Verslag- en besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren op 23 JUNI 2016

Transcriptie

1 AB 2 NOVEMBER 2016 RM Verslag- en besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren op 23 JUNI 2016 Aanwezig: Afwezig met kennisgeving: Dhr. D.B. van Woudenberg (gemeente Zuidplas), dhr. J. Heuvelink (gemeente Lansingerland), mevr. Vroegop-De Bruine (gemeente Zuidplas), Dhr. J.P. Blonk (gemeente Lansingerland), mevr. K. Arends ( dhr. E. Rumpff (ambtelijk G.Z-H), dhr. R. Simons (ambtelijk gemeente Zuidplas), dhr. R. Feddema (ambtelijk Provincie Zuid-Holland), dhr. L.C. de jonge (accountmanager G.Z-H) en dhr. J. Cornips (ambtelijk secretaris, G.Z-H). Dhr. R.A. Janssen (provincie Zuid-Holland), Dhr. R.A.M. van der Sande (provincie Zuid-Holland); Dhr. J.F. Weber (provincie Zuid-Holland), Dhr. B.J. Eerdmans (gemeente Rotterdam), Dhr. A.L.H. Visser (gemeente Rotterdam), Dhr. P.J. Langenberg (gemeente Rotterdam), mevr. D. Gerts (Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard) Voorzitter: Dhr. R. van Woudenberg (gemeente Zuidplas) Bestuurlijk secretaris: Dhr. J. Heuvelink (gemeente Lansingerland) Plaats Retraiterie Rottemeren, Bleiswijk Penningmeester: Niet benoemd Tijd uur Agendapunt 1. Opening en mededelingen Dhr. R.A. Janssen opent om uur de vergadering. Dhr. Heuvelink vraagt om de volgende keer weer op de gebruikelijke locatie in Bleiswijk te vergaderen. 2. Verslag vergadering Algemeen Bestuur 28 april Ingekomen stukken en mededelingen Besloten wordt het verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van 28 april 2015 zonder wijzigingen vast te stellen. Mevr. Arends wijst op een ingekomen brief van Leefbaar Drie B met betrekking tot de Pekhuisbrug, die momenteel niet meer als draaibare brug maar als vaste brug in gebruik is. In de brief wordt een aantal vragen gesteld over het niet meer draaibaar zijn van de brug: a) waarom is destijds besloten om de brug alleen als vaste brug te handhaven? b) met wie heeft de belangenafweging plaatsgevonden en waarom is hierbij geen rekening gehouden met het Raamplan Provinciale Waterwegen uit 1984? c) wat zijn de kosten van het weer in gebruik nemen van de brug als draaibare brug? Gevraagd wordt om een schriftelijke beantwoording van deze vragen namens het DB. Dhr. Heuvelink wijst erop dat in deze en een eerdere brief door 3B het verzoek wordt gedaan tot heropening van de brug als draaibare brug. Door de AB leden vanuit Lansingerland wordt alleen het verzoek gedaan om feitelijke informatie te verstrekken wordt gedaan. Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat het besluit destijd onderdeel was van een breder pakker aan bezuinigingsmaatregelen en dat de besluitvorming ook in dat licht moet worden bezien. Dhr. De Jonge licht toe dat een feitelijke beantwoording van de in de brief gestelde vragen al een keer door de gemeente Lansingerland is gedaan, en dat deze eerdere antwoorden aangevuld kunnen worden met een verwijzing naar de betreffende bestuursbesluiten. Daarnaast meldt hij dat er contact is geweest met de aannemer over de kosten van het in draaibare staat terugbrengen van de brug. Voor de aanvang van de zomervakantie zal de aannemer een prijsstelling doen voor de kosten die verbonden zijn aan een duurzaam, draaibare Pekhuisbrug. Dhr. Janssen stelt voor om een feitelijk antwoord te geven op de vragen, waarbij verwezen wordt naar eerder genomen besluiten van het schapsbestuur. Dh. Heuvelink geeft een korte terugkoppeling van het gesprek met gebiedspartijen, dat op 22 juni 2016 heeft plaatsgevonden. Het was een positief gesprek. Geconstateerd is dat er veel gezamenlijks is in de passie voor het Rottemerengebied en dat op onderdelen een 1

2 zekere spanning bestaat tussen de verschillende belangen en voorkeuren van de partijen. Stichting Rotteverband heeft aangegegevn dat de vragen die eerder werden gesteld over de passendheid van samenwerking van het Recreatieschap met Stichting Plezierrivier inmiddels helderen tot tevredenheid zijn beantwoord via o.a. een rechtstreeks gesprek tussen Rotteverband en Stichting Plezierrivier. Afgesproken is dat het verslag in het AB wordt gebracht en dat er een vervolggesprek zal plaatsvinden. Dhr. Janssen spreekt waardering uit voor het gesprek en betrokkenheid van de verschillende partijen. Besloten wordt kennis te nemen van de ingekomen stukken en mededelingen, en: in te stemmen met het verzoek van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen tot aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling; de financieringsovereenkomst eerst oordeelsvormend te bespreken in het DB, definitieve standpuntbepaling in het AB na het zomerreces en dit te kennen geven aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; de verkoop van de ruimte-voor-ruimte rechten wordt geflankeerd door de grondruil in de Eendragtspolder en de start van de actualisatie van het bestemmingsplan buitengebied; kennis te nemen van de kans dat in de toekomst een verontreiniging in het grondwater in de omgeving van de stortplaats in het Hoge Bergse Bos wordt vastgesteld; indien de noodzaak tot het nemen van maatregelen zich dan voordoet, dit ter besluitvorming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. 4A Jaarstukken 2015 a) De jaarstukken 2015 van het Recreatieschap Rottemeren vast te stellen; b) Het voordelige jaarresultaat 2015 op vast te stellen om vervolgens in te stemmen met het voorstel resultaatbestemming; c) Het saldo afrekening Eendragtspolder van toe te voegen aan de Investeringsreserve; d) Het restant van het voordelige jaarresultaat 2015 van toe te voegen aan de Algemene Reserve; e) Het krediet Ontwikkeling Snelweg A13/A16 (saldo krediet ) te verlengen tot en met 2016 en dit krediet te hernoemen tot krediet A16 Rotterdam`; f) Het krediet Upgrade Convenant Verlengde Molengangenpad te verlengen tot en met 2017; g) Het restantbudget van Uitgesteld Groot Onderhoud (ten laste van de Algemene Reserve) toe te voegen aan het reeds eerder vastgestelde UGO 2016 budget van ; h) Kennis te nemen van de bijgesloten verklaring van de accountant en de reactie van het DB daarop. 4B Tweede begrotingswijziging 2016 Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat hij een overzicht wil hebben van de verschillende onttrekkingen die de afgelopen tijd zijn gedaan aan de Algemene Reserve. Dhr. Janssen vraagt om dit overzicht in te brengen in de volgende DB-vergadering, zodat ook het AB hierover kan worden geïnformeerd. Dhr. De Jonge geeft aan dat in de volgende DB-vergadering van 23 september de najaarsrapportage op de agenda staat. Hierin wordt ook een actuele stand van zaken gegeven van de Algemene Reserve en de onttrekkingen daar aan. Dhr. Heuvelink geeft aan dat een dergelijk overzicht ook van belang is voor het aangaan van de financieringsovereenkomst met de provincie, waarvoor mogelijk afspraken zullen worden gemaakt over de besteding van de reserves van het schap. Besloten wordt de ontwerp-programmabegroting 2016 van Recreatieschap Rottemeren vast te stellen met een deelnemersbijdrage van en bijbehorende meerjarenraming van Recreatieschap Rottemeren. 2

3 4C Programmabegroting 2017 Dhr. Heuvelink wijst erop dat een zienswijze van de gemeenteraad van Lansingerland niet is toegevoegd aan de stukken, waarin de raad te kennen geeft zich te kunnen vinden in de begroting, maar dat er ook zorgen zijn over de toekomst. Gevraagd wordt om dit signaal serieus te nemen. Dhr. Cornips meldt dat deze zienswijze nog niet is ontvangen Dhr. Janssen vraagt om de zienswijze van de gemeenteraad van Lansingerland bij de volgende AB-vergadering in te brengen. a. In te stemmen met de ontwerp-programmabegroting 2017 met een deelnemersbijdrage van , een bijdrage PZH van en de bijbehorende meerjarenraming van Recreatieschap Rottemeren; b. Kennis te nemen van de ingediende zienswijze van de gemeente Zuidplas en de zienswijze van de Provinciale Staten van Zuid-Holland op de ontwerp-programmabegroting 2017 inclusief de meerjarenramingen Toekomstige governance Recreatieschap Rottemeren Dhr. Van Woudenberg geeft als bestuurlijk portefeuillehouder een toelichting op het proces en de voorliggende stukken. Hij wijst op de complexiteit van het bestuurlijke vraagstuk en de samenhang met een aantal paralllelle ontwikkelingen, zoals: de opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen, het uittreden van de provincie uit de natuur- en recreatieschappen de overdracht van personeel van G.Z-H aan Staatsbosbeheer. vorming over één vraagstuk heeft consequenties voor besluitvorming over andere vraagstukken. Zo heeft de opheffing van het Koepelschap gevolgen voor de financiële verhoudingen tussen de deelnemers bij ale schappen. Inmiddels is er vanuit het Dagelijks Bestuur een reactie gestuurd naar het Koepelschap, ter instemming met de voorgestelde financiële verdeelsleutel voor Rottemeren. In de ambtelijke voorbereiding van de besluitvorming over de toekomstige governance is daarom ook de verbinding gezocht tussen verschillende processen. Dit heeft o.a. geresulteerd in het voorliggende voorstel voor de toekomstige governance, voor een voorzetting van de gemeenschappelijke regeling met de drie gemeenten. De concrete invulling en uitwerking van deze regeling is nog onderwerp van onderzoek. In het najaar komt dit bestuurlijk ter sprake,waarbij er vooralsnog drie varianten op tafel liggen: een regeling van colleges; een regeling van raden, een bedrijfvoeringsorganisatie. a. Kennis te nemen van de bijgevoegde bestuurlijke notitie van KokxDeVoogd; b. Als uitgangspunt voor de toekomstige governance van Rottemeren vast te stellen dat het voort te zetten samenwerkingsverband van de drie gemeenten de vorm krijgt van een gemeenschappelijke regeling; c. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te verzoeken om, met het oog op voorgaande besluitvorming in het Algemeen Bestuur over de toekomstige governance van Rottemeren en de opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen per 1 januari 2018, de uittreding van de Provincie uit de gemeenschappelijke regeling op te schorten tot 1 januari Tevens de heer D.B. van Woudenberg als bestuurlijk trekker toekomstverkenning Rottemeren te mandateren voor ondertekening van deze brief namens het dagelijks bestuur. 6. Driepartijenovereenkomst Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat de huidige dienstverleningsovereenkomst met G.Z-H aan het einde van het jaar afloopt. Vanaf januari 2016 zal Staatsbosbeheer de werkzaamheden van de G.Z-H overnemen. Vanuit de provincie is hiervoor een aanbod gedaan in de vorm van een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie, SBB en het recreatieschap. Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat het recreatieschap de intentie kan uitspreken om voor de samenwerking aan te gaan met SBB, maar dat er nog een aantal vragen bestaan over de concrete invulling daarvan. Vanuit het schap is een aantal aanvullende voorwaarden opgenomen in de overeenkomst en de vraag is hoe de provincie en SBB hierin staan. Daarnaast zijn er nog geen gesprekken geweest met SBB en het schap over de invulling en uitvoering van het onderhoud en beheer van de recreatiegebieden in de Rottemeren. Daarom wil het Dagelijks Bestuur graag eerst in gesprek gaan met SBB. Het voorstel is daarom om de harde intentie uit te spreken richting SBB en 3

4 de provincie om de samenwerking aan te gaan voor 2017 en 2018, en eerst in gesprek te gaan met SBB over de samenwerking. Hiervoor zal een brief worden opgesteld, waarbij tevens het verzoek wordt gedaan aan de provincie tot aanpassing van het uittredingsbesluit, en per 1 januari 018 uit te treden in plaats van 1 januari Dhr. Van Woudenberg wijst naar een ingekomen stuk van de provincie met een aanbod voor toekomstige financiering. Voorgesteld wordt om deze financieringsovereenkomst na het zomerreces te bespreken en vast te stellen. Dhr. Janssen geeft aan dat Gedeputeerde Staten bereid is om aan Provinciale Staten te vragen het uittredingsbesluit te herzien, maar dat hiervoor wel bepaalde garanties gegeven moeten worden voor een gezamenlijk commiment naar de toekomst toe. Dit vraagt een zienswijze van de gemeenten op de toekomstige intergemeentelijke samenwerking en voldoende zicht op het tijdig vaststellen van de financieringsovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst. Vandaar dat vanuit de provincie is gevraagd om zich uit te spreken over de toekomstige governance en deze overeenkomsten zo snel mogelijk aan te gaan. Hij vraagt naar de planning.. Dhr. Heuvelink wijst erop dat er momenteel twee versies van de samenwerkingsovereenkomst bestaan: de originele overeenkomst, en een versie met door het schap aangebrachte aanpassingen. Hij constateert dat het schap de intentie wil uitspreken voor samenwerking, waarbij beide varianten nog open staan voor bespreking. Mevr. Van Leeuwen bevestigt dit. Zij stelt voor om gelijktijdiig een brief aan de provincie en SBB te sturen, waarin de intentie tot samenwerking wordt uitgesproken en hierbij tevens te vragen om het gesprek aan te gaan. Dhr. De Jonge adviseert om in augustus het gesprek aan te gaan met SBB, vervolgens kan de overeenkomst worden ingebracht in het DB op 23 september. Daarmee kan ook een bepaalde zekerheid aan Provinciale Staten worden geboden, dat er op korte termijn na de zomer overeenstemming kan worden bereikt. Dhr. Hordijk vraagt of bekend is wat de visie is van SBB en of deze overeenkomt met de visie van het schap. Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat de visie van SBB grotendeels bekend is en dat er nog vragen zijn, o.a. over de aanpak van SBB wat betreft de concrete uitvoerinsgzaken. Deze punten zouden onderdeel kunnen worden bij het gesprek met SBB in augustus, waarbij praktisch gedacht kan worden aan een ambtelijk gesprek en detail en een bestuurlijk gesprek op hoofdlijnen 7. Programma De Rotte Verdient Het (DRVH) a. Kennis te nemen van de concept-samenwerkingsovereenkomst Recreatieschap Rottemeren, Staatsbosbeheer en provincie Zuid-Holland voor ; b. Kennis te nemen van de voorgestelde aanpassingen van deze samenwerkingsovereenkomst, naar aanleiding van de door KokxDeVoogd uitgevoerde juridische toets en de toevoeging van ontbindende voorwaarden; c. Naar de provincie en Staatsbosbeheer de intentie uit te spreken om voor de jaren 2017 en 2018 gebruik te maken van de diensten van Staatsbosbeheer en in september 2016 te besluiten over de aangeboden samenwerkingsovereenkomst in samenhang met de financieringsovereenkomst. Tevens de heer D.B. van Woudenberg als bestuurlijk trekker toekomstverkenning Rottemeren te mandateren voor ondertekening van deze brief namens het Dagelijks Bestuur. d. Zo snel mogelijk een gesprek met SBB te plannen in juli/augustus om in september te komen tot besluitvorming. Dhr. Van Woudenberg geeft aan dat nog niet mag worden gestart met de uitvoering van concrete uitvoeringszaken, zoals de bewegwijzering, zonder dat hierover is gesproken met SBB. Het schap gaat op dit moment geen geld uitgeven aan dit soort zaken. Wanneer er op dit moment nieuwe informatieborden zouden worden geplaatst, bestaat het risico dat deze over twee jaar alweer vervangen moeten worden. Dit soort zaken moet ook aan de orde komen tijdens het voorgenomen gesprek met SBB. Hierbij is o.a. de vraag aan de orde of SBB zich committeert aan het uitvoeringsprogramma, of zelf een eigen huisstijl uitrolt in het gebied. a. Een krediet te verlenen van ten laste van de Investeringsreserve voor het uitvoeren van het projectplan Marketing en Programma Rotte. De subsidie voor Stichting Plezierrivier, die hier deel van uitmaakt, kan worden verleend Kennis te nemen van de projecten die zijn ingebracht om in aanmerking te komen voor de provinciale subsidie in het kader van het 4

5 Uitvoeringsprogramma Groen ( UPG); b. Kennis te nemen van de voortgang van de lopende projecten en communicatie op programmaniveau; c. Goedkeuring te verlenen voor het onderbrengen van het krediet van bij het programma De Rotte Verdient Het, met als einddatum 2018; ter dekking hier van over te boeken van de Algemene Reserve naar de Investeringsreserve. 8. Oeverversterking roeibaan Eendragtspolder 9. Deelnemersbijdragen Landschapstafel Mevr. Arends wijst erop dat bij de aanleg van de roeibaan destijds was gekozen voor de huidige oevers vanuit het perspectief van kostenbesparing. Zij vraagt zich af of de noodzaak voor extra maatregelen tbv de oeverversterking destijds niet voorspeld had kunnen worden. Zij wil weten waarom destijds is gekozen voor de goedkope variant. Dhr. Heuvelink vraagt wanneer dat besluit is genomen en in welke gremia deze besluitvorming heeft plaatsgevonden. Dhr. De Jonge licht toe dat destijds het ambtelijk advies was om te kiezen voor stenen oevers vanwege het risico op erosie die nu daadwerkelijk optreedt. Het voordeel van het in afwijking van dit advies genomen bestuurlijke besluit is dat nu alsnog een zachtere.vorm van oeverversterking kan worden gekozen die toch erosie voorkomt. Uit een proefstuk is nu gebleken dat er nu een technische mogelijkheid is om natuurvriendelijke oevers aan te leggen, waarbij golfslag eerder uitdempt. De totale kosten zijn hiermee nog altijd ca minder dan de maatregelen die aanvankelijk zijn voorgesteld. De bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden in een aantal vergaderingen. Dhr. Blonk vraagt of deze ttechnische toepassing destijds ook al bekend was. Dhr. De Jonge antwoordt dat er inmiddels meer ervaring is opgedaan met deze techniek dan toen bekend, er is daarmee sprake van voortschrijdend inzicht en een inmiddels bewezen techniek. a. Kennis te nemen van de huidige situatie van de oeverbescherming van de roeibaan in de Eendragtspolder; b. Een krediet beschikbaar te stellen van behoeve van de versterking van de oost kade van de roeibaan in de Eendragtspolder; c. Het krediet Oeverversterking van de roeibaan Eendragtspolder, met einddatum 31 december 2017, te dekken door inzet van het beschikbare bedrag uit de eindafrekening EDP van en het resterende bedrag uit de Algemene Reserve. Dhr. Blonk geeft aan dat de Landschapstafel een bijdrage vraagt van de gemeenten, en niet van het recreatieschap. Zijns inziens zouden de bijdragen dan ook door de gemeentes betaald moeten worden in plaats van het recreatieschap. Het werkingsgebied van de landschapstafel valt ook niet helemaal samen met het werkingsgebied van het schap. Het is dan ook niet consistent om de gemeentelijke bijdragen via het recreatieschap te laten verlopen. Dhr. Van Woudenberg wijst erop dat het recreatieschap een strategisch belang heeft bij een goed functionerende landschapstafel, hoewel het Recreatieschap niet reschtstreeks bestuurlijk ertegenwoordigd is aan deze tafel. Hij erkent dat er een bepaalde overlap zit in het recent tot stand gekomen takenpakket van Hof van Delfland en het recreatieschap, bijvoorbeeld de inzet van gebiedschakelaars. In 2017 zal een heroverweging plaatsvinden van onder andere de positie van de gemeenten en het recreatieschap in de landschapstafel Vooruitlopend hierop, wordt voorgesteld om eenmalig de van de gemeenten gevraagde bijdragen via het schap te te betalen, gezien de overlap van doelstellingen tussen de landschapstafel en het recreatieschap. a. Eenmalig een krediet Bijdragen Landschapstafel Hof van Delfland beschikbaar te stellen ad ten laste van de Algemene Reserve, ten behoeve van de Landschapstafel Hof van Delfland gevraagde financiële bijdragen van de gemeenten Lansingerland, Zuidplas en Rotterdam voor 2016; b. De zienswijze vast te stellen dat: a. bij de uitwerking van de toekomstige governance voor de Rottemeren ook de bestuurlijke relatie tot de 5

6 Landschapstafel Hof van Delfland wordt betrokken, inclusief de daarbij horende bestuursondersteuning b. de structurele inzet voor de bestuursondersteuning van de toekomstige governance structuur zal worden gevonden binnen het budget dat daar voor beschikbaar is binnen de huidige begroting van het schap. 10. Aanbesteding accountant Besloten wordt goedkeuring te verlenen aan het in gang zetten van een aanbestedingstraject voor de benoeming van de accountant. 11. Rondvraag en sluiting Dhr. Van woudenberg vraagt of het schapsbestuur een actieve rol heeft tijdens het WK roeien, dat plaatsvindt van augustus. Dhr. Janssen geeft aan dat er nog geen uitnodigingen zijn ontvangen vanuit de organisatie en vraagt hierover contact op te nemen met de organisatie. Dhr. Janssen sluit de veragdering om uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 november 2016 te Bleiswijk, de secretaris, de voorzitter, dhr. J. Heuvelink dhr. R.A. Janssen 6