Noot onder Antwerpen 24 juni 2008
|
|
- Suzanna van den Velde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Noot onder Antwerpen 24 juni 2008 Huwelijksvermogensstelsel Erfstelling Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door Sofie Haegeman Studentennr Major burgerlijk recht en strafrecht Promotor: Prof. Dr. Jan Bael Commissaris: Stan Devos
2
3 Echte liefde kent geen grenzen.
4 INHOUDSTAFEL I. Voorwoord II. Inleiding A. Uiteenzetting van de feiten B. Standpunt van de fiscale administratie C. Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt D. Arrest van het hof van beroep te Antwerpen E. Voorziening in cassatie III. Omstandigheden waarin een sterfhuisclausule wordt opgenomen in een huwelijkscontract IV. Risico s verbonden aan het gebruik van een sterfhuisclausule A. Beding is niet eenzijdig herroepbaar B. Zwaardere successierechten voor descendenten C. Druk van successieplanning naar de kinderen toe komt volledig op de schouders van de langstlevende D. Beding krijgt ook uitwerking wanneer het huwelijk ontbonden wordt door echtscheiding E. Beding krijgt ook uitwerking wanneer de nominatim aangewezen echtgenoot als eerste overlijdt F. Discussie omtrent de belastbaarheid V. Geldigheid van een sterfhuisclausule VI. Tegenwerpelijkheid
5 VII. Civielrechtelijke kwalificatie A. Kwalificatie van de sterfhuisclausule 1. Huwelijksvoordeel 2. Schenking B. Kwalificatie van het surplus 1. Contractuele erfstelling 2. Huwelijksvoordeel 3. Schenking 4. Civielrechtelijke gevolgen van de kwalificatie als huwelijksvoordeel a. Gevolgen bij de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding b. Gevolgen bij het vooroverlijden van de begunstigde echtgenoot c. Vervreemding d. Inkorting van het huwelijksvoordeel VIII. Fiscaalrechtelijke behandeling A. Artikel 2 van het Wetboek van Successierechten B. Artikel 5 van het Wetboek van Successierechten C. Artikel 7 van het Wetboek van Successierechten D. Algemene fiscaalrechtelijke principes E. Artikel 106 van het Wetboek van Successierechten F. Schenkingsrechten G. Inkorting van het geherkwalificeerde huwelijksvoordeel IX. Verrekenbeding in een stelsel van scheiding van goederen X. Enkele alternatieven voor een sterfhuisclausule A. Meer genuanceerde sterfhuisclausule B. Verblijvingsbeding onder last XI. Conclusie
6 I. Voorwoord Mijn oprechte dank gaat vooreerst uit naar mevrouw Herlinde Baert, assistente van professor Jan Bael, die steeds klaar stond om allerhande vragen met een glimlach te beantwoorden. Graag wil ook mijn broer, ouders en grootouders bedanken voor de vele steun het voorbije jaar. Ten slotte wil ik graag een bijzonder woord van dank uitspreken naar mijn vrienden toe voor hun onvoorwaardelijke steun en oprechte interesse in het verloop en de inhoud van deze masterproef. 1
7 II. Inleiding Er is niets zo mooi als het huwelijk. De ene echtgenoot belooft de andere trouw in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid. Echte liefde overwint alles, ook de dood, en dus kunnen echtgenoten in hun huwelijkscontract een clausule inlassen waaruit moet blijken dat hun liefde voor elkaar niet eindigt wanneer de dood hun scheidt. Echte liefde kent geen grenzen. Deze clausule zal worden ingelast om zo voor de tijd dat de andere echtgenoot er niet meer zal zijn, te garanderen dat de langstlevende echtgenoot dezelfde levensstandaard als tijdens het leven samen zal kunnen aanhouden. En dit uiteraard, als het even kan, liefst op een fiscaal voordelige manier. Centraal in onderhavig arrest staat een dergelijk beding van een huwelijkscontract waarbij, bij de ontbinding van de huwelijksgemeenschap om eender welke reden, dus los van een voorwaarde van overleving, de huwelijksgemeenschap zal worden toebedeeld aan een van de echtgenoten. Zo een eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding wordt ook wel een sterfhuisclausule genoemd, nu het beding vooral wordt aangewend wanneer blijkt dat een van de echtgenoten ongeneeslijk ziek is of zijn overlevingskansen heel beperkt zijn. Dergelijke toebedeling ongeacht de oorzaak van ontbinding van de huwelijksgemeenschap maakt echter dat de echtgenoot die zijn deel in het gemeenschappelijk vermogen afstaat, zich in een uiterst precaire situatie bevindt, in die zin dat deze clausule wordt opgenomen in een huwelijkscontract, wat met zich meebrengt dat deze echtgenoot het beding niet eenzijdig kan herroepen. Daarnaast leidt een dergelijk eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding mogelijks tot hogere successierechten in hoofde van de kinderen, wanneer de langstlevende echtgenoot op zijn beurt komt te overlijden. Bovendien zal ook wanneer de huwelijksgemeenschap ontbonden wordt door echtscheiding, deze clausule uitwerking krijgen en zal het gemeenschappelijk vermogen worden toegekend aan de aangewezen echtgenoot. Hetzelfde geldt wanneer deze aangewezen echtgenoot als eerste komt te sterven en de huwelijksgemeenschap dus ontbonden wordt door diens overlijden: de gehele huwelijksgemeenschap zal aan de overleden echtgenoot worden toebedeeld, zodat de echtgenoot die afstand deed van zijn aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, geen aanspraak meer kan maken op het deel van het gemeenschappelijk vermogen waarop hij recht zou hebben volgens het gemeen recht. Desondanks wordt de overlevingsvoorwaarde toch achterwege gelaten om zo te ontsnappen aan de toepassing van artikel 5 Wetboek van Successierechten. Dit artikel vereist met name 2
8 een voorwaarde van overleving om over te gaan tot de belastbaarheid van hetgeen de echtgenoot wordt toegekend boven de helft van de huwelijksgemeenschap. In de rechtspraak 1 en in de rechtsleer 2 wordt unaniem aanvaard dat via de afwezigheid van enige voorwaarde van overleving de toepasselijkheid van artikel 5 van het Wetboek van Successierechten kan worden omzeild. Ook de fiscale administratie 3 treedt deze zienswijze bij. Met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 2 van het Wetboek van Successierechten op dit eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding is er heel wat meer te doen. Dit artikel voorziet in een heffing van successierechten op erfgoederen ongeacht of zij ingevolge wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden overgemaakt. Alvorens over te gaan tot een fiscaalrechtelijke benadering, moet het surplus dus eerst burgerrechtelijk gekwalificeerd worden. En hier wringt nu juist het schoentje: in de rechtsleer 1 Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, , noot B. INDEKEU, A. NIJS, A. VERBEKE; Rb. Hasselt 18 oktober 2006, RABG 2007, afl. 8, , noot C. DE WULF, N. LABEEUW, D. NORÉ, I. VERHULST. 2 H. CASMAN, A. VERBEKE, Belastbaarheid van huwelijksvermogensrechtelijke verkrijgingen, Not.Fisc.M. 2007, afl. 1, 34; C. DECLERCK, Secundair huwelijksvermogensstelsel, in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Interscientia, 2006, 106; C. DECLERCK, Secundair huwelijksvermogensstelsel, in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2007, Antwerpen, Interscientia, 2007, 59; G. DEKNUDT, S. SEYNS, Hoofdstuk IV: Fiscale behandeling van voordelen tussen echtgenoten bij huwelijkscontract. Analyse van de artikelen 2 en 5 W.Succ., in W. PINTENS, J. DU MONGH, C. DECLERCK (eds.), Patrimonium 2009, Antwerpen, Intersentia, 2009, 235; J. DU MONGH, Huwelijksvoordelen en successieplanning. Voorzichtigheid blijft geboden, T.Not. 2007, afl. 12, 501; N. GEELHAND DE MERXEM, Bijzonder deel II: Het huwelijkscontract en de akte houdende wijziging van het huwelijkscontract als techniek van (fiscale) successieplanning in extremis, in C. DECKERS, J. DE HERDT, N. GEELHAND (eds.), Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 1 - (Fiscale) successieplanning in extremis in Vlaanderen. Naar een nieuw concept inzake fiscale successieplanning, Brussel, De Boeck - Larcier, 2008, 259; B. INDEKEU, De sterfhuisclausule gered?, AFT 2009, afl. 1, 31; Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 6283 met verslag van J. DECUYPER, Brussel, Bruylant, , 496; N. LABEEUW, Opnieuw over huwelijksvoordelen, Nieuwsbrief Successierechten , afl. 4, 6; A. MAYEUR, Régime matrimonial de communauté apport de biens propres à l un des époux - clause d attribution inconditionelle du patrimoine commun à l autre époux donations à l attributaire de la moitié des biens propres apportés article 5 du C. Succ. inapplicable mais, lors du décès de l époux qui en a fait l apport, imposition de la moitié des biens apportés, au titre d institution contractuelle par le défunt à son conjoint survivant (article 2 du C. Succ.), Droits de succession 2005, 3-5; A. MAYEUR, Droit de succession et de mutation par décès Clause d attribution inconditionelle de la communauté à l un des époux Non-application de l article 5 C. Succ., Droits de succession , afl. 1, 1; A. NIJS, A. VAN ZANTBEEK, A. VERBEKE, Eenzijdige en onvoorwaardelijke verblijving van de huwelijksgemeenschap. Opgelet met ingebrachte goederen, Nieuwsbrief successierechten , afl. 8, 3; D. NORÉ, Rechtbank maakt ernstig voorbehoud bij sterfhuisclausules: niet in elke hypothese onbelast (noot onder Rb. Hasselt 18 oktober 2006), RABG 2007, afl. 8, 565; J. RUYSSEVELDT, Huwelijkscontract Eenzijdige en onvoorwaardelijke toebedeling Fictiebepaling Art. 5 W. Succ., Nieuwsbrief Successierechten , afl. 5-6, 2; J. RUYSSEVELDT, Recente ontwikkelingen in het Vlaams successierecht, Not.Fisc.M. 2007, afl. 1, 4; S. VANDEN DAELEN, De sterfhuisclausule fiscaal ont(k)leed, Jura Falconis , afl. 1, 64; S. VANDUFFEL, A. VAN GEEL, Fiscale gevolgen van verdelingsbedingen: huwelijksvoordelen, in A. VERBEKE, F. BUYSSENS, H. DERYCKE (eds.), Handboek Estate Planning IV: Vermogensplanning met effect na overlijden: Langstlevende, Gent, Larcier, 2006, 94; I. VERHULST, Kan artikel 2 W. Succ. worden toegepast op bedingen van ongelijke verdeling?, TFR 2007, afl. 323, 510; L. WEYTS, Een toebedeling van de gemeenschap aan slechts één echtgenoot: is dit een ontsnappingsroute aan artikel 5 W. Succ. met een boobytrap of is het een veilig pad?, T.Not. 2005, afl. 1, 6 en L. WEYTS, Successierecht: ontsnappingsroute aan artikel 5 W. Succ., door de Administratie beoordeeld, T.Not. 2005, afl. 6, Administratieve beslissing, 22 oktober 2003, nr. E.E./99.731, Beslissing 6 december 2004, nr. E.E./
9 vallen er namelijk in hoofdorde drie strekkingen te onderscheiden. Een eerste strekking pleit voor een kwalificatie als huwelijksvoordeel, 4 maar hierbij dient meteen opgemerkt te worden dat er enige discussie bestaat omtrent de precieze invulling van het begrip huwelijksvoordelen. 5 Een tweede strekking is eerder geneigd het als een schenking te beschouwen 6 en een derde strekking gaat ten slotte voor een kwalificatie als contractuele erfstelling. 7 Deze laatste strekking wordt gevolgd door de fiscale administratie 8 en ook de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt 9 lijkt zich hierin te vinden. Het hof van beroep te Antwerpen 10 besluit dan weer dat het noch om een huwelijksvoordeel, noch om een schenking, noch om een contractuele erfstelling gaat, maar vermeldt verder niet hoe het surplus dan wél gekwalificeerd moet worden. Los van deze discussie zou men zich de vraag kunnen stellen of het surplus kan belast worden op grond van artikel 7 van het Wetboek van Successierechten. Volgens dit artikel worden de goederen waarover de overledene kosteloos beschikte gedurende drie jaren voor zijn overlijden, geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, indien de bevoordeling niet onderworpen werd aan het registratierecht op schenkingen. In de rechtsleer is men het er globaal gezien over eens dat dit artikel niet van toepassing is, vermits het voordeel dat de aangewezen echtgenoot verkrijgt, pas tot stand komt bij het overlijden van de andere echtgenoot en niet vóór zijn overlijden. 11 Sommige auteurs wijzen er echter op dat de fiscus 4 Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, 369, 2.2; H. CASMAN, A. VERBEKE, Belastbaarheid van huwelijksvermogensrechtelijke verkrijgingen, Not.Fisc.M. 2007, afl. 1, 33; B. INDEKEU, De sterfhuisclausule gered?, AFT 2009, afl. 1, 30 en 33; A. NIJS, Huwelijksvoordelen. Maken twee zwaluwen dan de lente? (noot onder Antwerpen 24 juni 2008), Nieuwsbrief Successierechten , afl. 9, 5; S. VANDUFFEL, A. VAN GEEL, Wanneer wordt een huwelijksvermogensrechtelijke verkrijging een schenking (art. 1464, tweede lid, B.W.), in A. VERBEKE, F. BUYSSENS, H. DERYCKE (eds.), Handboek Estate Planning IV: Vermogensplanning met effect na overlijden: Langstlevende, Gent, Larcier, 2006, 87 en I. VERHULST, Kan artikel 2 W. Succ. worden toegepast op bedingen van ongelijke verdeling?, TFR 2007, afl. 323, C. DE WULF, Een kritische doorlichting van recente rechtspraak en rechtsleer in verband met de sterfhuisclausule, T.Not. 2008, afl. 10, 471 ev. 6 Rb. Hasselt 18 oktober 2006, RABG 2007, afl. 8, ; G. DEKNUDT, Bedenkingen bij de fiscale behandeling van voordelen tussen echtgenoten bij huwelijkscontract impact op de inhoud van het huwelijkscontract, in C. CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. J. Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, ; C DE WULF, Een kritische doorlichting van recente rechtspraak en rechtsleer in verband met de sterfhuisclausule, T.Not. 2008, afl. 10, 174; D. NORÉ, Rechtbank maakt ernstig voorbehoud bij sterfhuisclausules: niet in elke hypothese onbelast (noot onder Rb. Hasselt 18 oktober 2006), RABG 2007, afl. 8, 565 en S. VANDEN DAELEN, De sterfhuisclausule fiscaal ont(k)leed, Jura Falconis , afl. 1, P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Les opérations atypiques. Effet libéral et droit fiscal, in P. DE PAGE (ed.), Droits des successions et donations: actualité civile et fiscale, Brussel, Bruylant, 2006, 32-33; O. VAN ACOLEYEN, Successierecht, Deurne, Kluwer, 1994, 55 en L. WEYTS, Successierecht: ontsnappingsroute aan artikel 5 W. Succ., door de Administratie beoordeeld, T.Not. 2005, afl. 6, Beslissing 6 december 2004, nr. E.E./ Rb. Hasselt 18 oktober 2006, RABG 2007, afl. 8, Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, Antw. Min. Fin. 18 januari 1977, Vr. en antw. Senaat, 593, 49; H. CASMAN EN A. VERBEKE, Belastbaarheid van huwelijksvermogensrechtelijke verkrijgingen, Not.Fisc.M. 2007, afl. 1, 35; Koninklijke federatie van 4
10 wel over de mogelijkheid zou beschikken om het surplus te onderwerpen aan registratierechten. 12 Ook binnen het Comité voor Studie en Wetgeving van de Koninklijke federatie van Belgische notarissen werd over de sterfhuisclausule al hevig gediscussieerd 13. Het CSW besloot in plenaire kamer, maar niet met unanimiteit, 14 dat het surplus noch op grond van artikel 2, noch op grond van artikel 5, noch op grond van artikel 7 van het Wetboek van Successierechten belastbaar is. In afwachting van een verhelderende rechterlijke uitspraak of een wettelijk ingrijpen die de onzekerheid met betrekking tot de al dan niet belastbaarheid van hetgeen verkregen wordt boven het plafond voorzien in artikel 1464, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek, wegneemt, kunnen echtgenoten toch nog met een gerust geweten beroep doen op de sterfhuisclausule. We weten immers allemaal dat magere Hein sneller is dan Vrouwe Justitia en de wetgever. En een opengevallen nalatenschap wordt nu eenmaal beheerst door bepalingen die reeds in werking zijn getreden op het ogenblik van het overlijden. Ook al schrikt de wetgever er niet voor terug om nu en dan een bepaling na haar inwerkingtreding te publiceren, toch staat ook in fiscale zaken het principe van de niet-retroactiviteit voorop. A. Uiteenzetting van de feiten Voor de duidelijkheid worden eerst de feiten die aan voorliggend arrest voorafgaan, kort uiteengezet. Ze laten zich als volgt samenvatten. Een echtpaar is gehuwd onder het wettelijk stelsel. Bij akte houdende wijziging van huwelijkscontract worden twee wijzigingen Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374bis met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2008; S. VANDEN DAELEN, De sterfhuisclausule fiscaal ont(k)leed, Jura Falconis , afl. 1, 72; L. WEYTS, Een toebedeling van de gemeenschap aan slechts één echtgenoot: is dit een ontsnappingsroute aan artikel 5 W. Succ. met een boobytrap of is het een veilig pad?, T.Not. 2005, afl. 1, G. DEKNUDT, Bedenkingen bij de fiscale behandeling van voordelen tussen echtgenoten bij huwelijkscontract impact op de inhoud van het huwelijkscontract, in C. Castelein, A. Verbeke, L. Weyts (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. J. Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 13; S. VANDEN DAELEN, De sterfhuisclausule fiscaal ont(k)leed, Jura Falconis , afl. 1, Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2006, en Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374bis met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2008, Het standpunt van het CSW werd aangenomen met meerderheid van stemmen, te weten met drie onthoudingen en één tegenstem. Deze laatste sluit zich aan bij het standpunt van de fiscale administratie en meent dat artikel 2 Wetboek van Successierechten van toepassing is. 5
11 aangebracht. Vooreerst worden er door de ene echtgenoot enkele onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen ingebracht. Daarnaast wordt in een verblijvingsbeding bepaald dat de huwelijksgemeenschap bij overlijden van de inbrengende echtgenoot in volle eigendom zal worden toebedeeld aan de langstlevende echtgenote. Deze laatste clausule wordt later opnieuw gewijzigd. Het huwelijkscontract stipuleert nu dat bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap om eender welke reden, de gemeenschap zal worden toebedeeld aan de nominatim aangewezen echtgenoot. Na het overlijden van de inbrengende echtgenoot verklaren zijn erfgenamen in de aangifte van nalatenschap dat deze nalatenschap op het vlak van successierechten onbelastbaar is, nu artikel 5 van het Wetboek van Successierechten 15 niet van toepassing is, vermits de aldaar geformuleerde voorwaarde van overleving niet werd gesteld in het beding van het huwelijkscontract. B. Standpunt van de fiscale administratie De fiscale administratie deelt deze mening, maar heft niettemin successierechten op de helft van de goederen die door de overleden echtgenoot in de gemeenschap werden ingebracht op grond van artikel 2 van het Wetboek van Successierechten. 16 C. Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt In een vonnis van 18 oktober volgt de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt het standpunt van de fiscale administratie: 18 Een dergelijk beding van ongelijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen, kan echter in de gevallen waarbij de bevoordeelde 15 Art. 5 W. Succ.: De overlevende echtgenoot, wie een huwelijksovereenkomst, die niet aan de regelen betreffende schenkingen onderworpen is, op voorwaarde van overleving meer dan de helft der gemeenschap toekent, wordt voor de heffing der rechten van de successie en van overgang bij overlijden, gelijkgesteld met de overlevende echtgenoot die, wanneer niet wordt afgeweken van de gelijke verdeling der gemeenschap, het deel van de andere echtgenoot krachtens een schenking of een uiterste wilsbeschikking geheel of gedeeltelijk verkrijgt. 16 Art. 2 W. Succ.: Deze rechten zijn verschuldigd op de erfgoederen ongeacht of zij ingevolge wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden overgemaakt. Ze zijn bovendien verschuldigd in de gevallen aangeduid onder artikel 3 tot Rb. Hasselt 18 oktober 2006, RABG 2007, afl. 8, Beslissing 6 december 2004, nr. E.E./
12 echtgenoot goederen verkrijgt die door de andere echtgenoot werden ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen of indien deze eigen goederen bezat bij het aannemen van het stelsel van algemene gemeenschap, niet meer beschouwd worden als te zijn aangegaan als huwelijksovereenkomst maar wordt op basis van artikel 1464, tweede lid B.W. als een schenking aangemerkt. Het beding moet derhalve in de mate dat de bevoordeelde echtgenoot, in casu eiseres, meer dan de helft van de door de andere echtgenoot ingebrachte goederen verkrijgt als een contractuele erfstelling worden bestempeld. Ze meent dat de clausule in het huwelijkscontract, die niet als een huwelijksovereenkomst kan worden gekwalificeerd, maar wel op toekomstige goederen betrekking heeft en bovendien onherroepelijk is, als een contractuele erfstelling moet worden beschouwd. De rechtbank van eerste aanleg oordeelt aldus dat er successierechten verschuldigd zijn op de helft van de waarde van de door de overleden echtgenoot in de huwelijksgemeenschap ingebrachte goederen en dit op grond van artikel 2 van het Wetboek van Successierechten. Overeenkomstig deze bepaling zijn de rechten immers verschuldigd op de erfgoederen, ongeacht of zij ingevolge wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden overgemaakt. De rechtbank verwijst dienaangaande naar een arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 5 oktober waarbij in het kader van een verrekeningsberekening bij het vereffenen van een stelsel van scheiding van goederen werd geoordeeld dat huwelijksvoordelen die betrekking hebben op meer dan de waarde van alle aanwinsten en meer dan de helft van de inbreng van de vooroverleden echtgenoot niet meer als een huwelijksvoordeel, maar als een schenking moeten worden beschouwd. Artikel 1464 van het Burgerlijk Wetboek geldt als een algemene regel inzake huwelijksvoordelen. D. Arrest van het hof van beroep te Antwerpen Tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt wordt hoger beroep ingesteld bij het hof van beroep te Antwerpen, wat resulteert in onderhavig arrest. Het hof van beroep te Antwerpen geeft vooreerst een definitie van het begrip huwelijksvoordelen. Het omschrijft deze als voordelen die een echtgenoot verkrijgt uit de werking, de samenstelling of verdeling van het huwelijksvermogensstelsel, waarmee hem aanwinsten zouden worden toegekend, ook al zouden dat alle aanwinsten zijn. Het hof van beroep preciseert daarbij dat dergelijke 19 Antwerpen 5 oktober 2004, Not.Fisc.M. 2004, afl. 10, , noot M. DELBOO, G. DEKNUDT, A. VERBEKE. 7
13 huwelijksvoordelen die betrekking hebben op aanwinsten, niet vallen onder de regels met betrekking tot de schenkingen. De kwalificatie als huwelijksvoordeel is bovendien een objectieve kwalificatie, die verwijst naar de aard en de goederen waarop het voordeel is toegekend. De kwalificatie staat dus los van de subjectieve intentie van de partijen. Deze kwalificatie geschiedt trouwens op het moment waarop de toewijzing plaatsvindt, dit is bij de ontbinding van het huwelijksstelsel, aangezien dan wordt nagegaan op welke goederen het beding slaat en of het binnen de perken van artikel 1464 van het Burgerlijk Wetboek 20 en artikel 1465 van het Burgerlijk Wetboek 21 blijft. Wanneer dit niet het geval is, dan is het voordeel, in de mate dat het deze grenzen overschrijdt, onderworpen aan de regels inzake schenkingen of minstens aan de regels inzake inkorting. 22 Dit surplus is geen huwelijksvoordeel, maar het is evenmin een schenking. Artikel 1464 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt enkel dat dit surplus als een schenking wordt beschouwd. De regels inzake schenkingen zijn dan ook slechts van toepassing omwille van de bescherming van de reservataire erfgenamen, wat meteen ook met zich meebrengt dat het surplus vatbaar is voor inkorting. 23 Vervolgens definieert het hof van beroep de contractuele erfstelling als een beschikking ten kostenloze titel in een huwelijkscontract of in een afzonderlijke akte waarbij iemand ten voordele van iemand anders beschikt over de goederen die zijn nalatenschap zullen samenstellen. Het hof verduidelijkt daarbij dat er slechts sprake is van een contractuele erfstelling wanneer deze betrekking heeft op goederen die de nalatenschap van de insteller zullen uitmaken, met andere woorden wanneer een echtgenoot beschikt over zijn eigen goederen of over zijn aandeel in het gemeenschappelijk vermogen. Met betrekking tot dit aandeel in het gemeenschappelijk vermogen merkt het hof van beroep op dat dit pas bepaald kan worden na de ontbinding van het stelsel en conform de wettelijke of conventionele regels van verdeling van dat gemeenschappelijk vermogen. Wat een verdelingsbeding van het gemeenschappelijk vermogen toekent aan een echtgenoot, kan dus niet worden beschouwd als 20 Art BW: Het beding van ongelijke verdeling en het beding van verblijving van het gehele gemeenschappelijke vermogen worden niet beschouwd als schenkingen, maar als huwelijksvoorwaarden. Zij worden echter wel als schenkingen beschouwd voor het aandeel boven de helft dat aan de langstlevende echtgenoot wordt toegewezen in de waarde, op de dag der verdeling, van de tegenwoordige of toekomstige goederen die de vooroverleden echtgenoot in het gemeenschappelijk vermogen heeft gebracht door een uitdrukkelijk beding in het huwelijkscontract. 21 Art BW: Ingeval er kinderen zijn die niet gemeenschappelijk zijn, blijft elk beding in het huwelijkscontract hetwelk ten gevolge heeft dat aan een der echtgenoten meer wordt gegeven dan het beschikbaar gedeelte, zonder gevolg ten aanzien van het meerdere; gelijke verdeling van hetgeen is overgespaard van de wederzijdse inkomsten der echtgenoten, al zijn die ongelijk, wordt echter niet beschouwd als een voordeel waardoor de kinderen die niet gemeenschappelijk zijn worden benadeeld. 22 Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, , nr Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, , nr
14 een contractuele erfstelling. Bovendien is een contractuele erfstelling een schenking van toekomstige goederen, zodat een animus donandi vereist is. 24 Het hof van beroep te Antwerpen is aldus van oordeel dat het zogenaamde surplus noch een huwelijksvoordeel, noch een schenking, noch een contractuele erfstelling betreft en besluit op die manier tot de onbelastbaarheid ervan. E. Voorziening in cassatie De fiscale administratie heeft een voorziening in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 24 juni Intussen heeft de fiscale administratie naar alle ontvangers een rondschrijven verstuurd, waarin wordt aangespoord alle verkrijgingen ingevolge een sterfhuisclausule te onderwerpen aan successierechten. Het gaat hier duidelijk om een lapsus van de fiscale administratie, aangezien alle verkrijgingen ingevolge een sterfhuisclausule dienen belast te worden, ook diegene waarbij slechts aanwinsten worden toegekend aan een aangewezen echtgenoot. De fiscale administratie gaat hier voorbij aan het onderscheid tussen een toebedeling van louter aanwinsten en een toebedeling waarbij naast aanwinsten ook ingebrachte goederen worden toegekend. 24 Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, 369, nr
15 III. Omstandigheden waarin een sterfhuisclausule wordt opgenomen in een huwelijkscontract Wanneer uit een huwelijk kinderen zijn ontstaan en het huwelijk wordt ontbonden door overlijden van één der echtgenoten, komt er in afwezigheid van een uiterste wilsbeschikking een onverdeeldheid tot stand tussen de langstlevende echtgenoot en de kinderen. De langstlevende echtgenoot krijgt immers ingevolge de wettelijke devolutie de helft van de gemeenschap in volle eigendom 25 en de andere helft van de gemeenschap in vruchtgebruik. 26 Deze onverdeeldheid kan leiden tot een vervelende en zelfs een geblokkeerde situatie, die kan voorkomen worden door het inlassen van een verblijvingsbeding in het huwelijkscontract. 27 Echtgenoten kunnen immers ingevolge artikel 1461 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomen dat de langstlevende of een hunner indien hij het langst leeft, bij de verdeling een ander deel dan de helft, of zelfs het gehele vermogen, zal ontvangen. Dergelijk beding van verblijving van het gehele gemeenschappelijke vermogen wordt overeenkomstig artikel 1464, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek niet beschouwd als een schenking, maar als een huwelijksvoordeel. Huwelijksvoordelen worden op burgerrechtelijk vlak geacht te zijn verkregen onder bezwarende titel, 28 waardoor ze niet alleen niet in de nalatenschap van de overleden echtgenoot vallen, maar ook niet worden aangerekend op het beschikbaar deel en niet vatbaar zijn voor een vordering tot inkorting ingesteld door een reservataire erfgenaam. 29 De langstlevende echtgenoot zal deze voordelen verkrijgen zelfs indien hij de nalatenschap van de overleden echtgenoot verwerpt, en een onterving vanwege de vooroverleden 25 Art BW: Indien er een batig saldo is, wordt dit bij helften verdeeld. 26 Art. 745bis 1 BW: Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap. 27 K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008 losbl. en J. DU MONGH, Huwelijksvoordelen en successieplanning. Voorzichtigheid blijft geboden, T.Not. 2007, Het Burgerlijk Wetboek voorziet echter in de artikelen 1464, tweede lid en 1465 in twee uitzonderingen op dit principe ingeval van een combinatie van een verblijvingsbeding met een inbreng in het gemeenschappelijk vermogen of kinderen die niet gemeenschappelijk zijn. Art. 1464, tweede lid BW bepaalt immers dat zij dan wel als schenkingen worden beschouwd voor het aandeel boven de helft dat aan de langstlevende echtgenoot wordt toegewezen in de waarde, op de dag der verdeling, van de tegenwoordige of toekomstige goederen die de vooroverleden echtgenoot in het gemeenschappelijk vermogen heeft gebracht door een uitdrukkelijk beding in het huwelijkscontract. Volgens art BW blijft elk beding in het huwelijkscontract waarbij aan een van de echtgenoten meer wordt gegeven dan het beschikbaar gedeelte, zonder gevolg wanneer er nietgemeenschappelijke kinderen zijn. 29 K. BOONE, Art. 1458, BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008 losbl. en J. DU MONGH, Huwelijksvoordelen en successieplanning. Voorzichtigheid blijft geboden, T.Not. 2007, afl. 12,
16 echtgenoot zal in belangrijke mate aan effect inboeten. 30 Alvorens te kunnen overgaan tot de vereffening-verdeling van de nalatenschap, moet immers eerst de huwelijksgemeenschap vereffend en verdeeld worden. 31 Dit alles garandeert de langstlevende echtgenoot enerzijds hetzelfde comfort als voor het overlijden van de andere echtgenoot en anderzijds een grotere autonomie ten aanzien van de kinderen. 32 Bovendien biedt de toebedeling van het hele gemeenschappelijke vermogen door middel van een verblijvingsbeding de langstlevende echtgenoot de mogelijkheid vreemd te blijven aan de nalatenschap. De langstlevende zal dus slechts moeten bijdragen in de schulden van het gemeenschappelijk vermogen, en niet in de schulden van de nalatenschap, bestaande uit het eigen vermogen van de overleden echtgenoot. 33 Het gebruik van een eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding, dus zonder een voorwaarde van overleving, i.e. een sterfhuisclausule, is vooral aangewezen in de bijzondere situatie waarin komt vast te staan dat een van de echtgenoten ongeneeslijk ziek is. Bij akte houdende wijziging van het huwelijkscontract zal de gemeenschap dan in volle eigendom worden toebedeeld aan de gezonde echtgenoot. Dit beding zal worden ingelast zonder enige overlevingsvoorwaarde om zo te ontsnappen aan de toepassing van artikel 5 van het Wetboek van Successierechten. 30 H. CASMAN, Notarieel familierecht, Gent, Mys en Breesch, 1991, 61 en N. NIJBOER, Contractuele regelingen tussen echtgenoten en samenwoners. Deel I. Echtgenoten. Huwelijksvoordelen en contractuele erfstelling, TEP 2008, afl. 2, nr Cass. 10 november 1955, RCJB 1957, 37, noot P. VAN OMMESLAGHE; Cass. 31 oktober 1968, RW , 1263; F. LOGGHE, Enkele raakvlakken tussen de Vlaamse successiewetgeving en het huwelijksvermogensrecht, Not.Fisc.M. 1999, 172 en N. NIJBOER, Contractuele regelingen tussen echtgenoten en samenwoners. Deel I. Echtgenoten. Huwelijksvoordelen en contractuele erfstelling, TEP 2008, afl. 2, nr K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008 losbl.; H. CASMAN, Notarieel familierecht, Gent, Mys en Breesch, 1991, 66 en N. NIJBOER, Contractuele regelingen tussen echtgenoten en samenwoners. Deel I. Echtgenoten. Huwelijksvoordelen en contractuele erfstelling, TEP 2008, afl. 2, nr K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008, losbl.; H. CASMAN, Notarieel familierecht, Gent, Mys en Breesch, 1991, 62; H. CASMAN, Niet gelijke verdeling, in H. CASMAN, M. VAN LOOCK (eds.), Huwelijksvermogensrecht, Mechelen, Kluwer, 1997, losbl; N. NIJBOER, Contractuele regelingen tussen echtgenoten en samenwoners. Deel I. Echtgenoten. Huwelijksvoordelen en contractuele erfstelling, TEP 2008, afl. 2, nr. 116 en G. VAN OOSTERWIJCK, Bedingen in verband met het nieuwe erfrecht van de langstlevende echtgenoot, op te nemen in huwelijkscontracten of in akten houdende wijziging van huwelijksvermogensstelsels, in L. WEYTS (ed.), Clausules over het erfrecht van de langstlevende echtgenoot, Antwerpen, Kluwer, 1983,
17 IV. Risico s verbonden aan het gebruik van een sterfhuisclausule Iedere medaille heeft een keerzijde, en dus zijn er ook aan het gebruik van een sterfhuisclausule nadelen verbonden. Deze zijn zeker niet te verwaarlozen, zodat men steeds voor ogen moet houden welke de risico s zijn wanneer men overweegt dergelijke clausule te bedingen. Gelet op de niet-geringe gevolgen zal de notaris dan ook om deontologische redenen de echtgenoten hieromtrent een uitvoerige toelichting geven. 34 Overigens zal de notaris heel voorzichtig moeten zijn wanneer de echtgenoten alsnog wensen dergelijk beding in hun huwelijkscontract in te lassen. Hij zou zich immers schuldig maken aan intellectuele valsheid in geschrifte wanneer hij iets acteert wat niet helemaal overeenstemt met de werkelijkheid en de werkelijke wil van de partijen. 35 De echtgenoten zullen namelijk op fiscaalrechtelijk vlak de gevolgen wel willen aanvaarden, maar kunnen zich in vele gevallen heel wat minder vinden in de gevolgen die de clausule op burgerrechtelijk gebied met zich mee brengt. A. Beding is niet eenzijdig herroepbaar Om te beginnen is een sterfhuisclausule een beding dat wordt opgenomen in een huwelijkscontract of eventueel in een akte houdende wijziging van huwelijkscontract. Het doel van het huwelijk is hoofdzakelijk het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap tussen de echtgenoten, waardoor iedere wijziging van het stelsel het akkoord van beide echtgenoten vereist. Aangezien een wijziging van een beding in een huwelijkscontract aldus enkel in onderlinge overeenstemming mogelijk is, brengt dit met zich mee dat het beding niet eenzijdig gewijzigd kan worden en derhalve niet eenzijdig herroepbaar is H. CASMAN, A. VERBEKE, Een bijzonder geval: de sterfhuisconstructie, in A. VERBEKE, F. BUYSSENS, H. DERYCKE (eds.), Handboek Estate Planning IV: Vermogensplanning met effect na overlijden: Langstlevende, Gent, Larcier, 2006, 99 en Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2005, 160 en 182; H. CASMAN, A. VERBEKE, Wat is een huwelijksvoordeel?, Not.Fisc.M. 2005, afl. 9, Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2005, N. NIJBOER, Contractuele regelingen tussen echtgenoten en samenwoners. Deel I. Echtgenoten. Huwelijksvoordelen en contractuele erfstelling, TEP 2008, afl. 2, nr. 116 en W. PINTENS, K. VANWINCKELEN, J. DU MONGH, Schets van het familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2008,
18 B. Zwaardere successierechten voor de descendenten Bovendien heeft de optimalisering van het comfort van de langstlevende echtgenoot door middel van het gebruik van een sterfhuisclausule een prijskaartje: in hoofde van de afstammelingen van de overledene en zijn echtgenoot zullen de successierechten gelet op de progressieve tarieven veel hoger uitvallen dan wanneer geen sterfhuisclausule werd ingelast in het huwelijkscontract. 37 Er moet immers rekening gehouden worden met twee overgangen, namelijk het overlijden van de zieke echtgenoot en het overlijden van de andere echtgenoot. In de rechtsleer 38 wordt er echter op gewezen dat sommige echtgenoten vooral bekommerd zijn de fiscale druk bij het eerste overlijden te beperken, om zo het vermogen van beide echtgenoten te behouden. Bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot zullen de kinderen zich moet tevreden stellen met het feit dat ze iets krijgen, ook al moeten ze daarvoor vrij hoge successierechten betalen. Een cijfervoorbeeld 39 toont aan dat globaal gezien deze clausule fiscaal niet de goedkoopste oplossing biedt. Een echtgenoot heeft samen met zijn 64-jarige echtgenote een gemeenschappelijk vermogen van EUR, voor de helft bestaande uit onroerende goederen (gezinswoning) en voor de helft bestaande uit roerende goederen. Het echtpaar heeft één gemeenschappelijk kind. Wanneer een sterfhuisclausule is opgenomen in het huwelijkscontract, is er bij het eerste overlijden, wanneer de terminaal ziek echtgenoot inderdaad als eerste sterft, niets verschuldigd. Bij het tweede overlijden bedragen de successierechten dan EUR. Wanneer er in het huwelijkscontract een gewoon verblijvingsbeding zou staan, dan zou er bij het eerste overlijden EUR aan successierechten verschuldigd zijn. Bij het tweede 37 R. DEBLAUWE, Huwelijksvoordelen en vooroverlijden, Nieuwsbrief successierechten , afl. 6, N. GEELHAND, Bijzonder deel II: Het huwelijkscontract de akte houdende wijziging van het huwelijkscontract als techniek van (fiscale) successieplanning in extremis, in C. DECKERS, J. DE HERDT, N. GEELHAND (eds.), Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 1 - (Fiscale) successieplanning in extremis in Vlaanderen. Naar een nieuw concept inzake fiscale successieplanning, Brussel, De Boeck - Larcier, 2008, 224; D. MICHIELS, Huwelijkscontracten als instrumenten van vermogensplanning, Not.Fisc.M. 2005, afl. 9, 283 en D. MICHIELS, Fiscale aspecten van huwelijkscontracten, T.Not. 2007, N. GEELHAND, Bijzonder deel II: Het huwelijkscontract en de akte houdende wijziging van het huwelijkscontract als techniek van (fiscale) successieplanning in extremis, in C. DECKERS, J. DE HERDT, N. GEELHAND (eds.), Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 1 - (Fiscale) successieplanning in extremis in Vlaanderen. Naar een nieuw concept inzake fiscale successieplanning, Brussel, De Boeck - Larcier, 2008,
19 overlijden zou dan nog eens EUR aan successierechten dienen betaald te worden. Het totaal zou in dit geval dus EUR bedragen. Ingevolge de wettelijke devolutie zouden de successierechten respectievelijk op EUR en EUR of samen EUR begroot worden. Een sterfhuisclausule valt fiscaal dus heel wat nadeliger uit dan de wettelijke regeling. Uit deze vergelijking blijkt bovendien dat een sterfhuisclausule zelfs haast even duur is als een gewoon verblijvingsbeding, en dat een sterfhuisclausule fiscaal dus enkel voordelen te bieden heeft wanneer ook de langstlevende echtgenoot aan successieplanning doet. C. Druk van de successieplanning naar de kinderen toe komt volledig op de schouders van de langstlevende Zoals hierboven reeds werd gesteld, is het vereist dat ook de langstlevende echtgenoot aan (fiscale) successieplanning doet om zo het gunstige effect van het gebruik van een sterfhuisclausule te maximaliseren. Hierbij komt de druk volledig op de schouders van de langstlevende echtgenoot terecht. Vaak is het moeilijk voor de echtgenoot die achterblijft om te weerstaan aan de druk van de kinderen of om tijdig de nodige stappen te ondernemen. Daarom is het aangewezen dat beide echtgenoten samen, dus voor het eerste overlijden, de tweede overgang naar de kinderen reeds op dwingende wijze regelen. 40 D. Beding krijgt ook uitwerking wanneer het huwelijk ontbonden wordt door echtscheiding Bedingen dat het gehele gemeenschappelijke vermogen in volle eigendom zal worden toebedeeld aan de nominatim aangewezen echtgenoot ongeacht de oorzaak van ontbinding van de huwelijksgemeenschap, houdt op civielrechtelijk vlak een groot risico in: ook wanneer het huwelijk nog voor het overlijden zou ontbonden worden door echtscheiding, doordat de 40 N. GEELHAND, Bijzonder deel II: Het huwelijkscontract en de akte houdende wijziging van het huwelijkscontract als techniek van (fiscale) successieplanning in extremis, in C. DECKERS, J. DE HERDT, N. GEELHAND (eds.), Handboek Estate Planning - Bijzonder deel 1 - (Fiscale) successieplanning in extremis in Vlaanderen. Naar een nieuw concept inzake fiscale successieplanning, Brussel, De Boeck - Larcier, 2008,
20 zieke echtgenoot toch niet zo snel overlijdt als verwacht (en gehoopt?) of zelfs geneest, gaat het gehele gemeenschappelijke vermogen over naar de begunstigde echtgenoot. De zieke echtgenoot zal niets toegewezen krijgen. Vandaar dat een sterfhuisclausule ook wel nihilbeding wordt genoemd: de ene echtgenoot is zeker dat hij bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap nooit iets zal verkrijgen. 41 E. Beding krijgt ook uitwerking wanneer de nominatim aangewezen echtgenoot als eerste overlijdt Een bijkomend risico realiseert zich wanneer de begunstigde echtgenoot als eerste komt te overlijden, bijvoorbeeld naar aanleiding van ongeluk of een hartaanval. Ook in dit geval zal de terminaal zieke echtgenoot niets toebedeeld krijgen. Op grond van artikel 1431 van het Burgerlijk Wetboek 42 komt het gehele gemeenschappelijke vermogen dan in principe toe aan de erfgenamen, tenzij de echtgenoten dit al dan niet expressis verbis anders zouden bedoeld hebben. In dit laatste geval zal er dan toch een verdeling bij helften zijn, ofwel een andere bedongen ongelijke verdeling. 43 Verschillende auteurs 44 erkennen dit risico en zouden er dan ook voor opteren een eventuele verfijning aan toe te voegen. Zij stellen een modalisering voor waarbij het geval van vooroverlijden van de aangewezen echtgenoot wordt uitgesloten. Van een impliciete overlevingsvoorwaarde kan hier geen sprake zijn, aangezien het beding ook uitwerking zal krijgen wanneer het stelsel ontbonden wordt door echtscheiding. Er dient eveneens opgemerkt dat niet iedereen het eens is over het effect dat de sterfhuisclausule teweeg brengt ingeval van vooroverlijden van de begunstigde echtgenoot. Zo meent de heer C. DE WULF dat de echtgenoten het contract ten persoonlijke titel sluiten en 41 H. CASMAN, A. VERBEKE, Wat is een huwelijksvoordeel?, Not.Fisc.M. 2005, afl. 9, 295 en C. DECLERCK, Secundair huwelijksvermogensstelsel, in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Interscientia, 2006, Art BW: De erfgenamen en de erfopvolgers van de echtgenoten hebben dezelfde rechten en dezelfde verplichtingen als de echtgenoot die zij vertegenwoordigen. 43 Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2006, H. CASMAN, A. VERBEKE, Wat is een huwelijksvoordeel?, Not.Fisc.M. 2005, afl. 9, 295; J. DU MONGH, Huwelijksvoordelen en successieplanning. Voorzichtigheid blijft geboden, T.Not. 2007, afl. 12, 499 en Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2006,
21 de toebedeling dus intuitu personae gebeurt. Bijgevolg kunnen de kinderen aan het beding geen rechten ontlenen. Dit staat lijnrecht tegenover de stelling die professor H. CASMAN en professor A. VERBEKE in hun syntheseverslag verdedigen, wat zou kunnen leiden tot enige onzekerheid. Om dit euvel te verhelpen kunnen de echtgenoten de clausule meer preciseren en eventueel opteren voor de volgende libellering: ongeacht de oorzaak van ontbinding van het huwelijksstelsel door overlijden van de man, door echtscheiding, of door enige andere oorzaak. Bij ontbinding door overlijden van de vrouw is voornoemd beding niet van toepassing, en wordt het gemeenschappelijk vermogen bij helften verdeeld of: aan de man toegekend. Deze regeling zou desgevallend ook beter aansluiten bij de werkelijke wil van de echtgenoten. 45 F. Discussie omtrent de belastbaarheid De sterfhuisclausule lijkt een uitgesproken techniek voor vermogensplanning in extremis, toch mag men niet uit het oog verliezen dat de discussie omtrent de belastbaarheid nog steeds niet beslecht is. Misschien is met het komende arrest van het Hof van Cassatie het eind van de tunnel in zicht, zo niet is er voor de wetgever een belangrijke rol weggelegd om eventueel te verduidelijken hoe het surplus dan wel dient gekwalificeerd te worden en of, en op welke wettelijke grondslag, het belastbaar is. Echter, in afwachting van dergelijke rechterlijke beslissing of wettelijk ingrijpen, kunnen echtgenoten toch nog beroep doen op een sterfhuisclausule. Deze clausule wordt immers pas bij een nakend overlijden van een der echtgenoten opgenomen in het huwelijkscontract, zodat de op dit ogenblik zieke echtgenoot wellicht al zal overleden zijn alvorens er enige duidelijkheid omtrent de belastbaarheid is geschapen. 45 Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2006, 144 en
22 V. Geldigheid van een sterfhuisclausule Alvorens over te gaan tot een civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke kwalificatie van de sterfhuisclausule, en meer in het bijzonder het surplus, komt eerst de geldigheid van een dergelijk eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding aan bod. Vooreerst kan aangestipt worden dat zowel de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt 46 als het hof van beroep te Antwerpen 47 bij hun beoordeling stilzwijgend uitgaan van de geldigheid van de clausule. Ook de fiscale administratie 48 aanvaardt impliciet de geldigheid van dergelijk eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding. In de rechtsleer zorgt de geldigheid van het beding voor heel wat meer commotie. Een eerste strekking stelt dat de geldigheid van een verblijvingsbeding geen overlevingsvoorwaarde vereist. 49 Het zou dus mogelijk zijn in het huwelijkscontract een verblijvingsbeding in te lassen dat uitwerking heeft bij ontbinding van het huwelijksstelsel door een andere oorzaak dan het overlijden van een der echtgenoten. Een eerste relevant wetsartikel in dit verband is artikel 1387 van het Burgerlijk Wetboek. Deze bepaling laat de echtgenoten toe hun huwelijksovereenkomsten naar goeddunken te regelen, mits zij daarin niets bedingen dat strijdig is met de openbare orde of de goede zeden. Ook wanneer de wet er niets over bepaalt, is een beding dat een ongelijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen stipuleert, niet noodzakelijk strijdig met de openbare orde of de 46 Rb. Hasselt 18 oktober 2006, RABG 2007, afl. 8, , noot C. DE WULF, N. LABEEUW, D. NORÉ, I. VERHULST. 47 Antwerpen 24 juni 2008, TEP 2008, afl. 4, , noot B. INDEKEU, A. NIJS, A. VERBEKE. 48 Administratieve beslissing 22 oktober 2003, nr. E.E./99.731, Administratieve beslissing 6 december 2004, nr. E.E./ , Administratieve beslissing 30 augustus 2005, nr. E.E./ , Administratieve beslissing 29 juni 2007, nr. E.E./ , 49 K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008, losbl.; K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008, losbl.; H. CASMAN, Op zoek naar de draad van Ariadne in de doolhof van huwelijksvoordelen - of zouden het aanwinstenvoordelen moeten zijn?, in F. SWENNEN, R. BARBAIX (eds.), Over Erven. Liber amicorum Mieken Puelinckx-Coene, Mechelen, Kluwer, 2006, 83-98; R. DEBLAUWE, Successieplanning tussen echtgenoten, in F. VANISTENDAEL (ed.), Fiscaal recht, Brugge, die Keure, 2006, 12; Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 1862 met verslag van R. PIRSON, Gembloux, Duculot, 1985, ; Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2005, ; en L. WEYTS, Een toebedeling van de gemeenschap aan slechts één echtgenoot: is dit een ontsnappingsroute aan artikel 5 W. Succ. met een boobytrap of is het een veilig pad?, T.Not. 2005, afl. 1,
23 goede zeden. 50 Een eenzijdig en onvoorwaardelijk verblijvingsbeding dat het gehele gemeenschappelijke vermogen in volle eigendom toekent aan een nominatim aangewezen echtgenoot, hoeft dus niet noodzakelijk strijdig te zijn met artikel 1387 van het Burgerlijk Wetboek. Naast artikel 1387 van het Burgerlijk Wetboek staat artikel 1451 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel geeft een opsomming van wat de echtgenoten in hun huwelijkscontract kunnen overeenkomen. Zo kunnen echtgenoten bedingen dat in geval van ontbinding van het huwelijk door overlijden van een der echtgenoten, het gemeenschappelijk vermogen in ongelijke delen zal worden verdeeld of geheel aan een der echtgenoten zal verblijven. Verschillende auteurs wijzen echter op de exemplatieve aard van deze bepaling. 51 Dit betekent dus dat ook andere conventionele afwijkingen van het wettelijk stelsel mogelijk zouden zijn. Zoals hierboven reeds vermeld, onderwerpen alleen de openbare orde en de goede zeden de contractuele vrijheid van de echtgenoten aan beperkingen. Een beding dat het gehele gemeenschappelijke vermogen bij ontbinding van huwelijksstelsel, ongeacht de oorzaak ervan, toekent aan een echtgenoot, zou ook in deze optiek dus geldig zijn. Evenwel is niet iedereen overtuigd van het niet-limitatieve karakter van dit artikel. 52 Zij gaan er dan ook vanuit dat de echtgenoten enkel kunnen bedingen wat voorzien is in artikel 1451 van het Burgerlijk Wetboek. Bovendien bepaalt artikel 1461 van het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk dat de echtgenoten kunnen overeenkomen dat de langstlevende of een hunner indien hij het langst leeft, bij de verdeling een ander deel dan de helft, of zelfs het gehele vermogen, zal ontvangen. Het artikel koppelt aan het beding van ongelijke verdeling en het beding van verblijving van het 50 Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 1862 met verslag van R. PIRSON, Gembloux, Duculot, 1985, en Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2005, K. BOONE, Art BW, in J. GERLO, A. HEYVAERT, J. PAUWELS, P. SENAEVE, Personen- en familierecht. Commentaren met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2008, losbl.; H. CASMAN, Afwijking van het wettelijk stelsel, in H. CASMAN, M. VAN LOOCK, Huwelijksvermogensrecht, Mechelen, Kluwer, 1997, losbl.; C. DECLERCK, Secundair huwelijksvermogensstelsel, in W. PINTENS en J. DU MONGH (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Interscientia, 2006, 106; Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 1862 met verslag van R. PIRSON, Gembloux, Duculot, 1985, 158 en Koninklijke federatie van Belgische notarissen, Verslagen en debatten van het Comité voor studie en wetgeving, dossier 4374 met verslag van H. CASMAN, A. VERBEKE, Brussel, Bruylant, 2005, J. DU MONGH, Huwelijksvoordelen en successieplanning. Voorzichtigheid blijft geboden, T.Not. 2007, afl. 12,
De sterfhuisclausule
Stamnr. 20033586 De sterfhuisclausule Noot onder Antwerpen 24 juni 2008 Masterproef notariaat 2008-2009 Promotor: prof. dr. J. Bael Comm.: prof. dr. N. Geelhand Comm.: H. Baert INHOUD INLEIDING... 3 Antwerpen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieDe sterfhuisclausule na het arrest van het Hof van Cassatie van 10 december 2010 en na de wijziging van het standpunt van de fiscale administratie
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 De sterfhuisclausule na het arrest van het Hof van Cassatie van 10 december 2010 en na de wijziging van het standpunt van de fiscale administratie
Nadere informatieDe sterfhuisclausule springlevend
Alain-Laurent Verbeke 1 & Renate Barbaix 2 1. De betwisting 130. Het hierna gepubliceerde cassatiearrest van 10 december 2010 bevestigt het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 24 juni 2008 3,
Nadere informatieHandboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...
Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL
Nadere informatieKeuzebeding onder last Analyse en de invloed van de nieuwe antimisbruikbepaling
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 Keuzebeding onder last Analyse en de invloed van de nieuwe antimisbruikbepaling Masterproef voorgedragen tot het bekomen van
Nadere informatieHUWELIJKSVOORDELEN EN SUCCESSIERECHT
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 HUWELIJKSVOORDELEN EN SUCCESSIERECHT Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Pieter Steenbrugge Stamnummer:
Nadere informatieHET STERFHUIS ANNO EEN PALLIATIEVE CLAUSULE?
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 HET STERFHUIS ANNO 2012. EEN PALLIATIEVE CLAUSULE? Masterproef van de opleiding Master of Laws in het Notariaat Ingediend door Kevin Verhaeghe
Nadere informatie1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2
HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht
Nadere informatieHoe beveilig ik mijn partner?
Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming
Nadere informatieVOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...
VOORWOORD...v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1 Hfdst I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...3 I. Algemeen...3 II. Verplichting tot hulp
Nadere informatieHandboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord...
Inhoudstafel Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. i iii ALGEMEEN DEEL........................................... 1 Inleiding.................................................
Nadere informatieErfrecht. Wie erft wat?
Erfrecht. Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Iven De Hoon Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Lees nu
Nadere informatieDe sterfhuisclausule begraven?
=: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 De sterfhuisclausule begraven? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen
Nadere informatieHet finaal verrekenbeding: enkele rechtsvragen Noot onder Antwerpen 19 mei 2015
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 Het finaal verrekenbeding: enkele rechtsvragen Noot onder Antwerpen 19 mei 2015 Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat
Nadere informatieINHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh.............................. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatieDE CLAUSULES DIE EEN REGELING VOORZIEN BIJ OVERLIJDEN VAN EEN ECHTGENOOT IN DE GEMEENSCHAPSSTELSELS
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 DE CLAUSULES DIE EEN REGELING VOORZIEN BIJ OVERLIJDEN VAN EEN ECHTGENOOT IN DE GEMEENSCHAPSSTELSELS Masterproef van de opleiding Master
Nadere informatieNIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN
NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,
Nadere informatieINHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1
Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring
Nadere informatieRecente evoluties met betrekking tot sterfhuisclausules
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Recente evoluties met betrekking tot sterfhuisclausules Masterproef van de opleiding Master of Laws in het Notariaat Ingediend door
Nadere informatieINHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...
INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting
Nadere informatiePLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning
PLANNEN ZONDER SCHENKEN Legal Counsel Wealth Analysis & Planning Inhoud Inleiding Planning via huwelijkscontract Planning via testament Beding van aanwas Besluit 2 Inhoud Inleiding Planning via huwelijkscontract
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK
INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS... v FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK Walter PINTENS...1 I. Inleiding...3 II. Huwelijksvoordelen...4 1. Artikel
Nadere informatieInhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1
p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten
Nadere informatieInhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13
Inhoud Inleiding 13 Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 Het wettelijk stelsel 25 1 Algemeen 25 2 Samenstelling van het vermogen: actief 27 2.1 Het gemeenschappelijk vermogen
Nadere informatieSuccessieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen
Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot
Nadere informatieWettelijk erfrecht Duitsland
De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming
Nadere informatieKRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatiePersoonlijke kopie van ()
PATRIMONIUM 2007 REDACTIERAAD PATRIMONIUM Prof. Dr. Walter Pintens (voorzitter redactieraad) Prof. Dr. Johan Du Mongh (hoofdredacteur) Charlotte Declerck PATRIMONIUM 2007 Prof. Dr. WALTER PINTENS Prof.
Nadere informatieDE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...
Successierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. ONDERSCHEID...2 1 Het eigenlijk successierechten...2 2 Het recht van overgang bij overlijden...2 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting...2 4 Ontstaan
Nadere informatiewww.mentorinstituut.be
www.mentorinstituut.be Weg met Napoleon erfenissen op maat! Finance Day, 1 juni 2013 2 Agenda Voorstellen justitieminister Beleidsnota 9 januari 2013 Belgisch erfrecht: ingewikkeld star niet aangepast
Nadere informatieHET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN BIJ DE
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 HET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN BIJ DE ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend
Nadere informatieVERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN
VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een
Nadere informatieHOOFDSTUK 4. De reserve
HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten
Nadere informatieZuivere scheiding van goederen en het probleem van de koude uitsluiting: is het verrekenbeding de oplossing?
Faculteit Rechtsgeleerdheid Zuivere scheiding van goederen en het probleem van de koude uitsluiting: is het verrekenbeding de oplossing? Sofie Vandeputte 01310080 Masterproef voor de opleiding Master in
Nadere informatieSuccessierechten. Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli
Successierechten Nr. 8 1 september 2016 Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli Afgiftekantoor Brussel X P 2A9331 Inhoud p. Rechtspraak Schuld uit keuzebeding onder last bij het tweede overlijden
Nadere informatie'HVWHUIKXLVFODXVXOHILVFDDORQWNOHHG
'HVWHUIKXLVFODXVXOHILVFDDORQWNOHHG 6WHYHQ9DQGHQ'DHOHQ Onder wetenschappelijke begeleiding van Christoph Castelein 1,1/(,',1* ³/LHIGHLV«HONDDUHHQYHUEOLMYLQJVEHGLQJWRHNHQQHQ. Het zou een plaatje zijn dat
Nadere informatieRolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T
Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende
Nadere informatieHANDBOEK BURGERLIJK RECHT
RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de
Nadere informatieSuccessieplanning. Jan Van Ermengem Notaris te Meerhout
Successieplanning Jan Van Ermengem Notaris te Meerhout Inhoud 1. Hoe wordt het huwelijksvermogen verdeeld bij overlijden? 2. Hoe wordt de nalatenschap verdeeld? 3. Hoe worden successierechten berekend?
Nadere informatieRolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T
Rolnummer 3444 Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste
Nadere informatieHet erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Masterproef van de opleiding
Nadere informatieDeel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?
INHOUDSTAFEL Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? 1. Een aantal principes.................................................... 1 2. De zeven basisregels van het erfrecht....................................
Nadere informatieINTERFERENTIE TUSSEN HUWELIJKSBEDINGEN VAN ONGELIJKE VERDELING EN VERGOEDINGSREKENINGEN
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 INTERFERENTIE TUSSEN HUWELIJKSBEDINGEN VAN ONGELIJKE VERDELING EN VERGOEDINGSREKENINGEN Masterproef van de opleiding Master in het notariaat
Nadere informatieFaculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 Het verbod van erfovereenkomsten bij de echtscheiding door onderlinge toestemming Masterproef van de opleiding Master in het notariaat
Nadere informatieHET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.
HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. R. KUMPEN Wanneer in erfrechtelijke dossiers het woord vruchtgebruik (VG) opduikt ontstaat vaak de grootste verwarring, vandaar deze nota voor enige toelichting.
Nadere informatieBEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 BEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING INZAKE REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN Masterproef van de opleiding Master na master in het notariaat
Nadere informatieVerkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract
HOOFDSTUK I VERKRIJGINGEN DOOR DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT VIA HUWELIJKCONTRACT Hoofdstuk I Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract 1. Echtgenoten kunnen in hun huwelijkscontract
Nadere informatieInstelling. Cazimir. Onderwerp. VLABEL spreekt zich uit over langst-leeft-al-heeft-beding of verblijvingsbeding. Datum.
Instelling Cazimir www.cazimir.be Onderwerp VLABEL spreekt zich uit over langst-leeft-al-heeft-beding of verblijvingsbeding Datum 17 juli 2016 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen
Nadere informatieSeminarie Estate Planning
Seminarie Estate Planning Uw Vermogen, mooi gestructureerd Wat is Estate Planning? Vermogensbeheer in de ruime zin van het woord > beleggingsadvies (banken), >pure successieplanning (louter fiscaal), Planning
Nadere informatieHET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018
HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018 INLEIDING AGENDA INLEIDING ERFRECHT ERFBELASTING WIJZIGING RESERVE WIJZIGING REGELS INBRENG ERFOVEREENKOMSTEN CASUS INLEIDING HERVORMING ERFRECHT NOODZAKELIJK Het erfrecht
Nadere informatieHoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?
Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten. De kleine wijziging:
Nadere informatieINHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck........................ 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and
Nadere informatieMandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?
Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht? Een veel voorkomende vraag: Mijn mandaat in de vennootschap wordt onbezoldigd. Moet ik dan nog sociale bijdragen betalen? Op de website van Acerta
Nadere informatieGROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,
Nadere informatieAuteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer
Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen
Nadere informatieFrédéric Vansteenkiste Stamnr.: FISCALE SUCCESSIEPLANNING IN EXTREMIS
Stamnr.:00906915 FISCALE SUCCESSIEPLANNING IN EXTREMIS Masterproef notariaat 2009-2010 Promotor: Prof. Dr. N. Geelhand Comm.: D. Cottenie INHOUDSTAFEL DEEL I INLEIDING SITUERING PROBLEEMSTELLING... 1
Nadere informatieGoed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14
Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Testamenten en legaten Een gebaar voor het leven 1 IS ER LEVEN NA DE DOOD? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS
Nadere informatiePREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING
PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING Herhaaldelijk worden wij in een procedure vereffening en verdeling van een huwelijksgemeenschap na echtscheiding geconfronteerd met de vaststelling dat beide
Nadere informatieINHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1
voorwerk.fm Page vii Monday, October 11, 2004 3:26 PM INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF....................................... v CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT.........................
Nadere informatieEnkele belangrijke begrippen en afkortingen
35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen
Nadere informatieSuccessieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract. Brussel, 23 oktober 2010
Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract Brussel, 23 oktober 2010 Inhoud Agenda 1. Successieplanning via levensverzekering 2. Belang huwelijkscontract Instrumenten Instrumenten tot
Nadere informatieINHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51
INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....
Nadere informatieERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30
ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30 ERVEN. 1. Erfgenamen kun je kiezen voor zover de reservataire erfgenamen hun deel krijgen.
Nadere informatieDe langstlevende echtgenoot als voortzetting van het koppel. Bescherming van de langstlevende via huwelijkscontract
De langstlevende echtgenoot als voortzetting van het koppel De langstlevende echtgenoot als voortzetting van het koppel. Bescherming van de langstlevende via huwelijkscontract ALAIN VERBEKE 8. De meeste
Nadere informatieTITEL V. DE BEDINGEN VAN AANWAS EN DE TONTINEBEDINGEN
NOTAKT VB 1001.book Page 603 Tuesday, August 30, 2011 10:44 AM TITEL V. DE BEDINGEN VAN AANWAS EN DE TONTINEBEDINGEN J. BAEL NOTAKT VB 1001.book Page 604 Tuesday, August 30, 2011 10:44 AM NOTAKT VB 1001.book
Nadere informatieSAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK
WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven
Nadere informatieInhoud MARCEL STORME, ONZE LEERMEESTER FRANS BOUCKAERT, OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
Inhoud MARCEL STORME, ONZE LEERMEESTER V FRANS BOUCKAERT, OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT l I. Inleiding 3 II. De schuldenregeling in het nieuwe huwelijksvermogensrecht 4 A. Contributio
Nadere informatieIs er leven na de dood?
Is er leven na de dood? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS IK NU PLOTS ZOU OVERLIJDEN? WAT HEB IK EN AAN WIE WIL IK WAT GEVEN? OF LAAT IK ALLES AAN DE STAAT? IS ER
Nadere informatieBedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap?
Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap? Elisabeth DE NOLF en Bénédicte VAN DER HEYDE Nieuwsbrief Notariaat,
Nadere informatieHuwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen
Huwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen SAMUEL WYNANT 15 mei 2009 Masterproef van de opleiding Master in
Nadere informatieOver A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica?
Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica? Het nieuwe huwelijksvermogensrecht is op 1 september 2018 in werking getreden. Een van
Nadere informatieDe fiscale aspecten van het fideïcommissum de residuo
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 De fiscale aspecten van het fideïcommissum de residuo Masterproef van de opleiding Master na master notariaat Ingediend door Lust Thomas
Nadere informatieFinaal verrekenbeding: civielrechtelijk en fiscaalrechtelijk
Het finaal verrekenbeding Finaal verrekenbeding: civielrechtelijk en fiscaalrechtelijk performant bevonden! Renate BARBAIX Docent UA, Docent Postgraduaat Estate Planning VUB/ULB, Advocaat GREENILLE Alain-Laurent
Nadere informatieDOSSIER. De Burgerlijke Maatschap
DOSSIER De Burgerlijke Maatschap U wil uw beleggingsportefeuille nu al aan uw kinderen schenken, maar tegelijk wenst u ook controle te blijven houden en inkomsten te ontvangen? In dat geval kan de burgerlijke
Nadere informatieFaculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-15 Erfstelling over de hand: gevolgen op het vlak van de registratie- en successierechten Masterproef van de opleiding Master in het notariaat
Nadere informatieAuteur. Onderwerp. Datum
Auteur Christine Van Heuverswyn Uittreksel Handboek Estate Planning Vermogensplanning met effect bij leven Huwelijk en samenwoning www.larcier.be Onderwerp Huwelijksvermogensrecht en vennootschap: ongewenste
Nadere informatieJe rechten bij erfenis
Je rechten bij erfenis Wie zijn je erfgenamen? De principes Bloedverwanten + echtgenoot + WSW partner + geadopteerden Volgorde? Eerst de ORDEN : de eerste orde sluit alle volgende uit Eerste orde : afstammelingen
Nadere informatieDeel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?
Inhoudstafel Voorwoord 1 Deel 1 - U bent gehuwd Wat betekent dit voor uw bezittingen? 1 U bent gehuwd zonder huwelijks contract 5 11 Wat betekent dit eigenlijk? 5 12 Welke goederen zijn van wie? 5 121
Nadere informatieHet Vlaams Decreet van 19 december 2003 in werking sinds 1 januari 2004 wijzigt het schenkingsrecht in Vlaanderen.
DE NIEUWE VLAAMSE SCHENKINGSRECHTEN Wettelijk kader Het Vlaams Decreet van 19 december 2003 in werking sinds 1 januari 2004 wijzigt het schenkingsrecht in Vlaanderen. Tariefherschikking : art 131 W.Reg
Nadere informatieACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Renate Barbaix Alain Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge Actuele knelpunten familiaal vermogensrecht Renate
Nadere informatieDe Private Stichting als modern alternatief voor successieplanning van ouders met een zorgenkind
De Private Stichting als modern alternatief voor successieplanning van ouders met een zorgenkind Annick Buggenhout Adviseur Estate Planning 18/10/2014 1 Agenda Uitgangspunt (praktijkvoorbeeld) Geen planning:
Nadere informatieOefening 5: de aangifte van nalatenschap inbreng van schenkingen
201501 - Vlaamse Erfbelasting - Oefeningen.book Page i Tuesday, January 20, 2015 1:28 PM Woord vooraf...................................................... 1 Inleiding...........................................................
Nadere informatieBEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN
BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een
Nadere informatieKRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck en Sven Mosselmans... 1
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck en Sven Mosselmans.... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatieStéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer:
DE BEVOEGDHEIDSAFBAKENING TUSSEN NOTARIS EN RECHTBANK BIJ DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT OF LANGSTLEVENDE WETTELIJK SAMENWONENDE PARTNER Aantal woorden: 21.155 Stéphanie
Nadere informatieInhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11
Inhoud Woord vooraf 3 Inleiding 11 Deel 1 Analyse van de situatie 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 De persoonlijke situatie 23 1 Inleiding 23 2 De familiale aspecten 23 2.1 De huidige burgerlijke
Nadere informatieConventioneel recht van terugkeer met en zonder optie bij schenkingen
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-14 Conventioneel recht van terugkeer met en zonder optie bij schenkingen Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door
Nadere informatie20031805 Academiejaar 2008-2009. De schenking van roerende goederen bij notariële akte
Kathleen Mortier Master Notariaat 20031805 Academiejaar 2008-2009 De schenking van roerende goederen bij notariële akte Prof. Dr. Jan Bael Opstellen van akten 1 INHOUDSTAFEL I. Inleiding. 4 II. De schenking..4
Nadere informatieDE SCHENKING VAN ROERENDE GOEDEREN MET FIDEÏ-COMMIS DE RESIDUO
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 DE SCHENKING VAN ROERENDE GOEDEREN MET FIDEÏ-COMMIS DE RESIDUO Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door Elissa
Nadere informatieImpact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting
Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Hoorzitting, Vlaams Parlement, 20 februari 2018 1 Inleiding / agenda Verwijzing naar het verslag van de hoorzitting van 6 februari
Nadere informatieONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING
Zitting 2005-2006 5 juli 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE
Nadere informatieAuteur. Onderwerp. Datum
Auteur Alain Verbeke Buitengewoon Hoogleraar Leuven, Antwerpen, Tilburg Advocaat Philippe & Partners Onderwerp Vruchtgebruik: creatief met rechthebbenden Datum 1999 Copyright and disclaimer Gelieve er
Nadere informatieDE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT
DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT Aantal woorden: 23.022 Jean-Baptiste Louagie Studentennummer: 01104315 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris: Elise Maes Masterproef voorgelegd voor het
Nadere informatieHOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1
Inhoud HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1 Afdeling I. Inleiding...... 3 1. Algemeen...... 3 2. Omschrijving.... 3 3. Bewijskracht.... 4 A. Het oude recht... 4 B. Het huidige recht.....
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp I. Artikelen 792 en 1448 BW. Heling: toepassingsvoorwaarden. II. Artikelen 1446 en 1447 BW. Toewijzing bij voorrang. Moet het huisraad overgenomen worden met
Nadere informatieDeel 2 Op weg naar een gelijkschakeling, maar toch nog belangrijke verschilpunten
Samenwonen of huwen? Deel 2 Op weg naar een gelijkschakeling, maar toch nog belangrijke verschilpunten In onze vorige nieuwsbrief hebben we de verschillende samenwoningsvormen onder de loep genomen: Wat
Nadere informatieALGEMENE INHOUD VII. Fiscaal Praktijkboek 2011-2012 Indirecte belastingen
ALGEMENE INHOUD DEEL I HET BTW-PAKKET: WAT LEERT ONS DE TOEPASSINGSVERORDENING? 1 Patrick Wille 1. Inleiding 7 2. Plaats vestiging 8 2.1. Ontvanger van de dienst (B2B) 8 2.2. Dienstverrichter (B2C) 10
Nadere informatieENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING
ENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK NADER BEKEKEN Masterproef in het kader van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door: NATHALIE BONTINCK Studentennummer: 20054899 Academiejaar
Nadere informatie