SEKS ONDER JE 25 e DEFINITIEVE RESULTATEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SEKS ONDER JE 25 e DEFINITIEVE RESULTATEN"

Transcriptie

1 SEKS ONDER JE 25 e DEFINITIEVE RESULTATEN

2

3 SEKS ONDER JE 25 e DEFINITIEVE RESULTATEN Utrecht, 8 september 2005 Auteurs: Hanneke de Graaf, Suzanne Meijer, Jos Poelman, Ine Vanwesenbeeck Projectnummer: Dit onderzoek is gefinancierd door ZonMw 2005 Rutgers Nisso Groep/ Soa Aids Nederland

4

5 SAMENVATTING VAN BELANGRIJKSTE RESULTATEN In maart 2005 werden al enkele voorlopige resultaten van het onderzoek Seks onder je 25e gepresenteerd. Deze resultaten waren vooral beschrijvend van aard. Inmiddels zijn aanvullende analyses verricht. Hieronder zal verslag worden gedaan van de resultaten van deze analyses. Hierbij zal de nadruk liggen op groepsverschillen (naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, etniciteit, religie en seksuele oriëntatie) en op factoren die een belangrijke samenhang vertonen met seksueel gedrag en seksuele gezondheid. Dergelijke resultaten hebben implicaties voor de voorlichting, daar ze tonen op welke groepen jongeren de voorlichting zich zou moeten richten en welke omgevingsfactoren, denkwijzen, gevoelens of gedragingen hierbij beïnvloed zouden moeten worden. Verschillen tussen jongens en meisjes Verschillen tussen jongens en meisjes in ervaring met seksueel gedrag Voor zowel jongens als meisjes geldt dat het percentage met seksuele ervaring toeneemt met de leeftijd. Van de 12- tot en met 14-jarigen heeft 7% ervaring met geslachtsgemeenschap, onder 20- tot en met 25-jarigen is dit 88%. In de totale groep verschillen jongens en meisjes nauwelijks van elkaar wat betreft ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag. Alleen met masturbatie hebben in alle leeftijdsgroepen meer jongens dan meisjes ervaring. In de jongste leeftijdsgroep hebben jongens ook meer ervaring met andere vormen van seksueel gedrag, maar de verschillen zijn klein en nauwelijks significant. Op 17-jarige leeftijd hebben meer meisjes dan jongens ervaring met tongzoenen, geslachtsgemeenschap en orale seks. Deze meisjes doen hun ervaring over het algemeen op met oudere partners, hetgeen het sekseverschil op deze leeftijd zou kunnen verklaren. In de oudere leeftijdsgroepen (vanaf 20 jaar) zijn deze verschillen tussen jongens en meisjes verdwenen. Meisjes die geen ervaring hebben met geslachtsgemeenschap hebben hier andere redenen voor dan jongens. Meisjes vinden zichzelf vaker dan jongens te jong, ze hebben er geen behoefte aan, willen eerst een tijdje verkering hebben of zijn de juiste nog niet tegengekomen. Voor jongens is het er vaker dan voor meisjes niet van gekomen of was er vaker niemand die het ook met hen wilde doen. Jongens zijn sterker op seks gericht dan meisjes: ze denken er vaker aan en willen meer uitproberen op seksueel gebied. Binnen de groep jongeren die ervaring heeft met geslachtsgemeenschap en/of anale seks geven meisjes vaker aan dat ze één sekspartner hebben gehad (39%) dan jongens (30%). Jongens hebben vaker dan meisjes vier of meer sekspartners gehad (respectievelijk 37% en 28%). Jongens hebben daarnaast ook iets vaker dan meisjes tijdens de relatie met de laatste sekspartner seks gehad met anderen (respectievelijk 9% en 7%). Jongens hebben vaker dan meisjes wel eens geld of een andere beloning gegeven voor seks (6 op de 100 jongens tegenover 1 op de 100 meisjes). Datzelfde verschil wordt gevonden voor het krijgen van geld of een andere beloning voor seks (2 op de 100 jongens tegenover 1 op de 100 meisjes). Waarschijnlijk zijn deze jongens betaald door andere jongens of mannen, maar daar is niet naar gevraagd.

6 Verschillen tussen jongens en meisjes in interactiecompetentie en beschermingsgedrag Interactiecompetentie is een complex concept, bestaande uit het met de laatste partner kunnen praten over seks wanneer je dit wilt, weten wat je wilt en wat de ander wil, grenzen kunnen stellen en respecteren en zelfverzekerdheid over uiterlijk en prestaties. Het gaat hier om een eigen inschatting. Jongens en meisjes verschillen niet in de mate waarin ze zeggen competent te zijn in de interactie met de laatste partner. Met betrekking tot beschermingsgedrag worden kleine verschillen gevonden. Bij de eerste geslachtsgemeenschap is de groep die niets doet om zwangerschap te voorkomen onder meisjes kleiner (7%) dan onder jongens (10%). Meisjes zeggen vaker (46%) dan jongens (41%) dat er zowel een pil als condoom werd gebruikt. Deze verschillen zijn met name toe te schrijven aan verschillen in pilgebruik: 56% van de jongens en 64% van de meisjes geeft aan dat de pil bij de eerste keer werd gebruikt. Mogelijk kan dit worden toegeschreven aan het feit dat jongens soms niet van het pilgebruik op de hoogte zijn. Ongeveer driekwart van zowel de jongens als de meisjes zegt dat er bij de eerste geslachtsgemeenschap een condoom werd gebruikt. In de relatie met de laatste partner beschermen meisjes en jongens zich even goed tegen zwangerschap: ongeveer 4 op de 5 jongens en meisjes doet dit altijd. Jongens zeggen vaker (33%) dan meisjes (21%) dat er altijd een condoom werd gebruikt, meisjes zeggen vaker (35%) dan jongens (25%) dat dit alleen in het begin van de relatie gebeurde. Dit wordt ook gevonden wanneer alleen naar vaste relaties wordt gekeken. Mogelijk speelt de leeftijd van de partner (voor jongens lager dan voor meisjes) hier een rol. Het grootste deel van de jongeren gebruikt bij geslachtsgemeenschap met een vaste partner wel condooms aan het begin van de relatie, maar stopt hier na een tijdje mee. Tweederde van zowel de jongens als meisjes zegt dat de duur van de relatie en het vertrouwen in elkaar een reden was om geen condooms meer te gebruiken. Andere veel genoemde redenen om met condooms te stoppen zijn dat seks met een condoom minder lekker wordt gevonden (66% van de jongens en 46% van de meisjes) en dat er al andere anticonceptie wordt gebruikt (55% van de jongens en 41% van de meisjes). Meisjes die anale seks hadden met de laatste partner gebruikten hierbij vaker nooit een condoom (71%) dan jongens (51%). Binnen de groep jongeren die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap en/of anale seks hebben meisjes zich in het afgelopen jaar vaker laten testen op soa (13%) en hiv (11%) dan jongens (respectievelijk 9 en 8%). Ze zijn daarbij ook vaker positief bevonden op soa dan jongens (12 op de 1000 meisjes, tegenover 6 op de 1000 jongens). Verschillen tussen jongens en meisjes met betrekking tot seksuele problemen Meisjes ervaren meer schuld- en schaamtegevoelens rondom seksualiteit dan jongens. Daarnaast beoordelen meisjes het eigen lichaam minder positief dan jongens. Meisjes vinden zichzelf vaker te dik (33%) dan jongens (15%). Jongens zijn vaker tevreden over hoe de eigen geslachtsdelen eruit zien (60%) dan meisjes (46%). Meisjes hebben vaker problemen rondom opwinding, verlangen, niet klaarkomen of pijn dan jongens. Eén op de 6 meisjes heeft regelmatig of vaker last van een verminderd seksueel verlangen en 1 op de 4 meisjes komt regelmatig of vaker niet klaar. Slechts 1 op de 25 jongens kampt met deze problemen.

7 Een minderheid van de meisjes (43%) vrijt altijd pijnloos, terwijl dit voor het overgrote deel van de jongens (86%) wel het geval is. Verschillen tussen jongens en meisjes in ervaring met dwang Meisjes worden vaker overgehaald of gedwongen tot seksuele handelingen, jongens dwingen vaker. Achttien procent van de meisjes is wel eens gedwongen om iets te doen of toe te staan op seksueel gebied, tegenover 4% van de jongens. Vier procent van de jongens en 1% van de meisjes zegt wel eens iemand gedwongen te hebben tot seksuele handelingen. Acht op de 1000 meisjes is wel eens gedwongen of overgehaald tot seks waarvoor ze geld of een andere beloning ontvingen. Datzelfde geldt voor 4 op de 1000 jongens. Bij de eerste geslachtsgemeenschap zegt 0,2% van de jongens en 2% van de meisjes te zijn gedwongen. Vier procent van de jongens en 12% van de meisjes zegt hiertoe te zijn overgehaald. De eerste anale seks vindt vaker onder druk of dwang plaats dan de eerste geslachtsgemeenschap. Van de jongens werd 1% bij de eerste anale seks gedwongen en 8% werd hiertoe overgehaald. Helaas is het geslacht van de partner hier onbekend. Bij de meisjes was de eerste anale seks voor 2% gedwongen en 30% werd hiertoe overgehaald. Verschillen tussen leeftijdsgroepen Verschillen tussen leeftijdsgroepen in interactiecompetentie en beschermingsgedrag Met het ouder worden neemt de interactiecompetentie sterk toe. Ook verandert de aard van relaties die worden aangegaan. In de oudere leeftijdsgroepen heeft men op het moment dat de vragenlijst wordt ingevuld vaker een vaste partner en relaties duren langer. De laatste sekspartner is voor de groep van 21 tot 25 jaar minder vaak een eenmalig sekscontact en vaker degene met wie men een vaste, monogame relatie heeft en op wie men erg verliefd is. Jongeren van 12 tot en met 14 jaar die geslachtsgemeenschap hebben beschermen zich hierbij minder goed tegen zwangerschap dan jongeren die ouder zijn. Wanneer de eerste geslachtsgemeenschap al op 13-jarige leeftijd of eerder plaatsvindt, gebruikt 31% van de jongens en 15% van de meisjes hierbij geen anticonceptie. Van de 12- tot 14-jarigen die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap gebruikte 30% van de jongens en 19% van de meisjes met de laatste partner nooit anticonceptie. De verschillen met oudere groepen zijn vooral toe te schrijven aan een beperkt pilgebruik in de jongste leeftijdsgroep. In de totale groep jongeren van 12 tot en met 14 jaar is het risico door de beperkte mate van seksuele activiteit uiteraard gering. Verschillen tussen leeftijdsgroepen met betrekking tot seksuele problemen Voor meisjes neemt de tevredenheid met het seksleven toe met het ouder worden. Daarnaast nemen voor zowel jongens als meisjes schuld- en schaamtegevoelens rondom seksualiteit af en de gerichtheid op seks en de waardering van het eigen lichaam toe. Verschillen tussen leeftijdsgroepen in ervaring met dwang Wanneer de eerste geslachtsgemeenschap met 13 jaar of eerder plaatsvond, is de kans relatief groot dat iemand hiertoe werd overgehaald. Binnen deze groep zegt 32% van de meisjes en

8 8% van de jongens de eerste keer te zijn overgehaald. Binnen de groep waarbij de eerste keer met 14 of 15 jaar plaatsvond zijn deze percentages al gedaald naar respectievelijk 16 en 5%. Verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren Laag opgeleide jongeren zijn jongeren die vmbo of mbo volgen, of die geen onderwijs meer volgen en waarvan de hoogst afgeronde opleiding basisschool, mavo of vmbo, mbo, havo of vwo is. Hoog opgeleide jongeren zijn jongeren die havo, vwo, hbo of universiteit volgen of jongeren die hbo of universiteit hebben afgerond. Verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren in ervaring met seksueel gedrag Laag opgeleide jongeren zijn sterker gericht op seks dan hoog opgeleide jongeren: ze denken hier vaker aan en zouden liever dan hoog opgeleiden van alles uitproberen. Dat laag opgeleide jongeren ook meer hebben uitgeprobeerd, blijkt uit het feit dat laag opgeleide jongeren van 12 tot en met 17 jaar meer ervaring hebben met vrijwel alle vormen van seks met een partner dan hoog opgeleide jongeren van deze leeftijd. Hoog opgeleide jongeren hebben wel vaker ervaring met soloseks dan laag opgeleide jongeren, maar dit verschil is alleen voor de meisjes significant. Tegen het eind van de tienertijd verdwijnen de verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren grotendeels. Hoog opgeleide meisjes hebben dan nog wel vaker ervaring met masturbatie dan laag opgeleide meisjes, laag opgeleide jongens hebben dan nog meer ervaring met geslachtsgemeenschap en laag opgeleide meisjes met anale seks. Laag opgeleide jongeren zijn vaker dan hoog opgeleide jongeren wel eens verliefd geweest. Ze hebben vaker wel eens verkering gehad en ook vaker een relatie ten tijde van het onderzoek. Binnen de groep jongeren die ervaring heeft met geslachtsgemeenschap en/of anale seks hebben laag opgeleide jongeren dit vaker met vier of meer sekspartners gedaan dan hoog opgeleide seksegenoten. Laag opgeleide jongens hebben ongeveer 2 keer zo vaak ervaring met zowel betalen voor seks als betaald worden voor seks dan hoog opgeleide jongens. Verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren in interactiecompetentie en beschermingsgedrag Laag en hoog opgeleide jongeren schatten de eigen interactiecompetentie ongeveer even hoog in. Met de laatste partner gebruiken laag opgeleide jongeren minder vaak consequent anticonceptie dan hoog opgeleide jongeren. Laag opgeleide jongens en meisjes hebben in het afgelopen jaar dan ook vaker te maken gehad met zwangerschap en meer laag dan hoog opgeleide meisjes hebben een abortus ondergaan. Verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren met betrekking tot satisfactie Laag opgeleide jongens en meisjes zijn meer tevreden over het seksleven dan hoog opgeleide jongens en meisjes.

9 Verschillen tussen laag en hoog opgeleide jongeren in ervaring met dwang Meer laag dan hoog opgeleide meisjes zeggen dat ze bij de eerste geslachtsgemeenschap werden overgehaald. Meer laag dan hoog opgeleide jongeren zijn wel eens gedwongen tot seksuele handelingen. Laag opgeleide jongens zeggen daarnaast ook vaker zelf wel eens iemand te hebben gedwongen tot seks dan hoog opgeleide jongens. Verschillen tussen etnische groepen Verschillen tussen etnische groepen in ervaring met seksueel gedrag De invloed van de etnische achtergrond op seksueel gedrag is voor jongens en meisjes verschillend. Hier zullen verschillen tussen etnische groepen dan ook voor jongens en meisjes apart worden beschreven. Met betrekking tot ervaring met geslachtsgemeenschap en anale seks worden geen verschillen naar etniciteit gevonden. Binnen de groep jongens die ervaring heeft met geslachtsgemeenschap hebben Nederlandse jongens wel relatief weinig en Marokkaanse jongens wel relatief veel verschillende sekspartners gehad. Jongens van Marokkaanse of Turkse afkomst hebben vaker dan andere jongens wel eens betaald voor seks: respectievelijk 15 en 22% van deze groepen jongens zegt dit wel eens gedaan te hebben. Dit kan het verschil in aantallen sekspartners gedeeltelijk verklaren. Minder Nederlandse jongens dan jongens met een niet-nederlandse achtergrond zeggen wel eens betaald te zijn voor seks. Jongens van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse of Antilliaanse afkomst hebben vaker dan Nederlandse jongens tijdens de relatie met de laatste sekspartner ook seks gehad met anderen. Marokkaanse en Turkse jongens zijn relatief vaak nog nooit verliefd geweest. Nederlandse meisjes hebben relatief vaak ervaring met masturbatie. Meisjes met een Marokkaanse achtergrond hebben relatief vaak geen ervaring met geslachtsgemeenschap. Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse meisjes hebben vaker dan andere meisjes ervaring met anale seks, Turkse meisjes juist minder vaak. Nederlandse en Surinaamse meisjes zijn ook sterker op seks gericht dan meiden met een andere etnische achtergrond. Verschillen tussen etnische groepen in interactiecompetentie en beschermingsgedrag Jongeren met een Marokkaanse of Turkse achtergrond scoren relatief laag wat betreft gerapporteerde interactiecompetentie, Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse jongeren relatief hoog. Met betrekking tot beschermingsgedrag bestaan bij jongens nauwelijks verschillen naar etniciteit. Bij de meisjes lijken Antilliaanse en (in mindere mate) Surinaamse meisjes het meeste risico te lopen. Antilliaanse meisjes zijn het afgelopen jaar vaker positief getest op soa. Meisjes met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond zijn vaker dan andere meisjes ongepland zwanger geweest in het afgelopen jaar. Antilliaanse meisjes hebben hierbij ook vaker een abortus gehad. Verschillen tussen etnische groepen in ervaring met dwang Marokkaanse jongens hebben vaker dan andere jongens wel eens iemand gedwongen tot seksuele handelingen. De kans dat dit wel eens is voorgekomen is voor Marokkaanse jongens bijna 2 keer zo groot als voor andere jongens. Surinaamse en Antilliaanse meisjes hebben

10 vaker dan andere meisjes ervaring met gedwongen worden tot seksuele handelingen, maar deze verschillen zijn volledig toe te schrijven aan verschillen in opleidingsniveau. Verschillen tussen etnische groepen in seksueel zelfbeeld Nederlandse en Surinaamse jongeren rapporteren relatief weinig schuld- en schaamtegevoelens en Marokkaanse en Turkse jongeren relatief veel. Nederlandse jongens en meisjes denken daarentegen minder positief over het eigen lichaam dan de rest van de groep. Verschillen naar religie Verschillen in ervaring met seksueel gedrag naar religie Binnen de groep jongens van 12 tot 17 jaar worden weinig duidelijke verbanden met religie gevonden, zij het dat Islamitische jongens op deze leeftijd iets vaker ervaring hebben met seks met een partner. Bij de groep 18- tot 24-jarigen zijn de verschillen duidelijker. Jongens die niet gelovig zijn opgevoed of voor wie de religieuze opvoeding niet belangrijk is hebben dan relatief veel ervaring, jongens voor wie het Christelijke geloof heel belangrijk is relatief weinig. Bij meisjes is het verband tussen religie en seksueel gedrag sterker. In beide leeftijdsgroepen zijn de meisjes die niet gelovig zijn opgevoed of die Christelijk zijn opgevoed maar die dit niet belangrijk vinden het meest ervaren. Islamitische meisjes hebben relatief weinig ervaring met alle vormen van seks. Er is dan ook geen evidentie dat deze meisjes om het maagdenvlies te sparen, kiezen voor bijvoorbeeld orale of anale seks. Verschillen in beschermingsgedrag naar religie Wanneer ze eenmaal aan seks beginnen, lijken Christelijke jongeren die het geloof heel belangrijk vinden zichzelf minder goed te beschermen. Zowel jongens als meisjes uit deze groep doen bij de eerste geslachtsgemeenschap minder vaak iets om zwangerschap te voorkomen. Met de laatste partner wordt door Christelijke jongens die veel belang hechten aan het geloof minder vaak altijd anticonceptie gebruikt. Dit wordt ook gevonden wanneer personen met een kinderwens buiten beschouwing worden gelaten. En hoe zit het met homoseksuele, lesbische en biseksuele jongeren? Homo- en biseksuele jongeren zijn jongeren die aangeven ook, vooral of uitsluitend te vallen op personen van het eigen geslacht. Twee procent van de ondervraagde jongens en 1,3% van de meisjes valt in deze categorie. Wanneer homo- en biseksuele jongeren worden vergeleken met jongens en meisjes die vooral of uitsluitend op het andere geslacht vallen, blijken homojongeren ten tijde van het onderzoek minder vaak een vaste relatie te hebben dan heterojongeren. Verder worden verschillen naar seksuele oriëntatie vooral bij jongens gevonden. Van de homoseksuele jongens van 19 tot en met 24 jaar heeft 70% ervaring met anale seks, tegenover 21% van de heteroseksuele jongens. Het is hierbij onbekend of het om passieve of actieve anale seks gaat. Minder homo- dan heteroseksuele jongens gebruikten hierbij met de laatste partner nooit condooms. Homo- en biseksuele jongens hebben minder ervaring met betaald worden en meer met zelf betalen voor seks dan heteroseksuele jongens.

11 Deze jongens zijn vaker dan heterojongens wel eens gedwongen tot seks, ook voor het 12e jaar. Homoseksualiteit blijkt onder de totale groep jongeren van 12 tot 25 jaar nog verre van geaccepteerd te zijn. Met name vrijen van twee jongens wordt afgekeurd: 1 op de 5 meisjes en meer dan de helft van de jongens vindt dit vies. Ook zegt 12% van de jongens en 4% van de meisjes dat ze de vriendschap met hun beste vriend of vriendin zouden verbreken als deze homoseksueel of lesbisch zou blijken te zijn. In de jongste leeftijdsgroep is de mate van homonegativiteit het grootst. Hoog opgeleiden denken minder negatief over homoseksualiteit dan laag opgeleide jongeren. Vooral Marokkaanse en Turkse jongens en meisjes denken negatief over homoseksualiteit. Onder Nederlandse jongeren en Surinaamse meisjes is de homonegativiteit relatief gering. Verschillen tussen 1995 en 2005 Verschillen tussen het laatste representatieve onderzoek onder jongeren (Jeugd & Seks 1995) en het huidige onderzoek zijn uitsluitend nagegaan voor jongeren die op het voortgezet onderwijs of in de eerste twee klassen van het mbo zitten. Vergeleken met 10 jaar geleden heeft nu een groter deel van de schoolgaande jongeren ervaring met tongzoenen, geslachtsgemeenschap, orale seks en anale seks. Zo had in % van de schoolgaande jeugd ervaring met geslachtsgemeenschap. Inmiddels is dat 30%. Ook de gemiddelde leeftijd waarop jongeren op het voortgezet onderwijs voor het eerst zoenen, vingeren en/of aftrekken en orale seks hebben is afgenomen. Jongeren beginnen anno 2005 dus eerder aan seks, maar het overgrote deel van hen geeft wel aan dat het moment waarop ze nieuwe seksuele ervaringen opdeden voor hen goed was. Slechts een klein deel had nog even willen wachten. Of dit in 1995 ook het geval was, weten we helaas niet. Naast gedrag is ook de houding ten aanzien van seksualiteit onder schoolgaande jongeren veranderd. Anno 2005 keurt 1 op de 4 schoolgaande jongeren seks tussen twee mensen die niet veel voor elkaar voelen goed, in 1995 was dit nog 1 op de 6. Dit betekent overigens niet dat ze zelf dergelijke losse contacten willen hebben. Beschermingsgedrag is sinds 1995 verbeterd. Zowel pil als condooms worden vaker gebruikt. Pilgebruik bij de eerste keer stijgt van 36 naar 46%, condoomgebruik van 69 naar 79%. Het gezamenlijk gebruik van pil en condoom (double Dutch) is bij de eerste geslachtsgemeenschap toegenomen van 24 naar 37%. Met de laatste partner gebruikte in % de pil, in 2005 is dit toegenomen tot 72%. Het percentage dat met de laatste partner nooit condooms gebruikte is afgenomen van 27 tot 17%. Met betrekking tot condoomgebruik werden in 1995 nog wel verschillen naar etniciteit gevonden. In 2005 zijn deze verschillen grotendeels verdwenen. Belangrijke samenhangen met gezinsklimaat In een warm gezinsklimaat ervaren jongeren affectie, hulp en steun van de ouders en weten ouders veel af van het reilen en zeilen van hun kind. Jongeren die een dergelijk gezinsklimaat rapporteren hebben minder vaak al ervaring met geslachtsgemeenschap en anale seks. Een warm gezinsklimaat hangt samen met een hogere interactiecompetentie. Jongeren die

12 ervaring hebben met geslachtsgemeenschap, beschermen zich met de laatste partner beter tegen zwangerschap wanneer ze uit een warm gezin komen. Een warm gezinsklimaat lijkt ook een beschermende factor te zijn tegen ervaringen met seksuele dwang. Jongeren die een warm gezinsklimaat rapporteren hebben zowel een kleinere kans wel eens gedwongen te zijn als wel eens iemand gedwongen te hebben tot seksuele handelingen. Belangrijke samenhangen met sociale integratie De mate van sociale integratie heeft in het huidige onderzoek betrekking op de middelbare schooltijd. Gevraagd is of men tijdens deze periode voldoende vrienden heeft of had en of men binnen deze vriendenkring een centrale rol inneemt of innam. Jongeren die beter sociaal geïntegreerd zijn/waren hebben vaker ervaring met masturbatie. Deze jongeren zeggen daarnaast competenter te zijn in de interactie met de laatste partner. Belangrijke samenhangen met de mate waarin iemand informatie over seks heeft gekregen Door de meeste jongeren wordt met de ouders wel eens over verliefdheid en relaties gesproken. Andere onderwerpen zijn minder vaak een onderwerp van gesprek. Anticonceptie- en condoomgebruik komen bij een meerderheid toch nog wel ter sprake. Wensen en grenzen ten aanzien van seks worden nauwelijks met de ouders besproken. Over alle onderwerpen - maar vooral over verliefdheid en relaties, wensen en grenzen - wordt vaker met vrienden of vriendinnen gesproken dan met de ouders. Meisjes praten vaker over verliefdheid en relaties, grenzen en anticonceptie dan jongens, zowel met ouders als vrienden. Jongens praten met vrienden vaker over wat ze willen op seksueel gebied dan meisjes. In de leeftijd van 12 tot en met 14 jaar wordt het minst met ouders en vrienden over seks gesproken. Marokkaanse en Turkse jongeren praten relatief weinig met de ouders over seks, Marokkaanse jongeren doen dit daarnaast ook weinig met vrienden. Vrijwel iedereen zegt op school minstens enige informatie over seks te hebben gekregen; dit geldt voor 92% van de jongens en 94% van de meisjes. Ongeveer eenderde van de jongeren krijgt (minstens enige) informatie van de GGD, schoolarts of huisarts. Het jongerenwerk wordt het minst als informatiebron genoemd. Jongens met een Marokkaanse achtergrond en meisjes met een Antilliaanse achtergrond halen hier wel meer informatie vandaan dan andere jongeren. Marokkaanse jongeren zeggen ook vaker dan andere jongeren dat ze in geval van soa, voor anticonceptie of bij een ongeplande zwangerschap naar de schoolarts of schoolverpleegkundige zouden stappen. Hoe meer informatie van school, gezondheidszorg en buurtwerk iemand heeft gekregen, hoe hoger deze informatie wordt gewaardeerd. De mate waarin iemand zegt informatie te hebben gekregen hangt niet samen met interactiecompetentie of beschermingsgedrag. Wel blijkt dat jongeren die vaker met ouders en vrienden over seks praten vaker wel eens gedwongen zijn tot seksuele handelingen. Mogelijk hebben jongeren met dergelijke negatieve ervaringen meer behoefte om met ouders en vrienden te praten.

13 Belangrijke samenhangen met kennis Jongeren weten nog lang niet alles als het gaat om soa/hiv, voortplanting en anticonceptie en maagdelijkheid. Ongeveer eenderde van de jongens en meisjes weet niet dat je ook zwanger kunt worden als een jongen tijdens de geslachtsgemeenschap niet klaarkomt. Bijna de helft van de jongens denkt dat je onvruchtbaar kunt worden van het slikken van de pil of weet niet hoe het hiermee zit. Daarnaast weet ongeveer eenderde van de jongens niet dat wassen niet helpt tegen het oplopen van soa of hiv en dat meisjes niet altijd bloeden bij de eerste geslachtsgemeenschap. In de jongste leeftijdsgroep worden de minste juiste antwoorden gegeven. Nederlandse, Antilliaanse en Surinaamse jongeren weten relatief veel van voortplanting, soa, anticonceptiegebruik en maagdelijkheid. Turkse en Marokkaanse jongens en meisjes weten hier minder van af. Daarnaast is het kennisniveau van hoog opgeleide jongeren hoger dan van laag opgeleide jongeren. Het kennisniveau hangt nauwelijks samen met de mate waarin jongeren zichzelf beschermen tegen zwangerschap en soa. Ook wordt er geen verband gevonden tussen het kennisniveau en ervaring met gedwongen zijn of gedwongen hebben tot seks. Wel zeggen jongeren met een hoger kennisniveau iets competenter te zijn in de interactie met de laatste partner. Belangrijke samenhangen met mediagebruik Media-exposure Jongeren komen via de media veelvuldig in contact met informatie over seks of seksuele beelden. Een groot deel van de jongeren heeft het afgelopen half jaar wel eens iets over seks gelezen in een tijdschrift (82% van de jongens en 86% van de meisjes). Een vrijwel even grote groep (85% van de jongens en 75% van de meisjes) heeft in die periode iets over seks op televisie gezien. Ruim tweederde van de jongeren heeft ook iets over seks gelezen in een boek. Veel jongens komen daarnaast via het internet in contact met seks (62%), terwijl dit voor veel minder meisjes (34%) het geval is. Informatielijnen worden door beide seksen nauwelijks gebeld. Videoclips waar bloot of seks in voorkomt heeft een meerderheid van de jongens (88%) en meisjes (75%) in het afgelopen half jaar tenminste een enkele keer gezien. Het bekijken van een seksfilm op televisie is voor 75% van de jongens en 44% van de meisjes ook wel eens voorgekomen. Zestig procent van de jongens heeft in het afgelopen half jaar wel eens een pornoboekje bekeken, tegenover 21% van de meisjes. Bijna tweederde van de jongens heeft in diezelfde periode wel eens een porno-website bekeken. Door meisjes wordt dit aanzienlijk minder gedaan (12%). In de jongste leeftijdsgroep komt men relatief weinig via de media in contact met zowel informatieve als seksuele uitingen. Surinaamse meisjes zeggen relatief vaak iets over seks te hebben gezien of gelezen in de media. Antilliaanse jongens en meisjes komen vaker in contact met seksfilms, seksboekjes, erotische clips en pornosites dan jongeren met een andere achtergrond. Vooral Marokkaanse jongens en meisjes komen weinig in contact met dergelijke uitingen. Jongeren die vaker iets over seks hebben gezien of gelezen in de media hebben meestal ook vaker seksfilms, seksboekjes, erotische clips en pornosites bekeken. Beide

14 manieren van contact met seks in de media zijn dan ook samengenomen onder de noemer media-exposure. Jongeren met een hogere media-exposure hebben vaker ervaring met masturbatie en anale seks. Daarnaast schatten jongeren die meer in contact komen met seks in de media de eigen interactiecompetentie lager in. Met nadruk dient gezegd te worden dat het hier gaat om samenhangen die niet per se oorzakelijk zijn en dat dus niet geconcludeerd mag worden dat een hoge media-exposure leidt tot meer seksuele ervaring of een lagere interactiecompetentie. Het is goed mogelijk dat jongeren die meer ervaring hebben met seks ook meer geïnteresseerd zijn in het onderwerp en daardoor meer in contact komen met seks in de media. Ook kan het zo zijn dat jongeren die minder competent zijn in de interactie met de laatste partner, vaker hun toevlucht zoeken tot het bekijken van seksuele uitingen in de media. Flirten en daten Het overgrote deel van de jongens en meisjes maakt wel eens gebruik van mobiel of internet bij het flirten. Vier van de vijf jongens en meisjes stuurt wel eens een sms-je naar iemand die ze leuk vinden en 4 op de 5 jongens en 3 op de 4 meisjes chat of msn-t wel eens met zo iemand. Daten via het internet komt minder, maar toch nog regelmatig voor. Achttien procent van de jongens en 12% van de meisjes heeft wel eens een afspraakje gemaakt via het internet. Een kleine minderheid van de jongens en meisjes heeft wel eens een contactadvertentie geplaatst of op een advertentie gereageerd. Een op de tien jongens heeft wel eens online seks gehad en een even grote groep heeft wel eens seks gehad met iemand die ze via het internet hebben ontmoet. Datzelfde geldt voor 1 op de 20 meisjes. Jongeren die vaker flirten via sms of chat schatten de eigen interactiecompetentie hoger in: ze zeggen beter te kunnen praten met de partner, beter te weten en aan te kunnen geven wat ze wel en niet willen en zelfverzekerder te zijn. Jongeren die vaker daten via internet rapporteren daarentegen juist een lagere interactiecompetentie. Deze jongeren hebben daarnaast vaker ervaring met seksuele dwang, zowel als dader- als slachtofferschap. Ook hier dient weer te worden benadrukt dat niet zondermeer kan worden geconcludeerd dat het één het ander veroorzaakt. De kans op ervaringen met seksuele dwang kan uiteraard toenemen doordat iemand afspraken maakt via internet. Echter, het daten via internet is nagevraagd voor het afgelopen half jaar. Het is goed mogelijk dat de ervaringen met dwang hieraan vooraf zijn gegaan. In dat geval zouden de negatieve ervaringen bijvoorbeeld de interesse in seks en daarmee de mate van daten via het internet hebben kunnen stimuleren. Belangrijke samenhangen met seksuele attitudes Jongeren met een permissieve houding ten aanzien van vrije seks dit zijn jongeren die seks met vaste en losse partners in relatief grote mate goedkeuren - hebben vaker ervaring met masturbatie en geslachtsgemeenschap. Wat de attitude ten aanzien van condooms betreft blijkt voor consequent condoomgebruik vooral van belang dat iemand geen negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de seks ervaart. Wanneer iemand vindt dat seks minder lekker is met condooms en condooms een hinderlijke onderbreking zijn, wordt minder vaak consequent met condooms gevreeën. Daarnaast is van invloed hoe belangrijk men condooms

15 vindt. Wanneer condoomgebruik (ook) met vaste partners belangrijk wordt gevonden, wordt vaker een condoom gebruikt. Gevraagd is wat jongeren ervan vinden als een jongen een meisje dat zich eerst laat versieren maar dan toch geen seks wil onder druk zet om toch seks te hebben. Jongens die dit goedkeuren hebben vaker zelf wel eens iemand gedwongen tot seksuele handelingen. Belangrijke samenhangen met sociale normen Jongeren die denken dat de meeste van hun vrienden ervaring hebben met geslachtsgemeenschap, hebben zelf ook vaker ervaring met geslachtsgemeenschap en met anale seks. Ook hier geldt weer dat niet van een causaal verband mag worden uitgegaan. Mogelijk stimuleert het idee dat iedereen het al gedaan heeft jongeren om zelf ook ervaringen op te doen. Het kan echter ook zo zijn dat jongeren vrienden kiezen die even ver zijn op seksueel gebied. Jongeren die denken dat de meeste vrienden anticonceptie en/of condooms gebruiken bij geslachtsgemeenschap gebruiken zelf ook vaker consequent anticonceptie en condooms met de laatste partner. Consequent condoomgebruik hangt daarnaast samen met een positieve houding ten aanzien van beschermingsgedrag van de ouders. Belangrijke samenhangen met eigen effectiviteit Jongeren die inschatten condooms te kunnen gebruiken in verschillende moeilijke situaties (bijvoorbeeld bij sterke verliefdheid, als de ander geen condooms wil gebruiken, bij sterke opwinding, alcoholgebruik) gebruiken vaker altijd condooms met de laatste partner. Belangrijke samenhangen met interactiecompetentie Jongeren scoren gemiddeld behoorlijk hoog als het gaat om interactiecompetentie met de laatste partner. Driekwart van zowel de jongens als de meisjes heeft een score van 4 of hoger op een schaal van 1 tot 5. Jongeren die competenter zeggen te zijn in de interactie met de laatste partner gebruiken vaker altijd anticonceptie met deze partner. Met condoomgebruik wordt een negatief verband gevonden. Het is mogelijk dat een hogere interactiecompetentie dit effect heeft omdat veel jongeren liever niet altijd condooms gebruiken. Iemand gebruikt dan als het ware zijn of haar vaardigheden om dit doel te bereiken.

16

17 INHOUDSOPGAVE 1. Uitvoering van het onderzoek 1 2. De seksuele start 7 3. Ervaringen met een partner en de kwaliteit van seksuele interacties Beschermingsgedrag en seksuele risico s Overhalen en dwingen Seksuele oriëntatie Kennis, informatiegebruik en behoefte 77 Bijlagen 97

18

19 1 1. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de respondenten zijn geworven en hoe de steekproef is samengesteld. Daarnaast wordt toegelicht hoe tot de uiteindelijke vragenlijst gekomen is, welke vragen hierin zijn opgenomen en op welke wijze deze is afgenomen. 1.1 Werving Respondenten zijn zowel op aselecte als selecte wijze geworven. Voor het representatieve deel van de steekproef werden op aselecte wijze respondenten benaderd, zowel via scholen als via de Gemeentelijke Basisadministraties (GBA) van verschillende gemeenten. Omdat bepaalde subgroepen in deze steekproef te klein zouden zijn om hier uitspraken over te doen, werden allochtone jongeren en homo- en biseksuele jongeren extra bijgeworven. Daarnaast heeft een aantal GGD-en ervoor gekozen om binnen de eigen regio een extra groep jongeren te benaderen. In tabel 1.1 is te zien hoeveel respondenten per subgroep zijn benaderd en wat de respons was. Vervolgens zal de werving en respons per subgroep worden beschreven. Tabel 1.1. Aantal en respons per wervingsgroep Aantal respondenten dat heeft meegedaan Respons Werving via scholen, willekeurig 1713 * Werving via GBA, willekeurig % Extra werving allochtonen via scholen 503 * Extra werving allochtonen via GBA % Extra werving homojongeren 260 * Ophoging scholen Oostelijk-Zuid Limburg 299 * Ophoging GBA Oostelijk-Zuid Limburg % Ophoging scholen Midden-Holland 638 * Ophoging GBA Midden-Holland % Ophoging GBA Kennemerland % Ophoging GBA Noord-West Veluwe % Totaal 9250 * De respons is alleen berekend bij de groepen die via GBA zijn benaderd. Bij de scholen hebben vrijwel alle leerlingen die uiteindelijk zijn benaderd meegedaan. Voor de homojongeren is ook een oproep op een website geplaatst en daardoor is onbekend hoeveel jongeren in totaal benaderd zijn. Schoolse steekproef, aselect geworven Deze groep is geworven via scholen voor voortgezet onderwijs. Een uitgangspunt hierbij was dat de verdeling van leerlingen over leerjaren en schooltype in de steekproef overeen moest komen met hoe deze volgens het CBS in de Nederlandse populatie is. Om deze verdeling te realiseren en tenminste 1500 leerlingen te werven waren er - uitgaande van ongeveer 20 leerlingen per klas - in totaal 92 klassen nodig. Deze werden verdeeld over 31 scholen. Dit aantal is groot genoeg voor een goede landelijke spreiding en klein genoeg om binnen het tijdsbestek van het onderzoek te kunnen benaderen.

20 2 Voor de selectie van de scholen is gebruik gemaakt van een databestand waar alle Nederlandse scholen in opgenomen zijn (CFI). Per provincie is aselect een aantal scholen geselecteerd, zodanig dat de spreiding van de scholen over het land overeenkomt met de verdeling van jongeren over het land (CBS). Vervolgens werden de benodigde klassen willekeurig over de geselecteerde scholen verdeeld, hierbij rekening houdend met de onderwijstypen binnen elke school. De werving van de scholen lag grotendeels in handen van de GGD. Drie GGD-en konden of wilden niet meedoen, in welk geval de school door het projectteam zelf werd benaderd. Wanneer een school niet mee kon of wilde werken, werd door de onderzoekers of de GGD een school binnen de regio gezocht die qua omvang, ligging, onderwijstype en denominatie zo goed mogelijk overeenkwam met de school die was uitgevallen. Buitenschoolse steekproef, aselect geworven Vanaf 17 jaar volgen veel jongeren geen voortgezet onderwijs meer. Om deze groep jongeren te bereiken, werd gebruik gemaakt van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) (vroeger het 'bevolkingsregister'). In dit bestand is per inwoner van een gemeente een aantal persoonsgegevens, waaronder leeftijd, opgenomen. De 31 gemeenten waar de geselecteerde scholen van de schoolse steekproef gevestigd zijn, werden benaderd. Op deze manier waren de gemeenten - net als de scholen - willekeurig gekozen. Alle gemeenten verleenden uiteindelijk hun medewerking. Bij deze steekproef werd voor de zekerheid uitgegaan van een respons van 20%. Er werden daarom vijf keer zoveel brieven verstuurd als de beoogde netto steekproef, in totaal brieven. In de meeste gemeenten is ook een herhalingsoproep verstuurd. Regionale ophogingen Wanneer een GGD het belangrijk vond om uitspraken te kunnen doen over de seksuele gezondheid van jongeren binnen de eigen regio, stond het haar vrij om zelf extra respondenten binnen deze regio bij te werven. Vier GGD-en kozen hiervoor. De werving verliep grotendeels op de hierboven beschreven wijze: via GBA (4 regio's) en scholen (2 regio's). De GGD-en maakten zelf een selectie van scholen en gemeenten. Een enkele keer lieten zij zich hierin adviseren door de onderzoekers. Extra werving van allochtone jongeren In de uiteindelijke steekproef wilden we Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse jongens en meisjes met elkaar en met Nederlandse jongens en meisjes kunnen vergelijken. Ook wilden we binnen deze groepen tussen jongeren tot en vanaf 18 jaar vergelijkingen kunnen maken. Met dit doel werden er dan ook zowel op scholen als via de GBA extra allochtone leerlingen bijgeworven. Veertien scholen met meer dan 60% allochtone leerlingen werden met behulp van CFI-gegevens geselecteerd en benaderd. Wanneer een school medewerking weigerde kon steeds een vervangende school met een hoog percentage allochtone leerlingen worden gevonden. Daarnaast werden in zowel Amsterdam als Rotterdam 1600 brieven aan jongeren van Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse afkomst verstuurd.

21 3 Extra werving homo- en biseksuele jongeren Voor het bijwerven van 100 homo- en biseksuele jongens en 100 lesbische en biseksuele meisjes kregen 1000 lezers van 'Expreszo' een brief waarin zij werden opgeroepen aan het onderzoek mee te doen, later aangevuld met een oproep op de website van Expreszo. 1.2 Respons Van de 31 geselecteerde scholen deden er 18 direct mee, soms na inzage van de vragenlijst. Voor de scholen die niet mee wilden werken was de reden soms tijdgebrek of overbelasting, soms ook inhoudelijk (het onderwerp van het onderzoek of de moeilijkheidsgraad van de vragenlijst). Op 3 scholen werd om diezelfde inhoudelijke redenen de vragenlijst niet aan de eerste klassen voorgelegd. Voor de scholen die helemaal niet mee wilden of konden werken werd een alternatief gezocht. Dit is voor 11 scholen gelukt. Uiteindelijk hebben 29 scholen aan het onderzoek meegedaan. Van de aselect via GBA geworven jongeren reageerden er 2968 op onze oproep: een respons van bijna 24%. Bij de regionale ophogingen werd een vergelijkbare respons gevonden, waarbij opvalt dat het al dan niet verloten van een prijs onder de respondenten weinig invloed had op deze respons. De respons van de speciaal op allochtone achtergrond geselecteerde groep bleef sterk achter: nog geen 10% gaf gehoor aan onze oproep. Van de aangeschreven homojongeren reageerden in eerste instantie vooral de jongens enthousiast. Door het plaatsen van een oproep op de website werd ook het beoogde aantal meisjes gehaald. In totaal deden 260 homojongeren via deze werving mee. 1.3 Steekproef Een respons van 24% betekent dat ongeveer drie van de vier jongeren die van ons een brief ontvingen, niet reageerden op de oproep. Nagegaan diende te worden of deze groep qua samenstelling afwijkt van de groep die wel reageerde. Dit is gedaan door de aselect geworven steekproef te vergelijken met de Nederlandse populatie jongeren op sekse, leeftijd, etniciteit, stedelijkheid, religie, verdeling over verschillende opleidingstypen en binnen de jongeren die geen onderwijs volgen, verdeling qua opleidingsniveau. Op al deze punten bleek de steekproef onvoldoende overeen te komen met de populatie: in sommige cellen zitten te weinig, in andere teveel respondenten. Hierop is besloten gebruik te maken van respondenten uit de extra steekproeven. Wanneer in de aselecte steekproef bepaalde cellen onvoldoende waren gevuld, werden respondenten met de gewenste kenmerken willekeurig uit de overige steekproeven geselecteerd en toegevoegd aan het databestand. Een enkele keer werden ook respondenten willekeurig verwijderd: door overlap tussen werving via scholen en GBA waren er bijvoorbeeld in verhouding erg veel 17- jarigen in de steekproef. Vervolgens werd de steekproef opgeschoond, dat wil zeggen dat respondenten die naar het onafhankelijke oordeel van twee verschillende onderzoekers te veel inconsistente antwoorden gaven uit de steekproef werden verwijderd. Dit gebeurde ook met respondenten die het overgrote deel van de vragenlijst niet hadden ingevuld en jongeren van 25 jaar en ouder.

22 4 In bijlage 1a is te zien hoe de representatieve steekproef na dit proces is samengesteld. De steekproef bestaat uit 2382 jongens en 2439 meisjes. Zevenentachtig procent van de steekproef is autochtoon, 7% Westers allochtoon en 16% niet-westers allochtoon. De definitie van allochtoon is overgenomen van het CBS: iemand van wie tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren. Wanneer het geboorteland van vader en moeder verschillend is, is het geboorteland van moeder leidend. Westerse allochtonen zijn afkomstig uit Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië of Japan. Niet-Westerse allochtonen zijn afkomstig uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika of Azië (exclusief Indonesië en Japan). Op alle demografische variabelen is de steekproef vergeleken met de landelijke populatie. Wanneer een significantieniveau van.001 wordt aangehouden, wijkt de steekproef slechts op stedelijkheid af van de Nederlandse populatie. Hiervoor is in de latere beschrijvende analyses gewogen. Naast deze steekproef is er nog met drie andere steekproeven gewerkt. Voor de vergelijkingen met Jeugd & Seks '95 zijn uit de steekproef de leerlingen uit het voortgezet onderwijs en de eerste twee leerjaren van het mbo geselecteerd. Voor vergelijkingen tussen etnische groepen is de representatieve steekproef aangevuld met alle allochtone respondenten die nog in de (niet aselect geworven) aanvullende steekproeven zaten. Voor vergelijkingen tussen heteroseksuele en homo- en biseksuele jongeren is de representatieve steekproef aangevuld met een steekproef onder lezers van het blad Expreszo en bezoekers van de Expreszo website. De samenstelling van deze steekproeven is weergegeven in de bijlagen 1a, 1b en 1c. 1.4 Methode Om de vraagstellingen te kunnen beantwoorden dienen in de vragenlijst zowel kenmerken van seksuele gezondheid als factoren die deze seksuele gezondheid zouden kunnen verklaren te worden opgenomen. De concepten die hiervoor in aanmerking komen zijn geselecteerd op basis van twee bronnen: een uitgebreid literatuuronderzoek en een inventarisatie van wensen van een 45-tal partijen: landelijke organisaties die zich bezig houden met gezondheidsbevordering, GGD-en, jongerenmedia, jongeren zelf en de farmaceutische industrie. In de vragenlijst werden uiteindelijk de volgende (clusters van) concepten geoperationaliseerd: Persoonskenmerken: geslacht, leeftijd, opleiding, etniciteit, geloofsovertuiging, seksuele voorkeur, al dan niet hebben van kinderen; Kenmerken van seksuele gezondheid: seksuele ervaring, condoom- en anticonceptiegebruik, ervaring met hiv en soa, ongewenste zwangerschap en abortus, prostitutie en prostitutiebezoek, seksuele disfuncties en seksuele satisfactie; Cognitieve en gedragsmatige factoren: intenties, kennis, informatiegebruik en behoefte, attitudes, sociale normen, eigen-effectiviteit, risico-perceptie, ervaren ernst; Interactionele factoren: communicatie met de partner, assertiviteit, empathie, controle, macht, grensoverschrijding; Contextuele factoren: aard van de relatie (vast versus los, relatieduur, vertrouwen), opwinding, drank- en drugsgebruik;

23 5 Seksuele betekenisgeving en gevoelens: geanticipeerde spijt, seksuele motivaties, schuld- en schaamte gevoelens, seksuele preoccupatie, lichaamsbeeld; Factoren in de sociale omgeving: gezinsstructuur, gezinsklimaat, seksuele opvoeding, sociale integratie op de middelbare school. Beschrijvingen van de gebruikte concepten en operationalisaties zijn opgenomen in bijlage 2. Bij de operationalisering van deze concepten is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande schalen of losse items die eerder gebruikt zijn om deze concepten te meten. Vanwege de wens om vergelijkingen te kunnen maken met Jeugd & Seks '95 zijn met name vragen uit de hiervoor gebruikte vragenlijst overgenomen. Soms zijn niet alle schalen in hun geheel gebruikt - bijvoorbeeld bij de vragen naar gezinsklimaat - om de lengte van de vragenlijst te beperken. In dat geval is een selectie van items gemaakt op grond van itemtotaal correlaties in vorige studies. Een enkele maal zijn, waar bruikbare schalen voor het meten van de concepten ontbraken, door de onderzoekers zelf items of schalen geconstrueerd. Voor een overzicht van de gebruikte schalen en items wordt verwezen naar bijlage 3. Afname van de vragenlijst gebeurde elektronisch: de vragenlijst was via internet te bereiken en in te vullen. Op deze manier kreeg elke respondent alleen díe vragen die bij zijn of haar ervaring en situatie pasten. Op de scholen werd de vragenlijst klassikaal ingevuld in computerlokalen. De jongeren in de buitenschoolse steekproef kregen een brief met daarin de oproep naar de website te gaan waarop de vragenlijst zich bevond en deze in te vullen. Alle respondenten kregen een eigen gebruikersnaam en een wachtwoord om in te loggen. Aan deze wachtwoorden was uitsluitend te zien of de respondent geworven is via de scholen, via de GBA of via een aanvullende steekproef. 1.5 Uitgevoerde analyses Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn verschillende statistische analyse technieken gebruikt. Ten eerste werden verschillen tussen groepen nagegaan (bijvoorbeeld tussen jongens en meisjes of tussen verschillende etnische groepen). Bij het vergelijken van percentages is dit getoetst met een chi2-toets. Bij het vergelijken van gemiddelden werd gebruik gemaakt van een variantie-analyse. Samenhangen tussen twee variabelen waarvan er één op intervalniveau is gemeten (bijvoorbeeld leeftijd) zijn nagegaan met Pearsons product-moment correlatie. In de tabellen is zichtbaar hoe sterk de verbanden zijn en wat de richting is van een verband. Een positieve correlatie duidt op een positief verband, een negatieve correlatie op een negatief verband. Naarmate een correlatie dichter bij -1 of +1 ligt is een gevonden verband sterker. De toets voor samenhangen van meerdere variabelen tegelijkertijd met één uitkomstmaat is afhankelijk van de aard van de uitkomstmaat. Heeft de uitkomstmaat twee antwoordcategorieën (bijvoorbeeld ergens wel of niet ervaring mee hebben) dan is gebruik gemaakt van binaire logistische regressie. In de tabellen staat de OR (Odds Ratio) weergegeven. Een OR laat zien hoeveel groter of kleiner de kans op de uitkomstmaat wordt als iemand in een bepaalde groep zit of als iemand op een schaal 1 punt omhoog gaat. Een OR kleiner dan 1 wijst dan op een negatief verband, een OR groter dan 1 op een positief verband.

24 6 Wanneer een uitkomstmaat op intervalniveau is gemeten (bijvoorbeeld een gemiddelde schaalscore) hangt de keuze voor de toets af van de aard van de 'verklarende' variabelen. Zijn deze allemaal op intervalniveau gemeten, dan is de samenhang getoetst met lineaire regressie. In de tabel worden in dit geval gestandaardiseerde regressiecoefficiënten (B) weergegeven. Deze geven de richting en de sterkte van het verband met de uitkomstmaat aan. De hoogte van B is op een vergelijkbare manier te interpreteren als die van de correlatiecoëfficiënt. Wanneer de uitkomstmaat wel op intervalniveau gemeten is, maar de 'verklarende' variabelen op nominaal niveau, is gebruik gemaakt van variantieanalyse. Dit is bijvoorbeeld het geval als we willen weten wat de samenhang met etniciteit is, na controle voor andere demografische variabelen. In de tabel worden F-waarden weergegeven. Deze laten alleen de sterkte van de gevonden verbanden zien, niet de richting. Om in de tabel zichtbaar te maken welke groepen significant verschillen van de rest, zijn voor de demografische variabelen die significant samenhangen met de uitkomstmaat contrastwaarden weergegeven. Wanneer een contrastwaarde kleiner is dan 0 is het gemiddelde in de desbetreffende groep relatief laag, wanneer de contrastwaarde groter is dan 0 is het gemiddelde relatief hoog. Enkele malen is nagegaan of er op basis van enkele variabelen groepen gevormd konden worden binnen de steekproef. Dit is gebeurd met clusteranalyse. In alle gevallen waren niet alle variabelen die hierin werden meegenomen op intervalniveau gemeten en was de Two Step Clusteranalyse de aangewezen techniek. In de tabellen wordt steeds aangegeven of er significante verschillen of samenhangen zijn gevonden. Wanneer er gekeken is naar een verschil, worden significante verschillen aangegeven met een en. Een geeft dan aan dat een percentage of gemiddelde in een subgroep relatief laag is, gegeven het overeenkomstige percentage of gemiddelde in de gehele groep. Een geeft aan dat een percentage of gemiddelde relatief hoog is. Hierbij wordt een significantieniveau gehanteerd van 0,05. Dit betekent dat de kans dat de gevonden verschillen op toeval berusten kleiner is dan 5%. Het significantieniveau van een samenhang wordt aangeduid met sterretjes (*, ** of ***). Een * duidt op een significantieniveau van 5%, ** op 1% en *** op 0,1%.

SEKS ONDER JE 25 e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Hanneke de Graaf Suzanne Meijer Jos Poelman Ine Vanwesenbeeck

SEKS ONDER JE 25 e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Hanneke de Graaf Suzanne Meijer Jos Poelman Ine Vanwesenbeeck SEKS ONDER JE 25 e RNG-STUDIES, NR. 7 ISBN 90 5972 098 9 Uitgeverij Eburon Postbus 2867 2601 CW Delft tel.: 015-2131484 / fax: 015-2146888 info@eburon.nl / www.eburon.nl Omslagontwerp: Studio 12 2005 Rutgers

Nadere informatie

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%) Factsheet Seks onder je 25 e In 4901 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 25 jaar hebben deelgenomen aan het onderzoek Seks onder je 25 e. Overal waar in dit factsheet een vergelijking wordt gemaakt

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste. 6 Het is vies als twee jongens met elkaar vrijen Seksuele gezondheid van jonge allochtonen David Engelhard, Hanneke de Graaf, Jos Poelman, Bram Tuk Onderzoeksverantwoording De gemeten aspecten van de seksuele

Nadere informatie

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012 Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012 Januari 2012 SAMENVATTING Seks onder je 25 ste 2012 is een grootschalig representatief onderzoek naar de seksuele gezondheid van jongeren in Nederland.

Nadere informatie

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Samenvatting Seksuele gezondheid in Nederland 2017 is een grootschalig representatief onderzoek naar de seksuele gezondheid van volwassenen van 18 tot 80 jaar in Nederland.

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 2 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

ISBN 978-90-5972-621-5. Uitgeverij Eburon: info@eburon.nl/www.eburon.nl Omslagontwerp: www.ontwerpaandewinkel.nl

ISBN 978-90-5972-621-5. Uitgeverij Eburon: info@eburon.nl/www.eburon.nl Omslagontwerp: www.ontwerpaandewinkel.nl SEKS ONDER JE 25 e ISBN 978-90-5972-621-5 Uitgeverij Eburon: info@eburon.nl/www.eburon.nl Omslagontwerp: www.ontwerpaandewinkel.nl 2012 Rutgers WPF/Soa aids Nederland. Alle rechten voorberhouden. Niets

Nadere informatie

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND METHODEN In 2016 2017 hebben zo n 20.500 jongeren van 12 tot en met 24 jaar in Nederland een online vragenlijst ingevuld

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Feiten en cijfers Fryslân

Feiten en cijfers Fryslân Feiten en cijfers Fryslân 2017 De eerste keer Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 17,8 18,1 17,2 17,3 Fryslân Landelijk Fryslân Landelijk Friese jongeren lijken iets

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Feiten en cijfers Friesland

Feiten en cijfers Friesland Feiten en cijfers 2017 Seks onder je 25 e 1 2 Seks onder je 25 e Voorwoord Bij GGD Fryslân werken we aan het bevorderen van seksuele gezondheid en het voorkomen van problemen rondom seksualiteit bij jongeren.

Nadere informatie

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017 Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017 Representatief onderzoek Seks onder je 25e is uitgevoerd door Rutgers en Soa Aids Nederland in samenwerking met GGD en. Het CBS heeft de steekproef samengesteld

Nadere informatie

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

DE SEKSUELE LEVENSLOOP DE SEKSEE EVENSOOP Aart Beekman Polikliniek Psychosomatische gynaecologie en Seksuologie Keuzevak seksuologie 2008-2009 Psycho-seksuele anamnese Invloed van de persoonlijke geschiedenis op seksuele betekenisgeving

Nadere informatie

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine SEXPERT II Studie bij Vlamingen van Turkse origine Introductie Waarom? Gebrek aan betrouwbare gegevens Maatschappelijk relevant Hoe? Deelnemers toevallig uitgekozen Interviews bij respondenten thuis Drietalige

Nadere informatie

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid Seks onder je 25 e Onderzoek naar de seksuele gezondheid van 17-25 jarigen in Gelderland-Zuid Onderzoek naar relaties en seks Seks onder je 25e is een onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland. In 2016

Nadere informatie

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017 Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017 Usha Bregita Ivo Joore Suzan van Dijken Charlie van der Weijden Met dank aan het team Seksuele Gezondheid en administratieve ondersteuning

Nadere informatie

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017 Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017 Representatief onderzoek Seks onder je 25e is uitgevoerd door Rutgers en Soa Aids Nederland in samenwerking met GGD en. Het CBS heeft de steekproef samengesteld

Nadere informatie

Liesanne van den Brink

Liesanne van den Brink Liesanne van den Brink Van: Anke van der Beek Verzonden: maandag 9 juli 2018 17:04 Aan: 'griffie@zeewolde.nl'; 'griffier@noordoostpolder.nl'; 'griffie@lelystad.nl'; 'raadsgriffie@almere.nl';

Nadere informatie

3 Competenties en indicatoren...11

3 Competenties en indicatoren...11 Inhoudsopgave 1 Achtergronden... 5 1.1 Seksuele gezondheid jongeren nog niet altijd optimaal...5 1.2 Belangrijke rol voortgezet onderwijs...6 1.3 Aandacht voor het thema in de kennisbases...7 1.4 Leervraag

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG Referentie De Graaf, H., Van den Borne, M., Nikkelen, S., Twisk, D., & Meijer, S. (2017). Seks onder

Nadere informatie

SEXPERT II. Holebi-studie

SEXPERT II. Holebi-studie SEXPERT II Holebi-studie Waarom? Kleine aantallen Kwetsbare groep Blinde vlekken Introductie holebi-studie Hoe? Online survey Klik eens uit bed Aangepaste versie van Sexpert I-vragenlijst Niet-representatieve

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling 5. Determinanten van seksuele gezondheid-aanbevelingen Om kinderen en jongeren te kunnen ondersteunen in hun seksuele ontwikkeling is het van belang om de

Nadere informatie

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend? Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend? Mieke Steenbakkers Unithoofd Centrum Seksuele Gezondheid Limburg GGD Zuid Limburg 21 juni 2018 refereeravond AW Voorkomen van ongewenste (tiener)zwangerschappen

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Resultaten onderzoek Rutgers i.s.m. het NOS Jeugdjournaal 2016 Samenvatting. Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf.

Resultaten onderzoek Rutgers i.s.m. het NOS Jeugdjournaal 2016 Samenvatting. Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf. Arthur van Schendelstraat 696 3511 MJ Utrecht Postbus 9022 3506 GA Utrecht +31(0)30 231 34 31 office@rutgers.nl www.rutgers.nl www.rutgers.international Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf BIC

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Anticonceptie en zwangerschap

Anticonceptie en zwangerschap Hoofdstuk 5 Ciel Wijsen & Hanneke de Graaf Anticonceptie en zwangerschap In Nederland is het aanbod van diverse anticonceptiemethoden groot. De keuze die vrouwen maken voor een bepaalde methode is belangrijk

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding Hoofdstuk 7 Willy van Berlo & Denise Twisk Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding We spreken van seksueel geweld als iemand wordt gedwongen iets seksueels te doen wat die persoon niet wilde, of

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

jongens meisjes 18 jaar of ouder

jongens meisjes 18 jaar of ouder 2. Seksuele risico s en beschermingsgedrag In dit hoofdstuk wordt een aspect van het thema seksualiteit uitgewerkt, namelijk seksuele risico s en beschermingsgedrag. De informatie is onder andere gebaseerd

Nadere informatie

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt IJsselland SEKSUEEL GEDRAG Jongerenmonitor 2015 7% geslachtsgemeenschap gehad 10.163 jongeren School Klas 2 13-14 jaar Klas 4 15-16 jaar 49% negatieve houding homoseksualiteit 55% altijd een condoom gebruikt

Nadere informatie

Meningen en opvattingen van Haagse MBO-leerlingen over veilig vrijen

Meningen en opvattingen van Haagse MBO-leerlingen over veilig vrijen 30 epidemiologisch bulletin, 2008, jaargang 43, nummer 2/3 Meningen en opvattingen van Haagse MBO-leerlingen over veilig vrijen P.J.M. Uitewaal Uit een landelijk onderzoek naar de seksuele gezondheid onder

Nadere informatie

Onderzoek Veilig of niet?

Onderzoek Veilig of niet? Onderzoek Veilig of niet? 06 februari 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 24 januari tot 04 februari 2013, deden 2.261 jongeren mee. Het onderzoek is gehouden in samenwerking

Nadere informatie

Tabak, cannabis en harddrugs

Tabak, cannabis en harddrugs JONGERENPEILING 0 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Vmbo scholieren, seksualiteit en seksuele voorlichting

Vmbo scholieren, seksualiteit en seksuele voorlichting Vmbo scholieren, seksualiteit en seksuele voorlichting Een effectonderzoek naar de vernieuwde versie van het lespakket Lang leve de liefde Michelle van Fulpen Floor Bakker Linda Breeman Jos Poelman Herman

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

WEEK VAN DE LIEFDE Mini Symposium Migrantenjongeren en seksualiteit

WEEK VAN DE LIEFDE Mini Symposium Migrantenjongeren en seksualiteit WEEK VAN DE LIEFDE Mini Symposium Migrantenjongeren en seksualiteit Organisatie: GGD Den Haag Presentatie: Bram Tuk PHAROS b.tuk@pharos.nl Week v.d. Liefde 15-2-2012 Bram Tuk Doel Kennis Motivatie Reflectie

Nadere informatie

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 1. Inleiding De aanvullende seksualiteitshulpverlening (ASH) is laagdrempelige zorg waar jongeren tot 25 jaar gratis en indien gewenst anoniem

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

103 vragen over jongeren en seks

103 vragen over jongeren en seks over jongeren en seks over jongeren en seks Uit het onderzoek Seks onder je 25 e 2017 Handig voor jongeren, docenten, ouders, GGD-medewerkers, jongerenwerkers en huisartsen Inhoud Dit boekje laat zien

Nadere informatie

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs.

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs. Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs. Uitgevoerd door Scholieren.com, in opdracht van Rutgers WPF. April/mei 2013 Voorwoord

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Simone de Roos & Rob Gommans

Simone de Roos & Rob Gommans de relatie van jongeren met ouders en vrienden De relatie van jongeren met ouders en vrienden Simone de Roos & Rob Gommans In de tienertijd veranderen de relaties in het sociale netwerk van jongeren. In

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie en pleegzorg... 5 Abortus... 5 Hulp... 6 Referenties...

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3 Feiten en cijfers Veenkoloniën (Groningen/Drenthe) 2017 De eerste keer Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3 Veenkoloniën Landelijk Veenkoloniën

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2011

Landelijke abortusregistratie 2011 Landelijke abortusregistratie 2011 Deze factsheet doet verslag van de abortuscijfers, gebaseerd op gegevens die zijn verzameld voor de Landelijke abortusregistratie (LAR). Als aanvulling hierop wordt ook

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2013

Landelijke abortusregistratie 2013 Landelijke abortusregistratie 2013 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde zwangerschapsafbrekingen in klinieken en ziekenhuizen in Nederland. De klinieken

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Bijeenkomst bevordering seksuele gezondheid Noord Nederland en de rol van de zelforganisaties Drachten 15-3-2010 Bram Tuk Pharos, kennis en adviescentrum

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Alle cijfers hieronder gaan enkel over jongens, tenzij anders vermeld.

Alle cijfers hieronder gaan enkel over jongens, tenzij anders vermeld. Resultaten Poeperkespoll Online bevraging over relaties en seks 814 deelnemers, 702 jongeren (

Nadere informatie

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg se jongeren seksueel ongezond Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg se jongeren seksueel ongezond Seksueel gedrag van jongeren Seks onder je 25e: een factsheet van de GGD Zuid Limburg

Nadere informatie

Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager

Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager 1 21 juni 2018 academische werkplaats, voorkomen van ongewenste (tiener-)zwangerschappen

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

Onderzoek Wereldproblemen en Seks Onderzoek Wereldproblemen en Seks 1V Jongerenpanel 24 oktober 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek in samenwerking met dance4life, gehouden van 15 tot en met 23 oktober 2014, deden 1641 jongeren

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen staan telkens

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol 1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst

Nadere informatie

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant KaartjesspeL voorkant Kaartjesspel achterkant Wat betekent LHBT? Ben je in de war als je bi bent? Hoe word je homo? Wat is coming out? Op welke leeftijd ontdek je dat je homo of lesbisch bent? Op welke

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) totaal man vrouw seksuele aantrekking alleen eigen sekse 2,0 2,6 1,4 vooral eigen sekse 0,8 0,6

Nadere informatie

ONDERZOEKSVERSLAG JEUGDRAADPANEL SEKSUALITEIT EN TOLERANTIE. Homo-emancipatie op school. Wie kunnen er beter hun mening geven dan jongeren zelf?

ONDERZOEKSVERSLAG JEUGDRAADPANEL SEKSUALITEIT EN TOLERANTIE. Homo-emancipatie op school. Wie kunnen er beter hun mening geven dan jongeren zelf? ONDERZOEKSVERSLAG JEUGDRAADPANEL SEKSUALITEIT EN TOLERANTIE Homo-emancipatie op school Wie kunnen er beter hun mening geven dan jongeren zelf? 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Kenmerken van de onderzochte groep

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie