Grondwateroverlast Oranjepark en Prinsessenwijk, fase 2. Deel 1 Beleid Deel 2 Oplossingen grondwateroverlast Deel 3 Oriëntatie varianten ASC terrein

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grondwateroverlast Oranjepark en Prinsessenwijk, fase 2. Deel 1 Beleid Deel 2 Oplossingen grondwateroverlast Deel 3 Oriëntatie varianten ASC terrein"

Transcriptie

1 Grondwateroverlast Oranjepark en Prinsessenwijk, fase 2 Deel 1 Beleid Deel 2 Oplossingen grondwateroverlast Deel 3 Oriëntatie varianten ASC terrein 17 september 2008

2 Verantwoording Titel Grondwateroverlast Oranjepark en Prinsessenwijk, fase 2 Opdrachtgever Gemeente Oegstgeest Projectleider ing. H. (Harry) Prinsen Auteur(s) Ir. J.M. (Martin) Bloemendal, ir. W.H. (Wytse) Dassen, drs. A.J. (Arjan) Varkevisser en ing. H. (Harry) Prinsen Projectnummer Aantal pagina's 99 (inclusief bijlagen) Datum 17 september 2008 Handtekening Colofon Tauw bv Vestiging Rotterdam Rhijnspoor 209 Postbus AA Capelle aan den IJssel Telefoon (010) Fax (010) Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO Grondwateroverlast fase 2 3\96

3 4\96 Grondwateroverlast fase 2

4 Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding... 9 Deel 1: Beleid Inleiding beleid De nieuwe wettelijke zorgplichten Zorgplicht hemelwater Zorgplicht grondwater Financiering Verbreed GRP en voorkeursvolgorde Communicatie Oriëntatie voor de gemeente Oegstgeest Huidige situatie en beleid Hemelwater Grondwater Communicatie Financiering Visie voor nieuw beleid Wateroverlast als ervaring Organisatie Waterloket Watercoördinator Duidelijke informatievoorziening Het Waterloket is reactief Inspanningsplicht geldt ook voor burgers Aanpak vereist maatwerk Gezamenlijk een financieringsstrategie opstellen Doelmatigheid Keuzemogelijkheden Beleidsmaatregelen communicatie, grondwater en hemelwater Beleidsmaatregelen financiering Afweging van beleidsaspecten Grondwateroverlast fase 2 5\96

5 6 Advies Communicatie Grondwater Hemelwater Invulling financiering Deel 2: Onderzoek oplossingen Verklarende woordenlijst en begrippen Inleiding oplossingen Oplossingen hemel- en grondwateroverlast Oplossingen hemelwateroverlast Oplossingen grondwateroverlast Geohydrologische oplossingen Hydrologische oplossingen Bouwtechnische oplossingen Resumé afweging oplossingen Financieringsstrategie Kosten en baten Kosten Baten Tegemoetkomingen Subsidies Coördinatie Aanbesteden Conclusies, advies en aanbevelingen Deel 3: Oriënterende variantenstudie ASC terrein Inleiding ASC terrein Varianten Uitgangspunten Leeswijzer \96 Grondwateroverlast fase 2

6 12 Beleid Watertoets Rijk Provincie Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Rijnland gemeente Oegstgeest Varianten Inleiding Huidige onbebouwde situatie Huidig nieuwbouwplan zonder aanvullende maatregelen Huidig nieuwbouwplan met aanvullende maatregelen Vertraging van de afvoer naar het oppervlaktewater Aanleg van ontwateringsmiddelen Drijvende woningen Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Bijlage(n) 1. Toelichting van de gemeentelijke zorgplichten 2. Afweging beleidsmaatregelen 3. Berekende grondwaterstandsverlagingen horizontale drainage 4. Achtergrondinformatie Grondwateroverlast fase 2 7\96

7 8\96 Grondwateroverlast fase 2

8 1 Inleiding De gemeente Oegstgeest heeft Tauw opdracht gegeven voor het uitwerken van beleid ten aanzien van grondwateroverlast in de gemeente Oegstgeest. Beleid is nader uitgewerkt in deel 1 van dit rapport. In deel 2 worden oplossingsvarianten voor de grondwateroverlast problemen in het Oranjepark en Prinsessenwijk te Oegstgeest nader uitgewerkt. Eerder uitgevoerd onderzoek (Tauw, Onderzoek grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest, kenmerk R AJAirb-V01-NL) heeft uitgewezen dat binnen de gehele woonwijk structureel hoge grondwaterstanden aanwezig zijn. Deze hoge grondwaterstanden leiden tot overlast bij bewoners. Overlast uit zich in de vorm van vochtoverlast en -schade in de woningen zelf, plasvorming in de tuinen en water in de kruipruimte of kelder. Als belangrijkste oorzaak van de hoge grondwaterstanden wordt de onvoldoende drooglegging (= afstand tussen oppervlaktewaterpeil en maaiveld) genoemd. De maaiveldhoogten binnen het onderzoeksgebied variëren van NAP -0,3 meter tot NAP +0,4 meter. Het peil van het oppervlaktewater bedraagt NAP -0,6 meter. De drooglegging bedraagt hiermee 0,3 tot 1,0 meter. Dit is onvoldoende. De huidige wettelijke eis voor drooglegging bedraagt 1 meter. Deze onvoldoende drooglegging is het gevolg geweest van de ontpoldering van het gebied. Vergroting van de drooglegging is in de huidige situatie zeer moeilijk of zelfs niet te realiseren. Dit betekent dat het aantal concrete oplossingen beperkt is. Naast onvoldoende drooglegging kan rioolvervanging een bijdrage hebben geleverd aan de verhoging van de grondwaterstanden alsook een toename in neerslagintensiteit als gevolg van klimaatverandering. In deel 3 ingegaan op de ontwikkeling van het ASC terrein en de varianten die hierbij denkbaar zijn. Tot slot wordt opgemekt dat bijlagen in dit rapport zijn opgenomen in de afzonderlijke delen. Grondwateroverlast fase 2 9\96

9 10\96 Grondwateroverlast fase 2

10 Deel 1: Beleid Grondwateroverlast fase 2 11\96

11 12\96 Grondwateroverlast fase 2

12 2 Inleiding beleid Sinds 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken 1 (ook bekend als de Wet gemeentelijke watertaken) van kracht. Deze wet stelt de gemeente Oegstgeest beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Door deze wet wordt de gemeente Oegstgeest eerste aanspreekpunt voor wateroverlast in bebouwd gebied en krijgt daarbij een inspanningsplicht om doelmatige maatregelen te treffen in de openbare ruimte. Wateroverlast wordt veroorzaakt door aspecten zoals water op straat (WOS), grondwateroverlast en een slechte waterkwaliteit van het oppervlakte water. Deze wet is geen zelfstandige wet, maar houden enkele wetswijzigingen in: De zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater is opgenomen in de Wet milieubeheer De zorgplicht voor inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater is opgenomen in de Wet op de waterhuishouding De zorgplicht voor de gemeente voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort, is opgenomen in de Wet op de Waterhuishouding De verbreding van het rioolrecht tot een rioolheffing van waaruit maatregelen kunnen worden gefinancierd is opgenomen in de Gemeentewet Daarnaast zal medio 2009 de Waterwet in werking treden. Door deze wet wordt het huidige wettelijke instrumentarium gestroomlijnd en gemoderniseerd. De Waterwet regelt straks het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De Waterwet vervangt de bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland, zoals de Wet op de waterhuishouding, de Grondwaterwet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren In deze notitie wordt enkel het beleid aangegeven om invulling te geven aan de nieuwe zorgplichten en niet de nieuwe Waterwet. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de huidige gang van zaken.het beleid wordt na goedkeuring door het college van B&W, de commissie en de gemeenteraad van Oegstgeest integraal opgenomen in het op te stellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP).In hoofdstuk 2 worden de nieuwe wettelijke zorgplichten nader toegelicht. Hoofdstuk 3 beschrijft het huidige beleid van de gemeente Oegstgeest en geeft een visie voor het nieuwe beleid. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gepresenteerd met de keuzemogelijkheden. In hoofdstuk 5 wordt ons advies aan de gemeente Oegstgeest beschreven. 1 Staatsblad 276 en 277 van 16 augustus 2007 Grondwateroverlast fase 2 13\96

13 Figuur 2.1 Natte tuinen kunnen veroorzaakt worden door een te hoge grondwaterstand 14\96 Grondwateroverlast fase 2

14 3 De nieuwe wettelijke zorgplichten Sinds 1 januari 2008 heeft de gemeente Oegstgeest naast de zorgplicht voor stedelijk afvalwater ook de wettelijke zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hieronder wordt beknopt uitgelegd wat deze zorgplichten inhouden. Verdere onderbouwing is opgenomen in bijlage 1. NB: Dit hoofdstuk komt uit het onderzoek Grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest met kenmerk R AJA-irb-V01. Het is in deze notitie opgenomen, zodat het een compleet verhaal vormt. 3.1 Zorgplicht hemelwater De gemeente heeft de inspanningsverplichting om het hemelwater doelmatig in te zamelen. In eerste instantie is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor het verwerken van hemelwater op het eigen perceel. Als de eigenaar niet zelf redelijkerwijs zijn hemelwater kan afvoeren naar oppervlaktewater of de bodem moet de gemeente het hemelwater verwerken door voorzieningen aan te leggen. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) moet duidelijk komen te staan wat het beleid van de gemeente is ten aanzien van de afvoer van afvloeiend hemelwater. 3.2 Zorgplicht grondwater De grondwaterzorgplicht houdt een inspanningsverplichting in. De gemeente Oegstgeest heeft de zorgplicht om in de toekomst bij structurele problemen met de grondwaterstand zoveel mogelijk de nadelige gevolgen van die grondwateroverlast te voorkomen. Ook moeten eventueel nadelige gevolgen beperkt worden door het nemen van doelmatige maatregelen. Structurele grondwaterstandoverlast kan worden voorkomen door bij de bestemmingsfase al rekening te houden met mogelijke overlast hiervan, zoals het treffen van bouwtechnische maatregelen. De verantwoordelijkheid houdt op bij de particuliere perceelsgrens. De zorgplicht is namelijk alleen van toepassing op openbaar terrein voorzover er geen ander overheidsorgaan verantwoordelijk is. 3.3 Financiering Artikel 228a Gemeentewet introduceert de rioolheffing (of verbreed rioolrecht). Hiermee kan de gemeente alle kosten die direct of indirect te maken hebben met de invulling van de zorgplicht afvalwater, hemelwater en grondwater bekostigen. Hierbij kan gedacht worden aan de kosten voor de inzameling, transport, berging van stedelijk afvalwater en afvloeiend hemelwater, de verwerking van afvloeiend hemelwater, maar vooral de kosten om maatregelen te nemen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen of te beperken. De verruiming van het rioolrecht geeft de gemeente de mogelijkheid om (structurele) grondwateroverlast aan te pakken en te bekostigen. Grondwateroverlast fase 2 15\96

15 3.4 Verbreed GRP en voorkeursvolgorde Het GRP wordt uitgebreid met het beleid, dat de gemeente inzet betreffende de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater en met de invulling van de grondwaterzorgplicht. Dit moet goed gebeuren aangezien de Provincie Zuid-Holland op grond van artikel 4.24 Wm een aanwijzingsbevoegdheid heeft 2. Zij kan daarmee zaken dwingend opleggen als zij vindt dat de gemeente Oegstgeest onvoldoende maatregelen treft. In artikel 10.29a Wm is een voorkeursvolgorde voor het beheer van afvalwater opgenomen. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan het ontstaan van afvalwater te voorkomen of te beperken. Als laatste optie geldt afvoer naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. 3.5 Communicatie De Wet Verankering en Bekostiging Gemeentelijke Watertaken geeft aan dat de burger met (stedelijk) wateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. Dit betreft ook wateroverlast in systemen, die onder de verantwoordelijkheid vallen van het waterschap of de provincie. In deze gevallen hoeft alleen maar doorverwezen te worden. De gemeente Oegstgeest kan deze loketfunctie invullen door bijvoorbeeld een waterloket in te richten. Over de exacte inrichting en het tijdsbestek waarbinnen een Waterloket gerealiseerd moet worden wordt niet gesproken in de Wet. Wel staat beschreven dat de gemeente de regisseur van het proces is, waarin oplossingen van structurele problemen worden verkend 3. Figuur 3.1. Waterloket gemeente Oegstgeest ( 2 Module A1050 GRP: planvorming gemeentelijke watertaken, Leidraad Riolering, december VNG, Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak, december \96 Grondwateroverlast fase 2

16 4 Oriëntatie voor de gemeente Oegstgeest In dit hoofdstuk wordt het huidige beleid tezamen met de huidige situatie van het hemelen grondwater in de gemeente Oegstgeest beschreven alsmede de visie voor het in te vullen nieuwe beleid. 4.1 Huidige situatie en beleid Hemelwater In het GRP zijn uitgangspunten ten aanzien van het inzamelen en verwerken van hemelwater opgenomen. Theoretisch wordt water op straat berekend die gemiddeld eenmaal per 2 jaar voor zou kunnen komen. Voornamelijk het gebied aan de westzijde van de A44 (Buitenlust) is hiervoor gevoelig. In de praktijk wordt echter geen tot weinig wateroverlast gemeld. Binnen de gemeente Oegstgeest is circa 101 hectare verhard oppervlak van het gemengde stelsel aangesloten op de riolering. Het beleid van de gemeente is erop gericht om tijdens (reguliere) rioolvervangingen zoveel mogelijk verhard oppervlak van de riolering af te koppelen. Ook bij uitbreidingen/herinrichtingen wordt in de regel een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd. Afhankelijk van de aard en omvang van de uitbreiding wordt zo min mogelijk verharding op de riolering aangekoppeld. Aan de hand van de richtlijnen uit de Leidraad aan- en afkoppelen van verharde oppervlakken wordt bepaald of verharding al dan niet mag worden afgekoppeld. Eind 2009 zal circa 10 hectare zijn afgekoppeld door rioolvervangingen. Het plaatsen van zuiveringstechnische voorzieningen bij regenwaterlozingen (zoals slibvang, olieafscheiders, lamellenafscheiders en dergelijke) wordt door de gemeente niet als meest optimale oplossing gezien. In het Regionaal Waterplan dat in samenwerking met omliggende gemeenten nog moet worden opgesteld, zal een verdere beleidsmatige uitwerking plaatsvinden van de wijze waarop met hemelwater zal worden omgegaan. De gegevens van de verharde oppervlakken zijn digitaal beschikbaar binnen de gemeente. Bekend is welke verharding op de verschillende rioolstelsels is aangesloten. Er is niet van alle dakvlakken bekend of sprake is van uitlogende materialen. In het algemeen geldt wel dat geen directe lozing op oppervlaktewater plaatsvindt van dakvlakken met uitlogende materialen Grondwater In het GRP zijn enkele beleidsmaatregelen opgenomen omtrent grondwater. Dit betreft: De gemeente behandelt aanvragen voor lozen van overtollig grondwater als een aanvraag voor een nieuwe rioolaansluiting (kostendekkend) bij een bestaand lozingspunt De gemeente zorgt voor een nieuw lozingspunt in situaties waar geen bestaand lozingspunt aanwezig is en het college neemt voor de kosten een apart besluit De gemeente voert grondwateronderzoek uit bij vervanging van riolering De gemeente houdt een meetsysteem in stand m.b.t. grondwaterstanden De gemeente adviseert en faciliteert bewoners met grondwateroverlast Grondwateroverlast fase 2 17\96

17 Daarnaast wordt in het GRP de toename van grondwateroverlast genoemd binnen de gemeente Oegstgeest. Op 1 klacht na zijn alle klachten na november 2000 afkomstig uit de Prinsessenwijk en het Oranjepark (Prinsenlaan, Warmonderweg, Emmalaan, Marelaan, Hofdijck, Regentesselaan en de Spaargarenstraat). Aanbevolen werd om nader onderzoek te laten doen naar de ontwatering van de Prinsessenwijk en het Oranjepark. Uit dit onderzoek blijkt het volgende 4 : 1. Uit de enquêtes blijkt dat bij het merendeel van de bewoners grondwateroverlast wordt ervaren. Dit uit zich in vochtoverlast en schade in de woningen zelf, plasvorming in de tuinen en water in de kruipruimte of kelder. De overlast wordt vrijwel binnen het gehele onderzoeksgebied ervaren echter, de meeste overlast wordt in het gebied rondom het ASCterrein ervaren 2. In een groot deel van de straten is drainage aanwezig. Deze drainage had een tijdelijke bemalingsfunctie ten tijde van rioolwerkzaamheden. Deze drainage wordt nagenoeg niet meer onderhouden en/of beheerd, waardoor de werking en de effectiviteit van de drainage beperkt zal zijn 3. Uit de gemeten grondwaterstanden en de dagelijkse neerslag blijkt dat de grondwaterstand vrij snel (binnen enkele uren) op de neerslag reageert 4. In een groot deel van het onderzoeksgebied wordt de maximale grondwaterstand in de openbare ruimte bepaald door de werking van de drainage 5. Ter plaatse van de tuinen vertoont de grondwaterstand een grotere fluctuatie dan ter plaatse van de openbare ruimte. Dit verschil kan worden verklaard door verschil in infiltratie van neerslag. Op onverhard terrein treedt meer infiltratie op dan op verhard terrein. Daarnaast worden op openbaar terrein de pieken in de grondwaterstand afgevlakt door de aanwezige drainage 6. De drainerende werking van het oppervlaktewater is in beperkte mate tot helemaal niet aanwezig 7. De hoge grondwaterstanden kunnen worden verklaard als gevolg van het ontbreken van oppervlaktewater met een voldoende laag waterpeil in combinatie met de relatief lage maaiveldhoogte. Daarnaast kan een toename in de regenintensiteit een rol spelen. Dit aspect is echter alleen van belang op onverharde terreinen Naast het onderzoek naar grondwateroverlast in de Prinsessenwijk en het Oranjepark staan in het GRP nog enkele adviezen. Deze worden deels meegenomen in dit grondwaterplan. 4 Grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest, kenmerk R AJA-irb-V01 18\96 Grondwateroverlast fase 2

18 4.1.3 Communicatie Met de nieuwe zorgplichten krijgt de gemeente een loketfunctie voor burgers als het gaat om stedelijk wateroverlast. Op dit moment heeft de gemeente Oegstgeest een digitaal waterloket. Hierop wordt informatie over de gemeentelijke watertaken, nieuws en contactgegevens aangereikt. Deze webpagina wordt beperkt up-to-date gehouden. Klachten kunnen telefonisch en per gemeld worden. Deze klachten worden geregistreerd. Reacties worden schriftelijk of mondeling beantwoord door een beleidsmedewerker Riolering / Water. Vervolgens wordt een huisbezoek afgelegd om de situatie te beoordelen. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan het betrekken van bewoners bij het oplossen van problemen. Dit vergroot het draagvlak. Zo is de grondwatersituatie in de Prinsessenwijk en het Oranjepark publiekelijk besproken tijdens een informatiebijeenkomst met bewoners en de wethouder. Ook is voor het onderzoek naar de grondwatersituatie in de Prinsessenwijk en het Oranjepark een enquête uitgevoerd onder de bewoners van de wijk. Circa 750 bewoners hebben hieraan meegewerkt (ruim 50%). Op deze manier wordt erkenning gegeven aan de probleemsituatie en kunnen bewoners zelf ook oplossingen aandragen Financiering Op het aanslagbiljet wordt geen onderscheidt gemaakt tussen kostenposten. De tarieven rioolheffing 2008 zijn kostendekkend vastgesteld en zien er als volgt uit: De rioolheffing 1 is een vastrecht voor het gebruik van de riolering en bedraagt per jaar: A. voor minder dan 2 natuurlijke personen (éénpersoonshuishoudens) EUR 132,16 B. in de overige gevallen (meerpersoonshuishoudens en bedrijven) EUR 169,15 De rioolheffing 2 is in geval dat men meer dan 250 m 3 water gebruikt, dan betaalt men voor elke m 3 water die u meer verbruikt dan 250 m 3 EUR1,47 per m 3 In de begroting en het jaarrekening wordt wel onderscheidt gemaakt tussen riolering en grondwater. 4.2 Visie voor nieuw beleid Het huidige waterbeleid van de gemeente Oegstgeest heeft aanvulling nodig om wettelijk te voldoen aan de nieuwe gemeentelijke zorgplichten hemelwater en grondwater. Hierbij is het beleid gespitst op wateroverlast te minimaliseren in plaats van te voorkomen. De reden voor deze aanpak is dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. Ten tweede, omdat het te allen tijde voorkomen van wateroverlast tegen geaccepteerde maatschappelijke kosten onmogelijk is. In dit hoofdstuk wordt beschreven met welke (nieuwe) aspecten rekening dient te worden gehouden. Grondwateroverlast fase 2 19\96

19 4.2.1 Wateroverlast als ervaring In de kern is hemel en grondwaterproblematiek een technisch vraagstuk. Maar wie deze problematiek reduceert tot deze kern lost het probleem niet op. Wie het probleem wil oplossen, moet de samenhang zien met de maatschappelijke context waarin het technische probleem ligt ingebed. Daarom spreken we liever van hemel of grondwateroverlast, omdat overlast duidt op de beleving van het probleem. Door onwetendheid en door onmacht onder de burgers (bewoners) gaat hemel en grondwateroverlast vaak gepaard met hoge emoties. Door de onduidelijkheid over hemel- en grondwateroverlast weg te nemen en een vertrouwensrelatie op te bouwen met de probleemeigenaar, kan de gemeente helpen om hemelen grondwateroverlast effectief te bestrijden. Bewoners met wateroverlast moeten daarom terecht kunnen bij het Waterloket. Dit gaat verder dan alleen een digitale balie voor het informeren over en registreren van hemel en grondwaterproblemen. Het signaal is niet: dank u, uw probleem staat nu geregistreerd als rood puntje op onze overzichtskaart. Maar: wat zijn de problemen en eventueel komen we bij u langs om hier onder het genot van een kopje koffie verder over te praten? In onze visie is het Waterloket bovenal een persoon, een Watercoördinator met tijd en ruimte om bij mensen langs te gaan als dat nodig is Organisatie Waterloket Naast de loketfunctie heeft de Waterloket ook de regie om hemel en grondwaterproblemen in stedelijk gebied zoveel mogelijk te verhelpen. Dit betekent dat als andere partijen kunnen bijdragen aan de oplossing, de gemeente ervoor zorgt dat de verschillende partijen gezamenlijk tot een oplossing komen. De Watercoördinator is de drijvende kracht en brengt de juiste mensen bij elkaar. Het is daarom van belang dat hij of zijn binnen elke organisatie 1 contactpersoon heeft. Hierdoor wordt voorkomen dat de Watercoördinator hetzelfde gaat ervaren als de bewoners jarenlang hebben ondervonden: van het kastje naar de muur. De verschillende partijen die eventueel kunnen bijdragen aan de oplossing voor hemel en grondwaterproblemen zijn het waterschap, de provincie, het drinkwaterbedrijf en de bewoners / eigenaren zelf. Figuur 4.1 Toekomstige opbouw Waterloket 20\96 Grondwateroverlast fase 2

20 4.2.3 Watercoördinator De Watercoördinator is het gezicht en aanspreekpunt van de gemeente op het gebied van hemel en grondwateroverlast. De Watercoördinator heeft verstand van zaken en is bovendien sociaal vaardig. Hij of zij is in staat om in een unieke situatie de juiste balans te vinden tussen bijvoorbeeld zakelijk en persoonlijk, en tussen informeren en adviseren. Communicatiemiddelen zoals een website dient ter ondersteuning en niet ter vervanging van de grondwatercoördinator. Wel kan door goede informatievoorziening de Watercoördinator ontlast worden (zie 3.2.4). Verwachting wordt dat een groot deel van de meldingen met goede informatievoorziening en begrip voor de situatie kan worden verwerkt. Bij meer structurele en collectieve overlastsituaties zal de Watercoördinator een meer coördinerende rol gaan vervullen tussen de verschillende overheden en de betreffende bewoners. Dit kan betekenen op de koffie gaan, onderzoek uit laten voeren, een financieringsstrategie opstellen en de probleemoplosser identificeren. Binnen de gemeente Oegstgeest zijn al sommige werknemers bezig met water(overlast). Het ligt dan ook voor de hand om diegene als Watercoördinator te benoemen. Deze functie kan ook opgesplitst worden in een hemelwatercoördinator en een grondwatercoördinator. Inhoudelijke kennis van stedelijke waterhuishouding is nodig om oorzaken van hemel en grondwateroverlast te identificeren en aan te pakken. In het geval dat bepaalde kennis niet aanwezig is dient het waterschap te worden benaderd (het waterschap als kennisdrager) of samen te werken met andere gemeenten. Vooral waterschappen geven aan betrokken te willen worden bij grondwateroverlast in relatie tot hun verantwoordelijkheden (peilbeheer, oppervlaktewaterkwaliteit, etc) Duidelijke informatievoorziening Naast het registreren van klachten en het vinden van de oorzaak van overlast, is het Waterloket ook bedoeld om informatie over hemel en grondwater(overlast) te verschaffen. Het gaat daarbij niet om data, maar informatie waarmee bewoners iets mee kunnen (dus geen droge peilbuisstanden). Informatievoorziening kan voornamelijk via de bestaande gemeentelijke website gebeuren. Eventueel kan de Watercoördinator ook telefonisch vragen beantwoorden. Op de website kunnen de volgende aspecten worden besproken: Hoe werkt grondwater? Wat zijn de bekende hemel en grondwaterproblemen binnen de gemeente (eventueel kaarten met peilbuizen en grondwaterstanden)? Wat doet de gemeente aan het verhelpen van hemel en grondwateroverlast? Contactgegevens van de hemel en grondwatercoördinator Eventueel een digitale enquête (met aankondiging in de lokale media) Grondwateroverlast fase 2 21\96

21 Op dit moment behandelt het digitale Waterloket van Oegstgeest enkel de verantwoordelijkheden (de zorgplichten), de contactgegevens van een senior medewerker bij de afdeling VROM en Civiele Werken en informatie over de grondwaterproblemen in de Prinsessenwijk en het Oranjepark. Belangrijk is om met enige regelmaat in de lokale pers en in algemene, gemeentelijke brochures de website te noemen, vooral in het begin. Daarnaast moet op de website van de provincie en het waterschap een link staat naar de website van het Waterloket. Ook is van belang om de website up-to-date te houden Het Waterloket is reactief De grondhouding van het Waterloket is reactief. Pas nadat de bewoner initiatief toont door zich te melden bij het Waterloket met zijn overlastsituatie, start de gezamenlijke zoektocht naar een oplossing van het probleem. Hiervoor is gekozen, omdat hemel en grondwateroverlast voor een groot gedeelte afhangt van iemands beleving. Zo ervaart de 1 water in de kruipruimte als overlast en de ander niet Inspanningsplicht geldt ook voor burgers Na het ontvangen van een klacht moet de oorzaak van de hemel of grondwateroverlast worden vastgesteld. Voor het vinden van het probleem wordt een actieve rol van zowel de bewoner als de gemeente verwacht. Van de bewoner mag verwacht worden dat hij bijvoorbeeld bij de buren navraagt of deze ook grondwateroverlast ervaren, waardoor meer informatie op een efficiënte manier beschikbaar komt. Ook dwingt het bewoners (grond)waterproblemen bespreekbaar te maken. De gemeente daarentegen, moet de bewoner aanhoren door op de koffie te gaan. Daarnaast kunnen bewoners grondwateroverlast voorkomen door drainage op het eigen terrein aan te leggen of door bouwkundige aanpassingen te realiseren. In zoverre dat bewoners niet hun overtollige grondwater kwijt kunnen op het eigen terrein dient dit door de gemeente te worden afgevoerd. Ook kunnen bewoners zelf hemelwater verwerken door bijvoorbeeld regentonnen te plaatsen en/of infiltratievoorzieningen aan te leggen. Perceeleigenaren zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het nemen en bekostigen van maatregelen op eigen terrein. Eventueel kan de gemeente of een andere instantie delen in de kosten door middel van subsidies Aanpak vereist maatwerk Bij het nemen van maatregelen om de wateroverlast te minimaliseren moet elke situatie opnieuw bekeken worden om op die manier maatwerk te kunnen leveren dat draagvlak heeft. Bij het zoeken naar geschikte maatregelen geldt: Het zorgvuldigheidsbeginsel ; voorafgaand aan het nemen van maatregelen moeten alle betrokken belangen in kaart worden gebracht en zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen Het evenredigheidsbeginsel ; als een maatregel tot onevenredige nadelige gevolgen leidt moeten deze zoveel mogelijk worden voorkomen en uiteindelijk (financieel) worden gecompenseerd Het rechtsgelijkheidsbeginsel ; in gelijke situaties waar maatregelen moeten worden getroffen om wateroverlast te minimaliseren moeten dezelfde normen worden gehanteerd 22\96 Grondwateroverlast fase 2

22 Aan de hand van de resultaten van het onderzoek kan in samenwerking met alle betrokken partijen gekozen worden uit de volgende maatregelen: Niets doen Onorthodoxe oplossingen voor individuele gevallen (bijvoorbeeld tijdelijk pompen) Adaptatie op buurt- /wijkniveau (bijvoorbeeld drainage aanleggen) Structuurwijziging op buurt- /wijkniveau (grondwaterstand omlaag, afkoppelen) Gezamenlijk een financieringsstrategie opstellen Het breekpunt in het proces is vaak het komen tot een goede financieringsstrategie, wie betaald wat. In principe worden maatregelen genomen en betaald door de partij die daarvoor verantwoordelijk is. Het is daarom van belang om eerst vast te stellen hoe het komt dat wateroverlast ontstaat. Aan de hand daarvan kan (gezamenlijk) worden bepaald worden wie verantwoordelijk is. Bij het opstellen van het financiële plaatje moeten niet alleen de kosten maar ook de baten van een maatregel worden meegenomen. Bijvoorbeeld; een huis met grondwateroverlast daalt in waarde. Dit is ongunstig voor de eigenaar, maar ook voor de gemeente die minder Ontroerend Zaak Belasting kan vragen. Ook het afkoppelen van hemelwater zorgt ervoor, dat de gemeente minder kosten maakt voor het aanleveren van afvalwater bij het Hoogheemraadschap. Naast directe baten zijn er ook indirecte baten zoals verbetering van de leefbaarheid van een woonwijk. De baten van een oplossing zou reden kunnen zijn om als niet verantwoordelijke partij toch een deel van de kosten over te nemen, bijvoorbeeld in de vorm van subsidies Doelmatigheid Maatregelen in het openbare terrein om hemel- en grondwateroverlast aan te pakken dienen enkel genomen te worden als het doelmatig is. Echter, doelmatigheid is een lastig te definiëren begrip, want het kan op verschillende manieren worden ingevuld. Enkele voorbeelden zijn bijvoorbeeld: Het is doelmatig als de genomen maatregelen 50 % van de klachten verminderen Het is doelmatig als de kosten per perceel niet hoger zijn dan een bepaald bedrag. Het is doelmatig als minimaal een bepaald aantal huizen drainage krijgen Het is doelmatig als de kosten opwegen tegen de baten Et cetera Het is aan te raden om het begrip doelmatigheid vast te stellen. Het geeft een houvast om te bepalen op welk termijn en in welke omvang grondwateroverlast moet worden aangepakt. Op deze manier kan ook beter het rechtsgelijkheidsbeginsel gewaarborgd blijven (zie 3.2.7). Grondwateroverlast fase 2 23\96

23 Figuur 4.2 Optrekkend vocht 24\96 Grondwateroverlast fase 2

24 5 Keuzemogelijkheden De aspecten die in paragraaf 3.2 zijn besproken kunnen op meerdere manieren worden ingevuld. De nieuwe wettelijke zorgplichten hebben het karakter van een inspanningsplicht. Dit hoofdstuk geeft de keuzemogelijkheden om de inspanningsplicht in te vullen. Ook worden de keuzemogelijkheden omtrent de indeling van de nieuwe rioolheffing aangegeven. 5.1 Beleidsmaatregelen communicatie, grondwater en hemelwater De mate van inspanning wordt bepaald door het pakket van maatregelen dat als beleid wordt opgenomen in het GRP. Per beleidsaspect zijn 3 maatregelen bedacht: Minimum: alleen doen wat wettelijk verplicht is of de minste inspanning vergt Gemiddeld: doen wat naar verwachting gemiddeld gedaan wordt in andere gemeenten Maximum: alles doen om wateroverlast te minimaliseren De keuze voor de verschillende maatregelen is een afweging tussen de mate van wateroverlast binnen de gemeente, het milieu en de kosten voor de burgers. Bij het kiezen van bijvoorbeeld de minimum maatregel worden de minste kosten gemaakt, maar wordt wateroverlast of aantasting van het milieu minder effectief bestreden. De exacte correlatie is onbekend en moet nader worden gespecificeerd in het GRP. De uitwerking van de beleidsaspecten zijn te vinden in tabel 4.1 (communicatie met de burger), tabel 4.2 (grondwater) en tabel 4.3 (hemelwater). Tabel 5.1 Beleidsaspecten op gebied van de communicatie met de burger Beleidsaspect Minimum Gemiddeld Maximum Waterloket Niks veranderen aan huidige Waterloket uitbreiden met Apart waterloket samen met Waterloket meer informatie waterschap en provincie Onderzoek na klacht 1 ste reactie na klachtregistratie Telefonisch contact Op de koffie gaan Op de koffie gaan en klein buurtonderzoek (rondvragen) Binnen 2 weken Binnen 1 week Binnen 3 dagen Waterloket Via de gemeente website Via de gemeente website en Via de gemeente website, media- promoten media-aandacht als er aandacht als er aanleiding voor is aanleiding voor is en informatie per folder opsturen naar alle bewoners Informatie voor Hoe werkt grondwater en wat Hoe werkt grondwater, wat is Hoe werkt grondwater,wat is het burgers is het gemeentebeleid het gemeentebeleid en gemeentebeleid, gw-systeem in grondwatersysteem in Oegstgeest (up-to-date) en aard Oegstgeest (up-to-date) en plek van de klachten visualiseren op kaart Grondwateroverlast fase 2 25\96

25 Tabel 5.2 Beleidsaspecten op gebied van grondwater Beleidsaspect Minimum Gemiddeld Maximum Wanneer Geen aanleg drainage in de Enkel aanleg drainage in de Ook de straat openbreken voor drainage openbare ruimte openbare ruimte bij nieuwbouw enkel drainage in de openbare of vervangingswerkzaamheden ruimte indien hier aanleiding voor indien hier aanleiding voor is en is en het doelmatig is het doelmatig is Onderzoek bij vervanging riolering Geen onderzoek Onderzoek alleen op basis van visuele inspectie op infiltratie Onderzoek alleen op basis van visuele inspectie op infiltratie en het plaatsen van peilbuizen Inzicht in het grondwater Enkel meten ter plaatsen van de klacht Meetsysteem opzetten (peilbuizen) Meetsysteem opzetten en een enquête Onderhoud drainage Niet Alleen bij aanleiding (na klachten bijv.) Periodiek onderhoud Bouwrijp maken Geen eisen stellen Blokdrainage voorschrijven Integrale ophoging en op gebied van grondwater grondverbetering voorschrijven 26\96 Grondwateroverlast fase 2

26 Tabel 5.3 Beleidsaspecten op gebied van hemelwater Beleidsaspect Minimum Gemiddeld Maximum Wanneer afkoppelen Niet afkoppelen in de openbare ruimte Wat afkoppelen Alleen openbare ruimte Verwerking Alle verantwoording voor hemelwater verwerking hemelwater bij de particulier particulier (infiltreren of lozen terrein op oppervlaktewater) voor zover hij hier redelijkerwijs kan voorzien Dimensionering Theoretische kans WOS = stelsel 1x per jaar (Bui 6) Voorkomen Burgers informeren over vervuiling voorkomen vervuiling (bijv. hemelwater geen autowassen op straat) Oppervlakkige Niet aanleggen afstroming Afkoppelen in de openbare ruimte bij nieuwbouw of/en vervanging riolering Ook de straat openbreken voor enkel afkoppelen in de openbare ruimte Openbare ruimte en voorkant Openbare ruimte en gehele woning (externe regenpijpen) woning (ook ondergronds waar mogelijk regenpijpen ) Alle verantwoording voor Alle verantwoording voor verwerking hemelwater bij de verwerking hemelwater bij de particulier (infiltreren of lozen op gemeente (perceel aansluiten op oppervlaktewater) alleen in riool). nieuwbouw situaties voor zover hij hier redelijkerwijs kan voorzien. Bij bestaand is de gemeente verantwoordelijk (perceel aansluiten op riool). Theoretische kans WOS = Theoretische kans WOS = 1 x per 2 jaar (Bui 8) 1 x per 5 jaar (Bui 9) Activiteiten verbieden dat Activiteiten verbieden dat hemelwater kan vervuilen hemelwater kan vervuilen (zoals (zoals bijv. autowassen) bijv. autowassen) en nieuwe voorzieningen aanbieden (zoals plekken waar wel de auto gewassen mag worden) Waar nodig, aanleggen bij Waar nodig, ook aanleggen als vervanging of nieuwe bestrating het niet in combinatie kan met andere activiteiten Grondwateroverlast fase 2 27\96

27 5.2 Beleidsmaatregelen financiering Om wateroverlast aan te pakken kan de gemeente voor verschillende financieringsstrategieën kiezen. De keuze bepaald in hoeverre de burgers zelf de kosten moeten dragen om wateroverlast te minimaliseren. Daarnaast bepaald het deels de invulling van de regierol die de gemeente heeft om te komen tot een oplossing. Ook de manier van het in rekening brengen van kosten via de rioolheffing kan op verschillende manieren gebeuren. De keuzes zijn te vinden in tabel 4.4. Tabel 4.4 Beleidsaspecten op de financiering Beleidsaspect Minimum Gemiddeld Maximum Financiering Bouwtechnische maatregelen bouwtechnische ter voorkoming wateroverlast maatregelen niet financieren Financiering Drainage op particulier terrein drainage niet financieren Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast subsidiëren Drainage op particulier terrein subsidiëren Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast geheel financieren Drainage op particulier terrein geheel financieren Financieren afkoppelen hemelwater op afkoppelen hemelwater op afkoppelen hemelwater op afkoppelen particulier terrein verplicht particulier terrein verplicht particulier terrein verplicht stellen stellen en niet financieren stellen en subsidiëren en geheel financieren Verdeling Alle kosten verwerken in 1 Kosten splitsten in riool & Kosten zorgplicht alleen verhalen kosten op bedrag nieuwe zorgplicht op de burgers die er baat bij rioolheffing hebben (baatbelasting) 5.3 Afweging van beleidsaspecten De verschillende beleidsaspecten zoals weergegeven in tabel 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4 kunnen op verschillende manieren worden ingevuld. De keuze (minimum, gemiddeld of maximum) bepalen in hoeverre hemel- en grondwateroverlast worden gereduceerd. Het bepaald ook de toename in kosten en in hoeverre een bijdrage wordt geleverd aan een beter milieu (bijvoorbeeld: minder overstorten en minder CO 2 uitstoot doordat minder afvalwater hoeft worden verwerkt). Er moet een goede balans worden gevonden tussen toenemende kosten en de voordelen van een beleidsmaatregel. Om een goede keus te maken zijn van alle mogelijke beleidsmaatregelen de kosten, de mate waarin hemel- of grondwateroverlast wordt gereduceerd en de bijdrage aan een beter milieu in kaart gebracht (zie bijlage 2). In hoofdstuk 5 wordt op basis van dit overzicht keuzes gemaakt tussen het minimale, het gemiddelde en het maximale. 28\96 Grondwateroverlast fase 2

28 6 Advies In dit hoofdstuk wordt ons advies aan de gemeente Oegstgeest uiteengezet over de implementatie van de wettelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater. Het betreft een keuze uit de verschillende beleidsmaatregelen zoals weergegeven in hoofdstuk 4. Veel beleidsaspecten worden al goed ingevuld, maar zijn nog nooit beleidsmatig vastgelegd. De uitgangspunten bij de keuze voor de beleidsmaatregelen zijn het GRP , de bevindingen in het rapport Onderzoek grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest en de handreiking voor informatie-uitwisseling over grondwateroverlast Grondwateroverlast? Eerst een bakkie doen!. 6.1 Communicatie De gemeente Oegstgeest is in het bezit van een digitale Waterloket waarop basis informatie staat omtrent de gemeentelijke zorgplichten en nieuws over de grondwateroverlast in bepaalde wijken. Het Waterloket is onderdeel van de website van de gemeente. Hiermee voldoet de gemeente Oegstgeest aan de eis, dat de gemeente een loketfunctie moet vervullen. De volgende beleidsmaatregelen worden geadviseerd: - Waterloket Waterloket uitbreiden met meer informatie. - Onderzoek na klacht Op de koffie gaan. - 1 ste reactie na klachtregistratie Binnen 1 week. - Waterloket promoten Via de gemeente website en media-aandacht als er aanleiding voor is. - Informatie voor burgers Hoe werkt grondwater? Wat is het gemeentebeleid? En grondwatersysteem in Oegstgeest (up-to-date) Toelichting Het Waterloket wordt als klachtenregistrator geïntegreerd in het bestaande gemeentelijke servicepunt en het informatiepunt op de gemeentelijke website moet worden uitgebreid met meer informatie. Hiermee worden bestaande middelen optimaal benut. Op de website wordt informatie verschaft over de werking van het watersysteem, over het gemeentebeleid en over de te nemen maatregelen. De website dient up-to-date te zijn Bij klachten wordt de bewoner centraal gesteld. Dit houdt in dat empathie wordt getoond voor de situatie tijdens het verwerken van de klacht. Binnen 1 week wordt een afspraak gemaakt met de bewoner voor een huisbezoek door de Watercoördinator(sociaal en geduldig) om polshoogte te nemen en de oorzaak van de wateroverlast vast te stellen Er wordt officieel een Watercoördinator aangesteld. Dit wordt een extra taak van een beleidsmedewerker van de afdeling riolering. Hij of zij moet een netwerk opbouwen, zodat snel kan worden afgestemd met de Provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland, het drinkwaterbedrijf DZH en bewonersgroepen Grondwateroverlast fase 2 29\96

29 Het Waterloket is reactief en komt dus pas in actie als er een klacht binnenkomt. Dit is in lijn met de stelling dat wateroverlast vooral een ervaring is. Wel is het van belang, dat burgers het Waterloket weten te vinden. Het zoeken van media-aandacht op gepaste momenten draagt bij aan de bekendheid van het Waterloket De gemeente kan ook faciliteren om burgers met wateroverlast samen te brengen, zodat schaalvergroting ontstaat en lagere kosten voor de perceeleigenaren ontstaan. Hiermee geeft de gemeente invulling aan de regierol die het heeft bij hemel- en grondwateroverlast 6.2 Grondwater De zorgplicht voor het grondwater is de grootste verandering in het gemeentelijke waterpakket. Daarom is het belangrijk, dat het beleid hierover vanaf het begin duidelijkheid geeft waar de gemeente Oegstgeest heen gaat met de grondwaterproblematiek. Door de problematiek in de Prinsessenwijk en het Oranjepark is al enige ervaring opgedaan hoe om te gaan met bewoners met grondwateroverlast. De volgende beleidsmaatregelen worden geadviseerd: - Wanneer drainage Enkel aanleg drainage in de openbare ruimte bij nieuwbouw of vervangingswerkzaamheden indien hier aanleiding voor is en het doelmatig is. - Onderzoek bij vervanging Onderzoek alleen op basis van visuele inspectie op infiltratie riolering en het plaatsen van peilbuizen. - Inzicht in het grondwater Enkel meten ter plaatsen van de klacht. - Onderhoud drainage Periodiek onderhoud. - Bouwrijp maken op gebied Blokdrainage voorschrijven. van grondwater Toelichting Als eerste wordt vastgesteld, dat de gemeente Oegstgeest niet de grondwaterbeheerder is. Het college van B&W heeft enkel de inspanningsplicht om bij grondwateroverlast doelmatige maatregelen te nemen als andere overheden niet aan te spreken zijn op hun verantwoordelijkheden. Het gaat hier om maatregelen in de openbare ruimte. Particuliere perceeleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen en bekostigen van maatregelen om grondwateroverlast te bestrijden Het aanpakken van grondwateroverlast moet per locatie worden bekeken, omdat het maatwerk vereist De grondwatersituatie in de Prinsessenwijk en het Oranjepark is onlangs door een enquête en monitoring in kaart gebracht. Hiermee is een deel van de grondwatersituatie in Oegstgeest in bekend. Belangrijk is om de bodemopbouw en geohydrologie van de gehele gemeente Oegstgeest in kaart te brengen. Hiermee ontstaat inzicht op hoe het grondwatersysteem werkt. Daarnaast wordt bij klachten over grondwateroverlast per geval bekeken of het zinvol is te gaan meten (peilbuis aanleggen) en wie dat bekostigd 30\96 Grondwateroverlast fase 2

30 Bij vervangingswerkzaamheden van het riool wordt drainage in de openbare ruimte. aangelegd als blijkt dat ergens structureel grondwateroverlast voorkomt. Daarmee hoeft de straat niet apart te worden opengebroken wat overlast voor bewoners minimaliseert Als grondwateroverlast structureel is en in een groot gebied voorkomt moeten structuurwijziging worden doorgevoerd. Hierbij moet gedacht worden aan peilverlaging van het oppervlaktewater of bouwtechnische maatregelen op grote schaal. Daarbij moet worden gekeken naar doelmatigheid Bij nieuwbouwlocaties moet de grondwatersituatie goed in kaart worden gebracht, zodat effectieve maatregelen getroffen kunnen worden. Hierbij moet gericht worden op het niet verlagen van de grondwaterstand in verband met het oxideren en inklinken van de aanwezige klei/veenlagen. Dit voorkomt schade op de lange termijn Lekke riolering beïnvloedt de grondwaterstand en de grondwaterkwaliteit. Het is daarom belangrijk om bij het vervangen van lekke riolering geohydrologisch onderzoek te doen of het invloed heeft op de grondwaterstand. Lekke riolering wordt geconstateerd door visuele inspectie. Bij lekker riolering moeten peilbuizen geslagen worden zodat de grondwaterstand voor en na de vervanging gemonitoord kan worden. Bij een negatief effect op de grondwaterstaand kan in zo n geval drainage in het cunet van de nieuwe riolering worden aangelegd Het drainagesysteem moet periodiek onderhouden worden, zodat het optimaal blijft functioneren. Het is daarom belangrijk dat ten eerste het onderhoudsaspect mee wordt genomen in het ontwerp. Als tweede is het van belang dat er overzicht is van waar drainage in de grond ligt. Omdat het huidige inzicht in de reeds aanwezige drainage erg beperkt is, wordt vanaf nu alleen de nieuwe drainage op kaart bijgehouden. Dit is ook vereist in het kader van de Wet Informatievoorziening Ondergrondse Netwerken (WION) 6.3 Hemelwater Bij de invulling van de zorgplicht hemelwater gaat het vooral om het afkoppelen van hemelwater, wie dat gaat betalen en wanneer dat gebeurd. Van belang is dat bij het verwerken van hemelwater, zoals infiltreren of lozen op oppervlakte water, de functies van het grondwater- en oppervlaktewatersysteem gewaarborgd zijn of verbeterd worden. De volgende beleidsmaatregelen worden geadviseerd: Wanneer afkoppelen Afkoppelen in de openbare ruimte bij nieuwbouw of/en vervanging riolering Wat afkoppelen Openbare ruimte en voorkant woning (externe regenpijpen) waar mogelijk Verwerking hemelwater Alle verantwoording voor verwerking hemelwater bij de particulier terrein particulier (infiltreren of lozen op oppervlaktewater) alleen in nieuwbouw situaties voor zover hij hier redelijkerwijs kan voorzien. Bij bestaand is de gemeente verantwoordelijk (perceel aansluiten op riool). Dimensionering stelsel Theoretische kans WOS =1 x per 2 jaar (Bui 8) Grondwateroverlast fase 2 31\96

31 Toelichting Voor nieuwbouw is het verplicht om het gehele verharde oppervlak af te koppelen mits het geen negatieve effecten voor de omgeving heeft Bij herinrichting in een gebied waar gemengde riolering aanwezig is, moet afvalwater en hemelwater gescheiden worden aangeboden vanaf de perceelsgrens. Op deze manier worden kosten bespaard als de gemengde riolering wordt vervangen door (verbeterd) gescheiden riolering De gemeente gaat pas afkoppelen bij nieuwbouw en bij het vervangen van de riolering. Hierbij wordt het verharde oppervlak in de openbare ruimte aangesloten op het regenwaterriool. Daarnaast worden alleen percelen aangesloten die niet redelijkerwijs in staat zijn hun eigen hemelwater te verwerken. Voor nieuwbouw is hierbij de watertoets belangrijk Het (nieuwe) regenwaterriool wordt gedimensioneerd op bui 8. Hiermee wordt het landelijke uitgangspunt gehanteerd. Om WOS te minimaliseren wordt waar nodig oppervlakkige afstroming naar bijvoorbeeld groenstroken of greppels gerealiseerd. Het aanpassen van de bestrating om afstroming te bewerkstelligen wordt zoveel mogelijk in combinatie gedaan met andere werkzaamheden om zo de overlast voor bewoners te minimaliseren Het afkoppelen van verhard oppervlak op particulier terrein is de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaren. De gemeente moet hemelwater van de perceeleigenaar in ontvangst nemen als deze geen mogelijkheid heeft om het zelf te verwerken De kosten voor huisaansluitingen op het hemelwaterriool worden in rekening gebracht bij de perceeleigenaar (kostendekkend) Het afkoppelen van verhard oppervlak betekent, dat activiteiten die het afvloeiende hemelwater vervuilen waar mogelijk verboden moeten worden. Het gaat hier bijvoorbeeld om het wassen van de auto op straat of het gebruik van uitlogende materialen zoals zink, lood of koper. Daarnaast moet het strooien van zout ter bestrijding van gladheid geminimaliseerd worden. Het is van belang dat de gemeente Oegstgeest goede voorlichting geeft over het afkoppelbeleid en de afvloeiing van hemelwater visualiseert door bijvoorbeeld gebruik te maken van molsgoten 6.4 Invulling financiering De nieuwe rioolheffing kan op verschillende manieren worden samengesteld. Hierbij is het belangrijk welke kosten in rekening worden gebracht, hoe en aan wie. Hierbij is een transparante manier van werken vereist, zodat burgers ook inzicht hebben waarom ze meer moeten betalen. De volgende beleidsmaatregelen worden geadviseerd: Financiering bouwtechnische Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast maatregelen niet financieren Financiering drainage Drainage op particulier terrein niet financieren Financieren afkoppelen Afkoppelen hemelwater op particulier terrein verplicht stellen en niet financieren Verdeling kosten op rioolheffing Alle kosten verwerken in 1 bedrag 32\96 Grondwateroverlast fase 2

32 Toelichting De kosten voor bouwtechnische maatregelen zijn in eerste instantie voor de perceelseigenaar De kosten voor de aanleg van drainage op particulier terrein zijn in eerste instantie voor de perceelseigenaar De nieuwe rioolheffing is een zgn. bestemmingsbelasting, in dit geval de uitoefening van de zorgplichten van de gemeente. De opbrengst van de heffing mag de kosten van uitvoering niet overschrijden De kosten voor het uitvoeren van de nieuwe zorgplichten worden op alle burgers verhaald. Er wordt geen gebruik gemaakt van een baatbelasting, omdat moeilijk te bepalen is wie van een maatregel profiteert en wie niet. Er moet dus altijd sprake zijn van activiteiten of maatregelen die het collectieve belang dienen Op de gemeentelijke aanslag wordt geen onderscheid gemaakt in een rioolheffing en grondwaterheffing. Het is en blijft 1 bedrag, 1 aanslag. In de begroting (GRP) en jaarrekening wordt wel het onderscheidt gemaakt tussen enerzijds afvalwater en hemelwater en anderzijds grondwater. Hiermee is voldoende transparantie gewaarborgd De beleidsmaatregelen zoals wordt geadviseerd in dit hoofdstuk zijn al deels onderdeel van de dagelijkse praktijk. Echter, sommige maatregelen zijn nieuw en zullen ook extra kosten met zich meebrengen. De extra kosten in 2009 worden geschat op circa EUR per jaar (0,5 fte). De extra werkzaamheden zijn: Website up-to-date houden = 1 uur per week Afhandeling van klachten = 8 uur per week Coördinatie van werkzaamheden = 4 uur per week Peilbuizen laten plaatsen, peilen en verwerkend = 3 uur per week Onvoorzien = 2 uur per week Grondwateroverlast fase 2 33\96

33 34\96 Grondwateroverlast fase 2

34 Bijlage 1 Toelichting van de gemeentelijke zorgplichten

35 Zorgplicht hemelwater In veel (oude) stedelijke gebieden wordt hemelwater nog gezamenlijk afgevoerd met huishoudelijk afvalwater. Er is dan sprake van een gemengd riool. De afvoer van hemelwater is niet doelmatig, daar het gaat om relatief schoon water. Vooral na (hevige) regenval kan het rioolstelsel overvol raken doordat zowel hemelwater als huishoudelijk afvalwater in het rioolstelsel terecht komt. Het gescheiden afvoeren van hemelwater en huishoudelijke afvalwater kan ervoor zorgen dat vuilwaterriolen niet overstorten. Het hemelwater hoeft niet naar een waterzuiveringsinstallatie worden afgevoerd en neemt geen bergingscapaciteit in. Het aanleggen van gescheiden riolering wordt al gedaan bij nieuwbouw en vaak ook bij het vervangen van het riool. Op dit moment houdt de zorgplicht in dat de gemeente een voorziening biedt aan de perceelseigenaar waar hemelwater in geloosd kan worden. Bij de hemelwaterzorgplicht wordt eerst gekeken of de perceelseigenaar het afvloeiende hemelwater zelf kan afvoeren. 5 Daarbij mag niet in strijd met het Lozingenbesluit Wvo stedelijk afvalwater en het Lozingenbesluit bodembescherming worden gehandeld. Indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is, dan is de gemeente verplicht vanaf de perceelsgrens het hemelwater verder af te voeren. In het wetsvoorstel is een nieuwe zorgplicht apart voor het hemelwater opgenomen. De gemeente krijgt krachtens art. 9a lid 1 Wwh de taak om het afvloeiende hemelwater doelmatig in te zamelen. De gemeente is verplicht het hemelwater te ontvangen indien de perceelseigenaar het hemelwater redelijkerwijs niet zelf kan afvoeren. De gemeente krijgt beleidsvrijheid hoe na de inzameling het hemelwater verder verwerkt wordt. Het kan worden geborgen, getransporteerd en nuttig worden toegepast, al dan niet na zuivering. Bij de uitvoering van de zorgplicht zullen de gemeenten moeten afwegen op welke wijze zij met hemelwater omgaan. Hierbij kan gedacht worden aan de maatschappelijke lasten, volksgezondheid, het milieu en de functie van het gebied. Overleg met de provincie en de waterschappen is van belang voor een goede afweging. In de Gemeentelijke rioleringsplannen moet ook duidelijk komen te staan hoe de gemeente omgaat met de afvoer van hemelwater. Op deze manier weten particulieren in hoeverre zij zelf voor de afvoer van afvloeiend hemelwater moeten zorgen en wat zij van de gemeente kunnen verwachten. 6 Zorgplicht grondwater De oorzaak van grondwateroverlast kan komen door de natuur (bijvoorbeeld bodemdaling of hevige neerslag), gemeentelijke waterhuishouding (bijvoorbeeld een te laag of te hoog oppervlaktewaterpeil) en bouwkundige toestand van gebouwen (bijvoorbeeld kapotte leidingen of rioolaansluitingen). Hierdoor zijn veel partijen betrokken bij de grondwaterproblematiek en ontstaat er vaak onduidelijkheid wie verantwoordelijk is om de grondwateroverlast aan te pakken. Nu de zorgplicht voor het stedelijke grondwater wettelijk verankerd is in art 9b Wwh krijgt de gemeente de inspanningsplicht om het grondwaterprobleem op te pakken. 5 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pp

36 Het gaat om het nemen van maatregelen in het openbare gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 7 Bestemmingen van de grond kunnen bijvoorbeeld wonen en werken zijn. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor openbaar terrein van de overheid voorzover er geen andere overheidslichaam verantwoordelijk voor is. Het gaat om structurele nadelige gevolgen waarbij het normale gebruik van bovengrondse gebruiksfuncties wordt beperkt of belemmert. Wettelijk gezien vallen incidentele gevallen hier dus niet onder. Een nieuwe verplichting voor de gemeente is dat zij binnen de grenzen van de doelmatigheid maatregelen dienen te nemen indien de grondwaterstand structureel nadelige gevolgen met zich meebrengt voor de gebruiksfunctie van gronden. In de praktijk kunnen de maatregelen inhouden dat grondwater wordt verzameld, getransporteerd, geborgen, nuttig wordt toegepast of terug wordt gebracht in de bodem of het oppervlaktewater en eventueel moet het licht gezuiverd worden indien het niet schoon genoeg is om direct in de bodem of het oppervlaktewater te lozen. De gemeenten krijgen beleidsvrijheid om de grondwaterzorgplicht uit te oefenen. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de inzameling van het grondwater op zijn perceel. De gemeente is verantwoordelijk voor de afvoer van het ingezamelde grondwater vanaf de perceelsgrens en voor grondwater dat van openbaar terrein van de gemeente komt en voor het beheer van de afwateringsvoorzieningen opdat deze steeds goed blijven functioneren. Dit is vergelijkbaar met de rioleringszorgplicht. De perceelseigenaren hebben zelf de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede staat van de in hun eigendom zijnde percelen en gebouwen. 8 De grondwaterzorgplicht houdt een inspanningsverplichting in. De gemeenten hebben de zorgplicht om in de toekomst bij structurele problemen met de grondwaterstand zoveel mogelijk de nadelige gevolgen van die grondwateroverlast te voorkomen en eventueel nadelige gevolgen te beperken door het nemen van maatregelen. Structurele grondwaterstandoverlast kan worden voorkomen door bij de bestemmingsfase al rekening te houden met mogelijke overlast hiervan. De verantwoordelijkheid houdt op bij de particuliere perceelsgrens. Wat het openbare terrein betreft is de gemeente verantwoordelijk voorzover er geen andere overheidsorgaan verantwoordelijk is. Verbreed GRP Op basis van art Wm moeten gemeenten in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) ook aandacht gaan besteden aan de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht. In het GRP komt te staan welke voorzieningen aanwezig zijn binnen de gemeente om stedelijk afvalwater en afvloeiend hemelwater in te zamelen en te transporteren. Wanneer er in een gemeente grondwaterproblemen zijn, zal in het GRP tevens worden aangegeven welke maatregelen de gemeente zal nemen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen en te beperken. De gemeente moet in het GRP duidelijk aangeven wanneer sprake is van structurele grondwaterstandproblemen. De tekst van art Wm zal na 5 jaren in werking treden, zodat gemeenten de tijd krijgen om hun GRP aan te passen aan de nieuwe wet. 9 7 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pp Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pp

37 Voorkeursvolgorde In art Wm staat een voorkeursvolgorde voor de behandeling van afvalstoffen. Voor het beheer van afvalwater wordt in het wetsvoorstel ook een voorkeursvolgorde opgenomen, omdat de behandeling van afvalstoffen niet goed toepasbaar is op de behandeling van afvalwater. Art a Wm wordt nieuw ingevoegd en regelt de voorkeursvolgorde voor beheer van afvalwater. De onderstaande volgorde geniet de voorkeur: De hoeveelheid afvalwater moet in eerste instantie zoveel mogelijk voorkomen of beperkt worden Verontreiniging van afvalwater moet voorkomen of beperkt worden De afvalstromen moeten gescheiden worden, tenzij het geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater Biologisch afbreekbaar afvalwater moet zoveel mogelijk naar een rwzi worden afgevoerd Ander afvalwater dan biologisch afbreekbaar afvalwater moet lokaal gezuiverd worden en daarna hergebruikt worden indien dat mogelijk is. Anders moet het na zuivering geloosd worden Wanneer bovenstaande opties niet mogelijk zijn, dan moet het afvalwater worden afgevoerd naar een rwzi 10 Heffingstructuur Op grond van art. 229 lid 1 aanhef en onderdeel a Gemeentewet kunnen gemeenten de kosten van de taken met betrekking tot het beheer en onderhoud van afvalwater bekostigen middels een heffing, het zogenaamde rioolrecht. Onder afvalwater valt in dit geval huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en ander water dat samen met afvalwater wordt afgevoerd middels het riool. Het karakter van de heffing - de heffing is een retributie - zorgt ervoor dat de dienst die gemeenten leveren, gekoppeld moet zijn aan het individuele profijt van de burger. Om de zorgplichten te kunnen vervullen die het wetsvoorstel met zich meebrengt, is het huidige rioolrecht ontoereikend. De gemeente kan op dit moment geen rioolrecht heffen om maatregelen te nemen die het collectieve belang dienen als bijvoorbeeld het afvoeren van hemelwater dat op openbaar gemeentegrond neerkomt. Om de zorgplichten na te komen, die het nieuwe wetsvoorstel met zich meebrengt, dienen er financiële instrumenten beschikbaar te zijn. Art. 229 lid 1 Gemeentewet is niet toereikend om uitvoering van de zorgplichten te kunnen bekostigen. Daarom wordt art. 228a toegevoegd aan de Gemeentewet waarbij een nieuwe rioolheffing wordt gecreëerd. De opbrengst van de rioolheffing moet de kosten, die de taken in dit wetsvoorstel met zich meebrengt, bekostigen. De rioolheffing komt in de plaats van het rioolrecht. 11 De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee collectieve maatregelen voor de gemeente kunnen worden bekostigd. De rioolheffing is er alleen om de kosten te dekken om de taken uit te kunnen voeren die de gemeente rechtens verplicht is. Het is mogelijk 2 heffingen op te leggen: 1 voor het huishoudelijke afvalwater en bedrijfsafvalwater en 1 voor het hemelwater en ingezamelde grondwater. 10 Waterformum online, Wetsvoorstel verbrede rioolzorg: gemeenten blijven baas in eigen buis, geraadpleegd op het inernet: 9 augustus 2006 en Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pp Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 p. 21.

38 De gemeenten krijgen de vrijheid om de heffing nader in te vullen. Dit kan door middel van een belastingverordening waarin wordt bepaald wie belastingplichtige is, wat de heffingsgrondslag en de heffingsmaatstaf zijn. In de Memorie van toelichting worden de volgende taken genoemd die bekostigd mogen worden: De inzameling berging en transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater en op de zuivering van huishoudelijk afvalwater door middel van kleinere individuele installaties voor de behandeling van afvalwater (IBA) De inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater: de inzameling, berging, transport, nuttige toepassing of al dan niet na zuivering brengen in het oppervlaktewater of op of in de bodem van afvloeiend hemelwater Het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming: de inzameling, berging, transport, nuttige toepassing of terugbrengen in het oppervlaktewater of op of in de bodem van grondwater, alsmede verbetering van de waterdoorlaatbaarheid van de bodemtoplaag of hydrologische compartimentering van de bodem 12 Kosten voor onderhoud van gemeentelijke oppervlaktewateren en vaarwegen valt niet onder de heffing, omdat zij geen relatie hebben met de gemeentelijke rioleringsstelsels voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In het wetsvoorstel wordt bepaald dat de kosten voor het installeren en beheren van een IBA door de gemeente ook uit de rioolheffing kunnen worden bekostigd, daar de IBA voorziening kan worden gezien als een alternatief voor het gemeentelijke vuilwaterriool. In de begroting worden de kosten toegerekend aan kostendragers. Kostendragers zijn de producten waaraan de kosten kunnen worden toegekend. Directe kosten worden in hun geheel aan het product toegerekend en indirecte kosten gedeeltelijk. Hiervoor zijn verdeelsleutels. 13 De verdeelsleutels zijn maatstaven waaraan de ter beschikking gestelde gelden worden verdeeld. De Memorie van toelichting noemt het volgende voorbeeld: de kosten voor bestrating die samenhangen met rioleringswerkzaamheden worden door middel van verdeelsleutels gedeeltelijk aan rioleringskosten toegerekend. In het licht van het beleid hemelwater af te koppelen, kan op deze wijze mede bekostiging van halfopen bestrating plaatsvinden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pp Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, p. 25.

39 Bijlage 2 Afweging beleidsmaatregelen

40 In deze bijlage worden de effecten van de verschillende beleidsmaatregelen uiteengezet. Per beleidsaspect wordt de impact van de minimum, gemiddelde en maximum variant op wateroverlast, kosten en milieu weergegeven. Hierbij worden de volgende tekens gebruikt. Teken Wateroverlast Kosten Milieu (-) Maatregel heeft geen invloed Kosten (bestaande) maatregel stijgen niet Maatregel leidt niet tot verbetering milieu (+) Minder wateroverlast Minimale extra kosten Maatregel draagt bij aan milieuverbetering (++) Structureel minder wateroverlast Hoge extra kosten Maatregel draagt structureel bij aan milieuverbetering Beleidsmaatregel Optie Overlast Kosten Milieu Niks veranderen aan huidige Waterloket Waterloket uitbreiden met meer informatie Waterloket + +/- - Apart waterloket samen met waterschap en Onderzoek na klacht 1 ste reactie na klachtregistratie Waterloket promoten Informatie voor burgers provincie Telefonisch contact + +/- - Op de koffie gaan Op de koffie gaan en klein buurtonderzoek (rondvragen) Binnen 2 weken Binnen 1 week +/- - - Binnen 3 dagen Via de gemeente website Via de gemeente website en media-aandacht als er aanleiding voor is Via de gemeente website, media-aandacht als er aanleiding voor is en informatie per folder opsturen naar alle bewoners Hoe werkt grondwater en wat is het gemeentebeleid Hoe werkt grondwater, wat is het gemeentebeleid en grondwatersysteem in Oegstgeest (up-to-date) Hoe werkt grondwater,wat is het gemeentebeleid, gwsysteem in Oegstgeest (up-to-date) en aard en plek van de klachten visualiseren op kaart Tabel A: Effecten beleidsmaatregelen communicatie

41 Beleidsmaatregel Optie Overlast Kosten Milieu Geen aanleg drainage in de openbare ruimte Wanneer drainage Onderzoek bij vervanging riolering Inzicht in het grondwater Onderhoud drainage Bouwrijp maken op gebied van grondwater Tabel B: Effecten beleidsmaatregelen grondwater Enkel aanleg drainage in de openbare ruimte bij nieuwbouw of vervangingswerkzaamheden indien hier aanleiding voor is en het doelmatig is Ook de straat openbreken voor enkel drainage in de openbare ruimte indien hier aanleiding voor is en het doelmatig is Geen onderzoek Onderzoek alleen op basis van visuele inspectie op infiltratie Onderzoek alleen op basis van visuele inspectie op infiltratie en het plaatsen van peilbuizen + -/ Enkel meten ter plaatsen van de klacht Meetsysteem opzetten (peilbuizen) Meetsysteem opzetten en een enquête Niet Alleen bij aanleiding (na klachten bijv.) Periodiek onderhoud Geen eisen stellen Blokdrainage voorschrijven Integrale ophoging en grondverbetering voorschrijven

42 Beleidsmaatregel Optie Overlast Kosten Milieu Niet afkoppelen in de openbare ruimte Afkoppelen in de openbare ruimte bij nieuwbouw Wanneer afkoppelen of/en vervanging riolering Ook de straat openbreken voor enkel afkoppelen in de openbare ruimte Alleen openbare ruimte Openbare ruimte en voorkant woning (externe Wat afkoppelen regenpijpen) waar mogelijk Openbare ruimte en gehele woning (ook ondergronds regenpijpen ) Alle verantwoording voor verwerking hemelwater bij de particulier (infiltreren of lozen op oppervlaktewater) voor zover hij hier redelijkerwijs kan voorzien Alle verantwoording voor verwerking hemelwater Verwerking hemelwater bij de particulier (infiltreren of lozen op particulier terrein oppervlaktewater) alleen in nieuwbouw situaties voor zover hij hier redelijkerwijs kan voorzien. Bij bestaand is de gemeente verantwoordelijk (perceel aansluiten op riool). Alle verantwoording voor verwerking hemelwater bij de gemeente (perceel aansluiten op riool). Theoretische kans WOS = 1x per jaar (Bui 6) Theoretische kans WOS = Dimensionering stelsel 1 x per 2 jaar (Bui 8) Theoretische kans WOS = 1 x per 5 jaar (Bui 9) Tabel C: Effecten beleidsmaatregelen hemelwater

43 Beleidsmaatregel Optie Overlast Kosten Milieu Financiering bouwtechnische maatregelen Financiering drainage Financieren afkoppelen Verdeling kosten op rioolheffing Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast niet financieren Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast subsidiëren Bouwtechnische maatregelen ter voorkoming wateroverlast geheel financieren / Drainage op particulier terrein niet financieren Drainage op particulier terrein subsidiëren -/+ + - Drainage op particulier terrein geheel financieren afkoppelen hemelwater op particulier terrein verplicht stellen en niet financieren afkoppelen hemelwater op particulier terrein verplicht stellen en subsidiëren afkoppelen hemelwater op particulier terrein verplicht stellen en geheel financieren Alle kosten verwerken in 1 bedrag Kosten splitsten in riool & nieuwe zorgplicht - +/- - Kosten zorgplicht alleen verhalen op de burgers die er baat bij hebben (baatbelasting) Tabel D: Effecten beleidsmaatregelen financiering - + -

44 Deel 2: Onderzoek oplossingen Grondwateroverlast fase 2 47\96

45 48\96 Grondwateroverlast fase 2

46 Verklarende woordenlijst en begrippen In onderhavige rapportage wordt een aantal vaktermen en begrippen gehanteerd. Nadere uitleg hiervan volgt hieronder. Doorlatendheid Drainage Drooglegging Freatisch pakket Grondwater Grondwateronttrekking Hydraulische weerstand Infiltratie Infiltratiecapaciteit Maaiveldzetting Ontwateringsdiepte Onverzadigde zone Oppervlaktewater Putverstopping Scheidende laag Stijghoogte Watervoerend pakket Vermogen van de bodem om vloeistof door te laten. De afvoer van water over en door de grond en via het waterlopenstelsel. Afstand tussen maaiveld en waterpeil oppervlaktewater. Bovenste watervoerende bodemlaag, die in direct contact met de atmosferische druk staat. Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat. Het oppompen van grondwater uit de bodem. Maat voor weerstand van een bodemlaag tegen verticale grondwaterstroming. Het binnentreden van (neerslag)water van het grondoppervlak naar de bodem. De maximale waarde voor infiltratie Bodemdaling als gevolg van inklinking, krimp of door het aanbrengen van een bovenbelasting. Afstand tussen maaiveld en grondwaterstand. Deel van de bodem waarin de poriën niet of partieel met water zijn gevuld. Deel van de bodem boven de grondwaterspiegel. Het grondoppervlak in principe bedekt met water (het water in rivieren, sloten, kanalen, meren en dergelijke). Het dichtslibben van een onttrekkingsput als gevolg van instroom van deeltjes en neerslag van chemische verbindingen. Slecht doorlatende of weerstandsbiedende bodemlaag, bestaande uit klei, veen, leem en/of zeer fijn zand Grondwaterstand ten opzicht van een bepaald referentieniveau, veelal NAP. Goed doorlatende bodemlaag, bestaande uit zand en/of grind. Grondwateroverlast fase 2 49\96

47 In onderstaande figuur is een aantal begrippen nader toegelicht. neerslag evapotrans piratie maaiveld (Freatisch) grondwaterpeil ontwateringsdiepte Kruipruimte infiltratie onverzadigde zone drooglegging kwel inzijging Slecht doorlatende laag verzadigde zone Watervoerende laag Figuur 0.1 Schematisatie hydrologische begrippen. 50\96 Grondwateroverlast fase 2

48 7 Inleiding oplossingen Uit eerder uitgevoerd onderzoek (Tauw bv, Onderzoek grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest, kenmerk R AJA-irb-V01-NL) blijkt dat binnen de gehele woonwijk structureel hoge grondwaterstanden aanwezig zijn. Deze hoge grondwaterstanden leiden tot overlast bij bewoners. Overlast uit zich in de vorm van vochtoverlast en -schade in de woningen zelf, plasvorming in de tuinen en water in de kruipruimte of kelder. Als belangrijkste oorzaak van de hoge grondwaterstanden wordt de onvoldoende drooglegging (= afstand tussen oppervlaktewaterpeil en maaiveld) genoemd. De maaiveldhoogten binnen het onderzoeksgebied variëren van NAP -0,3 meter tot NAP +0,4 meter. Het peil van het oppervlaktewater bedraagt NAP -0,6 meter. De drooglegging bedraagt hiermee 0,3 tot 1,0 meter. Dit is onvoldoende. Over het algemeen wordt een drooglegging van minimaal 1 meter als voldoende beschouwd. Deze onvoldoende drooglegging is het gevolg geweest van de ontpoldering van het gebied. Vergroting van de drooglegging is in de huidige situatie zeer moeilijk of zelfs niet te realiseren. Dit betekent dat het aantal concrete oplossingen beperkt is. Naast onvoldoende drooglegging kan rioolvervanging een bijdrage hebben geleverd aan de verhoging van de grondwaterstanden alsook een toename in neerslagintensiteit als gevolg van klimaatverandering. In onderhavig deel wordt een aantal technische oplossingen beschreven en afgewogen op basis van beoordelingsaspecten als effectiviteit, kosten, onderhoud/duurzaamheid, robuustheid en inpasbaarheid. Doelstelling van onderhavig onderzoek is om te komen tot (een combinatie van) maatregelen waarmee de grondwateroverlast kan worden gereduceerd. Op basis hiervan dient door de gemeente Oegstgeest een uiteindelijke keuze te worden gemaakt in de daadwerkelijk te nemen maatregelen. Het onderzoek vormt hiermee een basis voor het maken van keuzes wat betreft oplossingen en betreft derhalve niet een uitwerking van maatregelen op detailniveau. Grondwateroverlast fase 2 51\96

49 52\96 Grondwateroverlast fase 2

50 8 Oplossingen hemel- en grondwateroverlast 8.1 Oplossingen hemelwateroverlast Hemelwateroverlast valt eigenlijk buiten de scope van dit rapport aangezien dit een andere problematiek is en voornamelijk samenhangt met het gemeentelijk rioleringsplan. Tijdens perioden van neerslag treedt een verhoogde grondwaterstand op, daarom lijkt de scheidlijn tussen hemelwateroverlast en grondwateroverlast dun. Om deze reden worden in dit rapport toch enkele maatregelen om hemelwateroverlast te beperken behandeld. Verticuteren: ervoor zorgen dat de toplaag van de grond voldoende infiltratiecapaciteit heeft. In de praktijk komt dit neer op het omploegen van samengedrukte stukken maaiveld. De kosten voor verticuteren per perceel a 100 m 2 bedragen EUR 500,00 à EUR 1.000,00 Grondverbetering: op terreinen waar door verticuteren geen hogere infiltratiecapaciteit kan worden verkregen kan grondverbetering worden toegepast. Dit zijn locaties met een kleiige toplaag. Door deze bodemlaag te ontgraven en aan te vullen met goed doorlatend zand, wordt de infiltratiecapaciteit verbeterd. Een nadere beschouwing van deze maatregel, inclusief kosteninschatting is opgenomen in paragraaf Ophogen: laag gelegen tuin(del)en kunnen worden opgehoogd. Hiermee wordt de grondwaterstand niet verlaagd maar wel de ontwateringdiepte vergroot wat weer zorgt voor een hogere bergingscapaciteit in de bodem. Een nadere beschouwing van deze maatregel, inclusief kosteninschatting is opgenomen in paragraaf Regenton: het plaatsen van een regenton onder daken die niet op het riool zijn aangesloten (schuurtjes en dergelijke) zorgt voor een buffer waarin hevige piekneerslag kan worden opgevangen. Dit is levert tevens een besparing op voor het sproeiwaterverbruik. De kosten voor een regenton, inclusief aansluiting op het HWA-riool bedragen EUR 500,00 à 750,00. Maaiveldverhang: Ervoor zorgen dat maaiveld afloopt richting de openbare weg voorkomt wateroverlast op de percelen Infiltratiekratten: door het aanbrengen van infiltratiekratten direct onder het maaiveld kan hemelwater tijdelijk worden geborgen. Dit systeem dient te worden voorzien van een drainage onder de kratten om het hemelwater af te laten wateren naar het lozingspunt. Waterberging door middel van infiltratiekratten of aanverwante systemen kost ongeveer EUR 150 tot 250 per m 3 Grondwateroverlast fase 2 53\96

51 8.2 Oplossingen grondwateroverlast In deze paragraaf wordt een beschrijving van de mogelijke oplossingen gegeven voor de grondwaterproblematiek in het projectgebied. Afsluitend is een overzichtstabel gepresenteerd met afwegingsaspecten als effectiviteit, kosten, duurzaamheid/onderhoud, robuustheid en inpasbaarheid (zowel ruimtelijk als temporeel). Met effectiviteit wordt bedoeld welke effect een oplossing heeft op de grondwateroverlast. Met robuustheid wordt bedoeld in hoeverre de oplossing kan omgaan met extreme/onverwachte omstandigheden en hoe storingsgevoelig de oplossing is. Belangrijk aandachtspunt bij het verlagen van de grondwaterstand zijn de woningen op houten palen, waarvan er zich een aantal in het onderzoeksgebied bevinden. Voor elk van deze gevallen dient bij daadwerkelijke verlaging van grondwaterstand te worden gewaarborgd dat de grondwaterstand ter plaatse in ieder geval boven de houten paalkop blijft Geohydrologische oplossingen Een geohydrologische oplossing grijpt in op de geohydrologie van de het watersysteem, zodanig dat er een lagere grondwaterstand optreedt. Dit zijn systeem gerichte maatregelen. De effectiviteit van het verlagen van de grondwaterstand voor het voorkomen van optrekkend vocht is lastig in te schatten. De gevolgen van optrekkend vocht blijven echter aanwezig zolang het vocht nog niet uit de muur verdwenen is. Na verlaging van de grondwaterstand zal het dus enige tijd duren alvorens het effect van de maatregel in de woning merkbaar is. Onder dit type oplossingen vallen de volgende varianten: verticale drainage, horizontale drainage, actieve grondwateronttrekking (grote en kleine schaal), grondverbetering en ophoging. Verticale drainage Principe Verticale drainage berust op het principe van verbetering van verticale (neerwaartse) grondwaterstroming. Verticale grondwaterstroming treedt op, indien er een stijghoogteverschil tussen het freatisch pakket en het onderliggende zandpakket aanwezig is. Hierbij is het voor neerwaartse grondwaterstroming noodzakelijk dat de stijghoogte in het freatisch pakket hoger is dan in het onderliggende zandpakket. Door het verlagen van de hydraulische weerstand, door bijvoorbeeld de slecht doorlatende laag te doorboren, kan de grondwaterstand in de bovenste bodemlaag worden verlaagd. Het freatisch grondwater stroomt dan via de boorgaten versneld naar het onderliggende zandpakket, met een verlaging van de grondwaterstand als gevolg. 54\96 Grondwateroverlast fase 2

52 In figuur 2.1 is het principe van verticale drainage schematisch weergegeven. Freatisch pakket Klei-/ veenlaag Grindpalen/ drainage Duinzandpakket Figuur 2.1 Principe verticale drainage (onderbroken blauwe lijn is grondwaterstand als gevolg van maatregel) In het geval van Oegstgeest betekent het dat voor het toepassen van verticale drainage boringen tot 4 m mv benodigd zijn. In het boorgat kan doorlatend materiaal (grof zand/grind) worden gestort of een drainagebuis worden geplaatst. De intensiteit van de boringen is afhankelijk van de effectiviteit van deze methode en is derhalve sterk locatiespecifiek. In plaats van boringen kan ook een sleuf worden gegraven tot onder de slecht doorlatende klei-/veenlaag. Dit is echter praktisch gezien alleen haalbaar indien de onderkant van de slecht doorlatende laag relatief ondiep is (maximaal 2 m -mv). Effectiviteit Uit het onderzoeksrapport naar de grondwateroverlast in Oegstgeest van Tauw (kenmerkt R AJA-irb-V01) blijkt dat binnen het onderzoeksgebied sprake is van een infiltratiesituatie, waarbij een neerwaartse grondwaterstroming optreedt. Het verschil in stijghoogte tussen het freatisch pakket en het onderliggende duinzandpakket is echter relatief beperkt: tussen 0 en 0,3 meter. Gezien het geringe (en soms zelf geheel afwezig zijnde) verschil in stijghoogte heeft verticale drainage als oplossing en beperkt effect. Daarnaast blijkt dat de stijghoogte in het duinzandpakket nog altijd hoger is dan de gewenste grondwaterstand (circa 0,7 m mv bij woningen met kruipruimte). Grondwateroverlast fase 2 55\96

53 In het verleden is door Wareco (Haalbaarheidsonderzoek verticale drainage, Oegstgeest, kenmerk Kb38a.003ps.rap, 19 juli 2005) een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het perceel aan de Marelaan 1. Hierbij is een proefopstelling aangebracht, bestaande uit grindpalen en een grindsleuf. Uit metingen is gebleken dat deze maatregel nauwelijks effect heeft gehad op de grondwaterstand. Dit is verklaard door een slechte doorlatendheid van het freatisch pakket en een onvoldoende lage stijghoogte in het onderliggende duinzandpakket. Geconcludeerd wordt dat de effectiviteit van verticale drainage zeer gering is en dat verticale drainage als oplossing om de grondwaterstand te verlagen geen kansrijke oplossing is. Kosten, Duurzaamheid/Onderhoud, Robuustheid en Inpasbaarheid Omdat het actief onttrekken van grondwater op basis van effectiviteit geen kansrijke oplossing is, worden de overige aspecten als kosten, duurzaamheid/onderhoud, robuustheid en inpasbaarheid achterwege gelaten. Horizontale drainage Principe Horizontale drainage biedt het grondwater een alternatieve weg, die minder weerstand biedt dan de routes die het grondwater reeds ter beschikking staan. Water kiest de weg van de minste weerstand en stroomt van een plaats met hoge stijghoogte naar een plaats met lagere stijghoogte. Doordat het water in de drains aan een of aan beide uiteinden vrij kan uitstromen, biedt drainage een afstromingsmogelijkheid met minder weerstand. Met behulp van een drainagesysteem kan de grondwaterstand worden verlaagd. Hierdoor bestaat minder kans op optrekkend vocht. Deze maatregel brengt wel een aantal risico s met zich mee. Houten paalfunderingen kunnen droog vallen waardoor paalrot kan optreden. Ook kunnen verzakkingen van woningen optreden als gevolg van maaiveldzettingen. 56\96 Grondwateroverlast fase 2

54 In figuur 2.2 is het principe van verticale drainage schematisch weergegeven. Freatisch pakket drainage Klei-/veenlaag Figuur 2.2 Principe horizontale drainage (onderbroken blauwe lijn is grondwaterstand als gevolg van maatregel) Effectiviteit Aan de hand van geohydrologische modelberekeningen is inzicht verkregen van de invloedsstraal van horizontale drainage. De berekeningen zijn uitgevoerd met het door Tauw ontwikkelde programma TRIPOT. Dit is een analytisch rekenmodel, waarin 1 watervoerende laag kan worden ingevoerd. Het programma berekent in een 3-dimensionaal watervoerend pakket stroombanen, verblijftijden en stijghoogten. Algemeen geldt dat de invloedsstraal van horizontale drainage afhankelijk is van de doorlatendheid, k-waarde, van de bodem. De dikte van het beschouwde watervoerend pakket in combinatie met de doorlatendheid, uitgedrukt in de kd-waarde, bepaalt het drainagedebiet (hoeveelheid grondwater dat vrijkomt). Binnen het onderzoeksgebied varieert zowel de doorlatendheid van de bodem als de dikte van de bodemlagen. Derhalve zijn meerdere berekeningen uitgevoerd met verschillende waarden voor doorlatendheid en laagdikte. De berekeningen zijn uitgevoerd voor drainage van het freatisch pakket. De volgende parameters zijn voor de berekening toegepast: Doorlatendheid freatisch pakket: 0,8; 1,1 en 1,7 m/dag (gebaseerd op veldmetingen) Dikte freatisch pakket: 1,0 meter (gemiddeld) Opgelegde grondwaterstandverlaging in de drain: 0,5; 1,0 en 1,5 meter Lengte drainageleiding 50 meter Grondwateroverlast fase 2 57\96

55 Met het model zijn de optredende grondwaterstandsverlagingen in de omgeving berekend. De berekende grondwaterstandsverlagingen in de omgeving zijn opgenomen in figuren in bijlage 1. Uit de berekeningen blijkt dat de invloedsstraal van drainage beperkt is tot 10 à 15 meter. Onder de invloedsstraal wordt verstaan de ligging van de 0,05 meter verlagingscontour. Het dieper leggen van de drainage en daarmee een grotere verlaging ter plaatse van de drainage creëren leidt slechts tot marginale vergroting van de invloedssfeer. Wel blijkt dat de invloedssfeer groter is bij een betere doorlatendheid van de bodem. De relatief geringe invloedssfeer van de drainage wordt verklaard door de relatief lage doorlatendheid van de bodem. Dit betekent dat, indien drainage wordt aangelegd tegen de grens van particuliere percelen, de grondwaterstand slechts op een deel van het perceel zal worden verlaagd. Er zal zeker geen grondwaterstandsverlaging optreden in de achtertuinen van de percelen. Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat het toepassen van horizontale drainage enkel op gemeentelijk terrein een beperkte bijdrage zal leveren aan het oplossen van grondwateroverlast op particulier terrein. Het toepassen van horizontale drainage op particulier terrein, in tuinen en langs woningen, heeft echter wel een positief effect op de grondwaterstand ter plaatse van particuliere terreinen. Geadviseerd wordt om de drainage aan te leggen op een diepte van circa 1 m mv. Op deze wijze kan een drooglegging van 0,7 meter ter plaatse van de woning worden gerealiseerd. Het ondieper aanleggen van drainage zal in de meeste gevallen niet in voldoende verlaging van de grondwaterstand resulteren, waardoor er in veel gevallen nog sprake zal zijn van een overschrijding van de maximaal toelaatbare grondwaterstand (circa 0,7 m mv bij woningen met kruipruimte). Aangezien de maaiveldhoogte per locatie varieert en de ontwateringsdiepte vanaf maaiveld wordt berekend, is de maatvoering ten opzichte van maaiveld en niet ten opzichte van NAP. De aanleg van de drainage dient bij voorkeur te worden aangelegd in den droge. Dit betekent dat in de sleuf die wordt gegraven waar de drain wordt ingelegd het grondwater dient te worden weggepompt. Op deze wijze kan de drainageleiding worden aangelegd zonder dat er instroom van bodemmateriaal optreedt. Daarnaast kan hierbij een grindkoffer rondom de drainageleiding worden aangebracht. Dit is een laag grind of grof zand met een dikte van circa 0,2 meter rondom de drainageleiding. De toestroming van grondwater naar de drain wordt hiermee bevorderd. De drainage dient te worden aangesloten op het hemelwaterriool. Dit hemelwaterriool ligt dieper dan circa 1,5 m mv, waardoor de drainage onder vrij verval naar het hemelwaterriool kan afwateren. Uit de rioleringstekening van de gemeente Oegstgeest blijkt echter dat niet overal in de wijk een hemelwaterriool aanwezig is. Alleen in de volgende straten is volgens de tekening een hemelwaterriool aanwezig: Duivenvoordestraat, Spaargarenstraat, Regentesselaan, De Kempenaerstraat (gedeeltelijk), Prinsenlaan, Emmaplein, Emmalaan, Waldeck Pyrmontlaan, Prinses Marijkelaan, Prinses Beatrixlaan, Prinses Irenelaan, Oudenhoflaan en de Hofdijck. 58\96 Grondwateroverlast fase 2

56 In enkele gevallen is het mogelijk om het drainagewater direct op het oppervlaktewater te lozen: de watergang ter plaatse van de Hofbrouckerlaan en het toekomstige oppervlaktewater ter plaatse van het ASC-terrein (zie notitie Grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest, fase 2, Oplossingen ASC-terrein, Tauw, 5 september 2008). Geadviseerd wordt om daar waar geen hemelwaterriool aanwezig is, dit alsnog aan te leggen. Hiermee kan tevens hemelwater van daken worden afgekoppeld. In figuur 2.3 is schematisch een standaard drainageplan voor een particulier perceel weergegeven. Afhankelijk van de omvang en geometrie van het perceel en de woning kan dit ontwerp worden aangepast. Aansluiting drainage op HWA-riool HWA-riool Inspectie- /doorspuitput woning drainageleiding tuin Inspectie- /doorspuitput Figuur 2.3 Standaard drainageplan voor particulier percelen. Kosten Het aanleggen van drainage op kleine schaal, in tuinen van bewoners, is relatief goedkoop. De prijs per meter aan te leggen drainage is circa 20,= (inclusief grindkoffer). Uitgaande van een totale perceel grootte van 75 x 40 m, dienen er 2 drainagestrengen te worden aangelegd over de volledige lengte van het perceel. Inclusief aansluiting op hemelwaterriool en 3 doorspuit- en inspectieputten komen de totale aanleg kosten voor bovenstaand standaard geval op circa EUR 4.000,00 à 6.000,00 per woning. Kosten voor het doorspuiten van de drainageleidingen bedragen circa EUR 350,00 Duurzaamheid/Onderhoud Horizontale drainage kan met behulp van doorspuit- en inspectieputten eenvoudig worden onderhouden waarmee functionering is gewaarborgd. Grondwateroverlast fase 2 59\96

57 Robuustheid Horizontale drainage is, indien het systeem goed wordt ontworpen en onderhouden een redelijk robuuste oplossing. Inpasbaarheid In tuinen van bewoners is deze maatregel goed inpasbaar. In de openbare weg wordt aanleg van drainage gelijktijdig met rioleringvervanging uitgevoerd vanwege de kosten en overlast. Drainage en/of afvoerleidingen onder bestaande bebouwing aanbrengen is mogelijk met behulp van een gestuurde boring. Kosten hiervoor zijn relatief hoog. Geadviseerd wordt om daar waar geen hemelwaterriool aanwezig is, deze alsnog aan te leggen zodat het drainagewater hierop kan worden geloosd. Actieve grondwateronttrekking grote schaal Principe Door het actief onttrekken van grondwater met behulp van verticale onttrekkingsputten kan de grondwaterstand dalen. Door het op de juiste manier plaatsen van de onttrekkingsputten, kan gestuurd worden op een bepaalde grondwaterstand. Hierdoor kan grondwateroverlast worden voorkomen. In feite is deze oplossing een vorm van gestimuleerde verticale drainage. In het geval van Oegstgeest zou door de hogere doorlatend vermogen (kd) in het duinzandpakket moeten worden onttrokken om daarmee een verlaging in het freatisch pakket te bewerkstelligen. De aanwezigheid van de slecht doorlatende klei-/veenlaag heeft hierbij een dempende werking. Dit betekent dat verlagingen in het freatisch pakket minder zijn dan de verlagingen in het duinzandpakket. 60\96 Grondwateroverlast fase 2

58 In figuur 2.3 is het principe van verticale drainage schematisch weergegeven. Freatisch pakket Klei-/ veenlaag onttrekkingsfilters Duinzandpakket Figuur 2.3 Principe actieve grondwateronttrekking (onderbroken blauwe lijn is grondwaterstand als gevolg van maatregel) Effectiviteit Door de geringe doorlatendheid van de bodem in Oegstgeest en de wisselende dikte van de klei- /veendeklaag heeft het onttrekken van grondwater in deze laag (zowel praktisch als fysisch) een beperkt effect. Het daadwerkelijke effect op de freatische grondwaterstand is afhankelijk van de dikte van de klei-/veendeklaag. Hoe dikker deze laag hoe minder het effect. Met andere woorden, alleen op plaatsen waar de klei-/veenlaag zeer dun tot afwezig is, heeft deze maatregel noemenswaardig effect. Daarnaast brengt het onttrekken in het duinzandpakket bezwaren met zich mee (met name zettingsschade en lozing van opgepompt grondwater). Kosten, Duurzaamheid/Onderhoud, Robuustheid en Inpasbaarheid Omdat het actief onttrekken van grondwater op basis van effectiviteit geen kansrijke oplossing is, worden de overige aspecten als kosten, duurzaamheid/onderhoud, robuustheid en inpasbaarheid achterwege gelaten. Grondwateroverlast fase 2 61\96

59 Actieve grondwateronttrekking kleine schaal Om optrekkend vocht tegen te gaan, moet de onderkant van de fundering zich boven de capillaire grondwaterstand bevinden. Niet altijd wordt deze ontwateringsdiepte bereikt. Met behulp van een kleine pomp (dompelpomp) in de kruipruimte, kan de grondwaterstand onder de woning verlaagd worden. Hierbij wordt in het midden van de kruipruimte een kuiltje gegraven. Het grondwater stroomt naar dit kuiltje en er ontstaat in het kuiltje een plas water. Met behulp van een dompelpomp kan dit water worden opgezogen en worden afgevoerd naar de riolering. Dit brengt wel een risico met zich mee: de pomp kan zand aanzuigen waardoor de fundering van een gebouw ondermijnd kan worden. De invloed van een dompelpomp is niet eenvoudig in te schatten. In figuur 2.4 is het principe van het toepassen van een dompelpomp in de kruipruimte schematisch weergegeven. Dompelpomp Fundering 10 cm 50 cm Grondwaterstand Figuur 2.4 Principe toepassing dompelpomp in de kruipruimte. Effectiviteit Het effect van de maatregel hangt erg af van oorspronkelijk grondwaterstand en de doorlatendheid, maar beperkt zich tot maximaal het oppervlak van de kruipruimte. Daarnaast treedt geen permanente verlaging van de grondwaterstand op, maar worden alleen pieken in de grondwaterstand afgevangen. Kosten Het aanbrengen van een dompelpomp is relatief goedkoop. Afhankelijk van type en vermogen bedragen de kosten voor een dompelpomp EUR 50,00 tot EUR 300,00. Daarbij komen kosten voor het realiseren van een aansluiting op het hemelwaterriool. Deze kosten bedragen circa EUR 500,00. Duurzaamheid/Onderhoud Een dompelpomp vraagt met enige regelmaat onderhoud, verder is het belangrijk dat er wordt gemonitoord of er geen zand met het water wordt onttrokken. 62\96 Grondwateroverlast fase 2

60 Robuustheid Door de beperkte doorlatendheid en een storingsgevoelige dompelpomp is dit geen robuuste oplossing. Grondverbetering Principe Onder grondverbetering wordt verstaan het verbeteren van de hydraulische eigenschappen (doorlatendheid en infiltratiecapaciteit) van de bodem over het gehele perceel. Hiermee wordt de infiltratiecapaciteit en het grondwaterafvoerend vermogen van de ondiepe ondergrond groter (dus minder overlast bij hevige neerslag) met als doel om de grondwaterstand te verlagen. Concreet betekent grondverbetering het uitgraven van de slechtdoorlatende bodemlagen tot een bepaalde diepte en het aanbrengen van goed doorlatend materiaal (zand). Een andere mogelijkheid is om de bestaande bodem te mengen met goed doorlatend zand. Aandachtspunt is dat er hydraulisch contact moet worden gemaakt met een drainagebasis, bijvoorbeeld oppervlaktewater (al dan niet via een drain) met een voldoende laag waterpeil. Indien geen hydraulisch contact wordt gemaakt met een drainagebasis kan er geen afstroming/drainage van het grondwater plaatsvinden en is er sprake van het zogeheten badkuipeffect. Er treedt dan geen grondwaterstandsverlaging op echter, de infiltratiecapaciteit wordt wel verbeterd. Effectiviteit Grondverbetering met het oog op verlaging van de grondwaterstand is alleen succesvol in combinatie met een geschikte drainagebasis. Omdat een geschikte drainagebasis niet voorhanden is, wordt het toepassen van grondverbetering niet als geschikte oplossing gezien voor verlaging van de grondwaterstand. De infiltratiecapaciteit kan echter wel toenemen, wat resulteert in minder wateroverlast bij hevige neerslag. Kosten Omdat grondverbetering geen kansrijke oplossing is, wordt een kostenberekening achterwege gelaten. Algemeen geldt dat grondverbetering een relatief dure oplossing is. Duurzaamheid/Onderhoud Grondverbetering is een duurzame oplossing en vergt alleen in combinatie met drainage periodiek onderhoud. Robuustheid Door de afwezigheid van (elektro)technische installaties is grondverbetering een robuuste oplossing. Grondwateroverlast fase 2 63\96

61 Inpasbaarheid Bij de aanleg van nieuwbouwwijken is grondverbetering goed inpasbaar. In bestaande wijken is deze oplossing, in de openbare ruimte, praktisch gezien nagenoeg onuitvoerbaar. In het geval van Oegstgeest kan deze maatregel dus eigenlijk alleen in tuinen van bewoners worden toegepast. Ophoging Principe Door ophoging van het bestaande maaiveld wordt extra onverzadigde zone gecreëerd en hiermee de afstand tussen het maaiveld en de grondwaterstand vergroot. Tevens is er dan een grotere bergingscapaciteit voor infiltrerend hemelwater beschikbaar. In principe wordt de grondwaterstand (ten opzichte van NAP) niet gewijzigd. Effectiviteit Algemeen geldt dat ophoging zeer effectief is om grondwateroverlast te bestrijden. Binnen Oegstgeest zal echter het effect relatief gering zijn. Er kan namelijk alleen in achtertuinen worden verhoogd. Verwacht wordt dat echter zeer beperkt kan worden opgehoogd, zodat de extra te creëren onverzadigde zone beperkt is. Daarnaast wordt de ontwateringsdiepte (= afstand tussen maaiveld en grondwaterstand) ter plaatse van de woningen zelf niet vergroot. Het effect beperkt zich derhalve alleen tot de opgehoogde terreinen. Ophoging is het meest effectief in combinatie met grondverbetering en/of verticutering. In geval diepe kruipruimtes (meer dan 0,5 meter), waar nagenoeg permanent (grond)water in staat, kan ophoging van de kruipruimtebodem een positief effect hebben op vochtoverlast in de woning. Hoewel de grondwaterstand door ophoging niet wordt verlaagd, vindt wel reductie plaats van vochttransport via de fundering en begane grond vloer naar de woning. Kosten De kosten voor ophoging van achtertuinen zijn relatief beperkt. Het leveren van zand kost circa EUR 15 per m 3. De kosten voor een integrale ophoging met 0,25 meter van de achtertuin van 100 m 2 bedragen EUR 375,00. Hierbij komen nog eventuele kosten voor verwerking van het aanvulzand en het opnieuw inrichten van de tuin. De kosten voor herinrichting van de tuin zijn sterk locatiespecifiek en zijn op voorhand niet in te schatten. Kosten zijn afhankelijk van het opbreken en aanbrengen van verharding, tuinhuisje, schuur en herplanten van begroeiing. Duurzaamheid/Onderhoud Ophoging is de meest duurzame oplossing en vergt geen onderhoud. 64\96 Grondwateroverlast fase 2

62 Robuustheid Door de afwezigheid van (elektro)technische installaties is ophoging een robuuste oplossing. Inpasbaarheid Bij de aanleg van nieuwbouwwijken is ophoging goed inpasbaar. In Oegstgeest kan deze maatregel echter alleen worden toegepast in laag gelegen tuinen, waarbij de woning voldoende hoog ligt. Randvoorwaarde bij ophoging van tuinen is namelijk dat het nieuwe maaiveld niet hoger wordt dan de vloer van de begane grond van de woning. Dit om hemelwateroverlast te voorkomen Hydrologische oplossingen Een hydrologische oplossing grijpt in op (de afvoer van) het oppervlaktewatersysteem, zodanig dat er een lager (maximaal) oppervlaktewaterpeil optreedt wat weer zorgt voor een lagere grondwaterstand. Dit zijn eveneens systeem gerichte maatregelen. Onder dit type oplossingen valt de volgende varianten: Aanleggen oppervlaktewater Principe De aanwezigheid van oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstand. De mate van beïnvloeding is afhankelijk van de doorlatendheid van de bodem en de drooglegging. Indien het oppervlaktewaterpeil lager is dan het grondwaterpeil, heeft het oppervlaktewater een drainerende werking wat leidt tot verlaging van de grondwaterstand. Effectiviteit Binnen het onderzoeksgebied is nagenoeg geen oppervlaktewater aanwezig. Slechts aan de oost- en westzijde van de woonwijk is oppervlaktewater aanwezig. Dit oppervlaktewater heeft ten opzichte van de maaiveldhoogte een relatief hoog peil (NAP -0,6 meter), wat resulteert in een geringe drooglegging. In combinatie met de relatief slechte doorlatendheid van de bodem is de beïnvloeding van het oppervlaktewater op het grondwater relatief klein. Dit blijkt ook uit het feit dat de grondwaterstand nagenoeg gelijk is aan het oppervlaktewaterpeil. Realisatie van meer oppervlaktewater met boezempeil binnen de woonwijk zal derhalve geen verlaging van de grondwaterstand tot gevolg hebben. Alleen een verdere verlaging van het oppervlaktewaterpeil kan zorgen voor een verlaging van de grondwaterstand. De invloedsstraal van deze verlaging is echter relatief beperkt, vergelijkbaar met de invloedsstraal van horizontale drainage. Daarnaast betekent het verlagen van het waterpeil tot onder het boezempeil, onderbemaling. Hiermee zou woonwijk waterstaatkundig gezien veranderen in een polder. Het is zeer de vraag of dat een gewenste situatie is. Dit dient nader te worden besproken met Hoogheemraadschap van Rijnland. Ondanks dat het realiseren van extra oppervlaktewater niet de oplossing is voor het verlagen van de grondwateroverlast, levert extra oppervlaktewater wel een positieve bijdrage aan het verminderen van Water op straat. Daarnaast kan extra oppervlaktewater worden gebruikt als lozingspunt voor drainagewater, al dan niet via een hemelwaterriool. Grondwateroverlast fase 2 65\96

63 Kosten Het aangelen van een aantal watergangen en de bijbehorende regel- en reguleringswerken is duur. Duurzaamheid/Onderhoud Watergangen vragen regelmatig onderhoud, in de vorm van baggerwerk en het waterplant vrij houden van het doorstroomprofiel. Verder moeten de regel- en reguleringswerken worden onderhouden. Robuustheid Oppervlaktewater als regulator van de grondwaterstand is een robuuste oplossing. Inpasbaarheid Oppervlaktewater inpassen binnen de woonwijk is goed mogelijk ter plaatse van het ASC-terrein. In de notitie Grondwateroverlast Prinsessenwijk en Oranjepark te Oegstgeest, fase 2, Oplossingen ASC-terrein (Tauw, 5 september 2008) wordt hier nader op ingegaan. Vergroten afvoercapaciteit oppervlaktewater Vergroten oppervlaktewater berging Dit zijn beide afgeleide maatregelen van bovenstaande oplossing en hebben dus geen effect op de grondwaterstand, en worden derhalve niet verder behandeld. Maatregelen kunnen wel effect hebben op de berging van hemelwater Bouwtechnische oplossingen Bouwtechnische oplossingen grijpen zodanig in op de bebouwing dat er bij huidige grondwaterstanden geen overlast meer wordt ervaren, dit zijn effectgerichte maatregelen (symptoom bestrijding). De grondwaterstand wordt hiermee niet verlaagd. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen aanpassingen aan kruipruimte en kelder. Kruipruimte Dampremmende middelen: schelpen, kleikorrels, schuimbeton of folie op de bodem van de kruipruimte Om het vochttransport tegen te gaan, kan een dampdichte laag worden aangebracht op de bodem van de kruipruimte. In sommige gevallen heeft deze laag een isolerende werking. Indien de dampdichte laag een warmte isolerende werking heeft, subsidieert de overheid bewoners die dergelijke maatregelen toepassen. Literatuur en interviews met experts geven aan dat de volgende maatregelen geschikt zijn om als dampdichtende laag te dienen: kleikorrels, schelpen, schuimbeton en dampremmende folies 66\96 Grondwateroverlast fase 2

64 Kleikorrels Het toepassen van geëxpandeerde kleikorrels wordt al lang toegepast. Bij dit systeem zijn de korrels waterafstotend gemaakt; de vochtweerstand van dergelijke korrels is echter beperkt en daarmee ook het dampdrukverlagend effect. Opgelet dient te worden dat de geëxpandeerde kleikorrels niet poreus zijn, dit vermindert de effectiviteit. Een laagdikte van circa 250 millimeter is vereist om een voldoende effectieve vochtweerstand te verkrijgen. Evenals het schuimbeton, functioneren kleikorrels als warmte-isolator en zijn ze zeer dampopen. Schelpen De schelpen worden op grootte geselecteerd en worden in een laag van minimaal 250 millimeter op een gereinigde bodem aangebracht. Schelpen functioneren op dezelfde wijze als kleikorrels en schuimbeton: ze hebben warmte-isolerende bijwerkingen en zijn zeer dampopen. De schelpen worden vanuit een vrachtwagen met een slang de kruipruimte ingeblazen. Het inblazen van de schelpen neemt bij een gemiddelde woning ongeveer anderhalf uur in beslag. Vanwege inklinking van de schelpen, wordt meestal een laag van iets meer dan de benodigde 250 millimeter aangebracht. In de meeste situaties voldoet een laag schelpen van 250 millimeter tegen stank- en vochtoverlast. Als de grondwaterstand boven de bodem van de kruipruimte komt, dient men deze 250 millemeter te rekenen vanaf dat niveau, in plaats vanaf de bodem. Een schelpenlaag heeft buiten de wering van vocht nog 2 andere functies: stankwering en warmte-isolatie. Op dit moment bestaan echter nog steeds twijfels over de effectiviteit van de schelpen. Het vermoeden bestaat dat na verloop van tijd de schelpen degraderen en uiteenvallen in een pap. Schuimbeton Schuimbeton wordt in vloeibare vorm de kruipruimte ingepompt. De na verharding geformeerde laag is niet bestand tegen drukkend water. De laag moet om deze reden boven de hoogste grondwaterstand aangelegd worden. Daarnaast kan het materiaal capillair water opzuigen. Het materiaal moet daarom aan bepaalde eisen voldoen met betrekking tot capillair gedrag en vochtweerstand. Soms kunnen daardoor aanzienlijke dikten van het materiaal nodig blijken (mede afhankelijk van de gewenste warmte-isolerende eigenschappen). Bij het aanbrengen van een laag schuimbeton wordt betrekkelijk veel vocht de kruipruimte ingebracht. Het vocht zal eerst moeten verdampen voordat de laag een positief effect zal hebben op het vochttransport. Schuimbeton is een lichtgewicht cementgebonden materiaal, dat zich als een vloeispecie makkelijk laat verwerken. Het schuimbeton heeft een zeer open structuur en is daardoor goed water(damp)doorlatend. De geringe invloed van schuimbeton op de luchtvochtigheid in de kruipruimte is derhalve gebaseerd op de eigenschap als warmte-isolatie, dat wil zeggen: verlaging van de bodemtemperatuur en daarmee de verdamping. Grondwateroverlast fase 2 67\96

65 Vrij water in de kruipruimte vermindert het effect. Een aanzienlijke verbetering wordt verkregen, wanneer het schuimbeton wordt aangebracht op een dampremmende folie. Bij toepassing van schuimbeton dient verder rekening gehouden te worden met eventuele zettingen in de bodem. Dampremmende folies Dampremmende folies kunnen de bodem geheel dampdicht afsluiten. De aanhechting van de folie aan de muur van de kruipruimte, is de zwakke plek van de dampremmende folie. Bij het installeren van een dampremmende folie moet hier voldoende aandacht aan besteed worden. Een ander aandachtspunt bij de dampremmende folie, is de mechanische sterkte van de folie. De kruipruimte moet namelijk begaanbaar blijven voor personen. De dampremmende folies kunnen ook drijven. De dampremmende folies worden beschouwd als uitermate effectief. Effectiviteit Het daadwerkelijke effect van dampremmende maatregelen hangt tevens af van de optredende grondwaterstand. Bij een te hoge grondwaterstand zullen deze maatregelen een beperkt effect hebben. Dit betekent dat dampremmende maatregelen alleen in combinatie met grondwaterstandsverlaging effectief is. Kosten Uitgaande van een kruitruimte met een oppervlakte van 10 x 15 variëren de kosten van EUR 500,00 voor het toepassen van dampremmende folies, EUR 4.000,00 voor het toepassen van schelpen en kleikorrels tot EUR 4.000,00 voor het toepassen van schuimbeton. Duurzaamheid/Onderhoud Dampremmende middelen vragen weinig onderhoud en zijn duurzame oplossingen. Robuustheid Dampremmende middelden zijn weinig robuust. Bij een grondwaterstand hoger dan waarop het middel is ontworpen zal het effect ervan verdwijnen. Waterafstotende middelen Bij waterafstotende (hydrofoberende) systemen worden de poriewanden waterafstotend gemaakt. Hierdoor zal het waterniveau in de capillairen lager liggen dan voor het injecteren. Onder hydrofoberende middelen kan ook een middel worden verstaan dat op de muur wordt aangebracht om de verdamping te verminderen. Hydrofoberende middelen zijn niet bestand tegen hydrostatische druk. Dit betekent dat ze wel optrekkend vocht kunnen tegenhouden, maar bijvoorbeeld geen drukkend water 68\96 Grondwateroverlast fase 2

66 De volgende waterafstotende middelen zijn op de markt: siliconenharsen, siliconaten, combinaties van siliconaten en silicaten, stearaten en siliconenmicro-emulsie. De kosten voor het toepassen van waterafstotende middelen zijn sterk locatiespecifiek en zijn op voorhand niet goed in te schatten. Er dient rekening te worden gehouden met enkele duizenden euro s per woning. Verbetering van ventilatie Ventilatie van de kruipruimte heeft nauwelijks effect op de luchtvochtigheid in de kruipruimte. Door ventilatie zal de grondwaterstand niet dalen. Wel zal meer vocht door de ventilatieopeningen de kruipruimte verlaten. Er zal echter niet veel minder vocht door gaten in de begane grondvloer de woning ingaan. Het ventileren heeft wel invloed op de temperatuur en dus ook op de dampdruk. De hoeveelheid vocht die hierdoor vrij komt, zal hierdoor niet significant afnemen. Ventilatie zou vooral gezien moeten worden als een ondersteunende maatregel van andere maatregelen en als middel om de effecten van andere maatregelen te versnellen. Wanneer het vochttransport wordt tegengehouden, kan het huis nog steeds erg vochtig zijn en kunnen er nog steeds schimmels groeien. De muren van de woning blijven vochtig, echter door goed te ventileren en het huis goed te verwarmen, kunnen de muren drogen. Kosten voor het aanbrengen van (extra) ventilatie openingen bedragen EUR 1.000,00 à 2.000,00. Verminderen vochttransport door vloer Het vochttransport door de begane grondvloer kan worden tegengegaan door het dichten van de gaten en kieren in de vloer. Gaten en kieren in de begane grondvloer zijn vooral te vinden bij de leidingdoorvoeren van de kruipruimte naar de woning. De meeste kruipruimteluiken zijn meestal ook niet dampdicht. Andere gaten en kieren zijn echter vaak lastig te vinden. Gekozen kan worden voor het spuiten van een purschuim tegen de onderkant van de begane grondvloer. Bij het gebruik van purschuim tegen de onderkant van de begane grondvloer is een van de problemen dat het purschuim slecht hecht aan houten vloeren. Om het vochttransport tegen te gaan dient 100% van de gaten te worden gedicht. Een van de nadelen van het purschuim is dat condensvorming op het purschuim kan optreden. Deze condens kan gaan druppelen in plassen op de bodem van de kruipruimte. Bij slechte ventilatie van de kruipruimte kan ook corrosie van de leidingen optreden die zich in de kruipruimte bevinden. Evenals de verbetering van ventilatie is dit een ondersteunende maatregel. Grondwateroverlast fase 2 69\96

67 Kelder Wanden en vloer waterdicht maken In principe zou een kelder waterdicht moeten zijn. Als dit niet het geval is komt die vol te staan met grondwater. De meest voor de hand liggende oplossing om dit te verhelpen is het waterdichtmaken van de wanden en/of vloer. Dit kan door aan de buitenkant een (chemische) waterdichte laag aan te brengen of de hele kelder te betegelen met waterdichte tegellijm en voegmiddel Resumé afweging oplossingen In deze paragraaf wordt een overzichtgegeven van alle mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan. Op basis van de uitgebreide analyse van elke maatregel worden voor de volgende criteria een waardeoordeel gegeven; effectiviteit, kosten, duurzaamheid/onderhoud, robuustheid en inpasbaarheid (zowel ruimtelijk als temporeel). Tabel 8.1 Resumé afweging oplossingen. Effectiviteit Kosten Duurzaamheid/ Robuustheid Inpasbaarheid onderhoud Verticale drainage /- +/- Horizontale drainage + +/- +/- ++ +/- Actieve grondwateronttrekking grote schaal /- Actieve grondwateronttrekking kleine schaal /- - Grondverbetering + +/ Ophoging /- Extra oppervlaktewater +/ Dampremmende middelen +/- +/ /- Waterafstotende middelen +/ Verbeteren ventilatie +/- +/ /- Reduceren vochttransport - +/- + +/- +/- -- zeer ongunstig - ongunstig +/- neutraal + gunstig ++ zeer gunstig Op basis van bovenstaande tabel wordt geconcludeerd dat horizontale drainage het beste scoort wat betreft geohydrologische oplossingen. Hierbij moet worden opgemerkt dat rekening dient te worden gehouden met de relatief beperkte invloedsstraal van horizontale drainage. Horizontale drainage in de openbare weg heeft een gering effect op de private percelen. Hydrologische oplossingen in de vorm van het creëren van extra oppervlaktewater scoort relatief laag. Ter ondersteuning van geohydrologische maatregelen kunnen aanvullende bouwtechnische maatregelen worden toegepast. 70\96 Grondwateroverlast fase 2

68 9 Financieringsstrategie De aanbevolen maatregelen zijn allemaal ingrepen op particulier terrein. In eerste instantie is de perceeleigenaar zelf verantwoordelijk voor het implementeren en bekostigen van deze maatregelen. Echter, de grondwateroverlast in de Prinsessenwijk en het Oranjepark zijn van dermate grote omvang dat gekeken moet worden naar het delen van de kosten en de baten. In dit hoofdstuk worden de kosten en baten voor perceeleigenaren en gemeente uiteengezet, gezamenlijk met de manier waarop dit vastgelegd kan worden. 9.1 Kosten en baten Kosten De kosten voor de verschillende maatregelen zijn uiteengezet in hoofdstuk 2. Het gaat hier om het verhogen en grondverbetering van tuinen en/of het aanleggen van drainage. Ophoging en grondverbetering kost circa EUR 1.000,00 per woning exclusief de kosten voor herinrichting van de tuin (herbestrating, beplanten en het eventueel verplaatsen van tuinhuisjes). Het aanleggen van drainage kost circa EUR 4.000,00 à 6.000,00 per perceel. In de Prinsessenwijk en het Oranjepark zijn circa woningen aanwezig. Uit de enquête blijkt, dat circa 825 huizen (55 %) wateroverlast ervaart in de vorm van plassen in de tuin. Circa 500 woningen (35 %) hebben last van een natte kruipruimte. Per situatie moet bekeken worden wat de beste maatregel is. Gezien de locatiespecifieke omstandigheden en verschil in aard, mate en oorzaken van de overlastsituatie is geen uniforme maatregel aanwezig. Mogelijk is ophoging in een aantal gevallen reeds voldoende om de overlastsituatie weg te nemen. Dit betekent dat de kosten per perceel sterk kunnen variëren. Uitgaand van bovenstaande gegevens kost het verminderen van wateroverlast in de Prinsessenwijk en het Oranjepark circa 3 à 4 miljoen euro (exclusief bouwtechnische maatregelen). Hierbij is vanuit gegaan dat wateroverlast in de vorm van plassen in de tuin kan worden opgelost door ophoging en grondverbetering. (Grond)wateroverlast in de kruipruimte kan worden tegengegaan door het toepassen van horizontale drainage. Deze benadering is slechts een grove schatting, gebaseerd op de beschreven uitgangspunten en randvoorwaarden. In de praktijk kunnen de kosten mogelijk zowel hoger als lager zijn. Uiteindelijk moet per perceel of woonblok worden bekeken wat de exacte kosten zijn. Grondwateroverlast fase 2 71\96

69 9.1.2 Baten De directe baten van het nemen van bovengenoemde maatregelen is het afnemen van de overlast. Hiermee zullen ook het aantal klachten dalen. Dit heeft tot effect dat de gemeente minder kosten heeft voor het afhandelen van klachten. Dit scheelt naar verwachting circa 0,2 fte (circa EUR ,00 per jaar). De indirecte baten hebben vooral te maken met het tegengaan van verslechtering van het vastgoedbestand. Vastgoed in slechte conditie betekent vaak waardevermindering. Ten eerste is dit ongunstig voor de vastgoedeigenaar en ten tweede heeft de gemeente inkomstenbederving omdat het minder Ontroerend Zaakbelasting kan innen. Hierbij kunnen echter geen bedragen worden weergegeven. Daarnaast zijn er maatschappelijk baten van het nemen van de maatregelen zoals een betere leefomgeving voor bewoners. Daarmee word ook de wijk beter gewaardeerd. Dit heeft onder andere effect op de waarde van woningen. Ook hier kunnen geen bedragen worden weergegeven. 9.2 Tegemoetkomingen Het tegengaan van wateroverlast zal ook leiden tot baten voor de gemeente. Daarnaast wil de gemeente haar inwoners zo goed mogelijk van dienst zijn. Inwoners die overlast ervaren moeten serieus worden genomen (vooral op deze schaal) en moeten niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Het is daarom verstandig om als gemeente bij te dragen aan het snel verhelpen van de wateroverlast. Dit kan op verschillende manieren Subsidies Door bij te dragen in de kosten voor het nemen van maatregelen zijn perceeleigenaren met wateroverlast beter in staat de maatregelen snel te nemen. Deze gemeentelijke bijdrage kan in de vorm van een subsidie. Bij het opstellen van een subsidieregeling moeten de volgende aspecten in 8 worden genomen (bron: Subsidie grondwater, gemeente Amsterdam): Het percentage van de kosten, dat gesubsidieerd wordt. Hierbij kan onderscheidt worden gemaakt in type maatregel Het maximumbedrag aan subsidie per gebouw. Hierbij kan onderscheidt worden gemaakt in type maatregel Het maximumbedrag aan beschikbare subsidie per jaar. Hierbij kan onderscheidt worden gemaakt in type maatregel Gemeenschappelijke subsidies blijken niet tot nauwelijks te worden aangevraagd aangezien bewoners het lastig vinden om dit gezamenlijk te coördineren. Daarom kan beter gekozen worden voor een subsidie per woning 72\96 Grondwateroverlast fase 2

70 Bij het aanvragen van een subsidie moeten de volgende papieren worden ingeleverd: Een samenvatting van onderzoeksresultaten (plus de wijze waarop het onderzoek is verricht) waaruit blijkt dat er van grondwateroverlast sprake is Een offerte van een deskundig bureau met een gespecificeerde begroting van de loonen materiaalkosten per te treffen maatregel, met een nauwkeurige omschrijving van de werkzaamheden of een nauwkeurige raming van materiaal- en uitvoeringskosten Een plan voor de uitvoering van de maatregelen Tekeningen aangevende de bestaande toestand en de toestand na het treffen van de maatregelen Indien van toepassing, afschrift van de benodigde vergunningen en ontheffingen Het behandelen van subsidies kan wel tot een 0,5fte aan mankracht kosten (papierwerk, controle achteraf, et cetera) De afhandeling van een subsidieaanvraag moet niet te lang duren Juridisch moet worden bekeken of deze subsidie mag worden doorberekend via het verbreed rioolrecht, aangezien de gemeente niet verantwoordelijk is voor het bekostigen van maatregelen op particulier terrein. Anders moet het uit de algemene middelen Bij het opstellen van een subsidie is het verstandig een klankbordgroep van bewoners erbij te betrekken. Op deze manier kan draagvlak worden gecreëerd Coördinatie De gemeente is niet verantwoordelijk voor het nemen en bekostigen van maatregelen op particulier terrein. In het kader van de zorgplicht gemeentelijke watertaken heeft de gemeente wel een regierol bij het aanpakken van wateroverlast. Deze regierol kan bijvoorbeeld worden ingevuld door de werkzaamheden op particulier terrein integraal te coördineren. Hierdoor is schaalvergroting relatief eenvoudig te bewerkstelligen en heeft als gevolg dat de kosten per gebouw omlaag gaan. Dit betekent extra kosten voor de gemeente in mankracht. De kosten voor de maatregelen zelf worden alsnog betaald door de perceeleigenaar. Eventueel kan dit in combinatie met een subsidie. Wel moet juridisch worden vastgelegd, dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor vertraging of als de aannemer in gebreke blijft Aanbesteden De gemeente kan ook de regierol invullen door vooraf een aannemer te selecteren die voldoet aan bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn bijvoorbeeld een lage prijs, een gerenommeerd bedrijf en een vast termijn waarbinnen een perceeleigenaar moet worden geholpen. De aannemer wordt geselecteerd door middel van een aanbestedingsprocedure. De kosten voor de gemeente zijn het opmaken van de aanbesteding. De kosten voor de maatregelen zijn voor de perceeleigenaar. Na de aanbesteding kunnen de perceeleigenaren, alleen of gezamenlijk, onderling met deze aannemer afspraken maken welke maatregelen worden genomen en voor welke prijs. Eventueel kan ook dit in combinatie met een subsidie. Grondwateroverlast fase 2 73\96

71 74\96 Grondwateroverlast fase 2

72 10 Conclusies, advies en aanbevelingen Op basis van de uitgevoerde afweging van algemene technische oplossingen voor het tegengaan van grondwateroverlast worden de volgende conclusies getrokken: Horizontale drainage in de nabijheid van de woning op particuliere percelen blijkt het meest effectief en doelmatig Het creëren van extra oppervlaktewater, met boezempeil als randvoorwaarde voor het waterpeil, leidt niet tot substantiële verlaging van de grondwaterstand Ter ondersteuning van geohydrologische maatregelen kunnen eventueel aanvullende bouwtechnische maatregelen worden toegepast Ophogen van het maaiveld en verticuteren zijn effectief om hemelwateroverlast in de tuinen te voorkomen Geadviseerd wordt om de maatregelen gefaseerd uit te voeren. Fase 1 betreft het toepassen horizontale drainage en het ophogen en verticuteren achtertuinen. Indien blijkt dat deze maatregelen leiden tot onvoldoende reductie van grondwateroverlast wordt geadviseerd om aanvullende (bouwkundige) maatregelen toe te passen waarmee vochttransport via de fundering en begane grond vloer wordt voorkomen. Hierbij moet worden gedacht aan het injecteren van waterafstotende middelen (stearaten, siliconenmicro-emulsie) en dampremmende folie. Verder worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Verbeteren van aanleg, beheer en onderhoud van drainageleidingen in openbaar gebied. Hierbij wordt opgemerkt dat aanleg van drainage alleen plaatsvindt tijdens rioolvervanging. Beheer en onderhoud dienen te worden ingebed bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR) van de gemeente Oegstgeest. In het GRP dient een drainageplan te worden opgenomen 2. Onderhouden van watergangen en duikers. Deze taak behoort tot het Hoogheemraadschap van Rijnland echter, de gemeente Oegstgeest kan hierin een attenderende taak hebben 3. Monitoren van grondwaterstanden binnen de gehele gemeente Oegstgeest. Hiertoe dient een onderbouwd monitoringsplan te worden opgesteld 4. Bij toekomstige nieuwbouwplannen en infrastructurele werken meer aandacht geven aan grondwatertechnische aspecten (voldoende en juist bouwrijp maken, effecten van ingrepen vooraf bepalen en hierop anticiperen) 5. Het uitbouwen van het Waterloket (zie deel 1 van onderhavige rapportage) Grondwateroverlast fase 2 75\96

73 76\96 Grondwateroverlast fase 2

74 Bijlage 3 Berekende grondwaterstandsverlagingen horizontale drainage

75 verlaging tpv drain = 0,5 meter verlaging tpv drain = 1,0 meter verlaging tpv drain = 1,5 meter Figuur 10.1 Berekende grondwaterstandsverlagingen bij k = 0,8 m/dag verlaging tpv drain = 0,5 meter verlaging tpv drain = 1,0 meter verlaging tpv drain = 1,5 meter Figuur 10.2 Berekende grondwaterstandsverlagingen bij k = 1,1 m/dag verlaging tpv drain = 0,5 meter 20 verlaging tpv drain = 1,0 meter 20 verlaging tpv drain = 1,5 meter Figuur 10.3 Berekende grondwaterstandsverlagingen bij k = 1,7 m/dag

76 Deel 3: Oriënterende variantenstudie ASC terrein Grondwateroverlast fase 2 81\96

77 82\96 Grondwateroverlast fase 2

78 11 Inleiding ASC terrein De gemeente Oegstgeest is voornemens om op het ASC-terrein (zie figuur 1) nieuwbouw te ontwikkelen 15. Het ASC-terrein ligt in het midden van de wijken Prinsessenwijk en Oranjepark, waar rondom het ASC-terrein veel grondwateroverlast optreedt. Het ontwikkelen van een nieuwbouwwijk kan daarom negatieve effecten hebben op de grondwateroverlast in deze woonwijken. Aan de andere kant biedt het een kans om het terrein te ontwikkelen waarbij grondwateroverlast in de omgeving van het ASC-terrein wordt gereduceerd. Figuur 1 Planlocatie Voor de ontwikkeling van het ASC-terrein dient door de initiatiefnemer de Watertoets te worden doorlopen. In de watertoets worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en het hoogheemraadschap van Rijnland over de wateraspecten. Ook is de zorgplicht grondwater van toepassing. Zie voor een verdere verklaring van de zorgplicht de rapportage Hemel- en grondwaterbeleid. 15 Gemeente Oegstgeest, Locatiekeuze voor verplaatsing ASC voetbal en Ajax cricket, Raadsvoorstel 92/06 voor de raad van 18 september 2006 Grondwateroverlast fase 2 83\96

79 11.1 Varianten In deze rapportage is een aantal varianten onderzocht en oriënterend te bezien of geen negatieve effecten naar de omgeving optreden. De varianten die bekeken worden zijn: 1. Huidige onbebouwde situatie 2. Huidig nieuwbouwplan zonder aanvullende maatregelen 3. Aangepast nieuwbouwplan met aanvullende maatregelen Deze notitie is een eerste aanzet tot een watertoetsdocument, waarbij in variant 3 de oplossing van de grondwaterproblematiek in de omliggende gebieden centraal staat Uitgangspunten In juni 2008 heeft Tauw de definitieve resultaten van het grondwateronderzoek in de Prinsessenwijk en het Oranjepark beschreven in een rapportage (kenmerk R AJAirb-V02-NL). Uit onderzoek bleek dat grondwateroverlast vooral het gevolg is van het gebrek aan open water en een te kleine drooglegging in het gebied. De toename van de regenintensiteit als gevolg van de klimaatverandering kan bij onverharde terreinen ook een rol spelen. Uit het grondwateronderzoek komt naar voren dat de meeste grondwateroverlast zich in het gebied rondom het ASC-terrein en het Zendingshuisterrein voordoet. Hier wordt door bewoners de meeste vochtoverlast in de woning ervaren en is water in kruipruimtes van woningen aanwezig. Uitgangspunt is dat het bouwplan voor het ASC-terrein geen nadelige gevolgen mag hebben voor de omgeving. In het raadsstuk wordt uitgegaan dat op de huidige locatie van het ASC aan de Duivenvoordestraat in dezelfde dichtheid als de omgeving wordt gebouwd (dit betekent circa 50 woningen) in combinatie met de aanleg van een openbaar trapveld Leeswijzer In hoofdstuk 12 wordt het beleid ten aanzien van de watertoets omschreven. Vervolgens komen in hoofdstuk 13 de varianten aan bod, waarna de waterberging in het kader van de watertoets in hoofdstuk 14 aan de orde komt. 84\96 Grondwateroverlast fase 2

80 12 Beleid Watertoets 12.1 Rijk Vierde nota waterhuishouding De Vierde Nota waterhuishouding spreekt van de doelstelling om veilig en bewoonbaar land te hebben en te houden en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen. Natuurlijk moet hiermee een duurzaam gebruik worden gegarandeerd. De Vierde Nota waterhuishouding zet voor stedelijk gebied in op het vergroten van de (be)leefbaarheid van het water en het afkoppelen van water. Adviescommissie Waterbeheer 21 e eeuw Om problemen in waterkwaliteit en waterkwantiteit te bestrijden, is de Adviescommissie Waterbeheer 21 e eeuw met de trits vasthouden, bergen en afvoeren gekomen. Met het vasthouden van water wordt geanticipeerd op de klimaatverandering, stijging van de zeespiegel, daling van de bodem en verstedelijking. Kaderrichtlijn Water De doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) richten zich vooral op de waterkwaliteit en de ecologische toestand van watersystemen en gelden voor alle waterlichamen in Europa. Voor de waterlichamen moet in 2009 een maatregelenprogramma worden gepresenteerd. Voor de uitvoering hiervan geldt een resultaatverplichting in Het is voor de waterlichamen nog niet duidelijk welke waterkwaliteit als maatgevend wordt gesteld. De KRW stelt dat de waterkwaliteit er in ieder geval niet op achteruit mag gaan ( stand still beginsel). Tot het van kracht worden van de KRW normen zijn de streefbeelden uit het waterbeheersplan van het hoogheemraadschap uitgangspunt. Nationaal bestuursakkoord water In verschillende beleidsregels is vastgelegd dat het watersysteem zowel op kwantitatief gebied als kwalitatief gebied voor 2015 op orde moet zijn. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is de afspraak gemaakt om de afwateringssystemen op orde te brengen, waardoor het afwateringssysteem wordt getoetst aan de geldende inundatienormen. Vanuit de NBW is ook een trits met betrekking tot de waterkwaliteit geformuleerd: schoonhouden, scheiden en schoonmaken. Water dient allereerst schoongehouden te worden, dit kan door het scheiden van waterstromen. Als dit beide niet kan, dient water te worden gezuiverd. Grondwateroverlast fase 2 85\96

81 12.2 Provincie Zuid-Holland Streekplan Zuid-Holland West Ruimte wordt steeds schaarser. Het streekplan geeft daarom begrenzingen waar bepaalde ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Het streekplanbeleid speelt in op belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en op herstructurering, verdichting en de ontwikkeling van gebieden. Beleidsplan Groen, Water en Milieu De provincie Zuid-Holland geeft met het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (BGWM) invulling aan de Wet op de waterhuishouding. Het BGWM beschrijft het kader voor het regionale waterbeheer en vormt het toetsingskader voor onder andere de waterbeheersplannen van de waterschappen. Nota Regels voor Ruimte De klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelstijging zijn aanleiding voor het optimaliseren van het waterbelang in de ruimtelijke ordening. De Nota Regels voor Ruimte geeft een toetsingskader voor ruimtelijke plannen. De waterhuishoudkundige belangen en de waterkeringzorg dienen namelijk voldoende te worden gewaarborgd bij ruimtelijke ingrepen Hoogheemraadschap van Rijnland Het waterbeheersplan geeft de ambities van Rijnland weer, die onder te verdelen zijn in veiligheid, waterbeheer en waterkwaliteit. Om in de toekomst de veiligheid tegen overstroming te kunnen blijven waarborgen, versterkt en verhoogt Rijnland een deel van de kades en dijken. Vanwege het intensieve gebruik van de ruimte is een goede inrichting van de watergangen en een goed gereguleerd peilbeheer belangrijk. Ook gezien de klimaatverandering wordt het steeds belangrijker om meer water tijdelijk te bergen na hevige buien en te moeten vasthouden voor droge periodes. Dit kost ruimte. Wat betreft de waterkwaliteit is de beperking van vervuiling van het water van belang en de aanleg van natuurvriendelijke oevers. In de Handreiking Watertoetsproces bij Rijnland uit 2007 is een samenvatting van de Keur en de beleidsregels bij de Keur gegeven. Hierin komt naar voren dat bij een toename van verhard oppervlak 15 % van de toename als waterberging gecompenseerd moet worden in hetzelfde peilgebied. Bij voorkeur in hetzelfde plangebied. Bij het aanleggen van nieuw water zijn ook inrichtingseisen van toepassing met betrekking tot onder andere het profiel van de watergang, de oevers, beschermingszones en kunstwerken. 86\96 Grondwateroverlast fase 2

82 12.4 gemeente Oegstgeest Voor nieuwbouwlocaties zijn uitgangspunten vermeld in het gemeentelijke rioleringsplan (GRP): Bij nieuwbouw wordt in eerste instantie gescheiden gerioleerd, waarbij optimaal van afkoppelmogelijkheden gebruik wordt gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Beslisboom aan en afkoppelen verharde oppervlakken van de WRW (revisie 2003) Bij nieuwbouwprojecten zal in overleg met de projectontwikkelaars worden gestreefd naar het gescheiden aanbieden van afvalwater Bij locatieontwikkeling wordt gestreefd naar een duurzaam watersysteem waarbij indien mogelijk infiltratie, vertraagde afvoer, schoon water naar oppervlaktewater en zoveel mogelijk afkoppelen onderdeel uitmaken Grondwateroverlast fase 2 87\96

83 88\96 Grondwateroverlast fase 2

84 13 Varianten 13.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn 3 varianten voor het plangebied ASC-terrein uitgewerkt. Voor deze varianten is gekeken naar de inrichtingseisen vanuit het hoogheemraadschap voor het gebied zelf. Daarnaast is gekeken naar de invloed van de inrichting op de grondwateroverlast in het naastgelegen gebied. In bijlage 1 is achtergrondinformatie gegeven over de drooglegging en ontwateringsdiepte Huidige onbebouwde situatie Het terrein is ca. 1,4 ha groot. In de huidige situatie bestaat het terrein uit sportterreinen (cricket en voetbal). Het is onduidelijk of op het ASC-terrein drainage aanwezig is (Wareco 2006). Wel bekend is dat rondom de randen van het ASC-terrein drainage leidingen van 100 mm en 400 mm liggen (zie bijlage 10 van de rapportage Onderzoek en analyse). De leidingen liggen in voormalige watergangen. De maaiveldhoogte ligt op ca. NAP -0,1 m en vormt samen met het Zendingshuisterrein de laagste punten van de wijken. Op onverharde terreinen wordt hemelwater niet afgevoerd, maar infiltreert in de bodem. Uit gemeten grondwaterstanden blijkt dat de grondwaterstand zich op NAP -0,8 à -0,9 m bevindt. De ontwateringsdiepte bedraagt circa 0,7 à 0,8 m. Bij (hevige) neerslag stijgt de grondwaterstand tot NAP -0,4 m (peilbuis 111) Huidig nieuwbouwplan zonder aanvullende maatregelen Planverdeling Bij het realiseren van 50 woningen op het ASC-terrein wordt het plangebied voor een deel verhard. Uitgegaan wordt dat indicatief 60 % van het terrein wordt verhard, ca. 35 % voor de infrastructuur en 25 % bebouwing. De overige ca. 40 % bestaat uit plantsoen, bermen, het openbare trapveldje, tuinen en water. Planpeil Het planpeil hangt af van de keuze tussen bouwen met kruipruimte of kruipruimteloos bouwen. In het geval dat met kruipruimte wordt gebouwd is het raadzaam om een drooglegging van 1 m aan te houden. Ingeschat wordt dat bij kruipruimteloos bouwen een drooglegging van 0,7 m voldoende is. Met een oppervlaktewaterpeil van NAP -0,7 m bedraagt het planpeil bij bouwen met kruipruimte NAP +0,3 en bij kruipruimteloos bouwen NAP 0 m. Dit betekent dat wanneer met kruipruimte wordt gebouwd, het maaiveld ca. 40 cm boven de omgeving uitsteekt. Tijdens het bouwrijpmaken wordt de top van het maaiveld geploegd en opgehoogd met de grond, dat vrijkomt bij het graven van de watergangen. Met de vrijkomende grond wordt het terrein en indien nodig de omgeving opgehoogd tot een planpeil van NAP 0 m. Wanneer wordt gebouwd met kruipruimte is de aanvoer van ca m 3 grond benodigd waarmee het maaiveld tot gewenst planpeil van NAP +0,3 wordt opgehoogd. Grondwateroverlast fase 2 89\96

85 In de situatie van het ASC-terrein heeft kruipruimteloos bouwen de voorkeur. Het maaiveld behoeft niet hoger te liggen dan de omgeving en wateroverlast worden met technische middelen voorkomen. Geadviseerd wordt te onderzoeken of kruipruimteloos gebouwd kan worden en of voorbelasting en grondverbetering van het terrein moet plaatsvinden. Watercompensatie Verhard oppervlak zorgt ervoor dat hemelwater niet meer in de bodem kan infiltreren en daarom versneld afstroomt naar bijvoorbeeld oppervlaktewater of riolering. Meestal wordt hemelwater afkomstig van verhard oppervlak naar het oppervlaktewater afgevoerd. Het is daarom nodig om de pieken in afvoer wel in het oppervlaktewatersysteem te kunnen opvangen. Rijnland hanteert hiervoor dan ook een compensatieplicht waarbij 15% van het toegenomen verhard oppervlak moet worden gecompenseerd in de vorm van open water. Op basis van de compensatienorm van 15 % wordt een compensatie van ca m 2 afgeleid. In het plangebied en in de nabijheid van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Om de m 2 te compenseren worden een deel van de oude watergangen in ere hersteld. Dit betekent dat aan de noordelijke en oostelijk gelegen zijde watergangen worden gegraven. Met een totale lengte watergang van 280 m en een breedte van 4,5 m. Ook kan een bergingsvijver van m 2 in het stedenbouwkundige ontwerp worden ingepast. Waterberging in de vorm van oppervlaktewater is effectief wanneer het oppervlaktewater in verbinding komt te staan met het watersysteem van Rijnland. Dit kan worden gerealiseerd door voorzieningen zoals open water op het ASC-terrein in verbinding te stellen met het Zendingshuisterrein. Het oppervlaktewater van het Zendingsterrein staat met een gemaal in verbinding met de boezem. Hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken in het plangebied wordt opgevangen in een regenwaterrioolstelsel en afgevoerd naar het oppervlaktewater. Hierdoor vindt tevens doorspoeling van de watergang of bergingsvijver plaats wat de waterkwaliteit ten goede komt. Het resterende hemelwater dat op onverharde terreinen valt zoals tuinen en openbaar groen, infiltreert in de bodem. Het oppervlaktewater wordt met een peil van NAP -0,7 m gehanteerd en dient met een IT riolering via de Spaargarenstraat te worden verbonden met het Zendingshuisterrein. De ITriolering vangt pieken in de grondwaterstand op en voert overtollig hemelwater en oppervlaktewater af naar het Zendingshuisterrein. Zie voor een toelichting op de IT-riolering bijlage 1. Om het oppervlaktewatersysteem robuuster te maken wordt een idee van de bewoners van het Zendingshuis uitgevoerd. Dit houdt in dat op het Zendingshuisterrein een waterpartij van ca. 800 m 2 wordt gerealiseerd. 90\96 Grondwateroverlast fase 2

86 Infrastructuur en riolering Het is gangbaar dat tijdens de bouwrijpfase de hoofdinfrastructuur wordt aangelegd. Dit betekent dat het hoofdriool en de hoofdweg wordt aangelegd. Voor het riool wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Ook wordt voor de ontwatering drainage in het cunet meegelegd. Voor het cunet kan grof zand worden gebruikt waarmee de doorlatendheid van de bodem en daarmee een snellere ontwatering wordt vergroot. Vermindering grondwateroverlast In de variant huidig nieuwbouwplan zonder aanvullende maatregelen wordt grondwateroverlast in de nieuwbouwwijk voorkomen en daarmee voldaan aan de zorgplicht grondwater. Ook wordt met de realisatie van open water voldaan aan de watercompensatie. Negatieve geohydrologische effecten voor de omgeving zijn niet te verwachten. De watergang vormt een hydrologische grens en vlakt pieken in de grondwaterstand af. Dit kan zelfs grondwateroverlast verminderen. Wel biedt de ontwikkeling de mogelijkheid om drainage en het hemelwaterriool in de omgeving van de nieuwbouwwijk aan te sluiten op het te graven oppervlaktewater. Dit kan bij het ontwerp van de woonwijk nader worden ingevuld Huidig nieuwbouwplan met aanvullende maatregelen De derde variant gaat in op de aanleg van nieuwbouw met maatregelen om grondwateroverlast in de naastgelegen gebieden te verminderen. Bij maatregelen kan gedacht worden aan: Open elementenverharding Vegetatiedaken Inzameling hemelwater Aanleg drainage Drijvende woningen Hieronder wordt beknopt ingegaan op de aanvullende maatregelen. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of aanvullende maatregelen ook daadwerkelijk kunnen worden toegepast Vertraging van de afvoer naar het oppervlaktewater Door maatregelen te treffen komt er minder neerslag direct via het hemelwaterriool in het oppervlaktewater. Het voordeel hiervan is dat neerslag vertraagd in het oppervlaktewater terecht komt. Hierdoor wordt de infiltratie van hemelwater in de bodem en afvoer van hemelwater via de riolering of naar het oppervlaktewater eveneens verminderd. Dit biedt ruimte voor de aanleg van watergangen met een kleinere breedte dan 4,5 m zoals besproken in paragraaf 3.3. Verhard oppervlak zo wordt uitgevoerd dat het als onverhard kan worden gezien. Grondwateroverlast fase 2 91\96

87 Open elementenverharding Dit kan door bijvoorbeeld parkeerplaatsen uit te voeren met open elementenverharding. Hemelwater kan infiltreren in de bodem en wordt afgevoerd via de drainage in het wegcunet naar het oppervlaktewater. Ook kan onder parkeerplaatsen buffers worden aangebracht waarmee extra vertraging wordt bewerkstelligd. Vegetatiedaken De daken van nieuwbouw, zoals omschreven in variant 2, kunnen worden voorzien van vegetatie. De vegetatie op de daken nemen een deel van het hemelwater op, waardoor minder hemelwater wordt afgevoerd naar bijvoorbeeld het oppervlaktewater. In figuur 4 is een voorbeeld gegeven. Een deel van de watercompensatie kan middels vegetatiedaken worden verkregen. Bijkomend voordeel is dat vegetatiedaken een isolerende en koelende werking hebben binnenshuis. Tijdelijke opslag van water De aanleg van opslagbassins en/of het gebruik van regentonnen, zorgen ervoor dat hemelwater (net als bij regenwaterafvoeren) wordt ingezameld en gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld beregening van tuinen. Ook kan er voor worden gekozen om de hemelwaterafvoer van daken aan te sluiten op een opslagtank. De neerslag kan als spoelwater voor toiletten worden toegepast. De werking is echter wel afhankelijk van de bewoners. Opslagbassins en regentonnen moeten in de droge periode worden geleegd, zodat bij de volgende bui weer water kan worden opgevangen. Opslagtanks Figuur 4 Voorbeeld vegetatiedak moeten regelmatig worden schoongemaakt. Infiltratiekoffers onder de woning Een andere optie is dat op het perceel infiltratiekoffers worden geplaatst waarop de daken worden aangesloten. Het hemelwater wordt via de infiltratiekoffers vertraagd afgevoerd naar het wegcunet en via de drainage geloosd op het oppervlaktewater. Deze optie kan ter plaatse van de nieuwbouwwoningen een nadelig effect op de grondwaterstand betekenen. Echter doordat de vloer van de nieuwbouwwoning dampdicht wordt uitgevoerd zal grondwateroverlast in de woning niet moeten optreden. 92\96 Grondwateroverlast fase 2

88 Combinatie Een combinatie van een vegetatiedak, een dak afkoppelen en de neerslag opvangen in een opslagtank en het overige neerslag opvangen in infiltratiekoffers onder de woning is ook goed mogelijk. Hoeveel watercompensatie met de combinatie wordt bespaard valt in dit stadium van het plan moeilijk aan te geven en verdient nader onderzoek. Een eerste schatting bedraagt circa 500 m 3 wat overeen komt met een watercompensatie van ca. 740 m 2 en een breedte van de watergang van ca. 3 m Aanleg van ontwateringsmiddelen Het aanleggen van drainage in het plangebied heeft een positief effect op de grondwaterstand in het plangebied zelf. De ontwatering in combinatie met bufferbassins zorgt er voor dat de pieken in de grondwaterstand worden afgevlakt. Ook kan drainage van omliggende percelen hierop worden aangesloten. Echter, dit beïnvloedt voornamelijk de grondwaterstand in het plangebied zelf. Alleen gebieden die direct aan het plangebied grenzen kunnen voordeel ondervinden van de aanleg van drainage in het plangebied. Een IT-riool aan de west- en zuidkant van het plangebied wordt nodig geacht om negatieve effecten van de aanvullende maatregelen op de grondwaterstand naar de omgeving te vermijden Drijvende woningen Zoals in variant 2 huidig nieuwbouwplan zonder aanvullende maatregelen is beschreven kan open water worden gecreëerd door oude waterlopen uit te graven. Uiteraard kan de woonwijk ook geheel met drijvende woningen worden uitgevoerd (zie figuur 5). Waterberging wordt voldoende gerealiseerd en drainage in de omgeving kan uitmonden in de waterpartij. De waterpartij met een peil van NAP -0,7 heeft een nivellerend effect en daarmee een gunstige invloed op de grondwaterstand. Hemelwater afkomstig van daken kan direct op het open water worden geloosd. Met het graven van water wordt aan de watercompensatieplicht voldaan. Figuur 5 Drijvende woningen Almere Grondwateroverlast fase 2 93\96

89 Tevens kunnen wegen en daken in de nabije omgeving van het terrein worden afgekoppeld waarbij het water wordt geloosd op de waterpartij. Zoals in variant 2 is omschreven wordt het oppervlaktewater met een IT-riolering via de Spaargarenstraat verbonden met het Zendingshuisterrein. Ook het realiseren van de waterpartij op het Zendingshuisterrein maakt onderdeel uit van deze variant. Gelet op de structuurvisie en de omgeving (huidige bouwstijl) ligt de aanleg van drijvende woningen niet voor de hand. 94\96 Grondwateroverlast fase 2

90 14 Conclusies en aanbevelingen 14.1 Conclusies De gemeente Oegstgeest is voornemens om bebouwing op het ASC-terrein te realiseren met eenzelfde dichtheid als de omgeving (circa 50 woningen). Het terrein heeft een oppervlak van ca. 1,4 ha. Uitgangspunt is dat 60 % van het terrein wordt verhard. Dit betekent bij traditionele bouw dat circa m 2 aan watercompensatie benodigd is. 1 van de varianten is de waterberging te realiseren door oude watergangen in ere te herstellen of een bergingsvijver in het stedenbouwkundige ontwerp te integreren. Het oppervlaktewater wordt met een IT-riool via de Spaargarenstraat verbonden met het oppervlaktewater op het Zendingshuisterrein. De ontwikkeling biedt de mogelijkheid om drainage en het hemelwaterriool in de omgeving van de nieuwbouwwijk aan te sluiten op het te graven oppervlaktewater. Dit kan bij het ontwerp van de woonwijk nader worden ingevuld. Als aanvullende maatregelen zijn vele opties denkbaar die zorgdragen dat neerslag wordt toegepast en vertraagd wordt afgevoerd. Hierdoor hoeft minder watercompensatie te worden gerealiseerd. Een andere optie is de realisatie van drijvende woningen. Met de nieuwe te graven waterpartij wordt ruimschoots voldaan aan de watercompensatie. Het oppervlaktewater heeft een nivellerend en positief effect op de grondwaterstand in de omgeving. Door de drainage in de omgeving en het regenwaterriool uit te laten komen op de waterpartij wordt de waterpartij doorgespoeld wat de waterkwaliteit ten goede komt. Gelet op de structuurvisie en de omgeving (huidige bouwstijl) ligt de aanleg van drijvende woningen niet voor de hand. Geconcludeerd wordt dat variant 2 een beperkte positieve bijdrage heeft aan de vermindering van grondwateroverlast. Variant 3 heeft een positieve bijdrage 14.2 Aanbevelingen In vervolg op de bovenstaande beschreven varianten en de bespreking binnen de gemeente Oegstgeest wordt geadviseerd een bespreking te houden met het hoogheemraadschap van Rijnland. Met het hoogheemraadschap worden de opties besproken en mogelijk compromissen bereikt. De gekozen variant kan uiteindelijk beter beoordeeld worden op de mate waarin verlaging van de grondwaterstand optreedt. Vooral het realiseren van watercompensatie en de aanleg van een duiker / IT-riolering zijn punten ter bespreking. Aanbevolen wordt bij tijdens de planvorming in overleg te treden met de ontwikkelende partij. Grondwateroverlast fase 2 95\96

91 96\96 Grondwateroverlast fase 2

92 Bijlage 4 Achtergrondinformatie

93 Drooglegging en ontwateringsdiepte In figuur 2 is een schematische weergave gegeven van het (grond)watersysteem. De ontwateringdiepte is het verschil in grondwaterstand en maaiveldhoogte. De drooglegging is het verschil in oppervlaktewaterpeil en maaiveldhoogte. Ontwateringsdiepte Opbolling Drooglegging Figuur 2 Schematische weergave van het (grond)watersysteem Grondoppervlak/ Maaiveld Grondwater De grondwaterstand en het oppervlaktewaterpeil hebben een relatie, die afhankelijk van het bodemtype, meer of minder sterk is. Bij goed een doorlatend bodemtype kan een hoog oppervlaktewaterpeil ook hogere grondwaterstanden veroorzaken. Afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en de daarbij behorende frequentie in neerslaggebeurtenissen, kan het grondwater opbollen of uitzakken. IT-riolering De naam infiltratieriool zegt het al: deze rioleren worden als afvoer gebruikt en kunnen infiltreren wanneer de grondwaterstand laag staat. In het plangebied heeft het IT-riool in droge perioden een infiltrerende functie, waarbij water in de bodem wordt geïnfiltreerd. In natte perioden komt door de open structuur van de wanden, grondwater in het IT-riool waardoor dit sneller wordt afgevoerd. Het IT-riool zorgt voor een minder grillig verloop van de grondwaterstand. Hoge grondwaterstanden worden verminderd doordat een teveel aan bodemvocht wordt afgevoerd. Lage grondwaterstanden worden verminderd doordat infiltratie van regenwater wordt verbeterd. Hierdoor worden pieken en dalen in de grondwaterstanden afgevlakt en treedt minder grondwateroverlast op. Figuur 3 Infiltratieriolen en binnenkant infiltratieriool

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid Portefeuillehouder(s) : F.J.W. Saelman, Afdelingshoofd/hoofd OW: F. Hottinga Paraaf : Paraaf:

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Anne Mollema IGWR Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving Inhoud Water in de stad, hoe zit dat in elkaar Wie is waarvoor verantwoordelijk Wanneer is er een probleem Grondwaterstanden gemeten Wat kunt

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)( Indeling(van(de(avond:(van(19.00(uur(tot(21.00(uur(konden(bewoners(van(de(Straatweg(informatie(

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Grondwateroverlast? De gemeente reageert. Leidraad voor de invulling voor het Grondwaterloket

Grondwateroverlast? De gemeente reageert. Leidraad voor de invulling voor het Grondwaterloket Grondwateroverlast? De gemeente reageert Leidraad voor de invulling voor het Grondwaterloket 28 juli 2008 Verantwoording Titel Grondwateroverlast? De gemeente reageert Opdrachtgever Leven met Water Projectleider

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Nieuwe riolering in uw straat

Nieuwe riolering in uw straat R Nieuwe riolering in uw straat Vervangen riolering Binnenkort wordt de riolering in uw straat vervangen. Wat doet de gemeente en waarvoor bent u verantwoordelijk? We hopen in ieder geval dat u zo min

Nadere informatie

Stromingsbeeld Rotterdam

Stromingsbeeld Rotterdam Rotterdam centraal en Provenierswijk Bert de Doelder 17-4-2014 Stromingsbeeld Rotterdam Z Maas Freatische grondwaterstand N diepe polders NAP 6,2 m holocene deklaag NAP -5 m 1e watervoerend pakket 1e

Nadere informatie

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale procedure. datum 31-3-2014 dossiercode 20140331-63-8729 Geachte heer/mevrouw Jeroen Overbeek, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Raadsvoorstel Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014 Samenvatting Dit voorstel geeft aan waarom de intrede van een grondwaterbeleidsplan

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren MEMO Datum : 28 januari 2016 Aan : Stedelijke commissie Van : Hans van Agteren Afschrift : Djoerd de Vos Koelink, Werner Gerritsen, Henk-Jan van Tubbergh, Suzanne Remmers, Derk Jan Eshuis, Ina van Dijk,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat. MEMO Datum : 24 mei 2016 Aan Van : Stadsdeelcommissie Noord : Hans van Agteren Onderwerp : Grondwateroverlast Enschede Noord Inleiding In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) zijn zeven gebieden benoemd

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken? Grondwater in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken? 1. Wat is grondwater? Grondwater is de naam zegt het al water onder het grondoppervlak. Normaal gesproken is dit water dus niet zichtbaar.

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater.

4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater. 4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater. Sinds enkele jaren heeft rioleringsbeheer een duidelijke wettelijke basis. De Wet gemeentelijke watertaken geeft gemeenten 3 zogenaamde

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht

Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak. De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak De Wet gemeentelijke watertaken toegelicht Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud Module C2500 Grondwateronderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Aanleiding en afbakening 3 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.4 Leeswijzer 5 2 Waarom en wanneer een grondwateronderzoek?

Nadere informatie

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de korte

Nadere informatie

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum

Nadere informatie

Toelichting Watertoets

Toelichting Watertoets Toelichting Watertoets Zorgboerderij Schoolstraat te Dongen projectnr. 203471 revisie 00 21 januari 2010 Opdrachtgever Vieya T.a.v. de heer J.W. Revet Postbus 134 5100 AC Dongen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Aan de gemeenteraad Documentnummer 2015.0.079.097 Zaaknummer 2014-10-01895 ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Voorstel 1. vaststellen van de aanpak de effecten van extreme wateroverlast te

Nadere informatie

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 is o.a. de Wet

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp:

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Pagina 1 van 5 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Besteding uitvoeringsbudget wateroverlast Zijlkwartier. Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord te gaan met het toedelen van

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Programma van de avond: vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen vgrp 2015-2019 Inwonersbijeenkomst 8 Januari 2015 19:45 20:00 20:05 20:15 22:00 Programma van de avond: Welkom en voorstelronde Toelichting doel bijeenkomst Wat is een vgrp? Gesprek met de inwoners adv

Nadere informatie

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee gemeente Assen Verbouwing woning 9402GM ASSEN Algemeen Betrokkenheid waterschap Voor de verdere procedurele afhandeling

Nadere informatie

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1 PvE Stedelijk Water Deel: Functionele Eisen Grondwater Versie 1.1 Stadsbeheer / Stadsontwikkeling Water / Ingenieursbureau Datum : 8 mei 2018 Wijziging : Versie : 1.0 Status : Definitief Bezoekadres: De

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

Grondwater in Delfland

Grondwater in Delfland Grondwater in Delfland Wie doet wat? 1 Wat is grondwater? Grondwater is de naam zegt het al water onder het grondoppervlak. Normaal gesproken is het dus niet zichtbaar. Maar door een te hoge of te lage

Nadere informatie

Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 2 (11-07-2012) Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 14 bladzijden. Ons kenmerk: 22012RA-MH-LED

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. INDIENING Steller vragen: J.H.Maas, PvdA Datum: 11 januari 2013 Onderwerp: grondwateroverlast

Nadere informatie

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1. Module B2300 Functioneel ontwerp: grondwater(overlast) maatregelen Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Wat is veranderd? 4 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.4 Leeswijzer 4 2 Functioneren

Nadere informatie

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud BIJLAGE 5 Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud 20-05-2011 CFC Architecten BNA De heer ing. S. Lagcher Postbus 177 4130 ED VIANEN Ruimte & Mobiliteit Tolhuisweg 57 Postbus

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage OPENBAAR Adviseur: C.A. Brunt (VROM, tst. 813) Portefeuillehouder: E. Mackay 11.01305 1 ADVIESNOTA Politieke Ronde d.d. 17 maart 2011 Raadsvergadering d.d. 31 maart 2011 Voorstel nr. Programma en product

Nadere informatie

Van Waterplan naar Watervisie

Van Waterplan naar Watervisie 22 oktober, Studiedag VVSG Van Waterplan naar Watervisie integraal waterbeleid in Nijmegen Jos van der Lint Waterservicepunt (WSP) www.waterbewust.nl Waalsprong 1996-2020 Dukenburg / Lindenholt 1965-1985

Nadere informatie

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN. INDELING Grondwaterbeheer in de stad: een kans Peter den Nijs Inleiding Grondwaterbeheer in de stad: een kans Beleid grondwater stedelijk gebied Het wordt alleen maar slechter Afsluiting en vragen Grondwaterbeheer

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets Code: 20120223-5-4281 Datum: 2012-02-23 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN VERHARD OPPERVLAK

AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN VERHARD OPPERVLAK Postbus 2000 3760 CA Soest Afdeling Dienstverlening Team Vergunning & Handhaving Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Telefoon: (035) 609 34 11 Fax: (035) 609 36 89 Internet: www.soest.nl AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over afkoppelen

Veelgestelde vragen over afkoppelen 1 Veelgestelde vragen over afkoppelen Inhoudsopgave 1. Wat is afkoppelen?... 2 2. Waarom afkoppelen?... 2 3. Afkoppelen, hoe werkt dat?... 3 4. Wanneer wordt mijn straat afgekoppeld?... 3 5. Welk beleid

Nadere informatie

Grondwateroverlast. Den Haag

Grondwateroverlast. Den Haag terov Actieplan Grondwateroverlast Den Haag Anne Toeters Raadslid D66 Den Haag Dennis Groenewold Fractievertegenwoordiger D66 Den Haag maart 2018 Inleiding Het klimaat verandert. Er zijn steeds vaker lange

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

gemeente Borger-Odoorn Bestemmingsplan 1e Exloermond

gemeente Borger-Odoorn Bestemmingsplan 1e Exloermond Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee gemeente Borger-Odoorn Bestemmingsplan 1e Exloermond Algemeen Betrokkenheid waterschap Voor de verdere procedurele

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater;

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven

AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven Voor subsidie in het kader van de Stimuleringsregeling Afkoppelen verhard oppervlak 2007-2012 WRO en Subsidieverordening Afkoppelen hemelwater Stein 2010 In:...2010

Nadere informatie

Water en vocht in of rond uw huis?

Water en vocht in of rond uw huis? Water en vocht in of rond uw huis? Een ondergelopen kelder, schimmel in de badkamer, een tuin die blank staat. Meestal moet u, als (huis)eigenaar, erfpachter of huurder waterproblemen zelf verhelpen. In

Nadere informatie

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte? datum 24-7-2014 dossiercode 20140724-9-9338 Samenvatting In deze paragraaf worden puntgewijs de resultaten van de toetsing samengevat. Tekenen: Heeft u een toetslaag geraakt? In welke gemeente ligt uw

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

Bewonersavond grondwater Graan voor Visch C Hoofddorp

Bewonersavond grondwater Graan voor Visch C Hoofddorp Bewonersavond grondwater Graan voor Visch C Hoofddorp Introductie en indeling Introductie Wat hebben we tot nu toe gedaan Werking grondwatersysteem Verantwoordelijkheid gemeente en perceeleigenaren Wat

Nadere informatie

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1 ( ^ W E T T E R S K F R V S l_ Â N Gemeente Tytsjerksteradiel T.a.v. mevr. T. Bergsma Raadhuisweg 7 9251GH BURGUM izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1 Ons kenmerk: WFN1600855 Tel: 058-292

Nadere informatie

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 21 augustus 2012 314119 Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object 1 Inleiding Eind 2011 is de rioolheffing opnieuw berekend

Nadere informatie

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s Code: 20111219-2-3938 Datum: 2011-12-19 Samenvatting van de gegevens voor de watertoets van project: 025.67.17.45.00

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3 Datum 17 juli 2008 Kenmerk 1608039 Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beschrijving plangebied 4 2.1 Situering 4 2.2 Topografie 5 2.3 Waterstaatkundige situatie 5 2.4 Bodemopbouw 5 2.4.1 Lokale

Nadere informatie

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal Rapport Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN Projecttitel : Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal

Nadere informatie

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s B i j l a g e 1 : Watertoets Code: 20120925-2-5456 Datum: 2012-09-25 Samenvatting van de gegevens voor de watertoets van project: De Parrebeam gemeente: het Bildt Gegevens plan bestaande loodsen en schuren

Nadere informatie

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel MEMO Aan: - Gemeente Gemert-Bakel Van: - Buro SRO Datum: - 20-11-2012 Onderwerp: - Watermemo De Hoef 16 Gemert Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

SONENBREUGEL GEMEENTE

SONENBREUGEL GEMEENTE GEMEENTE SONENBREUGEL De raad der gemeente van de gemeente Son en Breugel. Overwegende, dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater

Nadere informatie

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 -

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding - 15.004012 - Notitie Contactpersoon Gwendolijn Vugs Datum 1 mei 2015 Kenmerk N001-1229319GBV-avd-V02-NL Visiedocument GRP/BRP Brummen 1 Inleiding Het huidig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Brummen

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijkerk. Nr. 87172 30 juni 2016 Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater Raadsbesluit nummer 2016-011 De raad van de gemeente Nijkerk;

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af?

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af? Wat is grondwater? Grondwater is zoals het woord zelf al aangeeft het water dat zich in de grond bevindt. We zien het meestal niet totdat we het onverwacht tegenkomen of er zelfs overlast van ondervinden

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

Notitie watertoets 1 / 7

Notitie watertoets 1 / 7 Notitie watertoets Project: Valkenweg 9 te Holten Onderwerp: Watertoets Referentie: 15J102.RAP006.LL.NL Datum: 2 juni 2016 Auteur: Ing. N.B.J. Lurvink Bestemd voor: De heer Hofman 1. Inleiding In het Besluit

Nadere informatie

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r BügelHajema Mevr. A. Pool Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE LEEUWARDEN Datum 18 maart

Nadere informatie

NOTITIE 1 INLEIDING. Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam. Definitief. drs.ing. A. Balla. mw. ing. M.W. Fennema drs.ing. A.

NOTITIE 1 INLEIDING. Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam. Definitief. drs.ing. A. Balla. mw. ing. M.W. Fennema drs.ing. A. NOTITIE Onderwerp Project Opdrachtgever Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam Projectcode 0000100411 Status Definitief Datum 1 maart 2017 Referentie 100411/17-003.013 Auteur(s) drs.ing. A. Balla

Nadere informatie

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden; CONCEPT Besluit gebiedsaanwijzing afvoer hemelwater (artikel 4:44 APV) Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Overwegende dat artikel 4:44, eerste lid jo artikel 4:43 van de Algemene

Nadere informatie

Verslag bewonersavond 24 november 2016

Verslag bewonersavond 24 november 2016 Verslag bewonersavond 24 november 2016 Datum: 28 november 2016 Betreft: Aanpak grondwateroverlast Villapark Eindhoven Kenmerk: BY11, NOT20161128 Bestemd voor: Gemeente Eindhoven Opgesteld door: Wareco

Nadere informatie

Wateroverlast Opheusden. welkom

Wateroverlast Opheusden. welkom Wateroverlast Opheusden welkom Bewonersavond 19 november 2014 Programma 19.00 uur: Ontvangst 19.30 uur: Opening door voorzitter (Henk van Bockel) 19.35 uur: Welkomstwoord (burgemeester Veerhoek) 19.40

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Opdrachtnummer : 1220128 Opdrachtgever : Wooncorporatie ProWonen Postbus 18 7270 AA BORCULO Coördinaten: X = 218.040 Y = 457.210 Datum : 14 december

Nadere informatie

EEN BODEM VOOR WATER

EEN BODEM VOOR WATER EEN BODEM VOOR WATER Hemel en grondwaterbeleid Breda 2011 RWZI De gemeente is verantwoordelijk voor de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering (RWZI: een soort wasmachine voor water). RWZI De

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen

Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen Samenvatting Uitgebracht aan: Gemeente Hoogeveen Raadhuisplein 24 7902 NP HOOGEVEEN samenvatting samenvatting Projecttitel : Resultaten enquête (grond)wateroverlast

Nadere informatie