestaat tussen oorzaken en consequenties? 6. Beschrijven van oplossingsrichtingen Onderzoeksbevindingen en oplossingsrichtingen worden gerapporteerd in een verslag en in een presentatie Reflectie op competenties Iedere student vanaf generatie 2005 heeft een portfolio in OASE met betrekking tot de ontwikkeling van academische competenties. Binnen dit portfolio zijn zogenaamde reflectie- en evaluatieformulieren de belangrijkste onderdelen. Met behulp van deze formulieren staan studenten stil bij hun ontwikkeling door leerdoelen te stellen en daarop terug te kijken. Begeleiders van BEP-projecten hebben toegang tot portfolio's in OASE, onder vakcode 1PF01. In BEP voeren studenten tweemaal een reflectiegesprek over competentie-ontwikkeling met hun begeleider. Het doel van deze gesprekken is studenten ondersteunen bij de ontwikkeling van competenties. 1. Eerste reflectiegesprek Het eerste reflectiegesprek vindt plaats aan het begin van BEP. Het reflectiegesprek wordt gevoerd naar aanleiding van het door de student geschreven reflectieformulier 5 (zie bijlage 2) en het persoonlijk plan, beide onderdeel van het portfolio. Het is de bedoeling dat studenten dit portfolio gebruiken om op zichzelf te reflecteren en vervolgens dient het als input voor gesprekken met de BEP-begeleider. Tijdens het reflectiegesprek komen alle competenties aan bod; studenten geven aan wat ze hebben geleerd, welke feedback ze tot nu toe hebben gekregen (van docenten, medestudenten en bedrijfsbegeleiders), wat ze willen leren en hoe ze hieraan willen gaan werken. 2. Tweede reflectiegesprek: eindgesprek Het tweede reflectiegesprek vindt plaats na afloop van BEP en is onderdeel van het eindgesprek. In het eindgesprek bespreken de student en begeleider de beoordeling van het BSc Eindproject. Door de begeleider wordt, naast feedback over onderzoeksvaardigheden (plan van aanpak, dataverzamelen en analyseren), ook feedback gegeven over vaardigheden als mondeling- en schriftelijk presenteren/verslagleggen, samenwerken en professioneel functioneren. Voor schriftelijke vaardigheden zijn specifieke criteria opgesteld waaraan een verslag dient te voldoen (zie bijlage 4) Inhoud persoonlijk plan In het persoonlijk plan beschrijft een student zijn/haar eigen 'trainingsprogramma'. De student staat stil bij zijn/haar sterke en zwakke kanten en stelt doelen om zichzelf verder te ontwikkelen. 8
9 De basis voor het persoonlijk plan wordt gevormd door de beoordeling van de begeleider van het BEP project (zie beoordelingsformulier bijlage 5) en vooral de toelichting op de voor de student relevante onderdelen van deze beoordeling. Hiernaast betrekt de student ook informatie en feedback van medestudenten en bedrijfsbegeleiders bij zijn/haar persoonlijke plan. Studenten krijgen tijdens BEP feedback en worden beoordeeld op een groot aantal competenties uit de competentiematrix (zie ook bijlage 5: beoordelingsformulier). In het persoonlijk plan reflecteren studenten op de feedback die ze krijgen en verwerken dit in hun persoonlijk plan. Zij beantwoorden in maximaal twee A-4 tjes de volgende vragen: 1. Bekijk reflectieformulier 5: Welke competenties was je voorafgaand aan BEP van plan om te ontwikkelen? 2. Wat gaat goed en wat gaat minder goed? Geef voor de in vraag 1 genoemde competenties aan in hoeverre je deze competentie al hebt ontwikkeld, welke feedback je hebt gekregen. 3. Hoe heb je aan deze competenties gewerkt? 4. Ben je tevreden over de manier waarop je aan deze competenties hebt gewerkt? 5. Tegen welke problemen ben je aangelopen? 6. Op welke manier heb je deze problemen opgelost? 7. Welke competenties wil je verbeteren in het komende jaar? 8. Hoe wil je dat gaan aanpakken? 9. Wat is het belangrijkste dat je geleerd hebt van BEP? Studenten nemen het persoonlijk plan op in hun portfolio. De student is verplicht een persoonlijk plan in te leveren. Studenten maken het persoonlijk plan na de eindpresentatie en (toelichting op) de beoordeling van de begeleider. Zij leveren binnen twee weken na de eindpresentatie via posting in OASE hun persoonlijk plan in en bespreken dit met de begeleider. 3.2 Tijdschema BEP Het Bachelor Eindproject omvat 9 ects (252) uur. Het project wordt uitgevoerd over een lengte van twee kwartielen met een nominale start in kwartiel 3 (voor een start in het Masterprogramma in semester 1) en een alternatieve start in kwartiel 1 (voor een start in het Masterprogramma in semester 2). De belangrijkste elementen van het BEP worden hieronder schematisch weergegeven: 9
10 Oriëntatiefase (fase 1-2) 1 e week 2 e week 3 e week 4 e week 5 e /6 e week Oriëntatie op bedrijf en Oriëntatie op bedrijf en probleem: Plan van aanpak probleem probleem- en systeembeschrijving Planning en voorbereiding Werkwijze/methode bepalen Bespreken plan met contact met bedrijf Gesprekken met begeleider (elke week) opdrachtgever 1 e gesprek met begeleider Analyse en diagnose fase (fase 3-5) 7 e week 8 e week 9 e /10 e week 11 e /12 e week 13 e week Diagnostisch onderzoek Tussentijds rapport en presentatie Empirische analyse (dataverzamelen, analyseren en hypothesen toetsen) Bespreken rapport met opdrachtgever Theoretische analyse (literatuuronderzoek) Procesmatige analyse (beschrijving bedrijfsproces en prestaties) Integrale diagnose (consequenties probleem en verklaringen) Gesprekken met begeleider Afrondingsfase (fase 6) 14 e week 15 e week 16 e week 17 e week 18 e /19 e /20 e week Afronding Eindrapport en eindpresentatie Bijstellen tussentijds rapport op basis van feedback Persoonlijk plan Aanvullend onderzoek: literatuur, in bedrijf Conclusies: potentiële oplossingen Beoordelingsgesprek Gesprekken met begeleider (elke week) (met aandacht voor vakevaluatie) Het overschrijden van 20 weken en/of het stellen van de deadline na de start van een nieuw semester is problematisch, omdat het de start van het masterprogramma ernstig kan vertragen! 3.3 Begeleiding De begeleidende docent besteedt ongeveer 30 uren per student aan begeleiding in het project. Dit omvat voorbereiding, organisatie, bijeenkomsten, en lezen/beoordelen van werkstukken. De begeleider begeleidt een student om tot een wetenschappelijk verantwoorde analyse te komen die de basis vormt voor de Bachelorscriptie. De rol van de begeleider is ondersteuning bieden in het maken van onderbouwde keuzen en de communicatie naar contactpersonen, zodat een samenhangend eindresultaat wordt bereikt. Indien het project bij een bedrijf wordt uitgevoerd, is er ook een bedrijfsbegeleider die de studenten ondersteunt bij het vinden van de weg in het bedrijf en bij het verzamelen van de benodigde gegevens. Aandachtspunten voor begeleiders: Tijdens de eerste bijeenkomst worden duidelijke afspraken gemaakt met de student over de begeleiding. Zo moeten er afspraken worden gemaakt over de frequentie van bijeenkomst, hoe een student een docent kan benaderen als er zich problemen voordoen etc. Ook worden de beoordelingscriteria behorende bij BEP behandeld. De begeleider is aanwezig bij het eerste gesprek met het bedrijf en bij de tussen- en eindpresentatie die de studenten geven in het bedrijf. Ter afsluiting van de begeleiding wordt met de student het beoordelingsformulier (zie bijlage 5) besproken. Er dient duidelijk te worden gemotiveerd hoe het eindcijfer tot stand is gekomen. De studenten ontvangen een (digitale) kopie van dit beoordelingsformulier en bewaren dit in hun portfolio. 10
11 Tijdens de laatste bijeenkomst dient de begeleider de student er ook op te wijzen dat het van belang is dat hij/zij de vakevaluatie invult. 3.4 Beoordeling Voor de beoordeling van het BSc Eindproject zijn beoordelingscriteria vastgesteld. Deze beoordelingscriteria zijn afgeleid van de competenties van waarover een student aan het einde van de BSc opleiding dient te beschikken. De beoordelaars zijn: De begeleider beoordeelt de individuele prestatie van de student. De begeleider geeft een cijfer (afgerond op halve cijfers) en gebruikt delen A, B en C van het beoordelingsformulier (zie bijlage 5) om het cijfer te onderbouwen en toe te lichten. Het ingevulde beoordelingsformulier dient direct na de eindpresentatie in OASE te worden gepost. De bedrijfscontactpersoon adviseert de beoordelaar of het eindresultaat acceptabel is als beschrijving van het probleem en of de diagnose een goed uitgangspunt biedt voor verdere analyse richting verbetering van het bedrijfsprobleem. De student zelf beoordeelt ook zijn/haar eigen werk voorafgaand aan het eindgesprek aan de hand van het beoordelingsformulier(zie bijlage 5). In het eindgesprek bespreken student en begeleider de beoordelingen, de docent bepaalt uiteindelijk het cijfer. Hiernaast beoordeelt de student zijn/haar vorderingen op het gebied van vaardigheden op basis van feedback die wordt verkregen via begeleiders, bedrijfsbegeleiders en eventueel medestudenten. De student legt deze reflectie vast in het persoonlijk plan. Indien een student, na een verbetermogelijkheid, een onvoldoende haalt voor het BSc Eindproject dan dient de docent een ON als officiële beoordeling te geven en dient de student opnieuw te beginnen bij een andere BEP begeleider. De student is verplicht een persoonlijk plan in te leveren en dit met zijn/haar begeleider te bespreken. Het persoonlijk plan dient in het portfolio opgeslagen te worden. De begeleider geeft het eindcijfer door aan de onderwijsadministratie IE&IS. De administratie controleert of aan alle verplichtingen is voldaan (het eindrapport, het persoonlijk plan en het ingevulde beoordelingsformulier, deelname aan training Informatievaardigheden) en verwerkt dan pas het eindcijfer. In te leveren werk BEP Reflectieformulier 5 Plan van aanpak Tussentijds rapport en -presentatie Eindrapport en -presentatie Beoordelingsformulier Persoonlijk plan Wanneer in te leveren 1 e projectweek 5 e projectweek 13 e projectweek 18 e projectweek Direct na eindpresentatie 2 weken na eindpresentatie De eindversie van het BEP rapport moet altijd digitaal worden ingeleverd d.m.v. posten in de persoonlijke BEP-folder in OASE (door student), evenals het persoonlijk plan (door student) en het ingevulde beoordelingsformulier (door begeleider). Bovendien moeten in het BEP eindrapport verplicht de volgende 2 statements worden opgenomen: 11
12 1) The author declares that the text and work presented in this thesis is original and that no sources other than those mentioned in the text and its references have been used in creating this thesis. 2) The copyright of this thesis lies with the owner. The author is responsible for its contents. TU/e cannot be held responsible for any claims with regard to implementing results of the thesis. Plagiaat of andere fraude wordt niet getolereerd. Om plagiaat te ontdekken kan er gebruik worden gemaakt van het detectieprogramma Ephorus Informatievaardigheden Voorafgaand aan hun BEP, of eventueel net na aanvang, moeten studenten deelnemen aan een training informatievaardigheden. Deze training bouwt voort op de trainingen informatievaardigheden uit het eerste en tweede jaar van de bacheloropleiding. In algemene termen geformuleerd gaat het bij deze trainingen uit de bacheloropleiding om 2 leerdoelen: 1. Het kunnen vinden van wetenschappelijke informatie over een willekeurig onderwerp op het gebied van de technische bedrijfskunde. 2. Het kunnen rapporteren over gevonden wetenschappelijke informatie volgens academische conventies. De training in het 3e jaar behandelt o.a. de volgende onderwerpen: Welke zijn de voornaamste algemene en speciale zoeksystemen op het gebied van de technische bedrijfskunde? Welke zijn de voornaamste wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van de technische bedrijfskunde (Journal Citation Reports)? Hoe zoek ik naar wetenschappelijke informatie met behulp van citaties (Web of Science)? Hoe blijf ik op de hoogte van vakliteratuur (attenderingsdiensten)? Hoe exporteer ik gevonden wetenschappelijke informatie met behulp van Reference Manager (RM)? Hoe beheer en citeer ik informatie met behulp van RM? Hoe dient mijn lijst van geraadpleegde literatuur er uit te zien en hoe kan RM mij helpen bij het opmaken hiervan? De training wordt verzorgd door een medewerker van de faculteitsbibliotheek IE&IS. De training wordt enkele malen gegeven. Studenten dienen zich apart voor een training op te geven. Dat kan via OASE. Zie hiervoor bij BEP (1BT04, 1TG04) het vakonderdeel Informatievaardigheden. 12
13 Bijlage 1: BEP format onderzoeksopdracht Titel project Docentbegeleider Naam: Capgroep: Contextbeschrijving (bedrijfsbeschrijving of onderzoeksbeschrijving) Opdrachtomschrijving Literatuurverwijzingen 13
14 Bijlage 2: Reflectieformulier 5 Op dit formulier staan een aantal vragen die je ondersteunen bij het reflecteren op de ontwikkeling van je academische kennis, vaardigheden en houding. De bedoeling is dat je aan het eind van de bacheloropleiding over een aantal competenties beschikt. Je vindt deze competenties op de op de volgende pagina's. Dit formulier maakt onderdeel uit van het portfolio. Het is de bedoeling dat je dit formulier gebruikt om op jezelf te reflecteren en vervolgens dient het als input voor gesprekken met je BEP-begeleider. Post het formulier daarom vóór het gesprek in OASE in map 5. Tijdens de gesprekken met je BEP-begeleider komen alle competenties aan bod. Je geeft aan wat je hebt geleerd, welke feedback je hebt gekregen (van docenten en medestudenten) en hoe je hieraan wilt gaan werken. Ten behoeve van het gesprek met je BEP-begeleider geef je antwoord op de volgende vragen (vul bij elke vraag een antwoord in): 1) Wat gaat goed in je studie en wat niet? Waarom gaat het niet goed? Geef aan wat je geleerd hebt in diverse vakken en wat je gemakkelijk of moeilijk aan de vakken vindt. Leg uit waarom een vak je wel of niet goed afgaat. 2) Welke minor heb je gevolgd? Wat heb je van de minor geleerd en wat vond je gemakkelijk of moeilijk aan de minor? 3) Geef aan in hoeverre je in de afgelopen periode binnen de OGO-vakken gewerkt hebt aan onderstaande competenties. Deze competenties zijn te vinden aan het einde van dit reflectieformulier (de nummering geeft het hoofdstuk in het overzicht weer). Geef bij elk van de competentieclusters aan: - Wat gaat goed en wat gaat minder goed - Ben je tevreden over de manier waarop je aan deze competenties hebt gewerkt - Op welke gebieden wil je jezelf verbeteren in het tweede semester Onderzoeken &ontwerpen (2.1 & 2.2 & 2.3 & 2.4 & 2.5 & 2.6 & 2.8 & 2.9 & 2.10 & 2.11 & 2.12): Academische attitude (3.1 & 3.2 & 3.3): Communiceren & samenwerken (4.1 & 4.2 & 4.3): 3) Geef kort (samenvattend) weer wat je bij vraag 5, vraag 6 en vraag 7 van Reflectieformulier 4 hebt ingevuld. 4) Geef hieronder per vraag weer of deze doelen zijn uitgekomen en, indien van toepassing, waarom niet? vraag 5 (tentamens en vakken): vraag 6 (neven-activiteiten): 14
15 vraag 7 (overige doelen): 5) Welke doelen stel je jezelf voor het komende semester op het gebied van vakken of tentamens. Denk hier niet alleen aan het aantal te behalen tentamens, maar ook aan de gewenste competentie-ontwikkeling binnen deze vakken. 6) Welke doelen stel je jezelf op het gebied van BEP. Beschrijf hier de gewenste competentie-ontwikkeling binnen dit vak. 7) Welke doelen stel je jezelf op het gebied van nevenactiviteiten? Wat verwacht je van deze nevenactiviteiten te leren (ook wat competenties betreft)? 8) Heb je nog overige doelen voor dit komende semester? Hoe ga je deze doelen bereiken? Wat verwacht je ervan te leren? 9) Zijn er bijzondere omstandigheden die van invloed zijn op je studie en studieresultaten (alleen antwoorden indien van toepassing)? Hieronder is het competentieoverzicht te vinden! Sla het ingevulde formulier op en post het vervolgens in je portfolio in OASE in map 5! 15
16 Bijlage 3 Competentieoverzicht Technische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg 1. Disciplinaire bagage TBdk en TBG Definitie: Het vermogen om vakinhoudelijke theorieën en methoden van onderzoek te begrijpen en kennis uit verschillende disciplines te integreren. 1.1 Kennis en begrip van het domein van de opleiding - Basiskennis van en inzicht in exacte wetenschappen, met name kwantitatieve modellering en logica; - Basiskennis van en inzicht in technische wetenschappen, met name product- en procestechnologie; - Basiskennis van en inzicht in mens- en gedragswetenschappen, met name organisatie- en economische wetenschappen. 1.2 Kennis m.b.t. de methoden en technieken van onderzoek - Basiskennis van en inzicht in de methodologie van de disciplines (exacte wetenschappen, technische wetenschappen, mens- en gedragswetenschappen) gericht op de analyse van de inrichting en beheersing van bedrijfsprocessen, met name. operationele bedrijfsprocessen en innovatieprocessen; - Basiskennis van en inzicht in relevante observerings-, dataverzamelings- en analyse-technieken; - Basiskennis van en inzicht in het reflecteren op het onderzoek of de voorgestelde (her)ontwerpen. 1.3: Integreren van kennis - Kan over grenzen van vakgebieden heen kijken. 2. Onderzoeken en ontwerpen: Methodisch verantwoord handelen en houding. Definitie: Het vermogen om, onder begeleiding van docenten, met gebruik van relevante methoden en technieken zelfstandig en in teamverband een probleemstelling te formuleren, informatie te selecteren en verwerken en conclusies te formuleren en op waarde te schatten. 2.1 Systematische aanpak - Kan planmatig en gestructureerd de ontwerp- of onderzoekscyclus doorlopen - Kan theorieën, modellen en interpretaties gebruiken en ontwikkelen - Heeft inzicht in de eigen aard van wetenschap en technologie - Heeft inzicht in de wetenschappelijke praktijk 2.2 Structureren/ definiëren van een probleem - Kan structuur aanbrengen in een ongestructureerd probleem - Kan een probleem herdefiniëren, betrekt hierbij systeemgrenzen en randvoorwaarden - Heeft oog voor de verschillende aspecten van een probleem - Kan maatschappelijke en sociale effecten beoordelen en betrekken in de keuze voor een onderzoeksaanpak 2.3 Literatuur gebruiken - Kan onderscheid maken tussen wetenschappelijke en niet- wetenschappelijke literatuur 2.4 Beschrijven/Modelleren - Kan een situatie beschrijven - Kan een situatie modelmatig beschrijven 2.5 Toepassen onderzoekstechnieken - Kan verschillende methoden en technieken van onderzoek (observeringstechnieken, dataverzamelingstechnieken, analysetechnieken) toepassen 2.6 Analyseren en verklaren - Kan kennis inzetten om (bedrijfs)processen te analyseren - Kan kennis inzetten om (bedrijfs)prestaties te analyseren - Herkent de multi- of interdisciplinariteit van de meeste (ontwerp)problemen - Kan bij analyses alle relevante factoren/actoren betrekken 2.7 Synthetiseren - Kan ontwerpalternatieven ontwikkelen - Kan bestaande hulpmiddelen gebruiken en nieuwe ontwikkelen 2.8 Beoordelen en verantwoorden kwaliteit onderzoek - Kan onderzoek beoordelen op wetenschappelijke waarde - Kan gehanteerde werkwijze methodologisch verantwoorden - Kan resultaten en gehanteerde aanpak van een onderzoeks- of ontwerpproces beoordelen 16
17 - Kan maatschappelijke en sociale effecten beoordelen en betrekken in de keuze voor een onderzoeksaanpak en een (her-)ontwerp 2.9 Onderzoekshouding - Is opmerkzaam en kan nieuwe gezichtspunten ontdekken - Kan omgaan met veranderingen in loop van het ontwerpproces - Heeft een houding van levenslang leren 2.10 Relaties leggen tussen technologie, mens en maatschappij - Kan relatie leggen tussen technologie en bedrijfsprocessen - Kan bij analyses interne en externe factoren betrekken 2.11 Multi/interdisciplinair werken - Beschikt over een inter- of multidisciplinaire houding 2.12 Adequaat rapporteren en adviseren - Kan op wetenschappelijke wijze verslagleggen van onderzoeksbevindingen - Kan wetenschappelijke resultaten in bruikbare bijdragen vertalen 3. Academische attitude Definitie: Het vermogen om systematisch en kritisch stil te staan bij denken en handelen bij het onderzoeken en ontwerpen 3.1 reflecteren op eigen handelen en houding - Kan reflecteren op eigen ervaring en competenties - Kan reflecteren op ontwikkeling en binnen het vakgebied - Kan reflecteren op het eigen vakgebied en de relatie met andere vakgebieden - Kan reflecteren op het vakgebied en relatie maatschappelijke omgeving 3.2 redeneren - Kan logisch redeneren - Herkent redeneerwijzen in het vakgebied 3.3 Kritische houding - Is opmerkzaam en kan nieuwe gezichtspunten ontdekken - Kan kritische vragen stellen - Heeft een kritisch-constructieve houding bij het oplossen van problemen in het vakgebied. - Kan claims en inzichten van het vakgebied relateren aan sociale en ethische ontwikkelingen - Kan claims en inzichten van het vakgebied relateren aan geldende normen en waarden 4. Communiceren en samenwerken Definitie communiceren: Het vermogen om op professionele wijze, schriftelijk en mondeling te communiceren in een organisatorische context en daarbij gebruik te maken van relevante terminologie en vakjargon. Definitie samenwerken: het vermogen om professioneel en doelgericht samen te werken in uiteenlopende sociale verbanden met erkenning van ieders belang, positie en waarden. 4.1 Samenwerken - Kan werken in een multidisciplinair team - Kan werken in een internationaal team 4.2 Schriftelijk en mondeling presenteren - Kan onderzoeks- en ontwerpresultaten voor professionals en wetenschappers mondeling presenteren - Kan onderzoeks- en ontwerpresultaten voor professionals en wetenschappers schriftelijke presenteren - Kan met professionals en wetenschappers debatteren over onderzoeks- en ontwerpresultaten 4.3 Professioneel functioneren - Kan onafhankelijk werken - Kan planmatig en gestructureerd werken - Kan werken in een internationale omgeving - Kan bedrijfsmatig werken en sociaal functioneren combineren - Kan omgaan met verschillende belangen c.q. stake-holders 17
18 Bijlage 4: Eisen aan een verslag Docenten beoordelen de OGO werkstukken allemaal aan de hand van dezelfde beoordelingscriteria voor schrijfvaardigheid. De criteria zijn gegeven in volgorde van belang. Over het algemeen zijn de belangrijkste punten: structuur, informatie en argumentatie. Vervolgens de consistentie, bronnengebruik en overgangen. Stijl en spelling en zinsbouw zijn meer vanzelfsprekendheden. Een algemene lijst met beoordelingscriteria: Criteria: Informatie over het document Opbouw/structuur Informatie Argumentatie c.q logische redenering Consistentie Citaten & bronnengebruik Overgangen/kernzinnen Spelling/zinsbouw Stijl Originaliteit Hierna worden deze beoordelingscriteria verder uitgewerkt: Informatie over het document Bevat de omslag de juiste elementen? Titel Auteur(s) Datum Bevat de titelpagina alle vereiste informatie? Titel Auteur(s), incl. adres(sen) en studentnummer(s) van student(en) Datum Versienummer Vaknaam, vakcode en opdrachtgever(s) / docent Classificatie (bv. geheim, vertrouwelijk, openbaar rapport, etc.) Distributielijst (wie krijgen het rapport) Codering (t.b.v. archivering) en trefwoorden Contactgegevens Opbouw/structuur van de tekst Is er sprake van een duidelijke structuur in de hoofdtekst waarin een inleiding, een middenstuk en een conclusie duidelijk zijn te onderscheiden? Wordt er binnen hoofdstukken en paragrafen goed gewerkt met kopjes? Zijn deze functioneel? Kloppen ze? 18
19 Is er per alinea duidelijk sprake van een kernzin / een essentie? Inleiding Hoe wordt de aandacht getrokken? Wordt het probleem goed in een context geplaatst? Is voldoende snel duidelijk waar het verslag heen gaat? Wat het doel is van het verslag? Is de probleemstelling/vraagstelling voldoende duidelijk? Wordt het waarom van de probleemstelling/vraagstelling voldoende onderbouwd? Is de inleiding van een beperkte lengte? Middendeel Staat er voldoende informatie in het verslag? Worden argumenten goed onderbouwd? Is het middendeel goed gestructureerd middels probleemstelling, plan van aanpak, bedrijfsbeschrijving en resultaten? Conclusie Is de relatie met de in de inleiding gestelde probleemstelling/vraagstelling duidelijk? Wordt er ook antwoord gegeven op de probleemstelling/vraagstelling? De conclusie mag geen herhaling zijn van het middendeel, maar in de conclusie moet wel worden teruggekoppeld naar het middendeel. Is die terugkoppeling gemaakt? Is de conclusie zelfstandig leesbaar? Is de conclusie beknopt en ondubbelzinnig? Worden er aanbevelingen gemaakt en onderbouwd? Informatie Is er sprake van een heldere probleemstelling of vraagstelling? Is gebruik gemaakt van voldoende kennisbronnen? Argumentatie Past de argumentatie bij de probleemstelling, vraagstelling? Heeft de argumentatie voldoende aandacht gekregen in de tekst? Zijn de argumenten voldoende uitgewerkt (onderbouwd) en voldoende scherp? Wordt de probleemstelling / vraagstelling goed ondersteund door de informatie? Is de argumentatie voldoende breed en diep. Consistentie Is de tekst consistent? (o.m.: Zijn er geen passages in de tekst die elkaar tegenspreken?) Is de conclusie consistent? (o.m.: Is de informatie in de conclusie inderdaad in het voorgaande aan bod gekomen? Wordt teruggekomen op de probleemstelling/vraagstelling?) Zijn alle conclusies en argumenten expliciet verwoord? Overgangen/kernzinnen Zijn de overgangen binnen en tussen de alinea s duidelijk? Zijn er goede kernzinnen in de alinea s gebruikt? Citaten & bronnengebruik Zijn de juiste citaten gekozen die passen bij de tekst? Wordt op de juiste manier geciteerd? De lezer moet begrijpen waarom die passage is opgenomen. Is gebruik gemaakt van pagina-aanduiding bij citering of een duidelijke stelling overneemt van een auteur. Zijn op de daartoe geëigende plaatsen in de tekst bronverwijzingen toegevoegd? Is de oorspronkelijke literatuur in de noten opgenomen? Zijn de bronverwijzingen conform de voorbeeldliteratuurlijst? Is er een aparte literatuurlijst toegevoegd (ook conform de voorbeeldliteratuurlijst)? Spelling/zinsbouw Is het actief geschreven (niet te veel wordt/worden gebruikt)? 19
20 Zijn tangzinnen vermeden. Stijl Is er sprake van een heldere, bondige tekst? Is de tekst niet te wollig/omslachtig? Worden er niet te veel woorden gebruikt om iets te zeggen? Is het schrijftaal? Zijn stijlbreuken bijvoorbeeld met uitspraken uit de spreektaal vermeden? Komen er geen duistere uitdrukkingwijzen en dubbelzinnigheden voor? Zijn herhalingen / is overlap in de tekst vermeden? Originaliteit Is de vraagstelling, de uitwerking origineel (worden er veel verschillende of onverwachte argumenten aangevoerd)? Voorbeeld indeling bedrijfskundig rapport Een bedrijfskundig rapport bestaat uit 3 delen: het begin, de hoofdtekst en de referenties + bijlagen. Het begin van het rapport bestaat uit de volgende ongenummerde - onderdelen. Omslag Titelpagina Management samenvatting - Beknopte weergave (max. 1 A4) van vraagstelling, plan van aanpak, resultaten, conclusies en aanbevelingen Inhoudsopgave - Indeling van hoofdstukken en paragrafen en verwijzing naar de betreffende pagina s van het rapport - Lijst met tabellen met verwijzing naar de betreffende pagina s van het rapport - Lijst met figuren met verwijzing naar de betreffende pagina s van het rapport Voorwoord - Vrij door de auteur(s) zelf in te vullen (vaak worden bijv. deelnemers aan het onderzoek bedankt voor hun medewerking) De hoofdtekst bevat het eigenlijke onderzoek waarover wordt gerapporteerd. Ieder onderdeel is opgenomen in een meestal genummerd hoofdstuk. Sommige onderdelen kunnen worden samengevoegd in 1 hoofdstuk, sommige onderdelen beslaan meerdere hoofdstukken. Inleiding - Aanleiding tot het onderzoek - Achtergrondinformatie - Globale indeling van het rapport/leeswijzer Probleemstelling/opdracht - Wat is de opdracht/onderzoeksvraag? - Wat wil de opdrachtgever / docent weten? D.w.z. welke beslissing(en) wil de opdrachtgever kunnen nemen op grond van de resultaten van het onderzoek? Plan van aanpak - Welke informatie is nodig om de vraag van de opdrachtgever te kunnen beantwoorden en hoe gedetailleerd moet die informatie zijn, wil de opdrachtgever verantwoord (beargumenteerd) kunnen beslissen? - Waar bevindt zich de (nog ontbrekende) informatie die nodig is om de vraag van de opdrachtgever te kunnen beantwoorden? - Hoe wordt die informatie verzameld? - Hoe wordt de verzamelde informatie geanalyseerd/gecombineerd om de gevraagde antwoorden te kunnen geven? 20
21 - Welke informatie is nodig om de context van het onderzoek te kunnen beschrijven in het rapport (bijv. aanleiding voor het onderzoek en relevante ontwikkelingen te beschrijven in de Inleiding; organisatie-, afdelings- en procesbeschrijving, weer te geven in de bedrijfs- en afdelingsbeschrijving)? Bedrijfs- en afdelingsbeschrijving - Context van het onderzoek; voor de opdracht/vraagstelling relevante kenmerken van o de organisatie(s) waarin het onderzoek plaatsvindt o de afdeling(en) waarin het onderzoek plaatsvindt o het proces (de processen) waar de opdracht betrekking op heeft (wat gebeurt er achtereenvolgens, wie voert die activiteiten uit, welke middelen zijn ervoor nodig, e.d.) Resultaten - Wat levert de analyse van de verzamelde informatie voor gegevens op, die relevant zijn in het kader van de opdracht/vraagstelling (bv de gevolgen voor zorg, capaciteiten, kosten van alternatieve werkwijzen)? Conclusies - Hoe luidt de conclusie t.a.v. de vraag van de opdrachtgever (bijv. er is wel/niet een beter alternatief voor de bestaande manier van werken)? Aanbevelingen - Welke aanbeveling(en) vloeien voort uit de conclusie(s)? M.a.w. wat wordt de opdrachtgever geadviseerd te gaan doen (welke beslissing kan de opdrachtgever het beste nemen; bijv. overstappen op een evident betere alternatieve werkwijze)? Het laatste deel van een bedrijfskundig rapport bevat de referenties naar gebruikte literatuur. Dit onderdeel volgt direct op de hoofdtekst en is ongenummerd. Daarna volgen de bijlagen, die een eigen nummering hebben, los van de hoofdstuknummers. Geraadpleegde literatuur - Alle in de tekst genoemde bronnen systematisch (zie: bibliotheekinstructie en Nederhoed p. 246) weergeven Bijlagen In de bijlagen staat alle informatie die nodig is om het onderzoek uit te kunnen voeren/herhalen. Bijv. de bij de interviews gehanteerde vragenlijsten, toegepaste analysemethoden, e.d. en informatie die te gedetailleerd is om in de hoofdtekst volledig gerapporteerd te kunnen worden, maar die een geïnteresseerde (kritische) lezer nodig heeft om in de tekst gedane beweringen op juistheid te controleren (bijv. gedetailleerde beschrijvingen van systemen of procedures; resultaten van statistische analyses; etc.). Voorbeeld literatuurlijst De opleiding Technische Bedrijfskunde hecht grote waarde aan een juiste vermelding van bronnen en een goede literatuurlijst. Bronvermelding heeft verschillende doelen: (i) het maakt het mogelijk dat lezers van je werkstuk de bronnen die je hebt gebruikt gemakkelijk na kunnen vinden en kunnen onderzoeken. (ii) Het laat je onderzoeksproces en de diepte van je beschouwingen zien. (iii) Het geeft lezers de mogelijkheid om jouw visie te vergelijken met die van anderen, om het met anderen eens of oneens te zijn. (iv) Het doet recht aan het harde werk dat anderen hebben gedaan. Hieronder zijn richtlijnen voor bronvermelding en het opstellen van een literatuurlijst opgenomen. De richtlijnen komen van de American Psychological Association (APA) stijl. De APA geeft een format voor het schrijven van wetenschappelijke artikelen, theses en papers op academisch niveau. In het tekstkader hieronder vind je richtlijnen voor het opnemen van bronnen in werkstukken. 21
22 Citations in the text of your paper Include the author s last name(s), the year of publication, and be enclosed in parentheses (Wolf & Masters, 2006). When you are including a direct quote from other work, include a specific page reference (Anderson, 2004, p. 223). If the author(s) names are mentioned in the same sentence, include only the year of publication. If the year of publication is mentioned in the text, include only the author s name in the citation. Two authors: For works by two authors, always include both author names: (Anderson & Bjorn, 2003). As Anderson and Bjorn (2003) illustrated in their recent study As recently as 2003, a prominent study (Anderson & Bjorn) illustrated Three, four, or five authors: When a work has 3, 4, or 5 authors, include the names of all the authors the first time the work is cited: (Anderson, Myers, Wilkes, & Matthews, 2003) For all subsequent citations of this work, use et al. :(Anderson et al., 2003) Six or more authors: When a work has 6 or more authors, use et al.: (Bell et al., 2003) Unsigned works For unsigned works, include the title, enclosed in parentheses. Put quotation marks for short work titles, and italicize the titles of reports, books, and other significant works: ( Recent Developments, 2004) (Dictionary of Tetrathalocigistic Diseases, 2004) In het tekstkader hieronder vind je richtlijnen voor het maken van een literatuurlijst. The citations in the text of the document should point to an entry in the Reference List. The Reference List should be the last page of the paper, with the word References at the top of the page, centered. Entries in the Reference List should be alphabetized. Double space the entire page. Voorbeelden referenties: Article in a scholarly journal: Wolf, E. (1990). Distinguished lecture: Facing power. American Anthropologist, 92, Article in a journal, magazine, or newsletter, no author listed: Understanding the new regulations. (2002, May 1). Scioto Valley Newsletter, 9, 3-4. Letter to the editor, published in newspaper. Mays, E. S. (2001, June 11). The business of business [Letter to the editor]. Wall Street Journal, p. 3. A basic book: Anderson, F. J. (1977). An illustrated history of the herbals. New York: Columbia University Press. An edited book: Gilbert, H. S., & Hart, L. N. (Eds.). (2000). Racism and mapmaking: Never a straight line? New York: Preston Press. 22
23 Book, an edition other than the first: Massey, W. R., & Jameson, W. M., Jr. (2001). Organizational behavior and the new internet logic (3rd ed.). New York: McGraw-Hill. Chapter or section in a book: Gardener, E. D., Miner, E., & Royans, G. D. (1988). Heretics. In S. Nevins & L. Bointer (Eds.), 16th Century England (pp ). London: Methaneon. Internet article, based on a print source: Lessing, J. P. (2001). The physics of cultural magnets. Journal of Anthropological Studies, 8, Retrieved July 3, 2002, from Article in a journal published on the internet: Mercer, K. R. (2001). The matter at hand: Chaos is nothing. Atomic Psychology, 6, Article056a. Retrieved January 21, 2001, from ftp:// Article in a journal, retrieved from online service (ProQuest, EBSCO): Jameson, M. M., Wilson, A. E., & Myers, B. R. (2003). Managing managers in the changing workplace. Journal of Management and Culture, 43, Retrieved April 15, 2003, from alajournals database. Stand-alone web page, no author, no date: TechNo s adolescent quotient questionnaire. (n.d.). Retrieved August 5, 2002, from Web page published as part of a website: Reibel, J. H. (1994). Pedagogy for the 21st century. Retrieved January 1, 2002, from Columbia University, Institute for Learning Technologies Web site: Web page in a topical section of an organization s web site: Petrie Environmental Watch Center. (2002, Aug. 2). Recent conservation legislation. In Law and land use in Petrie County (section 2). Retrieved August 3, 2002, from Abstract of a technical report: Celifano, C. R., & Roland, W. M. (2001). Measured rates of glacial melting in 4 locations (ORSI Polar Research Institute Report No. 14). Abstract retrieved May 5, 2002, from Multipage document created by a private organization: Commit to be fit! Arlington Chapter. (n.d.). Heart helps: Ten 10 minute workouts. Retrieved August 5, 2002, from US Government report: United States Sentencing Commission. (n.d.). Federal sentencing statistics by state. Retrieved Aug 2, 2002, from 23
24 Algemene schrijftips Hieronder geven we enkele algemene schrijftips voor studenten. De tekst moet een geheel zijn De probleemstelling is de spil van de tekst. Daarop moet alles wat je schrijft gericht zijn. Dit betekent dat de conclusie bij je probleemstelling moet aansluiten. Eveneens betekent dit dat je alleen de informatie moet geven die voor je probleemstelling noodzakelijk is. Let op bronvermelding Laat zien waar je informatie vandaan komt. Zowel door het aanbrengen van bronverwijzingen (voet of eindnoten) als door een literatuurlijst toe te voegen. Zet in de noten goed de auteur, de titel, uitgever, en jaar van uitgave van je bron. Als je informatie van een specifieke bladzijde gebruikt, zet die er dan ook bij. Bij websites, interviews en dergelijke moet de informatie zo duidelijk mogelijk zijn: ook datum en plaats van interview, datum van raadpleging internetsite. Gebruik hiervoor de voorbeeld literatuurlijst. Goede bronvermelding is essentieel. Vermijd storende herhalingen Probeer te variëren in je woordkeuze. Tips over zinsbouw 1. Voorkom zoveel mogelijk passieve zinnen: dus zinnen met worden. Hierdoor verdwijnt het onderwerp uit de zin. Bij uitspraken als het systeem moet gebouwd worden, het moet in de omgeving ingepast worden, er kan gedacht worden etc kun je je altijd afvragen: wie bouwt er/ past er in, denkt er? Zinnen worden een stuk duidelijker als je ze actief herformuleert, en soms kun je het hele stukje zin met worden ook weglaten zonder dat je zin aan betekenis verliest. 2. Voorkom tangzinnen. Dat is een zin die je in twee delen deelt, en je zet er een tussenzin tussen. Vaak kun je beter de zin gewoon als één geheel formuleren, en dan de bijzin erna neerzetten. In het voorbeeld zit het cursieve deel in de tang: De vraag die je daarbij kan stellen is, dat als het algemene karakter niet volledig aansluit op de gebruiker, of het algemene systeem dan wel goed genoeg is. Beter is om dit te herformuleren en de tang eruit te halen. Bijvoorbeeld: Als het inderdaad zo is dat het systeem niet volledig aansluit op de gebruiker, dan kun je de vraag stellen of het algemene systeem wel goed genoeg is. 3. Zoek naar de minst omslachtige formulering. Het is beter om weinig woorden te gebruiken dan veel. Wees to the point. Voorbeeld: Na een verduidelijking van wat er ongeveer verstaan kan worden onder een. Beter is: Nu duidelijk is wat een. 4. Leestekens moeten een eenduidige betekenis hebben. Zet geen onnodige komma s. Komma s functioneren in een tekst niet als vraagtekens of denkpauzes en je zet bijna nooit een komma vóór het woordje 'en'. Dat is overbodig. Gebruik spellingchecker Gebruik de spellingchecker van je computer, maar ga er niet vanuit dat deze alle fouten uit je tekst haalt. Overig Laat je verhaal voordat je het inlevert eerst aan iemand lezen. 24
Studeerwijzer. Bachelor Eindproject (1BEP0) 15 januari 2015. Dr. S.A.E. Resing-Sassen Ir.dr. S.D.P. Flapper
Studeerwijzer Bachelor Eindproject (1BEP0) 15 januari 2015 Dr. S.A.E. Resing-Sassen Ir.dr. S.D.P. Flapper Inhoudsopgave INLEIDING... 3 1. PLAATS IN HET CURRICULUM... 4 1.1 SEMESTER... 4 1.2 RELATIE MET
Nadere informatieBEOORDELINGSFORMULIER
Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in
Nadere informatieFACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN
FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)
Nadere informatieBEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3
Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende
Nadere informatieFaculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte
Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement
Nadere informatieStudiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:
Nadere informatieBachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap
Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap 1. Definitie 2. Omvang 3. Begeleiding 4. Beoordelingscriteria 5. Eindtermen 6. Mogelijke aanvullingen Bijlage: Stappenplannen 1. Definitie De Bachelorscriptie
Nadere informatieWERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016
HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.
Nadere informatieAcademisch schrijven. Tips and tricks
Academisch schrijven Tips and tricks Overzicht ViP s ViP-1: structuur 1 ViP-2: refereren, parafraseren en citeren ViP-3: cohesie en zinsconstructies ViP-5: structuur 2 ViP-1: structuur 1 Titel en kopjes
Nadere informatie1
1 2 3 4 5 6 7 8 - - - 9 10 o o 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Toetsingskader scriptie master Financieel recht SCRIPTIE BEOORDELINGSFORMULIER MASTER FINANCIEEL RECHT Uitleg beoordelingsformulier
Nadere informatieBachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap
Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap 1. Definitie 2. Omvang 3. Begeleiding 4. Beoordelingscriteria 5. Eindtermen 6. Mogelijke aanvullingen Bijlage: Stappenplannen 1. Definitie De Bachelorscriptie
Nadere informatieReglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015
Faculteit der Geesteswetenschappen Afdeling Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam Datum 10-9-2015 Contactpersoon J.J.B.Turpijn@uva.nl Bijlagen Beoordelingsformulier
Nadere informatie: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6
Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en
Nadere informatieCulture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -
Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - 2014-2015 Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen
Nadere informatieBijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie
Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders
Nadere informatieSECTORWERKSTUK 2013-2014
SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,
Nadere informatieFormat voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster
Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar
Nadere informatieBa-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur
Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-15 1. Definitie De BA-scriptie is een schriftelijke weerslag van een praktische oefening in het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een
Nadere informatieReglement bachelorwerkstuk
Reglement bachelorwerkstuk Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen met een werkstuk ter afronding van de bacheloropleidingen
Nadere informatieScriptiegroep. Bijeenkomst 08
Scriptiegroep Bijeenkomst 08 Inhoudselementen van een scriptie Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Bronnenonderzoek Afstudeerproject Conclusie Samenvatting Literatuurlijst Bijlagen Inhoudsopgave Routekaart
Nadere informatieBeoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.
Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding
Nadere informatieVoorblad Bachelor Thesis Eerste beoordelaar: 6 Tweede beoordelaar: 8
Voorblad Bachelor Thesis 201-2018 Naam student: van Zijl, Nikki Studentnummer: 500822 Naam docentbegeleider: B van Tol Naam 2 e beoordelaar: N. Kool Datum: 1-2-2018 Handtekening docentbegeleider: Kans:
Nadere informatieIntroductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.
Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van
Nadere informatieCompetentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.
Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair
Nadere informatieScriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)
Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen
Nadere informatieReglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies
Faculteit der Geesteswetenschappen Europese Studies Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies 2015-2016 Vastgesteld en goedgekeurd door de Examencommissie van het College of Humanities,
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:
Nadere informatieVoorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016
Voorlichting 4-HAVO Profielwerkstuk 7 april 2016 Onderwerpen voorlichtingsbijeenkomst Wat is een profielwerkstuk (pws)? Het belang van het pws Alleen of samen? Onderwerpen van het pws Welke vorm heeft
Nadere informatieREGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)
Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester
Nadere informatieBijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel
Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke
Nadere informatieHet eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2013-2014
Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2013-2014 Lucas Sint, Luc van Roemburg en Monique de Hoop September 2013 Inhoudsopgave Inleiding: Wat is het eindwerkstuk?...3 Jaarplanning.4 De beoordeling van het eindwerkstuk.6
Nadere informatieBeoordeling van het PWS
Weging tussen de drie fasen: 25% projectvoorstel, 50% eindverslag, 25% presentatie (indien de presentatie het belangrijkste onderdeel is (toneelstuk, balletuitvoering, muziekuitvoering), dan telt de presentatie
Nadere informatieCulture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -
Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014
Nadere informatieRegels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties
Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties Algemene criteria 1. De scriptie is het schriftelijke verslag van een onderzoek dat een student heeft verricht in een grote mate van
Nadere informatieProfielwerkstukplus HAVO
Profielwerkstukplus HAVO Inleiding Aan het eind van je schoolloopbaan laat je zien dat je klaar bent voor je vervolgopleiding. Het profielwerkstukplus (PWS+) is daar één van de middelen voor. Je maakt,
Nadere informatieEisen en lay-out van het PWS
Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de
Nadere informatieDe DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:
beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen
Nadere informatieHet profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:
-1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan
Nadere informatieBeoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017
Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017 Voorwaarden voor het nakijken van het projectplan: De omvang van het plan is maximaal 4000 woorden. (excl. tabellen, figuren, bijlagen, literatuurlijst).
Nadere informatieEen model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk
Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Nadere informatieNon satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding
Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback Aanleiding De lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werkt mee aan het SURF-project Nonsatis scire. In het kader van dit project wordt een pilot
Nadere informatieDeelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek
Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten
Nadere informatieinformatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016
informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje
Nadere informatieHandleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012
Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk april 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De tijdlijn 3. De verschillende fasen 4. Onderwerp zoeken 5. Informatie zoeken 6. Nog 10 tips 7. De beoordeling
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal
Nadere informatie1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen
1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.
Nadere informatieInstructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar
Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:
Nadere informatieSTARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH
PRAKTISCH STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE deadline toelating 10 november 2016. toelatingsgesprekken vanaf half november, begin december. start 19 januari 2017. tweejarige parttime opleiding.
Nadere informatieBeoordelingsformulier eindproduct of verslag
Beoordelingsformulier eindproduct of verslag Naam student: Nathalie Zuijdam (000) Floor Smit (000) Cijfer:. (in te vullen door DB) Student nr.: zie boven Herkansing: x nee ja Naam beoordelaar: Roos van
Nadere informatieHet Sectorwerkstuk. Naam leerling
Het Sectorwerkstuk Nakijkboekje: Naam leerling Naam docent Titel werkstuk Het werkstuk wordt nagekeken met behulp Van de formulieren in dit boekje door de begeleider en eventueel (afspreken!) een andere
Nadere informatieBeoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2)
Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie november 2017 Voorwaarden voor het nakijken van het projectplan: De omvang van het plan is maximaal 4000 woorden. (excl. tabellen, figuren, bijlagen, literatuurlijst).
Nadere informatieWorkshop voorbereiden Authentieke instructiemodel
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft
Nadere informatieBijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan
Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek
Nadere informatiePWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten
PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp
Nadere informatie6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent
Bachelor Opleiding Sociale Geografie & Planologie Beoordelingsprotocollen Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren, Groepsonderzoekproject & Bachelorproject De Beoordelingsprotocollen van Wetenschappelijk
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek:
Nadere informatieHANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK
Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK 2015-2016 Deze handleiding geeft een uitwerking van de bepalingen in de onderwijs- en examenregeling (bijlage B) voor het BA-eindwerkstuk.
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieCompetentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde
Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))
Nadere informatieDe praktische kant van academische vorming: academische vaardigheden
De praktische kant van academische vorming: academische vaardigheden Henk Donkers Sectie Geografie, planologie en milieu Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Uitgangspunten
Nadere informatieBOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER
BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 13 Gehandicaptenzorg en samenleving profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN: Om aan deze leereenheid
Nadere informatieCurriculumevaluatie BA Wijsbegeerte
Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor
Nadere informatieTestplan Module 12: Bachelor assignment ( )
Testplan Module 12: Bachelor assignment (201500466) BSc Chemical Engineering, academic year: 2017-2018 Module information Module examiners Module parts EC Gardeniers, Bouwmeester, Betlem, Huskens, Brilman,
Nadere informatieProfessionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel
Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;
Nadere informatieHet onderzoeksverslag
Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling
Nadere informatieScriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)
Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen
Nadere informatieBACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE
BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE INLEIDING 2 1. HET BACHELOREINDWERKSTUK KI 3 2. PROCEDURES 4 2.1. AANMELDINGSPROCEDURE 4 2.2. PROCEDURE BIJ AFRONDING 5 2.3. GESCHILLEN 5 3. BEGELEIDING EN
Nadere informatieHandleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht
Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht Inleiding Een masterscriptie is een academisch werkstuk waarin verslag wordt gedaan van een wetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieSW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan
Nadere informatieCurriculumevaluatie BA Filosofie
Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieBreidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe
Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven
Nadere informatieBepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Nadere informatieONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt
Nadere informatieProfielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk
Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan
Nadere informatieBIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK
BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK Naam student:,,niki Luiks, Naam begeleider: Datum eindbeoordeling: voldoende (cijfer 7) Handtekening:.. Cesuur: Het plan van aanpak dient met een voldoende
Nadere informatieLANGE KLINISCHE BEOORDELING
HANDLEIDING LANGE KLINISCHE BEOORDELING Inleiding Tijdens de stages/leerwerkperiodes organiseer je twee Lange Klinische Beoordelingen: een halverwege de stage/leerwerkperiode en een aan het einde van de
Nadere informatieHandleiding Vergadertechnieken
Handleiding Vergadertechnieken Zelfstudie en rapporteren Bij OGO leer je niet alleen via het actief deelnemen aan groepsdiscussies, maar ook via het individueel uitvoeren van zelfstudieopdrachten (ZSO).
Nadere informatieDe Taxonomie van Bloom Toelichting
De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog
Nadere informatieVademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur
Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur 1 Inleiding en opzet 1.1 Doelstelling bachelorwerkstuk Het individuele bachelorwerkstuk is de afsluiting van de bacheloropleiding Nederlandse taal
Nadere informatieDe 6 Friesland College-competenties.
De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke
Nadere informatieDe scriptie in de masteropleiding Neerlandistiek
De scriptie in de masteropleiding Neerlandistiek Reglement 2014-2015 1. Omschrijving 1.1 De MA-scriptie is een schriftelijk verslag van een door de student zelfstandig opgezet en uitgevoerd onderzoek.
Nadere informatieToetsing Let op! Belangrijke data:
Toetsing De toetsing voor dit leerarrangement Praktijkgericht Onderzoek LA5-jaar 1, bestaat uit twee onderdelen: 1. Een (schriftelijke) onderzoeksopzet; 2. Een (mondelinge) presentatie van (de kern van)
Nadere informatieBeoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12
Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het
Nadere informatieStudiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging
Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:
Nadere informatieMasterproef oktober 2009
Masterproef 1 29 oktober 2009 Wat is een masterproef? Beslaat +/- 50 blz (15000 woorden) Volgt de structuur van een wetenschappelijk artikel (onderzoek of literatuurstudie) Volgt de APA richtlijnen Deontologie
Nadere informatieCompetenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.
Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.
Nadere informatieCompetenties Luuk van Paridon. Analyseren
Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Aanvang
Studenthandleiding Bachelorscriptie Burgerlijk recht 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 2 Doel bachelorscriptie... 2 Aansluiting bij eerder geschreven essays... 2 2. Aanvang... 2 Introductiecollege... 2
Nadere informatieHet profielwerkstuk
1 Het profielwerkstuk 2014-2015 1. Inleiding Het profielwerkstuk (pws) is een onderdeel van het examendossier. Het profielwerkstuk is een opdracht voor de studenten van de examenklas voor een van de vakken
Nadere informatieJOB AID: Feedback & toetsing van schrijfopdrachten
JOB AID: Feedback & toetsing van schrijfopdrachten Inleiding Deze job aid is vooral bedoeld voor de vakken met een schrijfopdracht uit de schrijfvaardighedenlijn. Het betreft de vakken: I. SMW, II. Organisatiewetenschappen,
Nadere informatieLaag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten
Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen
Nadere informatieUser Centred Development. UCD Werkcollege blok 1 week 3
User Centred Development UCD Werkcollege blok 1 week 3 Agenda Algemene Feedback lesweek 2 opdracht De valkuilen van onderzoek Aspartaam: wie kun je vertrouwen? Internet Detective Onderzoek: meer dan Google
Nadere informatieAfdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding
Afdeling VAVO Praktische opdracht HAVO/VWO Handleiding Inleiding Voor verschillende vakken dient u een praktische opdracht te maken. In deze handleiding staan instructies voor het maken van een praktische
Nadere informatie