Onderwerp: Agendapunt 3. Uitgangspunten begroting 2017 Agendapunt 4. Kostentoedelingsverordening Waterschap Limburg

Transcriptie

1 Corsa-nr. Datum: dinsdag 14 juni 2016 Plaats Venlo/Sittard Onderwerp: Vragen n.a.v. stukken voorbereidingscommissie fusie d.d. 14 juni 2016 Vraagsteller: Categorie: Vragen: A.A.A. (Arnold) Janssen Natuurterreinen (WPM) / fractie Natuur Agendapunt 3. Uitgangspunten begroting 2017 Blz. 13, tekst onder voorstel stuurgroep fusie : Uren worden geactiveerd exclusief overhead wat een structureel financieel nadeel van 1,1 m oplevert. De tekst roept enerzijds de vraag op waarom dit een nadeel oplevert, maar anderzijds ontbreekt de argumentatie van de keuze van de stuurgroep in het voorliggende stuk, althans voor mij niet herkenbaar. Graag dus de uitleg en de motivatie toevoegen. De systematiek van het activeren van uren is voorgeschreven in de BBVW (boekhoudvoorschriften). De mate en de wijze waarop dat dit plaatsvindt is echter keuzevrijheid van het waterschap. Activeren betekent de kosten die we nu maken afschrijven in 30 jaar. Bij WPM activeren we de uren op projecten op basis van een uurtarief dat gebaseerd is op de salariskosten inclusief overhead. Bij WRO activeren we de uren op basis van salariskosten exclusief overhead. In het kader van de harmonisatie is het voorstel per 1 januari 2017 voor de activering uit te gaan van een tarief exclusief overhead. Agendapunt 4. Kostentoedelingsverordening Waterschap Limburg In het stuk is niet inzichtelijk gemaakt wat het effect van het toepassen van een tariefdifferentiatie wegen van 250% zou betekenen t.o.v. de nu voorgestelde 400%. Graag zou ik deze doorrekening willen kennen om de juiste afweging te kunnen maken. Dus: wat is het effect op het tarief als we kiezen voor 250%? Het tarief voor de categorie ongebouwd gaat met 4 à 5 per hectare omhoog als we kiezen voor 250% in plaats van de voorgestelde 400% tariefdifferentiatie wegen. Dit antwoord beoogt het effect te schetsen en is gebaseerd op berekeningen van eind vorig jaar. Als de begroting 2017 (met belastingvolumes) is vastgesteld en de precieze aantallen hectares beschikbaar zijn, bepalen we de tarieven 2017.

2 Vraag 2. Aan het eind van het voorstel staat de volgende zinsnede: Vanuit waterhuishouding is het percentage verdedigbaar in relatie tot de mate van (versneld) waterbezwaar. Het lukt mij niet om helder te krijgen wat hiermee wordt bedoeld. Graag verduidelijking. Beantwoording 2. Mede uit oogpunt van harmonisatie van regelgeving, voortkomend uit de instelling van het Waterschap Limburg, is gekozen voor dit percentage. De mate van waterbezwaar binnen het watersysteem rechtvaardigt overigens dit percentage. De keuze voor een differentiatie van 400% doet het meest recht aan de bestuurlijke wens om de minder gunstige tariefeffecten, als gevolg van het instellen van één waterschap voor het gehele gebied van de provincie Limburg, zoveel als mogelijk te matigen, respectievelijk te spreiden. Toelichting op vetgedrukte passage Uitgangspunt bij het heffingssysteem is dat per belastingcategorie één tarief geldt. De wetgever heeft echter onderkend dat in bepaalde situaties het gewenst is om binnen een categorie een tariefonderscheid te kunnen maken. In de Waterschapswet is dan ook opgenomen dat het bestuur de mogelijkheid heeft om onder andere binnen de categorie Overig ongebouwd een tariefonderscheid te hebben tussen verharde openbare wegen en overig ongebouwd. Voor de wegen kan een tariefopslag worden bepaald van %. Dit als vervanging van het oude (tot 2009) classificatiestelsel, dat zeer gedetailleerd was en niet langer meer paste bij de wens van de wetgever om een eenvoudig en robuust belastingstelsel te hebben waarbij de mate van belang op een meer globale manier tot zijn recht zou komen. Met het invoeren van de tariefdifferentiatie voor verharde wegen heeft de wetgever onderkend dat bepaalde onroerende zaken binnen een categorie een afwijkend belang hebben en daarmee een afwijkend tarief rechtvaardigen. Uit de toelichting op het wetsartikel blijkt dat de bestuurlijke vrijheid om van de differentiatie gebruik te maken en de mate waarin, voorop staat. Als reden van differentiatie: het hemelwater van verhard oppervlak wordt versneld en - nagenoeg - geheel afgevoerd naar het watersysteem waarvan het waterschap beheerder is (al dan niet via bermsloten). Ook zorgen verharde wegen voor hogere piekafvoeren waardoor mogelijk een relatief grote capaciteit van het watersysteem wordt gevaagd, met name buiten woonkernen en bij overstortgebieden. Dat betekent dat er een - fors - groter waterbezwaar op de waterschapsbeken ontstaat. Dit in combinatie met een harmonisatie van tarieven WRO/WPM naar tarieven WsL rechtvaardigen een keuze voor 400%. Agendapunt 15. Overzicht frictiekosten Verzoek om specificatie te geven van de uitgaven en verplichtingen op de diverse onderdelen van het overzicht. Hiervoor verwijzen wij naar de stukken bij agendapunt 15. Mocht er meer informatie nodig zijn, dan verwijzen wij u naar de secretaris-directeuren.

3 Vraagsteller: Categorie: Vragen: J.S.E. (Josette) Van Wersch Ingezetenen (WRO) / fractie Waterbelang Heuvelland Agendapunt 3. Uitgangspunten begroting 2017 Wat is het verschil tussen de activeringslasten WPM en WRO? Bij WPM worden de uren op projecten geactiveerd op basis van een uurtarief dat gebaseerd is op de salariskosten inclusief overhead. Door WRO worden de uren geactiveerd op basis van salariskosten exclusief overhead. Vraag 2. Op pagina 2 geeft u aan dat 0,9% toe te schrijven is aan de harmonisatie van het activeringsbeleid? Waarom is dit nodig? En wat is het effect hiervan? Beantwoording 2. Doordat per 1 januari 2017 sprake is van één waterschap dient de wijze van activering geharmoniseerd te worden. De voorgestelde keuze heeft tot gevolg dat in minder zal worden geactiveerd wat een kostenstijging tot gevolg heeft van 0,9%. Vraag 3. Op pagina 2 geeft u aan dat de opgetelde formatieomvang 317 FTE omvat. Wat wordt bedoeld met de tekst dat in deze omvang ruimte gecreëerd is om kwetsbare plekken zoals waterkwaliteitsbeheer, gegevensbeheer en relatiemanagement te versterken. Beantwoording 3. Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij naar het voorstel Niveau van dienstverlening WsL, tabel pagina 7, agendapunt 4 dat op 22 maart 2016 in het 2AB aan de orde is geweest. Vraag 4. Op pag 2. geeft u aan dat de investering in het dijkenprogramma 280 mln. bedraagt. Daarvan is 230 mln. gedekt. Hoe wordt de resterende 50 mln. gedekt?

4 Beantwoording 4. De dekking voor de resterende 50 mln. is nog niet concreet ingevuld. En zolang de dekking niet geregeld is, nemen we geen onomkeerbare besluiten. De ene helft van deze 50 mln. heeft betrekking op de bestuursovereenkomst 2010 (prioritaire dijkversterkingen). We zoeken hiervoor dekking in het restant Zandmaas, het minder benutten van risicoreserveringen en het behalen van aanbestedingsvoordelen. De andere helft heeft betrekking op de bestuursovereenkomst 2011 (Hoogwaterbeschermingsprogramma). Over het niet-gedekte deel gaan we in gesprek met het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Vraag 5. Wat betekent het wel of niet activeren van het HWBP voor de tarieven van de diverse categoriën. Graag de tariefsverschillen in absolute euro's. Zie pag.17 Beantwoording 5. Zie onderstaand overzicht inzake het wel of niet activeren HWBP en de gevolgen voor de lastendruk van de diverse categorien. Overzicht: lastendruk activering HWBP versus exploitatie HWBP Meerpersoonshuishouden, huurder Éénpersoonshuishouden, huurder Nu Nu % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl Meerpersoonshuishouden, eigen woning 250K Nu Éenpersoonshuishouden, eigen woning 250K Nu % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl Uitgegaan is van minimale activering eigen kosten (sal + soc.l. exclusief overhead) Agrarisch bedrijf 40ha, bedrijfsopstallen 500K Nu Uitgegaan is van minimale activering eigen kosten (sal + soc.l. exclusief overhead) Natuurbeheerder 500ha Nu % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl Uitgegaan is van minimale activering (sal + soc.l. exclusief overhead) Wegbeheerder 500ha Nu % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl Uitgegaan is van minimale activering (sal + soc.l. exclusief overhead) 40% Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl % Ingez % wegen, HWBP 30jr % Ingez % wegen, HWBP expl

5 Vraag 6. Pag 28; T.a.v. WPM graag een toelichting op de claim tariefegalisatiererserve watersysteem van ca Dit is een fors bedrag en onze vraag is waar dit vandaan komt? Beantwoording 6. Deze claim betreft incidentele uitgaven, die niet in de exploitatie zijn meegenomen. Zie ook het * onderaan de tabel op bladzijde 28 en de specificatie per onderwerp op bladzijde 29. Beekontwikkeling (BOP) We krijgen een steeds beter inzicht in de consequenties van het finetunen van het beheer en onderhoud van de heringerichte watergangen. Door te beseffen dat een heringerichte beek nog jaren nodig heeft om doelen te halen, hebben het onderhoud en beheer hierin een grote bijdrage. Niet alleen het waterschap heeft hierin een taak, ook de omgeving van de beek. Daarom zijn we twee sporen aan het ontwikkelen. Ten eerste een Beek Ontwikkel Plan (BOP) waarin per beeksysteem helder en duidelijk wordt omschreven welke ontwikkeldoelen (streefbeeld) binnen welke termijnen gehaald moeten worden en ten tweede proberen we daarbij de inzichten van de directe omgeving hierbij te betrekken. Voor deze twee sporen is dit bedrag bestemd. Risicovolle beplanting/achterstallig onderhoud waterkeringen In 2012 heeft een inventarisatie plaats gehad van de aanwezige beplanting op de waterkeringen en in 2013 is een opschoonactie uitgevoerd. Met deze opschoonactie zijn niet alle gevaarlijke situaties opgelost (het nemen van technische maatregelen ter behoud van de beplanting met garantie voor voldoende veiligheid of het verwijderen van de beplanting). Bij de toekomstige dijkverbeteringen zal zoveel mogelijk een duurzame oplossing voor de aanwezige beplanting worden uitgewerkt. Echter, de dijkverbeteringen lopen door tot 2024, zodat we voor de overbruggingsperiode aanvullende maatregelen moeten treffen. Daarvoor is dit bedrag bestemd. Samenwerking in de afvalwaterketen Met de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, WBL en WRO wordt als Waterpanel Noord samengewerkt in de afvalwaterketen. Deze samenwerking is bekrachtigd met het convenant 'samenwerken in de afvalwaterketen Noord'. In Waterpanel Noord zijn afspraken gemaakt over 12 prioritaire projecten. Dit samenwerkingsverband (waterpanel en bestuurlijk overleg B-ROL) vinden wij belangrijk en zetten wij voort. Teneinde onze afspraken in deze samenwerking en de projecten gestand te doen, houden wij rekening met dit bedrag. Waterkwaliteit/NLP next generation De vraagstukken van een veranderend klimaat (klimaatrobuustheid), ruimtegebruikfuncties en de realisatie van waterdoelen (m.n. op gebied waterkwaliteit, maar ook droogte en wateroverlast), vereisen een integrale, gebiedsgerichte analyse en aanpak van knelpunten op het vlak van waterkwaliteit, waterkwantiteit, ruimtegebruik en grondgebruik. Dit vraagt om een proces zoals dat is doorlopen in Nieuw Limburgs Peil. Daar waar het accent daar lag op de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen, moet het accent nu liggen op oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit. We voorzien hiervoor een integraal gebiedsproces (NLP-next), dat kadert in Samen voor schoon Limburgs water. Hier ontwikkelen we maatregelen die mede input vormen voor het KRW/DHZ spoor. Om een dergelijk proces te organiseren en te faciliteren ramen wij extra capaciteit en additionele middelen (communicatie, PR, zaalhuur etc.). Kennisopbouw waterkwaliteit en ecologie we zetten in op kennisopbouw, nader onderzoek en modelontwikkeling voor waterkwaliteit en ecologie. Het gaat daarbij om de oorzaken van het niet halen van KRW-doelen en kwantificering van

6 de effectiviteit van mogelijke maatregelen. Wij zoeken uit welke mogelijkheden en perspectieven er zijn om de grondwaterkwaliteit (mede in relatie tot de oppervlaktewaterkwaliteit) te modelleren, met name wat betreft Stikstof en Fosfaat. Geteste concepten rollen we uit over het gehele beheergebied. Voor de validatie van dit modelinstrumentarium zijn waarschijnlijk aanvullende metingen noodzakelijk. IBRAHYM geschikt voor waterkwaliteitsmodellering Wij hebben een visie ondertekend met de vier Limburgse samenwerkingspartners (WPM, WRO, WML, provincie) over de verdere ontwikkeling, beheer en onderhoud en financiering van IBRAHYM. Op landelijk gebied wordt de samenwerking gecontinueerd rond het beheer en onderhoud en het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (NHI). Op langere termijn voorzien we zelfs volledige integratie van IBRAHYM in het NHI. Onze aandacht voor het taakveld waterkwaliteit wordt steeds groter. Op basis van IBRAHYM speelt waterkwaliteitsmodellering daarin een belangrijke rol (toestand beschrijven, effectvoorspelling maatregelen). Het huidig modelinstrumentarium moet daar voor geschikt worden gemaakt. Wij gaan hierbij uit van kosten à netto op basis van 75% bijdrage van onze samenwerkingspartners. Netcentrisch werken Netcentrisch werken is een vorm van informatiemanagement binnen organisaties waarbij bestuurders en diensten gelijktijdig over een eenduidig beeld van een situatie beschikken. Daardoor kunnen beslissingen (intern en extern) sneller en beter worden genomen en kunnen werkzaamheden effectiever worden uitgevoerd. Netcentrisch werken bij het waterschap hangt samen met een viertal ontwikkelingen: 1. Opdracht tot netcentrisch werken door algemeen bestuur WPM d.d. 21 november 2012; 2. Intern project "informatiemanagement op orde"; 3. Implementatie "netcentrisch werken" in de Veiligheidsregio; 4. Landelijk project "netcentrisch werken" Unie van Waterschappen; Vraag 7. In hoeverre zijn de op pagina 29 genoemde claims (projecten) met gemeenten uitgewerkt. Beantwoording 7. Beekontwikkeling (BOP) Risicovolle beplanting/achterstallig onderhoud waterkeringen Samenwerking in de afvalwaterketen Waterkwaliteit/NLP next generation Kennisopbouw waterkwaliteit en ecologie IBRAHYM geschikt voor waterkwaliteitsmodellering Netcentrisch werken intern (indirect extern) intern extern (o.a. gemeenten) extern (agrarische sector en natuur) intern intern in- en extern

7 Vraagsteller: Categorie: Vragen: M.B.D. (Maicle) Huver Ingezetenen (WRO) / fractie VVD Agendapunt 3. Uitgangspunten begroting 2017 Wat is de stand van de reserveringen, met in het bijzonder de algemene reserves, voor het nieuwe waterschap voor de begroting van De stand van de egalisatiereserves is weergegeven op pagina 28 van de meerjarenraming De stand van de algemene reserve per 1 januari 2016 bedraagt bij WRO en bij WPM Op basis van een in 2017 uit te voeren risico-inventarisatie voor WsL zal de hoogte van de algemene reserve worden bepaald. Een en ander zal worden meegenomen in de nota reserves en voorzieningen WsL die in 2017 zal worden opgesteld. Vraag 2. Waarom staan de kosten van het systeem VTH bij fusiekosten, deze zijn hier geen gevolg van? Beantwoording 2. Voor de beantwoording verwijzen we u naar agendapunt 9 voorstel zienswijze ontwerpbegroting Het Waterschapshuis (HWH) 2017, onderdelen oorzaken ontwikkeling in bijdrage WRO en WPM en Budgettaire ruimte WsL Het betreft de deelname van WRO aan het VTH project Saw@ per 1 januari WPM neemt al deel aan het project Saw@. De project en beheerskosten bedragen afgerond en bestaan uit een éénmalige bijdrage van voor de deelname van WRO aan dit project en een structureel bedrag van voor onderhoudskosten. Agendapunt 4. Kostentoedelingsverordening Waterschap Limburg In een eerdere fusie voorbereiding vergadering hebben we een helder overzicht gekregen van een scenario van de kostentoedeling en de gevolgen voor de tarieven ten opzichte van de huidige situatie. Graag had ik ook een dergelijk overzicht op basis van de huidige gegevens met een vooruitblik van 5 jaar, de tijd dat deze verordening loopt, in relatie tot de huidige tarieven WRO en WPM. Om een duidelijk beeld te krijgen zou ik graag de berekening zien voor zowel de 31 als de 40% toerekening voor ingezetenen. Er is een wezenlijk verschil tussen de kostentoedelingsverordening en de berekening van de tarieven. De kostentoedelingsverordening watersysteembeheer dient minimaal éénmaal op de 5 jaar te worden vastgesteld en bepaald het kostenaandeel van de diverse belastingencategorieën voor de totale duur van de kostentoedelingsverordening. De belastingtarieven daarentegen komen tot stand door het kostenaandeel van de betreffende categorie te delen door het aantal maatstaven. - kostenaandeel ingezetenen gedeeld door het aantal ingezetenen - kostenaandeel gebouwd gedeeld door de WOZ-waarde - kostenaandeel ongebouwd gedeeld door het aantal hectares ongebouwd - kostenaandeel natuur gedeeld door het aantal hectares natuur

8 Doordat de maatstaven (aantal ingezetenen, WOZ-waardes, aantal hectares ongebouwd en aantal hectares natuur) jaarlijks fluctueren kunnen we geen vooruitblik geven van de belastingtarieven over een periode van 5 jaar. Verder hebben we een overzicht meegestuurd (zie bijlage), waarin de ontwikkeling/verschuiving van de lastendruk bij de diverse keuzes inzichtelijk is gemaakt. Bijlage Ontwikkeling/verschuiving lastendruk belangencategoriën bij 'draaien aan de knoppen' kostentoedeling Doel: ondersteuning in positionering in de bestuurlijke discussie TABEL A Op basis van MJR Indicatie lastendruk WPM/WRO van 2016 naar 2017 bij diverse scenario's Ws Peel en Maasvallei 2016 Ws Roer en Overmaas 2016 Ws Limburg 2017: 40% Meerpersoonshuishouden (3ve), eigen woning Meerpersoonshuishouden (3ve), huren Eénpersoonshuishouden (1ve), eigen woning Eénpersoonshuishouden (1ve), huren Agrarisch bedrijf 25 ha, opstallen , 3ve Agrarisch bedrijf 40 ha, opstallen , 3ve Wegenbeheerder 500ha Natuurbeheerders/-eigenaren 500ha Woningbouwvereniging met Woz waarde 525 mln (5.000 objecten x ) Opm: 1. Voor zuiveringsheffing uitgegaan v/h tarief Ondergaat geen wijziging a.g.v. wijziging kostentoedeling en is voor het effect kostentoedeling niet relevant. 2. Cijfers WPM zijn nog niet gebaseerd op de 'geactualiseerde'begroting 2016 omdat hierin nog bestuurlijke keuzes gemaakt moeten worden. 3. Lastendruk 2016 Ws Roer en Overmaas is gebaseerd op de tarieven ,2% (meerjarenraming WRO AB ). 4.Onder- en bovenkant bandbreedte ingezetenen aandeel wordt met name bepaald o.b.v. inwonerdichtheid van het gebied. 5. Omdat het om de 'effecten' gaat en de berekeningen op basis van een aantal inschattingen zijn gemaakt, dient de nauwkeurigheid enigszins gerelativeerd te worden. Indexcijfers WPM ingezetenen lastenontwikkeling diverse scenario's. Referentie is lastendruk WPM 2016 = 100 TABEL I Basisjaar = 2016 o.b.v. MJR Indicatie effecten lastendrukontwikkeling 2017 t.o.v voor ingezetenen huidig WPM gebied bij scenario's kostentoedeling (o.b.v. indexcijfers) Ws Peel en Maasvallei 2016 Ws Limburg 2017: 40% Meerpersoonshuishouden (3ve), eigen woning Meerpersoonshuishouden (3ve), huren Eénpersoonshuishouden (1ve), eigen woning Eénpersoonshuishouden (1ve), huren Agrarisch bedrijf 25 ha, opstallen , 3ve Agrarisch bedrijf 40 ha, opstallen , 3ve Wegenbeheerder 500ha Natuurbeheerders/-eigenaren 500ha Woningbouwvereniging met Woz waarde 525 mln (5.000 objecten x ) Ws Limburg 2017:40% Ws Limburg 2017:40% Index reeks WRO ingezetenen lastenontwikkeling diverse scenario's. Referentie is lastendruk WRO 2016 = 100 TABEL II Basisjaar = 2016 o.b.v. MJR Indicatie effecten lastendrukontwikkeling 2017 t.o.v voor ingezetenen huidig WRO gebied bij scenario's kostentoedeling (o.b.v. indexcijfers) Ws Roer en Overmaas 2016 Ws Limburg 2017: 40% Meerpersoonshuishouden (3ve), eigen woning Meerpersoonshuishouden (3ve), huren Eénpersoonshuishouden (1ve), eigen woning Eénpersoonshuishouden (1ve), huren Agrarisch bedrijf 25 ha, opstallen , 3ve Agrarisch bedrijf 40 ha, opstallen , 3ve Wegenbeheerder 500ha Natuurbeheerders/-eigenaren 500ha Woningbouwvereniging met Woz waarde 525 mln (5.000 objecten x ) Ws Limburg 2017:40%