De politie, uw vriend niet? Een onderzoek naar de determinanten van verzet bij jongeren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De politie, uw vriend niet? Een onderzoek naar de determinanten van verzet bij jongeren."

Transcriptie

1 Academiejaar Eerste examenperiode De politie, uw vriend niet? Een onderzoek naar de determinanten van verzet bij jongeren. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Katrien Van den Bossche Promotor: Dr. Maarten Vansteenkiste Begeleiding: Dr. Stijn Van Petegem MSc. Jolene van der Kaap - Deeder

2

3 DANKWOORD Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn opleiding Master in de Klinische Psychologie aan de universiteit van Gent. Met bloed, zweet en tranen heb ik deze na hard werken tot een goed einde gebracht en dit met de hulp van verscheidene personen, waarvan ik enkele in het bijzonder wil bedanken. In eerste instantie bedank ik mijn begeleider Dr. Stijn Van Petegem, die mij doorheen de eerste en waarschijnlijk moeilijkste periode van dit proces is blijven ondersteunen. Tevens was hij degene die me dit interessante en boeiende onderwerp heeft toegekend en me daarbij verder begeleid heeft met raad en feedback. Daarbij bedank ik ook MSc. Jolene Van der Kaap Deeder, mijn begeleidster bij het tweede deel van deze masterproef. Zij stond op elk moment open voor het geven feedback en raad en moedigde me aan wanneer nodig. Hierdoor vormde ook zij een belangrijke bron van steun en informatie. Ook Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste ben ik dank verschuldigd voor de feedback en ondersteuning bij het verder uitwerken van deze masterproef. Verder wil ik politiezone Gent bedanken en in het bijzonder het politiekorps wiens medewerking heeft geleid tot de ontwikkeling van de gebruikte vignetten. Tevens vormde zij een inspiratiebron voor de praktische uitwerking van de resultaten. Ik bedank Heilige Familie, Sint-Josef-Klein-Seminarie (SJKS), Onze-Lieve-Vrouw-Presentatie (OLVP) en hun leerlingen uit het secundair te Sint-Niklaas voor hun bereidwillige medewerking en hun interesse in het onderzoek. In het bijzonder dank ik de directie, het personeel en de jongeren die tijd en energie hebben gestoken in het verspreiden en invullen van de vragenlijsten. Tot slot wil ik ook mijn familie en vrienden bedanken, die samen met mij doorheen deze periode met pieken en dalen zijn gereisd. Mijn mama die me een hart onder de riem kon steken wanneer ik het nodig had, maar er niet om kon vragen. Mijn broer en zus die tijden van stress met mij hebben gedeeld aan de beruchte examentafel. Mijn zus, broer en schoonbroer die met weinig woorden toch interesse en bezorgdheid zijn blijven delen. En in het bijzonder dank aan mijn vriend Constant, die in tijden van nood de rust wist te bewaren en daarbij tegelijk mijn batterijen weer wist op te laden. i

4 ABSTRACT Op basis van de Zelf-Determinatie Theorie (Ryan & Deci, 2000), maakt de huidige studie een onderscheid tussen autonomieondersteunende en controlerende interventiestijlen. Autonomieondersteuning zou daarbij internalisatie (d.w.z. de mate waarin jongeren een vooropgestelde regel onderschrijven omdat ze hier zelf achter staan) stimuleren, terwijl een controlerende context net zou samenhangen met meer verzet. In eerste instantie werd binnen het huidig onderzoek de relatie tussen interventiestijl en de mate van internalisatie en verzet nagegaan. De Zelf-Determinatie Theorie onderscheid daarbij drie vormen van internalisatie, meer bepaald identificatie, introjectie en externe regulatie. Deze drie vormen van motivatie verschillen van elkaar in de mate waarop gedrag op autonome wijze zal worden gesteld. Verzet wordt daarentegen bekeken vanuit de Psychologische Reactantie Theorie (Brehm, 1966), die stelt dat individuen en in dit geval jongeren in verzet zullen gaan bij het ervaren van een vrijheidsbeperking. Op basis van de literatuur werd daarom verwacht dat autonomiebevrediging en -frustratie deze verbanden zouden mediëren. Dit werd onderzocht aan de had van een (voor deze studie ontwikkeld) vignet, waarbij een hypothetische regel overtredende situatie werd voorgelegd aan 211 jongeren (14 tot 18 jaar). De resultaten bevestigden deels de verwachtingen. Een autonomieondersteunende interventie hing daarbij samen met meer identificatie en minder verzet, waarbij autonomiebevrediging dit verband volledig bleek te mediëren. Een controlerende interventie vertoonde het tegenovergestelde patroon, hoewel autonomiefrustratie hier enkel de relatie tussen interventiestijl en identificatie medieerde. De stijl van de interventie hing niet samen met introjectie of externe regulatie. Ten slotte werd ook nagegaan in welke mate bepaalde kenmerken van jongeren bovenstaande relaties zouden modereren. Specifiek werd er gekeken naar de rol van ouderlijke autonomieondersteuning en psychologische controle, alsook de mate waarin jongeren trekreactantie vertonen en de frequentie waarmee ze in het afgelopen jaar reeds in contact kwamen met de politie. Er werden binnen deze studie geen moderatie effecten gevonden. Wel vertoonden enkele van deze variabelen een individuele samenhang met de mediatoren en/of de uitkomstvariabelen internalisatie en verzet. ii

5 INHOUD DANKWOORD... i ABSTRACT... ii LIJST MET TABELLEN... v LIJST MET FIGUREN... v Het Socialisatieproces... 2 Internalisatie (Vormen van) Verzet De Zelf-Determinatie Theorie: De Rol van Psychologische Basisbehoeftes... 9 Drie psychologische basisbehoeftes Behoeftebevrediging versus behoeftefrustratie: het verband met internalisatie en verzet Stijl van de interventie: autonomieondersteunend versus controlerend Een autonomieondersteunende versus een controlerende interventie: het verband met internalisatie en verzet Kenmerken van jongeren Ouderlijke autonomieondersteuning en psychologische controle Trekreactantie Frequentie waarmee men het voorbije jaar in contact kwam met de politie HUIDIGE STUDIE METHODE Deelnemers en Procedure Meetinstrumenten Algemene vragenlijst Situationele vragenlijst

6 RESULTATEN Plan van Statistische Analyse Preliminaire Analyses Primaire Analyses Hypothese 1: Conditie-verschillen in de studievariabelen Hypothese 2: De mogelijke mediërende rol van autonomiebevrediging en -frustratie Onderzoeksvraag 3, 4 en 5: De mogelijke modererende rol van ouderlijke autonomieondersteuning, ouderlijke psychologische controle, trekreactantie en de frequentie van contact met de politie BESPREKING EN CONCLUSIE Het Effect van Interventiestijl op Internalisatie en Verzet De Mediërende Rol van Autonomiebevrediging en Autonomiefrustratie De Modererende Rol van Kenmerken eigen aan Jongeren Beperkingen van het Onderzoek Praktische Implicaties Conclusie REFERENTIES BIJLAGE 1: Vignet, gebruikt in de situationele vragenlijst... 53

7 LIJST MET TABELLEN Tabel 1: Descriptieven van en Correlaties tussen de Modererende Variabelen, Mediërende en Uitkomstvariabelen Tabel 2: Univariate Verbanden tussen Conditie en Autonomiebevrediging, Autonomiefrustratie, Internalisatie en Verzet Tabel 3: Hiërarchische Regressieanalyse met Conditie, Autonomiebevrediging en Autonomiefrustratie als Voorspellers van Identificatie en Verzet (Onderzoeksvraag 1 en 2) Tabel 4: Hiërarchische Regressieanalyse met Conditie en de Moderatoren (Moedermodel; Stap 2), alsook Interactie-Effecten tussen Conditie en deze Moderatoren (Stap 3) als Voorspellers van Autonomie, Internalisatie en Verzet. Tabel 5: Hiërarchische Regressieanalyse met Conditie en de Moderatoren (Vadermodel; Stap 2), alsook Interactie-Effecten tussen Conditie en deze Moderatoren (Stap 3) als Voorspellers van Autonomie, Internalisatie en Verzet. LIJST MET FIGUREN Figuur 1: Onderzoeksmodel voor de Relatie tussen Interventiestijlen en Internalisatie en Verzet, waarbij zowel Mediatoren als Moderatoren werden ingebracht.

8 Op 4 november 2014 organiseerde de Mechelse politie in samenwerking met de controleurs van vervoersmaatschappij De Lijn een actie om de toegenomen overlast in de stationsbuurt aan te pakken. Tijdens deze actie bleek een minderjarige jongen geen geldig vervoersbewijs te bezitten. Wanneer de politie, samen met de controleurs, deze jongen tegenhielden reageerden zijn vrienden verbaal en fysiek agressief in een poging hun vriend te helpen vluchten. Om de gemoederen te doen bedaren werd er versterking bij geroepen, waarna twee jongens van 15, een jongen van 17 en een jongen van 18 jaar werden aangehouden met een proces-verbaal tot gevolg. Ook een meerderjarige zus (22) en haar vriend (23) reageerden erg agressief naar de agenten toe, eveneens met een proces-verbaal tot gevolg. Bij dit voorval raakte één agent lichtgewond. In Het Nieuwsblad reageert een adjunct-korpschef op de zaak door te zeggen dat men zich wel vaker verzet tegen een politiecontrole. De commissaris van de Mechelse politie legt uit dat de agenten in kwestie te maken hadden met een groepje opgehitste jongeren, waardoor het risico bestond dat het verzet verder zou escaleren. Vervolgens besloot men daarom om snel en met veel agenten tussen te komen (svh, 2014). De adolescentie wordt vaak beschreven als een rumoerige periode, gekenmerkt door rebellie en verzet tegen ouders en tegen autoriteitsfiguren in het algemeen. Zo beschreef Stanley Hall (1904) de adolescentie al als een periode van storm en stress, een moeilijke periode voor zowel jongeren als hun omgeving. Het is ook in deze periode dat we gemiddeld een verhoogde prevalentie vinden van criminaliteit en risicovol gedrag. Jongeren komen daarbij ook vaker in contact met de politie (Fagan & Tyler, 2005). We weten echter dat niet alle jongeren in dezelfde mate problemen ondervinden en dat niet alle jongeren in dezelfde mate de neiging hebben crimineel of risicovol gedrag te vertonen (Arnett, 1999). In diezelfde lijn kunnen we dan ook verwachten dat niet alle jongeren in dezelfde mate in verzet zullen gaan ten opzichte van autoriteitsfiguren. Het doel van deze scriptie is dan ook om na te gaan welke factoren hier een rol in spelen. Daarbij wordt er in de eerste plaats gekeken of bepaalde interventiestijlen, gehanteerd door agenten, meer verzet met zich meebrengen. Net zoals in het bovenstaand voorbeeld leggen we jongeren een hypothetische situatie voor waarbij ze in contact komen met de politie na het stellen van regel overtredend gedrag. Sommige jongeren lijken echter meer nood te hebben aan autonomie en zullen zich sneller in het nauw gedreven voelen wanneer ze in aanraking komen met de politie. Is het wenselijk dat deze jongeren die 1

9 schijnbaar allergisch zijn voor de politie op dezelfde manier aangepakt worden als andere jongeren? Er wordt al eens gezegd dat een hardhandige aanpak in dit geval effectiever zou zijn, maar deze methoden kunnen ook averechtse effecten teweegbrengen (Moller, Deci, & Ryan, 2006). Hierbij kan de vraag gesteld worden op welke manier dergelijke escalaties kunnen worden voorkomen. Deze scriptie bekijkt het verband tussen de manier waarop agenten reageren op regelovertredend gedrag bij jongeren en de mate van internalisatie (d.w.z. de mate waarin jongeren een regel opvolgen omdat ze hier zelf achter staan) enerzijds en verzet anderzijds. Daarnaast wordt er gekeken naar de rol van behoeftebevrediging en behoeftefrustratie binnen deze verbanden. Tenslotte wordt er ook gekeken of bepaalde kenmerken die eigen zijn aan jongeren een modererende rol spelen in dit proces, meer bepaald wordt er gekeken naar de rol van opvoedingsgeschiedenis, trekreactantie (de mate waarin individuen een bepaalde neiging beschikken tot het vertonen van reactantie) en de frequentie waarmee men het voorbije jaar reeds in contact kwam met de politie. Met deze scriptie willen we de bestaande literatuur aanvullen, alsook enkele praktische handvaten aanbieden voor sensibilisering en opleiding. Het Socialisatieproces Doorheen de ontwikkeling worden er allerhande waarden en normen meegegeven die mensen moeten helpen optimaal te functioneren binnen onze samenleving. Daarenboven is het belangrijk dat tijdens dit socialisatieproces ongepaste gedragingen worden verboden (Joussemet, Landry, & Koestner, 2008; Vansteenkiste, Soenens, Van Petegem, & Duriez, 2014). Het is aan de hand van deze processen dat men zich ontwikkelt tot een functioneel deel van de samenleving, waarin men aan de hand van de aangeleerde vaardigheden, waarden en normen kan bijdragen aan de maatschappij, alsook relaties met anderen kan aangaan en onderhouden (Maccoby, 1992). Het opvoeden van kinderen is een belangrijk en veel bestudeerd onderdeel van dit socialisatieproces, waarbij ouders een belangrijke rol spelen (Harris; 1995; Maccoby, 1992). Dit is niet geheel onverwacht gezien het gezin voor een lange periode de kerncontext vormt binnen de leefwereld van kinderen en jongeren. Ouders trachten hierbij hun kinderen een bepaalde mate van regulatie mee te geven en hen tegelijk ook aan te sporen zichzelf uit te drukken en hun eigen interesses te volgen (Joussemet et al., 2008). 2

10 Doorheen onze ontwikkeling spelen echter andere socialisatiefiguren eveneens een belangrijke rol. Zo brengen kinderen en jongeren ook een groot deel van hun tijd door op school, waar leerkrachten een belangrijke invloed hebben op het ontwikkelingsproces. Eerder onderzoek wees bijvoorbeeld reeds uit dat een positieve verhouding tussen leerling en leerkracht een goede voorspeller is voor een betere aanpassing op school, meer prosociaal gedrag, psychologisch welzijn van de jongere, alsook verminderd risicovol gedrag (Baker, 2006; Herroro, Estevez, & Musitu, 2006; Rudasill, Reio, Stipanovic, & Taylor, 2010; Wentzel, 2002). Denk daarnaast ook aan de invloed van religie, peers en massa media op jongeren. In onze huidige samenleving zijn jongeren bijna voortdurend verbonden met anderen en worden daarbij continu blootgesteld aan allerlei invloeden van buitenaf (Ball-Rokeach & DeFleur, 1976; Ito et al., 2008). Ook de maatschappij legt jongeren bepaalde regels op. Denk maar aan de verkeersregels waar iedereen zich aan moet houden, aan de minimumleeftijd voor alcoholgebruik en aan de regelgeving rond nachtlawaai. De politie vervult hierbij een belangrijke rol want zij is deel van de uitvoerende macht die erop toe ziet dat deze regels ook effectief worden nageleefd. Buitenshuis is het immers de politie (als gezagsfiguur met uitvoerende macht) die het gedrag van jongeren monitort, beperkt en eventueel bestraft. Op deze manier wordt antisociaal en storend gedrag binnen onze samenleving onder controle gehouden, wat bevorderlijk is voor de veiligheid (Arnett, 1995; Sunshine & Tyler, 2003). Internalisatie. Jongeren zullen in hun leven niet altijd geconfronteerd worden met waarden en normen die aansluiten bij hun eigen overtuigingen. Ze zullen zich aan regels moeten houden waar ze initieel niet achter staan. In bijna elke nieuwe setting die jongeren betreden zullen er bepaalde waarden en normen worden voorgeschreven die niet spontaan worden onderschreven (Ryan & Deci, 2000). In onze huidige samenleving kan men echter niet rekenen op de continue en alom aanwezigheid van agenten en andere socialisatiefiguren om individuen te monitoren in het naleven van de vooropgestelde waarden en normen. Daarom wordt gesteld dat het centrale doel van het socialisatieproces een zekere mate van internalisatie inhoudt (Maccoby, 1992). Jongeren dienen met andere woorden een bepaalde mate van sociale regulatie in zich op te nemen en zich eigen te maken om deze zo uiteindelijk autonoom te kunnen reguleren (Joussement et al., 2008). 3

11 Internalisatie kan dus gezien worden als een mogelijke uitkomst van het socialisatieproces en verwijst naar het proces waarbij waarden, normen en gedragingen die initieel van buitenaf werden aangereikt verder worden geïntegreerd tot meer persoonlijk gewaardeerde overtuigingen en gedragingen (Grusec & Goodnow, 1994; Ryan & Deci, 2000). Naarmate deze verder worden geïnternaliseerd zullen ze ook met een groter gevoel van autonomie en vrijheid worden gesteld omdat men er de persoonlijke waarde en relevantie van inziet. De mate waarin jongeren hier echter in slagen kan uiteraard verschillen (Ryan & Deci, 2000; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Op basis van de Zelf-Determinatie Theorie (ZDT; Ryan & Deci, 2000) wordt er binnen dit onderzoek gefocust op drie vormen van motivatie op basis waarvan iemand al dan niet een bepaalde overtuiging of bepaald gedrag zal onderschrijven, namelijk identificatie, introjectie en externe regulatie. Deze drie vormen van motivatie verschillen van elkaar in de mate waarin ze werden geïnternaliseerd. Volgens de Zelf-Determinatie Theorie (Ryan & Deci, 2000) kunnen jongeren druk ervaren of zich gedwongen voelen om bepaalde normen en waarden te onderschrijven of bepaald gedrag te stellen. Jongeren zullen zich dan aan een bepaalde regel houden omdat ze straf willen vermijden, een beloning willen bekomen of omdat ze bang zijn om hun privileges te verliezen. Men spreekt in dit geval van externe regulatie, omdat de druk om bepaald gedrag te stellen afkomstig is van buitenaf. Jongeren staan dan niet achter de opgelegde regel, waardoor het gedrag enkel gesteld wordt omwille van de externe druk die ze ervaren. Er is met andere woorden geen sprake van internalisatie. Wanneer een jongere bijvoorbeeld met de fiets aan een kruispunt komt waar het verkeerslicht rood aangeeft, zijn er verschillende redenen waarom deze jongere zou kunnen stoppen voor het rood licht. Een eerste van die redenen is de mogelijke aanwezigheid van externe factoren, zoals een agent, die de kans op een straf (in dit geval een boete) vergroten. Jongeren die zich aan de verkeersregels houden (of specifiek aan deze verkeersregel) om deze boete te vermijden, doen dit vanuit externe regulatie. Wanneer druk vanuit de jongere zelf komt spreekt men van introjectie, de tweede vorm van motivatie die centraal staat binnen het huidig onderzoek. Jongeren streven in dit geval gevoelens van trots na of trachten gevoelens van schuld, schaamte of angst te voorkomen. Hoewel de motivatie hier dus van binnenuit komt, gaat deze alsnog gepaard met gevoelens van druk en spanning. Binnen het voorgaande voorbeeld kan een jongere ook voor 4

12 het rood licht halt houden om gevoelens van schuld en schaamte te vermijden, bijvoorbeeld bij het veroorzaken van een ongeluk na het overtreden van die regel. In de derde vorm en waarschijnlijk ook de meest geprefereerde vorm, zullen jongeren de gewenste waarden, normen of gedrag onderschrijven met een gevoel van vrije keuze omdat ze er het nut en de persoonlijke relevantie van inzien. In dit geval spreekt men van identificatie. Jongeren handelen dan vanuit persoonlijk belang en zullen dit bijgevolg met een groter gevoel van vrijheid doen (Ryan & Deci, 2000; Vansteenkiste, Driesen, & Lens, 2008). In ons voorbeeld stopt een jongere dan voor het rood licht wanneer hij/zij het zelf belangrijk vindt om zich aan de verkeersregels te houden omdat hij/zij begrijpt dat dit belangrijk is voor de eigen veiligheid, alsook die van anderen. De mate van internalisatie is niet alleen belangrijk binnen het socialisatieproces, maar hangt ook samen met allerlei positieve uitkomsten (Joussemet et al., 2008; Niemiec et al., 2006; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat een hogere mate van internalisatie gepaard gaat met verhoogd welzijn in het algemeen, alsook met meer doorzettingsvermogen en betere prestaties bij het uitvoeren van activiteiten, een verhoogde mate van psychologische aanpassing en minder probleemgedrag bij jongeren (Deci & Ryan, 2008; Ryan & Deci, 2000). Het is daarnaast ook belangrijk dat vooropgestelde waarden, normen en gedragingen door jongeren zelf onderschreven worden, zodat deze op een meer autonome wijze verder worden toegepast eenmaal externe controle wegvalt (Grusec & Goodnow, 1994; Joussemet et al., 2008). Gedragingen die eerder uit een gevoel van externe verplichting worden gesteld, zullen ook sneller worden stopgezet nadat controlerende, externe factoren wegvallen. Dit is ook wat Vansteenkiste, Driesen en Lens (2008) vonden in hun onderzoek naar het naleven van verkeersregels. Aan de hand van vragenlijsten trachtten Vansteenkiste en zijn collega s een beeld te krijgen van het (on)veilig rijgedrag van 79 mannen en 94 vrouwen, alsook hun motivatie om de verkeersregels na te leven. Hierbij werden tevens het aantal fouten en overtredingen nagegaan, evenals het aantal boetes die men kreeg in het voorbije jaar. De resultaten van dit onderzoek bevestigden hun hypothese: wanneer deelnemers de verkeersregels onderschreven omdat zij er het persoonlijk belang van inzagen, begingen zij minder overtredingen en werden zij minder bekeurd. Een gevoel van interne verplichting (introjectie; bv. het naleven van de regels om gevoelens van schuld te vermijden bij een ongeluk) of een gevoel van externe verplichting (externe regulatie; bv. om boetes te 5

13 vermijden) hing niet samen met minder overtredingen of bekeuringen. Deze bevinden laten zien dat boetes individuen er niet toe aanzetten om minder overtredingen te begaan. Deze bevindingen wijzen op het belang van het internalisatieproces bij jongeren. Het is immers wenselijk dat jongeren de aangeleerde waarden, normen en gedragingen ook op eigen kracht blijven stellen. Een doeltreffende ondersteuning van dit proces vanuit politionele context is daarbij eveneens belangrijk. Het lijkt erop dat het louter opvoeren van controles en straffen niet voldoende is om gewenste en langdurige effecten te bekomen. Deze verhogen enkel de externe druk waardoor het gedrag weer verdwijnt eenmaal deze externe factoren wegvallen (Vansteenkiste et al., 2008). Onderzoek die deze bevindingen vanuit de Zelf- Determinatie Theorie koppelen aan politionele interventies ontbreekt echter nog. De huidige studie poogt daar verandering in te brengen. (Vormen van) Verzet. Wanneer we spreken over internalisatie, nemen we aan dat de jongeren in kwestie bepaalde vooropgestelde waarden, normen of gedragingen onderschrijft. Het is echter eveneens mogelijk dat zij ingaan tegen de vooropgestelde regelgeving. In sommige gevallen lijkt het zelfs alsof jongeren net het tegenovergestelde doen van wat hen gevraagd wordt. Ze zetten zich af tegen de autoriteitsfiguur die hen de regel oplegt en lijken net sterker te worden aangetrokken tot het gedrag dat hen verboden werd (Miron & Brehm, 2006; Quick & Stephenson, 2007b). In dit geval lijkt het socialisatieproces verkeerd te lopen met verzet als resultaat. Vanuit de theorie worden er verschillende modellen en begrippen naar voor geschoven rond het thema verzet. Zo schoof Brehm in zijn Psychologische Reactantie Theorie (PRT; Brehm, 1966) het begrip psychologische reactantie naar voor met als doel een verklaring te geven voor het bovenstaande fenomeen. Psychologische reactantie wordt hierbij omschreven als een aversieve motivationele staat die wordt uitgelokt wanneer iemand onder druk gezet wordt of een gevoel van vrijheidsbeperking ervaart. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er een bepaalde regel of bepaald gedrag opgelegd wordt. Een verbod of een gebod impliceert immers steeds een beperking van de toegelaten gedragingen. Reactantie bevat volgens deze theorie aldus twee componenten: een emotionele component en een cognitieve component. De emotionele component verwijst naar gevoelens van woede en frustratie die gepaard gaan met het gevoel van vrijheidsbeperking, terwijl de 6

14 cognitieve component verwijst naar de gevoelens van afwijzing die men ervaart ten aanzien van de autoriteitsfiguur die de regel oplegt (Dillard & Shen, 2005; Quick & Stephenson, 2007a; Rains, 2013). Een situatie kan op verschillende manieren reactantie uitlokken. Zo kan een verzoek of een regel zowel een directe als een indirecte bedreiging vormen voor iemands vrijheidsgevoel. Een opgelegde regel kan daarbij bepaald gedrag rechtstreeks verbieden (bv. door roken op openbare plaatsen te verbieden), maar kan ook indirect een beperking inhouden voor toekomstige vrijheden (bv. wanneer je rijbewijs wordt ingehouden waardoor je niet langer op bezoek kunt bij je vriend in het buitenland). Ook wanneer vrijheden van anderen beperkt worden, kan dit indirecte gevolgen hebben op de eigen vrijheden (bv. wanneer je hoort dat een andere klas niet meer buiten de school mag tijdens de middagpauze, waardoor je niet meer met je vrienden kunt eten). Stereotypering vormt eveneens een voorbeeld van een vrijheidsbeperking, gezien gedrag daarbij wordt toegewezen aan stabiele en persoonlijke attributen die daarenboven een predictie (en dus beperking) inhouden voor toekomstig gedrag (bv. Meisjes spelen geen videogames ; Joussemet et al., 2008). Maar wat zet jongeren er dan toe aan zich te verzetten? En hoe komt het dat sommige interventies net averechtse effecten teweegbrengen (Brehm, 1966)? Voorgaande elementen lokken elk op hun eigen manier een gevoel van vrijheidsbeperking (en dus reactantie) uit. Deze reactantie zal vervolgens een gedragsintentie uitlokken, die is gericht op het herstellen van het vrijheidsgevoel en resulteert vaak in de neiging om het verboden gedrag te stellen. Hoe hoger de mate van reactantie, hoe sterker het individu de neiging zal hebben om zijn vrijheid te herstellen. Het verboden gedrag kan daarenboven net aantrekkelijker worden voor de jongere in kwestie. Dit is wat men het forbidden fruit effect noemt (Brehm, 1966; Buller, Borland, & Burgoon, 1998; Dillard & Shen, 2005; Rains & Turner, 2007). Deze gedragsintentie kan op verschillende manier worden geuit. Zo kan men op een zeer directe manier pogen om de vrijheidsbeperking op te heffen, door het verboden gedrag te stellen en dus net het tegenovergestelde te doen van wat er gevraagd of verwacht wordt. Dit is wat men het boomerang effect noemt (Quick & Stephenson, 2007a; Rains, 2013) en verwijst naar een gedragsmatig, cognitief of emotioneel herstel van de bedreigde vrijheid (Brehm, 1966). Met andere woorden kan men dit effect ook bereiken door de autoriteitsfiguur die het verbod oplegt af te wijzen (Kohn & Barnes, 1977; Miller, Burgoon, Grandpre, & Alvaro, 2007) of de bedreiging te ontkennen (Worchel, Andreoli, & Archer, 1976). Verder kan men 7

15 zich, in een poging het gevoel van vrijheid te herstellen, keren naar een ander gedrag dat gelijkaardig is aan het verboden gedrag. Een andere mogelijkheid is dat men anderen gaat observeren die de verboden vrijheid uitoefenen (Dillard & Shen, 2005; Miron & Brehm, 2006; Quick & Stephenson, 2008; Van Petegem, Soenens, Vansteenkiste, & Beyers, 2015). Het hoeft dus niet altijd om agressief of antisociaal gedrag te gaan. Een andere theoretische invalshoek rond het thema verzet is deze rond oppositioneel verzet. Dit is een defensieve copingsreactie waarbij men autoriteit en externe regels volledig afwijst en weigert deel te nemen aan de gevraagde activiteiten (Deci & Ryan, 1985; Vansteenkiste & Ryan, 2013; Van Petegem et al., 2015). Van Petegem, Vansteenkiste en Beyers (2013) vonden een sterke correlatie tussen beide termen (d.w.z. psychologische reactantie en oppositioneel verzet), wat niet geheel onverwacht is gezien de sterke conceptuele overlap. Beide worden uitgelokt wanneer het individu zich onder druk gezet voelt, beide leiden tot een verhoogde neiging om autoriteit en extern opgelegde regelgeving te verwerpen en het omgekeerde te doen van wat gevraagd wordt. Beide leiden aldus tot gedragsintenties die erop gericht zijn het vrijheidsgevoel te herstellen. Zowel reactantie als oppositioneel verzet worden gekenmerkt door een gecontroleerde motivatie, waardoor ze een ironische kost met zich meebrengen. De gedragsintentie die net bedoeld is om het vrijheidsgevoel te herstellen gaat gepaard met een verminderd gevoel van psychologische vrijheid omdat het gedrag volledig bepaald wordt door de externe regel waar men zich tegen verzet (Van Petegem et al., 2015). Bijgevolg handelt men niet vanuit persoonlijke overtuiging of interesse, waardoor het gedrag ook niet met een gevoel van psychologische vrijheid zal worden uitgevoerd (Vansteenkiste & Ryan, 2013; Vansteenkiste et al., 2014). Een vrijheidsbeperking zal echter niet altijd in dezelfde mate reactantie of verzet uitlokken. Het lijkt vanzelfsprekend dat de mate waarin met reactantie ervaart, samenhangt met het aantal (of de proportie) vrijheden die worden beperkt (Miron & Brehm, 2006). Een vrijheidsbeperking zal ook niet altijd reactantie uitlokken. Zo zal men enkel in verzet gaan wanneer de vrijheid die bedreigd wordt belangrijk wordt geacht door het individu. Daarenboven zal reactantie zich niet voordoen wanneer er geen reële kans is op herstel van het vrijheidsgevoel of wanneer de kosten en weerstand groter zijn dan de motivatie om het vrijheidsgevoel te herstellen (Brehm, 1966). Ook wanneer vrijheidsherstel mogelijk negatieve gevolgen inhoudt voor anderen of zichzelf, zal men zich hier waarschijnlijk van weerhouden 8

16 (Crawford, McConnel, Lewis, & Sherman, 2002). Ten slotte zal men ook niet in verzet gaan wanneer men toekomstige interacties met de autoriteitsfiguur wil waarborgen (Miron & Brehm, 2006; Pallak & Heller, 1971). Voorgaande bevindingen zijn belangrijk binnen het huidig onderzoek, in die zin dat ze een duidelijker beeld kunnen geven op het waarom van verzet. Een verzoek van een agent impliceert immers vaak een vrijheidsbeperking, doch zullen deze niet altijd tot verzet leiden. De Zelf-Determinatie Theorie: De Rol van Psychologische Basisbehoeftes Op basis van de Zelf-Determinatie Theorie (ZDT; Ryan & Deci, 2000) werd er eerder binnen deze scriptie al een onderscheid gemaakt tussen drie vormen van motivatie (nl. identificatie, introjectie en externe regulatie). In het volgende segment wordt deze theorie opnieuw aangehaald om de rol van autonomie, meer bepaald autonomiebevrediging en autonomiefrustratie, op internalisatie en verzet te verduidelijken. Belangrijk hierbij is dat autonomie doorheen deze scriptie verwijst naar vrijwillig en zelf onderschreven handelen en niet naar zelfstandig, onafhankelijk handelen (Joussemet et al., 2008; Ryan & Deci, 2000). Drie psychologische basisbehoeftes. De Zelf-Determinatie Theorie vertrekt vanuit de veronderstelling dat mensen een natuurlijke tendens bezitten om zich steeds verder te ontwikkelen naar een coherent en harmonieus functionerend geheel (Ryan & Deci, 2000). Binnen deze theorie werden tevens drie psychologische basisbehoeftes naar voor geschoven als basis van deze groei: de behoefte aan autonomie, de behoefte aan relationele verbondenheid en de behoefte aan competentie. De behoefte aan autonomie verwijst naar een gevoel van psychologische vrijheid tijdens het uitvoeren van activiteiten. Iemand handelt daarbij met een gevoel van keuze en vrije wil en doet dit vanuit eigen waarden en interesses. Naast de behoefte aan autonomie is er ook de behoefte aan relationele verbondenheid of de ervaring van geborgenheid en intimiteit met significante anderen. Dit komt neer op graag zien en graag gezien worden met een wederzijds gevoel van zorg en betrokkenheid. Ten slotte is er nog de behoefte aan competentie, waarbij men het gevoel heeft de gewenste activiteiten tot een goed einde te kunnen brengen (Ryan & Deci, 2000; Joussemet et al., 2008). De vervulling van deze behoeftes, die als universeel worden beschouwd, is van fundamenteel belang voor het psychologisch en fysiologisch welzijn van de mens, evenals zijn 9

17 sociale ontwikkeling (Ryan & Deci, 2000). Wanneer dit het geval is spreken we van behoeftebevrediging. Wanneer deze behoeften echter bevredigd worden, spreken we van behoeftefrustratie. Behoeftefrustratie hindert het ontwikkelingsproces en draagt bij tot een verminderd welzijn. Indien er sprake is van langdurige of chronische behoeftefrustratie kan dit zelfs leiden tot psychopathologie (Deci & Ryan, 2008; Vansteenkiste & Ryan, 2013; Vansteenkiste, Niemiec, & Soenens, 2010). Een belangrijk onderscheid is dat tussen een beperkte behoeftebevrediging en een eigenlijke behoeftefrustratie. Wanneer behoeften slechts beperkt bevredigd worden, verdwijnen de positieve effecten op welzijn en ontwikkeling (zoals eerder al aangegeven werd). Een eigenlijke behoeftefrustratie zal daarentegen ook schadelijke en mogelijk pathogene effecten met zich meebrengen (Vansteenkiste et al., 2010; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Met andere woorden is weinig keuze ervaren (d.w.z. een lage autonomiebevrediging) niet gelijk aan het ervaren van druk (d.w.z. autonomiefrustratie). In deze scriptie zullen we ons echter uitsluitend richten op één van de drie basisbehoeftes (alsook de bevrediging of frustratie ervan), meer bepaald autonomie. Behoeftebevrediging versus behoeftefrustratie: het verband met internalisatie en verzet. Eerder onderzoek toonde reeds aan dat behoeftebevrediging, naar het model van de Zelf-Determinatie Theorie, als antecedent kan worden beschouwd voor een grotere mate van internalisatie (Markland & Tobin, 2010; Ryan & Deci, 2000; Ryan, Huta, & Deci, 2008). Een grotere mate van internalisatie zal daarenboven op zijn beurt een groter gevoel van behoeftebevrediging stimuleren. Dit verband kan daarom als wederkerig worden beschouwd (Vansteenkiste & Ryan, 2013). Een gevoel van behoeftefrustratie, meer specifiek autonomiefrustratie, zal het internalisatieproces daarentegen ondermijnen en kan zelfs defensieve reacties uitlokken. Deze reacties kunnen, zoals we eerder al zagen, de vorm aannemen van verzet tegen de opgelegde regel, het opgelegde gedrag of de autoriteitsfiguur zelf. Deze vormen van verzet zijn bedoeld om het gevoel van autonomie opnieuw te verhogen, maar leiden vaak tot meer autonomiefrustratie omdat ze extern gereguleerd zijn (Ryan & Deci, 2000; Van Petegem et al., 2015). 10

18 Stijl van de interventie: autonomieondersteunend versus controlerend De Zelf-Determinatie Theorie (Ryan & Deci, 2000) kan beschouwd worden als een organismisch-dialectische metatheorie. Organismisch verwijst hierbij naar het proactieve karakter van mensen, die hun eigen levensomstandigheden vormgeven en optimaliseren. Dialectisch verwijst daarentegen naar de rol van de sociale context tijdens de ontwikkeling, die de groei zowel kan faciliteren als ondermijnen en dit in interactie met het actieve organisme. De Zelf-determinatie Theorie maakt daarbij een onderscheid tussen twee types contexten die, specifiek toegepast op de behoefte aan autonomie, als autonomie ondersteunend of als controlerend (d.w.z. autonomiefrustrerend) kunnen worden beschreven (Ryan & Deci, 2000; Vansteenkiste et al., 2014). We spreken van een autonomieondersteunende omgeving wanneer men op een meer actieve wijze de capaciteiten en autonomie van jongeren gaat ondersteunen en aanmoedigen. Hierbij worden initiatiefname en keuzevrijheid aangemoedigd. Wanneer er een nieuwe regel wordt opgelegd door de autoriteitsfiguren, zal men ook steeds de noodzaak en relevantie van deze regel trachten mee te geven. Negatieve gevoelens, volgend op het verbod, alsook het perspectief van de jongere worden hierbij erkend (Joussemet et al., 2008; Ryan, Deci, Grolnick, & LaGuardia, 2006; Vansteenkiste et al., 2014). In tegenstelling tot een autonomieondersteunende omgeving, zal men in een eerder controlerende omgeving het naleven van de regelgeving proberen afdwingen. Hierbij maakt men gebruikt van strategieën zoals straffen, schuldinductie of het invalideren van de gevoelens van de jongere (Joussemet et al., 2008; Roth, Assor, Niemiec, Ryan, & Deci, 2009; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Beide types context werden in de literatuur reeds gelinkt aan allerlei indicatoren van psychisch welzijn (Vansteenkiste & Ryan, 2013). Zo bevordert een autonomieondersteunende omgeving een hogere mate van veerkracht die beschermend kan zijn bij stresserende gebeurtenissen (Deci & Ryan, 2000; Masten & Tellegen, 2012). In diezelfde lijn zou er een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen een autonomieondersteunende en een controlerende interventiestijl bij agenten. Agenten die een eerder autonomieondersteunende interventiestijl hanteren zullen daarbij jongeren in de mate van het mogelijke een keuze aanbieden en hen een goede rationale geven om het gewenste gedrag te stellen. Daarbij stellen ze zich empathisch op ten aanzien van de jongeren. Een controlerende stijl zal daarentegen inwilliging trachten te bekomen op een dwangmatige manier, bijvoorbeeld door te dreigen met straffen. Er is op dit moment echter weinig 11

19 onderzoek beschikbaar waarbij dit onderscheid, op basis van de Zelf-Determinatie Theorie, wordt toepast binnen een politionele context. Een autonomieondersteunende versus een controlerende interventie: het verband met internalisatie en verzet. Volgens de Zelf-Determinatie Theorie (Ryan & Deci, 2000) kan iemands sociale context het internalisatieproces eveneens faciliteren of tegengaan. Dit werd eerder al bestudeerd in de context van ouders en leerkrachten en zou verlopen via autonomiebevrediging en autonomiefrustratie. Met andere woorden zal een eerder autonomieondersteunende context, in dit geval interventie, jongeren aansporen te handelen vanuit eigen waarden en interesses. Het ervaren van deze autonomieondersteuning bevorderd autonome zelfregulatie en zal het internalisatieproces bevorderen, waardoor jongeren sneller de gestelde handelingen of waarden in zich op zullen nemen omdat ze er het belang van inzien. (Ryan & Deci, 2000; Joussemet, Koestner, Lekes, & Houlfort, 2004). Een eerder controlerende omgeving zal bepaald gedrag en bepaalde waarden echter proberen afdwingen. Jongeren zullen in dit geval autonomiefrustratie ervaren omdat ze niet kunnen handelen vanuit eigen waarden en normen, maar wel omwille van de externe druk die ze ervaren (Ahmad, Vansteenkiste, & Soenens, 2013). Dit zal resulteren in een lage mate van internalisatie en in sommige gevallen tot verzet (Deci, Eghrari, Patrick, & Leone, 1994; Deci & Ryan, 2000; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Onderzoek bevestigde voorgaande bevindingen en toonde aan dat het vooral de stijl is waarop waarden en normen worden overgebracht die een effect heeft op de mate van internalisatie en verzet. Een autonomieondersteunende stijl zou daarbij leiden tot meer identificatie en introjectie, terwijl een meer controlerende stijl leidt tot een gevoel van externe druk. Het kan daarbij gaan over meer extern gereguleerd gedrag of zelfs verzet. De mate waarin er beperkingen werden opgelegd bleek daarbij meer in te spelen op de mate van onafhankelijkheid, waardoor beperkingen geen bedreiging vormen voor het gevoel van autonomie van jongeren zolang ze op een autonomieondersteunende wijze worden gecommuniceerd. Daarenboven bleek het verband tussen de stijl (die autonomie ondersteunend of controlerend was) en internalisatie en verzet bidirectioneel (Vansteenkiste et al., 2014). Dit wil zeggen dat verzet ook een meer controlerende stijl bij de autoriteitsfiguur in kwestie kan uitlokken. 12

20 Beide types interventiestijlen worden tevens gekenmerkt door talige aspecten. Een controlerende interventie zal zo meer verzet uitlokken op basis van gehanteerde taal. Een voorbeeld hiervan is dogmatisch taalgebruik, dat gekenmerkt wordt door zijn dwingend en expliciet karakter. Jongeren voelen zich hierdoor meer gedwongen bepaalde keuzes te maken (Grandpre, Alvaro, Burgoon, Miller, & Hall, 2003; Miller et al., 2007; Quick & Stephenson, 2008). Kenmerken van jongeren Voorgaande element hebben met name betrekking op de interactie die plaatsvindt tussen agenten en jongeren. Op basis van de literatuur werd hierbij reeds een onderscheid gemaakt tussen twee interventiestijlen (nl. autonomieondersteunend en controlerend) die een rol kunnen spelen op de mate waarin jongeren een opgelegde regel zullen onderschrijven en internaliseren of eerder in verzet zullen gaan. Vermoedelijk is dit afhankelijk van de mate waarin zij een interventie als autonomiebevredigend of -frustrerend ervaren. We kunnen echter vermoeden dat bepaalde kenmerken, eigen aan de jongeren, hun interpretatie van de interventie, alsook hun reactie daarop zullen kleuren. Binnen dit segment bekijken we enkele van deze kenmerken. Ouderlijke autonomieondersteuning en psychologische controle. Ouders hebben een belangrijke rol binnen het socialisatieproces van adolescenten. Het is tijdens dit proces dat ouders bepaalde waarden en normen trachten mee te geven, maar ook bepaalde gedragingen trachten te verbieden. Zoals eerder al werd aangegeven, is het belangrijk dat jongeren deze ouderlijke regels zoveel mogelijk internaliseren zodat ze ook autonoom en met een gevoel van vrijheid worden uitgevoerd. In sommige gevallen zullen deze ouderlijke regels ook verzet uitlokken bij jongeren (Grusec & Goodnow, 1994). Naar het voorbeeld van de Zelf-Determinatie Theorie, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen een autonomieondersteunende opvoeding en een controlerende opvoeding, die eerder gekenmerkt wordt door psychologische controle (Ryan & Deci, 2000; Soenens & Vansteenkiste, 2010). Autonomieondersteunende ouders zullen, bij het opleggen van bepaalde regels, een rationale trachten mee te geven in een poging het belang ervan mee te geven. Ze gaan in dialoog met het kind of de jongere, waarbij ze rekening houden met het perspectief van het 13

21 kind en negatieve gevoelens die volgen op de nieuwe regel empathisch benaderen. Indien mogelijk wordt de jongere een keuzemogelijkheid aangeboden. Ouders die gebruik maken van psychologische controle zullen bepaalde gedragingen trachten af te dwingen door bijvoorbeeld (fysieke) straffen op te leggen wanneer de nieuwe regel niet opgevolgd wordt of dat er gedreigd wordt met het wegnemen van bepaalde privileges. Ook kan de interne druk bij de jongere worden opgelegd door het gebruik van technieken zoals schuld inductie of voorwaardelijke aandacht (Soenens, Vansteenkiste, Lens, Luyckx, & Goossens, 2007; Soenens & Vansteenkiste, 2010). Belangrijk om hierbij te vermelden is dat de stijl van de opvoeding, waarover we hier spreken, niet kan worden gelijkgesteld aan de mate waarin ouders structuur voorzien binnen de opvoeding van hun kinderen. Deze laatste houdt in dat ouders bepaalde verwachtingen hebben naar hun kinderen toe, hun kinderen monitoren voor vooruitgang naar het volbrengen van deze verwachtingen en ondersteuning bieden wanneer nodig. Beide opvoedingsstijlen (autonomie ondersteunend en controleren) kunnen al dan niet samengaan met ouderlijke structuur (Grolnick & Pomerantz, 2009; Soenens & Vansteenkiste, 2010). In dezelfde lijn met een autonomieondersteunende of een controlerende context, hangt ook een autonomieondersteunende of controlerende opvoeding samen met positieve en negatieve ontwikkelingsuitkomsten. Jongeren met autonomieondersteunende ouders rapporteren in het algemeen meer welzijn en een betere aanpassing (Vansteenkiste et al., 2014). Ouderlijke autonomieondersteuning voorspelt tevens een verhoogd empathisch vermogen bij adolescenten (Miklikowska, Duriez, & Soenens, 2011). Moederlijke autonomieondersteuning hangt daarenboven samen met meer doorzettingsvermogen bij het uitvoeren van activiteiten (Joussemet et al., 2008). Psychologische controle bij ouders voorspelt dan weer een verlaagd welzijn (bv. depressie, schuldgevoelens en angst), alsook meer aanpassingsproblemen bij jongeren (Soenens et al., 2005; Stolz, Barber, & Olsen, 2005). Daarnaast hangt ouderlijke psychologische controle ook samen met een verhoogde kans op agressie en verzet bij jongeren (Joussemet et al., 2008; Vansteenkiste et al., 2014). Deze verbanden zouden eveneens gemedieerd worden door autonomiebevrediging en autonomiefrustratie (Ahmad et al., 2013; Vansteenkiste et al., 2014), waarbij een autonomieondersteunende opvoeding jongeren zal stimuleren om te handelen en een beslissing te maken op basis van hun eigen keuzes en interesses. Dit zal het gevoel van 14

22 autonomiebevrediging verhogen en bijgevolg het internalisatieproces bevorderen, waardoor de kans groter wordt dat ze het gedrag zullen blijven stellen. Dit in tegenstelling tot een controlerende opvoedingsstijl, waarbij jongeren handelen op basis van externe regulatie. De nood aan autonomie wordt hierbij gefrustreerd, met een minder kwaliteitsvolle internalisatie tot gevolg. Het gevoel van autonomiefrustratie lokt daarenboven verzet en afgunst uit (Assor, Roth, & Deci, 2004; Moller et al., 2006; Vansteenkiste et al., 2014). De vraag kan worden gesteld of een bepaalde opvoedingsgeschiedenis, zijnde autonomieondersteunend of controlerend, een invloed zal hebben op de manier waarop jongeren nieuwe socialisatie contexten (in dit geval een politionele context) als autonomieondersteunend of controlerend interpreteren en ervaren. Deze scriptie wil onder andere daar een antwoord op zoeken. Trekreactantie. Brehm beschreef in zijn Psychologische Reactantie Theorie (PRT; Brehm, 1966) reactantie als een aversieve motivationele staat die wordt uitgelokt wanneer iemand een gevoel van vrijheidsbeperking ervaart of zich onder druk gezet voelt. Reactantie zou hierbij op zijn beurt een gedragsintentie uitlokken die gericht is op het herstellen van deze vrijheidsbeperking. Brehm erkende echter ook dat reactantie eveneens kan worden beschouwd als een persoonlijkheidstrek die varieert van persoon tot persoon (Milne, & Wise, 1991). Met andere woorden bestaan er individuele verschillen in de mate waarin men reactantie ervaart bij een gevoel vrijheidsbeperking of druk. In dit geval spreekt met over trekreactantie (Dillard & Shen, 2005). Ook meer recent onderzoek lijkt deze gedachte te ondersteunen (Brown, Finney, & France, 2011; Dillard & Shen, 2005; Shen & Dillard, 2005). Trekreactantie wordt gekenmerkt door een verhoogde behoefte aan autonomie (Miller et al., 2006; Quick & Stephenson, 2008). Een hogere mate van trekreactantie zou daarbij samengaan met een hogere gevoeligheid voor vrijheidsbeperkingen en een (daarmee gepaard gaande) verhoogde motivatie tot vrijheidsherstel (Dowd et al., 1991; Knight, Tobin, & Hornsey, 2014). Voorgaande zou een verklaring kunnen beiden voor de bevinding dat individuen die een hogere mate van trekreactantie bezitten, ook meer reactantie zullen vertonen, zich vaker engageren in risicovol gedrag (Dillard & Shen, 2005; Quick & Stephenson, 2008) en meer zullen rebelleren tegen autoriteitsfiguren (Dowd, Wallbrown, Sanders, & Yesenosky, 1994; Miller et 15

23 al., 2006; Seibel & Dowd, 2001). Deze bevindingen ondersteunen de hypothese dat reactantie ook als persoonlijkheidstrek kan worden beschouwd en laten het verband zien tussen trekreactantie, autonomie en verzet. Trekreactantie lijkt daarenboven samen te hangen met andere persoonlijkheidskenmerken. Individuen die een hogere mate trekreactantie bezitten zouden minder bezorgd zijn over het maken van een goede indruk en zouden sociale regels en normen minder opvolgen. Daarnaast zouden deze individuen ook eerder nalatend zijn bij het volbrengen van verplichting, minder tolerant zijn naar overtuigingen en waarden van anderen toe, sneller sterke gevoelens en emoties uiten, alsook een sterkere neiging tot bezorgdheid over de toekomst bezitten (Dowd et al., 1994; Seibel & Dowd, 2001). Daarenboven zijn individuen hoog in trekreactantie vaker agressief, dominant en defensief (Dowd & Wallbrown, 1993). Trekreactantie als persoonlijkheidstrek zou daarenboven relatief stabiel blijven over tijd en situaties heen (Dowd et al., 1991). Doch zou trekreactantie een piek kennen tijdens de adolescentie (12 tot 19 jaar) die relatief blijft aanhouden tijdens de jong volwassenheid (18 tot 25 jaar). Deze piek is niet geheel verrassend, gezien de adolescentie gekenmerkt wordt door een verhoogde behoefte aan autonomie (Miller et al., 2006; Miller & Quick, 2010), zoals ook trekreactantie werd gekenmerkt door deze versterkte behoefte. Het is mogelijk dat individuen die een hoge mate trekreactantie bezitten interventies sneller als autonomiefrustrerend zullen ervaren en bijgevolg gevoelig zijn voor meer controlerende interventies. Deze scriptie wil hier een antwoord op bieden. Frequentie waarmee men het voorbije jaar in contact kwam met de politie. Men kan vermoeden dat de mate waarin men in contact komt met de politie een invloed heeft op latere interacties met agenten, waarbij zowel agenten als jongeren hun gedrag en attitudes zullen aanpassen. Onderzoek naar dit verband blijkt echter schaars. Tyler en zijn collega s (2014) stellen wel dat jongeren die vaker in contact komen met de politie, latere interacties eerder als onrechtmatig zullen beoordelen en dit los van het eigenlijke gedrag van de agent. Hiervoor geven ze twee mogelijke verklaringen. Een eerste stelt dat jongeren die vaker worden tegengehouden door agenten de redelijkheid van deze acties in vraag beginnen stellen. Met andere woorden stellen zij zich de vraag of er wel een goede reden is waarom agenten hen steeds viseren. Een tweede mogelijke verklaring stelt dat jongeren hun gedrag aanpassen naarmate ze vaker in contact komen met agenten, waardoor 16

24 ook de agenten anders zullen reageren. In diezelfde lijn kan de hypothese worden gesteld dat frequenter contact met de politie meer tot een gevoel van autonomiefrustratie zal leiden en in die zin het internalisatieproces zal hinderen, alsook tot meer verzet zal leiden. 17

25 HUIDIGE STUDIE Deze studie had tot algemeen doel het effect van gehanteerde interventiestijlen ten opzichte van regel overtredend gedrag van jongeren te bestuderen in relatie tot de mate van internalisatie en verzet. Specifiek formuleerden we binnen de huidige studie 5 onderzoeksvragen. In een eerste onderzoeksvraag (1) onderzochten we de rechtstreekse rol van een autonomieondersteunende of controlerende stijl van agenten (d.w.z. conditie) op identificatie, introjectie, externe regulatie en verzet. Hoewel deze relaties reeds veelvuldig bestudeerd werden, was dit voornamelijk binnen schoolse en gezinscontext. Gebaseerd op deze literatuur, die vertrekt vanuit de Zelf-Determinatie Theorie (Ryan & Deci, 2000), werd verwacht dat een autonomieondersteunende interventiestijl samenhangt met meer identificatie en introjectie, terwijl een controlerende interventiestijl samenhangt met externe regulatie en verzet. Ook de rol van autonomiebevrediging en -frustratie kwam in eerder onderzoek reeds aan bod. Denk maar aan het onderzoek van Vansteenkiste en collega s (2014), die twee longitudinale studies uitvoerden bij een totaal van 532 leerlingen uit het secundair onderwijs. Het onderzoek toonde, in lijn met andere bevindingen in literatuur rond de Zelf-Determinatie Theorie, dat een autonomieondersteunende context het gevoel van autonomiebevrediging bevordert omdat jongeren hierbij gestimuleerd worden te handelen vanuit eigen interesses. Jongeren binnen een controlerende context zouden daarentegen handelen vanuit een gevoel van externe druk, waardoor er een gevoel van autonomiefrustratie ontstaat. Deze processen zouden bijgevolg internalisatie en verzet in de hand weken of hinderen. Om die reden werd in een tweede onderzoeksvraag (2) ook de mogelijk mediërende rol van autonomiebevrediging en autonomiefrustratie op deze verbanden bekeken. Ten slotte werd ook gekeken naar de potentiële rol van moderatoren. Zo werd er gekeken naar de contextuele rol van ouderlijke autonomieondersteuning en psychologische controle (3), alsook bepaalde kenmerken van jongeren zelf, meer bepaald trekreactantie (4). We vermoeden dat deze factoren, die eigen zijn aan jongeren, voorgaande processen zullen beïnvloeden. Ten slotte onderzochten we ook of de frequentie waarmee men reeds in contact kwam met de politie (5) een mogelijks modererende rol had. Onderzoek met betrekking tot deze verbanden is echter schaars, waardoor geen specifieke verwachtingen werden geformuleerd. Bovenstaande verbanden staan hieronder weergegeven in Figuur 1. 18

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN Prof. Dr. Inge Antrop Dr. Katrijn Brenning MSc. Lana De Clercq Prof. Dr. Sarah De Pauw Ph.D. Lisa Dieleman Prof. Dr. Patrick Luyten Ph.D. Elien Mabbe Dr.

Nadere informatie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie Dra. Lisa

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Deze infosessie is het resultaat van het PWO-project van de HUB Ouders en jeugdsport: geen

Nadere informatie

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Jolene van der Kaap-Deeder Nathalie Aelterman Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent Eline Sierens Arteveldehogeschool Gent

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

"IK DOE TOCH MIJN EIGEN GOESTING!": KAN OPVOEDING VERKLAREN WAAROM ADOLESCENTEN AL DAN NIET REGELS OPVOLGEN?

IK DOE TOCH MIJN EIGEN GOESTING!: KAN OPVOEDING VERKLAREN WAAROM ADOLESCENTEN AL DAN NIET REGELS OPVOLGEN? UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Tweede Examenperiode "IK DOE TOCH MIJN EIGEN GOESTING!": KAN OPVOEDING VERKLAREN WAAROM ADOLESCENTEN AL DAN

Nadere informatie

De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan

De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan Masterproef II neergelegd tot het behalen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Zijn probleemjongeren gebaat met een controlerende aanpak?

Zijn probleemjongeren gebaat met een controlerende aanpak? Faculteit Psychologische en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2013-2014 Eerste examenperiode Zijn probleemjongeren gebaat met een controlerende aanpak? De relatie tussen controle en oppositioneel

Nadere informatie

Agressie, gedragsprobemen Ontstaan en behandelingsvormen

Agressie, gedragsprobemen Ontstaan en behandelingsvormen Agressie, gedragsprobemen Ontstaan en behandelingsvormen 2 voorbeelden: Jan Piet Enkele begrippen: - Oppositioneel opstandig gedrag: het kind verzet zich tegen de leiding van volwassenen - Agressief gedrag:

Nadere informatie

Ouders & Clubs: één doel?!

Ouders & Clubs: één doel?! Ouders & Clubs: één doel?! Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de procedurele rechtvaardigheidstheorie

Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de procedurele rechtvaardigheidstheorie Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2014-2015 1 ste examenperiode Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING (GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Een controlerende opvoeding, een harde maar nuttige leerschool?

Een controlerende opvoeding, een harde maar nuttige leerschool? Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 1 ste examenperiode Een controlerende opvoeding, een harde maar nuttige leerschool? Masterproef neergelegd tot het behalen van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

ZAL IK JOUW HANDJE VASTHOUDEN?

ZAL IK JOUW HANDJE VASTHOUDEN? ZAL IK JOUW HANDJE VASTHOUDEN? WANNEER HULP ONGEWENST IS: EEN EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR DE EFFECTEN VAN LANGE INSTRUCTIES OP IRRITATIE, MOTIVATIE EN PRESTATIE, EN DE ROL VAN EEN BEHOEFTEONDERSTEUNENDE

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

De invloed van BOB-campagnes op ons rijgedrag: Een motivationele kijk op het rijgedrag binnen de Zelf-determinatie Theorie

De invloed van BOB-campagnes op ons rijgedrag: Een motivationele kijk op het rijgedrag binnen de Zelf-determinatie Theorie Academiejaar 2014 2015 Eerstesemesterexamenperiode De invloed van BOB-campagnes op ons rijgedrag: Een motivationele kijk op het rijgedrag binnen de Zelf-determinatie Theorie Masterproef II neergelegd tot

Nadere informatie

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap?

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap? De overgang van de basisschool naar de middelbare school kent vele uitdagingen. Jongeren krijgen te maken met sociale, biologische en cognitieve veranderingen, zoals de puberteit, spanningen in de relatie

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Iedereen sterk. Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers

Iedereen sterk. Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers Iedereen sterk Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers JANUARI 2016 Veranderen moet veranderen Verandering is in veel gevallen een top-down proces. Bestuur en management signaleren

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen de examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen de examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen 2011-2012 2de examenperiode Het verband tussen psychologische controle en de identiteitsvorming bij adolescenten: de rol van rebellie. Masterproef neergelegd

Nadere informatie

bij jongeren: een complex begrip. Een studie naar de verschillende facetten van autonomie en het verband met opvoeding en welzijn

bij jongeren: een complex begrip. Een studie naar de verschillende facetten van autonomie en het verband met opvoeding en welzijn UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode Autonomie bij jongeren: een complex begrip. Een studie naar de verschillende facetten van

Nadere informatie

Motivatie door eigenaarschap

Motivatie door eigenaarschap Motivatie door eigenaarschap Piet BUYSE & Maaike VERSTRAETE BaNaBa SchoolONtwikkeling 2 3 4 Denk terug aan een concreet moment waarop jij je helemaal niet gemotiveerd voelde om een activiteit te doen.

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 11-2-2015 1 Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Facta, 12-02-2015 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 11-2-20152 Programma Studiekeuze als ontwikkelingsproces:

Nadere informatie

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Partner in de Hogeschool-Universiteit Brussel - Huart Hamoirlaan 136-1030 Brussel WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Joris Lambrechts Hans

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Rebels with a cause? Rebellie als mediërende variabele tussen controlerend opvoeden en probleemgedrag bij

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 25-11-2014 1 Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief VVSL 6 november 2014 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 25-11-2014 2 Programma

Nadere informatie

Lijden alle leerlingen even sterk onder de effecten van een intern controlerende communicatiestijl?

Lijden alle leerlingen even sterk onder de effecten van een intern controlerende communicatiestijl? Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode Lijden alle leerlingen even sterk onder de effecten van een intern controlerende communicatiestijl? De rol van opvoedingsgeschiedenis en stijl van de

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11 Inhoud Voorwoord bij de 24 e druk 11 1 Inleiding Marcel van Aken en Wim Slot 13 1.1 Adolescentie: een eerste typering 13 1.2 Puberteit en adolescentie 14 1.2.1 Oorsprong van de begrippen puberteit en adolescentie

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Van compliance naar participatie. Dr. Joyce Rupert In samenwerking met: HRM Expertise Centrum Rijksuniversiteit Groningen

Van compliance naar participatie. Dr. Joyce Rupert In samenwerking met: HRM Expertise Centrum Rijksuniversiteit Groningen Van compliance naar participatie Dr. Joyce Rupert In samenwerking met: HRM Expertise Centrum Rijksuniversiteit Groningen Aanleiding Stagnatie in dalende trend aantal arbeidsongevallen 20 % daarvan technische

Nadere informatie

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Cruciale vragen Verschillen in psychisch welbevinden ts. personen uit gescheiden en nietgescheiden gezinnen?

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Help, mijn kind is gedemotiveerd en hulpeloos. Kan ouderlijke druk helpen om het internalisatieproces bij gedemotiveerde kinderen in gang te trappen?

Help, mijn kind is gedemotiveerd en hulpeloos. Kan ouderlijke druk helpen om het internalisatieproces bij gedemotiveerde kinderen in gang te trappen? Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode Help, mijn kind is gedemotiveerd en hulpeloos. Kan ouderlijke druk helpen om het

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019 Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs naam leerling: leeftijd (jaar) geslacht groep: datum: jongen meisje ingevuld door: Taakgericht gedrag 1 Afleidbaarheid: externe prikkels De leerling blijft

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Empowerment van (kinder) psychiatrische verpleegkundigen

Empowerment van (kinder) psychiatrische verpleegkundigen Empowerment van (kinder) psychiatrische verpleegkundigen Inge Antrop en Karolijne Geldolf 21 maart 2012 NVKVV Residentiele zorg bij kinderen en jongeren met een psychiatrische problematiek (Leichtman,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen 1 Voorwoord Beste ouders Beste leerlingen Dit is het antipestplan van WICO campus Sint-Jozef. Het draaiboek pesten is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Het geeft het beleid

Nadere informatie

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer 1 Een praktijkvoorbeeld De verzorgende helpt de bewoner zich aan te kleden en pakt de deodorant. Bewoner: Ga weg

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Adverse Childhood Experiences:

Adverse Childhood Experiences: Adverse Childhood Experiences: Mentale en fysieke gevolgen bij jeugdigen met een verstandelijke beperking Jaarcongres Kinder- en jeugdpsychiatrie 30 oktober 2018 Esther Moonen, Verpleegkundig Specialist

Nadere informatie

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel Dr. Iris Van den Brandei.o. SEN vzw Centrum voor Therapie en Welzijn Balans EMOTIONELE ONWIKKELING buitenkant versus binnenkant intrapsychisch

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen INHOUD 1 Moetivatie of motivatie... 2 1.1 Waarom doen we wat we doen?... 2 1.1.1 Waarom... 2 1.1.2 Oplossing... 2 1.1.3 Gevolgen... 2 1.2 Soorten motivatie... 3 1.2.1 Opdracht: Een goede reden om les te

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen WORKSHOP Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Deze workshop is het resultaat van het PWO-project

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Klas bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie