Projectplan brug naar werk. Met inzet van werken in de openbare ruimte een brug maken naar werk

Transcriptie

1 Projectplan brug naar werk Met inzet van werken in de openbare ruimte een brug maken naar werk 1

2 Inhoudsopgave Projectplan brug naar werk Inleiding Doelstelling De doelgroepen Werkwijze Rol participanten Coach... 6 Team Groen en Vastgoed gemeente... 6 Team maatschappelijke ondersteuning gemeente... 6 Werkgever... 6 Opleider Kanttekeningen/risico's Sturing op de aanmelding... 6 Focus op variatie in werkzaamheden... 7 Winterperiode... 7 Statushouders... 7 Voldoende deelnemers... 7 Doorbemiddeling naar andere werkgevers... 7 Uitval door ziekte van de deelnemer... 7 Commitment Monitoring Evaluatie Kosten Tijdpad

3 1 Inleiding Het chemisch bestrijden van onkruid is voor veel gemeenten jarenlang de methode geweest om onkruiden op verharding onder controle te houden. Het op deze wijze bestrijden van onkruid is effectief en relatief goedkoop ten opzichte van andere methoden (o.a. heet water, branden of borstelen). Met ingang van 31 maart 2016 mogen echter professionele gebruikers geen chemische middelen meer toepassen op verhardingen. Het door de gemeente Venray gebruikte middel glyfosaat (bestanddeel van Round Up) kan daardoor niet meer worden gebruikt. Alleen nietchemische methoden zijn vanaf dit moment toegestaan. Het college heeft op 8 november 2016 het beheerplan onkruid op verharding vastgesteld. Daarin zijn de diverse beeldkwaliteitsniveaus beschreven die gewenst zijn voor wat betreft onkruidgroei op verharding. De aannemers hebben een resultaatsverplichting om deze beeldkwaliteitsniveaus te bereiken. Tevens is met de aannemers gesproken over het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uit de evaluatie is namelijk gebleken dat onder bepaalde condities dit prima mogelijk is, naast het machinale bestrijdingswerk. Een organisatie die begeleiding van de mensen uitvoert, een overzichtelijk werkgebied en opleiding/scholing zijn wel essentiële onderdelen bij het toevoegen van deze manier van onkruidbestrijding. De inzet van uitkeringsgerechtigden is in dit projectplan verder uitgewerkt en heeft de titel Brug naar Werk gekregen om daarmee aan te geven dat deze inzet kan leiden tot verkleining van de afstand tot de arbeidsmarkt. 2 Doelstelling Primaire doelstelling is het ontwikkelen van uitkeringsgerechtigden zodat zij kunnen uitstromen naar betaald werk in de groenvoorziening. Dit wordt bereikt door middel van een traject waarin werk, opleiding en begeleiding hand in hand gaan. De opbouw van loonwaarde wordt hiermee gestimuleerd om vervolgens duurzaam uit te stromen naar werk. Zowel voor de opdrachtgever, alsook de betrokken partijen, maar vooral voor de uitkeringsgerechtigden kan de inzet van de doelgroepen een positieve bijdrage leveren aan de werkvoldoening en de maatschappelijke betrokkenheid. De volgende speerpunten zijn hierbij van belang: Er wordt voor de regio en voor de sectoren Groen, Logistiek en infra de komende jaren, door de vergrijzing, flink wat arbeidstekorten verwachten. Wij willen daarop anticiperen door de werkzoekenden in de regio klaar te stomen voor deze sectoren. Daarom is het stimuleren en ondersteunen van de instroom van doelgroepen naar de (groene) beroepen aan de hand van een gestructureerde aanpak om zo continuïteit van werken te kunnen garanderen een belangrijk speerpunt; De instroom van niet benutte arbeidskracht in de (groene) sectoren te ondersteunen en te bevorderen; Niet het opleggen van een tegenprestatie, maar het begeleiden van werkzoekenden naar werk en het terugdringen van het aantal uitkeringen; Een plus op het onderhoudsniveau brengen/houden in de openbare ruimte; Structureel onderhoud bieden aan de openbare ruimte door deze werkzaamheden in te zetten als werkervaringsplaatsen voor doelgroepen met toeleiding naar een reguliere werkgever; Mede invulling geven aan de maatschappelijke invulling van het behoud van kwaliteit in de openbare ruimte; 3

4 Doelgroepen mede verantwoordelijk maken voor de openbare ruimte en mee laten participeren om uiteindelijk deel te nemen op de arbeidsmarkt. Kenmerken De genoemde werkzaamheden staan voor een springplank naar de arbeidsmarkt Ervaringsleren staat centraal afgestemd op de behoefte van openbare ruimte. De periode van leren en werken is overgangsperiode tussen uitkering en werk De werkgever die de opdracht gegund krijgt heeft een inspanningsverplichting naar uitkeringsgerechtigden om hun aan werk te helpen. Uitstroom is mogelijk op meerdere passende wijzen. 3 De doelgroepen We zien dit als een positieve kans om mensen die onder de participatiewet en/of de banenafspraak vallen ruimte te geven op de arbeidsmarkt. De gemeente zorgt voor de instroom van mensen uit deze doelgroepen. Gestart wordt met 10 mensen. Dit betreft een gemengde doelgroep die wisselend wel of niet gecertificeerd zijn. Deze uitkeringsgerechtigden zijn werkzoekenden die gemotiveerd zijn om in de groene sector aan de slag te gaan en voor dit werk nog geen volledige loonwaarde vertegenwoordigen. Deze werkzoekende willen de startkwalificatie 1 behalen, met doorgroeimogelijkheden naar niveau 2. Een analyse van de situatie van de werkzoekende ligt ten grondslag aan de start, inclusief een advies van de participatiecoach op deze criteria. Voor de toegang is motivatie hét belangrijkste selectiecriterium. 4 Werkwijze Met de voorgeselecteerde kandidaten uit de doelgroepen wordt door een vertegenwoordiging van de deelnemende groenbedrijven een gesprek gevoerd. De kandidaten die geschikt bevonden worden krijgen een werkervaringsplaats bij een van hen aangeboden. Voor de kandidaat betekent de deelname naar werk een verhoging van de eigenwaarde, het benutten van talent, een gestructureerd leefritme, betere integratie (voor statushouders), een fysieke en intellectuele uitdaging, een voorbeeldfunctie in zijn sociale omgeving en duurzame participatie op de arbeidsmarkt Het belang van de kandidaat (leren) staat voorop en is nooit ondergeschikt aan het belang van de werkgever (productieve arbeid). Het werk in de groenvoorziening is immers ten behoeve van het opleidingstraject van de kandidaat. Dit is daarmee geen commerciële arbeid, maar dit zijn op de arbeidsmarkt gerichte werkzaamheden in samenwerking met onderwijs. De werkwijze is te vertalen in de volgende aspecten: Werkervaringsovereenkomst De coach stelt met de kandidaat een werkervaringsovereenkomst voor de duur van 6 maanden opgesteld. Hierin staat wat de kandidaat gaat doen, opleidingsplan, op welke dag(delen) de kandidaat gaat werken, etc. 4

5 Voorschakeltraject Het voorschakeltraject van twee maanden bestaande uit bijeenkomsten en workshops gericht op werknemersvaardigheden en veilig werken in het groen, kennismaking met de branche, certificering, training in werknemersvaardigheden en motivatie bij een erkend leer-werkbedrijf en werken aan loopbaan perspectief. Gedurende dit voorschakeltraject volgt de kandidaat scholing op basis van 24 uur per week. Dit is opgedeeld in 16 uur praktijk en 8 uur theorie. Na het positief doorlopen van dit voorschakeltraject stroomt de deelnemer in het BBL Entree leer- en werktraject (niveau 1). Entree opleiding (niveau 1) Werknemer gaat, gedurende de periode van 4 maanden, met behoud van uitkering 3 dagen per week werken bij het leer-werk bedrijf en gaat een dag naar school. De kandidaat krijgt een praktijkovereenkomst en wordt breed opgeleid met de entree opleiding, waarbij ook keuzemogelijkheden zijn richting logistiek/transport en dergelijke. Dit is afhankelijk van de motivatie, de kwaliteiten en de mogelijkheden van de kandidaat. In deze periode wordt aan de kandidaat zoveel mogelijk gecertificeerde trainingen geboden, zoals VCA, veilig aan de weg, werken met gemotoriseerd gereedschap e.d. Bindend studieadvies Na het traject van 6 maanden volgt een bindend studieadvies, waar meerdere richtingen mogelijk zijn (ook naar andere soorten werk). Als blijkt uit het advies dat de kandidaat voor een andere richting dan een groenopleiding geschikt is en de kandidaat hier ook voor kiest, wordt gezocht naar een erkend leerwerkbedrijf dat aansluit op de gekozen studierichting. Uitgangspunt is het verkrijgen van startkwalificatie niveau 1 met mogelijke doorgroei naar niveau 2. Kiest de (geschikte) kandidaat voor groen volgt een BBL traject van een half jaar bij het leer-werkbedrijf. BBL overeenkomst bij leer-werkbedrijf De kandidaat wordt een betaald contract aangeboden voor de duur van een half jaar met een minimum van 50% loonwaarde. Omdat de no-riskpolis uitsluitend geldt voor mensen die onder de doelgroep Banenafspraak behoren, is deze voor deze doelgroep niet (altijd) van toepassing. Werknemer blijft de opleiding volgen voor één dag per week. Om volledig uit de uitkering te geraken moet de kandidaat minstens 29.6 uur per week werken (4 dagen per week). In de leerwerkovereenkomst moet, als er sprake is van een opleiding conform artikel van de WEB, schriftelijk vastgelegd worden dat het dienstverband wordt aangegaan voor bepaalde tijd, namelijk de duur van de opleiding ingevolge de WEB. Proeve van bekwaamheid 10 maanden nadat de kandidaat is gestart met het gehele traject volgt de proeve van bekwaamheid, mits deze voldoende praktijkuren heeft volbracht. 5

6 5 Rol participanten 5.1 Coach De coach (van gemeente of Werkplein) spreekt en selecteert potentiële kandidaten, stelt een activiteitenplan op en is in de introductie- en activeringsfase sparring-partner voor werkgever en opleider. 5.2 Team Groen en Vastgoed gemeente De afdeling groen zorgt voor voldoende additionele werkzaamheden om de groep aan het werk te krijgen en te houden. Onkruidbeheer op verharding is een onderdeel van het werkpakket. Daarnaast ligt er additioneel werk in het bos waar deze groep op ingezet kan worden. Een deel van de begeleiding van deze pilot wordt bekostigd uit het budget onkruid op verharding. 5.3 Team maatschappelijke ondersteuning gemeente Zij dragen zorg voor de loonwaardebepaling, de uitbetaling van de loonkostensubsidie, draagt een gedeelte van de begeleidingskosten en verstrekt vouchers t.b.v. de scholingskosten. Ook spreekt de participatiecoach de kandidaat aan als er sprake is van regelmatig ziekteverzuim of als overige in de persoon gelegen problemen de voortgang van dit traject in gevaar brengen. Indien de kandidaat in een eerder stadium niveau 1 al behaald heeft, worden de overgebleven scholingskosten niet door DUO vergoed. Dit betekent een extra kostenpost voor de gemeente van per persoon. 5.4 Werkgever De werkgever biedt de kandidaat, bij gebleken geschiktheid, een werkervaringsplaats. Hij betaalt het loon, conform de loonwaardemeting. Ook zorgt de werkgever voor continuïteit van werk en een gevarieerd aanbod van werkzaamheden, passend bij de opleidingseisen. Hij begeleidt de kandidaat in de praktijk om zodoende productkennis op te doen. Het spreekt voor zich dat de werkgever de kandidaat aan mag spreken op het in acht nemen van de veiligheidsmaatregelen en de overeengekomen werktijden. De werkgever draagt ook zorg voor het aanvragen van de subsidies en de verantwoording aan de subsidieverstrekker. 5.5 Opleider De opleider verzorgt de intakes en beoordeelt of het behalen van niveau 2 in de lijn der verwachtingen ligt. Zij screent kandidaten en biedt een opleiding die aansluit bij het niveau van de kandidaat en de aangeboden werkzaamheden. Aan de hand van een bindend studieadvies maakt de opleider inzichtelijk of de deelnemer aan het juiste opleidingsprofiel deelneemt en of diplomering haalbaar is. Buiten het aanbieden van de cursussen op maat kan biedt de opleider ook op andere terreinen ondersteuning, bijvoorbeeld voor mensen met een taalachterstand. 6 Kanttekeningen/risico's 6.1 Sturing op de aanmelding Om de juiste doelgroep te bereiken en er voor te zorgen dat ook de werkgevers van kwaliteit worden voorzien, moet gestuurd worden op de aanmeldingen, doorstroom en uitstroom van deelnemers. De aanmelding ten behoeve van dit project kan daarom alleen via de gemeente 6

7 gedaan worden en een goede monitoring, ook ten behoeve van het voorkomen het risico op dubbele financiering, is essentieel. 6.2 Focus op variatie in werkzaamheden Om doorstroming zoveel als mogelijk te laten slagen is het van groot belang dat de deelnemers niet alleen ingezet worden op het bestrijden van onkruid, maar een gevarieerd aanbod van werkzaamheden krijgen. Wel gaat het hier om additioneel werk, waardoor een hoger kwaliteit van de openbare ruimte wordt behaald dan nu mogelijk is. 6.3 Winterperiode In de winter zijn er minder werkzaamheden te verwachten op het gebied van groenvoorziening. Daarom wordt in de periode tussen oktober en februari aan de kandidaat activiteiten aangeboden in de vorm van intensivering van het onderwijs, in het groeiseizoen vindt er onderwijs in een lagere frequentie plaats. 6.4 Statushouders Voor deze groep is mogelijk een traject van een half jaar met behoud van uitkering te kort zijn om deze groep door te laten stromen in het Leer-werktraject, omdat na een half jaar nog geen definitieve loonwaarde bepaald kan worden. Bij hen dient daarom rekening te worden gehouden met een langere entree-periode. De inburgeringscursus bij Kusters is daarnaast aangepast naar een hele en een halve dag school, of twee dagdelen, bij een verlenging van de cursusperiode. 6.5 Voldoende deelnemers Gezien de doelgroep kan het voorkomen dat er niet voldoende geschikte, gemotiveerde, kandidaten te vinden zijn voor het Leer-werktraject in het groen. De opleider heeft echter een minimum van 13 personen ingesteld. Mocht het aantal kandidaten uit Venray onder de 13 komen, worden andere gemeenten/opdrachtgevers benaderd door de opleider om de klas aan te vullen (waar mogelijk). 6.6 Doorbemiddeling naar andere werkgevers Indien een kandidaat niet voldoende affiniteit heeft met groen, wordt deze door Werkplein bemiddeld naar andere leer-werkbedrijven (bijvoorbeeld in de logistiek). Het vinden van het juiste leer-werkbedrijf binnen de gestelde termijn is een risico. 6.7 Uitval door ziekte van de deelnemer De kans op uitval in deze doelgroep is hoger dan gemiddeld. Mocht een deelnemer uitvallen, dan behandelt het leerwerkbedrijf deze als een reguliere medewerker. Dat betekent dat het bedrijf de Wet poortwachter opvolgt. Als een deelnemer langdurig ziek is, betrekt het leerwerkbedrijf ook de opleider. Dit om te voorkomen er teveel achterstand ontstaat. Is een deelnemer te vaak, of langdurig ziek, moet de opleider de deelnemer per brief informeren dat hij de opleiding niet kan afmaken. Ook overlegt het leerwerkbedrijf dan met de opleider en de coach van de gemeente Venray over passende vervolgacties. Eindigt het contract van rechtswege voordat de werknemer beter is, is de wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid (BeZaVa) van toepassing. Valt iemand onder de no-riskpolis, of valt de werknemer al onder de loonkostensubsidie, is het 7

8 risico en de re-integratieverplichting niet voor rekening van de werkgever, tenzij deze het eigen risicodragerschap heeft verzekerd Commitment Bij alle partijen moet voldoende commitment zijn om dit traject tot een goed einde te brengen. 7 Monitoring Resultaten worden na een half jaar na aanvang project gemeten aan de van de volgende criteria s: Aantal uitkeringsgerechtigden dat uitstroomt naar een betaalde baan (bij 5 is het budgetneutraal) Aantal behaalde MBO-kwalificaties, niveau 1 Aantal behaalde certificaten Aantal behaalde startkwalificaties 2 Stijging in loonwaarde bij meting na 12 maanden Erkend kwalificerend onderwijs aangepast op de werkgeversvraag Evaluaties met betrekking tot de gemaakt afspraken 8 Evaluatie Op basis van bovenstaande monitoring moet binnen dit kader beoordeeld worden of het project een structureel karakter kan krijgen. 9 Kosten Voor de duur van een half jaar en bij instroom van 10 deelnemers wordt uitgegaan van de volgende kostenraming Partner Inzet Kosten Budget Gemeente Venray Werken met behoud van Uitkering over 10 Uitkeringsgelden uitkering deelnemers Extra kosten opleiding, bij Maximaal Team MON uitblijven financiering DUO omdat startkwalificatie 1 in verleden al behaald en reiskosten deelnemers. Scholingsvouchers Team MON Gegunde partijen Inzeturen werkleider Team MON Werkkleding, materiaal, vervoer, etc. Onbekend Gegunde partijen Na het half jaar komen de kandidaten d.m.v. een BBL leer-werk overeenkomst in dienst bij de gegunde partijen tegen een maximale loonkostensubsidie van 50%. 8

9 10 Tijdpad Het te volgen tijdpad voor dit traject is als volgt te beschrijven. 1