Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken"

Transcriptie

1 Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken Nummer Colofon De Nieuwsbrief Zoet-Zout is een uitgave van Rijkswaterstaat Waterdienst, Platform zoet-zoutovergangen. De nieuwsbrief heeft als doel bekendheid te geven aan kennisontwikkeling, beleid en uitvoering met betrekking tot herstel van zoet-zout overgangen en het verziltingsvraagstuk. De weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijze het beleid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Contactpersonen: Herman Haas, RWS Waterdienst, herman.haas@rws.nl Hans Drost, RWS Waterdienst, hans.drost@rws.nl Foto's in dit nummer: Wiebe Kiestra Hoe de Kier vrij baan maakt voor vis 2 We zijn hier om materiaal bijeen te harken waarmee RWS Zuid-Holland kan werken aan een zo goed mogelijk Kierbeheer, zegt dagvoorzitter Hans Drost op de platformbijeenkomst van 8 oktober. Hoe de Kier werkt 3 Met de Kier is wel degelijk sprake van herstel van een geleidelijke zoet-zoutovergang. Er kómt dus een brakke zone, en dat is winst, vindt Agnes Gonggrijp, projectleider Kier. De tijd van toen komt niet meer terug 5 Jaap Quak, adviseur bij Sportvisserij Nederland, schetst een historische referentie voor het Haringvliet met een Kier in de afsluiting. Afvoer via Haringvliet ook met Kier bepalende factor voor visbestanden 7 Ook met Kier blijft de invloed van de wisselende afvoer van rivierwater bepalend voor de visbestanden in het Haringvliet. aldus Tim Vriese van bureau VisAdvies. Vooral goed kijken naar het gedrag van vis 9 Het Kierbeheer moet straks goed zijn afgestemd op het gedrag van verschillende vissoorten, volgens Martin de Graaf, adviseur van Imares. Internationale zalmen door de Nederlandse Kier 11 De zalmpopulatie kan zichzelf nog niet in stand houden. De Kier helpt om dat doel wel te halen, denkt de Duitse wetenschapper Detlev Ingendahl. De Kier: hoeksteen van internationale inspanningen voor de Rijnelft 13 Alleen de Gironde en zijn zijrivieren hebben nog een redelijke elftpopulatie. Peter Beeck uit Nordrhein-Westfalen vertelt over de terugkeer van een vergeten vis. Voor aal kan de Kier beslist veel betekenen 15 De Kier zal gunstig uitpakken voor de uittrekmogelijkheid van schieraal en de intrekmogelijkheid van glasaal, verwacht zoetwatervisdeskundige Jan Klein Breteler. Beroeps- en sportvisserij 17 Beroeps- en sportvisserij werken graag mee aan het herstellen van visbestanden door middel van de Kier. Kier ecologisch gezien niet optimaal, maar wel stap in goede richting 18 De Kier is een belangrijk politiek signaal dat Nederland zijn steentje wil bijdragen aan een gezond internationaal Rijnstroomgebied, zegt André Breukelaar van RWS Waterdienst. Proef met natuurlijk sluisbeheer leerzaam voor herstel zoet-zoutovergangen 20 Volgend voorjaar begint bij de Bergsediepsluis en de Krammersluizen een proef met natuurlijk sluisbeheer.

2 Hoe de Kier vrij baan maakt voor vis De keuze van de titel voor de zoet-zoutplatformdag van 8 oktober 2009 de Kier, vrij baan voor Europese vis, heeft goed uitgepakt. Als dagvoorzitter Hans Drost met zijn karakteristieke belletje het begin van de dag inluidt, is de zaal helemaal vol. Alle aanwezigen zijn op de een of andere manier sterk betrokken bij de Kier die, zoals Drost zegt na tien jaar nadenken en aarzelen, in 2010 opengaat. Onderzoekers en visdeskundigen uit eigen land en Duitsland, sportvissers, beroepsvissers, waterbeheerders, visbeheeradviseurs... iedereen deelt graag in de collectieve kennis die op deze dag wordt gebundeld. Drost: De bijeenkomst is vooral bedoeld om materiaal bijeen te harken waarmee de mensen van RWS Zuid- Holland kunnen werken aan een zo goed mogelijk Kierbeheer. Een optimaal effect op de migratiemogelijkheden van vis is niet alleen een Nederlands belang, maar een internationale aangelegenheid. Veel trekvis die gebruik kan maken van de Kier, gaat op weg naar wateren in Duitsland, België of Frankrijk. De Kier is goed beschouwd een van de hoekstenen van een groter, internationaal herstelprogramma voor het Rijnstroomgebied. We heten daarom vandaag ook twee Duitse onderzoekers bijzonder welkom die bij dit herstelprogramma zijn betrokken. We streven ernaar dat ook bij de openingsceremonie van de Kier een buitenlands geluid te horen zal zijn. Hans Drost (rechts) pagina 2

3 Hoe de Kier werkt De medewerkers van Rijkswaterstaat Zuid-Holland die vanaf januari 2010 de Kier gaan beheren, hebben baat bij zo goed mogelijk inzicht in de gedragingen van vis die stroomopwaarts zwemt en weer naar zee trekt. Omgekeerd kunnen visdeskundigen pas overzien welke effecten de Kier zal hebben, als glas helder is wanneer, hoe en onder welke voorwaarden de spuisluizen ook bij hoog water op zee open zullen staan. Deze informatie komt van de projectleider Kier, Agnes Gonggrijp. Deze dag is voor haar een cadeautje, zegt ze: zoveel betrokkenheid, ook al zal de Kier minder van het estuariene milieu herstellen dan de voorkeursvariant die uit de MER naar voren kwam. Maar over die hele voorgeschiedenis wil ik het nu niet hebben, zegt Gonggrijp, want ook al komt er met de Kier nauwelijks meer getijdendynamiek in het Haringvliet, er is wel degelijk sprake van herstel van een geleidelijke zoet-zoutovergang. Er kómt dus een brakke zone. En dat is winst. Ons uitgangspunt is dus het Kierbesluit uit 2000, want dat zal nu worden uitgevoerd. Agnes Gonggrijp Het principe is eenvoudig Gonggrijp toont een schema waarin met enkele lijnen is aangegeven wat er precies met de sluizen gebeurt en binnen welke marge er speelruimte is. Het basisprincipe is eenvoudig, legt ze uit. De Rijn voert gemeten bij Lobith per seconde gemiddeld m3 water af. Een deel daarvan vindt via de spuisluizen in de Haringvlietdam zijn weg naar zee. Dat spuien gebeurt twee keer per etmaal, en wel als het waterpeil aan de zeezijde lager is dan in het Haringvliet. Stijgt met de vloed het zeeniveau, dan sluiten de sluisdeuren nu nog vóórdat het peil hoger komt dan dat in het Haringvliet. Er mag immers (in de huidige situatie) geen zout binnenkomen. Is de Kier in 2010 een feit, dan gaan bij hoog water op zee niet alle deuren dicht. Eén of meerdere blijven een beetje openstaan om een gecontroleerde hoeveelheid zeewater in te laten. Met de volgende eb stroomt dat grotendeels weer naar buiten, maar er blijft in het westelijk deel van het Haringvliet ook zout achter. Zo ontstaat een brakke zone. Daalt de afvoer van de Rijn bij Lobith tot minder dan m3/s, dan wordt bij eb nauwelijks meer gespuid en moeten bij hoogwater de Haringvlietsluizen dicht. Anders zou er wel zout instromen, maar niet meer wegstromen en dan ontstaan er al gauw problemen door te hoge zoutgehaltes in het Haringvliet. Randvoorwaarden De randvoorwaarden van het Kierbesluit stellen dat ten oosten van de denkbeeldige lijn tussen de monding van het Spui en Middelharnis geen gevaar mag bestaan voor zout in de buurt van zoetwaterinlaten. Een tweede randvoorwaarde is dat het peil op het Haringvliet zoveel mogelijk boven NAP moet blijven. Dit omwille van de scheepvaart. Gonggrijp: Dat betekent in de praktijk dat er tussen augustus en het late najaar regelmatig geen Kier is, want dat is het seizoen met langdurig weinig rivierafvoer. Lees verder op de volgende pagina > pagina 3

4 Zien de sluisbeheerders een periode met weinig water aankomen, dan moeten ze daarop anticiperen door de sluizen bij vloed te sluiten en enkele dagen extra te spuien. Gedurende enkele getijdencycli komt dan geen zout meer binnen, terwijl tijdens het spuien de brakke zone als het ware richting zee wordt weggedrukt. Gonggrijp: We noemen dat zoetspoelen. Dat is nodig omdat in een periode zonder spuien het zout niet netjes in de brakke zone blijft. Het zou zich te veel naar het oosten kunnen verplaatsen. Lerend implementeren Het schema van Gonggrijp laat goed zien dat de speelruimte in het Kierbeheer sterk wordt bepaald door de rivierafvoer. Hoe groter het debiet, hoe meer zout we kunnen binnenlaten, omdat we dat met het spuiwater ook weer kunnen lozen. Een andere speelmogelijkheid zit m in de wijze waarop we zeewater inlaten. Dat kan door één sluis (van 60 meter breed) wijd open te zetten, of door meerdere sluizen tegelijk op een kier te zetten. Het plan is om te beginnen met sluis nummer 15, dat is de derde, gerekend vanaf het zuiden. Kan de Kier groter worden dan gaan ook de sluizen 14 en 16 meedoen. We zullen al doende moeten leren wat het gunstigste effect heeft op de natuur in de brakke zone en in het bijzonder op de vismigratie. Daarom beginnen we bescheiden met een kiertje van 25 m 2. We meten hoe de zoutinstroom zich gedraagt en vergelijken die met onze rekenmodellen. Als het nodig is, stellen we iets bij. Zo gaan we stap voor stap verder. En als op wat langere termijn gegevens binnenkomen over de effecten op vismigratie, kunnen we ook daarvan leren en zonodig het Kier beheer aanpassen. Het kan voor de visintrek bijvoorbeeld nodig zijn om de sluizen vooral s nachts wijd open te laten, en de tijd overdag veel minder te benutten. We zullen zien. Meer informatie agnes.gonggrijp@rws.nl De Haringvlietsluizen pagina 4

5 Jaap Quak: De tijd van toen komt niet meer terug Hij heeft een passie voor historie in relatie met vis en visserij. En daarom verzamelt hij al vele jaren gegevens over welke vis, waar, in welke hoeveelheden voorkwam én werd gevangen. Visbestanden in een grijs verleden. Vanuit die invalshoek schetst Jaap Quak, hoofd cluster Advisering bij Sportvisserij Nederland een historische referentie voor het Haringvliet, met een Kier in de afsluiting. Bij alles wat je onderneemt moet je weten waar je vandaan komt, vindt Jaap Quak. Dat geldt ook voor beheersmaatregelen die je neemt voor vis. Om aan te geven waar de omstandigheden voor vis in het Haringvliet vandaan komen, gaat bij Quak behoorlijk ver terug. Hij beschrijft de periode van 1870 tot Over de gehele periode is zijn documentatie indrukwekkend. Zo bezit hij veel documenten uit het persoonlijk archief van D.E. van Drimmelen, hoofd Visserij Inspectie halverwege de vorige eeuw. In dat archief zit bijvoorbeeld een document uit 1885, waarin ruim honderd vangsten met ankerkuilen in het Haringvliet dat hele jaar rond zijn opgetekend. Daarnaast heeft Quak alle jaarcijfers van de Nederlandse visserij in dit gebied geanalyseerd vanaf 1912, en voor de echte riviertrekvissen vanaf Grote diversiteit Dan begint pas het puzzelen, zegt Quak, Puzzelen met data als losse stukjes. Maar over de ontwikkeling van visbestanden in het Haringvliet is toch wel vrij duidelijk een beeld te geven. Wat meteen opvalt is dat je niet kunt spreken van één historische referentie. Al ver voor de Deltawerken zijn er grote wisselingen te zien in vispopulaties. Het algemene historische beeld van het Haringvliet is dat van een zeer soortenrijke omgeving. Die diversiteit had duidelijk te maken met de uitgestrekte en zeer geleidelijk verlopende gradiënten in zoet en zout, bodemsamenstelling, morfologische toestand, beschut en geëxponeerd water. Het Haringvliet van eertijds had ongeveer 35 verschillende vissoorten, waarvan acht zeer algemeen voorkwamen. Maar het was vooral een compleet estuarium, dat ook veel kreeftachtigen herbergde, zoals vlokreeften en aasgarnalen. Het was dus ook een zeer voedselrijk gebied. Trek je een parallel tussen Haringvliet en voormalige Zuiderzee, dan was het Haringvliet veel rijker aan soorten. Van de belangrijkste soorten en hun verschillende levensstadia weten we ook wanneer ze in het Haringvliet huisden: haringlarven van maart tot juni, jonge haring na juni, volwassen spiering het hele jaar rond met een forse piek in winter en voorjaar, spieringlarven vanaf juni, rivierprik het jaar rond, jonge fint en elft in het najaar en de volwassen vissen van april tot en met juni, aal, bot en driedoornige stekelbaars ook het hele jaar rond. Gevolgen van harde ingrepen Historische gegevens leren nog meer. Quak toont aan de hand van harde cijfers aan dat de betekenis van het Haringvliet voor vis meerdere malen is veranderd door de riviernormalisaties in het benedenrivierengebied. De aanleg van de Nieuwe Merwede en de Bergse Maas, en later de afdamming van de Brielse Maas, hebben ertoe geleid dat het debiet in het Haringvliet is toegenomen. Dat is aan de hand van vangstgegevens goed te zien. De hoofdroute van trekvissen verlegt zich sinds 1890 steeds meer naar het Haringvliet. Toch kunnen lang niet alle ontwikkelingen uit historische gegevens worden verklaard. Zo is het volgens Quak nog onduidelijk hoe het komt dat het visbestand in het Haringvliet omstreeks de oorlogsjaren sterk is afgenomen. Vooral de fintpopulatie is dramatisch ingestort. Maar ook de vangsten van bot, aal en spiering liepen fors terug. In 1938 zijn nog 1,2 miljoen stuks fint gevangen, zes jaar laten nog maar en dat komt aanwijsbaar niet doordat er verhoudingsgewijs minder is gevist. We zoeken de oorzaken in een combinatie van extreme weersomstandigheden (zeer warme zomers in combinatie met strenge winters) en de verslechterende waterkwaliteit. De explosieve uitbreiding van de Duitse wapenindustrie in het Ruhrgebied heeft ongetwijfeld effect gehad op de kwaliteit van het Rijnwater. Kort na de oorlog kwam (met ruggesteun van het Marshallplan) al snel een grootschalige wederopbouw met industrialisering op gang waaronder met stip de chemische industrie. Sleuteljaar 1947 Het jaar 1947 is misschien wel het sleuteljaar : een extreem droge en warme zomer (met overal in het land Lees verder op de volgende pagina > pagina 5

6 Jaap Quak (midden) grote vissterfte), een strenge winter en een slechte waterkwaliteit. Een belangrijke oorzaak van de sterfte bleek de sterke verzilting; door de zeer lage afvoer drong het zoute water ver de rivieren in. De visstand kreeg grote klappen en heeft menig visser doen besluiten liever vast werk op de wal te zoeken. De sterk dalende aanvoercijfers weerspiegelen dus waarschijnlijk twee samenhangende processen: een afnemend visbestand als gevolg van weerextremen en waterverontreining en daardoor een afnemende visserij-intensiteit. Conclusies Dat geeft volgens Quak ook aan dat we wel mogen, maar niet kunnen dromen van een terugkeer naar de tijd van toen, enkel en alleen als gevolg van de Kier. De Kier is een welkome maatregel, maar de effecten ervan moeten we bezien in een context van veel meer factoren. Wel kunnen we uit historische data een paar aardige conclusies trekken die van belang kunnen zijn voor het perspectief dat de Kier biedt: - het Haringvliet is tot aan de afsluiting steeds belangrijker geworden als migratieroute voor trekvissen - het Haringvliet ontleende zijn betekenis voor vis ook in belangrijke mate aan de grote hoeveelheid voedsel met name kreeftachtigen die in brak water veel voorkomen, en in zoet water niet. Als het herstel van een brakke zone een gunstig effect heeft op dat voedselaanbod, is dat voor alle vissoorten van belang - een gedeeltelijk hersteld estuarien karakter is zonder meer winst als kinderkamer voor spiering, haring, bot en fint. Alles bij elkaar genomen: het Haringvliet was beslist meer dan alleen een doortrekroute. Het systeem vertegenwoordigde voor een aantal soorten een essentieel paai- en opgroeihabitat en was een belangrijk foerageergebied. De Kier brengt waarschijnlijk beperkt herstel van de vroegere paai-, kinderkamer- en foerageerfuncties van het Haringvliet, en veel ingrijpender herstel van het gebied als doortrekroute. Meer informatie quak@sportvisserijnederland.nl pagina 6

7 Tim Vriese: Afvoer via Haringvliet ook met Kier bepalende factor voor visbestanden Aan de zeezijde van de Haringvlietdam houden zich relatief veel vissoorten van verschillende ecologische groepen op. Dat zegt iets over de effecten die we van de Kier kunnen verwachten op de visbestanden in het Haringvliet. Maar ook met Kier blijft de invloed van de wisselende afvoer van rivierwater bepalend. Dit is de hoofdconclusie van het onderzoek dat bureau VisAdvies de afgelopen jaren deed naar de visbestanden in het Haringvliet. Tim Vriese van VisAdvies geeft tekst en uitleg. Monitoring van visbestanden (foto: Visadvies) Een sluis met een Kier en een brakke zone in het Haringvliet. Wat biedt dat voor kansen aan vissoorten zoals fint, bot en spiering? Die kansen hangen nauw samen met de functie van het gebied als paaiplaats, kinderkamer en rustgebied voor vissen. Om daarover uitspraken te kunnen doen, moesten de onderzoekers een toekomstbeeld schetsen op basis van de soorten en aantallen vissen die nu in het Haringvliet én in de Voordelta voorkomen. Voor verschillende situaties die na opening van de Kier ontstaan, zijn daarom vergelijkbare locaties gezocht: - de sterk brakke zone met een relatief hoog zoutgehalte - de zone waarin zee- en rivierwater goed zijn gemengd - de zone waarin rivierwater enigszins door zout wordt beïnvloed - het zoetwatergetijdengebied De eerste twee zones komen voor aan de zeezijde van de Haringvlietdam, de laatste twee op het Haringvliet zelf. Mooi veldwerk Met boomkor, elektrovisapparaat en zegennet is drie jaar lang het visbestand opgenomen; buiten de dam op drie locaties en in het Haringvliet op zeven locaties. Enerverend en mooi veldwerk, volgens Vriese. Maar ook wel afzien bij ronduit slechte weersomstandigheden. Of wanneer het net barstens vol wier zat waaruit we de vis stuk voor stuk moesten sorteren. De vangstgegevens zijn verdeeld over verschillende ecologische groepen: diadrome soorten, estuarien residente soorten, mariene juvenielen, mariene seizoensgasten, dwaalgasten en uitgesproken zoetwatersoorten. Vriese beklemtoont dat de gegevens uit dit onderzoek geen resultaten zijn van een diepgaande analyse. Het is meer een snapshot van de uitgangssituatie, maar wél een momentopname met een doorlooptijd van drie jaar. Een heel lange T-0-meting eigenlijk. Het antwoord op de vraag welke vis in welke hoeveelheden van de Kier kan profiteren, hebben we dus wel goed in beeld. Gevarieerde habitat niet alleen bepalend voor diversiteit in soorten Vriese toont aan de hand van de vangstcijfers aan dat een gevarieerde habitat bepalend is voor het aantal aangetroffen soorten. Zo nemen we duidelijk veel vissoorten waar op locaties met kreken, zowel diepe als ondiepe zones, verschillende soorten substraat, gevarieerde vegetatie en ook wisselende stromingspatronen. In 2006 scoorden bijvoorbeeld de Korendijkse Slikken, de Beninger Slikken en de Scheelhoek hoog, met respectievelijk 14, 13 en 11 soorten. Op locaties die in een Lees verder op de volgende pagina > pagina 7

8 Tim Vriese (rechts) of meerdere opzichten eentonig zijn, komen veel minder soorten voor. De locaties Haringvlietsluizen, Slijkplaat en Quackgors scoorden in hetzelfde jaar achtereenvolgens 6, 6 en 8 soorten. In de jaren na 2006 waren de scores in soorten en aantallen op alle locaties echter beduidend lager. Vriese legt een rechtstreekse relatie met het debiet van de rivieren in die jaren en daarmee met het aantal dagen dat er niet of nauwelijks is gespuid. Wij trekken de conclusie dat de rivierafvoer via het Haringvliet de belangrijkste variabele is. Veel afvoer en open sluizen zorgen voor meer zoetwatersoorten in de Voordelta. De verschillen in zoutgehalten die zo ontstaan, leiden daar tot een grotere diversiteit aan ecologische groepen. Verder is van grote invloed in welke periode van het jaar er meer of minder afvoer is van rivierwater. Kier verandert beeld De minder harde overgang tussen zoet en zout die door de Kier ontstaat, zal volgens Vriese een ander beeld geven van de verspreiding van soorten. Nu zijn aan weerszijde van de dam enkele soorten sterk dominant. In de Voordelta zijn dat sprot, verschillende grondels en bot. In het Haringvliet zien we voornamelijk baars, blankvoorn, brasem, snoekbaars, winde, en bot. Locaties met steenbestorting op de vooroever herbergen opvallend veel jonge aal. Staan de sluizen straks min of meer continu op een kier, dan strekken de vier zones van de zoet-zoutgradiënt zich uit van de Voordelta tot aan Tiengemeten. Alle soorten in alle ecologische groepen krijgen dan de kans om meer verschillende habitats te benutten. Zoetwatervissen die zich naar buiten wagen, hoeven dat niet meer met de dood te bekopen. Zeevissen kunnen even in- en uitzwemmen. De diadrome soorten ondervinden minder hinder op hun lange-afstandsmigratie. De vloedstroom geeft de juvenielen van allerlei soorten, maar vooral aal, een welkome lift. Conclusie: zowel in de Voordelta als in het Haringvliet zal een breder soortenspectrum ontstaan. Maar, relativeert Vriese, we moeten met dit soort verwachtingen wel realistisch blijven. In een langdurige droge periode met weinig afvoer gaat de Kier dicht en vallen we terug naar de huidige situatie. Meer informatie vriese@visadvies.nl pagina 8

9 Martin de Graaf: Vooral goed kijken naar het gedrag van vis Als de Kier straks een feit is en Rijkswaterstaat al lerend wil implementeren, komt het volgens Martin de Graaf, adviseur van Imares, aan op een goede afstemming van het Kierbeheer op het gedrag van verschillende vissoorten. Om snel en tegen geringe kosten te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens, kan Rijkswaterstaat volgens hem het best gebruik maken van alle al lopende monitoringprogramma s. De ene vis is de andere niet. Elke soort zal dus op zijn eigen wijze gebruik maken van het fenomeen Kier. De Graaf benadrukt dat de Kier vissen weliswaar de mogelijkheid biedt om het voormalige estuarium van het Haringvliet weer binnen te trekken, maar het blijft volgens hem een onnatuurlijke situatie. Vissen hebben te maken met stroomsnelheden, de hoogte van de Kier boven de bodem, de diepte vanaf het wateroppervlak, de sterkte van de lokstroom, de effecten van het turbulente water. Sommige soorten laten zich met de vloedstroom mee naar binnen voeren, andere soorten zwemmen liever tegen een zoete ebstroom in naar binnen. De ene soort trekt snel door een riviermonding heen naar bovenstrooms gebied, de andere blijft daarentegen lang in een estuarium hangen. Zo is van visgedrag een kaart te maken waarop het Kierbeheer zo goed mogelijk kan worden afgestemd. Zoek de speelruimte Om in de Haringvlietsluizen echt slim met die kleppen te kunnen spelen, zou volgens De Graaf op kleine schaal meer bekend moeten zijn over de plaatsen waar vis die naar binnen of naar buiten wil, zich ophoudt. Zwemmen ze recht voor de sluis? Zitten ze aan de noordkant of bij de zuidelijke sluisdeuren? Zwemmen ze op tien meter of honderd meter afstand? Bij de bodem of aan de oppervlakte? Dat is voor ons een kennisleemte. Het is in ieder geval niet zo dat alle vissoorten voor de sluizen liggen te wachten en dat je de deuren maar op een kier hoeft te zetten om ze binnen te laten. Daarnaast houden de sluizen primair hun regulerende functie voor het peil en de stroming in het benedenrivierengebied. De Graaf: Dat én de randvoorwaarden in het Kierbesluit bepalen de marge waarbinnen de beheerders met de Kier kunnen experimenteren. Martin de Graaf Lees verder op de volgende pagina > pagina 9

10 Het wordt dus zoeken naar de kansen binnen die speelruimte. Zo zou kunnen blijken dat de Kier in een bepaald jaargetijde misschien wat kleiner moet zijn, of dat de sluizen in de uren rond de kentering het best zo ver mogelijk open kunnen. De Graaf grijpt terug op de ervaringen die zijn opgedaan bij proeven met het spuibeheer bij de Afsluitdijk. Vroeger was het daar regel dat de sluizen al dicht gingen als bij rijzend water het peil buiten 10 cm lager was dan het peil binnen. Bij wijze van proef is het moment van sluiten uitgesteld tot het peil aan beide zijden even hoog was. Dat zorgde voor een enorme toename van intrekkende vis, maar het bracht ook meteen een grotere zoutlast met zich mee. Meeliften met monitoringprogramma s Net als iedereen zou ook De Graaf graag boven de sluisopeningen hangend willen kunnen zien hoeveel vis van welke soort er zoal in- en uitzwemt. Die wens gaat nooit in vervulling en daarom zou je geneigd zijn om bij de sluizen zelf de effecten van de Kier te monitoren. Dat soort waarnemingen is essentieel om de bediening van de sluisdeuren goed af te stemmen op het trekgedrag van de vis, en zal zeker moeten worden verricht. Maar voor de monitoring moeten we zoiets vooral niet doen! Veel effectiever is het om op grotere afstand te meten welke veranderingen zich voordoen. Het gaat dan niet alleen om metingen in het Haringvliet, maar ook buitengaats. Je kunt immers pas conclusies trekken over de werking van de Kier als je de visbestanden in zoet én zout in beeld hebt. Het lijkt mij logisch dat Rijkswaterstaat voor de buitengaatse situatie gegevens betrekt van de jaarlijkse Demersal Fish Survey, die al sinds mensenheugenis de visbestanden langs onze kust in beeld brengt en een of twee meetpunten in de Voordelta heeft liggen. Daarnaast zou gebruik kunnen worden gemaakt van het onderzoek dat Imares tussen 2009 en 2015 uitvoert naar de effecten van de Tweede Maasvlakte op vis. Daaruit komen gegevens die ook bruikbaar zijn voor een actueel beeld van het visaanbod buitengaats. In het Haringvliet zou Rijkswaterstaat volgens De Graaf met een eenvoudige datakoppeling kunnen meeliften met het landelijk fuikenmeetprogramma dat beroepsvissers in opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst uitvoeren. Op drie locaties in het Haringvliet staan fuiken die aan dit programma bijdragen. De Graaf: Vis die binnenkomt, zwemt overal heen, maar belandt ook in fuiken van beroepsvissers. Neemt van een bepaalde soort de populatie toe, dan zullen van die soort ook meer exemplaren in de fuiken verzeild raken. Dit meetprogramma geeft een aardige indicatie en kost bijna niets! Een prachtkans. Meer informatie martin.degraaf@wur.nl pagina 10

11 Dethlev Ingendahl: Internationale zalmen door de Nederlandse Kier Zalm (foto: RWS Waterdienst) De Zalm is de afgelopen twintig jaar hét internationale symbool geweest voor het herstel van de Rijn. Detlev Ingendahl van het Landesamt für Natur, Umwelt und Verbraucherschutz Nordrhein-Westfalen stelt dat de grote internationale inspanningen hebben aangetoond dat de zalm kan terugkeren in de Noordzee en de Rijn. Maar ze hebben nog niet geleid tot het einddoel: een zalmpopulatie die zichzelf in stand kan houden. De Kier is één van de maatregelen om dat doel wel te halen. Ooit was de Rijn een van de belangrijkste Europese zalmrivieren. Hoofdrivier en zijrivieren waren aan het eind van de 19e eeuw goed voor een vangst van maar liefst ton zalm per jaar. Vanaf het begin van de twintigste eeuw slonk het zalmbestand in de Rijn gestaag. Het bereikte het nulpunt in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Ingendahl noemt de belangrijkste oorzaken waardoor de zalm verdween: Verlies aan natuurlijkheid en dynamiek in het riviersysteem. Denk aan normalisatie van de bovenstroomse zijrivieren, de bouw van stuwen en dammen in de zijrivieren, de bovenloop van de Rijn zelf en de Nederlandse Delta, verslechtering van de waterkwaliteit, intensieve visvangst en het cumulatieve effect van al deze factoren. Intensieve visvangst op zich hoeft bijvoorbeeld het visbestand niet per definitie in gevaar te brengen, maar doet dat wel als de populatie als gevolg van andere factoren toch al onder druk staat. Symbool voor een gezonde Rijn Lange tijd leek het alsof het verdwijnen van de zalm en de terugval van andere vissoorten werden geaccepteerd. Je hoorde er in ieder geval weinig klachten over en er werd zeker geen actie ondernomen. De brand bij chemieconcern Sandoz in Basel, in 1986, bracht daar volgens Ingendahl verandering in. Sandoz was een keerpunt. Het ongeluk was over een afstand van zevenhonderd kilometer dodelijk voor alle vis in de Rijn. Mensen werden er zich met een schok van bewust dat dit zo niet langer kon. De eerstvolgende ministersconferentie van Rijnoeverstaten proclameerde de zalm tot vlaggenschip voor het herstel van de Rijn. Lees verder op de volgende pagina > pagina 11

12 van de Sieg, dan zien we op sommige locaties al wél een voldoende terugkeerpercentage. Het kán dus wél, en dat is een aanmoediging om nóg meer werk te maken van gunstiger omstandigheden. We doen dat door de zijrivieren weer natuurlijker te maken, compleet met omgevallen bomen in het water, door de effectiviteit van vispassages te verbeteren en door de sterfte van smolts in waterkrachtcentrales te verminderen. Nu ligt het sterftecijfer per centrale op 5 tot 10 procent van de passerende vis. Na zes centrales ben je een kwart van de moeizaam geherintroduceerde smolts weer kwijt. Vóór de centrales moeten draadschermen komen met een maaswijdte van 10 millimeter. Ten slotte gaan we in eigen land uitsluitend nog smolts uitzetten die we opkweken met teruggekeerde Rijnzalm, hoe klein de Rijnpopulatie nu nog moge zijn. Detlev Ingendahl Pogingen om de zalm opnieuw in het Rijnsysteem te introduceren, begonnen met een programma in de meest kansrijke zijrivier: de Sieg in Duitsland. Deze zijrivier komt in de deelstaat Nordrhein-Westfalen even ten Noorden van Bonn in de Rijn. Niet ver bovenstrooms van dat punt is een meetstation voor het monitoren van trekvis. Daarna zijn herintroductieprogramma s gestart in andere zijrivieren, in de Midden-Rijn en (Duitse) Beneden-Rijn. Ingendahl toont een reeks cijfers en tabellen. In de afgelopen twintig jaar zijn in Nordrhein-Westfalen in totaal 10 miljoen jonge zalmen (smolts) uitgezet die rijp waren voor hun trek naar zee via de Nederlandse Deltawateren. Sinds 1990 zijn zalmen geregistreerd die weer in de Duitse zijrivieren terugkeerden. Zalmen kúnnen zich dus redden in onze Rijn en onze Noordzee. De laatste terugkeercijfers dateren van Toen hebben we in 200 ha zijrivieren niet minder dan 1400 terugkerende zalmen geteld. Dat is een groot aantal volwassen zalmen, maar toch slechts 0,7 procent van het aantal uitgezette smolts. Om een zalmpopulatie op eigen kracht te laten voortbestaan, moet de terugkeer minstens 2 procent zijn, dus deze 0,7 procent is nog te laag. Licht aan het einde van de tunnel Ingendahl toont zich echter een optimistisch en vasthoudend mens. Hij wijst erop dat in elk geval het principe van de herintroductie blijkt te werken. Kijken we bijvoorbeeld beter naar verschillende deeltrajecten De Kier: een Nederlandse bijdrage Met deze maatregelen ziet Ingendahl het doel dichterbij komen, maar ze zijn waarschijnlijk nog niet voldoende. Er blijft dan nog één maatregel over om boven de 2 procent terugkeer te komen: in Nederland moet de verbinding met zee worden hersteld. Nu is tweederde van de riviermonding afgesloten. Daardoor komt nu meer dan zestig procent van de zalm via de Nieuwe Waterweg naar binnen. Maar juist de Nieuwe Waterweg is voor zalm verre van ideaal. Ook het Haringvliet moet dus weer open, betoogt hij. De Kier vind ik een goede eerste stap, die zeker effect zal hebben. Zonder Kier stoot de zalm die van zee komt, letterlijk zijn neus tegen de sluisdeuren. Ik verwacht dat de Kier ervoor gaat zorgen dat de zalm voortaan gemakkelijker weer naar binnenkomt, en tweederde van de zalmen via het Haringvliet. Internationaal vervolg Eén extra voorwaarde wil Ingendahl ook nog onderstrepen: Samenwerking tussen de Rijnoeverstaten is van het grootste belang. Samen monitoringprogramma s opzetten, samen verbeteringsmaatregelen bespreken en op elkaar afstemmen, regelmatig en grondig gegevens uitwisselen. Ook die aanpak is een wezenlijke voorwaarde voor succes. Wat dat betreft ben ik blij dat we nu met twee Duitse gastsprekers aanwezig zijn op jullie Nederlandse Platform. En met een knipoog naar de sportvissers: Lukt het ons om het percentage terugkerende zalm weer boven de 5 procent te krijgen, dan kan in de Rijn ook weer op zalm worden gevist. Maar reken daar de komende 20 jaar nog niet op. pagina 12

13 Peter Beeck: De Kier: hoeksteen van internationale inspanningen voor de Rijnelft Is het al een internationale en langdurige opgave om de zalm terug te brengen in de Rijn, nog groter is de uitdaging om de rivier weer geschikt te maken voor de elft. Deze trekvis, die in de negentiende eeuw nog voorkwam in alle rivieren van West-Europa, is in 1933 voor het laatst in de Rijn gevangen. In heel Europa is nu alleen nog het Zuid-Franse stroomgebied van de Gironde overgebleven als leefgebied voor de Europese elft. Pieter Beeck van de Duitse Stiftung Wasserlauf für Gewässerschutz & Wanderfische in Nordrhein-Westfalen, vertelt over de Frans-Duits- Nederlandse samenwerking rond de terugkeer van deze vergeten vis in het Rijnstroomgebied. De elft behoort tot de haringachtigen. Hij wordt alleen een stuk groter dan de haring die de Noordzeevissers aan de wal brengen. Een volwassen elft kan 80 centimeter lang worden en weegt dan drie kilo. Een ander groot verschil met de gewone haring is dat de elft naar zoet rivierwater trekt om te paaien. De Maifisch noemen ze hem in Duitsland, vertelt Beeck. Omdat de paringsdans van de elft in de maand mei met zoveel gespetter en geplas gepaard gaat, dat het voor mensen die aan de rivier wonen een markant moment is in het seizoen. Dat wil zeggen, tot aan het eind van de negentiende eeuw, toen Rijnvissers nog jaarlijks meer dan elften vingen. Elft en Rijn hoorden zo sterk bij elkaar dat de vis zich stevig heeft genesteld in de volkscultuur. Elft stond als delicatesse in elk restaurant en in elk café op de menukaart. En Keulen heeft nog altijd zijn jaarlijkse Elftfestival. Dat ondanks het feit dat het alweer meer dan 70 jaar geleden is dat het laatste exemplaar in de Rijn is gevangen. Frans-Duits-Nederlands project De diep gewortelde gehechtheid aan de elft zal er zeker toe hebben bijgedragen dat deze vis in Duitsland naast de zalm een krachtig symbool is van een gezonde Rijn. Beeck toont foto s van het uitzetten van jonge elft. De milieuministers van Hessen en Nordrhein-Westfalen staan met lieslaarzen aan tot hun knieën in het water; klaar om hun emmertjes met jonge vis te legen. Op de oever tientallen camera s. Draagvlak tot en met. Op de achtergrond van dit soort taferelen staat inmiddels een Duits-Frans-Nederlandse samenwerking van lokale en regionale overheden, maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstituten. Vanuit Frankrijk neemt de provincie Elftfestival 2008 in Keulen (foto: LANUV/NRW) Aquitaine deel en vanuit Nederland onder andere de Stichting Sportvisserij Nederland. Voor dat alles vormt het Europese Life-programma een stevig fundament; het gaat hier uiteindelijk om het benutten van unieke vis uit een Europese Ark van Noach. Het programma voor herintroductie van de elft startte in 2007 en loopt tot en met Dan zullen in totaal Lees verder op de volgende pagina > pagina 13

14 Peter Beeck 5 miljoen jonge elften zijn uitgezet in de Duitse middenloop van de Rijn. Als een soort Ark van Noach levert de Gironde al deze jonge elften die in de Rijn nodig zijn. De Gironde herbergt namelijk niet alleen de laatste levensvatbare Euopese elft, maar is ook de enige streek in Europa waar nog ervaring is met het opkweken van jonge elft op grote schaal. Zo zijn in 2008 en 2009 al ruim 2 miljoen visjes van de Gironde overgebracht naar het Rijnsysteem. Als larve en als hele kleine vis zakt de jonge elft de rivier af, om vervolgens jarenlang in zee op te groeien. Vijf jaar later zoekt de volwassen geworden elft de rivier weer op. Na alle Frans-Duitse inspanning, komt op dát moment de Nederlandse Kier in beeld: zal het de elften lukken om die te benutten? In 2013 en volgende jaren bekijken de bij het herintroductieprogramma betrokken partijen dus met grote spanning hun monitoringgegevens. De Kier en de elft De grote vragen waarmee het herintroductieprogramma zich bezighoudt, hebben voor een deel te maken met het trekgedrag van de elft. Zo is gebleken dat de vis sterk turbulent water vermijdt. Dit heeft consequenties voor het ontwerp van vispassages in de Rijn en zijn zijrivieren. Het geeft wellicht ook richtlijnen voor de bediening van de Kier: liever kortere periodes met een kleine stroomsnelheid wijd open, dan lange tijd een beetje open waarbij het zoute water turbulent naar binnen spuit. tot het nacht is; dan zwemt hij pas verder. Het is onduidelijk of hij ook in het diepe, troebele en zoute water voor de Kier zo n angst voor schaduwen heeft. Het zou heel goed kunnen. In dat geval zou ook de Kier vooral bij nacht passeerbaar moeten zijn. Zulke exclusief nachtelijke trek is ook van spiering bekend. Spiering trekt bij voorbeeld vanuit de Waddenzee op naar het IJsselmeer via de spuisluizen in de Afsluitdijk. Overdag is er in de sluizen geen spiering te bekennen, maar s nachts gaan er enorme hoeveelheden spiering doorheen, mits de sluisdeuren op een verstandige manier worden bediend. Zo zijn de Haringvlietsluizen volgens Beeck een belangrijke sleutel voor het welslagen van het internationale herintroductieprogramma. Maar het Kierbesluit is niet meer dan een eerste stap. Uitvoering van het Kierbesluit vergroot de kans op succes van naar zee migrerende larven. Larven van rond de 70 dagen oud kunnen een directe overgang van zoet naar zout water aan, maar jongere larven hebben een brakke zone nodig voordat ze in zeewater terechtkomen. Het gedeeltelijke herstel van het brakke karakter van het westelijk Haringvliet zal dus bijdragen aan de succesvolle migratie van elftlarven naar zee. Voor stroomopwaarts zwemmende elft biedt de Kier vooral soelaas wanneer de sluizen openstaan bij een matige stroomsnelheid, dus rond de momenten van kentering en met een zo groot mogelijke opening nabij de bodem. In rivieren en beken schrikt de elft terug voor schaduwen van bruggen of overhangende bomen. Hij wacht daar pagina 14

15 Jan Klein Breteler: Voor aal kan de Kier beslist veel betekenen Zoetwatervisdeskundige Jan Klein Breteler verrast de deelnemers aan de platformdag met een optimistische verwachting van het effect van de Kier op de migratiemogelijkheden van schieraal en glasaal. Schieraal is de volwassen aal die uit het zoete water weg wil trekken naar zee, en glasaal is de jonge aal die vanuit zee het zoete water in wil trekken. De Kier zal gunstig uitpakken voor de uittrekmogelijkheid van schieraal en zal de intrekmogelijkheid van glasaal aanzienlijk verbeteren. Aal heeft de reputatie een raadselachtige vis te zijn. Van de grote migratiecyclus van en naar de Sargassozee liggen bijvoorbeeld nog lang niet alle puzzelstukjes op hun plaats. Jan Klein Breteler van visonderzoekbureau Vivion doet er nog een raadsel bij. De Rijnpopulatie van wegtrekkende schieraal bedraagt ongeveer 300 ton, die van de Maas ongeveer 100 ton. Van de Maaspopulatie trekt 58 procent via het Haringvliet naar buiten en de rest via de Nieuwe Waterweg. De schieraal uit de Rijn kiest echter massaal voor de Nieuwe Waterweg; slechts 4 procent van deze populatie neemt de route via het Haringvliet. Deze zeer uiteenlopend percentages kunnen niet worden verklaard uit de waterverdeling in het benedenrivierengebied. Mogelijk heeft het iets te maken met geuren. Aal heeft een formidabel reukvermogen. Kortere wachttijd en betere overleving voor schieraal De Kier in de Haringvlietsluizen zal dus voornamelijk ten goede komen aan schieraal uit het Maassysteem. En dan gaat het volgens Klein Breteler om meer dan de genoemde honderd ton. Dat is namelijk de hoeveelheid die bij Lith langs zwemt. Daar moet je de schieraal bij optellen die in het gebied tussen Lith en de Haringvlietsluizen leeft. We hebben daar geen meetgegevens van, maar gezien het grote oppervlak van Hollands Diep en Haringvliet zou daaruit jaarlijks misschien wel een extra 100 ton naar zee kunnen trekken. Schieraal trekt in het najaar naar zee. En in dat seizoen is er gemiddeld een lage rivierafvoer, zegt Klein Breteler. Van augustus tot november is gedurende 57 procent van de tijd de afvoer langer dan een week minder dan 1500 kubieke meter per seconde en dan zijn de sluizen permanent dicht. Geen Kier (die voor de uittrek niet van belang zou zijn), maar ook geen spuistroom naar zee. De aal die naar zee wil, hoopt zich dan op voor de sluizen, teert in op zijn vetvoorraad die nodig is voor de lange tocht naar de paaiplaatsen in de Sargassozee. Erger is, dat de aal daar een makkelijke prooi is voor de vissers is. De mannelijke aal is daarnaast ook kwetsbaar voor de aalscholvers want die is veel kleiner dan de vrouwelijke. Maar betrouwbare gegevens over het percentage aal dat deze laatste barrière in het riviersysteem niet haalt, zijn er volgens Klein Breteler niet. Lijkt schieraal dus weinig profijt te hebben van de Kier, énig profijt is er toch wel, meent Klein Breteler: Elk moment van opening van de Haringvlietsluizen in het najaar draagt meer dan evenredig bij aan de ontsnapping van schieraal naar zee. De Kier zal de hoeveelheid schieraal die aan vissers of aalscholvers ten prooi valt zeer waarschijnlijk verminderen. Glasaal krijgt het goed Jonge aal die in het voorjaar de kust nadert, heeft in het larvenstadium al een zeer lange reis gemaakt. Nabij de kust wordt het visje voor het eerst herkenbaar als aaltje. Om zich te verplaatsen, laat het zich in een hogere waterlaag in de gewenste richting met de vloedstroom meedrijven en zet het zich op de bodem vast tijdens tegenstroom. Klein Breteler schetst hoe het verder gaat in een natuurlijke situatie: Glasaal trekt op deze wijze de rivieren op tot het punt waar het estuarium eindigt, dus waar de getijdenwerking ophoudt. Daar hopen de aaltjes zich gedurende een aantal weken op, passen zich aan en zwemmen op eigen kracht verder. Zo gaat het in een natuurlijk estuarium. Sinds de afsluiting van het Haringvliet gaat de getij-invloed niet verder dan de dam en de sluizen. De zoete lokstroom van gespuid rivierwater, dat er in het voorjaar bij de Haringvlietsluizen voldoende is, trekt echter wel de glasaal aan. Vroeger waren dat grote hoeveelheden, nu het slecht gaat met de aal zijn het er relatief weinig. Welk deel daarvan momenteel door de visgoot en de schutsluis naar binnen kan komen, is onbekend. De ophoping van glasaal die zo aan de buitenkant van de sluizen ontstaat, luidt geen nieuwe levensfase van die Lees verder op de volgende pagina > pagina 15

16 Jan Klein Breteler glasaal in, want deze trekt vermoedelijk weg op zoek naar een alternatief of valt ten prooi aan de vele belagers. Vooruitblikkend op het effect van de Kier ziet Klein Breteler een totaal andere situatie. Als de sluizen op een kier staan, komt de glasaal bij vloed met zijn natuurlijke trekgedrag gewoon mee naar binnen. Daarna heeft hij in het hele westelijk deel van het Haringvliet de ruimte om zich te verstoppen, in te graven en veilig uit te groeien tot kleine paling of verder te trekken naar het achterland. We kunnen het effect van de Kier niet precies berekenen en we weten niet over welke hoeveelheden we praten, maar dat doet er ook niet zoveel toe, want de glasaal zal het gewoon gaan doen, in plaats van verloren te gaan aan de buitenzijde van de Haringvlietsluizen! Meer informatie pagina 16

17 Beroepsvisserij en sportvisserij tonen zich medeverantwoordelijk Niet op het programma, maar wel goed voor een warm applaus is de spontane adhesiebetuiging van beroepsvisser Wim Klop. Hij vindt het positief dat overheid, sector en wetenschap de laatste jaren meer dan ooit samen optrekken. En dat is ook hard nodig, want wij hebben in het water iets dat van levensbelang is en dat we moeten zien te houden, de vis. Ons vissersgeslacht is al vier eeuwen oud. Behalve ons bedrijf zijn er nog zo n 240 kleinere visbedrijfjes en iedereen kijkt vol verwachting uit naar het openzetten van die Kier. Want als de aal herstelt en ook andere soorten, dan mag ik hopen dat we ook weer wat meer mogen vissen. Als de Kier er eenmaal is, dan gaat het beter. Dat is voor Klop geen vraag. De vis ligt nu gewoon voor de deur. Zet de deur open en hij floept zo naar binnen. Dat de Kier voor de visstand, de natuur, maar ook voor ons van grote betekenis zal zijn, dat staat wel vast. Klop spreekt tot slot de hoop uit dat de vissers nog bestaan, als in het Haringvliet de visstand zal zijn verbeterd. Sportvissers zullen zich aanpassen Ook van de sportvissers komt een uitgestoken hand; ook zij willen zoveel mogelijk samenwerken voor het herstel van natuurlijke visbestanden. Jaap Quak van Sportvisserij Nederland wijst erop dat die intentie in duidelijke bewoordingen is vastgelegd in het beleidsplan Zilveren stromen van zijn federatie. Dat betekent in de praktijk dat wij sportvissers zeker niet zullen aanmoedigen om naar hartenlust te gaan vissen op soorten die daar nog geen draagkracht voor hebben. In feite heeft de sportvisser op het Haringvliet zich altijd al aangepast. Vroeger was het ruig werk dat maar weinigen aantrok. Tegenwoordig vinden we vooral sportvissers die zich hebben gespecialiseerd in een bepaalde soort. De effecten van de Kier zullen ongetwijfeld enige invloed hebben op het type sportvissers die het Haringvliet opzoeken. Wij zullen dat met goede voorlichting begeleiden. Beroepsvisser Wim Klop Jaap Quak pagina 17

18 André Breukelaar: Kier ecologisch gezien niet optimaal, maar wel stap in goede richting Aan het eind van de platformdag geeft André Breukelaar een allesomvattende beschouwing over de ecologische betekenis van de Kier. Hij vat daarmee tevens de eerdere bijdragen samen. Ik zie het als een eerste stap. De Kier is van grote waarde voor migrerende vis en de harde zoet-zoutovergang wordt (deels) opgeheven, zegt Breukelaar, en het openen van de Kier is daarnaast een belangrijk politiek signaal dat Nederland zijn steentje wil bijdragen aan een gezond internationaal Rijnstroomgebied. André Breukelaar Breukelaar vat samen wat de Kier in feite doet: de harde zoet-zoutovergang opheffen. De directe gevolgen daarvan zijn meer kansen voor trekvissen, en herstel van estuariene gradiënten in het Westelijke Haringvliet. Dat laatste gaat meer habitats opleveren en een grotere soortenrijkdom. De ervaringen met het herstel van deze zoet-zoutovergang zijn niet alleen voor het Haringvliet zelf van belang, maar voor de gehele Zuidwestelijke delta. Herstel van estuariene dynamiek is immers voor het hele gebied benoemd als een doel van het beleid. Optelsom van zegeningen Breukelaar somt nog eens alle verwachtingen op die vanuit verschillende gezichtpunten het optimisme over de Kier rechtvaardigen. De Kier zal ons rivierensysteem ecologisch gezien veel beter verbinden met de Voordelta. Zelfs bij een minimale instroom van zeewater is al veel resultaat te bereiken met goede afstemming van het kierbeheer op het gedrag van verschillende vissoorten. Een veelzijdiger habitat zal meerdere soorten aantrekken. Zoetwatersoorten kunnen naar buiten én weer naar binnen. Vissen die over lange afstanden migreren, ondervinden minder belemmering, terwijl de estuariene zone hen helpt te acclimatiseren. Voor meerdere soorten, zoals spiering, haring, bot en fint heeft de estuariene zone een kinderkamerfunctie. In het Westelijke Haringvliet zullen de populaties aasgarnalen en vlokreeften toenemen en dat betekent meer voedsel voor vissen. Sportvissers kunnen uitzien naar een Haringvliet met een interessantere samenstelling van het visbestand. Top drie Breukelaar richt zich tot slot op de top drie van soorten die tijdens de bijeenkomst eerder ter sprake zijn gekomen: de aal, de zalm en de elft. Voor de aal is het perspectief duidelijk: al is er in kwantitatieve zin nog weinig over te zeggen, de schieraal zal op zijn weg naar zee baat hebben bij sluizen die (bij voldoende rivierafvoer) continu een opening hebben. Evenmin in getallen uit te drukken, maar wel zeker is Lees verder op de volgende pagina > pagina 18

19 het profijt dat glasaal heeft van de Kier. De glasaal stroomt vrij mee naar binnen. Voor de herintroductie van zalm in het Rijnstroomgebied is de Kier een sleutelfactor. De herintroductie van elft ten slotte zal kansrijker zijn als gevolg van de Kier. Larven van de elft hebben tijdens hun trek naar zee baat bij een estuariene zone, om te wennen aan zout water en om te foerageren. Volwassen elft kan door de Kier naar binnen, terwijl de sluizen nu nog het riviersysteem voor deze vis hermetisch afsluiten. Meer informatie pagina 19

20 Proef met natuurlijk sluisbeheer leerzaam voor herstel zoet-zoutovergangen Volgend voorjaar, in de maanden maart, april en mei, wordt bij de Bergsediepsluis en de Krammersluizen een proef gehouden met natuurlijk sluisbeheer. Het doel is na te gaan of dat tot verbetering van de vismigratie en van de ontwikkeling van schelpdieren zal leiden. De resultaten zijn leerzaam voor het herstellen van zoet-zoutovergangen. De proef Natuurlijk Sluisbeheer is een uniek samenwerkingsproject van Rijkswaterstaat, het Wereld Natuur Fonds, de Zeeuwse Milieufederatie, de Provincie Zeeland en de schelpdiersector, vertelt projectleider Kees-Jan Meeuse van RWS Zeeland enthousiast. De Krammersluizen en de Bergsediepsluis vormen een harde scheiding tussen de zoute Oosterschelde en het zoete Volkerak-Zoommeer. Ze zijn daardoor een knelpunt voor het migreren van vissen tussen die twee watersystemen. Een natuurlijk sluisbeheer kan daarin verandering brengen. Het dient dus een ecologisch doel, namelijk een betere vismigratie, maar ook een economisch doel. Schelpdieren in de Oosterschelde hebben behoefte aan meer nutriënten en die zijn in het Volkerak-Zoommeer volop aanwezig. De samenwerkende partijen hopen dat het inlaten van extra nutriëntrijk water van het Volkerak-Zoommeer in de Oosterschelde de ontwikkeling van de schelpdieren zal stimuleren. Meeuse: In de Zuidwestelijke Delta is veel geïnvesteerd in veiligheid, maar gaat de ecologische kwaliteit achteruit en dat heeft effecten op de economie. Om evenwicht tussen die drie aspecten te krijgen, is er een herstelopgave. De proef met natuurlijk sluisbeheer is in dat kader een inspirerend voorbeeldproject. RWS-boot meet zoutgehalte (foto: RWS Zeeland) Lees verder op de volgende pagina > pagina 20

21 Test proef Bergsediepsluis (foto: RWS Zeeland) Vismigratie Wat houdt de proef in? Meeuse: In de deuren van de Bergsediepsluis zitten computergestuurde schuiven. We stellen de software zo in, dat de schuiven bij laag water op de Oosterschelde opengaan. Door de schuiven kan dan water uit het Volkerak-Zoommeer worden afgelaten. Voor vissen ontstaat een lokstroom en voor schelpdieren komt voedselrijk water de Oosterschelde binnen. Als bij opkomend tij het peil aan weerszijden gelijk is, blijven de schuiven nog even openstaan, zodat beperkt water uit de Oosterschelde in de sluiskom kan stromen. Daarmee kunnen ook vissen meekomen die zowel in zout als zoet water leven, zoals zeeforel, driedoornige stekelbaars en paling. Na een kwartiertje gaan de schuiven dicht en kunnen we nagaan of we inderdaad vissen aantreffen. Voorbereiding De proef is dit jaar zorgvuldig voorbereid. Meeuse: We hebben de huidige situatie in beeld gebracht door de waterkwaliteit en de vis voor de sluizen te meten. Tijdens de proef zal uitgebreide monitoring plaatsvinden. We gaan na welke vis in welke hoeveelheden heen en weer trekt. Ook de schelpdiersector maakt een monitoringplan. De sector plaatst in de directe omgeving van de sluizen mossels en oesters. We willen natuurlijk graag weten of er straks meetbare verschillen zijn tussen de schelpdieren op de proeflocaties en elders. Meeuse benadrukt dat het een kleinschalige proef is die niet tot problemen voor de omgeving zal leiden. Er komen geen extreme hoeveelheden water in het andere systeem. We verwachten ook alleen lokale effecten. Toch heeft de proef een grote uitstraling, want we willen uit de resultaten lessen trekken voor het herstellen van zoet-zoutovergangen. Ook als het Volkerak- Zoommeer in 2015 zout zal worden, kunnen we die informatie gebruiken bij het beheer van de nieuwe zoet-zoutovergangen die dan ontstaan bij de Volkeraksluizen, de Dintel, de Mark, de Steenbergsche Vliet en bij polderwater op Oostflakkee en West-Brabant. Het aangepaste sluisbeheer zal vrijwel geen hinder veroorzaken voor de scheepvaart. Bij de duwvaartsluizen zal eerder sprake zijn van kleine verkorting van de schuttijd. Door toe te staan dat er meer zoet water in de kolk blijft, kan de sluis aan de Oosterscheldekant eerder open. Meer informatie pagina 21

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar.

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar. De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn André Breukelaar RWS Kierbesluit juni 2000 Haringvlietsluizen -bij voldoende Rijnafvoerook bij

Nadere informatie

Vismigratie Zuidwestelijke Delta

Vismigratie Zuidwestelijke Delta 1 Vismigratie Zuidwestelijke Delta Ecologisch herstel in de Rijkswateren Kees-Jan Meeuse RWS Zeeland adviseur waterbeheer Inhoud 3 1. Rijkswaterstaat Zeeland en vismigratie (rol) 2. Studie: naar een gezonde

Nadere informatie

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO 4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie

Nadere informatie

VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET

VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET EEN BESCHOUWING OVER DE VISSTAND IN HARINGVLIET, HOLLANDS DIEP EN GOEREESCHE GAT TUSSEN 1870-1970 Vissennetwerk 19 mei 2016 J. Quak Opbouw Inleiding Bronnen Data en

Nadere informatie

Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas

Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas Tim Vriese (ATKB) In opdracht van : Harriet Bakker (ZN) Inhoudelijk begeleider:

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018 Indicator 19 april 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen vanuit zee of

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen

Migratiemogelijkheden voor trekvissen Indicator 15 juli 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen slechts weinig

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

v a n b r o n t o t m o n d i n g

v a n b r o n t o t m o n d i n g V i s m i g r a t i e... v a n b r o n t o t m o n d i n g vrije vismigratie van bron tot monding De Noordzee werd ooit geroemd vanwege zijn rijke visstand. Steden werden gesticht en de visserij floreerde.

Nadere informatie

Vismigratie Afsluitdijk

Vismigratie Afsluitdijk Vismigratie Afsluitdijk Ben Griffioen Erwin Winter, Olvin van Keeken, Betty van Os, Marco Lohman, Tjerk en Marinus van Malsen (WON 1),Tomasz Zawadovski, Svenja Schönlau Diadrome vis intrek via afsluitdijk

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015 Indicator 16 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen vanuit zee of

Nadere informatie

Vissen op reis. Over de problemen van migrerende vissen

Vissen op reis. Over de problemen van migrerende vissen Vissen op reis Over de problemen van migrerende vissen Migrerende vissen Net als bij vogels zijn er ook vissen die trekken. Zalmen, zeeforellen, houtingen en een aantal andere soorten groeien op in zee,

Nadere informatie

historische en recente gevolgen van het afsluiten van de Zuiderzee voor trekvissen

historische en recente gevolgen van het afsluiten van de Zuiderzee voor trekvissen Wat wij van het verleden kunnen leren: historische en recente gevolgen van het afsluiten van de Zuiderzee voor trekvissen Katja Philippart Philippart C.J.M. & M.J. Baptist (2016) An exploratory study into

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

Haalbare en duurzame vismigratie

Haalbare en duurzame vismigratie Haalbare en duurzame vismigratie Geschreven door Wil Borm, Adviesgroep Borm & Huijgens SAMENVATTING Nederland probeert al tientallen jaren aan haar internationale verplichtingen te voldoen wat betreft

Nadere informatie

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats Vissen in het IJsselmeer Romke Kats Functies IJsselmeer Water Transport Recreatie Visserij Natuur Vissen in het IJsselmeer Historie Ecologie Voedselketen IJsselmeer algen, vissen, mosselen, waterplanten,

Nadere informatie

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle

Nadere informatie

Overstromingsveiligheid, zonder Delta21:

Overstromingsveiligheid, zonder Delta21: A. Delta21 en Veiligheid tegen overstromingen Overstromingsveiligheid, zonder Delta21: 1. Tijdens langdurige zware stormen op de Noordzee, stijgt de waterstand Overstromingsveiligheid wel met 3-4 m en

Nadere informatie

Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken

Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken Zoet-zout Nieuwsbrief over zoet-zoutvraagstukken Nummer 2 2008 Colofon De Nieuwsbrief Zoet-Zout is een uitgave van Rijkswaterstaat Waterdienst, Platform zoet-zoutovergangen. De nieuwsbrief heeft als doel

Nadere informatie

Onderzoek naar visbeschermende maatregelen bij waterkrachtcentrales in de Maas

Onderzoek naar visbeschermende maatregelen bij waterkrachtcentrales in de Maas Onderzoek naar visbeschermende maatregelen bij waterkrachtcentrales in de Maas Harriet Bakker Studiedag Benelux 30 april 2015 Indeling Waterkracht in de Maas en vissterfte Beleid en politiek Studie effectiviteit

Nadere informatie

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Alex Koelewijn Paling Duurzaamheid Mei 2006 Verwerker & Sport (Hoop

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

Vismonitoring in grote rivieren

Vismonitoring in grote rivieren IMARES, Wageningen UR Vismigratie in laag Nederland Wetenschap: ecologische effecten Erwin Winter Vismigratie en beleid (EU richtlijnen) Natuurbeheer Habitatrichtlijn/Natura 2000 Gebiedsbescherming Soortbescherming:

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

Verslag Vissennetwerk 19 mei 2016 Thema: Het Haringvliet, de Kier en vismigratie

Verslag Vissennetwerk 19 mei 2016 Thema: Het Haringvliet, de Kier en vismigratie Verslag Vissennetwerk 19 mei 2016 Thema: Het Haringvliet, de Kier en vismigratie Locatie: Schip De Zeeland - Haringvliet Dagvoorzitter: Marc de Rooy (Ministerie van Infrastructuur & Milieu/ Expertgroep

Nadere informatie

Vrijwilligersmonitoring

Vrijwilligersmonitoring Vrijwilligersmonitoring Arjen Kikkert Adviseur Waterkwaliteit en Ecologie Rijkswaterstaat West Nederland Noord 9 april 2015 Zoet-zoutmigratie - verbinding zoet-zout - zachte overgang in ruimte/tijd - verbindingen

Nadere informatie

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK RIJKSWATERSTAAT MIDDEN NEDERLAND 28 april 2015 Definitief C01021.200821. Samenvatting Rijkswaterstaat Midden Nederland

Nadere informatie

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL

Nadere informatie

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002 Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de

Nadere informatie

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch Opbouw presentatie Visgemeenschap in het NZK: (Bas van den Boogaard) - monitoring en visserijtechnieken,

Nadere informatie

Ruim baan voor trekvissen

Ruim baan voor trekvissen Ruim baan voor trekvissen Ecologisch herstel Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas Nederland wil schoon oppervlaktewater waar vissen goed in gedijen. Dat geldt ook voor de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas, waarin

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren Statencommissie REW 1 februari 2008 Kaderrichtlijn Water in Scheldestroomgebied KRW maatregelen rijkswateren Loes de Jong RWS Zeeland Projectbureau KRW Schelde Rijkswateren Zeeland Inhoud presentatie:

Nadere informatie

Zilveren stromen in het Haringvliet

Zilveren stromen in het Haringvliet onderzoek en beheer Zilveren stromen in het Haringvliet 4 nr. 42 - december 2016 In 2018 gaan de Haringvlietsluizen op een kier. Het Droomfondsproject Haringvliet wil daar een groot succes van maken. Als

Nadere informatie

Thema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening

Thema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening Verslag 20 e bijeenkomst van het Vissennetwerk - 27 november 2008 te Middelburg Thema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening Dagvoorzitter Reinier van Nispen (Provincie Zeeland)

Nadere informatie

Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). In zee valt de Zalm niet onder de werking van Bijlage II.

Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). In zee valt de Zalm niet onder de werking van Bijlage II. Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Zalm (Salmo salar) (H1106) 1.

Nadere informatie

Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle

Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle Waddenzee als opgroeigebied Residente (standvis)soorten: hele levenscyclus in Waddenzee Trekvis: op doortrek

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Heeft iemand de sleutels gezien? Een zoektocht naar processen, pressoren en vissen. Jaap Quak

Heeft iemand de sleutels gezien? Een zoektocht naar processen, pressoren en vissen. Jaap Quak Heeft iemand de sleutels gezien? Een zoektocht naar processen, pressoren en vissen Jaap Quak Inhoud De insteek: kijk op ESF vanuit vissen Processen als sleutels Pressoren als sloten Soorten gevoelig/ongevoelig?

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

RWE Power. Aalbescherming INITIATIEF TER BESCHERMING VAN ALEN IN RHEINLAND-PFALZ / RWE POWER AG

RWE Power. Aalbescherming INITIATIEF TER BESCHERMING VAN ALEN IN RHEINLAND-PFALZ / RWE POWER AG RWE Power Aalbescherming INITIATIEF TER BESCHERMING VAN ALEN IN RHEINLAND-PFALZ / RWE POWER AG AALSCHUTZ- INITIATIVE Rheinla nd- P falz/ R WE AG Pow er Het initiatief voor de bescherming van de alen De

Nadere informatie

Delfland opent deuren voor vis

Delfland opent deuren voor vis onderhoud en beheer Delfland opent deuren voor vis TEKST Jos de Bijl, Hoogheemraadschap van Delftland ILLUSTRATIES Jos de Bijl en Aart Reitsma Het hoogheemraadschap van Delftland werkt hard aan het verbeteren

Nadere informatie

f(?fti "* 1^ Onderwerp: Doorstroming D6nS Etten-Leur, oktober 2QQSj ;- *-^f^

f(?fti * 1^ Onderwerp: Doorstroming D6nS Etten-Leur, oktober 2QQSj ;- *-^f^ pagina 1 van 1 Raadsgriffie - doorstroming Delta Van: "Familie Borm" Aan: , 5 Datum: 25-10-200819:11 Onderwerp:

Nadere informatie

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure

Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure Inhoud van het Master Plan (1/2) Hfstk.1: Context (hydrografisch, historisch, wettelijk en bestuurlijk) Hfstk.2: Aanwezigheid trekvissen in het Scheldedistrict

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Onderzoek aanbod glas- en pootaal met glasaaldetector Rapport VSN 2016.06 In opdracht van Waterschap Rivierenland 19 juli 2016 Glasaalonderzoek

Nadere informatie

Ecologie van zoet-zoutovergangen

Ecologie van zoet-zoutovergangen Ecologie van zoet-zoutovergangen Tim van Oijen Foto: www.hollandgroen.nl Opzet De Waddenacademie Paleogeografie waddengebied Typen zoet-zoutovergangen Abiotiek estuaria Ecologische waarde estuaria (habitat,

Nadere informatie

Analyse uitvoering Besluit beheer Haringvlietsluizen

Analyse uitvoering Besluit beheer Haringvlietsluizen 5 Analyse uitvoering Besluit beheer Haringvlietsluizen Samenvattende analyse en leerervaringen inzake het Besluit beheer Haringvlietsluizen, op verzoek van de Minister van VenW, de Minister van LNV en

Nadere informatie

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ Een blik over de dijk Wat zijn grote trends in ecologie IJsselmeergebied? Wat drijft deze trends? Hoe

Nadere informatie

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Telt dit door in de aanwezigheid en vangbaarheid? 30-04-16, Marcel Rozemeijer Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken

Nadere informatie

Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit

Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit Kennisdag Grevelingen Volkerak-Zoommeer Arno Nolte 14 juni 2018 Vraagstelling 1. Wat zijn mogelijkheden om met inzet

Nadere informatie

Fint in rivieren en IJsselmeer

Fint in rivieren en IJsselmeer Indicator 9 mei 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De fint is een trekvis die in de

Nadere informatie

Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer. Monitoring en resultaten

Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer. Monitoring en resultaten Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer g Monitoring en resultaten 2013-2014 Kansen en knelpunten voor vismigratie bij zoet-zout overgangen in het Volkerak-Zoommeer

Nadere informatie

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 In opdracht van: Sportvisserij Zuidwest Nederland Uitgevoerd

Nadere informatie

Noord-Zuidrelaties Rijn-Maasmonding. Onderdeel van de Systeemanalyse Rijn-Maasmonding

Noord-Zuidrelaties Rijn-Maasmonding. Onderdeel van de Systeemanalyse Rijn-Maasmonding Noord-Zuidrelaties Rijn-Maasmonding Onderdeel van de Systeemanalyse Rijn-Maasmonding Ymkje Huismans - Kennisdag Zoetwater 8 november 2016 Gebiedsbeschrijving Enige open verbinding met zee Hollandsche IJssel

Nadere informatie

Snoekbaars en ecologisch herstel

Snoekbaars en ecologisch herstel Verslag 15 e bijeenkomst Vissennetwerk, 4 oktober 2007 te Breda Snoekbaars en ecologisch herstel Deze bijeenkomst van het Vissennetwerk, dit maal gezamenlijk met de bijeenkomst van het Platform Ecologisch

Nadere informatie

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU De paling, een mythe waarover nog maar weinig bekend is. Een inventarisatie februari 2011 Pagina 1 van 8 NEDERLAND Door de aanwezigheid van te weinig data,

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Balance Island

1 Inleiding. 2 Balance Island 1 Inleiding Het Haringvliet is van oudsher een estuarium in open verbinding met de zee. Na afsluiting met de Haringvlietdam is het Haringvlietmeer ontstaan. Hierin is de werking van het getij nagenoeg

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 5 december 2011 Nummer

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 5 december 2011 Nummer Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 5 december 2011 Nummer 2011-20 Afvoer en waterstand bij Lobith stijgen weer Op 30 november is bij Lobith

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN LESBRIEF LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel weinig

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

Andere mogelijkheden voor het Besluit beheer Haringvlietsluizen

Andere mogelijkheden voor het Besluit beheer Haringvlietsluizen Andere mogelijkheden voor het Besluit beheer Haringvlietsluizen Een verkennende studie naar verbetering van de vismigratie tussen de Noordzee en het Rijn- en Maasstroomgebied bij het intrekken van het

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar http://vistikhetmaar.nl/lesprogramma/paling-onderzoek/ Introductie op het lesprogramma Docent: Jerry Lust Contact: jerry@prosea.info PALING ONDERZOEK 2 / 15 Lesmodules

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8 Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2008 O.A. van Keeken, J.A.M. Wiegerinck, J. van Willigen, H.J. Westerink & H.V. Winter Rapport C094/08 Vestiging IJmuiden

Nadere informatie

Nadere informatie. Weersverwachting

Nadere informatie. Weersverwachting Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 16 mei 2011 Nummer 2011-06 Droogtesituatie verandert weinig, ondanks regen De wateraanvoer van de Rijn

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 september 2013 Nummer 2013-10 Laatste Droogtebericht 2013. De neerslag in de afgelopen periode heeft

Nadere informatie

Dynamisch waterbeheer

Dynamisch waterbeheer Dynamisch waterbeheer Flexibele kranen in een dynamisch systeem WINN WaterInnovatieprogramma Rijkswaterstaat i.s.m. Deltares Ronald.Roosjen@Deltares.nl Henk.Looijen@RWS.nl WINN Innovatieprogramma Wateruitdagingen

Nadere informatie

Onderzoek Migratie Snoekbaars

Onderzoek Migratie Snoekbaars Onderzoek Migratie Snoekbaars 1 Inleiding 1.1 Doel en vraagstellingen Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in het migratiegedrag van snoekbaars in het Benedenrivierengebied van Rijn en

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Coverage glasaaluitzet 14 april 2015, Zeewolde

Coverage glasaaluitzet 14 april 2015, Zeewolde Coverage glasaaluitzet 14 april 2015, Zeewolde SBS 6 Hart van Nederland http://www.hartvannederland.nl/top-nieuws/2015/850-000-jonge-palingen-uitgezet/ NPO2 Hallo Holland, Omroep Max http://www.omroepmax.nl/hallonederland/uitzending/tv/hallo-nederland-dinsdag-14-april-2015/

Nadere informatie

VAN BRON TOT DELTA. Paul de Kort. een studie naar landschapskunst in de Blaricummermeent. Eemmeer. Eem. Amersfoort.

VAN BRON TOT DELTA. Paul de Kort. een studie naar landschapskunst in de Blaricummermeent. Eemmeer. Eem. Amersfoort. Eemmeer een studie naar landschapskunst in de Blaricummermeent Eem VAN BRON TOT DELTA Amersfoort Gelderse vallei Paul de Kort Utrechtse heuvelrug stuw gemaal Een Deltarivier in De Blaricummermeent De rivier

Nadere informatie

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Omvang van de Nederlandse sportvisserij, Indicator 24 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland zijn ruim een half

Nadere informatie

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.

Nadere informatie

Waar komt het water vandaan

Waar komt het water vandaan Waar komt het water vandaan Veiligheidssituatie van Nederland Staat van de Delta Waar komt het rivierwater vandaan Inleiding Het water in Nederland komt voor het grootste deel uit de rivieren de Rijn en

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - HAVO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Een droom op weg naar werkelijkheid. Droomfondsproject Haringvliet

Een droom op weg naar werkelijkheid. Droomfondsproject Haringvliet Een droom op weg naar werkelijkheid Droomfondsproject Haringvliet 2 3 Naar een dynamische delta... Het Haringvliet. Je zou bijna vergeten dat dit de monding is van twee grote Europese rivieren: de Maas

Nadere informatie

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2 X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN MAASVLAKTE 2 X De haven van Rotterdam x werd te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom

Nadere informatie

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk. rene.boeters@rws.nl

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk. rene.boeters@rws.nl Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk rene.boeters@rws.nl Opzet presentatie > Ontstaansgeschiedenis Volkerak-Zoommeer Ro#erdam > Beheer via kunstwerken Nieuwe Maas > Wat speelt er Haringvliet Oude

Nadere informatie

Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren

Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren Presentatie Visie Zilveren Stromen Programma: 14:30 Opening 14:35 Op weg naar Zilveren Stromen 14:40 Inhoudelijke toelichting

Nadere informatie

Eddy Lammens, RWS WVL

Eddy Lammens, RWS WVL RWS Water, Verkeer en Leefomgeving Uitzetten en onttrekken van vis Waar komen we vandaan, waar gaan we naar toe? Eddy Lammens, RWS WVL 1 9-5-201212-4-20128-912-4-20128-9 November 2011 Waarom is dit thema

Nadere informatie

Prognose visstand in en rond het Haringvliet na invoering van het Kierbesluit in 2018

Prognose visstand in en rond het Haringvliet na invoering van het Kierbesluit in 2018 Prognose visstand in en rond het Haringvliet na invoering van het Kierbesluit in 2018 Auteurs: A.B. Griffioen, H.V. Winter, R. van Hal. Wageningen University & Research Rapport C081/17 Prognose visstand

Nadere informatie

BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE

BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN X MAASVLAKTE 2 x haven van Rotterdam De werd te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom

Nadere informatie

Actuele ontwikkelingen Kier Haringvliet en trek van salmoniden. André Breukelaar. Rijkswaterstaat

Actuele ontwikkelingen Kier Haringvliet en trek van salmoniden. André Breukelaar. Rijkswaterstaat Actuele ontwikkelingen Kier Haringvliet en trek van salmoniden André Breukelaar Haringvlietdam 2 Haringvlietsluizen 3 opening (m 2 ) Vergelijking LPH 84 HOPv4 750 LPH'84 ebopening 600 HOPv4 ebopening HOPv4

Nadere informatie

Zondag 7 februari 2016

Zondag 7 februari 2016 Zondag 7 februari 2016 Geroepen? Evangelie-lezing: Lucas 5 : 1 11 Vandaag vieren we de vijfde, de laatste zondag van Epifanie. We vierden in de weken na het kerstfeest de zondagen van Epifanie. Epifanie

Nadere informatie

De visserij. Frank Beens Groep 7

De visserij. Frank Beens Groep 7 De visserij Frank Beens Groep 7 Inhoud Inleiding Hoofdstukken 1. Geschiedenis 2. Waar wordt op gevist? 3. De Genemuider vissers 4. De visafslag 5. Vis is gezond 6. Vragen Eigen mening Bronvermelding Inleiding

Nadere informatie

Vismigratie Rijn-Maasstroomgebied - samenvatting op hoofdlijnen /001 Definitief 20 mei J. Hop F.T. Vriese

Vismigratie Rijn-Maasstroomgebied - samenvatting op hoofdlijnen /001 Definitief 20 mei J. Hop F.T. Vriese at bl. ADVIESBUREAU VOOR BOD EM, WATER EN ECOLOGIE Vismigratie Rijn-Maasstroomgebied - samenvatting op hoofdlijnen RWS Zuid-Holland Rapportnummer: Status rapport: Datum rapport: 20110414/001 Definitief

Nadere informatie

Werk aan de grote wateren

Werk aan de grote wateren Werk aan de grote wateren Op weg naar duurzaam beheer en ecologische kwaliteit Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Transitie naar duurzaam waterbeheer Vispassages, natuurlijke oevers, aanpak van verontreinigende

Nadere informatie

Verbindingen voor vis

Verbindingen voor vis Verbindingen voor vis Verleden, heden, toekomst Vissennetwerk, 25 November 2016 Martin Kroes Verleden Vismigratie,? Visstandbeheerder (Hengelsportfederaties) Waterkwaliteit- en -kwantiteitsbeheer gescheiden

Nadere informatie

V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten

V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten Aan de leden van de verenigde vergadering V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten 1. Inleiding

Nadere informatie

Trekvissen van de Habitatrichtlijn,

Trekvissen van de Habitatrichtlijn, Indicator 6 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Acht Nederlandse trekvissoorten

Nadere informatie

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1 THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1 Naam: Groep: NU EN DE TOEKOMST (1941 TOT NU) DE RAMP VAN 1953 Bekijk de video Kustbescherming. 1 A. Welke natuurlijke oorzaken zorgden ervoor dat de watersnoodramp

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

Herstel estuariene dynamiek in gecompartimenteerde wateren

Herstel estuariene dynamiek in gecompartimenteerde wateren Herstel estuariene dynamiek in gecompartimenteerde wateren Inleiding door Arno Nolte (Deltares) Joost Stronkhorst (Hogeschool Zeeland, Deltares) Zoet-zoutplatform Beginnen vanuit mondiaal beeld http://www.delta-alliance.org/projects/comparative-assessment-of-the-vulnerability-and-resilience-of-deltas

Nadere informatie