Overstromingsveiligheid, zonder Delta21:

Transcriptie

1 A. Delta21 en Veiligheid tegen overstromingen Overstromingsveiligheid, zonder Delta21: 1. Tijdens langdurige zware stormen op de Noordzee, stijgt de waterstand Overstromingsveiligheid wel met 3-4 m en moeten met alle Delta21 keringen (bijv. dicht eenmaal (Maeslandkering, per 100 jaar): Haringvliet en Oosterschelde) om overstromingsgevaar te voorkomen. 1. De Haringvlietkering kan open blijven om overtollig rivierwater af 2. Tijdens te voeren extreme naar de rivierafvoeren Tidal Lagoon van met name de Rijn ( tot bijv. ca Het buitengaatse m3/s) moet Tidal het water Lagoon zo snel gebied mogelijk dient naar als extra zee worden afgevoerd. opslagbuffer van overtollig rivierwater 3. Bij Via een de getijturbines combinatie van kan beide 5000 ontstaat m3/s naar een zee groot worden overstromingsgevaar, afgevoerd 4. met Via name een overloop in het gebied naar het rond Valmeer, Dordrecht. kan, De via dijken de pompen langs in de het rivieren moeten Valmeer, in nog de toekomst eens ca aanzienlijk m3 extra worden naar verhoogd zee worden versterkt. afgevoerd. 5. Kosten De invloed orde van 3 dit miljard. pompen is na enkele uren al in Duitsland te 4. En, merken.. niet te vergeten de zwaardere stormen, grotere rivierafvoeren en 6. zeespiegelrijzing De waterstanden door langs klimaatwijzigingen. de rivier blijven hoog, maar niet extreem hoog. Verdere dijkversterking en verhogingen langs de rivieren is niet nodig, waardoor 3 miljard Euro kan worden bespaard. pag. 1

2 Overstromingsveiligheid met Delta21 (bijv. 1x/50 jaar): 1. De Haringvlietkering kan open blijven om overtollig rivierwater af te voeren naar de Tidal Lagoon 2. Het buitengaatse Tidal Lagoon gebied dient als eerste extra opslagbuffer van overtollig rivierwater. 3. Via de getijturbines kan echter 5000 m3/s naar zee worden afgevoerd 4. Via een overloop naar het Valmeer, kan, via de pompen in het Valmeer, nog eens ca m3 extra naar zee worden weggepompd. 5. Bij maximaal pompen naar zee, tijdens extreme situaties, is dat na enkele uren al tot in Duitsland te merken. 6. De waterstanden langs de rivier blijven veilig, niet extreem hoog meer. 7. Verdere dijkversterking en -verhogingen langs de rivieren is niet meer nodig, waardoor 3 miljard kan worden bespaard. pag. 2

3 B. Delta21 en Energievoorziening Energievoorziening, zonder Delta21: 1. Wind- en zonne-energie neemt de rol van fossiele energieopwekking langzamerhand over (hout, bruinkool, steenkool, olie, gas). Nederland Geïnstall. V. GW Verbruik TWh/j Geïnstall. V. Wind+zon GW Verbruik Wind+zon TWh/j (Ct. 1,5 TWh/j *) (Ct. 6 TWh/j) Europa (27) (Ct. 50 TWh/j) (Ct. 100 TWh/j) Ct = curtailment *) 2. Omdat wind- en zonne-energie weersafhankelijk zijn, zal steeds meer afschakeling ( curtailment ) plaatsvinden, waardoor veel duur opgewekte energie eigenlijk wordt vernietigd. 3. Energieopslag wordt daarom steeds belangrijker. Nu vindt wereldwijd nog 97% van de energieopslag in waterkracht plaats en geldt als proven technology. Er komen ook meer opslagvormen bij, waaronder warmte. pag. 3

4 Energievoorziening met Delta21: 1. Het Valmeer voorziet in 1,8 GW opslag gedurende 12 uur, bij een dag- en nacht cyclus. 2. Het Valmeer kan met drijvende zonnepanelen 500 MWu extra elektriciteit leveren. 3. Een geïsoleerd bassin voor warmteopslag houdt warmte vast gedurende 6 maanden met een warmteverlies van 10%. Dat kan zowel met water als met zouten als warmtedragers (1 GW). 4. Een deel van de overtollige wind- en zonne-energie kan in het Valmeer worden opgeslagen, maar ook worden omgezet in warmte en langdurig worden opgeslagen in het warmtebassin MW getijenergie wordt opgewekt door het dagelijks vullen en ledigen van het Tidal Lagoon buitengaats en het Westelijk deel van het Haringvliet. 6. Het gebied in en rondom het Valmeer is zeer geschikt voor windenergie, tot 3 GW is eenvoudig te realiseren. 7. Met zonnecollectoren (200 MW) kan ook optioneel het warmtebassin verder worden verwarmd. pag. 4

5 C. Delta21: Zout getij en zoet watergarantie Zout en zoet water, zonder Delta21: 1. Het van oorsprong rijke ecologische leven in het Haringvliet is sinds de afsluiting in 1967 enorm achteruitgegaan en ook de vismigratie tussen Noordzee en Rijn is ermee afgedamd. 2. Het kierbesluit is erop gericht om vanaf 2018 te onderzoeken wat het effect is op het zoutgehalte in de Haringvlier van de kleine kieropening in de Haringvlietdam. 3. De gewenste aanvoer van zoetwater voor drink-, industrie-, en irrigatiewater en via het Spui tot in het Westland loopt, komt in gevaar bij een lage rivieraanvoer en als de kier te veel zout water doorlaat. 4. De terugkeer van het zoute getij en de vismigratie naar de paaigebieden zijn, onder voorwaarde van een zoetwatergarantie, lang gekoesterde wensen van vissers, bewoners, agrariërs en natuurliefhebbers langs de hele stroomgebied van de Rijn. pag. 5

6 Zout en zoet water, met Delta21: 1. Het zoute getij kan weer helemaal terug keren in het Haringvliet, de dam kan als secundaire kering weer open gezet worden. 2. Vele uit de Rijn verdwenen vissoorten kunnen weer migreren tussen de Noordzee en hun oorspronkelijke paaigebieden langs de Rijn. 3. De te migreren vis tussen de Rijn en de Noordzee kan via een stabiel brakwatergebied weer de sprong maken van zout naar zoet en omgekeerd. 4. De gewenste zoetwateraanvoer voor o.a. het Brielse Meer en het Westland kan via het Spui worden gegarandeerd, ook in tijden van lage rivierafvoeren en toenemende zoutwater doordringing. pag. 6

7 D. Delta21: Aquacultuur en natuur Aquacultuur en natuur, zonder Delta21: 1. Het Haringvliet en het gebied voor de monding was voor de afsluiting in 1967 een visrijk gebied, nu is het zoet, ecologisch arm en is er nog nauwelijks vismigratie tussen Rijn en Noordzee. 2. In het Haringvliet is er nog enige palingvisserij, buitengaats is er een beperkte visvangst op de ondieptes voor de kust. 3. Het Haringvliet is nu een fraai zoetwater zeilgebied. 4. Buitengaats het Haringvliet is het gebied nu vooral geschikt voor dagtoerisme. pag. 7

8 Aquacultuur en natuur, met Delta21: 1. Het brakwatergebied in het Haringvliet en de open verbinding met de Noordzee, maken van het Haringvliet weer de hoofdpoort voor vismigratie tussen Rijn en Noordzee. 2. Het Valmeer wordt dagelijks gevuld met 350 miljoen m3 voedselrijk zout water en is daarmee bijzonder geschikt voor de kweek van zeewier, kreeft en hangmosselcultures en wellicht ook voor vis- en microalgen-teelt. 3. Drijvende zonneparken kunnen uitstekend met aquacultuur worden gecombineerd. 4. Omdat er in het gebied naast CO2, ook warmte en nutriënten voorhanden zijn, is er ook meer potentieel voor algen- en viskweek. 5. Het buitengaatse Tidal Basin en het westelijk deel van het Haringvliet lijken aantrekkelijk voor schelpdieractiviteiten (o.a. mosselen oesters). 6. Het Haringvliet en het buitengaatse Tidal Basin worden weer ecologisch gezond en bijzonder geschikt voor visserij, natuur en onderwatertoerisme. 7. Er komen meer mogelijkheden voor diverse vormen van watersport, jachthavens en vakantieparken. 8. Er komt veel meer ruimte voor natuur en recreatie en de strandlengte neemt met ca. 20 kilometer toe. pag. 8