Individuele verschillen en de rol van expertise. Melissa Scholing. Universiteit van Amsterdam
|
|
- Pieter-Jan Maes
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Liegen en leugens herkennen: betekent goed zijn in het één, ook goed zijn in het ander? Individuele verschillen en de rol van expertise Melissa Scholing Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Studentnummer: Begeleider: Richard Ridderinkhof Datum: 10 juni 2014 Aantal woorden: 5223 Aantal woorden abstract: 116
2 Abstract In dit literatuuroverzicht wordt een antwoord gezocht op de vraag of liegen en leugens herkennen met elkaar samenhangen. Op neurologisch vlak blijkt er een overlap te zijn tussen de hersengebieden die hierbij actief zijn: vooral de ACC en prefrontale cortex blijken belangrijk. Vervolgens lijkt er sprake te zijn van een algemene deceptie vaardigheid, dit bevestigt dat er een positieve correlatie is tussen liegen en leugens herkennen. Tot slot wordt de klinische populatie bekeken, waaronder pathologische leugenaars. Er blijkt een neurologisch verschil te zijn wat zorgt voor hun grotere capaciteit om te liegen. Of zij dan ook beter zijn in leugens herkennen kan nog niet bevestigd worden. Onderzoek hiernaar is nog niet gedaan en wordt daarom aangeraden. 2
3 Liegen en leugens herkennen: betekent goed zijn in het één, ook goed zijn in het ander? Erachter komen dat je bedrogen bent; wellicht één van de meest nare gevoelens die er bestaan. Wanneer je merkt dat je partner, vriend, vriendin, kind of zelfs verkoper tegen je heeft gelogen, kun je je in de maling genomen of misschien wel gekleineerd voelen. Het is dan ook niet vreemd dat liegen in de huidige maatschappij niet goedgekeurd wordt. Het zorgt in vele gevallen voor een sociale straf, een negatief beeld over de persoon die gelogen heeft of voor het beëindigen van relaties, zowel romantische als vriendschappelijke. Wat wél vreemd is, is dat er ondanks de kennis van de gevolgen van bedrog, ontzettend veel gelogen wordt in het dagelijks leven; ieder mens liegt gemiddeld anderhalf keer per dag (DePaulo, Kashy, Kirkendol, Wyer & Epstein, 1996). De ene persoon liegt wat vaker dan de ander; manipulatieve en minder sociale mensen liegen vaker dan mensen die sociaal en niet manipulatief zijn (Kashy & DePaulo, 1996). Vaak gaat het om kleine dingen, zoals liegen over de reden dat je ergens niet op tijd bent gekomen of een smoesje verzinnen om onder een vervelende afspraak uit te komen. Maar in sommige gevallen gaat het veel verder; liegen over je afkomst, over je baan, over het hebben van kinderen. In dat geval wordt het liegen een klinisch probleem wat kan leiden tot psychopathie en pathologisch liegen. Ook op forensisch gebied zorgen leugens voor problemen, in de vorm van misdadigers die liegen over hun daden. Vooral in het laatstgenoemde gebied is het belangrijk deze leugens te kunnen herkennen, zodat de misdadigers gestraft kunnen worden, maar überhaupt zou het evolutionair gezien goed zijn om leugens te kunnen detecteren. Dit herkennen is echter zo makkelijk nog niet. Op het forensische gebied wordt af en toe gebruik gemaakt van leugendetectors, maar vaak worden de resultaten hiervan niet aangedragen in een rechtszaak, omdat ze niet voldoende betrouwbaar zijn (Merckelbach, 2002). Bestaat er een manier om leugens wél te kunnen detecteren? 3
4 In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar deceptie. Vaak gaat het dan om neurologisch onderzoek, waarbij gekeken wordt naar de hersengebieden die actief zijn tijdens liegen. Door dit onderzoek kan er vandaag de dag een helder beeld geschept worden over die verschillende hersengebieden. Executieve functies, zoals werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit en inhibitie blijken een belangrijke rol te spelen (Sip, Roepstorff, McGregor, & Frith, 2007). Daarnaast dient er met een aantal dingen rekening gehouden te worden wanneer men van plan is een leugen te vertellen. Fundamentele aspecten zijn het risico op straf en de verwachte beloning wanneer de leugen overtuigend over is gekomen (Sip et al, 2007). Het is dan ook niet verbazingwekkend dat liegen zorgt voor meer cognitieve belasting dan het spreken van de waarheid (Vrij et al., 2008). Op basis van deze neurologische onderzoeken kunnen vragen ontstaan over deceptie die verder gaan dan het in kaart brengen van de verschillende hersengebieden die actief zijn. Deceptie heeft natuurlijk twee kanten: liegen en bedrogen worden. Wellicht hangen deze twee kanten met elkaar samen. Op andere gebieden zorgt expertise in een bepaald vak tegelijkertijd voor expertise in het beoordelen van dat vak. Zo zullen wijnmakers bij het proeven van een wijn zonder problemen de verschillende soorten smaken als anijs, citrusvruchten en een vleugje vanille uit een wijn halen, waar een leek niet verder komt dan een droge, witte wijn. Of dit ook zo werkt op het gebied van deceptie, is de vraag. Kunnen mensen die goed zijn in liegen, ook goed leugens herkennen? Hierover is nog vrij weinig bekend, terwijl het toch een interessante kwestie is. Wanneer deze vraag bevestigend beantwoord zou worden, zou dit grote gevolgen kunnen hebben. Vreemdgangers, misdadigers of bedriegers zouden sneller ontmaskerd worden en dit zou een hoop ellende schelen. Om te kijken of expertise ook een rol zou kunnen spelen binnen het gebied van deceptie, is het goed eerst dieper in te gaan op de neurologische processen die ten grondslag liggen aan deceptie. Hierbij zal onderzocht worden of er overlap bestaat tussen de 4
5 hersengebieden die actief zijn tijdens het liegen en tijdens het detecteren van leugens. Wanneer hier een overlap tussen bestaat, zou je verwachten dat mensen die goed kunnen liegen, ook goed zijn in het herkennen van leugens. Hierover is geringe evidentie vanuit de sportpsychologie, waar dieper op ingegaan zal worden in de tweede paragraaf. Omdat mensen met psychopathie erom bekend staan goed te kunnen liegen, zal er tot slot worden gekeken naar deze klinische populatie. Allereerst wordt er onderzocht of er neurologische verschillen te vinden zijn tussen mensen met psychopathie en vervolgens of de gestelde hypothese uit de tweede paragraaf ook geldt voor deze populatie, namelijk of goede leugenaars ook goede leugendetectors zijn. Neurologische processen die ten grondslag liggen aan deceptie Om te zien of er een samenhang is tussen liegen en het herkennen van leugens, zal er nu ingegaan worden op de hersengebieden die actief zijn tijdens beide activiteiten. Wanneer er een overlap tussen deze gebieden blijkt te zijn, kunnen hier hypotheses uit getrokken worden; zoals dat mensen die vaardig zijn in liegen, tevens vaardig zijn in het herkennen van leugens, omdat dezelfde hersengebieden hier actief worden. Verder is het van belang eerst kennis te hebben over normale neurologische processen bij deceptie, voordat er gekeken kan worden naar eventuele neurologische afwijkingen binnen een deel van de klinische populatie, namelijk pathologische leugenaars. Over de hersengebieden die actief zijn tijdens liegen is veel onderzoek gedaan met diverse procedures. Zo wordt er vaak gebruik gemaakt van fmri, waarbij er gekeken wordt naar activiteit in bepaalde hersengebieden wanneer iemand leugens vertelt. Hieruit is gebleken dat het vertellen van leugens vooral gepaard gaat met activiteit in de anterieure prefrontale gebieden (Ganis, Kosslyn, Stose, Thompson, & Yurgelun-Todd, 2003). Laatstgenoemde auteurs benadrukken dat er geen omkeerbare conclusies getrokken kunnen 5
6 worden over de cognitieve processen die aanwezig zijn bij deceptie; wanneer deceptie zorgt voor de activatie van een bepaald hersengebied, betekent dit niet dat wanneer er activatie gezien wordt in dit gebied, er automatisch sprake is van deceptie. Tevens is liegen geen proces dat voortkomt uit de activatie van één bepaald hersengebied, maar een heterogeen proces. Afhankelijk van het soort leugen dat verteld wordt, zijn er verschillende combinaties van hersengebieden actief. Zo wordt er activiteit in het cerebellum gevonden bij het vertellen van ingestudeerde leugens. Dit wordt verklaard doordat de leugen eerst opgehaald moet worden uit het episodische geheugen. Bij spontane leugens wordt er vooral veel activiteit gevonden in de posterieure visuele cortex, die een rol speelt bij het visuele werkgeheugen. Tijdens het formuleren van deze leugen, moet er tegelijkertijd gecheckt worden of hetgeen dat verteld wordt niet de waarheid is, en of het vertelde verhaal wel plausibel is. Dit zorgt voor activatie in de anterieure cingulate cortex. Ook Langleben et al. (2002) maakten gebruik van fmri en vonden vergelijkbare resultaten als Ganis et al. (2003). Zij gebruikten de Guilty Knowledge Task om deceptie in kaart te brengen en keken vervolgens naar het verschil in hersenactiviteit tussen gelogen en eerlijke antwoorden. Ze vonden een verhoogde activiteit in de anterieure cingulate cortex, superieure frontale gyrus en de linker anterieure parietale cortex tijdens gelogen antwoorden ten opzichte van eerlijke antwoorden. Wat zij tevens concludeerden was dat een basiscomponent van deceptie wellicht het inhiberen van het ware antwoord is. Deze conclusie baseerden zij op de vondst van een verhoogde activiteit in de linker dorsale premotorische en prefrontale cortex, die gerelateerd zijn aan de controle van de bewegingen van de rechterduim. Deze duim werd tijdens de taak gebruikt om op een knop te drukken, waarmee men het ware antwoord gaf. De verhoogde activiteit zou duiden op extra inspanning om de duim te weerhouden van het drukken op de knop tijdens een leugen en dus van het inhiberen van het vertellen van de waarheid. Het is natuurlijk de vraag of deze bevinding te 6
7 generaliseren is naar een natuurlijke setting waarbij er geen gebruik gemaakt wordt van knoppen en handbewegingen, maar enkel van gesproken leugens. Uit eerder onderzoek blijkt dat de executieve functies voornamelijk worden aangestuurd vanuit de prefrontale cortex en dat de anterieure cingulate cortex actief wordt wanneer er inhibitie plaatsvindt en er gebruik wordt gemaakt van het werkgeheugen (Carter et al., 1998). Uit het onderzoek van Langleben et al. (2002) bleek dan ook dat deze hersengebieden actief waren tijdens deceptie, wat ondersteuning biedt voor de stelling dat er tijdens liegen aanspraak gemaakt wordt op de executieve functies. Naar de hersengebieden die actief zijn bij het herkennen van leugens is minder onderzoek gedaan. Bekend is wel dat ook hier de anterieure cingulate cortex een grote rol speelt, zo blijkt uit fmri onderzoek van Grèzes, Frith en Passingham (2004). Ook vonden zij activiteit in de superieure temporale sulcus en de orbifrontale cortex. Zij concludeerden dat deze gebieden vooral actief zijn bij het zien van bedrog in het algemeen. Na vervolgonderzoek (Grèzes, Berthoz, & Passingham, 2006) vonden zij, bovenop de conclusies uit het eerdere onderzoek, activiteit in de amygdala en fusiforme gyrus wanneer het om persoonlijk bedrog ging, dus wanneer de deelnemers zelf bedrogen werden. De verklaring hiervoor was dat de amydala een rol speelt bij het detecteren van bedreiging en zorgt voor een fight or flight respons. Persoonlijk bedrog wordt dus waarschijnlijk geïnterpreteerd als bedreiging. Ondanks het geringe onderzoek naar de hersengebieden die actief zijn tijdens de perceptie van deceptie, komt naar voren dat er zowel verschil als overlap bestaat tussen de hersengebieden die actief zijn tijdens liegen en leugens herkennen, waarbij er meer overlap dan verschil bestaat. Vooral de anterieure cingulate cortex, superieure frontale en temporale cortex en prefrontale cortex spelen een rol bij deceptie; zowel bij liegen als bij het herkennen 7
8 van liegen. De amygdala wordt vooral actief bij het herkennen van persoonlijk bedrog en het cerebellum bij het ophalen van voorbedachte leugens. Aangezien er activiteit is in dezelfde hersengebieden tijdens liegen en het herkennen van leugens, zou verwacht worden dat mensen die goed zijn in liegen ook goed zijn in het detecteren van leugens. Of deze hypothese bevestigd kan worden zal onderzocht worden in de volgende paragraaf. Kunnen goede leugenaars ook beter leugens detecteren? Wanneer mensen gevraagd wordt te beoordelen of iemand liegt of niet, gebeurt deze beoordeling in de meeste gevallen op de gok. Er is dan ook ongeveer 54% kans dat de beoordeling klopt (Wright, Berry, & Bird 2013). Maar bestaan er dan geen trucjes of kenmerken die ervoor zorgen dat het detecteren van leugens beter gaat? Een theorie zou kunnen zijn dat mensen die ervaren zijn in een bepaalde vaardigheid, deze vaardigheid ook beter kunnen beoordelen. Zo zal je bij een danscompetitie vaak juryleden aantreffen die zelf ook goed kunnen dansen of dit ooit hebben gekund. Aan de hand van deze theorie zou verwacht worden dat mensen die goed zijn in liegen ook beter zijn in het detecteren ervan. Tevens is gebleken dat er tijdens beide activiteiten gebruik gemaakt wordt van dezelfde hersengebieden. Aan de hand van eerder onderzoek zal bekeken worden of de hypothese bevestigd kan worden. Veel mensen zijn ervan overtuigd dat er manieren zijn om te zien of iemand liegt of de waarheid spreekt. Zo zou iemand die liegt vaak wegkijken, gaan friemelen met zijn handen, of gaan blozen (Vrij & Mann, 2001). Om te onderzoeken of dit daadwerkelijk kenmerken zijn waardoor een leugenaar ontmaskerd kan worden, deden Vrij en Mann (2001) onderzoek waarbij ze filmfragmenten lieten zien van een leugenaar, die vervolgens beoordeeld werden door deelnemers. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een echte leugenaar; de 8
9 filmfragmenten waren van een politieverhoor van een moordenaar die zijn moord ontkent. De reden dat Vrij en Mann (2001) daarvoor gekozen hebben, is omdat zij van mening zijn dat een leugenaar in een laboratoriumsetting geen goede representatie is van een leugenaar in het dagelijks leven. De ecologische validiteit van de meeste onderzoeken naar leugens is erg laag. Eén van de belangrijkste kenmerken die een rol spelen bij het vertellen van een leugen, is namelijk de angst dat degene aan wie de leugen verteld wordt dit door heeft en er een sociale straf zal volgen (Sip et al., 2007). Wanneer er tijdens onderzoek aan iemand gevraagd wordt of hij een leugen wil vertellen, die vervolgens beoordeeld kan worden door de deelnemers van het onderzoek, mist dit belangrijkste kenmerk. De leugenaar zal niet gestraft worden wanneer zijn leugen ontdekt wordt. Hierdoor zal de leugenaar minder gemotiveerd zijn om de leugen zo overtuigend mogelijk over te laten komen, wat in het dagelijks leven wél zo is. De moordenaar uit dit onderzoek (Vrij & Mann, 2001) was zeer gemotiveerd zijn leugen over te brengen; een levenslange straf zou volgen wanneer men hem niet zou geloven. De moordenaar sprak geen Engels, de deelnemers wel. Hierdoor konden zij enkel de non-verbale signalen beoordelen. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met stereotype gedachten over het herkennen van leugenaars juist minder goed zijn in het detecteren van leugens dan mensen zonder deze gedachten. Dit onderzoek heeft vanwege zijn sterke methodologie een grote bijdrage geleverd aan de kennis over liegen. Blijkbaar is de overtuiging van veel mensen dat leugenaars herkend kunnen worden aan non-verbale aanwijzingen niet waar. Maar hoe kun je leugens dan detecteren? Na zijn onderzoek over de blijkbaar niet belangrijke rol van non-verbale cues bij het herkennen van leugens, deed Vrij opnieuw onderzoek naar kenmerken die wél van belang zouden kunnen zijn (Vrij et al, 2008). Bekend is dat liegen zorgt voor meer cognitieve belasting dan het vertellen van de waarheid (Sip et al, 2007). Het zorgt voor een grote 9
10 belasting van het werkgeheugen; de leugen dient verzonnen en onthouden te worden en tegelijkertijd dient de waarheid geïnhibeerd te worden. Er moet constant gemonitord worden of de persoon waaraan de leugen verteld wordt iets doorheeft en het verhaal dient geloofwaardig over te komen, zonder al te veel gestotter. Dit zorgt allemaal voor extra cognitieve belasting, vergeleken met het vertellen van de waarheid. Uit eerder onderzoek is gebleken dat deze cognitieve belasting niet altijd zichtbaar is voor observeerders. Herkennen van leugens gebeurt vaak op de gok (Wright et al, 2013). Gebaseerd op de conclusie dat informatieverwerking langzamer gebeurt in dual-task condities dan in single-task condities (Briggs, Peters, & Fisher, 1972) wilde Vrij de leugenaars in zijn onderzoek twee taken laten uitvoeren, tegelijkertijd. Dit zou zorgen voor nog meer cognitieve belasting, waardoor de verschillen tussen leugenaars en waarheid-vertellers groter gemaakt zou worden, waardoor leugen herkenning makkelijker zou gaan. Om te zorgen voor extra cognitieve belasting, werd de deelnemers gevraagd hun verhaal in omgekeerde chronologische volgorde te vertellen. Uit de resultaten bleek dat dit zeer voordelig werkte voor het herkennen van leugens; 60% van de observeerders herkende de leugens die verteld werden, wat significant boven het kans percentage ligt. Een nadeel van dit onderzoek is de lastige generaliseerbaarheid. Mensen vertellen in het dagelijks leven hun verhalen en dus ook leugens in chronologische volgorde, in plaats van omgekeerd. Deze manier lijkt dus wel te werken, maar is niet erg praktisch. Vanuit de sportpsychologie komt er lichte evidentie voor het bestaan van een andere manier om goed te zijn in het detecteren van leugens. Zo vonden Sebanz en Shiffrar (2009) tijdens onderzoek met basketballers, dat ervaren basketbal spelers beter waren in het herkennen van schijnbewegingen van andere basketbal spelers dan mensen zonder ervaring. Geconcludeerd werd dat de mensen zonder ervaring hun beoordeling maakten op basis van stereotype gedachten. De ervaren basketballers zouden hun ervaring baseren op de intenties van de spelers. Uit hersenonderzoek blijkt dat de perceptie van acties het motorsysteem van 10
11 de observeerder activeert (Rizzolatti & Craighero, 2004). De mate van gelijkheid tussen de geobserveerde actie en de opgeslagen acties in de hersenen van de observeerder, bepaalt hoe sterk het motorsysteem geactiveerd wordt en hoe accuraat de uitkomst van de actie voorspeld kan worden. Ervaren basketbalspelers hebben een veel groter repertoire aan opgeslagen acties in hun hersenen dan onervaren spelers. Dit zorgt dus voor een sterke activatie van het motorsysteem en een betere voorspelling van de uitkomsten van de geobserveerde actie, waardoor zij beter zijn in het herkennen van een aankomende schijnbeweging. Dezelfde conclusies werden getrokken uit een onderzoek met handballers (Canal- Bruland, van der Kamp, & van Kesteren, 2009). Ook hier bleek dat expertise binnen deze sport zorgde voor een betere detectie van schijnbewegingen, door de activatie van het motorsysteem van de observeerder wat op zijn beurt weer zorgt voor het begrijpen van de intenties van de handbalspelers. Schijnbewegingen zijn wellicht niet één op één te vergelijken met het vertellen van leugens, vooral omdat er een belangrijk aspect van deceptie mist: de consequenties die aan de leugen vastzitten. Het risico om ontmaskerd te worden speelt een grote rol bij het zo overtuigend mogelijk overbrengen van een leugen. Wanneer er ontmaskering plaatsvindt bij een gesproken leugen volgt er meestal een sociale straf. Bij de ontmaskering van een schijnbeweging volgt juist meestal succes. Ondanks dit verschil zijn zowel schijnbewegingen als het vertellen van leugens handelingen die met deceptie te maken hebben. De conclusies die getrokken worden uit de onderzoeken binnen de sportpsychologie zouden een aanwijzing kunnen zijn voor het antwoord op de vraag of betere leugenaars ook beter leugens kunnen herkennen. Hierover is nog niet veel bekend. Een van de eerste onderzoeken die gedaan is naar de correlatie tussen liegen en leugens herkennen is het onderzoek van Wright, Berry en Bird (2012). Hierin werd gebruik gemaakt van de Deceptive Interaction Task, die de eerder besproken problemen betreffende ecologische validiteit niet met zich meebrengt. In de taak 11
12 worden deelnemers gemotiveerd hun leugen zo overtuigend mogelijk over te laten komen, door middel van beloningen. Dit onderzoek is het eerste waaruit een correlatie blijkt tussen goed zijn in liegen en leugens herkennen. Hoe deze correlatie tot stand komt is onduidelijk. Er wordt gesproken van een algemene deceptie vaardigheid ; wanneer iemand die bezit, is hij zowel goed in liegen als in leugens herkennen. Dit is in overeenstemming met de eerder genoemde conclusie over de hersengebieden die actief zijn tijdens deceptie. Wellicht komt de algemene deceptie vaardigheid voort uit goed ontwikkelde gebieden die zowel actief zijn bij liegen als bij het herkennen van leugens. Uit de besproken onderzoeken komt naar voren dat er bij het detecteren van leugens geen gebruik gemaakt kan worden van het algemene idee te letten op non-verbale communicatie. Mensen die dit doen, zijn juist slechter in het detecteren van leugens dan mensen zonder deze stereotype gedachten. Wat wél een manier is om leugens te herkennen, is door de leugenaar zijn leugen in omgekeerde chronologische volgorde te laten vertellen. Dit is echter geen praktische manier, het is lastig toe te passen in het dagelijks leven. Vanuit onderzoek binnen de sportpsychologie komen aanwijzingen voor een bevestiging van de hypothese dat mensen die goed zijn in liegen ook goed zijn in het herkennen van leugens. Deze hypothese is nog niet grondig genoeg onderzocht om stellige conclusies te kunnen trekken, maar eerder onderzoek wijst ook op een bevestiging van deze hypothese buiten de sportpsychologie. Gesproken wordt over een algemene deceptie vaardigheid, die zou leiden tot het goed zijn in liegen en tevens goed zijn in het herkennen van leugens. Meer onderzoek hiernaar is nodig om dit te kunnen bevestigen. Individuele verschillen binnen de psychopathologie Momenteel is er dus wat evidentie voor de theorie dat betere leugenaars ook beter zijn in het detecteren van leugens. Dit geldt echter voor de normale populatie. Wanneer er gekeken 12
13 wordt naar individuele verschillen, bijvoorbeeld tussen mensen met psychopathologie, zouden dan dezelfde conclusies getrokken worden? Psychopaten en pathologische leugenaars staan erom bekend goed te zijn in liegen. Sommige van hen zijn in staat een compleet levensverhaal te verzinnen en dit overtuigend over te brengen op bijvoorbeeld een liefdespartner of familie. Vaak duurt het jaren voordat men hier achter komt en in sommige gevallen wordt de leugen zelfs niet ontdekt. Hoe komt het dat de ene persoon moeite heeft met liegen en de andere persoon niet? En als pathologische leugenaars zo goed zijn in liegen, zijn zij dan ook goed in het herkennen van leugens? Omdat de correlatie tussen goed zijn in liegen en leugens herkennen wellicht voortkomt uit een goede ontwikkeling van bepaalde hersengebieden, zal er eerst dieper worden ingegaan op mogelijke verschillen in hersenactiviteit tussen de normale en de klinische populatie. Vervolgens zal er onderzocht worden of dit gevolgen heeft voor de vaardigheid om leugens te herkennen. Zoals eerder besproken is gebleken dat vooral de prefrontale cortex, anterieure cingulate cortex, superieure frontale en temporale cortex een rol spelen bij deceptie. Daarnaast is er activiteit te zien in de amygdala wanneer er sprake is van persoonlijk bedrog en activiteit in het cerebellum wanneer leugens al eerder opgeslagen waren in het geheugen. Uit onderzoek van Blair (2008) blijkt dat psychopaten atypische activiteit laten zien in de ventromediale prefrontale cortex en superieure temporale cortex, wat zou kunnen duiden op een aangetaste manier van keuzes maken en socialiseren. Ook laten zij een verminderde responsiviteit op emotie zien in de amygdala. Vooral hun reactie op verdrietige en angstige gezichten is opvallend laag, wat juist zo belangrijk is binnen sociale relaties (Marsh et al., 2008). Uit deze resultaten kan geconcludeerd worden dat zij wellicht niet zo geraakt worden door verdriet van anderen en daar kan uit gesuggereerd worden dat zij ook minder moeite hebben met liegen tegen anderen, wat vaak verdriet veroorzaakt. 13
14 Uit eerder onderzoek, waarin gebruik gemaakt werd van electrodermale responsen, bleek al dat psychopaten minder sterk reageren op distress cues ten opzichte van de normale populatie (Blair, Jones, Clark, & Smith, 1997). Voor de meeste mensen zorgt liegen tegen andere mensen voor een bepaalde mate van distress, wat er wellicht voor zorgt dat zij liever de waarheid spreken, of dat hun leugens snel ontmaskerd worden. De bevinding dat psychopaten minder sterk reageren op distress, zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat zij niet zoveel moeite lijken te hebben met liegen; het ongemakkelijke gevoel ontbreekt. Dat de verminderde activiteit in de amygdala en dus de verminderde responsiviteit op emotie en distress een rol speelt bij het excessief liegen door psychopaten is plausibel. Er zijn echter meerdere theorieën. Zo suggereerden Poletti, Borelli en Bonuccelli (2011) na hun case study dat pathologisch liegen voortkomt uit een tekort in executief functioneren en theory of mind. Dit laatste houdt in dat men in staat is om het perspectief van een ander in te nemen en zich in kan leven in de gevoelens en wensen van een ander. Het wordt ook wel de vaardigheid om empathisch te zijn genoemd. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat pathologische leugenaars een tekort zouden hebben in hun inlevingsvermogen en daardoor minder moeite hebben met liegen. Dit is in lijn met de bevinding dat deze leugenaars minder sterk reageren op emoties van anderen (Blair et al, 1997; Blair, 2008) en lijkt dan ook een goede verklaring. Echter de conclusie dat pathologische leugenaars een tekort zouden hebben in executief functioneren is verrassend. Poletti et al. (2011) constateren terecht dat executieve functies nodig zijn om ware antwoorden te inhiberen wanneer er een leugen verteld wordt. Tegelijkertijd concluderen zij dat pathologische leugenaars minder goed zijn in executief functioneren, waardoor zij een slecht inhibitievermogen hebben. Verwacht zou juist worden dat pathologische leugenaars een zeer goed inhibitievermogen hebben; zij vertellen namelijk moeiteloos leugen na leugen en inhiberen daarbij het ware antwoord. 14
15 Naast een verminderde responsiviteit op emoties en een tekort in theory of mind, is er een belangrijk verschil in de hersenen geconstateerd tussen pathologische leugenaars en de normale populatie, die tevens de conclusie over executief functioneren van Poletti et al. (2011) tegenspreekt; pathologische leugenaars hebben 25% meer witte stof en 33% minder grijze stof in hun prefrontale cortex (Yang et al., 2005; Otter, 2010). Laatstgenoemde auteurs suggereren dat deze grotere hoeveelheid witte stof in het hersengebied waar de hogere denkprocessen worden aangestuurd, de leugenaars meer cognitieve capaciteit geeft om te liegen. Hun verbale vaardigheden en executieve functies zouden beter zijn. De mindere hoeveelheid grijze stof zou samenhangen met een kleiner moreel besef en zou de basis kunnen zijn voor een antisociale persoonlijkheid. Deze combinatie van de hoeveelheden witte en grijze stof zou zich uiten in excessief liegen. Yang et al. (2005) leveren met dit MRI onderzoek een eerste bewijs voor een structureel hersenverschil in pathologische leugenaars. Een paar jaar later vonden Jiang et al. (2013) hier ondersteuning voor. Door middel van fmri keken zij naar hersenactiviteit tijdens liegen bij mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis vergeleken met een groep uit de normale populatie. Deze laatstgenoemde groep werd verondersteld minder vaak te liegen dan de eerstgenoemde groep. Bij de normale populatie werd grotere hersen contrast activiteit gevonden tijdens het liegen, wat gepaard ging met hogere bloedtoevoer en stofwisseling. Bij de mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis was minder activiteit, bloedtoevoer en stofwisseling te zien tijdens het liegen. Geconcludeerd werd dat liegen voor de ASPD groep makkelijker was. Door het vaak liegen, trainen zij hun hersenen in werkgeheugen, inhibitie en andere mentale processen, waardoor liegen uiteindelijk makkelijker wordt en zelfs zorgt voor een dominante lieg respons, terwijl de normale populatie een dominante waarheid respons heeft. Geconcludeerd kan worden dat er een neurologisch verschil bestaat tussen pathologische leugenaars en de normale populatie. Door dit neurologische verschil kunnen 15
16 pathologische leugenaars beter liegen zonder daar schuldgevoelens aan over te houden. Zo hebben zij meer witte en minder grijze stof in hun prefrontale cortex, vertonen zij minder activiteit in de amygdala in respons op emotie en distress, lijken zij een tekort te hebben in theory of mind en is er sprake van minder cognitieve belasting tijdens het liegen. De hersengebieden die actief zijn bij deceptie in de normale populatie, zijn ook actief binnen de klinische populatie. In de normale populatie zijn aanwijzingen gevonden voor een correlatie tussen goed zijn in liegen en goed zijn in leugens herkennen. Logischerwijs zou dit ook doorgetrokken kunnen worden naar de klinische populatie. Dezelfde hersengebieden zijn actief en duidelijk is dat pathologische leugenaars goed zijn in liegen. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de vaardigheid van pathologische leugenaars om leugens te herkennen. Dit zou juist de ideale groep zijn om deze correlatie te testen. Tegelijkertijd zijn er een aantal kanten aan die het onderzoek wellicht minder aantrekkelijk maken om uit te voeren. Het is lastig een voldoende grote groep pathologische leugenaars te vinden om een onderzoek mee te doen; het is niet iets dat vaak gediagnosticeerd wordt, of waar mensen mee te koop lopen. Pathologische leugenaars zullen eerder ontkennen dat zij liegen en zullen zichzelf waarschijnlijk niet prettig voelen bij een onderzoek waarin zij als leugenaar bestempeld worden. Toch zijn er ook mensen die inmiddels ontmaskerd zijn en hun leven proberen te beteren. Deze mensen zouden goed dienen als deelnemers in een onderzoek naar de correlatie tussen goed zijn in liegen en goed zijn in leugens herkennen. Wellicht kan hier in de toekomst meer aandacht aan besteed worden door middel van vervolgonderzoek op het besproken onderzoek in dit literatuuroverzicht. Conclusies en discussie In dit literatuuroverzicht is getracht een beeld te geven van het onderzoek dat gedaan is op het gebied van deceptie. Met name is een antwoord op de vraag gezocht of er een samenhang 16
17 bestaat tussen liegen en het herkennen van leugens. Hiervoor is eerst bekeken welke hersengebieden daar een rol bij spelen. Het bleek dat er zowel verschil als overlap bestaat tussen de hersengebieden die actief zijn tijdens liegen en leugens herkennen. Vooral de anterieure cingulate cortex, superieure frontale, temporale en prefrontale cortex komen naar voren als belangrijkste hersengebieden. De prefrontale cortex is voornamelijk betrokken bij hogere emotionele en cognitieve functies, waaronder ook de executieve functies en theory of mind. Dezen blijken dan ook een grote rol te spelen bij deceptie. Daarnaast wordt de amygdala actief wanneer er sprake is van persoonlijke betrokkenheid bij het bedrog en is er activiteit te zien in het cerebellum bij het ophalen van leugens. Op basis van deze overlap werd de hypothese gesteld dat mensen die goed zijn in liegen ook goed zijn in het detecteren van leugens. Vanuit onderzoek binnen de sportpsychologie komen aanwijzingen voor een bevestiging van de hypothese en dit wordt ondersteund door een enkel onderzoek buiten de sportpsychologie. Hierin wordt een algemene deceptie vaardigheid aangedragen, die zou leiden tot het goed zijn in liegen en tevens goed zijn in het herkennen van leugens. Uit de besproken onderzoeken kwam naar voren dat hier momenteel nog geen stellige conclusies over gedaan kunnen worden. Vervolgens werd er dieper ingegaan op individuele verschillen tussen mensen met psychopathologie. Mensen die tot deze klinische populatie behoren staan erom bekend veel te liegen en daar ook overtuigend in te zijn. Om te bekijken wat hiervan te merken is op neurologisch niveau, is er onderzoek besproken dat daar op gericht is. Het bleek dat er een neurologisch verschil bestaat tussen pathologische leugenaars en de normale populatie. Door dit neurologische verschil hebben pathologische leugenaars meer cognitieve capaciteit om te liegen en hechten zij daar minder emotionele waarde aan dan de normale populatie. Zo hebben zij meer witte en minder grijze stof in hun prefrontale cortex, vertonen zij minder activiteit in de amygdala in respons op emotie en distress, lijken zij een tekort te hebben in theory of mind en is er sprake van minder cognitieve belasting tijdens het liegen. 17
18 Omdat de mensen uit de klinische populatie op basis van het neurologische onderzoek terecht bestempeld mogen worden als goede leugenaars, zou het interessant zijn met hen de hypothese te toetsen dat betere leugenaars ook betere leugendetectors zijn. Helaas is hier momenteel weinig tot geen onderzoek naar gedaan. De redenen hiervoor zijn kort besproken; het is lastig een voldoende grote groep pathologische leugenaars te vinden om deel te laten nemen in een onderzoek waarin zij bestudeerd zullen worden. Toch is het niet onrealiseerbaar. Wellicht kunnen reeds ontmaskerde pathologische leugenaars of psychopaten benaderd worden, of kan er door middel van een case study voorzichtig een begin gemaakt worden over dit interessante onderwerp. Bij het besproken onderzoek kunnen een aantal kanttekeningen gemaakt worden. De eerder genoemde problemen met de ecologische validiteit zijn een belangrijk aandachtspunt. Bij de conclusies getrokken uit het onderzoek naar deceptie moet ten alle tijden in gedachten gehouden worden dat het onderzoek gedaan is met kunstmatige deceptie. Het belangrijkste kenmerk van het vertellen van een leugen; namelijk de intentie van de persoon die de leugen vertelt, ontbreekt in bijna alle onderzoeken. Enkel het onderzoek waarin gebruik gemaakt is van videofragmenten van een ontkennende moordenaar is ecologisch valide te noemen. Nu betekent dit niet dat al het andere onderzoek geen waarde heeft, maar er moet wel rekening met de gebruikte procedure gehouden worden. Ook zijn veel onderzoeken uitgevoerd met behulp van knoppen die ingedrukt dienden te worden om ofwel een waar, ofwel een onwaar antwoord te geven. Ook hierbij moet de ecologische validiteit in gedachten worden gehouden. Deze vorm van liegen komt niet overeen met de alledaagse praktijk. Tot slot is het jammer te moeten concluderen dat er te weinig onderzoek verricht is naar de hypothese of goede leugenaars ook goede leugendetectors zijn. Deze tak van het onderzoek naar deceptie ligt eigenlijk nog helemaal open, terwijl er van een aantal kanten 18
19 toch wel aanwijzingen zijn voor een bevestigend antwoord op de vraag. Wanneer er meer onderzoek verricht is en er wat stelligere conclusies getrokken kunnen worden, zou dit grote invloed kunnen hebben in het dagelijks leven. Met name in de forensische psychologie, waar momenteel nog gewerkt wordt met leugendetectors in de vorm van apparaten, zou een betere vorm van leugendetectie zeer welkom zijn. Hopelijk wordt er in de toekomst meer aandacht besteed aan dit onderwerp, zodat er meer kennis ontstaat over manieren om leugens te kunnen herkennen. Literatuurlijst Blair, R. J. R., Jones, L., Clark, F., & Smith, M. (1997). The psychopathic individual: A lack of responsiveness to distress cues? Psychophysiology, 34, Blair, R. J. R. (2008). The cognitive neuroscience of psychopathy and implications for judgements of responsibility. Neuroethics, 1, doi /s Briggs, G. E., Peters, G. L., & Fisher, R. P. (1972). On the locus of the divided attention effects. Perception & Psychophysics, 11, Caňal-Bruland, R., van der Kamp, J., & van Kesteren, J. (2010). An examination of motor and perceptual contributions to the recognition of deception from others actions. Human Movement Science, 29, doi: /j.humov Carter, C. S., Braver, T. S., Barch, D. M., Botvinick, M. M., Noll, D., & Cohen, J. D. (1998). Anterior cingulate cortex, error detection, and the online monitoring of performance. Science, 280, DePaulo, B. M., & Kashy, D. A. (1998). Everyday lies in close and casual relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 74, Ganis, G., Kosslyn, S. M., Stose, S., Thompson, W. L., & Yurgelun-Todd, D.A. (2003). Neural correlates of different types of deception: an fmri investigation. Cerebral 19
20 Cortex, 13, Gerrig, R. J., & Goldvarg, Y. (2000.) Additive effects in the perception of sarcasm: situational disparity and echoic mention. Metaphor and Symbol, 15, doi: /S MS1504_1 Grèzes, J., Frith, C., Passingham, R.E. (2004). Brain mechanisms for inferring deceit in the actions of others. Journal of Neuroscience, 24, Grèzes, J., Berthoz, S., & Passingham, R. E. (2006). Amygdala activation when one is the target of deceit: Did he lie to you or to someone else? NeuroImage, 30, Jiang, W., Liu, H., Liao, J., Ma, X., Rong, P., Tang, Y., & Wang, W. (2013). A functional MRI study of deception among offenders with antisocial personality disorders. Neuroscience, 244, Kashy, D. A., & DePaulo, B. M. (1996). Who lies? Journal of Personality and Social Psychology, 70, Langleben D. D., Schroeder, L., Maldjian, J. A., Gur, R. C., McDonald, S., Ragland, J. D., O Brien, C. P., & Childress, A. R. (2002). Brain activity during simulated deception: an event-related functional magnetic resonance study. NeuroImage, 15, doi: /nimg Merckelbach, H. (2002). Jokken met een rooie kop- de stille opmars van de leugendetector. Skepter, 15, Otter, H. (2010, maart 1). Liegbeest. Psychologie Magazine. Opgehaald van: Poletti, M., Borelli, P., & Bonuccelli, U. (2011). The neuropsychological correlates of Pathological lying: evidence from behavioral variant frontotemporal dementia. Journal of Neurology, 258, doi: /s Sebanz, N., & Shiffrar, M. (2009). Detecting deception in a bluffing body: the role of 20
21 expertise. Psychonomic Bulletin & Review, 16, doi: /pbr Sip, K. E., Roepstorff, A., McGregor, W., & Frith, C. D. (2007). Detecting deception: the scope and limits. Trends in Cognitive Sciences, 12, Vrij, A., Mann, S. A., Fisher, R. P., Leal, S., Milne, R., & Bull, R. (2008). Increasing cognitive load to facilitate lie detection: the benefit of recalling an event in reverse order. Law and Human Behavior, 32, doi /s y Vrij, A., & Mann, S. A. (2001). Telling and detecting lies in a high-stake situation: the case of a convicted murderer. Applied Cognitive Psychology, 15, Wright, G. R. T., Berry, C. J., & Bird, G. (2013). Deceptively simple The deceptiongeneral ability and the need to put the liar under the spotlight. Frontiers in Neuroscience, 7, 1-9. doi: /fnins Wright, G. R. T., Berry, C. J., & Bird, G. (2012). You can t kid a kidder : association between production and detection of deception in an interactive deception task. Frontiers in Neuroscience, 6, doi: /fnhum Yang, Y., Raine, A., Lencz, T., Bihrle, S., Lacasse, L., & Colletti, P. (2005). Prefrontal white matter in pathological liars. The British Journal of Psychiatry, 187, doi: /bjp
6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015
6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op
Misleiden: Meer dan liegen: Enkel de intentie om te misleiden verhoogt cognitieve. belasting. Sabine Ströfer, Universiteit van Twente
1 Misleiden: Meer dan liegen: Enkel de intentie om te misleiden verhoogt cognitieve belasting Sabine Ströfer, Universiteit van Twente Matthijs L. Noordzij, Universiteit van Twente Elze G. Ufkes, Universiteit
De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de
Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de
Het (on)meetbare brein
Het (on)meetbare brein Proost op de wetenschap, SPUI25 Lukas Snoek Universiteit van Amsterdam Even voorstellen... Wie ben ik? Lukas Snoek, promovendus psychologie ("Brein & Cognitie") aan de UvA Interesse
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose
Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals
Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie
Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Jojanneke is een studente van 24 jaar en kampt al een tijdje met depressieve klachten. Het valt haar huis-
Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder
Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen
Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:
Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!
Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)
Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose
Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische
Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie
Hallucinaties zijn een merkwaardig psychologisch verschijnsel. Het betreft een vorm van sensorisch bedrog, die bij patiënten met schizofrenie het dagelijks functioneren belemmert en de kwaliteit van leven
Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine
Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt
Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,
SAMENVATTING 183 SAMENVATTING
SAMENVATTING 183 SAMENVATTING Vermoeidheid is een alledaagse ervaring. Wanneer vermoeidheid een lange tijd aanhoudt kan dit voor problemen zorgen. Geneeskundestudenten zien we als relatief kwetsbaar als
Samenvatting. Samenvatting 135
Samenvatting 135 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een zoektocht naar de ecologische validiteit (de waarde van onderzoeksresultaten bij toepassing in het dagelijks leven) van executieve functie
Cognitieve Belasting tijdens het Proces van Liegen Self-Monitoring als Voorspeller van de Cognitieve Belasting
UNIVERSITEIT TWENTE Cognitieve Belasting tijdens het Proces van Liegen Self-Monitoring als Voorspeller van de Cognitieve Belasting Maren Bethke, s1218360 22.06.2014 Faculteit der Gedragswetenschappen Opleiding
De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?
De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen
Samenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale
Growing into a different brain
221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten
Uitkomsten studie Genderonderzoek energiebesparing
Uitkomsten studie Genderonderzoek energiebesparing Inhoudsopgave Doel Aanpak Uitkomsten Rolverdeling bij besluitvorming De krachtigste motieven De beste afzender Suggesties voor vervolg IN DE BIJLAGEN
Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.
Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Introductie en inhoud Onderliggende research Voorwaarden
Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer
Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte
Samenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit
Zijn Psychopaten Beter in Liegen dan Gezonde Mensen? BACHELORTHESE PSYCHOLOGIE
Zijn Psychopaten Beter in Liegen dan Gezonde Mensen? BACHELORTHESE PSYCHOLOGIE Fenna Dijkema 10060367 24 mei 2014 supervisor: Prof.dr. Richard Ridderinkhof Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: 5718
DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN
drs. Stephen Ebecilio DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN 4 juni 2015 Opvoedingstoolbox 2015 1 2 Periode van tweede rijpingsproces Adolescentie Vertraagde rijpingsproces Prefrontale
Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3
Sociale cognitie bij schizofrenie GROUP
Sociale cognitie bij schizofrenie GROUP 06-02-2015 Arija Maat AMC Geen Belangenverstrengeling Introductie 2009 AGIKO UMC Utrecht (Dr. W. Cahn en Prof.dr. R.S. Kahn) Sociale cognitie en schizofrenie GROUP
het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve
Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen
Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten
Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/30209 holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/30209 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Witteman, Jurriaan Title: Towards a cognitive neuroscience of prosody perception
Het maakbare brein in de onderwijspraktijk
Het maakbare brein in de onderwijspraktijk Landelijke netwerkdag voor begaafdheids-coordinatoren en begeleiders voor primair en voortgezet onderwijs 28-11-2013 Prof. dr. Margriet Sitskoorn Professor of
Samenvatting (Dutch)
Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven
Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK
Executieve functies binnen de vroegbehandeling Evelien Dirks NSDSK Van der Lem symposium september 2015 De6initie Executieve functies = parapluterm Executieve functies: Vaardigheden die nodig zijn om een
De gevolgen van het ontvangen van een leugen op het eigen leugengedrag
De gevolgen van het ontvangen van een leugen op het eigen leugengedrag Didi Ketelaar S1491032 Bachelorthese 23 juni 2016 Universiteit Twente, Enschede Faculteit der Gedragswetenschappen Opleiding Psychologie
Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte
Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht
Samenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond
Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik
Hoe rekent ons brein?? Recente neurowetenschappelijke inzichten in de ontwikkeling van rekenen en dyscalculie
Overzicht Inleiding Hoe rekent ons brein?? Recente neurowetenschappelijke inzichten in de ontwikkeling van rekenen en dyscalculie Prof. Dr. Bert De Smedt (number sense) Bewerkingen Hersenstructuur en rekenen
Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven
Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding
Nederlandse samenvatting Borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een ernstige psychische stoornis, die vaak voorkomt bij mensen met een
Nederlandse samenvatting Borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een ernstige psychische stoornis, die vaak voorkomt bij mensen met een voorgeschiedenis van interpersoonlijk trauma, zoals kindermishandeling
Samenvatting en Conclusies
Samenvatting en Conclusies De adolescentie is een fascinerende levensfase. In een relatief korte periode, ongeveer tussen het tiende en twintigste levensjaar, veranderen kinderen langzaam maar zeker in
Krachtig leren, cognitief
Krachtig leren, cognitief neurowetenschappelijk benaderd. Tinne Van Camp, Lijne Vloeberghs, Pieter Tijtgat, Els Dammekens, Christophe Lafosse en Bert Desmedt Probleemstelling: Bevestigen, verrijken of
Leugendetectie met fmri in de rechtbank
Leugendetectie met fmri in de rechtbank Abstract - Door de sterke ontwikkeling die de fmri techniek heeft doorgemaakt, is het nu wellicht mogelijk om deze te gebruiken voor leugendetectie in de rechtbank.
Beeldvormend onderzoek bij autisme
Beeldvormend onderzoek bij autisme Dr. C.M. van der Gaag & drs. J.A.C.J. Bastiaansen Universitair Medisch Centrum Groningen Opmerkelijk: - Autistische kenmerken - Relatief groot hoofd ( callosum - Afwezigheid
Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs
Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van
Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu
Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te
How to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Waar gaan we het over hebben?
Waar gaan we het over hebben? Onderwerp: Sommige meisjes zijn heel snel verliefd, andere meisjes zullen niet snel of misschien zelfs helemaal niet verliefd worden. Dit is bij ieder meisje anders. Wat gebeurt
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32213 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schel, Margot Antoinette Title: Free won't : neurobiological bases of the development
Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven
Bio (EEG) feedback Reflecties vanuit de klinische praktijk Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven Neurofeedback -Een vraag uit de spreekkamer- Minimaal 1500 Literatuur 2008 literatuur search
Samenvatting. (Summary in dutch)
Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar
Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie
Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147
SOCIALE PRIKKELNAVIGATIE BIJ ASS. Dr. Marcia Goddard Project Manager YoungCapital
SOCIALE PRIKKELNAVIGATIE BIJ ASS Dr. Marcia Goddard Project Manager R&D @ YoungCapital ONS SOCIALE BREIN ONS SOCIALE BREIN ONS SOCIALE BREIN DE AMANDELKERNEN Essentieel voor sociale prikkelverwerking
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Ontwikkeling van het adolescentenbrein
Ontwikkeling van het adolescentenbrein Eveline Crone Brain & Development lab Universiteit Leiden 13 sept 1848: Een ongelooflijk verhaal.. Phineas Gage 1 Phineas Gage Phineas Gage: herstel bleef bij bewustzijn
a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting
a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.
Prikkelverwerking bij Gedragsstoornissen
Prikkelverwerking bij Gedragsstoornissen (ODD & CD) Congres Prikkelverwerking 6 november 2014 Dr. M.A.J. Raaijmakers GZ-psycholoog en Universitair Docent UU INTRODUCTIE AGRESSIE! Video:! http://www.youtube.com/watch?v=o00yfkje1fo!
Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Richtlijn kinderen: elke dag minstens 60 minuten matig-intensief bewegen
SLIM DOOR GYM EEN STUDIE NAAR DE EFFECTEN VAN TWEE TYPEN BEWEGINGSONDERWIJS OP FITHEID, MOTORIEK, COGNITIEVE FUNCTIES, SCHOOLPRESTATIES EN HERSENSTRUCTUUR- EN FUNCTIE Irene van der Fels 1 Namens: A. Meijer
VMBO-congres, 9 november 2009. Eveline Crone. Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl
VMBO-congres, 9 november 2009 Ontwikkelende hersenen Eveline Crone Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl b l Brein en onderwijs Op welke leeftijd zijn scholieren in staat om keuzes
Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen
Samenvatting Mensen zijn in staat zich aan te passen aan de veranderingen die voortdurend plaatsvinden in hun omgeving en in henzelf. Ons gedrag en de manier waarop ons brein informatie verwerkt verandert
Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen
Samenvatting Mensen zijn in staat zich aan te passen aan de veranderingen die voortdurend plaatsvinden in hun omgeving en in henzelf. Ons gedrag en de manier waarop ons brein informatie verwerkt verandert
Wie kiest er eigenlijk: wij of onze hersenen?
Wie kiest er eigenlijk: wij of onze hersenen? Stan Gielen Afd. Biofysica Radboud Universiteit Nijmegen Contents Supervised en unsupervised leren? Wat is een neuron en hoe werkt het Hoe maken wij keuzes?
Nederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Tussentijds toetsen. Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A.
Tussentijds toetsen Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A. Overzicht Wel: Wat is het doel van tussentijds toetsen? Welke vormen van tussentijds toetsen? 4 studies die tussentijds toetsen (testing
Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog
Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog Wat is neuropsychologie? Neuropsychologie is de psychologie die zich bezighoudt met
Linking Depression. Longitudinal and neuroimaging genetic studies in major depressive disorder. Esther Opmeer
Linking Depression Longitudinal and neuroimaging genetic studies in major depressive disorder Esther Opmeer Nederlandse Samenvatting Depressie staat in de top 3 van ziekten die de meeste ziektelast geven
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers
Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht
Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Max de Leeuw, psychiater en senior onderzoeker GGZ Rivierduinen/LUMC KenBiS, 17 juni 2016 Leiden Inhoud Emotieverwerking Werkgeheugen Beloning Eerstegraads
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Bij acute stress maakt ons lichaam stresshormonen aan. Van het stress hormoon cortisol is inmiddels bekend dat het invloed heeft op het functioneren van ons geheugen. Wanneer je
Focus op aandacht! Aandacht en aandachtsstoornissen: de gedragsneurologische en neuropsychologische invalshoek
Focus op aandacht! Aandacht en aandachtsstoornissen: de gedragsneurologische en neuropsychologische invalshoek VWVJ-Symposium Leuven, 20-3-2015 Prof. Dr. Evert Thiery Universiteit Gent Disclosure belangen
Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008
Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.
Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning
Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.
Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn
Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.
Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.
Test je kennis van het brein!
2 4 2015 Wat kun je als schoolpsycholoog met kennis over het brein? Dr. Sanne Dekker Centrum Brein & Leren, Vrije Universiteit Amsterdam & Het ABC Schoolpsychologencongres, 13 maart 2015 Over het brein
De Kleine Prins Expertisecentrum
De Kleine Prins Expertisecentrum Femke Rienstra f.rienstra@dekleineprins.nl 31/10/16 2 Executieve Functies Kennis m.b.t. Executieve Functies (EF), de ontwikkeling ervan en het kunnen herkennen van de EF
Autisme, wat weten we?
Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:
Het brein is dood. Leve de neurowetenschap
Het brein is dood. Leve de neurowetenschap Hans Op de Beeck KU Leuven Alle sollicitanten in de scanner Alle sollicitanten in de scanner Prof. Willem Verbeke (Hoogleraar salesmanagement): - die op basis
Drs. Afke van de Wouw Fysiotherapeut, Bewegingswetenschapper, Sportpsycholoog
Sportpsychologie door: Drs. Afke van de Wouw Fysiotherapeut, Bewegingswetenschapper, Sportpsycholoog 4-staps leerproces Onbewust onbekwaam Bewust onbekwaam Bewust bekwaam Onbewust bekwaam Communicatie
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37391 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Peters, Sabine Title: The adolescent brain : unraveling the neural mechanisms of
Willem Bossers - Kennis in Beweging. Bewegen. door het leven heen. Door: Dr. Willem Bossers. @willembossers
20 30 Willem Bossers - Kennis in Beweging 15 40 10 60 5 80 0 100 Bewegen door het leven heen Door: Dr. Willem Bossers @willembossers Bewegen Norm Gezond Bewegen: gericht op het onderhouden van gezondheid
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich
Mindfulness voor kinderen Introductie
Mindfulness voor kinderen Introductie Mindfulness voor kinderen - Introductie Mindfulness algemeen Wat? Geschiedenis Waarom? Hoe? Mindfulness kinderen Mindfulness voor kinderen Mindful Kids training Mindful
het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP
het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP 15-03-2013 Inhoud Het neuropsychologisch denkkader De schoolsetting Ter ondersteuning bij het kind met
BA Psychologie Faculty of Psychology and Neuroscience
BA Psychologie Faculty of Psychology and Neuroscience 2008 Universiteit Maastricht BA Psychologie Page 1 of 167 Table of content Sociaal Gedrag... 5 Methoden en Technieken van Onderzoek... 7 Introductie
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider: