Gezondheids Effect Screening (GES) Gemeente Sliedrecht
|
|
- Veerle Verbeek
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Gezondheids Effect Screening (GES) Gemeente Sliedrecht GGD Zuid-Holland Zuid Datum: 16 januari 2007 Status: definitief Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts milieuzaken Postbus 166, 3300 AD Dordrecht T F
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Inventarisatie milieugezondheidskundige aspecten Bedrijven en luchtverontreiniging Wegverkeer en luchtverontreiniging Waterverkeer en luchtverontreiniging Bedrijven en stank Bedrijven en geluid Wegverkeer en geluid Railverkeer en geluid Bedrijven en externe veiligheid Wegverkeer en externe veiligheid Railverkeer en externe veiligheid Waterverkeer en externe veiligheid Bodemverontreiniging Bovengrondse hoogspanningslijnen Gecombineerde blootstelling Bespreking, conclusies en aanbevelingen Referenties Begrippen en afkortingen Bij dit rapport hoort een afzonderlijke kaartbijlage in kleur op A3 formaat. 2
3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Sliedrecht heeft de GGD Zuid-Holland Zuid opdracht gegeven een gezondheidseffectscreening uit te voeren voor het hele grondgebied van de gemeente. 1.2 Waarom een GES? Bij ruimtelijke planvorming wordt doorgaans uitsluitend rekening gehouden met milieufactoren op basis van wettelijke milieunormen of afspraken (bijv. in het kader van vergunningverlening). Voor een aantal milieufactoren geldt dat ook beneden de wettelijke (grens-)waarden gezondheidsrisico s bestaan. Met de GES-methodiek wordt de milieugezondheidskwaliteit op een zodanige manier in beeld gebracht dat duidelijk zichtbaar is waar de kansen en de knelpunten ten aanzien van gezondheid in relatie tot de milieukwaliteit in het plangebied liggen. Dit maakt een transparante keuze bij de afweging van alternatieven mogelijk. Een plan wint hiermee aan kwaliteit en draagt zo bij aan de gezonde inrichting van de gemeente. Ook kan men hiermee latere, voorzienbare problemen voorkomen, wat veel geld kan besparen. Daarnaast kan een gemeente hiermee invulling geven aan de verplichting op basis van de Wcpv (Wet collectieve preventie volksgezondheid) om te waken over gezondheidsaspecten van bestuurlijke beslissingen. 1.3 Doelstelling Het doel van dit GES-rapport is om inzicht te geven in de milieugezondheidskundige situatie van de Sliedrecht. Daarmee wordt de mogelijkheid gegeven in de uitwerking van nieuwbouwen herstructureringsplannen en verkeerscirculatieplannen rekening te houden met de invloed van milieubelasting op de gezondheid. Bovendien kan het rapport gebruikt worden in de communicatie met bewoners en andere belangstellenden over de milieugezondheidskundige situatie in Sliedrecht. 1.4 Totstandkoming van dit rapport Het rapport is opgesteld door de GGD Zuid-Holland. De gemeente Sliedrecht heeft de benodigde milieugegevens verzameld. De GGD heeft de GES-methodiek toegepast en het rapport opgesteld. 1.5 Leeswijzer De indeling van het rapport is als volgt: In hoofdstuk 2 wordt aangegeven welke bronnen en milieufactoren voor Sliedrecht relevant zijn en in dit rapport worden beoordeeld. Vervolgens wordt de methodiek van de gezondheidseffectscreening kort beschreven. In de hoofdstukken 3 t/m 15 worden de beoordeelde bronnen en milieufactoren beschreven volgens de in de handleiding GES gebruikte indeling: Bronnen, Gezondheidseffecten en beoordelingskader, Milieubelasting en Resultaten. Hoofdstuk 16 omvat de bespreking van de bevindingen en de conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 17 bevat de referenties en in hoofdstuk 18 worden gebruikte begrippen en afkortingen verklaard. De presentatie van de resultaten in de vorm van kaarten in kleur is gebundeld in de bijlage op A3 formaat. 3
4 2. Inventarisatie milieugezondheidskundige aspecten 2.1 Beschrijving gebied In figuur 2.1 in de bijlage is het grondgebied van de gemeente Sliedrecht weergegeven met voor de GES relevante bronnen. 2.2 Inventarisatie milieu-gezondheidskundige aspecten Met de GES-methodiek kunnen de volgende bronnen en milieufactoren die mogelijk invloed hebben op een gebied worden beoordeeld: bronnen: bedrijven, wegverkeer, railverkeer, waterverkeer, vliegverkeer, bodem, bovengrondse hoogspanningsleidingen milieufactoren: luchtverontreiniging, geurhinder, geluidhinder, externe veiligheid, bodemverontreiniging, elektromagnetische velden. Op basis van een inventarisatie van aanwezige bronnen van milieubelasting in en om Sliedrecht is onderstaand overzicht van mogelijk relevante milieubelasting en gezondheidsfactoren verkregen (tabel 2.1). Niet opgenomen in de tabel maar ook relevant is de bron bovengrondse hoogspanningslijnen met milieufactor elektromagnetische velden. Tabel 2.1: overzicht van gezondheidsrelevante bronnen en milieufactoren in en om Sliedrecht. Milieufactoren Bronnen Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Waterverkeer Bodem luchtverontreiniging + + nvt + nvt geurhinder + nb nvt nvt nvt geluidhinder nb nvt externe veiligheid nvt bodemverontreiniging nvt nvt nvt nvt + nvt = niet van toepassing in de GES-methodiek Toelichting: voor de in de tabel met nb aangeduide bronnen en milieufactoren is geen informatie voorhanden. 2.3 De GES-methodiek De GES-methodiek waarmee de invloed op de gezondheid in beeld wordt gebracht is uitvoerig beschreven in de publicatie Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu 2006 (GGD Nederland, 2006). De methodiek is tweeledig: het geeft per milieufactor een gezondheidskundige maat (GES-score) voor de mate van milieubelasting, en daarnaast een score voor het aantal woningen met een bepaalde milieubelasting (uitgedrukt als woningscore). Daartoe is in de GES-handleiding aangegeven welke dosis-respons-relatie 1 voor elke milieufactor gebruikt is. De GES-score varieert tussen 0 en 8, met op hoofdlijnen onderstaande indeling. Daarbij is een score 6 toegekend aan blootstellingen die hoger zijn dan het niveau waarvan het Ministerie van VROM, veelal wettelijk, heeft vastgelegd dat overschrijding niet toelaatbaar is, het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) 2. 1 Het verband tussen de mate van blootstelling aan de milieufactor en de aard en ernst van het gezondheidseffect. Hoe hoger de blootstelling, hoe groter het gezondheidseffect. 2 het MTR niveau is die concentratie van een stof waarbij er per jaar één extra sterfgeval optreedt op een miljoen blootgestelden. 4
5 Voor de verschillende milieuaspecten ziet er dat als volgt uit: Tabel 2.2: milieufactoren, dosis-respons-relaties en GES-scores Luchtverontreiniging* Stank Geluid (wegverkeer)** Externe Veiligheid Concentratie Hinder Ernstige L etm Ernstige Plaatsgeb. >Groepsrisico*** (%) hinder(%) db(a) hinder (%) risico < streefwaarde 0 0 <45 <0 <10-8 nee Streefwaarde GESscore **** nee 2 0,1 x MTR 0,1 0,5 x MTR ,5 0,75 x MTR nee 4 0,75 1,0 x MTR ,0 x MTR >10-6 ja *: Voor sommige luchtverontreinigende stoffen is ook GES-score 7 en 8 van toepassing **: Gegeven is de geluidbelasting en ernstige hinder ten gevolge van wegverkeer. Omdat de geluidhinder van bedrijven en railverkeer anders ervaren wordt gelden daarvoor andere GES-scores. Zie daarvoor de beschrijving in de specifieke hoofdstukken. ***: Bedoeld wordt een overschrijding van de Oriëntatiewaarde Groepsrisico. ****: Sommige GES-scores zijn niet voor alle milieufactoren van toepassing. De verschillende milieufactoren hebben verschillende soorten gezondheidseffecten, zoals kans op gezondheidsschade of kanker bij blootstelling aan stoffen, de kans op acute sterfte bij externe veiligheidsrisico s en het aantal ernstig gehinderden bij blootstelling aan lawaai en stank. Voor blootstelling aan stoffen en externe veiligheidsrisico s zijn formele MTR-niveaus vastgesteld. Dit is niet het geval voor blootstelling aan lawaai en stank. In het kader van de GES-methodiek is voor lawaai en stank wel een hinderniveau vastgesteld, waaraan een GESscore van 6 wordt toegekend, dat naar de mening van de auteurs op MTR-niveau ligt. Anders dan de voor stoffen en externe veiligheidsrisico s afgeleide MTR s is het MTR-niveau voor stank en lawaai daarom een minder hard gegeven. De grote verschillen in gezondheidseffecten maakt het onmogelijk om de gezondheidsrisico s van verschillende milieufactoren in absolute zin met elkaar te vergelijken. Het is dankzij de scoringssystematiek wel mogelijk om relatieve vergelijkingen te maken. Om die reden zijn de scores met elkaar in overeenstemming gebracht. Om GES-scores meer zeggingskracht te geven en voor een ieder duidelijk te omschrijven wordt gebruik gemaakt van de volgende aan de GES-scores gekoppelde milieugezondheidskwaliteiten: 5
6 Tabel 2.3: relatie tussen GES-scores en milieugezondheidskwaliteit GES-score Milieugezondheidskwaliteit 0 zeer goed groen 1 goed 2 redelijk geel 3 vrij matig 4 matig oranje 5 zeer matig 6 onvoldoende 7 ruim onvoldoende rood 8 zeer onvoldoende Voor het tekenen van contouren op een kaart wordt gebruik gemaakt van de aan GES-scores gekoppelde kleurenzones. De precieze betekenis van de GES-scores is in de komende hoofdstukken per type milieubelasting aangegeven. In dit rapport zijn geen woningscores bepaald. Woningscores kunnen een nuttig hulpmiddel zijn bij het afwegen van planalternatieven. In deze GES is dat niet aan de orde. Benadrukt moet worden dat de GES-methodiek alleen die milieufactoren beoordeelt waarvoor wetenschappelijk vastgestelde gezondheidseffecten bekend zijn. Daarnaast zijn er nog vele andere aspecten die de kwaliteit van een gebied bepalen, zoals uitstraling, architectuur, ligging t.o.v. het buitengebied, functie-bereikbaarheid, sociale veiligheid, omgevingskwaliteit, enz. De positieve invloed die van deze aspecten op de beleving van de leefomgeving en mogelijk daarmee op de gezondheid uitgaat kunnen met de GES-methodiek niet beoordeeld worden. 6
7 3. Bedrijven en luchtverontreiniging 3.1 Bronnen De uitstoot van bedrijven kan de luchtkwaliteit in een gebied beïnvloeden. In en rond Sliedrecht liggen de bedrijventerreinen Nijverwaard, Kerkerak (Molendijk/Industrieweg), Rivierdijk/de Peulen, Oosteind (Papendrecht) en de Staart (Dordrecht). 3.2 Gezondheidskundige beoordeling en toetsingskader De gezondheidskundige beoordeling is gebaseerd op de concentraties van stoffen in de lucht op leefniveau (immissie). Over het algemeen worden geen luchtmetingen verricht in de omgeving van bedrijven. Meetresultaten verdienen de voorkeur voor de beoordeling van gezondheidseffecten. Metingen geven echter meestal een momentopname. Ondersteuning met modelberekeningen is dan noodzakelijk. Met deze modellen kan dan bijvoorbeeld berekend worden wat de gemiddelde concentraties over een jaar zijn op verschillende afstanden. Ook kan dan de concentratie berekend worden die op een bepaalde afstand bijvoorbeeld in 98% van de tijd, het 98-percentiel, niet overschreden wordt. Dergelijke percentielwaarden spelen een grote rol in de normstelling van luchtverontreiniging. Voor de gezondheidskundige beoordeling van de concentratie wordt de berekende of gemeten concentratie inclusief het achtergrondgehalte beschouwd. Onder de streefwaarde of het Verwaarloosbaar Risico (VR) is een GES-score van 0 gegeven. Bij overschrijding van het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) wordt een score van 6 toegekend. Sommige stoffen komen in de praktijk juist voor in concentraties tussen het Verwaarloosbaar Risico (VR) en Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR). Om dit stuk meer onderscheidingsvermogen te geven is voor een verfijning gekozen (GES-score 2 t/m 5). Er wordt onderscheid gemaakt tussen carcinogene (kankerverwekkende) stoffen en toxische stoffen. Het MTR voor carcinogene stoffen is vastgesteld als een extra kans op overlijden van 1 op de miljoen per jaar (10-6 ) of 1 op bij levenslange blootstelling (10-4 ). Het MTR voor toxische stoffen is de concentratie waaronder bij levenslange blootstelling geen gezondheidseffecten te verwachten zijn. De indeling ziet er dan als volgt uit. Carcinogene stoffen Risico GES-score Opmerkingen < Onder Verwaarloosbaar Risico (VR) 1 x x Overschrijding VR, maar onder 0,1 x MTR 1 x x Tussen 0,1 x MTR en 0,5 x MTR 5 x x Tussen 0,5 x MTR en MTR 1 x Overschrijding MTR Toxische stoffen Concentratie GES-score Opmerkingen < streefwaarde 0 Onder streefwaarde Tussen streefwaarde en 0,1 MTR 2 0,1 0,5 x MTR 3 0,5 0,75 x MTR 4 0,75 1,0 x MTR 5 1,0 MTR 6 Overschrijding MTR Als geen streefwaarde bekend is dan kan 0,01 x MTR gehanteerd worden 7
8 Voor de gezondheidskundige beoordeling en GES-scores van stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof wordt verwezen naar hoofdstuk 7 Wegverkeer en luchtverontreiniging. 3.3 Milieubelasting Bij de Milieudienst ZHZ is geen informatie beschikbaar over luchtverontreiniging door bedrijven waarvoor de gemeente bevoegd gezag is. In het jaar 2000 is er door het RIVM onderzoek verricht naar de emissie en verspreiding van geur en toxische stoffen in de omgeving van de Tweede en Derde Merwedehaven te Dordrecht en de hiermee samenhangende gezondheidsaspecten. 3 Voor het vaststellen van de emissies van de verschillende industriële bedrijven is in de eerste plaats gebruik gemaakt van gegevens uit de inventarisatie van de industriële emissies welke is uitgevoerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid (1999). Deze gegevens zijn aangevuld met gegevens uit eigen onderzoek. Ten aanzien van de emissies van de stort stonden gegevens ter beschikking uit een drietal rapportages (Haskoning, Tauw, Arbounie). Deze gegevens zijn aangevuld met resultaten van onderzoek dat in het kader van dit RIVM-onderzoek is uitgevoerd door TNO/MEP. Aan de hand van de vier genoemde onderzoeken zijn emissiecijfers vastgesteld voor de stort. Met behulp van een verspreidingsmodel zijn aan de hand van de emissiegegevens concentratiebijdragen in de woonomgeving in Sliedrecht berekend. Daarnaast is in de omgeving van de Tweede en Derde Merwedehaven een uitgebreid meetprogramma uitgevoerd. Doel van dit meetprogramma was de validatie en waar nodig de aanvulling van de resultaten van het emissie- en verspreidingsonderzoek. Het meetprogramma bestond uit een aantal onderdelen: Continue meting van de concentraties van een aantal verontreinigende stoffen op een strategisch gekozen vaste locatie; de daarvoor benodigde apparatuur was geplaatst in een meetcontainer. Tijdsgemiddelde meting van de concentraties van een aantal vluchtige organische verbindingen op ca 35 locaties rondom de stort. Tijdsgemiddelde meting van de persoonlijke blootstelling van 7 bewoners aan een aantal vluchtige organische verbindingen. Op deze manier is voor 15 anorganische componenten en 42 koolwaterstofverbindingen de bijdrage aan o.a. de jaargemiddelde concentratie in Sliedrecht vastgesteld. Deze is vervolgens getoetst aan de toxicologische referentiewaarde die voor de stof is vastgesteld. Dit is de gemiddelde concentratie waarvan men bij levenslange blootstelling geen gezondheidseffecten te verwachten heeft. Uit deze toetsing blijkt dat de bijdrage van alle bedrijven op het industrieterrein voor nagenoeg alle beoordeelde stoffen, zowel in Dordrecht als in Sliedrecht, ver ligt beneden de concentratie die vanuit gezondheidskundig oogpunt als veilig voor levenslange blootstelling wordt beschouwd. Dit beeld werd in hoge mate bevestigd door de resultaten van de metingen. Een vergelijking laat verder zien dat ook de 99,5 percentiel-waarden, die een maat vormen voor de kortdurende piekblootstelling, beneden de toxicologische grenswaarden voor levenslange en voor kortdurende blootstelling liggen. Ook wanneer rekening gehouden wordt met de mogelijkheid dat de werking van de ene stof die van de andere versterkt worden bij deze concentraties, die (ver) beneden het effectniveau liggen, geen gezondheidseffecten verwacht. Een effect dat op grond van de resultaten niet kon worden uitgesloten is het 3 M.G. Mennen, M. van Bruggen, J.J.G Kliest, H.J.Th.M. Bloemen, R.J.W. Zwartjes, F. Fortezza, T.A. Regts, H.P. Bos, E.M. van Putten, C.J. Wiese, P.J.C.M. Janssen, H. Kruize, I. van Kamp. Emissie en verspreiding van geur en toxische stoffen in de omgeving van de Tweede en Derde Merwedehaven te Dordrecht en de hiermee samenhangende gezondheidsaspecten. September RIVM rapport
9 optreden van incidentele stankhinder, met name op basis van de te verwachten concentraties aan zwavelwaterstof. In 2006 heeft MOB in opdracht van de gemeente Sliedrecht gerapporteerd over de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Sliedrecht en Dordrecht. Daarin wordt geconcludeerd dat na een afname in de periode 1990 tot 2000 de emissies van de grotere bedrijven min of meer zijn gestabiliseerd. Op basis hiervan is het aannemelijk dat de uitkomsten van het RIVM-onderzoek uit 2000 in 2006 nog steeds relevant zijn. 3.4 Resultaten De stoffen waarvan de jaargemiddelde concentratie en/of de 99,5 percentiel-waarde (als maat voor de kortdurende piekblootstelling) in Sliedrecht 4 de streefwaarde (berekend als 0,01 x de toxicologische referentiewaarde (MTR)) overschreden zijn met de bijbehorende GES-scores weergegeven in onderstaande tabel. jaargemiddeld (µg/m 3 ) 99,5- percentiel (µg/m 3 ) MTR (µg/m 3 ) streefwaarde (µg/m 3 ) jaargem. incl. achtergrondconcentratie* GESscore** Stof Stikstofoxiden (NO x ) 1, nb 2 Stikstofdioxide (NO 2 ) nb nb 40 0,4 31,3*** 3 Zwaveldioxide (SO 2 ) 1, ,5 8 3 Zwavelwaterstof (H 2 S) 0,15 0,3 1, ,5 nb 0 Zwavelwaterstof (worst case) 2,5 4, ,5 nb 2 Fijn stof 0,1 1,5 40 0,4 28,1 4 Cadmium 0, ,0003 0,01 0,0001 nb 0 HCFK s nb 0 Tetrahydrofuran 0, ,5 nb 0 Methanol 0, nb 0 nb = niet bekend. * Hier zijn de hoogste waarden van de achtergrondconcentratie en de jaargemiddelde bijdrage van de industrie bij elkaar opgeteld. De achtergrondconcentratie (jaargemiddeld) bedroeg in 2005 (bron: CARII vs5): NO 2 : Sliedrecht-West: 30 µg/m 3, Sliedrecht-Oost: 28 µg/m 3 SO 2 : Sliedrecht-West: 5 µg/m 3, Sliedrecht-Oost: 4 µg/m 3 Fijn stof: 28 µg/m 3 ** De GES-score wordt toegekend op basis van de jaargemiddelde concentratie inclusief de regionaal heersende achtergrondconcentratie als deze bekend is. *** NO x omvat ook NO 2. De jaargemiddelde bijdrage NO x is hier opgeteld bij de achtergrondconcentratie NO 2 om de GES-score NO 2 te bepalen. 4 zoals berekend voor het punt met coördinaten (4500,2750) hoek Merwestraat/Adriaan Volkersingel respectievelijk coördinaten (1300,1150) industrieterrein Kerkerak 9
10 Hieruit blijkt dat de bijdrage van de bedrijven aan de luchtverontreiniging op leefniveau in Sliedrecht relatief gering is en ruim onder de gezondheidskundige grenswaarde ligt. Ook de berekende piekconcentraties liggen hier ruim onder. De milieugezondheidskwaliteit voor deze stoffen is dan ook zeer goed (GES-score 0) tot redelijk (GES-score 2). Van de stoffen die gerekend worden tot de grootschalige luchtverontreiniging waarvoor ook achtergrondconcentraties bekend zijn is de bijdrage zwaveldioxide van de industrie ten opzichte van de achtergrondconcentratie relatief het grootst (GES-score 3, vrij matig). De milieugezondheidskwaliteit voor NO 2 (GES-scores 3, vrij matig) en fijn stof (GES-score 4, matig) worden vooral bepaald door de achtergrondconcentratie. In het RIVM-rapport zijn voor NO x, dichloormethaan, HCFK s en etherverbinding kaarten met contouren van jaargemiddelde concentraties rond de bron opgenomen. Alleen voor HCFK s kon aan deze contouren een GES-score hoger dan 0 worden toegekend (figuur 3.1 in de bijlage). In Baanhoek-West en Benedenveer is de milieugezondheidskwaliteit voor deze stof redelijk (GES-score 2). 10
11 4. Wegverkeer en luchtverontreiniging 4.1 Bronnen Het wegverkeer in en door Sliedrecht vormt een bron van luchtverontreiniging, waardoor de luchtkwaliteit met name in de directe omgeving van de weg verslechterd wordt. In combinatie met de heersende regionale achtergrondconcentraties van luchtverontreiniging kan dit leiden tot een luchtkwaliteit waarbij negatieve gezondheidseffecten op kunnen gaan treden. 4.2 Gezondheidseffecten en beoordelingskader Uit onderzoek is gebleken dat bij de gezondheidskundige beoordeling van effecten van luchtverontreiniging door verkeer met name van belang zijn NO 2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof). Stikstofdioxiden (NO 2 ) Gezondheidseffecten van stikstofdioxide 5 De oxiderende eigenschappen van NO 2 kunnen effecten in de luchtwegen en longen veroorzaken in de vorm van vermindering van de longfunctie en afname van de weerstand tegen infecties van het longweefsel. De luchtwegklachten waarmee dit gepaard gaat, kunnen ziekenhuisopnames tot gevolg hebben. Ook is aangetoond dat blootstelling aan NO 2 bij gevoelige personen kan leiden tot een versterkte reactie op allergenen en een toename van astmatische klachten. De gezondheidseffecten die gerelateerd zijn aan NO 2 in de buitenlucht worden echter niet uitsluitend aan NO 2 toegeschreven. In de wetenschap wordt NO 2 vooral gezien als een indicator van het mengsel van luchtverontreiniging dat voornamelijk afkomstig is van uitlaatgassen van het verkeer. Niet NO 2 zelf is de belangrijkste veroorzaker van de gezondheidseffecten, maar de componenten die met NO 2 samenhangen. Dit betekent dat bij een overschrijding van de NO 2 norm langs een drukke weg, niet alleen NO 2 zelf een gevaar voor de gezondheid vormt, maar dat de concentratie van verkeersgerelateerde (deeltjesvormige) luchtverontreiniging er van dusdanige omvang is dat er gezondheidseffecten kunnen optreden. Om deze reden is er binnen de WHO discussie over de Europese grenswaarde voor NO 2 van 40 µg/m 3 jaargemiddeld. Er zou niet voldoende kennis zijn om een norm te stellen en er gaan zelfs stemmen op om de norm te verlagen. Het MTR is voor 2010 gesteld op 40 µg/m 3 (jaargemiddeld). Een gemiddelde van 40 µg/m 3 komt ongeveer overeen met een P98 6 van µg/m 3. De achtergrondconcentratie in Sliedrecht bedroeg in µg/m 3 (CARII v5). Tabel 4.1 GES-scores NO 2 Jaargemiddelde GES- Opmerkingen (µg/m 3 ) score < overschrijding streefwaarde overschrijding grenswaarde toename luchtwegklachten en verlaging longfunctie sterkere toename luchtwegklachten en verlaging longfunctie LCM. 19 mei Informatieblad luchtkwaliteit en gezondheid. 6 P98= 98-percentiel waarde=de waarde die gedurende 98 % van de tijd niet wordt overschreden (en dus gedurende 2 % van de tijd wel wordt overschreden). Dit is een maat om piekconcentraties aan te geven. 11
12 Fijn stof Geen gezondheidskundige norm 7 Fijn stof deeltjes kunnen diverse gezondheidseffecten veroorzaken waaronder vermindering van de longfunctie, verergering van astma (vooral bij kinderen), lagere luchtwegklachten (hoesten door irritatie van de luchtwegen) en klachten gerelateerd aan hart- en vaatziekten (vaatvernauwing, verhoogde bloedstolling en verhoogde hartslag). Deze effecten kunnen leiden tot ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte, met name aan longziekten en hart- en vaatziekten. Voor fijn stof bestaat geen gezondheidskundige grenswaarde waaronder geen gezondheidsschade optreedt. Ook bij lage blootstelling kan dus gezondheidsschade ontstaan. De WHO heeft om deze reden geen norm voor fijn stof bepaald. Grootte en samenstelling van de stofdeeltjes De mate waarin stofdeeltjes kunnen doordringen in longen en luchtwegen is afhankelijk van de grootte van de deeltjes. Het grovere deel van het PM10 stof (dat is het stof met een diameter tussen de 2,5 en 10 µm) bereikt het bovenste deel van de longen. De fijnere deeltjes, gekarakteriseerd als PM2,5 of PM1 dringen dieper in de longen door tot in de longblaasjes. Sinds enkele jaren is er ook aandacht voor zogenaamde ultrafijne deeltjes met een diameter kleiner dan 0,1 µm. Deze deeltjes kunnen tot in de bloedbaan doordringen en daar effecten uitoefenen op de bloedklontering. Ook de samenstelling van de stofdeeltjes kan sterk variëren en is van belang bij het veroorzaken van gezondheidseffecten. In de praktijk wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de grove fractie van PM10 (>2,5 µm) en de fijne fractie <2,5 µm (PM2,5). De grove fractie van PM10 bestaat vooral uit deeltjes die het gevolg zijn van mechanische processen en opwaaiend bodemstof. De fijne fractie (PM2,5) bestaat vooral uit deeltjes die het gevolg zijn van verbrandingsprocessen, waaronder dieselroet. Ook bevat deze fractie zogenaamde secundaire aërosolen; deeltjes die in de lucht zijn gevormd. Er zijn sterke aanwijzingen dat de fijne fractie, gedefinieerd als PM2,5 schadelijker zou zijn dan de grove fractie, hoewel de grove fractie ook niet geheel onschadelijk is. Effecten na kortdurende blootstelling Effecten op de gezondheid kunnen optreden tijdens of kort nadat iemand is blootgesteld aan hoge concentraties fijn stof. Het gaat hierbij om afname van longfunctie, toename van luchtwegklachten zoals piepen, hoesten en kortademigheid, verergering van astma en verergering van klachten bij longziekten en bij hart- en vaatziekten. Deze symptomen leiden tot een toename in medicijngebruik en ziekenhuisopnames van mensen met een hart- of longziekte. Bij de meeste personen verdwijnen de klachten zodra de luchtverontreiniging afneemt en keert de normale toestand terug. Dit is niet altijd het geval. De verergering van klachten kan ook zo ernstig zijn dat mensen hierdoor overlijden. Voor dit effect wordt de term vroegtijdige sterfte gebruikt, omdat het gaat om het eerder sterven dan het geval zou zijn geweest wanneer er geen kortdurende hoge blootstelling was opgetreden. Vervroegd overlijden komt vrijwel niet voor bij gezonde mensen, maar meestal bij (oudere) mensen die al verzwakt zijn door een hart- of longziekte. Zij overlijden enkele weken tot maanden eerder dan wanneer zij niet waren blootgesteld aan verhoogde concentraties fijn stof. Uit tientallen onderzoeken gedurende de afgelopen decennia is een duidelijk verband aangetoond tussen dagelijkse variatie in luchtverontreiniging en dagelijkse variatie in sterfte. Volgens de laatste schattingen overlijden er jaarlijks tot Nederlanders vroegtijdig door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijn stof 8. 7 LCM Landelijk Centrum Medische Milieukunde. 19 mei Informatieblad luchtkwaliteit en gezondheid. 12
13 Effecten na langdurige blootstelling In tegenstelling tot studies naar kortdurende blootstelling aan luchtverontreiniging en dagelijkse sterfte vergen studies naar sterfte als gevolg van langdurige blootstelling aan fijn stof een follow-up periode van enkele tientallen jaren. Daarom zijn er pas sinds de jaren negentig de eerste onderzoeksresultaten bekend van deze zogenaamde cohort studies en zijn de bewijzen voor beïnvloeding van de levensduur niet zo talrijk als die voor vervroegde sterfte als gevolg van kortdurende blootstelling aan luchtverontreiniging. Ondanks het beperktere bewijs, blijkt uit deze cohortstudies dat langdurige blootstelling aan fijn stof samenhangt met levensduurverkorting door met name hart- en vaatziekten en longkanker. Tot voor kort werden in Nederland alleen schattingen gegeven van vervroegde sterfte door kortdurende blootstelling, maar de laatste schattingen van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) betreft de levensduurverkorting waarmee langdurige blootstelling aan fijn stof gepaard gaat. Hieruit blijkt dat in Nederland jaarlijks ongeveer personen enkele jaren eerder overlijden dan wanneer zij niet aan fijn stof waren blootgesteld. Ook de mate van levensduurverkorting blijkt hoger te liggen dan bij kortdurende blootstelling en in eerdere schattingen. Het zou niet gaan om 1 of 2 jaar, maar om ongeveer tien jaar. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat er nog veel discussie over de schatting is en de berekening gebaseerd is op slechts een tweetal Amerikaanse studies. Wel is duidelijk dat langdurige blootstelling aan lagere concentraties fijn stof ernstiger is dan kortdurende blootstelling aan hoge concentraties. Ook in de toekomst wordt er ingeschat dat er in Nederland, met name in de Randstad, nog dusdanig hoge concentraties fijn stof voorkomen dat mensen hierdoor korter leven. Risicogroepen Als groepen die gevoelig zijn voor het optreden van gezondheidseffecten van luchtverontreiniging worden beschouwd: ouderen, patiënten met al bestaande luchtweg- of hartaandoeningen en kinderen met al bestaande luchtwegklachten. Ook gezonde kinderen kunnen gevoelig zijn voor luchtverontreiniging. Kinderen hebben namelijk een hogere blootstelling dan volwassenen, omdat ze relatief veel lucht inademen als gevolg van de verhouding longinhoud-lichaamsgewicht die bij kinderen groter is dan bij volwassen. Gezondheidseffecten van wonen langs drukke wegen In wetenschappelijke studies wordt niet altijd een verband gevonden tussen de blootstelling aan een bepaalde luchtverontreinigende component en een gezondheidseffect, maar blijkt er wel een verband te bestaan tussen het wonen langs drukke wegen en gezondheidseffecten. Meerdere epidemiologische onderzoeken in Nederland tonen aan dat bij kinderen die dichtbij drukke wegen wonen de longfunctie afneemt en luchtwegklachten toenemen. Het gaat dan om een afstand van minder dan 400 meter van snelwegen, maar vooral bij een woonplek erg dicht langs de weg (minder dan 100 meter) wordt deze relatie gevonden. Dit ligt waarschijnlijk aan het feit dat de bijdrage van verkeer aan het totale mengsel van fijn stof het grootst is binnen een afstand van 100 meter van de snelweg. Roetdeeltjes uitgestoten door vrachtverkeer wordt in een aantal studies als belangrijkste veroorzaker van deze associatie aangewezen. Ook bij kinderen op scholen nabij snelwegen met veel vrachtverkeer komen vaker luchtwegklachten voor dan bij kinderen op scholen verder (> 400 meter) van de snelweg. De effecten langs wegen beperken zich niet tot luchtwegklachten. Er bestaat (zij het beperkte) evidentie dat het wonen dichtbij drukke wegen leidt tot meer ziekenhuisopnames en verhoogde sterfte aan een longziekte of hart- en vaatziekte. 8 Zie 13
14 De jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) bedraagt in 2001, gemiddeld over Nederland, 31 µg/m 3. De achtergrondconcentratie in Sliedrecht bedraagt in µg/m 3 (CARII v5). Voor PM10 is de wettelijke grenswaarde een jaargemiddelde van 40 µg/m 3. Op niet meer dan 35 dagen per jaar mag de 24-uur-concentratie van 50 µg/m3 worden overschreden. Tabel 4.2 GES-scores fijn stof (PM10) Jaargemiddelde GES- Opmerkingen (µg/m 3 ) score < overschrijding streefwaarde (voorstel EU voor 2010) een bijdrage van verkeer tot circa 15 µg/m 3 een toename van luchtwegsymptomen, ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte (geschat wordt circa 0,3 % - 0,4 % per 10 µg/m 3 ) overschrijding grenswaarde een bijdrage van verkeer tot 25 µg/m 3 een toename van luchtwegsymptomen, ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte (geschat wordt een toename van circa 0,75 % - 1 % voor een toename van 25 µg/m 3 ) een bijdrage van verkeer tot circa 35 µg/m 3 een toename van luchtwegsymptomen, ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte (geschat wordt een toename van circa 1,1 % - 1,4 % voor een toename van 35 µg/m 3 ) 65 8 een bijdrage van verkeer van > circa 35 µg/m 3 een toename van luchtwegsymptomen, ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte (geschat wordt een toename > circa 1,1 % - 1,4 % voor een toename > 35 µg/m 3 ) 4.3 Milieubelasting De belangrijkste bron in Sliedrecht voor verkeersgerelateerde luchtverontreiniging is de A15. Rijkswaterstaat stelt ten behoeve van de rapportage Besluit luchtkwaliteit informatie beschikbaar over de luchtkwaliteit langs snelwegen in 2005, in de vorm van grafieken van dwarsdoorsneden voor elke hectometer snelweg met het concentratieverloop voor NO 2 en fijn stof vanaf de rand van de weg aan weerszijden. Hieruit kon een contour voor 40 en 30 µg/m 3 (jaargemiddeld) worden afgeleid. Van de MZHZ is een kaart met de hierop gebaseerde 40 µg/m 3 NO 2 contour verkregen. Van de provincie Zuid-Holland zijn 2 versies van de zonekaart luchtkwaliteit langs wegen beschikbaar met een prognose voor NO 2 (jaargemiddeld) in 2010 (UNRR scenario, berekend met het TNO-model in juli 2004 en scenario global competion, augustus 2002). Voor de bijdrage van lokale wegen zijn van de MZHZ gegevens uit het Milieumodel regio Drechtsteden verkregen. Het gaat om afbeeldingen van wegvakken waarin voor de afstand tot 5 m vanuit het hart van de weg wordt aangegeven of de jaargemiddelde concentratie 40 µg/m 3 (en voor NO 2 ook 50 µg/m 3 ) wordt overschreden, voor de situatie in 2005 en voor de prognose voor De berekeningen hiervoor zijn uitgevoerd met het model CAR II v5.0 gebaseerd op de RVMK Drechtsteden (v ). Hierbij is voor PM10 rekening gehouden met 4 µg/m 3 zeezoutaftrek. Bij de gezondheidskundige beoordeling wordt hier geen rekening mee gehouden. 14
15 4.4 Resultaten De lokale luchtkwaliteit wordt voornamelijk bepaald door de regionaal heersende achtergrondconcentraties. Dit is het mengsel van luchtverontreiniging door natuurlijke bronnen, industrie, verkeer en huishoudens afkomstig uit binnen- en buitenland waarvan de samenstelling onder andere onder invloed van de weersomstandigheden varieert. Daar bovenop levert het verkeer een lokale bijdrage aan de luchtverontreiniging, met name stikstofdioxide en fijn stof. Dit zijn voor de gezondheid de meest relevante stoffen. De achtergrondconcentraties in Sliedrecht in 2005 en de prognose hiervan voor 2010, 2015 en 2020 zoals die zijn opgenomen in het computermodel CAR II v5 dat wordt gebruikt voor de rapportages in het kader van het Besluit Luchtkwaliteit zijn met de bijbehorende GES-score weergegeven in de volgende tabel: Tabel 4.3 Achtergrondconcentraties NO 2 en fijn stof (PM10) in CAR II v5 Stof (in µg/m 3 ) GES-score Sl-West: NO 2 30* Sl-Oost: NO Sl-West: PM Sl-Oost: PM * GES-score 5 Dit betekent dat op basis van de heersende achtergrondconcentratie de luchtkwaliteit, ook met de verwachte verbetering tot 2020, als vrij matig wordt beoordeeld. De gebieden met GES-scores voor NO 2 van wegverkeer op de A15 en lokale wegen voor de situatie 2005 en prognose 2010 zijn weergegeven in de figuren 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4 in de bijlage. In figuur 4.5 zijn deze naast elkaar geplaatst ter onderlinge vergelijking. Waar gebieden elkaar overlappen is de concentratie hoger en is mogelijk een hogere GESscore van toepassing. Hieruit blijkt dat het beeld rond de A15 voor 2005 gunstiger lijkt dan de prognose voor In de rapportage voor 2005 is door RWS een correctie toegepast voor de zogenaamde dubbeltelling 9. De grootschalige GCN concentraties worden gebruikt als de meest betrouwbare benadering voor de werkelijke achtergrondconcentraties. Zeer grote bronnen, zoals rijkssnelwegen, kunnen echter een significante bijdrage aan de grootschalige GCN concentraties leveren. Bij gebruik hiervan, zonder hiervoor te corrigeren, zou sprake zijn van dubbeltelling. Om deze reden kunnen de grootschalige GCN concentraties worden gecorrigeerd. Deze correctie kan in de orde van grootte liggen van 1 5 µg/m 3. In de prognose voor 2010, opgesteld in juni 2004 door TNO/MEP, is deze correctie niet toegepast. De situatie langs lokale wegen is in de prognose 2010 beter dan in 2005, maar er blijven knelpunten bestaan bij toevoerwegen naar de afslag Wijngaarden en het kruispunt Stationsweg Rembrandtlaan. De gebieden met GES-scores voor fijn stof (PM10) van wegverkeer op de A15 en lokale wegen voor de situatie 2005 en prognose 2010 zijn weergegeven in de figuren 4.6, 4.7, en 4.8 in de bijlage. Er zijn geen gegevens voor de prognose 2010 van de A15 voor fijn stof. In figuur 4.9 zijn deze figuren naast elkaar geplaatst ter onderlinge vergelijking. 9 ECN. Luchtkwaliteit rond het Nederlandse rijkswegennet in 2005; toelichting op de berekeningen. 7 april Bijlage D. Dubbeltellingen. 15
16 Waar gebieden elkaar overlappen is de concentratie hoger en is mogelijk een hogere GESscore van toepassing. Hieruit lijkt de situatie in 2005 langs de lokale wegen minder gunstig te zijn dan die langs de A15. In 2010 wordt een duidelijke verbetering verwacht, met alleen nog een zeer matige luchtkwaliteit voor fijn stof (GES-score 5) langs de toe- en afvoerwegen naar de op- en afritten van de A15. 16
17 5. Waterverkeer en luchtverontreiniging 5.1 Bronnen Het scheepvaartverkeer op de Beneden Merwede draagt bij aan de luchtverontreiniging in Sliedrecht. 5.2 Beoordelingskader De binnenvaart en de zeescheepvaart zijn bronnen van luchtverontreiniging, met name door de emissies van fijn stof, zwarte rook, NOx en SO 2 door de dieselmotoren. SO 2 -emissies komen vooral voor bij zeeschepen en kustvaarders, waarschijnlijk omdat deze schepen gebruik maken van goedkope, zwavelrijke brandstof. Deze brandstof is wel toegestaan op de volle zee, maar niet op vaarwegen van en naar een haven. De emissie van luchtverontreiniging door de scheepvaart is afhankelijk van het brandstofverbruik en het aantal scheepvaartbewegingen. Het brandstofverbruik is afhankelijk van het scheepstype en de grootte, de vaarsnelheid, het vaarwegtype, de stroomsnelheid van het water en de belading. Voor het berekenen van de verspreiding van de emissies van scheepvaart is geen rekenmodel voorhanden dat hiervoor specifiek is ontworpen. Door TNO wordt wel het (aangepaste) TNOverkeersmodel gebruikt om de immissie van scheepvaart te berekenen. Er is in Nederland op 3 plaatsen onderzoek gedaan naar de invloed van de emissies van de binnenscheepvaart op de luchtkwaliteit van de stoffen NO 2 en PM10. Voor de Waal en het Maas-Waal-kanaal bij Nijmegen zijn verspreidingsberekeningen uitgevoerd waaruit bleek dat de NO 2 -emissies op de Waal vergelijkbaar zijn met die van een autosnelweg met ongeveer voertuigen per dag (10% vrachtverkeer). Overigens is de Waal de drukst bevaren rivier van Europa. Uit deze berekeningen blijkt dat de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties NO 2 op sommige locaties op de oevers van de Waal overschreden kunnen worden. Voor PM10 zijn geen overschrijdingen van de grenswaarde op de oevers gevonden. De berekeningen zijn niet met metingen geverifieerd. In het Rijnmondgebied doen TNO en de DCMR onderzoek om meer zicht te krijgen op de emissiefactoren van schepen en te toetsen of modelberekeningen overeenkomen met gemeten emissies aan de oevers. Uit het onderzoek is gebleken dat de emissiefactoren voor PM10 een factor 2-3 lager zijn dan gerapporteerd in de literatuur. Voor PM10 leidt de bijdrage van emissies door de binnenvaart niet tot significante verhoging van concentraties langs de oevers van druk bevaren vaarwegen in Rijnmond. De bevindingen dienen nog verder onderbouwd te worden m.b.v. PM10/PM2,5 immissiemetingen over langere tijd. Voor NO 2 wijzen de modelberekeningen op een verhoging van 4 5 µg/m³ NO 2 op 50 m van de oever ten opzichte van de achtergrond. Verhoging t.o.v. de achtergrond wordt gevonden tot op 250 m van de oever. Metingen met passieve samplers lijken hiermee redelijk overeen te komen. In een oriënterend onderzoek van TNO, waarbij met behulp van metingen (passieve samplers) de invloed van de scheepvaart op de NO 2 -concentraties langs de Oude Maas in Dordrecht en Zwijndrecht is onderzocht, is gevonden dat het scheepvaartverkeer een significante bijdrage levert aan de NO 2 -concentraties in de aan het water grenzende woonwijken. De bijdrage op 5-10 meter van de oever bedraagt 6 17 µg/m³ en op meter 3 8 µg/m³ ten opzichte van de locale achtergrondconcentratie 10. De meetresultaten passen bij die in het Rijnmondgebied. 10 Thijsse, Th.R. (2005). Oriënterend onderzoek naar de invloed van de scheepvaart op de concentraties stikstofdioxide langs de Dordtsche Kil en Oude Maas. TNO-rapport R&I-A R 2005/65. TNO, Apeldoorn 17
18 Samenvattend: de emissies van de scheepvaart op de grote waterwegen zijn vergelijkbaar met de emissies van een autosnelweg, maar door de grotere afstanden en de vrije verspreiding van de emissie lijken de emissies van scheepvaartverkeer minder bij te dragen aan de lokale luchtverontreiniging dan een autosnelweg. De NO 2 berekeningen en NO 2 metingen in Rijnmond stemmen redelijk met elkaar overeen. Of dat ook zo is voor de Waal bij Nijmegen moet nog blijken uit aanvullende metingen. De NO 2 meetresultaten van de Oude Maas te Dordrecht en Zwijndrecht passen bij de meetresultaten van het onderzoek in het Rijnmondgebied. Op dit moment is slechts een indicatieve schatting van de bijdrage van NO 2 door scheepvaart mogelijk op basis van de eerder beschreven onderzoeken voor de Waal bij Nijmegen en het Rijnmondgebied. De afleiding geldt dan in zijn algemeenheid voor hoofdvaarwegen in Nederland. Dit leidt tot een schatting van de NO 2 concentratie in relatie tot de afstand vanaf de oever zoals in de tabel is gegeven. Tabel 5.1 Schatting concentratiebijdrage NO 2 in µg/m³ vanaf de oever van een hoofdvaarweg Afstand vanaf de oever (m) Concentratiebijdrage NO 2 (µg/m 3 ) > De bijdrage van 10 µg/m³ is afgeleid uit de resultaten van de NO 2 -metingen met passieve samplers aan de oevers van de vaarwegen in Rijnmond. De concentratiebijdrage op m volgt uit de modelberekeningen uitgevoerd voor de vaarwegen in Rijnmond en de Waal bij Nijmegen. Gezondheidskundige beoordeling De gezondheidskundige beoordeling van waterverkeer is op basis van emissiegegevens uitsluitend mogelijk op basis van NO 2. De dieseluitstoot van schepen bevat echter ook CO, zwarte rook (roet) en PM10. De emissie van PM10 bestaat voor het overgrote deel uit deeltjes die kleiner zijn dan 2,5 µm. Hierdoor wordt verondersteld dat de PM10 emissies in de scheepvaart identiek zijn aan de PM2,5 emissies. De dieselemissie is een complex mengsel. Het is daarom moeilijk om waargenomen gezondheidseffecten toe te schrijven aan één of meer componenten uit dat mengsel. Aangezien er tot nu toe slechts beperkt inzicht is in de samenstelling van de emissie van waterverkeer kleven er onzekerheden aan het gebruik van NO 2 als indicator voor het complexe luchtverontreinigingsmengsel afkomstig van waterverkeer. Voor een beschrijving van de gezondheidseffecten van NO 2 wordt verwezen naar hoofdstuk 7 wegverkeer en luchtverontreiniging. GES-scores Voor het waterverkeer wordt (voorlopig) alleen de stof NO 2 beschouwd. De indeling van GES-scores is vergelijkbaar met die bij verkeer en luchtverontreiniging. Bij overschrijding van het MTR volgt er een score van 6. 18
19 De volgende indeling wordt gehanteerd: Tabel 5.2 GES-scores NO 2 NO 2 (µg/m 3, jaargemiddeld) GES-score Opmerkingen < overschrijding streefwaarde overschrijding grenswaarde toename luchtwegklachten en verlaging longfunctie sterkere toename 65 8 luchtwegklachten en verlaging longfunctie 5.3 Milieubelasting Er zijn voor de Beneden Merwede (vaarwegnr. 101, verkeersvak Waal 7) bij Sliedrecht geen berekeningen of metingen van NO 2 afkomstig van scheepvaartverkeer uitgevoerd. In de rapportage Luchtkwaliteit 2005 van de gemeente Sliedrecht is hierover het volgende opgenomen: Volgens een studie uitgevoerd door TNO (2004/2005) is de scheepvaart over de Dordtsche Kil en de Oude Maas verantwoordelijk voor een verhoging van de NO 2 concentratie met 6 à 17 µg/m 3 op 5 tot 10 meter afstand van het water tot 3 à 8 µg/m 3 op 50 tot 60 meter afstand van het water. Door middel van radartellingen is geconstateerd, dat in 2003 door de Beneden Merwede schepen passeerden. Dit is vergelijkbaar met de Oude Maas: vijf radartelpunten variërend van tot Ervan uitgaande, dat de situatie langs de Beneden Merwede vergelijkbaar is met de Oude Maas houdt dit in, dat de concentraties langs de Baanhoek met circa 10 µg/m 3 en langs de Rivierdijk met circa 5 µg/m 3 hoger liggen dan de waarden als gepresenteerd in de RVMK. Dit verkeersvak is daarmee ook vergelijkbaar met de Waal bij Nijmegen ( passages per jaar). Op basis van de onder 12.2 genoemde schattingen zijn voor de concentratiebijdrage NO 2 op bepaalde afstanden vanaf de oever GES-scores toegekend. De bijdrage wordt opgeteld bij de gemiddelde jaargemiddelde achtergrondconcentratie in 2005: 28 µg/m 3 en in µg/m 3 (zie tabel 5.3). Tabel 5.3 Jaargemiddelde achtergrondconcentratie NO 2 langs de rivier (CAR II v5) NO2 (jaargemiddeld) Baanhoek Adriaan Volkersingel Rivierdijk Gemiddeld Resultaten De jaargemiddelde concentratie inclusief bijdrage van het scheepvaartverkeer in 2005 en 2010 is weergegeven in de volgende tabel: 19
20 Tabel 5.3 NO 2 -concentraties en GES-scores Beneden Merwede NO 2 (µg/m 3, jaargemiddeld) GES-score Afstand vanaf de oever (m) De GES-scores voor de bijdrage NO2 van het waterverkeer in 2005 en 2010 zijn weergegeven in figuur 5.1 en 5.2 in de bijlage. Figuur 5.3 geeft deze naast elkaar weer ter vergelijking. De afstand vanaf de oever is hierbij als volgt bepaald: gemeentegrens = halverwege rivier. Rivierbreedte is 375m (zie hoofdstuk 13 waterverkeer en externe veiligheid). Afstand oever = 188m vanaf gemeentegrens. De grens van het GES-score 3 gebied geeft tevens de grens aan van het invloedsgebied voor luchtverontreiniging afkomstig van scheepvaartverkeer. In 2005 levert het waterverkeer met name binnen 200 m van de oever een bijdrage aan de luchtverontreiniging resulterend in een zeer matige milieugezondheids-kwaliteit (GES-score 5). In 2010 is door afname van de achtergrondconcentratie dit gebied beperkt tot 100 m van de oever. 20
21 6. Bedrijven en stank 6.1 Bronnen In en rond Sliedrecht zijn meerdere bedrijven die geurhinder kunnen veroorzaken: de afvalwaterzuiveringsinstallatie, de Bioderij, stortplaats Crayestein-West (Dordrecht), afvalberging Derde Merwedehaven (Dordrecht), slibverbrandingsinstallatie DRSH (Dordrecht), afvalverbrandingsinstallatie HVC (Gevudo) (Dordrecht), ziekenhuisafvalverbrandingsinstallatie Zavin (Dordrecht). 6.2 Gezondheidseffecten en beoordelingskader Bij het ruiken van een geur wordt deze beoordeeld op de soort geur, hoe sterk deze is, of het een aangename geur is of niet, en of er mogelijk gevaar dreigt (bijvoorbeeld een brandgeur). Als de geur onaangenaam is of als er mogelijk gevaar dreigt leidt dit tot (ernstige) geurhinder. Als vervolgens blijkt dat men niet in staat is om de geur weg te nemen of het dreigende gevaar te ontlopen zal er bijkomend stress worden ervaren. De hinder gaat dan vergezeld van stressgerelateerde lichamelijke gezondheidseffecten. Het is niet duidelijk welke gezondheidseffecten dit zijn; de resultaten van onderzoeken naar het verband tussen geurbelasting en stressgerelateerde gezondheidsklachten, zoals hoofdpijn, benauwdheid en misselijkheid, zijn niet eenduidig. Directe lichamelijke gezondheidseffecten zullen in principe niet optreden. De meeste geurstoffen zijn namelijk al te ruiken bij hele lage concentraties. Bij dergelijke concentraties zijn over het algemeen geen toxische (giftige) effecten te verwachten. Het ruiken van een hinderlijke geur kan ook leiden tot verstoring van gedrag of activiteiten. Dit uit zich bijvoorbeeld in het ramen sluiten, het niet graag buiten zijn, bezoek niet graag uitnodigen en/of familie of vrienden komen niet graag op bezoek, vertrouwde/aangename geuren niet meer kunnen ruiken (omdat de onaangename geur overheerst), minder diep ademhalen en het indienen van klachten. Geurbelasting of ernstige geurhinder kan een negatieve invloed hebben op de woontevredenheid, maar over het algemeen leveren andere kenmerken van de woning of woonomgeving hier een veel belangrijkere bijdrage aan. Geur kan dus verschillende gezondheidseffecten oproepen bij de mens: (ernstige) hinder, verstoring van gedrag en activiteiten en stressgerelateerde lichamelijke gezondheidsklachten. Het meest voorkomende en beschreven gezondheidseffect van geur is (ernstige) hinder. De blootstelling aan stank is moeilijk objectief vast te stellen. Over een juiste blootstellingmaat is nog veel discussie. Over het algemeen wordt de geurblootstelling bepaald door de emissie vast te stellen met een olfactometer en vervolgens verspreidingsberekeningen te doen. Hiermee worden geurcontouren berekend. Deze worden als volgt vastgesteld. De gehanteerde stankmaat voor emissie is het aantal geureenheden per m 3 (ge/m 3 ). Deze wordt als volgt bepaald. Eerst wordt de bronsterkte bepaald door een luchtmonster, bijvoorbeeld uit de pijp, te nemen. Van dit luchtmonster worden met behulp van een olfactometer verdunningen gemaakt. Een panel ruikt aan de verdunningen. De verdunning die de helft van het panel nog ruikt wordt op 1 ge/m 3 gesteld. De hierbij behorende verdunningsfactor geeft de bronsterkte aan. Is er bijvoorbeeld 10x verdund, dan is de geursterkte van het oorspronkelijke monster 10 ge/m 3. Met verspreidingsmodellen die voor luchtverontreiniging gebruikt worden, kan dan uitgaande van de geuremissieconcentratie de verspreiding berekend worden. Er kunnen dan geurcontouren, lijnen die punten met dezelfde geurconcentratie verbinden, getekend worden. 21
22 In een analyse van een groot aantal onderzoeken rond verschillende geurbronnen (Miedema, 2000) is de relatie tussen geurbelasting, berekend met behulp van het LTFD-model, en het percentage ernstig gehinderden beschreven. Ook voor het vaststellen van de hinder zijn verschillende methoden. Deze bestaan uit schriftelijke en telefonische enquêtes en dagboekjes. De gezondheidskundige beoordeling zal in eerste instantie gericht moeten zijn op in de omgeving van het bedrijf vastgestelde hinder. Het is niet eenvoudig deze hinder in te delen in scores. Welke hinder is aanvaardbaar? Allereerst moet een bovengrens, een MTR, bepaald worden. Hieruit volgt de verdere onderverdeling. De bovengrens wordt gebaseerd op de oude bovengrens van 10 ge/m3. Deze bovengrens krijgt een GES-score van 6, omdat deze grens als een soort MTR wordt beschouwd. Het MTR van stank is niet te vergelijken met het MTR van toxische stoffen. Toch wordt bij stank bij overschrijding van deze bovengrens gekozen voor een score 6, om tot uitdrukking te brengen dat stank wel degelijk een gezondheidsprobleem is en dat erg hoge geurbelastingen ontoelaatbaar worden geacht. Daarom wordt bij een overschrijding van deze bovengrens of 10% ernstig gehinderden de score van 6 toegekend. Ook wordt bij de indeling deels aangehaakt bij het streven van de overheid om maximaal 12% gehinderden en geen ernstig gehinderden te hebben. Wordt dit niet gehaald dan wordt een GES-score van 4 toegekend. De indeling in GES-scores, waarbij de geurconcentraties (P98) en percentage ernstig gehinderden aan elkaar gekoppeld zijn via de algemene dosis-responsrelatie, ziet er dan als volgt uit: Tabel 6.1 Hinder, ernstige hinder, geurconcentratie en GES-score Hinder (%) Ernstige hinder (%) Geurconcentratie (ge/m 3 ) GES-score Milieubelasting Van de afvalwaterzuiveringsinstallatie aan de Kweldamweg zijn geen geurcontouren bekend. In de Wm-vergunning (2003) van de afvalwaterzuiveringsinstallatie AWZI Dordrecht zijn geurimmissiecontouren voor 1, 2, 3 en ge/m3 als P98 (LTFD-model) opgenomen. De Bioderij is een pannekoeken en poffertjes producerend bedrijf. In 2003 is er door Buro Blauw gerapporteerd over geuremissiemetingen en een snuffelploegmeting. Hierbij zijn geurcontouren voor 2 en 4 ge/m 3 als P98 (LTFD-model) in de toenmalige situatie berekend. In de Wm-vergunning (2004) van de stortplaats Crayestein-West staat vermeld dat de geurconcentratie van 1 ge/m 3 als P98 juist wordt waargenomen op de stortplaats zelf, maar niet wordt waargenomen buiten de inrichting. De geurcontour 1 ge/m 3 als P98 kan daarom niet op kaart worden weergegeven. Voor de afvalverbrandingsinstallatie HVC (Gevudo), en de slibverbrandingsinstallatie DRSH zijn contouren (0,3, 1 en 3 ge/m3, P98) beschikbaar uit de Handreiking luchtkwaliteit en ruimtelijke ordening, module stank van de provincie Zuid-Holland (2002). De 22
Gezondheids Effect Screening Dordt-West
Gezondheids Effect Screening Dordt-West GGD Zuid-Holland Zuid Datum: 25 september 2007 Status: definitief Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts milieuzaken Postbus 166, 3300 AD Dordrecht T 078-632 18 32
Nadere informatieMonique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten
Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor
Nadere informatieGezondheidseffectscreening (GES) Gemeente Sliedrecht. Update GGD Zuid-Holland Zuid. Datum: 14 december 2010 Status: 1 e concept
Gezondheidseffectscreening (GES) Gemeente Sliedrecht Update 2011 GGD ZuidHolland Zuid Datum: 14 december 2010 Status: 1 e concept Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts maatschappij en gezondheid Postbus
Nadere informatieGezondheids Effect Screening (GES) Transportcentrum Schelluinen-West gemeente Giessenlanden
Gezondheids Effect Screening (GES) Transportcentrum Schelluinen-West gemeente Giessenlanden Datum: 12 mei 2004 Status: definitief Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts milieuzaken Postbus 166, 3300 AD
Nadere informatieEerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling
Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van
Nadere informatieMEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012
MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten
Nadere informatieBepalen van de luchtkwaliteit
Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten
Nadere informatieRoetmemo Roetkaart december 2014
Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18
Nadere informatieFijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma
Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma
Nadere informatieLuchtverontreiniging en gezondheid
Luchtverontreiniging en gezondheid Dr. Ir. Moniek Zuurbier GGD Gelderland-Midden 2 Inhoud presentatie Gezondheidseffecten: longen en hart Gevoelige groepen Blootstelling in Nederland Trends Componenten
Nadere informatieGezondheidseffectscreening Stad & Milieu Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving
Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving Uw gemeente en een gezond milieu Nieuwe woningen, nieuwe wegen, nieuwe bedrijven. In een gemeente die in beweging
Nadere informatieLuchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016
Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005
Nadere informatieGezondheidseffectscreening Stad & Milieu. Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving
Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving Uw gemeente en een gezond milieu Nieuwe woningen, nieuwe wegen, nieuwe bedrijven. In een gemeente die in beweging
Nadere informatieL. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit
L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder
Nadere informatieBijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof
Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-
Nadere informatieRapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3
Rapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3 Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimte&Wonen A. Sjauw Telefoon (036) 5484057 Fax (036) 5399920 Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon
Nadere informatieAanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen
Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam
Nadere informatieBijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof
Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-
Nadere informatieHoe bepaal je. in planvorming
Hoe bepaal je gezondheid in planvorming Tilly Fast Presentatie > Verschillende methoden: hoe bepalen welke geschikt is? > Methoden Hoe werkt het Wat levert het op Beperkingen/Randvoorwaarden Voorbeelden
Nadere informatieFactsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014
Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling
Nadere informatieDeelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling
Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams
Nadere informatieGezondheidsonderzoek Skoatterwâld
Gezondheidsonderzoek Skoatterwâld gemeente Heerenveen april 2011 Gezondheidsonderzoek Skoatterwâld dossier : BA4907-102-100 registratienummer : MD-AF20110781 versie : 1.0 classificatie : Klant vertrouwelijk
Nadere informatieLuchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??
Luchtkwaliteit Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Deel 1: Wat is luchtverontreiniging? Emissie, Verspreiding,Blootstelling 1952 2009 3 4 5 Van de bronnen van luchtvervuiling in Nederland
Nadere informatieAchtergronddocument Luchtkwaliteit Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Achtergronddocument Luchtkwaliteit Gemeente Utrechtse Heuvelrug Doorn, december 2013 1. Wetgeving en beleid De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 2) is een implementatie
Nadere informatieRIVM-onderzoek naar Thermphos
RIVM-onderzoek naar Thermphos Oriëntatie op de luchtkwaliteit in de omgeving 12 november 2010 1 Inleiding Aanleiding / opdracht Wat heeft RIVM onderzocht Wat heeft RIVM niet onderzocht? Wat betekenen de
Nadere informatieGezondheid & Voeding
Luchtverontreiniging groot probleem gezondheid Elk jaar sterven wereldwijd zo n 6,5 miljoen mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging en in Nederland zorgt dit jaarlijks zeker voor 13.000 vroegtijdige
Nadere informatieRAPPORT LUCHTKKWALITEIT
RAPPORT LUCHTKKWALITEIT Kerkstraat te Renswoude Gemeente Renswoude Opdrachtgever: Contactpersoon: de heer M. Wolleswinkel de heer M. Wolleswinkel Documentnummer: 20152200/C01/RK Datum: 1 oktober 2015 Opdrachtnemer:
Nadere informatieDatum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij
Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding
Nadere informatieGemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010
Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende
Nadere informatieGezondVerkeer. Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit
Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit Den Haag November 2007 Opgesteld door ir. Diederik Metz Een minimale afstand tot de weg
Nadere informatieGemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009
Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende
Nadere informatieToegang tot de Lokale luchtkwaliteit getoetst
Toegang tot de Lokale luchtkwaliteit getoetst Deskundigendag: Dinsdag 31 oktober 2006 Tijd: 10.00 13.00 Agenda 9.30 10.00 Ontvangst, koffie/thee 10.00 10.10 Opening door voorzitter Manon Vaal 10.10 10.20
Nadere informatieLuchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling
Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.
Nadere informatieTabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )
Luchtkwaliteit 1.1. Toetsingskader Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen De Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide
Nadere informatieEerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen
Notitienummer Datum 3 juni 206 Onderwerp Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen. Inleiding Buro Blauw voert in opdracht van de gemeente Wageningen luchtkwaliteitsmetingen
Nadere informatieLuchtkwaliteit Nieuwegein in 2014
Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2014 dbvision 2/37 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2014 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn
Nadere informatieS A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen
S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt
Nadere informatieLuchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone
Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk
Nadere informatieProvinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1
Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en
Nadere informatieVerontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder
Verontreiniging door wegverkeer Peter Hofschreuder Hebben we problemen,en met de luchtkwaliteit in Nederland? Verkorting van de levensduur door blootstelling aan fijn stof Verandering van de bekorting
Nadere informatieLuchtkwaliteit Nieuwegein in 2015
Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015 dbvision 2/38 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2015 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn
Nadere informatieGGD Amsterdam Afdeling Milieu en Gezondheid. Veelgestelde vragen over luchtkwaliteit en gezondheid
GGD Amsterdam Afdeling Milieu en Gezondheid Veelgestelde vragen over luchtkwaliteit en gezondheid Gezondheidseffecten 1. Kan luchtverontreiniging gezondheidsklachten veroorzaken? 2. Welke effecten kunnen
Nadere informatieLuchtkwaliteit Nieuwegein 2009
Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009 datum 24 februari 2011 status definitief opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon: de heer Willie van Dam uw referentie 2011/322 opdrachtnemer dbvision Groenmarktstraat
Nadere informatieLuchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest
Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste
Nadere informatieEmissie en luchtkwaliteit van NO 2 en fijn stof tengevolge van het scheepvaartverkeer bij Nijmegen
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport R 2004/533
Nadere informatieLuchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom
CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:
Nadere informatieLuchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM
Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide
Nadere informatieGezondheids Effect Screening plangebied Smitsweg te Dordrecht
Gezondheids Effect Screening plangebied Smitsweg te Dordrecht GGD Zuid-Holland Zuid Datum: 6 september 2007 Status: definitief Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts milieuzaken Postbus 166, 3300 AD Dordrecht
Nadere informatieRapportage luchtkwaliteit Sportpark Buitenhout
Rapportage luchtkwaliteit Sportpark Buitenhout - Onderzoek luchtemissie toekomstig verkeer sportpark- Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimte&Wonen A. Sjauw Telefoon (036) 5484057 Fax
Nadere informatieLuchtkwaliteit in Zeist
Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en
Nadere informatieLuchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg
aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1
Nadere informatieOp grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.
Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007
Nadere informatieRBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind
RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek bedrijventerrein Oosteind INHOUDSOPGAVE blz. 1. ACHTERGROND 1 2. UITGANGSPUNTEN 3 2.1. Beoordelingsmethode 3 2.2. Beoordelingslocaties 5 3. RESULTATEN
Nadere informatie24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden
Logo MEMO Aan : Rob Kramer, DHV Van : Harrie van Lieshout, Alex Bouthoorn, DHV Dossier : BA6360-101-100 Project : N219A Nieuwerkerk a/d IJssel Betreft : Toets luchtkwaliteit Ons kenmerk : HL.BA6360.M02,
Nadere informatieOnderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein Hoorn. Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein stadsstrand Hoorn
Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein stadsstrand Hoorn Status definitief Versie 002 Rapport M.2016.1428.00.R001 Datum 19 oktober 2017 Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Hoorn postbus 603
Nadere informatieLuchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté
Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende
Nadere informatieReconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek
Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20165415.R02.V01 Document: 14209 Status: definitief
Nadere informatieVERSLAG LUCHTKWALITEIT 2011 GEMEENTE GRONINGEN. groningen.nl/luchtkwaliteit
VERSLAG LUCHTKWALITEIT 2011 GEMEENTE GRONINGEN groningen.nl/luchtkwaliteit Burgemeester en wethouders van Groningen 29 januari 2013 1 VERSLAG LUCHTKWALITEIT 2011 GEMEENTE GRONINGEN - SAMENVATTING - Inleiding
Nadere informatieActualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk
Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming
Nadere informatie1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4
Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...
Nadere informatieN34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK
N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK PROVINCIE OVERIJSSEL 24 augustus 2015 078483231:C - Definitief B03203.000003.0600 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Wet- en regelgeving luchtkwaliteit...
Nadere informatieLUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Triodos 11 JANUARI 2016
LUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Triodos 11 JANUARI 2016 LUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Contactpersoon HANS DE HAAN Adviseur Geluid en Lucht E hans.dehaan@arcadis.com
Nadere informatiebij stedenbouwkundig plan Gezondheidspark Dordwijk te Dordrecht
Gezondheids Effect Screening (GES) bij stedenbouwkundig plan Gezondheidspark Dordwijk te Dordrecht Datum: 16 mei 2003 Status: definitief Opgesteld door: I.G. Akkersdijk, arts milieuzaken 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieNotitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten
Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren
Nadere informatieOnderzoek Luchtkwaliteit. Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren
Onderzoek Luchtkwaliteit Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren Opdrachtgever: Gemeente Haren Uitvoering: adviesbureau WMA Verantwoording Titel : Onderzoek Luchtkwaliteit ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein
Nadere informatieNotitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit
Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit
Nadere informatieRMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK
RMD West-Brabant, 15 juni 2005 INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK INVENTARISATIE LUCHTKWALITEIT 2004 GEMEENTE MOERDIJK Opdrachtgever: Gemeente Moerdijk Datum rapport: juni 2005 Projectnummer:
Nadere informatieVragen & Antwoorden Smog. Smog
Vragen & Antwoorden Smog Smog Wat is smog? Smog is luchtvervuiling die in bepaalde perioden opeens sterk toeneemt. Zo n periode heet een smogepisode. In Nederland wordt de term smog gebruikt als er meer
Nadere informatieVliegverkeer slecht voor de gezondheid. Sara Botschuijver Leonard Beijdewellen Informatieavond Laagvliegroutes van Lelystad Airport: Berkum
Vliegverkeer slecht voor de gezondheid Sara Botschuijver Leonard Beijdewellen Informatieavond Laagvliegroutes van Lelystad Airport: Berkum 9-01-2018 Kleine deeltjes in de Lucht: Fijnstof en ultra fijnstof
Nadere informatieMEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor
Logo MEMO Aan : De heer P.T. Westra Van : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn Kopie : Ceciel Overgoor Dossier : BA4962-100-100 Project : Milieuonderzoeken bedrijventerrein de Flier Nijkerk Betreft : Onderzoek
Nadere informatieLuchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht
Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage
Nadere informatieMemo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.
Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf
Nadere informatieIn deze memo worden de bevindingen uiteengezet met betrekking tot drie onderwerpen:
M E M O intern Datum Kenmerk Onderwerp 29 februari 2008 M08-00443 OBS Meander Dronterweg In deze memo worden de bevindingen uiteengezet met betrekking tot drie onderwerpen: 1) De elektromagnetische velden
Nadere informatieWerkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens
Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen
Nadere informatieVERSLAG LUCHTKWALITEIT 2016 GEMEENTE GRONINGEN
VERSLAG LUCHTKWALITEIT 2016 GEMEENTE GRONINGEN https://gemeente.groningen.nl/luchtkwaliteitskaart Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen Nummer: 6524817 Datum: 29 augustus 2017 Verslag luchtkwaliteit
Nadere informatieONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR
ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR SCHOOLLOCATIE SWEELINCKSTRAAT EERBEEK Gemeente Brummen Opdrachtgever: Contactpersoon: Pouderoyen Compagnons dhr. J. Langbroek Documentnummer: [pm], C01 Datum: 29 oktober 2012
Nadere informatieAfbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER
Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER In de Wet milieubeheer titel 5.2 ( Wet luchtkwaliteit ) zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen voor luchtverontreinigende stoffen in de
Nadere informatieToekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid
Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.
Nadere informatieWereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat
Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat In deze publicatie http://tiny.cc/3l493w van de regionale afdeling Europa van de WHO, wordt antwoord gegeven op 24 vragen die alle betrekking hebben op
Nadere informatieBetreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit
A COMPANY OF Notitie Aan : Y. Muggen (Royal Haskoning) Van : M. Hallmann (Royal Haskoning) Datum : 4 oktober 2011 Kopie : P. van den Eijnden (Royal Haskoning) Onze referentie : 9S6258.H1/N0001/Nijm HASKONING
Nadere informatieGesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal
Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie
Nadere informatieHoe groot is fijnstof?
Luchtkwaliteit Fijnstof Gezondheid Luchtkwaliteit in Nederland Gezondheidsgevolgen Bescherming door normen? Wat te doen voor een beter leefmilieu? Presentatie F. Joester, gehouden oor GroenLinks Leiderdorp
Nadere informatie1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 3.1 Verkeersgegevens 4 3.2 Verkeersgeneratie van het plan 4 3.3 Verdeling verkeersgeneratie
Nadere informatiememo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER
memo aan: van: Gemeente De Ronde Venen en De Stichtse Vecht Johan van der Burg datum: 28 augustus 2014 betreft: Luchtkwaliteit Fietsbrug bij Nigtevecht project: 130530 INLEIDING Aan de zuidzijde van Nigtevecht
Nadere informatieEmissies door de zeescheepvaart,
Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke
Nadere informatieFactsheet. Wonen aan de A50 en A73 in Beuningen. Gelderland-Zuid. Gezondheidsonderzoek onder inwoners
Gelderland-Zuid Factsheet Wonen aan de A en A73 in Beuningen Gezondheidsonderzoek onder inwoners Wegverkeer en gezondheid Wegverkeer is een belangrijke veroorzaker van luchtverontreiniging en geluidshinder.
Nadere informatieEen gezonde omgeving in Binnenstad
Een gezonde omgeving in Binnenstad Utrecht Gemeente en inwoners kunnen samen een gezonde leefomgeving creëren. Een gezonde leefomgeving is van belang om een gezonde leefstijl te bevorderen en risico s
Nadere informatieOnderzoek Luchtkwaliteit
Onderzoek Luchtkwaliteit Deze bijlage bevat het luchtkwaliteitsonderzoek en is de verantwoording voor de toelichting (paragraaf 5.10). In de eerste paragraaf van deze bijlage zijn het geldende beleid en
Nadere informatieHoutrook en Gezondheid
Houtrookoverlast, wat kun je doen? Houtrook en Gezondheid 21 september 2018 Longfonds Missie: Samen strijden om longziekten de wereld uit te krijgen en van belang zijn voor de patiënt van vandaag. Ambities:
Nadere informatieM E M O. De gemeente heeft de GGD Noord- en Oost-Gelderland gevraagd het initiatief te beoordelen op relevante gezondheidsaspecten.
M E M O Aan : Gemeente Elburg T.a.v. : Ruud van Henten Van : Team Milieu en Gezondheid Tel. nr. : 088-443 3300 Datum : 17 juli 2013 Kopie : Onderwerp: Gezondheidseffecten realisatie parkeerterrein ijsbaan
Nadere informatieLocatie planontwikkeling
MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : M. Kaspers (gemeente Boarnsterhim) : ing. R. Nieborg : drs. ing. J. Smit (DHV) : AD0015-113-100 : Planontwikkeling brede school Akkrum : Resultaten luchtkwaliteit
Nadere informatieMemo INLEIDING. 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER. Gemeente West Maas en Waal
Memo aan: van: Gemeente West Maas en Waal Paul Kerckhoffs datum: 25 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Gouden Ham/De Schans project: 90249 INLEIDING In het recreatiegebied De Gouden Ham is men voornemens
Nadere informatieN204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek
N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten Luchtkwaliteitsonderzoek Rapportnummer: 20155031.R04.V01 Document: 14067 Status: definitief
Nadere informatieRapport RAPPORTAGE LUCHTKWALITEIT VOORONTWERP- BESTEMMINGSPLAN HAVEN ZUID VOOR DE GEMEENTE ALBLASSERDAM. F.R. van Gaalen. Luchtkwaliteit Haven Zuid
Rapport Dossier Project AL 07.6503 Kenmerk Opsteller F.R. van Gaalen Datum 14-4-2008 Onderwerp Titel Luchtkwaliteit Haven Zuid RAPPORTAGE LUCHTKWALITEIT VOORONTWERP- BESTEMMINGSPLAN HAVEN ZUID VOOR DE
Nadere informatieRapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest
Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009 2 Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie
Nadere informatieRisicoschatting emissie PFOA voor omwonenden
Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden Inhoud 1. Aanleiding 2. Risicoschatting 3. Resultaten 4. Conclusie Gezondheidsrisico 5. Aanbevelingen PFOA emissies Dordrecht 5 april 2016 1. Aanleiding voor
Nadere informatieDoelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.
Factsheet Onderwerp Luchtkwaliteit over het jaar 2013 Inleiding Op 16 december 2014 is de vijfde rapportage over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit aan de voorzitter van
Nadere informatiememo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg
memo aan: van: Gemeente Apeldoorn Johan van der Burg datum: 10 maart 2014 betreft: Luchtkwaliteit Nagelpoelweg 56 te Apeldoorn project: 140171 INLEIDING Aan de Nagelpelweg 56 in Apeldoorn is het bedrijf
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond
Samenvatting Achtergrond Blootstelling aan asbest kan in diverse organen kanker veroorzaken. Het meest voorkomende gevolg is longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) en longkanker. Omdat beide typen
Nadere informatieRapport: L. Datum: 22 april 2011
Rapport: 080185.08L Luchtkwaliteitsonderzoek Bestemmingsplan Hollandscheveld Datum: 22 april 2011 Opdrachtgever: Gemeente Hoogeveen Postbus 20.000 7900 PA Hoogeveen t: 0528 291911 f: 0528 291325 e: info@hoogeveen.nl
Nadere informatie