RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. kinderdagverblijf Kiddoozz - Sliedrechtstraat

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE kinderdagverblijf Kiddoozz - Sliedrechtstraat Plaats : Rotterdam LRKP nummer : Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 19 december 2013 Datum vaststelling : 10 maart 2014

2 Pagina 2 van 14

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN CONCLUSIE BIJLAGE 1 OORDELEN Pagina 3 van 14

4 Pagina 4 van 14

5 1 INLEIDING Op 19 december 2013 heeft de inspectie kinderdagverblijf Kiddoozz locatie Sliedrechtstraat onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: De voorwaarden voor vve De ouders De kwaliteit van de educatie - Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat - Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van vve Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst. Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd. Vve-locatiebezoek, waarbij: documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; Een enkel groepsbezoek is uitgevoerd. Het vve-bezoek vond plaats in de peutergroep. gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en/of leerkrachten en de intern begeleider(s) en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd. Pagina 5 van 14

6 Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve Dit document is te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Pagina 6 van 14

7 2 BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderopvang Kiddoozz, locatie Sliedrechtstraat op de meeste aspecten van alle domeinen nog onvoldoende is. Totaalbeeld Kinderopvang Kiddoozz, locatie Sliedrechtstraat bevindt zich in de Rotterdamse deelgemeente Charlois. Door sluiting van een kinderdagverblijf in de directe omgeving, zijn er sinds september 2013 veel nieuwe kinderen ingestroomd. Daarnaast is het team sinds september 2013 deels vernieuwd als gevolg van een reorganisatie. Het kinderdagverblijf heeft 3 verticale (0 tot 4 jaar) groepen en een 3 plus groep. In de 3 plus groep worden meer op de leeftijd gerichte en uitdagende activiteiten geboden dan in de verticale groepen. De intentie is om de 3-jarigen voor 5 halve dagen een eigen aanbod te bieden. Dit is echter nu nog geen standaard werkwijze. De adjunct-leidinggevende van de locatie is verantwoordelijk voor de vve-coördinatie. Zij is echter al geruime tijd ziek en de leidinggevende, die de verantwoordelijkheid heeft over meerdere kinderdagverblijflocaties, heeft nog weinig ervaring opgedaan met het gebruikte vve-programma in de praktijk. Twee nieuwe leidsters hebben de kennis van het gebruikte vve-programma wel en hebben de taak gekregen om de overige leidsters hier in mee te nemen. In december 2013 is gestart met een screening van de huidige stand van zaken op vve door een externe deskundige. Daaruit blijkt dat nog het nodige ontbreekt op het gebied van de uitvoering van het programma van vve en aan de kennis bij de leidsters over vve. Het kinderdagverblijf staat voor het opnieuw opstarten van vve en het management weet dat op alle domeinen nog de nodige ontwikkelingen moeten worden doorgemaakt. De leidsters die de verantwoordelijkheid hebben gekregen om vve in het kinderdagverblijf in te voeren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden op het terrein van vve. Dit bleek zowel tijdens de observatie in de groepen als tijdens het gesprek. Voor hen is het echter nu niet altijd duidelijk wat er van hen verwacht wordt. In de komende maanden zal een externe deskundige worden ingezet om een aanzet en impuls te geven aan een verbetertraject. Pagina 7 van 14

8 Toelichting Condities Meerdere leidsters beschikken nog niet over het vereiste taalniveau. Deze leidsters zijn hier wel voor in opleiding. Ook zijn nog niet alle leidsters opgeleid voor het werken met het vve-programma. Ouders De ouders geven aan tevreden te zijn met het kinderdagverblijf. De leidsters informeren de ouders voldoende over de ontwikkeling van hun kind en de intake voorziet in voldoende informatie. Een gericht ouderbeleid (waarbij onderscheid gemaakt is tussen de diverse groepen ouders die gebruik maken van het kinderdagverblijf) is niet aangetroffen (B1). Ook de overige aspecten zijn nog onvoldoende ontwikkeld en/of aangetroffen. Zo zijn de huidige activiteiten voor ouders veelal zoals verwacht mag worden van een regulier kinderdagverblijf en zijn niet of nauwelijks gericht op vve. Ook het terugvragen van wat ouders thuis doen met bijvoorbeeld de kernwoorden is nog geen gewoonte. De activiteiten die wel worden aangeboden passen meer bij de activiteiten van een regulier kinderdagverblijf en zijn nog niet op het terrein van vve uitgewerkt. De geboden activiteiten worden bovendien weinig door ouders bezocht (B2, B4, B5). Kwaliteit van de uitvoering van vve De leidsters creëren een veilige en plezierige omgeving, waarin kinderen vrij zijn in hun keuze in spel. Ook spelen de leidsters mee, waarin balspelletjes en verstopspelletjes voor de kinderen een goede uitlaatklep zijn voor hun energie en wat zichtbaar veel plezier oplevert. Leidsters nemen nog vaak iets over van de kinderen wat de kinderen zelf kunnen en bieden zo kinderen niet altijd voldoende ruimte om het zelf te doen en te ervaren. Tijdens het fruit eten mag bijvoorbeeld meer aandacht komen voor wat de kinderen zelf kunnen doen in plaats dat kinderen alleen wachten tot zij hun (gesneden) fruit krijgen (C2.4). De inrichting van de ruimte heeft de aandacht van de leidsters. Vve is nu niet of nauwelijks herkenbaar in de ruimtes (C2.5). Het werken met het vve-programma is nog geen vanzelfsprekendheid voor alle leidsters en wordt nog niet uitgevoerd zoals bedoeld. Er is een begin gemaakt met een planning en de ambitie is om in het komend jaar alle thema s ook uit te gaan voeren. Van differentiatie en opbouw in moeilijkheidsgraad is nu onvoldoende sprake (C1.2 t/m C1.4). In de basis is het pedagogisch handelen van alle leidsters gericht op het bieden van een veilige en sfeervolle omgeving. De leidsters zijn responsief in hun gedrag naar de kinderen. In die zin is de basis aanwezig Pagina 8 van 14

9 waarop vve tot een succes gemaakt kan worden. Ook zijn er enkele goede voorbeelden gezien. Zo zijn er in een enkele groep verftekeningen van kinderen aangetroffen op a5 en is samen met de kinderen gesproken over het wat, het waarom en hoe van de tekening. Dit is echter nog geen gemeengoed. Over het geheel genomen is het educatief handelen van de leidsters, met uitzondering van het responsief handelen, nog te weinig ontwikkeld. Kinderen zitten lang aan tafel, waarbij weinig open vragen worden gesteld aan de kinderen en de wachttijd lang is. Tijdens dit verzorgingsmoment worden wel begrippen benoemd of vragen gesteld, deze zijn echter veelal gesloten en dagen weinig uit tot spreken. Kinderen worden niet aangezet tot samen delen of het oplossen van probleempjes en wachten aan tafel tot wat er komen gaat. Afspraken over wie wat doet wordt tijdens de activiteit niet helder en lijkt meer ingegeven door wat er op dat moment gebeurt. Veel kansen om kinderen extra te ondersteunen en te stimuleren in taal, het aanpakgedrag en het bevorderen van de interactie tussen de kinderen blijven nu onbenut (C 3.1 t/m C3.5 en C3.7). Ontwikkeling, begeleiding en zorg Het kinderdagverblijf werkt met een breed observatiesysteem. Veel leidsters werken hier echter mee zonder dat zij daarvoor een opleiding gevolgd hebben. Hierdoor wordt het observatiesysteem nu meer gehanteerd als registratiesysteem en wordt het gehele systeem zoals het bedoeld is, onvoldoende benut. De leidsters registreren veelal achteraf wat zij gedaan hebben. De plannen die gemaakt worden zijn gericht op de activiteiten en niet gebaseerd op doelen. Ook de evaluatie van de zorg wordt nog niet op basis van vooropgestelde doelen beschreven (D1.2 t/m D1.4). Kwaliteitszorg Een kwaliteitscyclus op het terrein van vve op basis van een analyse van de opbrengsten van de kinderen en een analyse op basis van een evaluatie op verschillende vve-domeinen is niet aangetroffen (E2 t/m E5). De ondersteuning vanuit de adjunct-leidinggevende door middel van videointeractiebegeleiding, passend bij het vve-programma Ben ik in Beeld zijn sinds de vve-opleiding geen onderdeel meer van de werkwijze. Doorgaande lijn Het kinderdagverblijf draagt zorg voor de warme overdracht. Van een feitelijke samenwerking met een school of scholen in de buurt is nog nauwelijks sprake. De leidinggevende van het kinderdagverblijf heeft wel de intentie uitgesproken om met de scholen in de omgeving waarmee nu samenwerking is vanuit de buitenschoolse opvang ook op het terrein van vve tot meer afstemming te komen. De overige aspecten zijn daarom niet beoordeeld (F1 F4 t/m F7). Pagina 9 van 14

10 Noch de instelling, noch de gemeente heeft afspraken vastgelegd om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool (F2). Opbrengsten De inspectie doet geen uitspraken over de resultaten wanneer op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt zijn over de opbrengst van vve. Pagina 10 van 14

11 3 CONCLUSIE De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderopvang Kiddoozz Sliedrechtstraat onvoldoende op orde is. Op alle onderdelen zijn meerdere aspecten die nog aandacht verdienen. Pagina 11 van 14

12 BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. kinderdagverblijf Kiddoozz - Sliedrechtstraat Condities A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar Voldoende vve-tijd Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands Ouders B1 B2 B3 B4 B5 B6 Gericht vve-ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Kwaliteit van de uitvoering van vve Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal vve-programma Pagina 12 van 14

13 Kwaliteit van de uitvoering van vve C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Ontwikkeling, begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg Pagina 13 van 14

14 Ontwikkeling, begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool E1 E2 E3 E4 E5 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie Doorgaande lijn F2 F3 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht Pagina 14 van 14