ZAL IK JOUW HANDJE VASTHOUDEN?
|
|
- Melissa Timmermans
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ZAL IK JOUW HANDJE VASTHOUDEN? WANNEER HULP ONGEWENST IS: EEN EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR DE EFFECTEN VAN LANGE INSTRUCTIES OP IRRITATIE, MOTIVATIE EN PRESTATIE, EN DE ROL VAN EEN BEHOEFTEONDERSTEUNENDE INSTRUCTIESTIJL Aantal woorden: Silke Godderis Studentennummer: Promotor: Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste Begeleidster: Sophie Goemaere Masterproef neergelegd voor het behalen van de graad Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Academiejaar:
2 Voorwoord De laatste loodjes wegen het zwaarst is een spreekwoord dat ik de laatste maanden vaak heb moeten aanhoren. Het eindwerk boven op een langdurige stageperiode maakte dit laatste opleidingsjaar inderdaad het zwaarste in het rijtje. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar nu kan ik met voldoening terugblikken op de verwezenlijking van deze scriptie. Het was een leerrijk proces, waarbij ik me kon verdiepen in een onderzoekdomein dat me al altijd sterk heeft geboeid. Uiteraard zou deze masterproef nooit geworden zijn zoals hij nu is zonder de hulp en steun van een aantal mensen aan wie ik in dit voorwoord graag een woordje van dank wens te richten. In eerste instantie wil ik mijn promotor Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste bedanken voor zijn constructieve advies en zijn nuchtere en professionele kijk op mijn onderzoek. Ondanks een drukke agenda, maakte hij toch graag tijd vrij om mijn scriptieproces te evalueren en bij te sturen waar nodig. Daarnaast gaat mijn dank uitdrukkelijk uit naar mijn begeleidster Sophie Goemaere, die zelf erg veel tijd heeft besteed aan het opzetten van het experiment. Zij stond telkens paraat om vragen te beantwoorden en heeft mij dankzij haar nuttige feedback, tips en suggesties doorheen het onderzoek- en schrijfproces geloodst. Haar enthousiasme heeft zonder enige twijfel bijgedragen aan de voltooiing van deze scriptie. Ik bedank uiteraard ook de bereidwillige proefpersonen voor hun participatie aan het experimenteel onderzoek. Zonder hen kon de studie niet gerealiseerd worden. Ten slotte verdienen ook een aantal mensen uit mijn nabije omgeving een welgemeende dankjewel. Ik wil in het bijzonder mijn ouders Marijke en Luc in de bloemetjes zetten, want zij gaven me de kans om met de universitaire opleiding Psychologie te starten en bleven gedurende die vijf jaar ook steevast in mij geloven. Hun aanmoedigende woorden betekenden erg veel voor mij. Ook bedank ik mijn zus Sigried voor haar deugddoende blijk van steun en vertrouwen. Dankzij haar feedback bij het nalezen heeft ze mijn scriptie op taalkundig vlak naar een hoger niveau getild. Ik ben naast mijn familie ook heel wat vrienden dankbaar. Hoewel zij vaak kop van Jut waren van mijn frustraties wanneer iets niet naar wens verliep, bleven zij mij toch steeds onvoorwaardelijk steunen tijdens de totstandkoming van mijn masterproef. Zij boden een uitlaatklep op momenten waarop ik hier nood aan had.
3 Abstract Het krijgen van lange instructies bij een eenvoudige taak in de klas, kan vanuit de Zelf-Determinatie Theorie (Deci & Ryan, 1985) beschouwd worden als behoefteondermijnend, omdat dergelijke instructies mogelijk een grens opleggen aan de autonomie en de competentie van leerlingen. De huidige studie had als doel om na te gaan of de lengte van instructies bij een eenvoudige procedurele taak invloed had op irritatie, motivatie en prestatie (1). In dit onderzoek werd motivatie beschouwd als identificatie en prestatie werd geconceptualiseerd als enerzijds productiviteit en anderzijds accuraatheid. Vervolgens werd de potentieel modererende rol van trekreactantie onderzocht (2) en werd bestudeerd of het hanteren van een behoefteondersteunende communicatiestijl de eerder gevonden effecten van lange instructies kon inperken (3). De hypothesen werden getoetst via een experimenteel onderzoek waarin universiteitsstudenten tussen 15 en 24 jaar (N = 98) werd gevraagd om LEGO-constructies te bouwen aan de hand van de gekregen instructies. Zij werden willekeurig toegewezen aan één van de drie condities ( kort, lang of lang-behoefteondersteunend ). Er was geen evidentie voor een effect van instructielengte op irritatie en geïdentificeerde motivatie, maar lange instructies mondden wel uit in significant minder productiviteit en minder accuraatheid (1). Trekreactantie bleek geen enkele van deze verbanden te modereren (2). Tot slot resulteerden lange instructies niet in significant verschillende effecten door het hanteren van een behoefteondersteunende communicatiestijl in vergelijking met een neutrale communicatiestijl (3). Het huidig onderzoek werpt nieuw licht op het gebruik van lange instructies in de klas, maar verder onderzoek is nodig om andere negatieve effecten te onthullen en op zoek te gaan naar een adequate manier om deze effecten te reduceren.
4 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Zelf-Determinatie Theorie... 3 Algemeen Motivatie Gecontroleerde motivatie Autonome motivatie Behoefteondersteunende communicatiestijl Autonomieondersteuning versus controle Structuur versus chaos Onderwijs en Instructies Algemeen Instructies Begeleiding Segmentatie Procedurele taken Huidige Studie: Onderzoeksvragen en Hypotheses Methode Steekproef Opzet en Procedure Meetinstrumenten LEGO-ervaring Trekreactantie Overbodigheid van de instructies Autonomie Irritatie ten aanzien van de instructies Motivatie voor het opvolgen van de instructies Prestatie Plan van Statistische Analyses Resultaten Preliminaire Analyses Beschrijvende statistieken en correlaties Verbanden met achtergrondvariabelen Manipulatiechecks Primaire Analyses Effect van instructielengte op irritatie, motivatie en prestatie
5 Potentieel modererend effect van trekreactantie Effect van communicatiestijl op irritatie, motivatie en prestatie Discussie Bespreking van de Resultaten Effect van instructielengte op irritatie, motivatie en prestatie Potentieel modererend effect van trekreactantie Effect van communicatiestijl op irritatie, motivatie en prestatie Sterktes en Beperkingen van het Huidig Onderzoek Conclusie en Implicaties Referenties Bijlagen Bijlage 1. LEGO-taak, voorbeeld van de korte instructies Bijlage 2. LEGO-taak, voorbeeld van de lange instructies Bijlage 3. Vragenlijsten LEGO-ervaring Trekreactantie Overbodigheid van de instructies Autonomie Irritatie ten aanzien van de instructies Motivatie
6 Lijst met Tabellen Tabel 1. Overzicht verdeling participanten over verschillende condities Tabel 2. Overzicht van de manipulaties van Lengte van instructies en Communicatiestijl naargelang de conditie Tabel 3. Gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties betreffende alle variabelen binnen het huidig onderzoek Tabel 4. Gemiddelden, standaarddeviaties en univariate effecten van Lengte van de instructies op de uitkomsten Irritatie, Identificatie, Productiviteit en Accuraatheid (MANOVA) Tabel 5. Gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten van hiërarchische regressieanalyses, met Lengte van instructies, Trekreactantie (moderator) en bijkomend hun interactieterm als voorspellers voor Irritatie, Identificatie, Productiviteit en Accuraatheid Tabel 6. Gemiddelden, standaarddeviaties en univariate effecten van Communicatiestijl op de uitkomsten Irritatie, Identificatie, Productiviteit en Accuraatheid (MANOVA).. 45
7 Lijst met Figuren Figuur 1. Het internalisatiecontinuüm gaande van gecontroleerde tot autonome motivatie met de verschillende types motivatie en regulatie volgens de ZDT... 6 Figuur 2. Leerkrachtstijlen die tegemoetkomen aan de drie basisbehoeften volgens de ZDT Figuur 3. Grafisch overzicht van het onderscheid tussen onafhankelijkheid en autonomie in de interacties tussen leerkracht en leerling Figuur 4. Voorbeeldframe uit de conditie met korte instructies Figuur 5. Voorbeeldframe uit de twee condities met lange instructies Figuur 6. De verschillende soorten LEGO-stenen: LEGO-blok (A), LEGO-brug (B) en LEGO-lat (C) Figuur 7. Twee instinkers in de conditie met korte instructies Figuur 8. Twee instinkers in de twee condities met lange instructies
8 Inleiding Ellenlange en gedetailleerde klassikale instructies voorafgaand aan een schooltaak, het is een vervelend fenomeen dat elke leerling wel kent. In 2001 verscheen er in het tijdschrift Klasse een artikel voor beginnende leraren over de do s en don ts tijdens het lesgeven (Bormans, 2001). Hierin konden naast 99 bruikbare tips voor een goede vorm van lesgeven, ook 13 manieren ontdekt worden om een les te verknoeien, met als zevende absolute don t: geef leerlingen ellenlange en gedetailleerde instructies. Desalniettemin leggen leerkrachten maar al te vaak opdrachten uit aan de hand van een zeer gedetailleerd stappenplan, zelfs wanneer het gaat om erg eenvoudige taken. Ze nemen hun leerlingen als het ware bij de hand om hen doorheen de opdrachten te loodsen. Het zou niet onlogisch zijn dat leerlingen te lange instructies in dat geval vervelend of irritant vinden, wat kan gepaard gaan met negatieve consequenties op het vlak van motivatie. Een dergelijk motivationeel deficit kan bijgevolg ook resulteren in nefaste effecten op prestatie en psychologisch welbevinden (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Uit een inleidende rondvraag bij een tiental studenten aan de Universiteit van Gent naar hun ervaring met dergelijke lange instructies bij eenvoudige onderwijstaken kwamen gelijkaardige vaststellingen aan bod. Een studente verwoordde het als volgt: Als de instructies te lang zijn, lees ik deze meestal diagonaal door en begin ik vrij snel aan de opdracht. Lange instructies demotiveren bovendien enorm, omdat ze de indruk wekken dat de taak ook zo lang zal zijn. Een ander antwoord hield in dat lange instructies verveling opwekken en ervoor zorgen dat de aandacht verslapt, waardoor ze minder goed opgenomen worden. Ook leerkrachten stellen blijkbaar nefaste effecten van te lange instructies op leerlingen vast, maar geven desondanks toch aan vaak erg in detail te treden bij het uitleggen van opdrachten. Een leerkrachte gaf bij een korte bevraging aan dat ze het gevoel heeft dat lange instructies leerlingen soms meer in de war brengen dan helpen bij het voltooien van de opdracht en dat leerlingen vaak afhaken bij lange instructies. Een globale doelstelling van deze scriptie is om te achterhalen welke effecten lange instructies bij eenvoudige taken kunnen teweegbrengen op vlak van irritatie (als onderdeel van het psychologisch welbevinden), motivatie en prestatie bij studenten. In een studie van Small, Dodge en Jiang (1996) wordt gevonden dat verveling in de klas moet worden vermeden om de motivatie en de leerprestatie te bevorderen. Bepaalde karakteristieken van de taken en de bijbehorende instructies, zoals bijvoorbeeld verrassing, relevantie, variëteit en uitdagendheid, kunnen hier soelaas bieden (Cheng & 1
9 Yeh, 2009; Fredricks, 2011; Schellens, Van Keer, Valcke & De Wever, 2007; Small et al., 1996; Yair, 2000). De instructies die leerkrachten aanbieden, zouden dus kunnen worden bijgeschaafd. Maar ook de manier waarop een leerkracht deze instructies aan de leerlingen overbrengt, speelt vermoedelijk een belangrijkere rol dan op het eerste gezicht vaak gedacht wordt. Vanuit deze invalshoek zal deze verhandeling ook toetsen of het gebruik van een aangepaste communicatiestijl een mogelijk negatief effect van lange instructies op de onderzochte uitkomstvariabelen kan bufferen. De theorie van waaruit deze scriptie benaderd wordt, is de Zelf-Determinatie Theorie (ZDT) die stelt dat er drie universele psychologische basisbehoeftes zijn, namelijk de behoefte aan autonomie, de behoefte aan competentie en de behoefte aan verbondenheid (Deci & Ryan, 1985; Ryan & Deci, 2000b). De ZDT suggereert dat het al dan niet vervuld zijn van deze drie basisbehoeftes een belangrijke impact heeft op het menselijk functioneren. Frustratie van deze basisbehoeften gaat samen met zwakkere prestaties, nefaste gevolgen voor de motivatie en minder welbevinden in verschillende levensdomeinen, zoals onderwijs, werk, opvoeding en gezondheidszorg (Deci & Ryan, 2000; Deci & Ryan, 2008; Vansteenkiste & Ryan, 2013). Deze scriptie spitst zich in het bijzonder toe op de onderwijscontext. Om een goede ontwikkeling bij de leerlingen aan te moedigen, is het volgens de ZDT van groot belang dat leerkrachten tegemoetkomen aan de drie psychologische basisbehoeften. Motivationele strategieën die de behoeftes ondersteunen, kunnen in onderwijssettings aangewend worden om bij leerlingen motivatie te verhogen, prestaties te bevorderen en psychologisch welzijn te verbeteren (Deci & Ryan, 1985). Door een koppeling te maken tussen het principe van de ondersteuning van de psychologische basisbehoeftes uit de ZDT en het effect van uitgebreide instructies, wordt in deze masterproef gepoogd om een aantal praktische handvaten omtrent leerkrachteninstructies aan te reiken die mogelijke nefaste effecten reduceren. 2
10 Zelf-Determinatie Theorie Algemeen. Ryan en Deci (1985) ontwikkelden de ZDT vanuit hun onderzoek naar de motivationele processen binnen de mens. De ZDT is dan ook een motivatietheorie, met als meest essentiële uitgangspunt dat er drie universele psychologische basisbehoeften bestaan. De ZDT schuift meer bepaald de behoeftes aan autonomie, competentie en verbondenheid naar voren als de drie basisnoden die fungeren als waren het vitamines voor psychologische groei en ontwikkeling (Chen et al., 2015; Vansteenkiste & Soenens, 2015). Autonomie kan letterlijk gedefinieerd worden als regulatie door zichzelf (Ryan & Deci, 2006) en reflecteert dus de mate waarin men vrijwilligheid en psychologische vrijheid ervaart in het eigen gedrag (Goemaere, Vansteenkiste & Van Petegem, 2016; Mouratidis, Vansteenkiste, Sideridis & Lens, 2011; Soenens & Vansteenkiste, 2010). Autonoom of vrijwillig functioneren staat in schril contrast tot heteronoom of gecontroleerd functioneren, waarbij men het gevoel ervaart geforceerd te worden om bepaalde zaken te doen, denken of voelen (Mouratidis et al., 2011; Ryan & Deci, 2006). Leerlingen ervaren bijvoorbeeld autonomie wanneer zij zelf bereid zijn om tijd en energie in hun studies te steken (Niemiec & Ryan, 2009). Aangezien de ervaring van autonomie samenhangt met tal van positieve effecten, beschouwen Ryan en Deci (2006) autonomie als een centrale karakteristiek van gezond functioneren. Competentie houdt in dat men het gevoel heeft om efficiënt, effectief en eventueel zelfs meesterlijk te zijn in het uitvoeren van een bepaald gedrag (Sheldon & Filak, 2008). Het is het geloof dat men over de vaardigheid beschikt om invloed te hebben op belangrijke uitkomsten (Goemaere et al., 2016). Een voorbeeld van een gevoel van competentie is wanneer studenten zich in staat achten om de uitdagingen van hun schoolwerk aan te gaan (Niemiec & Ryan, 2009). Verbondenheid behelst het gevoel betekenisvol te zijn voor anderen (Sheldon & Filak, 2008). Het gaat hierbij om de ervaring van warme, bevredigende en ondersteunende sociale relaties (Goemaere et al., 2016). Volgens Niemiec en Ryan (2009) is verbondenheid in een klassetting sterk geassocieerd met het gevoel bij de leerlingen dat hun leerkracht hen oprecht leuk vindt, respecteert en waardeert. 3
11 De bevrediging van deze drie basisbehoeften blijkt fundamenteel voor een optimaal functioneren, een constructieve sociale ontwikkeling en het persoonlijk welbevinden (Ryan & Deci, 2000b). Net zoals een bevrediging van de drie basisnoden kan leiden tot gunstige effecten, kan het beknotten of frustreren van deze behoeften leiden tot minder positieve effecten zoals een daling in motivatie, een minder goede prestatie en verminderd welzijn (Ryan & Deci, 2000b). Motivatie. Volgens Ryan en Deci (2000b) omvat motivatie alle aspecten van activatie en intentie. Motivatie varieert niet alleen in de mate waarin iemand gemotiveerd is, maar ook in termen van het soort motivatie (Ryan & Deci, 2000a). De ZDT onderscheidt verschillende types van motivatie gebaseerd op de doelen die richting geven aan wat mensen doen (Ryan & Deci, 2000a). Het meest basale onderscheid dat in de literatuur gemaakt wordt, is tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie, waarbij intrinsieke motivatie slaat op het doen van activiteiten omdat men het inherent interessant of plezierig vindt en extrinsieke motivatie op het doen van activiteiten omdat het tot een bepaalde uitkomst leidt (Ryan & Deci, 2000a, 2000b). Er kan dus grofweg gesteld worden dat de motivatie binnen de persoon ligt wanneer men intrinsiek gemotiveerd is en buiten zichzelf ligt als men extrinsiek gemotiveerd is. Belangrijker dan dit strikte onderscheid tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie, is echter om te differentiëren tussen autonome motivatie en gecontroleerde motivatie (Vansteenkiste, Lens & Deci, 2006). Extrinsiek gemotiveerd gedrag is namelijk niet per definitie gedwongen van aard. In het dagelijkse leven komt het wel vaker voor dat mensen zaken doen die belangrijk zijn, hoewel ze eigenlijk niet interessant of uitdagend zijn. Denk maar aan het invullen van de belastingaangifte, het uitvoeren van huishoudelijke taken, het poetsen van de tanden etc. Daarom hoeven deze activiteiten echter niet per se als gedwongen te worden ervaren. Het is perfect mogelijk dat iemand bij het uitvoeren van activiteiten die niet inherent boeiend zijn, toch een gevoel van psychologische vrijheid ervaart (Vansteenkiste & Soenens, 2015). De mate waarin een gedragsregulatie geïnternaliseerd of verinnerlijkt is, speelt hierbij een belangrijke rol en moet daarom ook in rekening gebracht worden bij de omschrijving van het construct motivatie. De term internalisatie wordt door Deci en Ryan (1987) gedefinieerd als het proces waarbij een individu de eisen en waarden vanuit de sociale omgeving geleidelijk 4
12 integreert tot ze persoonlijke doelen of waarden zijn geworden. Internalisatie blijkt cruciaal te zijn in de ontwikkeling van een individu en kan gefaciliteerd worden door de bevrediging van de drie psychologische basisbehoeften (Deci, Eghrari, Patrick & Leone, 1994; Ryan & Deci, 2000b). Hoe meer een gedragsregulatie geïnternaliseerd is, hoe autonomer of vrijwilliger iemand een bepaalde taak zal uitvoeren (Vansteenkiste & Soenens, 2015). Bij deze benadering staat het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie niet langer centraal, maar wel de mate waarin men psychologische vrijheid ervaart bij het uitvoeren van een activiteit. De verschillende types van motivatie kunnen gesitueerd worden op het internalisatiecontinuüm van Vansteenkiste en Soenens (2015). Dit continuüm is een aanpassing van het Zelf-Determinatiecontinuüm van Ryan en Deci (2000b, 2006) en loopt van de meer gecontroleerde of gedwongen vormen van motivatie tot de meer autonome of vrijwillige vormen van motivatie (zie Figuur 1). De positie op het continuüm van internalisatie reflecteert dus de mate waarin iemand autonomie ervaart (Ryan & Deci, 2006): hoe meer internalisatie, hoe autonomer de graad van motivatie (Ryan & Deci, 2000b). Onder Figuur 1 worden de concepten gecontroleerde motivatie en autonome motivatie verder besproken. 5
13 Amotivatie Extrinsieke motivatie Intrinsieke motivatie Amotivatie Gecontroleerde motivatie Autonome motivatie Amotivatie Gebrek aan motivatie of intentie Niet geïnternaliseerd Helemaal niet zelfgedetermineerd Externe regulatie Externe beloningen, straffen en verwachtingen (bv. bonus, boete) Niet geïnternaliseerd Geïntrojecteerde regulatie Interne beloningen, straffen en verwachtingen (bv. schuld, angst, trots) Partieel geïnternaliseerd Geïdentificeerde regulatie De activiteit is persoonlijk belangrijk of waardevol Bijna volledig geïnternaliseerd Geïntegreerde regulatie Het belang van de activiteit is een integraal deel van het eigen waardepatroon Volledig geïnternaliseerd Intrinsieke motivatie De activiteit is op zich leuk of interessant Niet nodig Helemaal zelfgedetermineerd Figuur 1. Het internalisatiecontinuüm gaande van gecontroleerde tot autonome motivatie met de verschillende types motivatie en regulatie volgens de ZDT (aanpassing van Ryan & Deci, 2000b; van Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Lens & Andriessen, 2009 en van Vansteenkiste & Soenens, 2015) Gecontroleerde motivatie. Gecontroleerde of gedwongen motivatie slaat op de uitvoering van bepaalde gedragingen onder druk of vanuit een gevoel ertoe verplicht te zijn (Soenens & Vansteenkiste, 2010). De druk die men ervaart, kan zowel van buiten als van binnen de persoon komen. Onder gecontroleerde motivatie vallen zowel externe regulatie als geïntrojecteerde regulatie (zie Figuur 1). Externe regulatie is na amotivatie, waarbij elke vorm van motivatie ontbreekt, het minst zelfgedetermineerde type van motivatie. Dit zijn gedragingen die gesteld worden met het oog op een beloning van buitenaf of om te voldoen aan een eis van buitenaf (Ryan & Deci, 2000a). Een voorbeeld van externe regulatie is dat een leerling die de opdracht krijgt om een opstel te schrijven dat ook daadwerkelijk doet, omdat hij zo kan ontkomen aan een slechte beoordeling of een straf door de leerkracht. Geïntrojecteerde regulatie heeft eveneens een vrij gedwongen karakter, aangezien men een gedrag uitvoert dat men niet helemaal tot zichzelf neemt. Het gedrag wordt als het ware gesteld om angst en schuld te vermijden of om het ego op te krikken (Ryan & Deci, 2000b; Vansteenkiste & Soenens, 2015). Als er sprake is van 6
14 introjectie, zal een leerling een druk vanuit zichzelf ervaren (Vansteenkiste & Soenens, 2015). Een leerling zal bijvoorbeeld een opstel schrijven, omdat hij op die manier kan ontsnappen aan een potentieel schuldgevoel in het geval hij het niet zou doen. Autonome motivatie. Autonome of vrijwillige motivatie omvat zowel intrinsieke motivatie als de vormen van extrinsieke motivatie waarbij men zich heeft geïdentificeerd met de waarde van een activiteit en deze ook in zichzelf geïntegreerd heeft. Zowel geïdentificeerde regulatie, geïntegreerde regulatie als intrinsieke motivatie behoren tot de autonome motivatie (zie Figuur 1). Mensen die autonoom gemotiveerd zijn, ervaren een gevoel van vrijwilligheid of psychologische vrijheid (Deci & Ryan, 2008; Soenens & Vansteenkiste, 2010; Vansteenkiste & Soenens, 2015). Een vaak voorkomend type van autonome motivatie is de geïdentificeerde regulatie. Er is sprake van dit type wanneer een bepaalde activiteit als persoonlijk relevant gepercipieerd wordt (Ryan & Deci, 2000b; Vansteenkiste & Soenens, 2015). Individuen identificeren zich met de redenen om een bepaalde handeling te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer een leerling het maken van een opstel als een zinvolle activiteit beschouwt, omdat het hem dingen kan leren die hem later nog van pas zullen komen, dan is er sprake van geïdentificeerde regulatie. Meer zelfgedetermineerd dan de geïdentificeerde regulatie is de geïntegreerde regulatie, waarbij bepaalde activiteiten congruent worden gemaakt met de andere eigen waarden of behoeften (Ryan & Deci, 2000b). Een voorbeeld van geïntegreerde regulatie is dat een leerling zich inzet voor het schrijven van een opstel, omdat hij oprecht geïnteresseerd is in het onderwerp en het leuk vindt om op die manier nieuwe dingen bij te leren. Het schrijven van een kwaliteitsvol opstel past binnen de eigen waarden, normen en hobby s. De meest autonome vorm van motivatie is intrinsieke motivatie, door Ryan en Deci (2000b) gedefinieerd als de inherente tendens om nieuwheid en uitdagingen op te zoeken, om de eigen vaardigheden te verkennen en te oefenen en om bij te leren. Dit betekent dat mensen een gedrag stellen omwille van het feit dat dit hen bijvoorbeeld plezier of voldoening schenkt. Het verschil met de vorige vorm van motivatie is dat intrinsieke motivatie er eigenlijk al van het begin is, terwijl geïntegreerde regulatie gegroeid is via een proces van internalisatie. In de praktijk zijn ze echter moeilijk van elkaar te onderscheiden. Een voorbeeld van intrinsieke motivatie is dat een leerling al van kinds af graag verhalen neerschreef. Zelfs als niemand vraagt om de verhalen nadien te mogen 7
15 nalezen, vindt hij het nog steeds oprecht plezierig om te schrijven. Het is iets inherent aan zichzelf. Autonome motivatie is in vergelijking met gecontroleerde motivatie gerelateerd aan positievere gevolgen, zoals het ervaren van plezier op school, een goed humeur, meer vitaliteit, meer creativiteit, verbeterde prestatie, langer volhouden, positief affect en beter psychologisch welzijn in het algemeen (Amabile, 1983; Niemiec et al., 2006; Reis, Sheldon, Gable, Roscoe & Ryan, 2000; Ryan & Connell, 1989; Ryan & Deci, 2000b; Soenens & Vansteenkiste, 2010). Ook Vansteenkiste, Soenens, Sierens en Lens (2005) stellen vast dat leerlingen beter presteren en beter in hun vel zitten naarmate ze meer autonoom gemotiveerd zijn, maar daarnaast ook nog dat ze meer geconcentreerd zijn, minder afgeleid zijn, beter plannen en het studiemateriaal diepgaander verwerken. Wanneer autonome motivatie ondermijnd is, zou dit onder meer geassocieerd zijn met nefaste consequenties voor iemands psychosociale aanpassing (Soenens & Vansteenkiste, 2010), prestatie (Ryan & Deci, 2000b) en welzijn (Ryan & Deci, 2000b). In veel onderzoeken wordt autonome motivatie in het algemeen of intrinsieke motivatie als voorspeller van bepaalde uitkomstvariabelen onderzocht, maar weinig studies focussen op de andere specifieke types motivatie. In het onderzoek van Burton, Lydon, D Alessandro en Koestner (2006) wordt er wel een onderscheid gemaakt tussen intrinsieke motivatie en geïdentificeerde regulatie. Zij tonen aan dat intrinsieke motivatie gecontroleerd voor identificatie een voorspeller is van beter psychologisch welzijn onafhankelijk van de academische prestatie, terwijl psychologisch welzijn voorspeld door geïdentificeerde regulatie en gecontroleerd voor intrinsieke motivatie wel afhankelijk is van de academische prestatie. Er werd ook gevonden dat de mate waarin iemand geïdentificeerd gereguleerd was, de academische prestatie van zes weken later voorspelde. Hoewel het nog maar weinig bestudeerd is, is het interessant om een onderscheid te maken tussen deze twee concepten, omdat er in bepaalde contexten weinig sprake is van intrinsieke motivatie. De onderwijscontext is hiervan een sprekend voorbeeld. In de klas is veel van wat leerlingen doen niet intrinsiek motiverend. Het is een context waarbinnen leerlingen veel regels moeten opvolgen en waar bovendien vaak van hen verwacht wordt taken uit te voeren die ze eigenlijk niet zo boeiend vinden. Dit betekent echter niet per definitie dat leerlingen zich gedwongen voelen om die activiteiten uit te voeren, want doorheen het proces van internalisatie kunnen deze namelijk als meer 8
16 zinvol en boeiend ervaren worden en kan er dus een bepaalde mate van autonomie aanwezig zijn (Vansteenkiste & Soenens, 2015). Vanuit die invalshoek is het concept van geïdentificeerde motivatie voor deze scriptie uitermate interessant. Het is weinig plausibel dat het opvolgen van lange instructies bij een eenvoudige taak geïntegreerd of intrinsiek motiverend is, maar wanneer leerlingen doorheen een proces van internalisatie inzien dat het zinvol is om de instructies goed op te volgen, is het wel mogelijk dat zij een bepaalde mate van psychologische vrijheid ervaren en dus geïdentificeerde motivatie vertonen bij het opvolgen van de instructies bij een taak. Behoefteondersteunende communicatiestijl. Volgens de ZDT is bevrediging van de drie psychologische basisbehoeften van primordiaal belang voor de psychologische ontwikkeling en groei van het kind (Vansteenkiste & Soenens, 2015). Deze behoeftebevrediging kan gefaciliteerd worden door de aanwezigheid van een behoefteondersteunende context (Mouratidis et al., 2011; Ryan & Deci, 2000b). Wanneer de drie fundamentele basisbehoeftes gestimuleerd worden door de omgeving, kan dit, via het proces van internalisatie en integratie, resulteren in meer autonome vormen van gedragsregulatie en bijgevolg ook uitmonden in tal van positieve effecten op onder meer prestatie en psychologisch welzijn (Deci et al., 1994; Jang, Reeve & Deci, 2010; Mouratidis et al., 2011; Niemiec & Ryan, 2009; Ryan & Deci, 2000a; Sheldon & Filak, 2008; Soenens, Sierens, Vansteenkiste, Dochy & Goossens, 2012). In het belang van het kind, spreekt het dus voor zich dat de taak van onder meer leerkrachten erin bestaat om de drie basisbehoeften ten volle te ondersteunen. Net zoals er in de ZDT een onderscheid wordt gemaakt tussen de drie basisbehoeften, worden er ook drie dimensies van leerkrachtstijlen gedifferentieerd (Soenens et al., 2012). Deze kunnen eerder behoefteondersteunend, dan wel behoefteondermijnend zijn. Een behoefteondersteunende leerkrachtstijl wordt gekarakteriseerd door het aanbieden van autonomieondersteuning, structuur en betrokkenheid (Soenens et al., 2012; Vansteenkiste, Sierens, Soenens, Luyckx & Lens, 2009). Figuur 2 geeft schematisch weer op welke manier deze drie technieken kunnen worden gerealiseerd binnen de klascontext. Wanneer de onderwijsomgeving behoeftefrustrerend is, is er eerder sprake van controle, chaos en koelheid, wat een optimaal functioneren in de weg staat en leidt tot meer gecontroleerde vormen van motivatie (Deci et al., 1994; Soenens et al., 2012). De dimensies met betrekking tot 9
17 autonomie en competentie worden hieronder besproken. Aangezien de dimensie verbondenheid versus kilheid minder aansluit bij het onderwerp van deze scriptie, wordt deze dimensie verder buiten beschouwing gelaten. Autonomieondersteuning Keuze aanbieden Aanreiken van een rationale (d.i. een gegronde reden waarom een bepaalde activiteit relevant of zinvol is) Laagcontrolerend taalgebruik Empathie tonen Autonomie Autonome motivatie Competentie Verbondenheid Structuur Duidelijke verwachtingen en instructies Haalbare uitdagingen Constructieve feedback Positief voorbeeld Betrokkenheid Betrokken zijn Warmte en zorg bieden Interesse tonen Inleving Figuur 2. Leerkrachtstijlen die tegemoetkomen aan de drie basisbehoeften volgens de ZDT, leiden tot autonomere vormen van motivatie bij leerlingen (aanpassing van Vansteenkiste, 2010). 10
18 Autonomieondersteuning versus controle. Het heersende klimaat in een klas wordt in belangrijke mate bepaald door de controlerende dan wel meer autonomieondersteunende manier van communiceren bij leerkrachten (Deci & Ryan, 1985). De ZDT veronderstelt dan ook een continuüm dat loopt van een sterk controlerende communicatiestijl tot een sterk autonomieondersteunende communicatiestijl (Deci & Ryan, 1985). Wanneer het keuzeproces aangemoedigd wordt en de ervaring van autonomie ten volle aanwezig is, kan er volgens Deci en Ryan (1987) gesproken worden van een autonomieondersteunende gebeurtenis. Ze beschouwen een dergelijke situatie als relevant voor het initiëren en reguleren van gedrag, daar deze via een proces van internalisatie de autonome motivatie kan verhogen. Op die manier zullen leerlingen meer autonoom functioneren (Vansteenkiste et al., 2012). Het is belangrijk om hierbij te nuanceren dat autonoom functioneren binnen de ZDT niet wordt gelijkgesteld aan onafhankelijk functioneren of zelfstandig beslissingen nemen, zoals dat vaak wel het geval is binnen andere ontwikkelingspsychologische theorieën (Vansteenkiste & Soenens, 2015). In de ZDT wordt onder het begrip autonomie veeleer het gevoel van vrijwillig functioneren begrepen (Zimmer-Gembeck & Collins, 2003). De twee visies op de notie van autonomie staan orthogonaal op elkaar volgens Van Petegem, Vansteenkiste en Beyers (2013). Er is sprake van een tweedimensionale structuur: autonomie in de ZDT heeft betrekking op de dimensie van vrijwilligheid of psychologische vrijheid versus druk, terwijl onafhankelijkheid eerder te maken heeft met de dimensie van afstand versus nabijheid (Van Petegem et al., 2013). In Figuur 3 worden beide dimensies gekruist, waardoor vier kwadranten verschijnen. Zo bestaat de mogelijkheid dat leerkrachten afhankelijk functioneren promoten op een autonomieondersteunende of eerder controlerende manier, evenals de mogelijkheid dat ze onafhankelijk functioneren aanmoedigen op een vrijwillige, dan wel meer controlerende wijze. Concreet betekent dit dat het mogelijk is dat een leerling op een vrijwillige manier functioneert hoewel hij zich eigenlijk aan de klasregels dient te houden. In dit geval heeft een leerling niet de mogelijkheid om te kiezen wat hij in de klas doet, maar voelt hij zich toch begrepen en ziet hij de zinvolheid in van het opvolgen van de regels. Op dat moment is er geen sprake van onafhankelijkheid, maar functioneert de 11
19 Autonomieondersteuning versus controle Autonomieondersteunend (niet-controlerend) Autonomieondersteuning versus controle Autonomie-inhiberend (controlerend) leerling wel meer vrijwillig. Dit wijst erop dat een leerling dus perfect autonoom kan functioneren in een toestand van afhankelijkheid. Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid De leerkracht laat zijn leerlingen toe om zelf keuzes te maken, onafhankelijk van de leerkracht. Hij heeft vertrouwen in het kunnen van zijn leerlingen en ondersteunt hun nood aan onafhankelijkheid. Wanneer de leerlingen meer steun nodig hebben, is de leerkracht wel steeds ter beschikking. De leerkracht geeft ondersteunende feedback als erom wordt gevraagd. De leerkracht beslist welke opdrachten worden uitgevoerd en de leerlingen stemmen hiermee in. De reden voor een bepaalde opdracht wordt toegelicht via een betekenisvolle rationale. Daarnaast toont de leerkracht empathie. Nadat de taak uitgevoerd is, kunnen de leerlingen feedback krijgen over hun prestatie. Onafhankelijk functioneren De leerlingen voelen zich gedwongen om zich onafhankelijk te gedragen. Leerlingen worden verondersteld beslissingen te nemen waartoe zij eigenlijk onvoldoende in staat zijn. Ze ervaren onvoldoende steun en begeleiding bij het uitvoeren van hun taken. Wanneer zij nood hebben aan ondersteunende feedback, kan deze niet geboden worden. De leerlingen moeten volgens het schema van de leerkracht werken en zich strikt aan de opdracht houden. De reden waarom een bepaalde taak moet uitgevoerd worden, blijft achterwege. Als er al feedback wordt gegeven door de leerkracht, dan is dit meestal een uiting van kritiek op een zwakke prestatie. Afhankelijk functioneren Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid Figuur 3. Grafisch overzicht van het onderscheid tussen onafhankelijkheid en autonomie in de interacties tussen leerkracht en leerling (aanpassing van Goemaere et al., 2016 en van Soenens & Vansteenkiste, 2010). Autonomieondersteuning houdt concreet in dat de leerkracht keuze aanbiedt, controlerend taalgebruik minimaliseert, een betekenisvolle rationale aanreikt wanneer keuze beperkt is en de gevoelens van leerlingen erkent (Deci et al., 1994; Reeve & Jang, 2006). Keuze aanbieden is autonomieondersteunend, omdat het internalisatie bij de leerlingen faciliteert (Deci et al., 1994). Het is bijgevolg mogelijk om de autonome motivatie van studenten te verhogen door hen een zekere graad van keuze aan te bieden 12
20 (Deci & Ryan, 1985, 1987; Joussemet, Koestner, Lekes & Houlfort, 2004; Soenens et al., 2012). Het aanbieden van keuze in een klassetting kan concreet bewerkstelligd worden door bijvoorbeeld aan leerlingen te vragen met welke opgave ze graag van start willen gaan (Reeve & Jang, 2006). In de klas is het echter niet altijd mogelijk om keuze aan te bieden. Leerkrachten kunnen in dit geval toch nog autonomieondersteunend zijn door het hanteren van niet-controlerend taalgebruik. Dit duidt op het minimaliseren van druk in de communicatie (Deci et al., 1994). Vansteenkiste, Simons, Lens, Sheldon en Deci (2004) benoemen bijvoorbeeld instructies die zinsdelen zoals je kan in plaats van je moet bevatten als autonomieondersteunend. Daarnaast kunnen autonomieondersteunende leerkrachten ook een betekenisvolle rationale aanbieden. Dit houdt in dat een leerkracht communiceert waarom een bepaalde taak relevant is. Dit kan als een autonomieondersteunende handeling beschouwd worden, aangezien leerlingen op die manier beter begrijpen waarom een bepaald doel relevant voor hen is, het doel zo geleidelijk aan meer tot zichzelf nemen en er hun verantwoordelijkheid voor opnemen (Deci et al., 1994; Sierens, 2010). Hoewel er op dit moment mogelijk een gebrek aan keuze is, wordt het internalisatieproces toch gestimuleerd, wat er bijgevolg toe kan leiden dat de motivatie meer autonoom wordt, ook bij oninteressante activiteiten (Reeve, Jang, Carrell, Jeon & Barch, 2004; Joussemet et al., 2004; Soenens et al., 2012). Een leerkracht kan bijvoorbeeld beslissen om te beginnen met een bepaalde oefening en hierbij uitleggen dat ze starten met deze oefening, omdat die het gemakkelijkst is (Reeve & Jang, 2006). Ten slotte is ook het aannemen van een empathische houding een manier om tegemoet te komen aan de behoefte aan autonomie bij leerlingen. Het tonen van empathie omvat een poging om iemands gevoelens bij een taak te begrijpen. Empathie bij de leerkracht wordt door Deci en Ryan (1985) zelfs beschouwd als één van de belangrijkste elementen om de intrinsieke motivatie bij leerlingen te verhogen. Door respect te tonen voor de gevoelens, normen en waarden van leerlingen, wordt hun autonomie gesteund, wat opnieuw samengaat met meer internalisatie. Een empathische houding kan bijvoorbeeld bestaan uit de erkenning van de leerkracht dat het een moeilijke oefening is (Reeve & Jang, 2006). Door het hanteren van een autonomieondersteunende aanpak slagen leerkrachten erin om de perceptie van zowel ervaren autonomie als ervaren competentie bij leerlingen te verhogen (Vallerand, Fortier & Guay, 1997). Wanneer een leerkracht op een ondersteunende manier tegemoetkomt aan de behoefte aan autonomie bij leerlingen, kan 13
21 dit tal van positieve effecten teweegbrengen op vlak van motivatie. Joussemet et al. (2004) vinden bijvoorbeeld dat een taak die aanvankelijk als vervelend wordt beschouwd door leerlingen, middels autonomieondersteuning kan leiden tot een positievere waardering van de taak. Leerlingen blijken met een autonomieondersteunende leerkracht bovendien ook meer inzet te vertonen in de klas (Reeve et al., 2004). Dat betekent dus dat internalisatie kan bevorderd worden via de instructiestijl die leerkracht hanteren. Naast het gunstige effect op motivatie, blijkt autonomieondersteunende communicatie ook de prestatie van studenten in de goede richting te beïnvloeden (Vansteenkiste et al., 2004). Op vlak van productiviteit werd in een onderzoek van Reeve, Bolt en Cai (1999) bijvoorbeeld gevonden dat leerlingen van een autonomieondersteunende leerkracht erin slaagden om significant meer puzzels op te lossen binnen de tijd dan leerlingen van een autonomieondermijnende leerkracht. Wanneer de behoefte aan autonomie ondermijnd wordt door de leerkracht, spreekt men van een controlerende leerkrachtstijl. De leerkracht negeert hierbij vaak het perspectief van zijn leerlingen en zet hen onder druk om op een bepaalde manier te denken, handelen of voelen (Assor, Roth & Deci, 2004; Reeve, 2009; Soenens & Vansteenkiste, 2010; Soenens et al., 2012). Een controlerende leerkracht laat de leerlingen dus niet toe om op hun eigen manier te werk te gaan (Reeve, 2009). Een controlerende omgeving kan zowel extern controlerend als intern controlerend zijn (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Bij een extern controlerende leerkrachtstijl zet de leerkracht zijn leerlingen onder druk door bijvoorbeeld straffen aan te kondigen en beloningen te beloven. Op die manier voelen de leerlingen druk om te voldoen aan eisen die van buitenaf komen (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Onder een intern controlerende leerkrachtstijl kan worden verstaan dat leerkrachten vaak op een subtiele manier inspelen op de gevoelens van schuld, schaamte of angst bij hun leerlingen en zo een interne druk bij hen opwekken (Soenens et al., 2012). Een aantal voorbeelden van een autonomiefrustrerende of controlerende leerkrachtstijl is het communiceren van hoe weinig tijd er nog rest tegen de deadline of het bekritiseren van de leerlingen (Reeve & Jang, 2006). In dit geval zijn de gevolgen voor de motivatie, de prestatie en het welbevinden bij de leerlingen veel minder rooskleurig. Zo is een controlerende leerkrachtstijl onder meer geassocieerd met geen of weinig internalisatie, met meer gecontroleerde vormen van motivatie en amotivatie (Assor, Kaplan, Kanat-Maymon & 14
22 Roth, 2005), met minder goede schoolresultaten (Soenens et al., 2012) en met meer negatieve gevoelens (Assor et al., 2005). De mate waarin mensen ervaren dat hun autonomie bedreigd wordt door onder meer een controlerende omgeving, is afhankelijk van persoon tot persoon. Hieraan kan de persoonlijkheidstrek trekreactantie gekoppeld worden. Trekreactantie slaat op de neiging om een staat van psychologische reactantie te ervaren die uitgelokt wordt wanneer iemand geconfronteerd wordt met bedreigingen of inperkingen van zijn vrijheid (Brehm & Brehm, 1981). Dit gaat gepaard met gevoelens van agressiviteit, vijandigheid en kwaadheid (Brehm & Brehm, 1981; Dillard & Shen, 2005; Rains, 2013). De psychologische reactantie die iemand op zo n moment ervaart, houdt een motivationeel aspect in: wanneer een reactant individu een bedreiging van zijn autonomie percipieert, zal hij een sterke nood ervaren om iets te ondernemen en zo trachten om deze onaangename toestand te doorbreken (Brehm & Brehm, 1981). Vaak is een persoon in dit geval geneigd om het verboden gedrag net wel te stellen of om het tegenovergestelde te doen van hetgeen wat gevraagd wordt. Net zoals mensen verschillen in de mate waarin ze nood hebben aan autonomie, verschillen zij onafhankelijk van de situatie ook in de mate waarin zij de neiging hebben om reactantie te ervaren (Quick, Scott & Ledbetter, 2011; Quick & Stephenson, 2008). Hoog trekreactante individuen vertonen meer weerstand tegen de poging van anderen om iemand te overtuigen dan mensen met lage trekreactantie. Bedreigingen van de vrijheid en de hiermee samengaande processen van reactantie komen in heel wat sociale contexten voor: in verkoopscontexten, in de interactie tussen dokter en patiënt, in de relatie tussen ouders en adolescenten en zelfs binnen huwelijken (Steindl, Jonas, Sittenthaler, Traut-Mattausch & Greenberg, 2015; Van Petegem et al., 2015). Uiteraard kan het contact tussen leerkracht en leerlingen in de klas niet ontbreken in dit rijtje. Aangezien het krijgen van lange instructies in de klas een bedreiging kan vormen voor de ervaring van vrijheid bij leerlingen, kan verondersteld worden dat dit bij een bepaalde groep leerlingen reactantie ontlokt. Steindl en Jonas (2012) tonen aan dat reactantie lager is wanneer iemand het perspectief kan innemen van de bedreigende persoon. Daarnaast zou ook het aannemen van een empathische houding bij het geven van een overtuigende boodschap en het aanbieden van keuze reactantie kunnen reduceren (Shen, 2010). Dit zijn autonomieondersteunende strategieën. 15
23 Structuur versus chaos. Het aanbieden van structuur in de klas is een leerkrachtstijl die de behoefte aan competentie bij leerlingen ondersteunt. Structuur impliceert het voorzien van duidelijke instructies in de klas en het communiceren van realistische doelen en verwachtingen (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Ook het aanbieden van hulp en het geven van relevante en constructieve feedback die de gevoelens van effectiviteit bevorderen, behoren tot het concept structuur (Niemiec & Ryan, 2009; Soenens et al., 2012). Verder kan een leerkracht het gevoel van competentie bij leerlingen verhogen wanneer hij een gevoel van vertrouwen in het kunnen van zijn leerlingen tot uitdrukking brengt in de klas (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Daarnaast kan volgens Niemiec en Ryan (2009) de competentie ook vanuit de context ondersteund worden wanneer de leerkrachten optimaal uitdagende leeractiviteiten aanbieden die leerlingen toelaten om hun capaciteiten uit te breiden. Het is daarbij echter wel van belang dat er enkel relevante informatie wordt gegeven over hoe men een uitdagende taak tot een goed einde kan brengen (Niemiec & Ryan, 2009). Deze ideale situatie waarin een uitdagende leertaak wordt gecombineerd met enkel relevante informatie, staat in schril contrast met wat in deze scriptie centraal staat, met name een eenvoudige procedurele taak in combinatie met lange en gedetailleerde instructies. Hoewel de leerkracht de bedoeling heeft om structuur aan te brengen door duidelijke instructies aan te bieden, komt het waarschijnlijk niet over als competentieondersteunend bij de leerlingen, aangezien de taak in de eerste plaats weinig uitdagend is en de leerlingen bovendien geen nood hebben aan een dergelijke uitgebreide uitleg op dat moment. Wanneer leerkrachten structuur aanbrengen, zullen leerlingen een gevoel van voorspelbaarheid ervaren en zullen ze meer vertrouwen hebben in zichzelf om uitdagingen aan te gaan (Soenens & Vansteenkiste, 2010). Wanneer er daarentegen eerder sprake is van een chaotisch klasklimaat, zal de behoefte aan competentie bij leerlingen ondermijnd zijn. Een aantal voorbeelden van een chaotische leerkrachtstijl zijn het niet communiceren van duidelijke verwachtingen en het wachten om tussen te komen in het gedrag van leerlingen tot de situatie uit de hand loopt (Vansteenkiste et al., 2012). Er dient een belangrijke kanttekening gemaakt te worden bij structuur in de klascontext en zijn relatie tot het begrip autonomieondersteuning. Vaak wordt gedacht dat het aanmoedigen van autonomie hand in hand gaat met onvoldoende structuur in de klas en dus met een permissieve (d.i. het laisser-faireprincipe) of zelfs chaotische 16
24 lesomgeving (Reeve, 2009). Bij deze redenering worden autonomie en onafhankelijkheid echter opnieuw conceptueel met elkaar verward (zie Figuur 3). Een laisser-faireklimaat wordt niet gecreëerd wanneer leerkrachten autonomieondersteunend zijn, maar wel wanneer zij onafhankelijkheid aanmoedigen bij hun leerlingen, bijvoorbeeld door leerlingen geen hulp te bieden als ze het nodig hebben. In dit geval zullen leerlingen eerder een gebrek aan begeleiding ervaren in plaats van hulp die tegemoetkomt aan hun noden en behoeften (Vansteenkiste et al., 2012). Eigenlijk is het perfect mogelijk om structuur (bijvoorbeeld onder de vorm van het communiceren van duidelijke verwachtingen, het geven van feedback, het stellen van regels etc.) aan te reiken op een autonomieondersteunende manier. In de studie van Jang et al. (2010) werd aangetoond dat deze twee concepten positief met elkaar gecorreleerd zijn. Maar net zoals structuur op een autonomieondersteunende manier kan worden aangeboden, kan het uiteraard ook op een meer controlerende manier gebeuren (Reeve, 2009). Dit laatste is mogelijk het geval wanneer leerkrachten lange instructies geven voorafgaand aan een eenvoudige klassikale opdracht. Deze instructies zijn bedoeld om leerlingen hulp en begeleiding te bieden en zo structuur te implementeren in de klascontext, maar kunnen desalniettemin als controlerend worden ervaren door de leerlingen. Zij kunnen in deze situatie namelijk het gevoel krijgen dat er geen respect wordt getoond voor hun eigen werkwijze of dat ze over te weinig keuzemogelijkheid beschikken om de taak uit te voeren. Evenwel zien zij in dit geval wellicht de zinvolheid van de lange instructies niet in. Dit betekent dat lange instructies bij een eenvoudige taak de behoefte aan autonomie mogelijk fnuikt, met de eerder genoemde negatieve uitkomsten tot gevolg. In deze scriptie wordt onderzocht of lange instructies wel degelijk resulteren in negatieve effecten. Daarenboven is het denkbaar dat leerlingen dergelijke instructies ervaren alsof de leerkracht weinig vertrouwen heeft in hun capaciteiten en dat ze de taak op dat ogenblik percipiëren als nog minder uitdagend dan voorheen. Dit stemt overeen met een beknotting van de behoefte aan competentie. 17
25 Onderwijs en Instructies Algemeen. Aangezien kinderen en jongeren een groot deel van hun tijd achter de schoolbanken vertoeven, lijkt het vanzelfsprekend dat de ervaringen die ze opdoen op school een sterke impact kunnen hebben op hun persoonlijke ontwikkeling. Nagenoeg elke ouder wil dat zijn of haar kind zich goed voelt op school en zo mogelijk ook degelijke resultaten behaalt. De motivatie die leerlingen hebben op school, speelt hierbij een cruciale rol. De review van Guay, Ratelle en Chanal (2008) biedt een mooi overzicht van heel wat onderzoeken die bevestigen dat autonome motivatie samenhangt met en zelfs een voorspeller is van heel wat positieve uitkomsten op vlak van gedrag (zoals volhouden op school en prestatie), op vlak van cognitie (zoals leren en creativiteit) en op affectief vlak (zoals het algemeen welbevinden en de ervaring van plezier op school). Daarnaast blijkt ook schoolengagement (d.i. de kwaliteit en intensiteit waarin leerlingen onder andere aandacht, interesse, optimisme en passie tonen en ervaren in de klas) gewenst, aangezien dit onder meer prestatie verbetert en dropout vermindert (Fredricks, Blumenfeld & Paris, 2004). Maar welke factoren op school werken deze wenselijke positieve uitkomsten nu eigenlijk in de hand? Er kwam in deze scriptie reeds aan bod dat de bevrediging van de psychologische basisbehoeften essentieel is in de voorspelling van onder meer motivatie, prestatie en psychologisch welbevinden. Aangezien de wijze waarop individuen hun sociale context percipiëren een belangrijke invloed heeft op hun werkelijke ervaring van autonomie en competentie, is het belangrijk om in te spelen op die context (Guay & Vallerand, 1996; Mouratidis et al., 2011; Ryan & Deci, 2000b). Hierbij aansluitend werd het belang van het hanteren van een behoefteondersteunende communicatiestijl in de klas al benadrukt, zijnde het bieden van autonomieondersteuning, structuur en betrokkenheid (zie Behoefteondersteunende communicatiestijl ). Maar daarnaast bepalen ook een aantal specifieke kenmerken van taken die aan bod komen in de klas in belangrijke mate de motivatie en het engagement van leerlingen. Een model dat opgebouwd is rond de vraag naar de factoren die ervoor zorgen dat mensen worden gemotiveerd en gemotiveerd blijven, is het ARCS-model (Keller, 1983). Het ARCS-model verwijst naar vier vereisten voor motivatie bij leerlingen, namelijk aandacht (attention), relevantie (relevance), vertrouwen (confidence) en tevrvedenheid 18
For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn
For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele
Nadere informatieMoetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten
Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Jolene van der Kaap-Deeder Nathalie Aelterman Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent Eline Sierens Arteveldehogeschool Gent
Nadere informatieWORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat
Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Partner in de Hogeschool-Universiteit Brussel - Huart Hamoirlaan 136-1030 Brussel WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Joris Lambrechts Hans
Nadere informatieStap 3 Leeractiviteiten begeleiden
Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.
Nadere informatieZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN
ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN Prof. Dr. Inge Antrop Dr. Katrijn Brenning MSc. Lana De Clercq Prof. Dr. Sarah De Pauw Ph.D. Lisa Dieleman Prof. Dr. Patrick Luyten Ph.D. Elien Mabbe Dr.
Nadere informatieWat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019
Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven
Nadere informatieWelke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015
Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie
Nadere informatieMotivatie door eigenaarschap
Motivatie door eigenaarschap Piet BUYSE & Maaike VERSTRAETE BaNaBa SchoolONtwikkeling 2 3 4 Denk terug aan een concreet moment waarop jij je helemaal niet gemotiveerd voelde om een activiteit te doen.
Nadere informatieWat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen
Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)
Nadere informatieJe kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen
WORKSHOP Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Deze workshop is het resultaat van het PWO-project
Nadere informatieOuders & Clubs: één doel?!
Ouders & Clubs: één doel?! Workshop Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut
Nadere informatieZorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen
Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Deze infosessie is het resultaat van het PWO-project van de HUB Ouders en jeugdsport: geen
Nadere informatieMotivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat
Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen
Nadere informatieTheorie over VSV en het voorkomen daarvan. Mandy van der Gaag Nick Snell Ando Emerencia Frank Blaauw Glenda Bron Saskia Kunnen
Theorie over VSV en het voorkomen daarvan Mandy van der Gaag Nick Snell Ando Emerencia Frank Blaauw Glenda Bron Saskia Kunnen Casus schets Waarom niet gewoon stoppen? School is saai, moeilijk en totaal
Nadere informatieWat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen
Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)
Nadere informatieOuders & Clubs: één doel?!
Ouders & Clubs: één doel?! Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut
Nadere informatieINLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING
(GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING
Nadere informatieInfosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs
Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Zorgdatje kind wint, los van het resultaat! Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind 2 Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind
Nadere informatie1 Aanbevolen artikel
Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht
Nadere informatieVerhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag
Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname
Nadere informatieHet verband tussen leerkrachtstijl en leeruitkomsten in het secundair onderwijs: Een variabele-gerichte en persoonsgerichte benadering
Academiejaar 2014-2015 Tweedekansexamenperiode Het verband tussen leerkrachtstijl en leeruitkomsten in het secundair onderwijs: Een variabele-gerichte en persoonsgerichte benadering Masterproef II neergelegd
Nadere informatiePedagogische sessie: Motivatie verhogen
INHOUD 1 Moetivatie of motivatie... 2 1.1 Waarom doen we wat we doen?... 2 1.1.1 Waarom... 2 1.1.2 Oplossing... 2 1.1.3 Gevolgen... 2 1.2 Soorten motivatie... 3 1.2.1 Opdracht: Een goede reden om les te
Nadere informatieValorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen
Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen
Nadere informatieZelfsturend leren met een puberbrein
Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieDe menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer
De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer 1 Een praktijkvoorbeeld De verzorgende helpt de bewoner zich aan te kleden en pakt de deodorant. Bewoner: Ga weg
Nadere informatieJE MOET DIT, JE MAG NIET DAT! HOE MOTIVEREND IS HET STELLEN VAN REGELS IN DE KLAS?
JE MOET DIT, JE MAG NIET DAT! HOE MOTIVEREND IS HET STELLEN VAN REGELS IN DE KLAS? Aantal woorden: 21.168 Hannah Decherf Studentennummer: 01201161 Promotor: Dr. Nathalie Aelterman Masterproef voorgelegd
Nadere informatieKlasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl
Klas bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit
Nadere informatieDe politie, uw vriend niet? Een onderzoek naar de determinanten van verzet bij jongeren.
Academiejaar 2015-2016 Eerste examenperiode 00901605 De politie, uw vriend niet? Een onderzoek naar de determinanten van verzet bij jongeren. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieSamenvatting (in Dutch)
Summary Samenvatting (in Dutch) Motivatie is een veelgebruikte term, ook in het dagelijks leven. Iedereen heeft een bepaald beeld bij het concept motivatie, maar vaak loopt de perceptie hiervan uiteen.
Nadere informatieEen controlerende opvoeding, een harde maar nuttige leerschool?
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 1 ste examenperiode Een controlerende opvoeding, een harde maar nuttige leerschool? Masterproef neergelegd tot het behalen van
Nadere informatieLet s motivate the patient
LET S MOTIVATE THE PATIENT Melissa.Ooms@Ugent.be Let s motivate the patient 1. Wat is motivatie? 2. Het belang van motivationele gespreksvoering (MG) 3. Theoretische achtergrond 4. Basisprincipes in MG
Nadere informatieNoodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie
VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie Dra. Lisa
Nadere informatieMasterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen
Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2011-2012 Motiverende leerkrachten en geëngageerde leerlingen:
Nadere informatieVriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de procedurele rechtvaardigheidstheorie
Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2014-2015 1 ste examenperiode Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de
Nadere informatieHoe help je leerlingen. hún motivatie. te (her)vinden
Hoe help je leerlingen hún motivatie te (her)vinden Programma Methodiek Ervaren Theorie Oefenen Overzicht Jóúw motivatie? Theorie Motivatie Oefening Wat deed je goed? Uitwisselen Theorie Feedback Samenvatting
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatieWaarom? Daarom! Een experimentele studie over de zinvolle uitleg tijdens de les Lichamelijke Opvoeding
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014-2015 Waarom? Daarom! Een experimentele studie over de zinvolle uitleg tijdens de les Lichamelijke Opvoeding Masterproef
Nadere informatieHelp, mijn kind is gedemotiveerd en hulpeloos. Kan ouderlijke druk helpen om het internalisatieproces bij gedemotiveerde kinderen in gang te trappen?
Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode Help, mijn kind is gedemotiveerd en hulpeloos. Kan ouderlijke druk helpen om het
Nadere informatieJouw motivatie. Excellent gemotiveerd. Waarom? Excellent gemotiveerd 2014. Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren?
Excellent gemotiveerd Excellent gemotiveerd Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren? Motivatie volgens Deci en Ryan Feedback geven met 3 vragen Zelf oefenen Sandra Elzinga Sandra@betaonderwijsopmaat.nl
Nadere informatieMotiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding. Project 4/05/2015. Missie onderzoeksgroep sportpedagogiek UGent
Motiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding Met dank aan Project ENW project binnen doctoraat Sport Pedagogiek UGent Samenwerking tussen partnerinstellingen die opleiding tot leraar lichamelijke
Nadere informatieMotiveren is de sleutel
Motiveren is de sleutel 1 Werken aan betere bedrijfsresultaten door je medewerkers te motiveren Motivatie is de sleutel Een medewerker die van binnenuit gemotiveerd is voor zijn werk, kan ook saaie of
Nadere informatieRapport Docent i360. Test Kandidaat
Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het
Nadere informatieLijden alle leerlingen even sterk onder de effecten van een intern controlerende communicatiestijl?
Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode Lijden alle leerlingen even sterk onder de effecten van een intern controlerende communicatiestijl? De rol van opvoedingsgeschiedenis en stijl van de
Nadere informatieWeerzin tegen lezen of weer zin om te lezen?
Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Roel van Steensel Vrije Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Deze lezing Waar komt de motivatie om te lezen vandaan? Hoe hangt motivatie samen
Nadere informatieMotivatie. Even voorstellen 11-11-14. Gedragsverandering bij schulden Waarom en hoe?
Gedragsverandering bij schulden Waarom en hoe? Gejo Duinkerken Motivatie 0 10 Op een schaal van 1 tot 10, hoe belangrijk vindt u het om uw achterstand in te lopen? Even voorstellen Wat is de rol van motivatie
Nadere informatieIntensief Onderwijs. Onderwijs waar je van wakker ligt
Intensief Onderwijs Onderwijs waar je van wakker ligt Teun Dekker - Vice-Dean of Academic Affairs - University College Maastricht Fried Keesen - Director of Education - University College Utrecht Leo de
Nadere informatiePISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?
INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden
Nadere informatieIedereen sterk. Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers
Iedereen sterk Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers JANUARI 2016 Veranderen moet veranderen Verandering is in veel gevallen een top-down proces. Bestuur en management signaleren
Nadere informatieFaculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode
Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Rebels with a cause? Rebellie als mediërende variabele tussen controlerend opvoeden en probleemgedrag bij
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatie360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal
360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...
Nadere informatieRapport Docent i360. Angela Rondhuis
Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het
Nadere informatieWAAROM ZOU IK NIET STUDEREN?
WAAROM ZOU IK NIET STUDEREN? GEDWONGEN ONGEHOORZAAMHEID VERDER ONTRAFELD Aantal woorden: 14.818 Sanderijn Pisman Stamnummer: 01204537 Promotor: Prof. dr. Maarten Vansteenkiste Masterproef voorgelegd voor
Nadere informatieDe invloed van BOB-campagnes op ons rijgedrag: Een motivationele kijk op het rijgedrag binnen de Zelf-determinatie Theorie
Academiejaar 2014 2015 Eerstesemesterexamenperiode De invloed van BOB-campagnes op ons rijgedrag: Een motivationele kijk op het rijgedrag binnen de Zelf-determinatie Theorie Masterproef II neergelegd tot
Nadere informatie(Digi)taal 12+: een dag over het vo, mbo en digitale geletterdheid
(Digi)taal 12+: een dag over het vo, mbo en digitale geletterdheid Sprekers Erik Reuvers Suzanne Mol Marijke van Huijstee Deelsessies Wensspel op weg naar je visie Leesclub Speeddaten 29 januari 2019 Onderzoek
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieVan compliance naar participatie. Dr. Joyce Rupert In samenwerking met: HRM Expertise Centrum Rijksuniversiteit Groningen
Van compliance naar participatie Dr. Joyce Rupert In samenwerking met: HRM Expertise Centrum Rijksuniversiteit Groningen Aanleiding Stagnatie in dalende trend aantal arbeidsongevallen 20 % daarvan technische
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieKlasmanagement en reflectie. Groepssessie 23 maart - Groep 2
Klasmanagement en reflectie Groepssessie 23 maart - Groep 2 Inleiding ZDT in de praktijk Praktijkopdracht: uitleg + kort een paar voorbeelden Klasmanagement en motivatie: groepswerk Klasmanagement: definitie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieDe rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende
Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende Ludo Struyven SV Café Live De terugkeer van persoonlijk contact in de sociale zekerheid,
Nadere informatieDe effecten van autonomie ondersteuning in hypermedia leeromgevingen
De effecten van autonomie ondersteuning in hypermedia leeromgevingen ORD 2011 Thema: ICT en Onderwijs Chantal Gorissen, Liesbeth Kester, Saskia Brand-Gruwel, Rob Martens CELSTEC, Open Universiteit Nederland
Nadere informatieHet effect van doelstellingen
Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek
Nadere informatieDE NO BLAME-METHODE VOORAF
DE NO BLAME-METHODE VOORAF Omdat mijn school probeert te werken met de No Blame-Methode heb ik deze hier in kaart gebracht. Het is een manier om met kinderen in gesprek te gaan en zo ook de waarheid te
Nadere informatieEffectiviteit van Probleemgestuurd Onderwijs binnen de Erasmus School of Law. Marit Wijnen Lunchbijeenkomst onderzoeksagenda 2 februari 2016
Effectiviteit van Probleemgestuurd Onderwijs binnen de Erasmus School of Law Marit Wijnen Lunchbijeenkomst onderzoeksagenda 2 februari 2016 September 2012 Nadruk op hoorcolleges Vakken parallel Sommige
Nadere informatieJan Coppieters. PVOC Oost-Vlaanderen
Jan Coppieters PVOC Oost-Vlaanderen Ik weet hoe ik leerbereidheid van leerlingen kan beïnvloeden Ik kan de verwachtingen van leerlingen over het eigen presteren gunstig beïnvloeden Ik kan een gunstige
Nadere informatieProgressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij?
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij? AUTEURS DRS. REYNDERS B., DR. DE BACKER M. REDACTEUR
Nadere informatie"IK DOE TOCH MIJN EIGEN GOESTING!": KAN OPVOEDING VERKLAREN WAAROM ADOLESCENTEN AL DAN NIET REGELS OPVOLGEN?
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Tweede Examenperiode "IK DOE TOCH MIJN EIGEN GOESTING!": KAN OPVOEDING VERKLAREN WAAROM ADOLESCENTEN AL DAN
Nadere informatieToelichting zeven dimensies
Toelichting zeven dimensies Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs December 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoudsopgave Zeven dimensies 3 1. De kwaliteitsdimensies
Nadere informatieHet belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking
Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen
Nadere informatieZelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.
Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.
Nadere informatieGroepssessie 23 maart - Groep 1. Klasmanagement en reflectie
Groepssessie 23 maart - Groep 1 Klasmanagement en reflectie Inleiding ZDT in de praktijk Praktijkopdracht: uitleg + kort een paar voorbeelden Klasmanagement en motivatie: groepswerk Klasmanagement: definitie
Nadere informatieMasterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen
Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2011-2012 Een training in motiverend lesgeven voor leerkrachten LO: kunnen persoonlijke eigenschappen van leerkrachten bepalend zijn
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieSAMENVATTING SAMENVATTING
Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar
Nadere informatieogen en oren open! Luister je wel?
ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak
Nadere informatieKWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP
KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) 1.3.2. LEIDERSCHAP LEIDERSCHAPSSTIJLEN U bent als teambegeleider/sportleider één van de centrale aanspreekpunten van het team.
Nadere informatieDe invloed van het leerkrachtgedrag op de motivatie van leerlingen tijdens de les gymnastiek
Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2010-2011 De invloed van het leerkrachtgedrag op de motivatie
Nadere informatieAppendix A Checklist voor visible learning inside *
Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze
Nadere informatieSOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale
Nadere informatieVoor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:
Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het
Nadere informatieDutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae
Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van
Nadere informatieWerkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?
Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Februari 2016 SEPTEMBER 2016 ONDERZOEK NAAR DE PLAUSIBILITEIT VAN TRAININGEN GERICHT OP BEWUSTWORDING VAN VOOROORDELEN
Nadere informatie2013-2017. Huiswerkbeleid
01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het
Nadere informatiebij jongeren: een complex begrip. Een studie naar de verschillende facetten van autonomie en het verband met opvoeding en welzijn
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode Autonomie bij jongeren: een complex begrip. Een studie naar de verschillende facetten van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke
Nadere informatieSamenwerking. Betrokkenheid
De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school
Nadere informatieCava in de feedback. Over hoe we cursisten kunnen motiveren in onze feedback. Jan Strybol Joyce Bommer
Cava in de feedback Over hoe we cursisten kunnen motiveren in onze feedback Jan Strybol Joyce Bommer The point That's not the point, is it? Wat motiveert? Gradaties in motivatie Motivatie bestaat in gradaties:
Nadere informatieMoetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Moetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer AUTEUR AELTERMAN N., VANSTEENKISTE M., VAN DEN BERGHE L. & HAERENS
Nadere informatieVandaag programma. Opleiding Positieve Psychologie. Vandaag. Self-determination Theory Algmeen. 1. Self-determination Theory 29/03/14.
29/03/14 Vandaag programma Opleiding Positieve Psychologie Week 4 10:30 11:00 Nabespreken literatuur en oefeningen week 3 11:00 13:00 Presentatie Self-determination 13:00 13:45 Lunch 13:45 17:00 Demonstratie
Nadere informatieGOESTING IN LEZEN! LEESMOTIVATIE ALS SLEUTEL VOOR LEESSUCCES? Hilde van Keer & Amélie Rogiers
VAKGROEP ONDERWIJSKUNDE WWW.ONDERWIJSKUNDE.UGENT.BE ONDERZOEKSGROEP TAAL, LEREN, INNOVEREN WWW.TAALLERENINNOVEREN.UGENT.BE GOESTING IN LEZEN! LEESMOTIVATIE ALS SLEUTEL VOOR LEESSUCCES? Hilde van Keer &
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieLeren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan
De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieSituationeel Leidinggeven
Situationeel Leidinggeven 1. Inleiding De theorie van Situationeel Leiderschap is ontwikkeld door Paul Hersey en Ken Blanchard (Hersey, P. and Blanchard, K. H. (1969). Management of Organizational Behavior
Nadere informatieChapter. Samenvatting
Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het
Nadere informatie