KA1 Stage- en nascholingsprojecten voor het beroepsonderwijs en -opleiding. Handleiding bij het invullen van het aanvraagformulier

Transcriptie

1 KA1 Stage- en nascholingsprojecten voor het beroepsonderwijs en -opleiding Handleiding bij het invullen van het aanvraagformulier Mindset: Erasmus+ projecten werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Probeer vooraleer je het aanvraagformulier invult een antwoord te vinden op volgende vragen: 1. Wat is de leernood van de school, zowel rond inhoudelijk/pedagogische thema s en internationalisering? 2. Hoe ga je antwoorden zoeken op die leernoden? Bv. via een stageproject voor leerlingen of nascholing voor leerkrachten. 3. Hoe ga je de leerresultaten van deze stage/nascholing verankeren op school? B. Context B.1 Project identification Project start date: het project start tussen 1 juni en 31 december volgend op de indiening. Project total duration: 12 tot 24 maanden. Project end date: het project eindigt ten vroegste op 30 mei één jaar na de indiening. B.2 National Agency of the Applicant Organisation Voor Epos: BE02 aanduiden. C. Participating organisations C.1 Applicant organisation Geef de PIC-code in, klik op check PIC en de velden worden automatisch aangevuld. In de Participants portal vind je naast de onderdelen telkens meer info over de vraag. C.1.1 Profile Public body: Een Public Body staat voor een juridische entiteit die als zodanig is opgericht krachtens nationaal publiekrecht, en internationale organisaties. C.1.2 Background and experience Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I

2 Beschrijving van je organisatie Geef een beschrijving van je eigen school: de missie en visie, de opleidingen die de school aanbiedt, de locatie (stad of platteland), de schoolpopulatie (leeftijd, socio-culturele achtergrond, ), het aantal leerlingen, Belangrijk is om informatie te geven die relevant is voor de projectaanvraag en die je aanvraag kan versterken. Activiteiten en ervaring Omschrijf hoe de stage/nascholing verder bouwt op eerdere activiteiten of waarom je deze plant, wat de relevantie is van de leermobiliteit. Vaardigheden en ervaring van sleutelpersonen Hoe zijn de sleutelpersonen betrokken geweest bij het proces om te komen tot dit stage/nascholingsproject en op welke manier dragen zij bij tot het project? Denk hierbij vanuit het standpunt van de school. Diende je het afgelopen jaar een projectaanvraag in bij de EU? Indien ja, vul de gegevens aan. C.1.3 Legal representative / Contact person Het gaat om de persoon die op het moment van indiening legal representative is. Dit wordt niet automatisch aangevuld na het invullen van de PIC-code, maar moet wel identiek zijn als wat er in de Participants portal ingegeven werd. Add partner Voeg een partner toe: minstens 1 partner per land waarmee je samenwerkt. Ook als je een jobshadowing of een lesopdracht plant, en indien de partner gekend is, voeg je de partner toe. Om dit deel te kunnen invullen heb je de PIC-code van de partner nodig. D. European Development Plan Noot vooraf: Het European Development Plan moet voortvloeien uit de visie van de school op internationalisering. Bij het beantwoorden van deze vragen moet strategisch gedacht worden (= vanuit de school). De klemtoon ligt op professionalisering en het versterken van de kwaliteit van je onderwijs. Deze vraag gaat over de relevantie van je project (goed voor 30/100 punten). Organisation s needs Bij deze vraag kan je volgende structuur gebruiken: 1. Inleiding In de inleiding ga je eerst in op het strategische aspect van jullie Europese werking, bv. korte info over het pedagogisch project van de school hoe de Europese werking van de school past binnen deze visie en welke meerwaarde ze biedt. 2. Quality development In dit deel geef je aan rond welk thema je aan kwaliteitsontwikkeling wil doen, bv. productkennis. Daarnaast geef je aan hoe je dat wil doen, bv.: Voor de leerlingen voorzien we stages + beknopte uitleg (wie, wat, wanneer, waar, ) Voor de leerlingen, leerkrachten en stakeholders voorzien we masterclasses door 2 gastsprekers + beknopte uitleg (wie, wat, wanneer, ). Mogelijkheden voor leerkrachten zijn: les- of nascholingsopdrachten: je geeft les of een training op een school of organisatie in het buitenland. Ook: je nodigt een buitenlandse expert uit op je school. nascholing: je doet een stage of een jobshadowing (kijkstage) in school of organisatie in het buitenland. 3. Internationalisation Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I

3 Ten slotte geef je aan dat dit project ook een manier is om te werken aan de verdere professionalisering van internationalisering op school. Bijvoorbeeld: met dit project willen jullie de contacten met de stageplaats onderhouden en versterken, en contacten uitbouwen met nieuwe buitenlandse stageplaatsen. Organisation s plans Beschrijf welke stage voor leerlingen of nascholing voor leerkrachten (stage, jobshadowing, lesopdracht) je plant en hoe deze bijdragen tot een versterking van de kwaliteit van jullie onderwijs. Hier kan je ook de Europese meerwaarde motiveren: nl. waarom je deze stage/nascholing meer biedt dan in eigen land. Strategic development Beschrijf hoe dit project bijdraagt tot de strategische ontwikkeling van de school: op het niveau van quality development en internationalisation. M.a.w. hoe ga je het geleerde verankeren op school? Bv. door nieuwe trends te integreren in bepaalde technische vakken, of door in de toekomst ook buitenlandse stages aan te bieden aan andere groepen leerlingen. E. Description of the project Objectives Hier kan je de doelstellingen van het project omschrijven. Denk na over de algemene doelstelling, kennis-, vaardigheids-, en attitudedoelstellingen. Beschrijf die apart voor de leerlingen (bv. vaktechnische competenties verder ontwikkelen), voor de leerkrachten. (bv. vakexpertise ontwikkelen, competenties rond internationalisering) en voor de school (bv. kenniscentrum worden rond een bepaald thema, een VET Charter verkrijgen om stageprojecten duurzaam te maken op school). Keuze projectpartner Toon aan dat de gekozen stageplaatsen of nascholingen relevant zijn voor jouw school. Bv. het feit dat zij over expertise beschikken die jullie school/vlaamse stageplaatsen niet heeft. Topics Vink aan wat van toepassing én relevant is. F. Participants profile Maak hier opnieuw een opsplitsing tussen leerlingen en leerkrachten/begeleiders. Voor leerlingen: Geef aan welke leerlingen de stages zullen doen en waarom het belangrijk/nodig is dat deze leerlingen een buitenlandse stage doen. Daarnaast geef je aan hoe de leerlingen geselecteerd worden/werden. De selectieprocedure moet transparant zijn. Bijvoorbeeld: de leerlingen moeten een motivatiebrief indienen, dan volgt een sollicitatie voor de begeleiders, en ten slotte een gesprek met de stageplaats; of bv. een teambuilding activiteit waarbij de leerlingen beoordeeld worden op basis van hun attitude. Voor begeleiders/leerkrachten: Geef aan welke leerkrachten de leerlingen zullen begeleiden / de nascholing zullen volgen en waarom zij geschikt zijn om een antwoord te zoeken op de leernoden van de school. Ook hier beschrijf je best de selectieprocedure. Tip: indien meerdere personen naar eenzelfde nascholing gaan, geef dan aan vanuit welk perspectief elk van die personen het thema zal benaderen, bv. een leerkracht, een vakverantwoordelijke, een directeur bekijken eenzelfde thema vanuit een ander perspectief. F.1 Learning outcomes Leerresultaten Maak hier opnieuw een opsplitsing tussen leerlingen en leerkrachten/begeleiders. En zorg dat de link met de leernoden duidelijk is. Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I

4 Voor leerlingen: kennis, vaardigheden, attitudes, Voor begeleiders/leerkrachten: kennis, vaardigheden, attitudes, (ook rond internationalisation) Instruments/certificates Worden de verworven competenties van de deelnemers gevalideerd? Hoe? Deze vraag is belangrijk, vul ze dus zeker aan, bv. het Europass mobiliteitscertificaat. Nationale instrumenten Je kan hier verwijzen naar bv. het feit dat de stage onderdeel uitmaakt van het reguliere curriculum van de leerlingen, of onderdeel is van de GIP, Hoe gebruiken Je kan hier bv. aangeven dat de stage moet positief verlopen om een diploma te krijgen. Je kan hier ook verwijzen naar de Europass-instrumenten die kunnen gebruikt worden om de leerresultaten van leerlingen/begeleiders te valideren, zoals het Europass CV, certificaatsupplement G. Preparation G.1 Practical arrangements Wie staat in voor de praktische organisatie: de school zelf of zijn de leerlingen ook betrokken bij de praktische organisatie van het project? Belangrijk hier is om aan te tonen dat je alle aspecten op voorhand doordacht hebt. G.2 Project management Hoe zorg je voor een kwaliteitsvol project en plan je het projectmanagement? Kwaliteitsvol project: Een kwaliteitsvol project bestaat uit: Een goede voorbereiding: Voorbereiding van de leerlingen: informatiemomenten, selectieprocedure, voorbereiding in de lessen, ouderavond, Voorbereiding van de begeleiders/leerkrachten: leerovereenkomst opstellen met de stageplaats, concrete afspraken over de inhoud en praktische organisatie van de stage, Monitoring van het leerproces van de leerlingen Een goede opvolging: Voor de leerlingen: evaluatie van de stage. Voor de begeleiders/leerkrachten: Bv. terugkoppeling naar het projectteam, waarbinnen bekeken wordt op welke manier het geleerde kan geïmplementeerd worden. Opvolging van de implementatie en disseminatie naar multiplicatoren en de doelgroep, bv. collega s/vlaamse stageplaatsen/netwerk van de school/... G.3 Preparation of participants Hoe worden de leerlingen voorbereid op de stage? Bijvoorbeeld: taalvoorbereiding: hoe? inhoudelijke voorbereiding: hoe? H. Main activities Activities Geef een timing en overzicht van de stage/nascholing: wanneer gebeurt wat door wie (voor-tijdens-na de stage/nascholing)?. Dit kan je chronologisch uitwerken, om aan te tonen dat er een duidelijke opbouw zit in het project. Bespreek alle activiteiten, dus ook selectie, follow-up, Voeg hier ook je plannen rond internationalisation toe. Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I

5 Cooperation and communication De samenwerking en communicatie tussen de partners moet goed georganiseerd zijn. Geef daarom duidelijk aan welke communicatielijnen er zijn in het project en hoe er onderling gecommuniceerd wordt, bv. begeleiders vanuit de school begeleiders op de stageplaats begeleiders vanuit de school leerlingen begeleiders op de stageplaats leerlingen Belangrijk is om aan te tonen dat je aantoont dat de communicatie vlot verloopt. Monitoring Hoe wordt het leerproces van de leerlingen/leerkrachten opgevolgd? Bv. aan de hand van de leerovereenkomst, een dagelijks verslag van de leerlingen, wekelijkse stagebesprekingen, Begeleiding van de leerlingen Hier geef je aan waarom het nodig is dat er begeleiders meegaan op stage van de leerlingen. Hier kan het bv. gaan om de opvolging van het leerproces: zowel het vakgerichte, als de persoonlijke groei van de leerlingen. Zeker voor minderjarige leerlingen, zijn begeleiders zeker verantwoord. Activities details Activity n : hier geef je de groepen mobiliteiten aan. Bijvoorbeeld: Activity n 1 kan stages voor leerlingen zijn, Activity n 2 kan een nascholing van leerkrachten zijn. Activity type: welk soort nascholing plan je? Flow: flow 1 kan een stage zijn in het 1 ste jaar, flow 2 een stage in het 2 de jaar. Simulatie: bv. 2 weken, Portugal, DB: km: 1549/ll 2011/ leraaar I. Follow-up I.1 Impact Noot: Impact= the effect that the activity carried out and its results have on people, practices, organisations and systems. Expected impact Impact op deelnemers Bv. versterken van vakgerichte competenties, taalvaardigheid, zelfredzaamheid, Impact op de organisatie Bv. de opleiding bakkerij en hotel wordt versterkt, met een aangepaste cursus, de school heeft een uitgebreidere internationaliseringswerking. Target groups Bv. impact op collega s, onderwijskoepels, Desired impact Impact op lokaal, regional, nationaal en EU-niveau: bv. de buitenlandse stage kan een impact hebben op de stages in Vlaanderen. I.2 Dissemination of projects results Geef aan welke resultaten je gaat verspreiden naar welke doelgroepen, bv. de expertise die leerkrachten opdeden kunnen verspreid worden binnen de school via een interne nascholing I.3 Evaluation Hoe ga je evalueren of je de doelstellingen en resultaten van het project bereikt hebt? Maak hier opnieuw Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I

6 een opsplitsing tussen evaluatie door de leerlingen, door de leerkrachten/begeleiders, door de school. Het gaat hier over de evaluatie van het project. J. Budget Beurs voor reiskosten: bereken de distance band : aanvinken wat de afstand enkel is. Dit kan je berekenen met de mobility tool: Beurs voor verblijf: zie Programme Guide 2017, p. 63. Beurs voor cursuskosten of bijzondere noden moeten gemotiveerd worden. Grant requested: dit moet je aanvullen. K. Project summary De project summary bevat best vier onderdelen: de context van waaruit het project uitgewerkt werd. algemene doelstelling: wat willen jullie met het project bereiken voor welke doelgroep? activiteiten (heel algemeen): wie doet welke nascholing in welk land? output: welk resultaat en welke impact willen jullie bereiken? L. Declaration of honour Print de Declaration of honour, vul het in, scan het ingevulde document in en voeg toe als annex. Ten slotte: check ook nog eens de award criteria en check of jouw project hierop een antwoord geeft. De jury beoordeelt je project ook op basis van deze criteria. Zie Programme Guide, p. 56 Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T I info@ryckevelde.be I