KAK, WAVA 7!GO 60 jaar. 02/04/2014 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Wava IİIIIİIIII1İÍ

Transcriptie

1 02/04/2014 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Wava IİIIIİIIII1İÍ Gemeente Woudrichem T.a.v. het college Postbus ZG WOUDRICHEM Datum: 1 april 2014 Ons kenmerk: DB/ELi/KSa/DSi Onderwerp: Ontwerpbegroting 2015 Geacht college, Hierbij bieden wij u dę ontwerpbegroting voor 2015 aan. Deze documenten zijn inmiddels ook digitaal verzonden aan de bestuursleden van WAVA in uw college. De begroting is opgesteld op basis van ongewijzigde voortzetting van het huidige beleid. Behandeling in de gemeenteraad/raadcommissie Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen heeft uw raad bij een ontwerpbegroting het recht om gedurende zes weken zijn zienswijze in te dienen over de ontwerpbegroting. Het dagelijks bestuur heeft, teneinde een tijdige behandeling in uw raad te realiseren, ervoor gekozen om een ruimere termijn te hanteren. De ontwerpbegroting zal 26 juni 2014 door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling WAVA worden vastgesteld. U wordt verzocht met die termijn rekening te houden. De algemeen directeur is graag bereid toelichting te verschaffen op deze stukken in uw college en/of raad(commissie). Wij zien een uitnodiging daartoe graag tegemoet. Hoogachtend, Na estuur meenschappelijke Regeling WAVA, E.B. Algemeen directeur KAK, WAVA 7!GO 60 jaar sterk ín mensenwerk Wilhelminakanaal Noord 3 Postbus 109 Tel info@wava.nl Let op! Gewijzigd banknummer 4902 VR Oosterhout 4900 AC Oosterhout Fax IBAN NL10BNGH BIC BNGHNL2G

2 'DOORWERKEN AAN ONS WERKBEDRIJF' BEGROTING 2015 EN MEERJARENRAMING Gemeenschappelijke regeling WAVA Mede inhoudende de begroting van GO B.V. WAVA I!GO 60jaar sterk in mensenwerk Als ontwerpbegroting voor 2015 goedgekeurd door het Dagelijks Bestuur van Gemeenschappelijke Regeling WAVA Oosterhout, 27 MAART 2014

3 INHOUDSOPGAVE 1. EEN BELEIDSARME OPSTELLING VOOR DE BEGROTING 2015 EN MEERJARENRAMING BEZUINIGINGSPLAN 2013 EN 2014 IS NOG STEEDS REALISTISCH BEGROTING TOELICHTING BEGROTING MEERJARENPERSPECTIEF ANDERE KOSTENVERDELING VOOR GEMEENTEN 8 3. OVERIGE PARAGRAFEN WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN FINANCIERING EN TREASURY VERBONDEN PARTIJEN 13 Ontwerp-begroting maart van 13

4 1. EEN BELEIDSARME OPSTELLING VOOR 2015 Bij het opstellen van deze begroting voor 2015 is niet bekend hoe de toekomst er uit gaat zien. Momenteel is er een Participatiewet door de Tweede Kamer vastgesteld met een aantal moties en amendementen. De behandeling in de Eerste Kamer moet nog plaatsvinden. In de "Werkkamer" overlegt de VNG nog met de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties over de vorming en inrichting van de zogeheten "werkbedrijven" in de arbeidsmarktregio's. Het ministerie is nog bezig tal van uitvoeringsregelingen en verdeelmodellen op te stellen voor de bekostiging van de gemeenten. De deelnemende gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling WAVA hebben een visiedocument opgesteld over de participatiewet met daarin een aantal mogelijke scenario's voor de wijze waarop WAVA/IGO daarin betrokken zou kunnen worden. Momenteel wordt verder gewerkt aan de mogelijke uitwerkingen daarvan. Beide ontwikkelingen lopen in 2014 nog door en zullen in de loop van het jaar meer helderheid gaan bieden over de omstandigheden waarin in 2015 WAVA/IGO zal kunnen gaan werken. Aan het eind van het jaar zal in een bedrijfsplan 2015 dan een eventueel aangepaste begroting 2015 kunnen worden opgenomen. Beleidsmatig heeft het bestuur van WAVA er al eerder voor gekozen om de begrotingen die aan het begin van het jaar worden opgesteld om die reden beleidsarm op te stellen. Wel wordt voor die beleidsarme begroting gekeken naar de jaarcijfers van het voorgaande jaar en de bekende actuele administratieve gegevens. Deze beleidslijn is ook in 2013 gevolgd voor de begroting De voorliggende begroting 2015 is dus opgesteld op basis van de gegevens van het bedrijfsplan Er is gekeken naar de gerealiseerde jaarcijfers over 2013 en er wordt rekening gehouden met ons bekende administratieve wijzigingen. In de risicoparagraaf zal tekstueel worden aangeven welke mogelijke ontwikkelingen er op de gemeenten en WAVA/IGO af kunnen gaan komen met ingang van Voor 2015 heeft het bestuur van WAVA het voornemen om de gemeentelijke bijdrage deels op een andere leest in te richten. Het gaat dan om de vaste kosten die vooral historisch bepaald zijn. Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de Participatiewet ligt het in de rede om die kosten niet langer te versleutelen over het aantal geplaatste SW-medewerkers, maar op basis van een historische verdeling. Om dit voornemen te effectueren zal een wijziging van de gemeenschappelijke regeling nodig zijn. Deze zal in de loop van 2014 worden voorbereid, waarbij wellicht ook andere ontwikkelingen moeten worden meegenomen. Het bestuur heeft er tevens voor gekozen al te anticiperen op mogelijke wetswijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen omtrent de aanlevertermijn voor de gemeenteraden door deze begroting 2015 voor 1 april 2014 aan te bieden. Ontwerp-begroting maart van 13

5 2. DE BEGROTING 2015 EN MEERJARENRAMING 2.1 BEZUINIGINGSPLAN 2013 EN 2014 IS NOG STEEDS REALISTISCH Voor 2014 wordt verder onverminderd doorgewerkt aan de doelstellingen die in 2013 en 2014 met het bezuinigingsplan zijn opgesteld. Daarvoor kan worden verwezen naar het recent vastgestelde bedrijfsplan 2014 dat onlangs voorgelegd is aan de deelnemende gemeenten. Het jaarresultaat over 2013 is positief. Deels is dat te danken aan incidentele meevallers, maar nadere analyse van de incidentele en structurele effecten laat zien dat het bezuinigingsplan over de hele linie nog steeds realistisch is. In 2013 en 2014 wordt daarmee voor 10 0 Zo aan te beïnvloeden posten omgebogen De begroting van WAVA/IGO kent met ongeveer 15 miljoen euro aan subsidieopbrengst en salariskosten voor de Wsw een substantieel deel aan niet te beïnvloeden posten. Het wel te beïnvloeden deel van de begroting bedraagt ongeveer 9 miljoen euro. In het bezuinigingsplan is op dat bedrag voor ongeveer 10 0 zb, namelijk C , aan ombuigingen gepresenteerd. Bedrijfsvoering kostenneutraal Vanaf de begroting 2014 is voorzien dat de product-markt-combinaties groenvoorziening, plaatsing en detachering, publieke dienstverlening en reintegratie een positief resultaat zullen behalen. Dit positieve resultaat is nodig om de tekorten te dekken van de twee afdelingen waar de medewerkers met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt in een beschutte omgeving werken. Bijdrage noodzakelijk voor vaste lasten en voor het subsidietekort Hoewel de som van de exploitaties van de verschillende activiteiten samen per saldo als neutraal kan worden begroot, dienen gemeenten nog wel een bijdrage te betalen. Deze is namelijk nodig ter dekking van het tekort op de vaste lasten en het subsidietekort. Ontwerp-begroting maart van 13

6 2.2 BEGROTING 2015 Proforma Bedrijfsplan Begroting Realisatie I Subsidieresultaat Rijkssubsidie Begeleid werken Doorbetaalde subsidie buitengemeenten Totaal beschikbaar voor WAVA Vervoer doelgroep Personeelslasten Totaal subsidieresultaat II Vaste lasten WAVA Gebouw Huuropbrengst derden Doorbelast gebruik gebouw Rente lening BNG Werklink Energie Totaal III Overhead!GO Bedrijfskosten Indirect personeel Doorbelast gebruik gebouw Doorbelasting naar PMC's Totaal IV Exploitatieresultaat Product-Markt Combinaties Omzet Kosten van de omzet Netto Omzet Loonkosten direct Beheerskosten Doorbelasting overhead Doorbelast gebruik gebouw Totaal kosten PMC Exploitatie resultaat 63- V Totaal resultaat VI Gemeentelijke bijdrage - Vaste lasten - Subsidieresultaat VII Saldo 363 Ontwerp-begroting maart van 13

7 2.3 TOELICHTING BEGROTING 2015 Subsidieresultaat Stijging loonkosten WSW Met betrekking tot de ontwikkeling van de loonkosten WSW is rekening gehouden met een geringe stijging van de gemiddelde loonkosten op basis van een stijging in de loonschalen. Eventueel door de VIMG overeen te komen CAO uitkeringen of loonstijgingen zijn niet meegenomen. Wel is rekening gehouden met een stijging van de werkgeverslasten als gevolg van wijzigingen in de Ziektewet die vanaf 1 januari 2014 van kracht is geworden. Hoewel in 2013 het subsidieresultaat beter was verwachten wij op basis van onze bekende gegevens voor 2015 hetzelfde niveau als voor de begroting Vaste lasten WAVA Huurinkomsten Vanaf 2014 houdt WAVA/IGO rekening met huurinkomsten als gevolg van de huur door Prisma van de ruimte voor een activiteitencentrum. Deze huur is overigens jaarlijks opzegbaar. In de volgende paragraaf doet het bestuur het voorstel om vanaf 2015 de vaste kosten op een andere manier te verrekenen met de deelnemende gemeenten. Overhead!GO De gerealiseerde lagere overheadkosten in 2013 zijn vooral het gevolg van incidentele meevallers. In de begrootte overhead zijn de effecten van het bezuinigingsplan meegenomen. Deze leiden tot een daling van de overhead met C ten opzichte van de begroting een kostendaling van bijna 6 0 Zo - waarbij ook eventuele prijsstijgingen moeten worden opgevangen. De personeelskosten zijn voor 2015 begroot onder het niveaus van PMC Totaal Resultaat Netto omzet Wij verwachten een netto omzet voor 2015 die zich zal bewegen op het niveau van de begroting Totaal kosten PMC Na de bezuinigingsmaatregelen van 2013 en 2014 verwachten we geen verdere kostenreductie meer. De hoogte van de kosten is aangepast aan de realisatie over 2013 en wordt gecompenseerd door de daling van de kosten voor doorbelaste overhead. Hierdoor verwachten wij in 2015 net als in de begroting 2014 per saldo een budgettair neutraal resultaat. TOELICHTING MEERJARENBEELD Voor de jaren na het begrotingsjaar 2015 hebben wij conform de bestuurlijke opdracht dezelfde begroting als in 2015 aangehouden. Onzekerheden omtrent de exacte consequenties van de invoering van de Participatiewet gekoppeld aan de aanstaande besluitvorming binnen de deelnemende gemeenten over de toekomst van WAVA/IGO, maken dat er teveel onzekerheden zijn om gemotiveerd af te wijken van de gegevens over het jaar Ontwerp-begroting maart van 13

8 2.4 MEERJARENPERSPECTIEF Begroting Begroting Begroting Begroting I Subsidieresultaat Rijkssubsidie Begeleid werken Doorbetaalde subsidie buitengemeenten Totaal beschikbaar voor WAVA Vervoer doelgroep Personeelslasten Totaal subsidieresultaat II Vaste lasten WAVA Gebouw Huuropbrengst derden Doorbelast gebruik gebouw Rente lening BNG Werklink Energie Totaal III Overhead!GO Bedrijfskosten Indirect personeel Doorbelast gebruik gebouw Doorbelasting naar PMC's 1, Totaal IV Exploitatieresultaat Product-Markt Combinaties Omzet Kosten van de omzet Netto Omzet Loonkosten direct Beheerskosten Doorbelasting overhead Doorbelast gebruik gebouw Totaal kosten PMC Exploitatie resultaat V Totaal resultaat VI Gemeentelijke bijdrage - Vaste lasten - Subsidieresultaat VII Saldo Ontwerp-begroting maart van 13

9 2.5 ANDERE KOSTENVERDELING VOOR GEMEENTEN Met de vaststelling van het bedrijfsplan 2014 en ook in deze begroting 2015 is duidelijk dat de gemeentelijke bijdrage nodig is om twee componenten af te dekken: 1: Vaste kosten van C betreffende het overschot aan huisvesting, de rente over een lening uit het verleden en de bijdrage van!go aan WerkLink. 2: Het subsidietekort van C betreffende het verschil tussen de personeelskosten voor de doelgroep en de Rijkssubsidie. Tot en met 2014 wordt de gemeentelijke bijdrage omgeslagen op basis van het aantal gerealiseerde plaatsingen SW-ers in een jaar. Tot op heden is dat een eerlijke verdeling omdat alle gemeenten hun SW-taakstelling maximaal benutten en invullen. Met de invoering van de Participatiewet en de stop op de instroom van het aantal SW-ers lijkt het niet langer redelijk om de vaste kosten vanaf 2015 om te slaan naar het aantal geplaatste SW-ers per gemeente. Immers die vaste kosten zijn niet gerelateerd aan het actuele aantal SW-ers maar zijn vooral historisch opgebouwd. Voorgesteld wordt om met ingang van 2015 een historische onderverdeling te maken op basis van het gemiddelde aantal geplaatste SW-ers in de jaren 2008 tot en met Op basis van die historie is het volgende staatje te maken. Plaatsingen per gemeente Gemeente Totaal Gemiddeld Vast o/o Aalburg ,4 5,140/0 Geertruidenberg ,4 15,6ľyo Drimmelen ,4 12,17 0 Zo Oosterhout ,4 45,39 0 Zo Werkendam ,6 13,199/0 Woudrichem ,0 8,51 0 Zo Totaal ,2 100,00^0 Als we het gemiddelde aantal plaatsingen in die 5 jaar omrekenen naar een percentage dan ontstaat de volgende verdeling van de bijdrage in de vaste kosten. Bijdrage per gemeente in vaste lasten Gemeente Vast o/o Bijdrage Aalburg 5,140/0 C Geertruidenberg 15,610/0 e Drimmelen 12,170/0 C Oosterhout 45,390/0 C Werkendam 13,19 0 Zo C Woudrichem 8,510/0 C Totaal 100,00 0 Zo C Ontwerp-begroting maart van 13

10 Voor het subsidietekort van naar verwachting C is het voorshands redelijk om uit te blijven gaan van de actuele verdeling van plaatsingen van SWmedewerkers per gemeente, zoals die in 2015 bij WAVA plaats zullen vinden. Op basis van aannames met betrekking tot het aantal plaatsingen in 2015 die nu worden gemaakt, zal sprake zijn van de volgende verdeling. Bijdrage per gemeente per plaatsing in subsidietekort Gemeente 2015 in o/o Bijdrage Per plaatsing Aalburg 45 6,92 0 Zo e C Geertruidenberg ,150/G e C Drimmelen 90 13,85 0 Zo c C Oosterhout ,540/0 c C Werkendam 85 13,080/0 c C Woudrichem 55 8,46 0 Zo e C Totaal ,000/Ū c C In tegenstelling tot de berekening van de bijdrage voor vaste lasten, dient bij de verdeling van het subsidieresultaat wel opgemerkt te worden dat het percentage en het totaal bij te dragen bedrag, niet vaststaan, maar op basis van de werkelijke realisatie aan plaatsingen zal worden berekend ad C per plaatsing. Met ingang van 2015 zullen gemeenten derhalve hun bijdrage aan WAVA/IGO opgesplitst zien in een vaste component op basis van de historie en een variabele component op basis van actuele gegevens. Om deze nieuwe verdeling-systematiek mogelijk te maken zal de gemeenschappelijke regeling moeten worden aangepast. Het bestuur zal die wijzigingen in 2014 voorbereiden. Ontwerp-begroting maart van 13

11 3. OVERIGE PARAGRAFEN 3.1 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S Algemeen De Gemeenschappelijke Regeling WAVA beschikt over een kleine algemene reserve. Deze reserve dient om onvoorziene risico's die samenhangen met de uitvoering af te dekken. Eind 2013 bedragen de reserves C , - vóór resultaatbestemming. In december 2013 heeft het Algemeen bestuur het volgende beleid vastgesteld: 1. WAVA brengt jaarlijks alle risico's die verbonden zijn aan haar activiteiten en de bedrijfsvoering in beeld. 2. WAVA splitst deze risico's enerzijds in vaste lasten en subsidieresultaat en anderzijds in overhead en exploitatieresultaat. 3. De berekening voor de weerstandscapaciteit voor WAVA wordt gebaseerd op een 3 9/a van de absolute bedragen van de aan WAVA toe te rekenen opbrengsten en kosten in de onderdelen overhead en exploitatieresultaat. 4. Een minimumomvang van de weerstandscapaciteit vast te stellen omdat WAVA niet gewoon is gedurende het boekjaar begrotingswijzigingen door te voeren. 5. De minimumomvang van de weerstandscapaciteit vast te stellen op 1 maal het berekende jaarrisico, het maximum op tweemaal dit risico. 6. De berekening van de weerstandscapaciteit is niet maatgevend voor een berekening van de bestemming bij het rekeningresultaat. De laatste vind elk jaar apart plaats, waarbij wel het minimumniveau van de weerstandscapaciteit in acht wordt genomen. De hoogte van de algemene reserve zal zich ook na een resultaatbestemming over het jaar 2013 binnen de beleidsmatige bandbreedte bevinden. Risico's voor het jaar 2015» Onduidelijkheid en onvoldoende inzicht in de plannen en de effecten van de invoering van de Participatiewet en de daaruit voortvloeiende effecten en de besluitvorming bij gemeenten omtrent de toekomst van WAVA/IGO.» Nadere besluitvorming kan leiden tot daling van aantallen en budgetten, maar evenzo leiden tot het gelijkblijven daarvan indien gemeenten WAVA/IGO willen benutten voor de uitvoering van activiteiten in het kader van de Participatiewet.» Daling van de rijkssubsidie per SW-er voor de jaren vanaf 2015.» Onduidelijkheid over de toekomst van SW-medewerkers die een tijdelijk dienstverband hebben dat in 2015 of later afloopt. «Geen nieuwe instroom in de SW en daarmee onduidelijkheid over het aantal medewerkers waarmee gerekend kan worden, waardoor activiteiten mogelijk onder druk komen te staan of niet langer op de efficiëntst mogelijke manier kunnen worden uitgevoerd.» Het niet realiseren van de netto-opbrengst. Onzekerheden in de economie maken dat er in 2015 nog steeds sprake zal kunnen zijn van prijsdruk en verminderde omzetten bij afnemers.» Niet realiseren van de omzet voor re-integratie voor onze gemeenten.» De mogelijkheid dat de activa en de beschikbare menskracht niet in voldoende mate kunnen worden uitgenut bij het wegvallen van de omzet. Ontwerp-begroting maart van 13

12 » Een eventuele stijging van de loonkosten SW in het kader van CAO onderhandelingen, in combinatie met het niet of onvoldoende stijgen van de rijkssubsidie.» Het niet kunnen realiseren van de taakstelling voor 2014 waardoor over 2015 en later een afrekening volgt in het P-budget. «Door de beweging Van binnen - naar buiten' is er minder behoefte aan huisvesting. WAVA onderzoekt voortdurend, naast de verhuur van de vrijgekomen ruimte aan derden, of er een structurele oplossing te vinden is voor de verminderde behoefte aan bedrijfsruimte. De economische perspectieven in de vastgoedmarkt zijn vooralsnog niet hoopgevend. 3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Algemeen WAVA heeft de gebouwen van de hoofdvestiging in eigendom, hierdoor ligt ook de verantwoordelijkheid voor het onderhoud bij WAVA. De omvang van de gebouwen en het terrein maakt dat in 2008 gekozen is om de staat van het onderhoud en de planning van toekomstig onderhoud goed in beeld te krijgen. Het rapport van het bureau Planon heeft geresulteerd in het starten van een onderhoudsprogramma, gebaseerd op dit rapport. De kosten voor de looptijd van het plan worden door ons gelijkmatig aan de jaren toegerekend en zijn naar verwachting voldoende om in de kosten te kunnen voorzien. Financiële consequenties De begroting 2015 voorziet verder in de kosten van doorlopend gepland onderhoud en inspectie, en waar nodig reparatie van installaties en andere voorzieningen. Ontwikkelingen In 2009 is een onderhoudsplan voorde gebouwen, installaties en voorzieningen opgesteld. Als gevolg hiervan is een betere planning van activiteiten en gelijkmatiger verdeling van kosten mogelijk geworden. Dit onderhoudsplan wordt jaarlijks bij het vaststellen van de jaarrekening geactualiseerd. 3.3 FINANCIERING EN TREASURY Algemeen In de Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) is bepaald dat de begroting een treasuryparagraaf dient te bevatten. WAVA is in de afgelopen jaren sterk afhankelijk gebleken van externe financiering. Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken van voldoende eigen vermogen. De financieringsbehoefte is in het verleden ingevuld door een eenmalige kapitaalinjectie door de deelnemende gemeenten, een lening van de BNG en door kasvdaggeldleningen bij de BNG. In het verleden hebben de gemeenten conform de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling WAVA de tekorten van 'de WAVA' aangezuiverd. Ontwerp-begroting maart van 13

13 Liquide middelen In de liquide middelen wordt voorzien door:» Eigen vermogen.» Een langlopende lening groot C , - bij BNG met een looptijd tot december Het rentepercentage bedraagt vast 3,84 0 Zo tot december 2014.» Een langlopende lening bij BNG, groot C , - per ultimo 2013, met een looptijd tot april Het rentepercentage bedraagt voor de periode tot en met april 2015 vast 2,28 0 Zo.» Een kredietfaciliteit van C ,- bij de BNG. Het betalingsverkeer is volledig geautomatiseerd en verloopt middels een systeem van elektronisch bankieren. SEPA De systemen van WAVA/IGO zijn aangepast en ingericht om volledig deel te kunnen nemen aan de gewijzigde manier van betalen, met nieuwe rekeningnummers en aangepaste aanleveringsformats van de betalingsopdrachten. Wet FIDO De wet FIDO is ook van toepassing op gemeenschappelijke regelingen en daarmee dus ook op de Gemeenschappelijke Regeling WAVA. Als uitvloeisel hiervan is een treasurystatuut voorgeschreven. Het fungerende treasurystatuut is in 2009 vastgesteld. Gelet op de gemaakte afspraken met de deelnemende gemeenten, waarbij de begrote gemeentelijke bijdrage op kwartaalbasis vooraf, aan WAVA wordt vergoed, verwacht WAVA voorlopig geen beroep te hoeven doen op de kasgeldfaciliteit bij BNG. Wet HOF De Wet HOF lijkt ook van toepassing te gaan zijn op de WAVA als verlengd lokaal bestuur. Bij de samenstelling van de jaarrekening zal toetsing aan de wet plaatsvinden en zal bezien worden of en hoe invulling gegeven moet worden aan de wet. De wet is 10 december 2013 door de eerste kamer aangenomen en nog niet gepubliceerd in de Staatscourant. Schatkistbankieren Een andere overheidsmaatregel is het Schatkistbankieren. Hiervoor heeft WAVA alle benodigde maatregelen getroffen om sinds 16 december 2013, direct bij aanvang, deel te kunnen nemen aan het Schatkistbankieren. Ontwerp-begroting maart van 13

14 3.4 VERBONDEN PARTIJEN De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn: Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem. Daarnaast zijn binnen de gemeenschappelijke regeling de volgende rechtspersonen aanwezig:»!go B.V., ten behoeve van het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, gericht op de verbetering van de mogelijkheden voor de uitvoering van de doelstelling van WAVA.!GO heeft in 2015 de volgende deelneming:» Entrada A.I.D. B.V., loo^o deelneming. Entrada A.I.D. B.V. is de entiteit waarin onder meer de werknemers vanuit andere contracten dan de WSW, ambtenaren en het regulier personeel worden verloond. Ontwerp-begroting maart van 13

15 /REGIONĤĤL BUREĤU LEERPLICHT /WEST-BRĤBĤNT Bezoekadres: Claudius Prinsenlaan DJ Breda Postadres: Postbus RH Breda Gemeente Woudrichem T.a.v. B en W en de Raden Postbus ZG Woudrichem 03/04/2014 ui ii min Tel. (076) info@rblwest-brabant.nl Uw brief Datum Ons kenmerk 2 april 2014 R D Onderwerp Telefoon I Behandeld door Bijlagen Begroting 2014 en M. Keulemans -1- RBL West-Brabant Geachte dames en heren, Hierbij ontvangt u, overeenkomstig het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten, de begroting van het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant (RBL West-Brabant) voor 2014 en De begroting van 1 januari 2014 tot 1 augustus 2014 is reeds vastgesteld. Op basis van de evaluatie van RBL West-Brabant is eind 2013 besloten de samenwerking voort te zetten. De voorliggende begroting beslaat dan ook de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 en de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december Op grond van artikel 10 van de gemeenschappelijke regeling worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de begroting 2014 en 2015 naar voren brengen. Eventuele zienswijzen dienen uiterlijk vrijdag 23 mei 2014 in het bezit te zijn van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regeling (p/a dhr. M. Keulemans, RBL West-Brabant, postbus 90156, 4800 RH Breda). Mocht deze datum niet haalbaar zijn, wilt u het dan laten weten? Het algemeen bestuur neemt op 19 juni 2014 een besluit over de ingekomen zienswijzen en stelt dan ook de begroting 2014/2015 definitief vast. Mocht uw college dan wel gemeenteraad behoefte hebben aan een nadere toelichting op de begroting 2014/2015 dan kunt u contact opnemen met het hoofd RBL (dhr. M. Keulemans, m.keulemans@rblwest-brabant.nl ). Met vriendelijke groet, Namens het algemeen bestuur, GEERTRUIDENBERG/STEENBERGEN/BĤHRLE-NĥSSĤU/ROOSENDRRL/RUCPHEN/WERKENDHM/DRIMMELEN/ĤRLBURG/MOERDIJK ĤLPHEN-CHRĤM/ZUNDEňĩ/OOSTERHOUT/BERGEN ÜP ZOOM/ETTEN-LEUR/WOENSDRECHT/BREDĤ/WOUDRICHEM/HflLDERBERGE

16 LEERPLICHT /REGIONĤĤL BURERU /WEST-BRĤBĤNT Ontwerpbegroting Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant Ontwerpbegroting 1 augustus december 2014 Ontwerpbegroting 1 januari december 2015 Vastgesteld door het bestuur van RBL West-Brabant op 25 maart Pagina 1 van 6

17 1. Inleiding Op 1 augustus 2012 droegen de achttien West-Brabantse gemeenten hun administratie over aan RBL West-Brabant. Voor zes gemeenten uit de regio voert het RBL sindsdien ook uitvoerende taken uit, het gaat om het dagelijks werk van leerplichtambtenaren en RMC trajectbegeleiders. Zowel de samenwerking op administratief vlak als de samenwerking in de uitvoering levert voordelen op bij het voorkomen en terugdringen van schoolverzuim en schooluitval. Leerlingen en studenten gaan immers lang niet altijd naar een school of onderwijsinstelling in hun woongemeente. Als verzuim- en uitvalproblematiek de gemeentegrenzen overschrijdt, is het verstandig ook de oplossing ervan over gemeentegrenzen heen te organiseren. Eén regionale leerlingenadministratie bijvoorbeeld, met dagelijkse koppelingen naar gemeentelijke GBA's en DUO (het onderdeel van het ministerie van OCW dat verzuimmeldingen en schoolin- en uitschrijvingen registreert), zorgt ervoor dat de kans minimaal wordt dat jongeren die verhuizen binnen de regio of naar school gaan in een andere gemeente dan hun woongemeente uit zicht raken. En samenwerking in één uitvoeringsteam levert onder meer op dat er per school met één leerplichtambtenaar wordt gewerkt die casuïstiek behandelt ongeacht de woongemeente van jongeren. Eén vast aanspreekpunt dus voor iedere school en consistent beleid ongeacht de woongemeente van hun leerlingen. Eind 2013 is de samenwerking, die aanvankelijk liep tot 1 augustus 2014, geëvalueerd. Op basis van de positieve uitkomsten hiervan zetten de deelnemende gemeenten hun samenwerking voort. Voor u ligt dan ook de begroting voor 2014 (omdat het bestuur van de gemeenschappelijke regeling al een begroting vaststelde voor de periode tot 1 augustus 2014 gaat het nu om vaststelling van de begroting voor de periode van 1 augustus 2014 tot 31 december 2014) en heel Circa 8096 procent van de begroting wordt aangewend voor de inzet van personeel (administratief en in de uitvoering), de regionale leerlingenadministratie en huisvesting en facilitaire zaken, circa 2096 is beschikbaar voor projecten, opleiding en communicatie. De wijze waarop de begroting tot stand is gekomen is ongewijzigd ten opzichte van Voor 2015 is, net als voor 2014, een beperkte indexatie van 1,596 over de totale begroting toegepast. Pagina 2 van 6

18 2. Overzicht van uitgaven en inkomsten Medio 2013 heeft het bestuur van de gemeenschappelijke regeling een begroting vastgesteld voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 augustus 2014; de voorlopige horizon van de samenwerking lag immers op 1 augustus Inmiddels is besloten de samenwerking voort te zetten en dient er een begroting te worden vastgesteld voor de resterende maanden van Hieronder ziet u: in tabel 1, ter informatie, de totale begroting voor 2014; in tabel 2, ter vaststelling, de ontwerpbegroting voor de periode van tot ; in tabel 3, ter vaststelling, de ontwerpbegroting voor het jaar Tabel 1: ter informatie de totale begroting voor Uitgaven (in euro's en excl. btw) Inkomsten (in euro's en excl. btw) 1 Personeel Jaarlijkse bijdragen gemeenten Jeugdvolgsysteem Overige inkomsten 0 3 Huisvesting en facilitair Overige uitgaven Totaal Totaal Tabel 2: ter vaststelling de ontwerpbegroting voor de periode van tot Uitgaven (in euro's en excl. btw) Inkomsten (in euro's en excl. btw) 1 Personeel Jaarlijkse bijdragen gemeenten Jeugdvolgsysteem Overige inkomsten 0 3 Huisvesting en facilitair Overige uitgaven 7009 Totaal Totaal Pagina 3 van 6

19 Tabel 3: ter vaststelling de ontwerpbegroting voor het jaar Uitgaven (in euro's en excl. btw) Inkomsten (in euro's en excl. btw) 1 Personeel Jaarlijkse bijdragen gemeenten Jeugdvolgsysteem Overige inkomsten 0 3 Huisvesting en facilitair Overige uitgaven Totaal Totaal Toelichting op uitgaven en inkomsten 1. Personeel De uitgaven aan personeel hebben betrekking op het team van het RBL. De omvang daarvan is een directe afgeleide van de Ingrado-norm, een formatie-richtlijn opgesteld door Ingrado ('branchevereniging' voor leerplicht) voor de leerplichtcapaciteit van gemeenten. Het RBL team bestaat uit ca. 15,5 fte. Daarvan is 1,7 fte bestemd voor de teamleider, het hoofd en de RMC-coördinatietaken; ca. 4 fte voor de administratie (de besparing van ca. 1 fte per uit de evaluatie is verwerkt) en ca. 10 fte voor het team van leerplichtambtenaren en trajectbegeleiders van de niveau 2 gemeenten. Het RBL zelf heeft geen medewerkers in dienst. Het genoemde bedrag vertegenwoordigt dan ook de waarde van de door alle gemeenten geleverde inzet. 2. Jeugdvolgsysteem (JVS) JVS is de naam van het systeem voor de regionale leerlingenadministratie. In 2014 bestaan de uitgaven voor JVS uit twee structurele uitgavenposten. Deze bestaan uit een betaling voor jaarlijkse onderhoudskosten en het applicatiebeheer dat wordt ingekocht bij de leverancier van JVS, Metaobjects Benelux BV. Uitgaven JVS (in euro's en excl. btw) 2014 en 2015 Jaarlijks onderhoud (jaarlijks) Applicatiebeheer (jaarlijks) Externe hosting, onvoorzien ICT Totaal Huisvesting en facilitaire zaken RBL Het RBL is gehuisvest in Breda in een pand dat in eigendom is van de gemeente Breda. De benodigde ruimte is berekend aan de hand van het aantal medewerkers en werkpleknormen. Facilitaire zaken zoals schoonmaak, postbezorging, ICT, werkplekbeheer, kopieer- en printfaciliteiten en advisering op het gebied van Financiën en HRM worden afgenomen bij de gemeente Breda middels een dienstverleningsovereenkomst. In totaal (huisvesting en facilitair) betaalt het RBL aan de gemeente Breda per fte (op jaarbasis) ca. C Pagina 4 van 6

20 4. Overige uitgaven Onder de post overige uitgaven vallen kosten die bijvoorbeeld gemaakt worden voor communicatiemiddelen, opleiding, projecten en regiobijeenkomsten met onderwijs en ketenpartners, 5. Jaarlijkse bijdragen gemeenten Alle aan de GR deelnemende gemeenten leveren een bijdrage aan de begroting. Bij de start van het RBL hadden gemeenten de keuze die bijdrage in middelen (euro's) te leveren of de bijdrage met personele inzet te voldoen. De hoogte van de bijdrage per gemeente is gebaseerd op de landelijke normen van Ingrado (branchevereniging voor leerplichtambtenaren en rmc trajectbegeleiders). Deze normen gaan uit van een gewenste personele capaciteit per aantal jongeren in verschillende leeftijdsgroepen. De bijdrage in personele inzet wordt gewaardeerd tegen normschalen. De feitelijk door een gemeente geleverde personele inzet komt niet altijd overeen met de aan die gemeente gevraagde bijdrage: wordt er minder inzet geleverd dan dat wordt er een aanvullend bedrag gefactureerd aan de gemeente, wordt er meer inzet geleverd dan de aan die gemeente gevraagde bijdrage dan ontvangt de gemeente een bedrag ter waarde van het meerdere. De bijdragen van de gemeenten in deze begroting genoemd bestaan uit bijdragen in daadwerkelijke euro's of personele omzet omgerekend naar euro's en zijn exclusief btw. De btw die aan gemeenten over hun bijdragen wordt gefactureerd is compensabel bij het btw-compensatiefonds. De gemeenten Halderberge (in 2014) en Oosterhout (in 2014 en 2015) nemen diensten af van het RBL buiten de GR om. Hiervoor is een dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten met het RBL. De vergoeding hiervoor vanuit Halderberge en Oosterhout is in deze begroting verwerkt. Bijdragen van gemeenten in 2014 (in euro's of personele inzet omgerekend naar euro's) Gemeente Deelname RBL 2014 Aalburg GR niv Alphen-Chaam GR niv Baarle-Nassau GR niv Bergen op Zoom GR niv Breda GR niv Drimmelen GR niv Etten-Leur GR niv Geertruidenberg GR niv Halderberge GR niv. 1 (tot DVO niv. 2) Moerdijk GR niv Oosterhout DVO niv Roosendaal GR niv Rucphen GR niv Steenbergen GR niv Werkendam GR niv Woensdrecht GR niv Woudrichem GR niv Zundert GR niv Totaal Bijdragen van gemeenten in 2015 (in euro's of personele inzet omgerekend naar euro's) Gemeente Deelname RBL 2015 Aalburg GR niv Alphen-Chaam GR niv Baarle-Nassau GR niv Bergen op Zoom GR niv Pagina 5 van 6

21 Breda GR niv Drimmelen GR niv Etten-Leur GR niv Geertruidenberg GR niv Halderberge GR niv Moerdijk GR niv Oosterhout DVO niv Roosendaal GR niv Rucphen GR niv Steenbergen GR niv Werkendam GR niv Woensdrecht GR niv Woudrichem GR niv Zundert GR niv Totaal Overige inkomsten Worden op dit moment niet voorzien. Pagina 6 van 6

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45 03/04/2014 Ill I III Hľll II III Iff IIII Nazorg Gesloten Stortplaatset Bavel - Dorst en Zevenberger Aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de aan de gemeenschappelijke regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel Dorst en Zevenbergen deelnemende gemeenten Bezoekadres: p/a gemeente Breda Directie Beheer, Afdeling Stadsingenieurs Breda Claudius Prinsenlaan DJ Breda Datum Nummer Onderwerp Doorkiesnr. Geacht College, 1 april 2014 Nazorg/DB/ Ontwerpbegroting 2015 Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel Dorst en Zevenbergen jos.aelberts@west brabant.eu Correspondentieadres: p/a gemeente Breda Directie Beheer, Afdeling Stadsingenieurs Breda Postbus RH Breda NL79BNGH BTW B01 KvK: Telefoon (076) nazorqstortdlaatsen@breda.nl Hierbij ontvangt u de ontwerpbegroting voor het dienstjaar 2015 van de gemeenschappelijke regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel Dorst en Zevenbergen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van de Gemeenschappelijke Regeling en artikel 4 van de financiële verordening gemeenschappelijke Regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel Dorst en Zevenbergen verzoeken wij u de ontwerpbegroting 2015 voor te leggen aan uw Gemeenteraad en ons binnen 8 weken, doch uiterlijk 31 mei 2014, schriftelijk te berichten hoe deze begroting door uw Raad is beoordeeld. De commentaren waarin het gevoelen van de onderscheiden Gemeenteraden is vervat worden gevoegd bij de ontwerpbegroting die ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur wordt voorgelegd in de vergadering op 25 juni U gelieve uw schriftelijke reactie te zenden aan Nazorg gesloten Stortplaatsen, p/a RWB, t.a.v. J.M.G. Aelberts Biemans, Postbus 503, 4870 AM Etten Leur. Indien binnen de gestelde termijn geen schriftelijke reactie van u is ontvangen, wordt er van uit gegaan dat uw Gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen deze ontwerpbegroting. Er op vertrouwende u in voldoende mate te hebben geïnformeerd, wordt een schriftelijke reactie met belangstelling tegemoet gezien. Hoogachtend, Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel Dorst en Zevenbergen. J. van Hal voorzitter.

46 [T* Nazorg Gesloten Stortplaatsei Bavel - Dorst en Zevenberge Begroting Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen Vastgesteld op 25 juni 2014 door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen 1

47 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz Toelichting op de taakuitvoering blz Samenvatting van de financiële effecten blz Begroting van baten en lasten op economische categorieën blz Programmabegroting/meerjarenbegroting blz Bijdrage per gemeente blz. 9 Bijlage I Overzicht van vaste activa blz. 11 Bijlage II Overzicht van reserves en voorzieningen blz. 12 2

48 1. Inleiding Op 3 januari 2011 is in Etten-Leur de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant bekrachtigd met 19 bestuurlijke handtekeningen. Dit had tot gevolg dat de bestaande gemeenschappelijke regeling Milieu Ä Afval regio Breda (MARB) werd afgeslankt tot de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen. De overige taken op het gebied van milieu en afval werden overgeheveld naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling. In het Algemeen Bestuur van MARB van 30 juni 2010 is besloten om voor de beheertaken voor de twee gesloten stortplaatsen de structuur van een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur in stand te houden. Dat de taakuitvoering in de vorm van dienstverlening zou gaan plaatsvinden was niet bezwaarlijk, mede omdat dit voor een deel al de dagelijkse praktijk was. De afgeslankte gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen is dus een gemeenschappelijke regeling zonder eigen personeel. Met ingang van 2014 is de gemeenschappelijke regeling onderworpen aan de Wet Schatkistbankieren. Dit houdt in dat het rijk de decentrale overheden verplicht "overtollige" middelen/ beleggingen aan te houden in de schatkist. Dit heeft directe gevolgen voor de renteopbrengsten van de gevormde voorzieningen en dus voor het op peil houden van deze voorzieningen. Ondanks dat uiteraard gepoogd wordt om de gevolgen zoveel mogelijk te beperken kan er niet aan worden ontkomen dat aan de deelnemende gemeenten jaarlijks een bijdrage wordt gevraagd. Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel- Dorst en Zevenbergen, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur, registratienummer gelet op de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen BESLUIT: De begroting 2015 voor de Nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen vast te stellen. Aldus besloten op de openbare vergadering van 25 juni J. Van Hal Voorzitter 3

49 2. Toelichting op de taakuitvoering In de inleiding is al aangegeven, dat de gemeenschappelijke regeling Nazorg gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen geen eigen personeel in dienst heeft. In de vorm van dienstverlening worden de taken grotendeels uitgevoerd door de gemeente Breda. Bij de taakuitvoering is het volgende onderscheid gemaakt: a. Beheren van het vermogen van de gemeenschappelijke regeling b. Control van het technisch beheer van de stortplaatsen c. Ondersteuning Ada: Het vermogen van de gemeenschappelijke regeling omvat per circa C 24,5 miljoen. Dit is samengesteld uit de algemene risicoreserve afvalverwerking en de nazorgfondsen voor de gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen. Op basis van het treasurystatuut van MARB zijn de voorwaarden voor de wijze van beleggingen vastgelegd. Dit statuut is ongewijzigd overgenomen door de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Met ingang van 2014 is het schatkistbankieren verplicht gesteld, zodat geleidelijk het belegd vermogen in obligaties naar nul verloopt. De voorziening nazorg stortplaatsen dient enerzijds ter financiering van het bij definitieve sluiting (voorzien ultimo 2015) aan de Provincie over te maken deel (80,7 0 Zo) van het dan vastgestelde doelvermogen voor de eeuwigdurende nazorg van de stortplaats Zevenbergen (de overige 19,3 0 Zo komt voor rekening van de huidige exploitant Attero). Bij de Provincie Noord Brabant is in het verleden reeds een voorlopig bedrag gestort, wat via de bestuursraad Nazorgfonds Stortplaatsen van de Provincie wordt belegd. Het daar opgebouwde vermogen wordt vooralsnog ontoereikend geacht om aan de toekomstige verplichting te kunnen voldoen. Anderzijds dient de voorziening ter financiering van de eeuwigdurende nazorg voor de gesloten stortplaats Bavel-Dorst. Door de 12 verantwoordelijke gemeenten is deze nazorg opgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. De hoogte van deze voorzieningen wordt bepaald door het contant maken van de kosten behorende bij de voor beide stortplaatsen opgestelde nazorgplannen. Hierbij wordt gerekend met een rentepercentage van 5,06 0 Zo. Om de voorzieningen op peil te houden dient bij de jaarlijkse toevoeging met ditzelfde percentage te worden gerekend. Daar de rente-opbrengsten uit de beleggingen achter blijven bij deze rekenrente, is bijstorten door de deelnemende gemeenten onvermijdelijk geworden. Ad b: De verantwoordelijkheid voor het technisch beheer van de stortplaats Zevenbergen ligt volledig in de handen van Attero BV. Zij is de houder van de milieuvergunning van deze gesloten stortplaats. Bij de beoordeling van de opzet van het concept nazorgplan wordt extern technisch advies gevraagd aan Advies bureau Tauw Deventer. Eind 2013 is door de gemeenschappelijke regeling bij Attero aangedrongen om haast te maken met de definitieve sluiting en zo spoedig mogelijk over te gaan tot overdracht aan de provincie. Er ligt nu een voorlopige planning welke uitkomt op overdracht ultimo Ook de voorbereiding van de verkoop van de gronden welke eigendom zijn van de gemeenschappelijke regeling is in 2013 opgestart. 4

50 Het technisch beheer van de stortplaats Bavel-Dorst wordt uitgevoerd door Grontmij BV. Op basis van de overeenkomst tussen Grontmij BV en de gemeenschappelijke regeling nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen (als rechtsopvolger van MARB) is het financiële risico voor de eeuwigdurende nazorg voor de in de gemeenschappelijk regeling deelnemende gemeenten. Het toekomstig onderhoud voor deze startlocatie is vastgelegd in een door het Algemeen Bestuur vastgesteld nazorgplan, aan de hand waarvan het jaarlijks onderhoudsprogramma door de Grontmij BV wordt opgesteld en ter goedkeuring wordt voorgelegd. Bij de beoordeling van dit programma wordt technisch advies gevraagd aan eveneens Advies bureau Tauw Deventer. Na afloop van het jaar wordt de daadwerkelijke uitvoering getoetst. Bij de afrekening van het jaarprogramma wordt door een extern accountant de rechtmatigheid van de uitvoering getoetst. De voorgenomen ontwikkelingen op en rond de voormalige stortplaats (evenementenzone Bavelse Berg) vraagt om extra alertheid op de eventuele nadelige gevolgen hiervan voor de gemeenschappelijke regeling. Ad c: Binnen de taakuitvoering ondersteuning vindt onder meerde betaling en verantwoording van kosten en opbrengsten plaats, zoals termijnen van onderhoud, de verrekening van de dienstverlening en de beleggingsopbrengsten. Ook worden hieronder treasury en het opstellen van jaarrekening en begroting begrepen. De organisatie van bijeenkomsten, inclusief verslaglegging van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur, zijn in de dienstverlening ondergebracht bij het West-Brabanthuis. Het is de opzet om deze bestuurlijke bijeenkomsten te combineren met bestaande bestuurlijke bijeenkomsten van de Bestuurscommissie Duurzaamheid. 5

51 3. Samenvatting van de financiële effecten bij de begroting 2015 De baten bestaan uit: 2.1 Renteopbrengsten -beleggingen C schatkistbankieren Er wordt rekening gehouden met een gemiddelde renteopbrengst van de obligaties van 4 0 7o. De renteopbrengsten van het schatkistbankieren worden op 1,5 0 Zo geraamd, 3.4 Bijdragen deelnemende gemeenten ê Om de voorziening op peil te houden is een bijdrage van de gemeenten onontkoombaar. De lasten worden als volgt gespecificeerd: 2.2 Het bedrag dat op basis van rekenrente van 5.06 o 7o wordt toegevoegd aan de voorziening Nazorg stortplaatsen C Overige goederen en diensten Kosten van dienstverlening door de gemeente Breda Accountantskosten Kosten derden beleggingen C Kosten derden overig (inclusief secretariële ondersteuning vanuit het West-Brabanthuis) Totaal De totale kosten derden liggen slechts iets onder het niveau van het voorgaande jaar. Naar verwachting zullen voor de overdracht van Zevenbergen aan de provincie extra uren benodigd zijn. Ook zal het schatkistbankieren leiden tot een groter tijdsbeslag. Dit laatste kent dan weer een beperking van de kosten derden met betrekking tot de beleggingen. Ook de ondersteuning door het West-Brabanthuis is op het reëel te verwachten niveau gezet. 6

52 4 Begroting van baten en lasten op economische categorie (in gehele euro's) Rekening Begroting Begroting e ē LASTEN 1.1 FPU Ö8+ -regeling 2.2 Rente toerekening Overige goederen en diensten Toevoegingen aan reserves en voorzieningen Totaal generaal BATEN 2.1 Werkelijk ontvangen rente (Erf)pachten e.d Overige goederen en diensten Totaal generaal RESULTAAT Resultaat voor bestemming RESULTAATBESTEMMING Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve FPU 58-plus Ontrrekking algemene risicoreserve afvalverwerking Saldo na begrote storting en onttrekking Te bestemmen resultaat 7

53 5. Proqrammabegroting De lijn van de begroting 2014 doortrekkend geeft het onderstaande beeld in de meerjarenraming. In 2015 zal naar verwachting de gesloten stortplaats Zevenbergen worden overgedragen aan de provincie Noord-Brabant. Het eventuele restant uit deze voorziening kan, met het oog op de teruglopende renteopbrengsten, worden benut om eenmalig de voorziening Bavel-Dorst op het vereiste niveau te brengen. Functie Omschrijving Uitgaven Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Programma ALGEMEEN * DVO gemeente Breda Accountantskosten Kosten derden mbt beleggingen Kosten derden overig Storting voorzieningen TOTAAL PROGRAMMA in de begroting 2014 is nog gerekend met een storting van 2,75% Middels begrotingswijziging zal dit worden opgehoogd tot de eerder afgesproken 5,06^0 Functie Omschrijving Inkomsten Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Programma ALGEMEEN Pachten e.d. Ontvangen rente uitstaande gelden Bijdragen deelnemende gemeenten TOTAAL PROGRAMMA l RESULTAAT VOOR BESTEMMING onttrekking reserves toevoeging reserves RESULTAAT NA BESTEMMING

54 5.0 Geraamde bijdragen deelnemende gemeenten 2015 gemeente aantal inwoners per Bijdrage NGS Bedrag per inwoner Aalburg Alphen-Chaam ,2595 Baarle-Nassau Breda ,2595 Drimmelen C 1,2595 Etten-Leur c ,2595 Geertruidenberg ,2595 Moerdijk c C 1,2595 Oosterhout c e 1,2595 Werkendam Woudrichem ,2595 Zundert c Totaal c g

55 BIJLAGE I: OVERZICHT VAN VASTE ACTIVA Overzicht van de boekwaarden van de gronden onder en rondom het stort in Zevenbergen. Ten aanzien van de waarde van het zand loopt er een onderzoek naar hoeveelheid en actuele waarde van het zand. Dit kan leiden tot een afboeking van een deel van de waarde. OMSCHRIJVING INVESTERING AFSCHRIJVING Boekwaarde per Vermeer-deringen 2014 Verminde-ringen 2014 Boekwaarde per Vermeer-deringen 2015 Verminde-ringen 2015 Boekwaarde per tot en met 2014 ĩn 2014 in 2015 (2+3+4) (5+6+7) Waarde zand Gronden binnen exploitatiegebied Gronden buiten exploitatiegebied Totaal Toelichting: De gronden binnen het exploitatiegebied van de Regionale Stortplaats Zevenbergen beslaan 32 ha 44 a en 35 ca. Per 31 december 2013 bedraagt de boekwaarde per m2 ŝ 2,07 De gronden buiten het exploitatiegebied van de Regionale Stortplaats Zevenbergen beslaan 9 ha 90 a en 60 ca. Per 31 december 2013 bedraagt de boekwaarde per m2 C 2,08 De voorraad zand bedraagt m3 met een boekwaarde van í 2,84 per m3 11