THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

Transcriptie

1 THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium gebaseerd op het voorkomen van één van de volgende ICD-9-CM codes als hoofddiagnose voor het verblijf : 410.** : acute myocardial infarction 411.** : other acute and subacute forms of ischemic heart disease 413.** : angina pectoris 414.** : other forms of chronic ischemic heart disease De * geeft aan dat de waarde van het vierde en vijfde cijfer geen belang heeft voor het al dan niet behoren tot de selectie. Het aantal klassieke ziekenhuisverblijven dat aan deze criteria voldoet illustreert het belang van deze pathologie: er bevinden zich verblijven met als hoofddiagnose een vorm van ischemisch hartlijden in de MKG databank voor het registratiejaar Ook hier is het aangewezen alleen de verblijven te selecteren met ischemisch hartlijden als hoofddiagnose. Codes als bijvoorbeeld coronary atherosclerosis worden frequent als nevendiagnose geregistreerd. Het opnemen in de selectie van alle verblijven met ischemisch hartlijden als nevendiagnose zou een te groot percentage heropnamen als resultaat hebben. De prevalentie van de aandoening wordt dan minder goed benaderd. In vergelijking met de cijfers voor 1996 zijn er voor het jaar 1998 meer dan 2000 verblijven meer met deze pathologie. Dit betekent een stijging van het aantal verblijven met ischemisch hartlijden als voornaamste pathologie van bijna 3%. Registratiejaar 1998 Geografisch niveau Administratieve arrondissementen

2 Toelichting Op kaart IV.4. wordt aangetoond dat ook voor deze pathologie geografische verschillen worden vastgesteld. Er situeert zich een zone met (veel) meer verblijven dan verwacht 1 in het Noord-Oosten van het land. Deze zone omvat Sint-Niklaas, de beide provincies Antwerpen en Limburg, en aansluitend de arrondissementen Luik en Borgworm. Een tweede gebied met meer verblijven dan verwacht 1 vindt men terug in de provincie Namen, met aanpalende arrondissementen. Een zone met (veel) minder verblijven dan verwacht 1 bevindt zich in het centrum van het land en in beduidende delen van de provincies Oost- en West-Vlaanderen. De cijfers waarop de kaart gebaseerd is zijn terug te vinden in tabel IV.4.a. De leeftijds- en geslachtdistributie van de klassieke ziekenhuisverblijven met ischemisch hartlijden als hoofddiagnose wordt weergegeven in figuur IV.4. Deze figuur toont aan dat deze pathologie vooral de mannelijke populatie treft. Twee derden van de verblijven worden gegenereerd door mannen, waarbij het hoogste aantal verblijven voorkomt rond de leeftijd van 67 jaar. Bij de vrouwelijke populatie situeert het hoogste aantal verblijven zich op iets oudere leeftijd namelijk rond 72 jaar. Tabel IV.4.b. presenteert het aandeel van de verschillende hoofddiagnosen (ICD-9- CM codes op drie cijfers) voor de selectie van klassieke ziekenhuisverblijven met ischemisch hartlijden. Elk van deze hoofddiagnosen geeft een andere vorm van ischemisch hartlijden aan. De vier codes staan numeriek gerangschikt en deze rangschikking komt overeen met een dalende volgorde van ernst en een dalende volgorde van mate van acuut zijn van de aandoening. Het grootste deel van de verblijven (49%) heeft als hoofddiagnose een 414.**-code. Deze code wijst op other forms of chronic ischemic heart disease. Nagenoeg alle ziekenhuisverblijven van deze groep hebben de code coronary atherosclerosis als hoofddiagnose. Van de vier ICD-9-CM codes vermeld in tabel IV.4.b. is dit de minst uitgesproken vorm van ischemisch hartlijden. De codes 410 acute myocardial infarction staat in voor 21% en de code 413 angina pectoris voor 16% van de ziekenhuisverblijven behorend tot de selectie. De overige 14% van de verblijven hebben een hoofddiagnose die aangeeft dat er een andere acute of subacute vorm van ischemisch hartlijden aanwezig is. Van deze 14% heeft vier vijfden van de verblijven een hoofddiagnose die wijst op een intermediate coronary syndrome, dit wil zeggen dat het hier gaat om patiënten met een dreigend infarct of een instabiele angor. In de MKG-registratie voor 1998 zijn 4104 verblijven aanwezig die aan de selectiecriteria voldoen maar in daghospitalisatie plaatsvonden. 1 Voor de berekening van het verwacht aantal verblijven wordt verwezen naar Inleiding 3. Methodologie.

3 Voor ongeveer 60% van deze dagverblijven worden RIZIV-hospitaalcodes 2 teruggevonden. Dergelijke codes worden gebruikt bij dagopname in een ziekenhuis, terwijl de patiënt in een ander ziekenhuis verblijft. Dit betekent dat deze dagopnamen eigenlijk deel uitmaken van klassieke ziekenhuisverblijven en dat zeer waarschijnlijk deze klassieke ziekenhuisverblijven zijn opgenomen in de selectie van klassieke verblijven die in dit thema worden besproken. Het niet opnemen van deze daghospitalisaties in de selectie van verblijven waarop de kaart gebaseerd is zal de kaart dus niet vertekenen, temeer daar dergelijke dagopnames gegenereerd worden door patiënten afkomstig van ongeveer alle arrondissementen van het land. In de overgrote meerderheid van dergelijke dagverblijven worden diagnostische cardiovasculaire onderzoeken uitgevoerd zoals bijvoorbeeld, meest frequent, coronarografieën, maar ook angiocardiopneumografieën, en radiografieën van de thoracale en abdominale aorta. In een kleiner deel van deze daghospitalisaties gaat het om therapeutische verstrekkingen zoals PTCA s (percutane endovasculaire dilatatie van de kransslagaders). Kaart IV.4. Ischemisch hartlijden als hoofddiagnose - MKG 1998 Ischemisch hartlijden als hoofddiagnose Definitie klassen + (aantal arrondissementen) 120 < SAR (4) 110 < SAR =< 120 (5) 100 < SAR =< 110 (13) 90 < SAR =< 100 (10) 80 < SAR =< 90 (5) SAR =< 80 (6) De * geeft aan of de afwijking van de waarde van de SAR significant is voor het desbetreffende administratief arrondissement 2 Een geneeskundige verstrekking wordt gekenmerkt door 2 RIZIV-codes, één code voor de ambulante verstrekking en één code voor de gehospitaliseerde verstrekking. Zo is bijvoorbeeld de ambulante code voor een coronarografie, terwijl de RIZIV-code is voor een coronarografie die uitgevoerd wordt bij een gehospitaliseerde patiënt.

4 Administratief arrondissement Naam Nummer Aantal verblijven SAR Klasse Ondergrens 95% BI Bovengrens 95% BI Significante afwijking SAR ANTWERPEN * MECHELEN * TURNHOUT * BRUSSEL-HOOFDSTAD * HALLE-VILVOORDE * LEUVEN * NIJVEL * BRUGGE * DIKSMUIDE * IEPER * KORTRIJK * OOSTENDE ROESELARE TIELT * VEURNE * AALST * DENDERMONDE * EEKLO * GENT * OUDENAARDE * ST-NIKLAAS AAT CHARLEROI * BERGEN * MOESCROEN ZINNIK * THUIN DOORNIK * HOEI * LUIK * VERVIERS BORGWORM HASSELT MAASEIK * TONGEREN * AARLEN BASTENAKEN MARCHE-EN-FAMENNE * NEUFCHATEAU VIRTON DINANT NAMEN PHILIPPEVILLE Totaal Tabel IV.4.a. Klassieke ziekenhuisverblijven met ischemisch hartlijden als hoofddiagnose - MKG 1998 Figuur IV.4. Leeftijds- en geslachtsdistributie - MKG Leeftijd Aantal klassieke ziekenhuisverblijven met ischemisch hartlijden als hoofddiagnose Mannen Vrouwen

5 Hoofddiagnose op 3 cijfers Omschrijving % verblijven 410 Acute myocardial infarction 20,6 411 Other acute and subacute forms of ischemic heart disease 14,1 413 Angina pectoris 16,3 414 Other forms of chronic ischemic heart disease 49,1 Tabel IV.4.b. Klassieke ziekenhuisverblijven met ischemisch hartlijden als hoofddiagnose - aandeel van de verschillende hoofddiagnosen op 3 cijfers - MKG 1998