Inhoud. ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 4 juli 2016 om 20 uur.

Transcriptie

1 ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 4 juli 2016 om 20 uur. Inhoud Agendapunt nr Algemeen bestuur. Proces-verbaal van de gemeenteraadszitting van 23 mei Goedkeuring Agendapunt nr Algemene financiering. Meerjarenplan Aanpassing 5. Vaststelling Agendapunt nr Algemene financiering. Budget Wijziging 1. Goedkeuring Agendapunt nr Algemene financiering. (Aangepast) prijssubsidiereglement AG Nazareth met ingang van 5 juli Goedkeuring Agendapunt nr Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Kennisname verslag van de commissarisrevisor over de jaarrekening Goedkeuring jaarrekening 2015 en kwijting aan bestuurders en commissaris-revisor Agendapunt nr Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Meerjarenplan Aanpassing 1. Goedkeuring Agendapunt nr Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Budget Wijziging 1. Goedkeuring Agendapunt nr Algemeen bestuur. Kerkfabriek OLV-Geboorte Nazareth. Rekening Advies... 8 Agendapunt nr Algemeen bestuur. Kerkfabriek Sint-Amandus Eke. Rekening Advies Agendapunt nr Algemeen bestuur. ICT. Samenwerkingsovereenkomst informatieveiligheidsconsulent met provincie Oost-Vlaanderen voor gemeente en OCMW met ingang van 1 september Goedkeuring... 9 Agendapunt nr Algemeen bestuur. Rechtspositieregeling gemeentepersoneel. Aanpassing. Goedkeuring Agendapunt nr Algemeen bestuur. Beheersovereenkomst gemeente-ocmw betreffende onderlinge samenwerking met ingang van 1 september Agendapunt nr Algemeen bestuur. Personeel. Vaststellen wijze van invullen functie (wnd.) gemeentesecretaris vanaf 1 september Agendapunt nr Veiligheid. Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP) n.a.v. Brouwsels op straat Aanvaarding Agendapunt nr Wonen en werken. Aankoop stuk grond langs toegang naar sportcomplex Drapstraat. Principebeslissing. Machtiging College Agendapunt nr Wonen en werken. Aankoop stuk grond en gebouw ter hoogte van de Deinzestraat 34 B, deel A. Principebeslissing. Machtiging College Agendapunt nr Vrije tijd. Bijzondere toelage aan het Fonds Emilie Leus. Goedkeuring Agendapunt nr Vrije tijd. Cultuur. Verhuur- en retributiereglement uitleenmaterialen. Aanpassingen. Goedkeuring Agendapunt nr Vrije tijd. Sport. Beleids- en impulssubsidiereglementen sport. Aanpassingen. Goedkeuring Agendapunt nr Vrije tijd. Sport. Reglement sportgala. Aanpassingen. Goedkeuring Agendapunt nr Vrije tijd. Interlokale vereniging Burensportdienst Leiestreek. Jaarverslag en jaarrekening Goedkeuring Agendapunt nr Leren en welzijn. Noord Zuid. Toelagen ontwikkelingssamenwerking Goedkeuring Agendapunt nr Leren en welzijn. Onderwijs. Aanpassing schoolreglement met ingang van 1 september Goedkeuring Agendapunt nr Mondelinge vragen gemeenteraadsleden Agendapunt nr

2 Mondelinge vragen inwoners m.b.t. de in openbare zitting behandelde punten Agendapunt nr Mededelingen van de voorzitter Agendapunt nr. BZ Agendapunt nr. BZ Aanwezig: Raf De Vos, voorzitter, Danny Claeys, burgemeester, Thomas Van Ongeval, Christiaan Van herzeele, Luc Deschamps, Viviane De Preester, Ria Vercruysse en Annemie De Gussem (toegevoegd voorzitter OCMW), schepenen, Karin Zoeter, Geert Vander Plaetsen, Ivan Schaubroeck, Linda De Backer, Dirk Vos, Freddy Vertriest, Dirk Le Roy, Frank Dhaenens, Carla Verstraete, Koen Dewaele, Sylvie Baert, Dirk Verlinden, Nathalie Dhondt en Kurt Van Collie, raadsleden en Lynn Van Houtte, stafmedewerker, wnd. gemeentesecretaris In openbare zitting vergaderd; De gemeenteraad, Agendapunt nr. 1 Algemeen bestuur. Proces-verbaal van de gemeenteraadszitting van 23 mei Goedkeuring. Gelet op het proces-verbaal van de zitting van 23 mei 2016, dat ten minste 8 dagen vóór de vergadering op het gemeentesecretariaat ter beschikking gehouden is van de raadsleden; Enig artikel Het proces-verbaal van de gemeenteraadszitting van 23 mei 2016 wordt goedgekeurd. Agendapunt nr. 2 Algemene financiering. Meerjarenplan Aanpassing 5. Vaststelling. Gelet op de artikelen 43 2, 3 en 148 tem. 154 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten, op grond waarvan deze raad het budget vaststelt; Gelet op het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd (het zgn. planlastverminderingsdecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals aangepast tot op heden; Gelet op het Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals aangepast tot op heden; Gelet op het meerjarenplan Nazareth van A tot Zet - het ABCD van de meerjarenplanning , zoals vastgesteld in zijn zitting van 16 december 2013; Gelet op de meerjarenplanaanpassingen 1, 2, 3, 3.1 en 4 voor de dienstjaren , zoals respectievelijk goedgekeurd in zijn zittingen van 27 januari 2014, 30 juni 2014, 15 december 2014, 26 oktober 2015 en 14 december 2015; Gelet op het ontwerp van meerjarenplanaanpassing 5, de verklarende nota, de strategische nota, de financiële nota, de staat van het financiële evenwicht, voor de dienstjaren , waarvan kennis genomen door het College op 20 juni 2016 en tijdig toegezonden aan alle raadsleden;

3 Overwegende dat dit ontwerp als volgt is samengesteld: Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,27 Gelet op de opmerking van raadslid De Backer dat zij vinden dat het jeugdontmoetingscentrum/turnhal een megalomaan project is dat van naar 2,7 mio euro is gestegen; dat dit niet meer in verhouding is met andere investeringen en dat zij daarom tegen stemmen; Gelet op de opmerking van raadslid Dewaele dat zij tegen zullen stemmen omdat er geen budgetcontrole is over de bouw van het JOC/turnhal en dit terwijl de eerste steen nog moet gelegd worden; Gelet op de repliek van de burgemeester dat het gaat over de 1,9 mio euro die de laatste gemeenteraad van december 2015 is goedgekeurd; ten aanzien van het wedstrijdontwerp zijn nog een aantal aanpassingen gebeurd om aan alle vragen van het JOC en turnkring OTV tegemoet te komen; de kostprijs schommelt rond de 2,1 mio euro voor de bouw zelf, maar wordt nog verhoogd met de omgevingswerken en de verfraaiing van de sportomgeving; Besluit: met 12 ja-stemmen, 5 neen-stemmen (raadsleden Dhaenens, Verstraete, Dewaele, De Backer en Verlinden) en 1 onthouding (raadslid Vos) Artikel 1 Keurt aanpassing 5 van het meerjarenplan bestaande uit de bijhorende strategische nota, de financiële nota en de staat van het financiële evenwicht goed. Art. 2 Afschrift van onderhavige beraadslaging wordt, samen met de meerjarenplanaanpassing, verstuurd via het Digitaal Loket Mijn Binnenland binnen de 20 dagen. Agendapunt nr. 3 Algemene financiering. Budget Wijziging 1. Goedkeuring. Gelet op de artikelen 43 2, 3, art. 87 4, 6 en 148 tem. 154 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten, op grond waarvan deze raad het budget vaststelt; Gelet op het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd (het zgn. planlastverminderingsdecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals aangepast tot op heden; Gelet op het Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals aangepast tot op heden;

4 Gelet op het meerjarenplan Nazareth van A tot Zet - het ABCD van de meerjarenplanning , zoals vastgesteld in zijn zitting van 16 december 2013; Gelet op de meerjarenplanaanpassingen 1, 2, 3, 3.1, 4 en 5 voor de dienstjaren , zoals respectievelijk goedgekeurd in zijn zittingen van 27 januari 2014, 30 juni 2014, 15 december 2014, 26 oktober 2015, 14 december 2015 en 4 juli Gelet op het ontwerp van budgetwijziging 1, verklarende nota, beleidsnota en financiële nota met extra bijlagen, betreffende het dienstjaar 2016, waarvan kennis genomen door het College op 20 juni 2016 en tijdig bezorgd aan alle raadsleden; Overwegende dat dit ontwerp als volgt is samengesteld: Resultaat op kasbasis Vorig bedrag/ krediet I. Exploitatiebudget (B-A) ,02 A. Uitgaven ,76 B. Ontvangsten ,78 II. Investeringsbudget (B-A) ,57 A. Uitgaven ,44 B. Ontvangsten ,87 III. Andere (B-A) ,23 A. Uitgaven ,23 B. Ontvangsten ,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) ,78 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig ,31 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) ,53 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) ,80 A. Bestemde gelden voor de exploitatie ,80 B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) ,73 Wijziging Nieuw bedrag/ krediet , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,04 Gelet op de opmerking van raadslid De Backer dat zij vinden dat het jeugdontmoetingscentrum/turnhal een megalomaan project is dat van naar 2,7 mio euro is gestegen; dat dit niet meer in verhouding is met andere investeringen en dat zij daarom tegen stemmen; Gelet op de opmerking van raadslid Dewaele dat zij tegen zullen stemmen omdat er geen budgetcontrole is over de bouw van het JOC/turnhal en dit terwijl de eerste steen nog moet gelegd worden; Gelet op de repliek van de burgemeester dat het gaat over de 1,9 mio euro die de laatste gemeenteraad van december 2015 is goedgekeurd; ten aanzien van het wedstrijdontwerp zijn nog een aantal aanpassingen gebeurd om aan alle vragen van het JOC en turnkring OTV tegemoet te komen; de kostprijs schommelt rond de 2,1 mio euro voor de bouw zelf, maar wordt nog verhoogd met de omgevingswerken en de verfraaiing van de sportomgeving; Besluit: met 12 ja-stemmen, 5 neen-stemmen (raadsleden Dhaenens, Verstraete, Dewaele, De Backer en Verlinden) en 1 onthouding (raadslid Vos) Artikel 1 Keurt budgetwijziging 1 van dienstjaar 2016 bestaande uit de bijhorende beleidsnota en financiële nota goed. Art. 2 Afschrift van onderhavige beraadslaging wordt, samen met de budgetwijziging, verstuurd via het Digitaal Loket Mijn Binnenland binnen de 20 dagen. Agendapunt nr. 4 Algemene financiering. (Aangepast) prijssubsidiereglement AG Nazareth met ingang van 5 juli Goedkeuring. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 14 september 2015 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth, afgekort AG Nazareth, werden goedgekeurd;

5 Overwegende dat het om economisch rendabel te zijn nodig is dat het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth vanwege de Gemeente Nazareth prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de sportinfrastructuur, de eigen culturele programmatie en de verhuur van culturele zalen te Nazareth; Dat hierdoor de exploitatiekost voor bovenvermelde activiteiten verschoven wordt van de gemeente naar het AG Nazareth; Gelet op zijn goedkeuring in zitting van 14 december 2015 van het prijssubsidiereglement AG Nazareth voor , maar dat na een eerste budgettaire evaluatie in 2016 (na eerste semester) de prijssubsidie moet aangepast worden, ook rekening houdend met het toevoegen van de verhuur van zalen als activiteit door het AG Nazareth; Gelet op de meerjarenplanaanpassing en budgetwijziging 1/2016 zoals in deze zitting goedgekeurd; Overwegende dat het aangewezen is om de prijssubsidiefactor structureel te evalueren gelet op de opstartperiode van het AG Nazareth; Besluit: met 16 ja-stemmen en 2 neen-stemmen (raadsleden De Backer en Verlinden) Artikel 1 - De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het AG Nazareth goed met ingang van 5 juli Art. 2 - PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AG NAZARETH Het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2016 (zie budgetwijziging 2016). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2016 de inkomsten voor de inkomgelden tot de sportinfrastructuur, de eigen programmatie binnen de culturele infrastructuur en de verhuur van culturele zalen voor minstens ,82 exclusief btw moeten bijgepast worden via prijssubsidies om economisch rendabel te zijn. Om economisch rendabel te zijn wenst het autonoom gemeentebedrijf Nazareth vanaf 5 juli 2016 de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot de sportinfrastructuur en de eigen culturele programmatie te vermenigvuldigen met een factor 2,45. De Gemeente Nazareth erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Nazareth, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor recht op toegang tot de sportinfrastructuur en de eigen culturele programmatie te vermenigvuldigen met een factor 2,45 om economisch rendabel te zijn. Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de vrijetijdsinfrastructuur wenst de Gemeente Nazareth dat er tijdens het kalenderjaar 2016 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de vrijetijdsinfrastructuur. De Gemeente Nazareth wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de vrijetijdsinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De Gemeente Nazareth verbindt er zich toe om voor de periode 14 december 2015 tot en met 31 december 2016 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Nazareth voor recht op toegang tot de sportinfrastructuur en de eigen culturele programmatie bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 1,45. De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Nazareth deze steeds documenteren. Het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth moet op de 5 de werkdag van elke maand de Gemeente Nazareth een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens de voorbije maand tot de vrijetijdsinfrastructuur. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth uitreikt aan de Gemeente Nazareth. De Gemeente Nazareth dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth binnen de 5 werkdagen na ontvangst.

6 Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2017 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Nazareth en het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth vóór 30 januari Art. 3 Heft het prijssubsidiereglement zoals goedgekeurd in zitting van 14 december 2015 op en vervangt dit door het prijssubsidiereglement zoals vermeld in artikel 2 van onderhavig besluit. Art. 4 - De provinciegouverneur in kennis te stellen van dit besluit op de wijze zoals bepaald in artikel 252, 1 van het Gemeentedecreet. Agendapunt nr. 5 Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Kennisname verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening Goedkeuring jaarrekening 2015 en kwijting aan bestuurders en commissaris-revisor. Gelet op de artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten, specifiek artikel 243bis 3; Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth, zoals momenteel van toepassing; Gelet op de verslagen van de commissaris-revisor van 15 juni 2016; Gelet op het ontwerp van jaarrekening 2015 van het AG Nazareth met bijbehorende verslagen van de commissaris-revisor; Gelet op de vaststelling door de Raad van Bestuur van de jaarrekening 2015 op 4 juli 2016; Artikel 1 Neemt kennis van het bijgevoegde verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2015 en de bijbehorende BBC-rapporten van het autonoom gemeentebedrijf Nazareth. Art. 2 Keurt de bij dit besluit gevoegde jaarrekening 2015 van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth goed. Art. 3 Verleent kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Agendapunt nr. 6 Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Meerjarenplan Aanpassing 1. Goedkeuring. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder artikel 243, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op zijn beslissing van 14 september 2015 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth, afgekort AG Nazareth zijn goedgekeurd; Gelet op de installatievergadering van de raad van bestuur van het AG Nazareth op 30 november 2015; Gelet op zijn beslissing van 30 november 2015 houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst met het AG Nazareth; Gelet op het meerjarenplan van het AG Nazareth zoals vastgesteld in zijn zitting van 14 december 2015;

7 Gelet op het ontwerp van meerjarenplanaanpassing 1: de strategische nota, de financiële nota, de staat van het financieel evenwicht, voor de dienstjaren , goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 4 juli 2016; Overwegende dat dit ontwerp als volgt is samengesteld: Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) 1, , , ,07 A. Uitgaven , , , ,00 B. Ontvangsten , , , ,07 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,19 A. Uitgaven , , ,19 B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,04-48,12 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,86 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , , ,74 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 1, , , , , , , , , , , , ,85 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) 1, , , ,07 A. Exploitatieontvangsten , , , ,07 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , , ,00 1. Exploitatie-uitgaven , , , ,00 2. Nettokosten van schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden III. Autofinancieringsmarge (I-II) 1,00 777,03 236,04-355, , , , , ,11 Gelet op de toelichting door de schepen van financiën; Besluit: met 12 ja-stemmen, 5 neen-stemmen (raadsleden Dhaenens, Verstraete, Dewaele, De Backer en Verlinden) en 1 onthouding (raadslid Vos) Artikel 1 Keurt aanpassing 1 van het meerjarenplan van het AG Nazareth, bestaande uit de bijhorende strategische nota, financiële nota en de staat van het financieel evenwicht goed. Art. 2 - Afschrift van onderhavige beraadslaging wordt, samen met de meerjarenplanaanpassing, verstuurd via het Digitaal Loket Mijn Binnenland binnen de 20 dagen. Agendapunt nr. 7 Algemeen bestuur. Autonoom Gemeentebedrijf Nazareth. Budget Wijziging 1. Goedkeuring. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder artikel 243, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op zijn beslissing van 14 september 2015 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom gemeentebedrijf Nazareth, afgekort AG Nazareth zijn goedgekeurd; Gelet op de installatievergadering van de raad van bestuur van het AG Nazareth op 30 november 2015; Gelet op zijn beslissing van 30 november 2015 houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst met het AG Nazareth;

8 Gelet op het meerjarenplan en aanpassing 1 van het AG Nazareth zoals vastgesteld in zijn zittingen van de Raad van Bestuur van 14 december 2015 en 4 juli 2016; Gelet op het ontwerp van budgetwijziging 1: verklarende nota en financiële nota met toelichtingen, betreffende het dienstjaar 2016, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het AG Nazareth op 4 juli 2016; Overwegende dat dit ontwerp als volgt is samengesteld: Resultaat op kasbasis Vorig bedrag/ krediet I. Exploitatiebudget (B-A) 3 493,00 A. Uitgaven ,00 B. Ontvangsten ,00 II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven ,00 B. Ontvangsten ,00 III. Andere (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) 3 493,00 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig ,00 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) ,00 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 3 494,00 Wijziging Nieuw bedrag/ krediet , , , , , , , , , , , , , ,00 284, , , ,82 Autofinancieringsmarge Budget 2016 Budgetwijziging Verschil I. Financieel draagvlak (A-B) 3.493, , ,03 A. Exploitatieontvangsten , , ,02 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,99 1. Exploitatie-uitgaven , , ,99 2. Nettokosten van schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden III. Autofinancieringsmarge (I-II) 3.493,00 777, ,97 Gelet op de toelichting door de schepen van financiën; Besluit: met 12 ja-stemmen, 5 neen-stemmen (raadsleden Dhaenens, Verstraete, Dewaele, De Backer en Verlinden) en 1 onthouding (raadslid Vos) Artikel 1 - Keurt budgetwijziging 1 van dienstjaar 2016, van het AG Nazareth, bestaande uit de bijhorende beleidsnota en financiële nota goed. Art. 2 Afschrift van onderhavige beraadslaging wordt, samen met de budgetwijziging, verstuurd via het Digitaal Loket Mijn Binnenland binnen de 20 dagen. Agendapunt nr. 8 Algemeen bestuur. Kerkfabriek OLV-Geboorte Nazareth. Rekening Advies. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, meer bepaald artikel 55; Overwegende dat de dienstjaarrekening 2015 van de kerkfabriek OLV-Geboorte Nazareth afsluit met een overschot op het exploitatiebudget van ,96 dat als volgt is samengesteld:

9 - Saldo eigen financieel boekjaar: 1.918,13 - Overschot dienstjaar 2014: ,83; Overwegende dat het overschot op het investeringsbudget 6.084,49 bedraagt en als volgt is samengesteld: - Saldo eigen financieel boekjaar: Overschot dienstjaar 2014: ,49; Overwegende dat de kastoestand op 31 december 2015 bijgevolg ,45 bedraagt; Gelet op de bespreking tussen het College en de kerkfabriek op 27 juni 2016; Artikel 1 Adviseert de jaarrekening 2015 van de kerkfabriek OLV-Geboorte Nazareth, zoals hieraan toegevoegd, gunstig voor de hierboven vermelde cijfers. Art. 2 Afschrift van onderhavige beraadslaging zal worden toegestuurd aan het bisdom Gent, aan de provinciegouverneur en aan de kerkfabriek. Agendapunt nr. 9 Algemeen bestuur. Kerkfabriek Sint-Amandus Eke. Rekening Advies. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, meer bepaald artikel 55; Overwegende dat de dienstjaarrekening 2015 van de kerkfabriek Sint-Amandus Eke afsluit met een overschot op het exploitatiebudget van ,30 dat als volgt is samengesteld: - Saldo eigen financieel boekjaar: ,24 - Overschot dienstjaar 2014: ,06; Overwegende dat het overschot op het investeringsbudget bedraagt; Overwegende dat de kastoestand op 31 december 2015, ,30 bedraagt; Gelet op de bespreking tussen het College en de kerkfabriek op 27 juni 2016; Artikel 1 Adviseert de jaarrekening 2015 van de kerkfabriek Sint-Amandus Eke, zoals hieraan toegevoegd, gunstig voor de hierboven vermelde cijfers. Art. 2 Afschrift van onderhavige beraadslaging zal worden toegestuurd aan het bisdom Gent, aan de provinciegouverneur en aan de kerkfabriek. Agendapunt nr. 10 Algemeen bestuur. ICT. Samenwerkingsovereenkomst informatieveiligheidsconsulent met provincie Oost-Vlaanderen voor gemeente en OCMW met ingang van 1 september Goedkeuring. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en uitvoeringsbesluiten;

10 Overwegende dat de Vlaamse Toezichtcommissie van iedere lokale verwacht dat zij 4 uur per week investeert in de informatieveiligheid in uitvoering van bovenvermeld decreet; Overwegende dat dit niet door de IT-verantwoordelijken mag uitgeoefend worden opdat zij anders zichzelf zouden controleren; Overwegende dat mevr. Lynn Van Houtte, stafmedewerker wnd. secretaris, daarom is aangesteld als interne informatieveiligheidsconsulent voor de gemeente en dhr. Steven Van De Velde, OCMWsecretaris voor het OCMW, maar dat deze opdracht om een aparte expertise vraagt die daarom het beste wordt uitbesteed; Dat bovendien een externe partner sneller de hiaten in ons informatie-/informaticasysteem kan opsporen; Dat het voor de geloofwaardigheid van onze overheidsorganisatie, los van de decretale verplichting, belangrijk is om hierin te investeren aangezien we werken met persoons- of privacygevoelige gegevens, zij het elektronisch of op papier; Dat de provincie Oost-Vlaanderen (piva egov) informatieveiligheidsconsulenten als service aanbiedt vanuit een intermediaire rol in ondersteuning van de gemeenten en OCMW s vanuit een sterke specialisatie; Overwegende dat de veiligheidsconsulent verplicht 18 dagen per jaar voor gemeente Nazareth zal werken en indien gemeente en OCMW samen inschrijven op de samenwerkingsovereenkomst in totaal voor beide overheden samen 27 dagen ( dagen) op basis van een samenwerkingsovereenkomst die geldt voor een periode van minstens 2 jaar; Dat dit neerkomt voor de gemeente op een jaarlijks forfaitair bedrag van 7.737,62 voor 2016 (te indexeren) en voor gemeente en OCMW samen op ,44 (i.p.v ,24 indien beide overheden apart uitbesteden); Dat gemeente en OCMW nu al nauw samenwerken op vlak van IT via de IT-beheersovereenkomst goedgekeurd door deze raad; Gelet op het voorstel van het schepencollege; Artikel 1 Keurt de samenwerkingsovereenkomst informatieveiligheidsconsulent met piva egov (de provincie Oost-Vlaanderen), zoals in de bijlage hieraan toegevoegd, goed voor gemeente en OCMW, onder voorbehoud van goedkeuring door de OCMW-raad. Art. 2 Wijst de uitgaven aan deze overeenkomst verbonden aan op artikel 2016/Z / / /BESTUUR/MAT1/0/IE-GEEN van het exploitatiebudget. Art. 3 Maakt afschrift van onderhavig besluit over aan het OCMW en aan de provincie Oost- Vlaanderen, piva egov (david.de.smet@oost-vlaanderen.be). Agendapunt nr. 11 Algemeen bestuur. Rechtspositieregeling gemeentepersoneel. Aanpassing. Goedkeuring. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zijn latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten; Gelet op de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzegtermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 met betrekking tot de rechtspositieregeling voor lokale besturen en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige

11 lokale en provincialen overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007; Overwegende dat het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 de mogelijkheid voorziet om een salariscomplement van maximaal 30% toe te kennen aan de financieel beheerder van de gemeente die tegelijk ook het ambt van financieel beheerder van het eigen OCMW uitoefent; dat de functie van financieel beheerder van het OCMW een 3/5de functie betreft in de personeelsformatie van het OCMW; dat het OCMW over een degelijk uitgebouwd dienstenpakket beschikt (woonzorgcentrum, poetsdienst, karweidienst, budgetbegeleiding, ) en een personeelsbestand van meer dan 100 personeelsleden; dat deze objectieve gegevens duidelijk aantonen dat het uitoefenen van het ambt van financieel beheerder van het OCMW de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder van de gemeente aanzienlijk zal doen verzwaren; dat een salariscomplement van op termijn 30% dan ook te verantwoorden is; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft; Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; Gelet op het koninklijk besluit van 13 januari 2014 tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; Gelet op zijn beslissing van 16 maart 2009 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en latere wijzigingen; Overwegende dat een wijziging aan de rechtspositieregeling zich opdringt inzake het voorzien van externe personeelsmobiliteit, het voorzien van de mogelijkheid voor een gemeenschappelijke wervingsreserve, de mogelijkheid tot terbeschikkingstelling en overdracht van personeel van gemeente naar ocmw en vice versa, het schrappen van de aparte vakantieregeling door het wegvallen van de gesubsidieerd contractuelen, het schrappen van de proeftijd voor contractuelen door de invoering van het eenheidsstatuut; Gelet op zijn beslissing van 23 mei 2016 houdende goedkeuring van de nieuwe functiebeschrijving van de functie van algemeen secretaris en houdende principiële goedkeuring van een combinatietoelage aan de gemeenschappelijk financieel beheerder en de algemeen secretaris ; Gelet op de bespreking van onderhavige wijzigingen in het managementteam van 22 juni 2016; Gelet op het in het BOC tot stand gekomen protocol van 20 mei 2016 met de vakorganisaties omtrent deze aanpassingen; Onder voorbehoud van gunstig advies door de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 juli 2016; Artikel 1 - In artikel 2 van de gemeentelijke rechtspositieregeling zoals vastgesteld in zitting van 7 april 2008 en 16 maart 2009 en latere wijzigingen, wordt punt 11 geschrapt.

12 Art. 2 Artikel 8, 1 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt als volgt vervangen: Met behoud van de toepassing van de specifieke regels per procedure wordt een vacante betrekking, ongeacht haar rangindeling, vervuld op een van de volgende manieren: 1 door een aanwervingsprocedure; 2 door een bevorderingsprocedure; 3 door de procedure van interne personeelsmobiliteit (binnen het gemeentebestuur); 4 door een procedure van externe mobiliteit; 5 door een combinatie van de procedures, vermeld in punt 1 tot en met 4. Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het bestuur en personen in dienst van het bestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking. Bij de bevorderingsprocedure en bij de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen personeelsleden in dienst van het bestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking tenzij de aanstellende overheid beslist een beroep te doen op een procedure voor externe personeelsmobiliteit met het OCMW. In voorkomend geval worden eveneens de personeelsleden van het OCMW uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking. Bij een procedure voor externe personeelsmobiliteit met andere overheden worden de personeelsleden van de lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid, of de personeelsleden van een bepaald segment van die overheidsarbeidsmarkt, uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking. Art. 3 In artikel 22, 1 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt een tweede lid als volgt toegevoegd: Daarnaast kunnen de aanstellende overheden bij gemotiveerd besluit een gemeenschappelijke wervingsreserve aanleggen als de gemeente en het OCMW gezamenlijk een selectieprocedure organiseren. Art. 4 In artikel 22, 3 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt een zesde lid als volgt toegevoegd: In geval van een gemeenschappelijke wervingsreserve, bedoeld in paragraaf 1, tweede lid van deze rechtspositieregeling, wordt een kandidaat slechts uitgenodigd voor een vacante betrekking bij de gemeente of het OCMW, rekening houdende met de voorkeur van de kandidaat voor de ene en/of de andere werkgever op het ogenblik van de kandidaatstelling, zonder dat de kandidaat hierdoor de rechten verliest in de wervingsreserve. Art. 5 - In artikel 31 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in 2, derde lid de zinsnede waarin de proeftijd duidelijk wordt vastgelegd geschrapt. Art. 6 - In de hoofding van titel III, hoofdstuk III van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling worden de woorden en de aanstelling in contractueel verband geschrapt. Art. 7 - In artikel 32 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt het laatste lid geschrapt. Art. 8 - Artikel 33 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt als volgt vervangen: De duur van de proeftijd is voor het statutair personeel als volgt bepaald: De duur van de proeftijd bedraagt, ongeacht de prestatiebreuk, twaalf maanden voor de niveaus A en B. Voor het niveau C, D en E bedraagt de proeftijd zes maanden. Indien van de kandidaten voor statutaire betrekkingen wordt geëist dat zij tijdens de proeftijd een bijzondere bekwaamheidsakte, rijbewijs, behalen, worden de proeftijd en de verlenging ervan in de bijzondere voorwaarden vastgesteld rekening houdend met de tijd die nodig is om deze akte te behalen. De diensten die een kandidaat ononderbroken tot de datum van de statutaire aanstelling op proef in tijdelijk verband bij het bestuur heeft vervuld in dezelfde functie als de functie waarin hij aangesteld wordt, worden in aanmerking genomen voor de proeftijd, op voorwaarde dat het personeelslid daarvoor een gunstig evaluatieresultaat heeft gekregen. Art. 9 - In artikel 35, 1 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in het eerste lid de zin Voor contractuele arbeiders is dit één dag voor het einde van de proeftijd. geschrapt.

13 Art Artikel 36 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt als volgt vervangen: Het statutaire personeelslid op proef met een ongunstig resultaat voor de tussentijdse evaluatie, vermeld in artikel 35, 2, wordt ontslagen. Het statutaire personeelslid op proef dat na het verstrijken van de proeftijd op grond van het ongunstige resultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband, wordt ambtshalve ontslagen. Het ontslag, vermeld in het eerste en het tweede lid, wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 108, 1, voor wat de statutaire personeelsleden betreft. De aanstellende overheid hoort het statutaire personeelslid vooraf. Art In artikel 39 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in het derde lid de zin De bepalingen van evaluatie tijdens de proeftijd zijn wel van toepassing geschrapt. Art In artikel 58 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt de eerste zin als volgt vervangen: Het personeelslid dat in dienst treedt bij het gemeentebestuur neemt deel aan een leertraject dat zijn integratie in het bestuur en zijn inwerking in de functie bevordert. Art In artikel 74 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in 2, punt 2 de zinsnede en ze hebben de proeftijd beëindigd geschrapt. Art In artikel 75 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt de laatste zin geschrapt. Art In artikel 79, 2 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in punt 2 de zinsnede en ze hebben de proeftijd beëindigd geschrapt. Art. 16 Er wordt een hoofdstuk XI toegevoegd aan titel III van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling: Hoofdstuk XI. Terbeschikkingstelling of overdracht van personeel aan het OCMW Art. 80bis. 1. De gemeenteraad kan personeel ter beschikking stellen van het OCMW Nazareth, mits goedkeuring van de OCMW-raad. 2. De gemeenteraad kan een personeelslid overdragen aan het OCMW, mits goedkeuring bekomen wordt vanwege de raad voor maatschappelijk welzijn. Bij overdracht van een personeelslid wordt de betrokkene voorafgaand gehoord door de aanstellende overheid. Het overgedragen personeelslid van de gemeente behoudt zijn of haar graad, salarisschaal en zijn of haar aanspraken op de functionele loopbaan die het personeelslid had kunnen doorlopen als het bij het gemeentebestuur in dienst was gebleven, volgens de voorwaarden die daarvoor golden bij het gemeentebestuur. Het behoud van deze rechten blijft verworven zolang de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel niet gunstiger is. Ook komen de overgedragen personeelsleden in beginsel in aanmerking voor bevordering en interne mobiliteit bij het OCMW-bestuur op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden als de andere personeelsleden van het OCMW-bestuur. Art. 17 Er wordt een hoofdstuk XII toegevoegd aan titel III van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling: Hoofdstuk XII. Externe personeelsmobiliteit Afdeling I. Externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied Artikel 80ter 1. De externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en het OCMW wordt vastgesteld overeenkomstig hoofdstuk 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied (en latere wijzigingen). De regeling voor de externe personeelsmobiliteit is wederkerig en gelijk voor zowel de gemeente als het OCMW.

14 2. De procedure voor externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en het OCMW is niet van toepassing op het ambt van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente. Artikel 80quater 1. De externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en het OCMW wordt verwezenlijkt op de volgende manieren of op één van de volgende manieren: 01. door het deelnemen van personeelsleden van het OCMW aan een procedure voor interne personeelsmobiliteit bij de gemeente, of omgekeerd; 02. door het deelnemen van personeelsleden van het OCMW aan een bevorderingsprocedure bij de gemeente, of omgekeerd. 2. Voor het deelnemen aan een procedure voor externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en het OCMW komen de volgende personeelsleden in aanmerking: 01. een vast aangesteld statutair personeelslid, ongeacht de administratieve stand; 02. een contractueel personeelslid dat beantwoordt aan de criteria om bij de eigen overheid in aanmerking te komen voor een bevorderingsprocedure of een procedure voor interne personeelsmobiliteit, bedoeld in de artikels 74 2 en 79 2 van deze rechtspositieregeling. Artikel 80quinquies De aanstellende overheid kan een beroep doen op een externe personeelsmobiliteit met het OCMW bij het vacant verklaren van een openstaande betrekking in de personeelsformatie of de personeelscontingenten. In voorkomend geval wordt deze beslissing bezorgd aan het OCMW, samen met het verzoek om de vacante betrekking intern bekend te maken. Afdeling II Gezamenlijke organisatie van selectieprocedures en gemeenschappelijke wervingsreserves bij sommige overheden met hetzelfde werkingsgebied Artikel 80sexies 1. De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen bij een aanwervingsprocedure, voor een vacante betrekking die zowel bij de gemeente als bij het OCMW bestaat, gezamenlijk een selectieprocedure organiseren overeenkomstig hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied (en latere wijzigingen). Na een gezamenlijke selectieprocedure kunnen de aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW eveneens een gemeenschappelijke wervingsreserve aanleggen. Het aanleggen van een gemeenschappelijke wervingsreserve verloopt in overeenstemming met de procedureregels, met toepassing van de artikels 22 en 77 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel. 2. De procedure voor gezamenlijke organisatie van selectieprocedures en gemeenschappelijke wervingsreserves is niet van toepassing op het ambt van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente. Afdeling III Externe personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden die niet hetzelfde werkingsgebied hebben en tussen diezelfde lokale en provinciale overheden en diensten van de Vlaamse overheid. Artikel 80septies 1. De externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en andere overheden wordt vastgesteld overeenkomstig hoofdstuk 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied (en latere wijzigingen). Onder andere overheden wordt verstaan de lokale en provinciale overheden die niet hetzelfde werkingsgebied hebben en de diensten van de Vlaamse overheid. 2. De procedure voor externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en andere overheden is niet van toepassing op het ambt van gemeentesecretaris en financieel

15 beheerder van de gemeente. Artikel 80octies Voor het deelnemen aan een procedure voor externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente en andere overheden kunnen de volgende personeelsleden zich kandidaat stellen: 01. een vast aangesteld statutair personeelslid in een gelijkwaardige graad; 02. een contractueel personeelslid in een gelijkwaardige graad die bij de eigen overheid werd aangesteld na het extern bekendmaken van de vacante betrekking en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op de vacante betrekkingen in statutair dienstverband. Artikel 80novies De aanstellende overheid kan een beroep doen op een externe personeelsmobiliteit met andere overheden bij het vacant verklaren van een openstaande betrekking in de personeelsformatie of de personeelscontingenten. In voorkomend geval wordt bepaald op welk segment van de overheidsarbeidsmarkt een beroep wordt gedaan. Artikel 80decies De duur van de proeftijd bedraagt drie maanden voor de statutaire personeelsleden. De bepalingen over het berekenen van de proeftijd, bedoeld in artikel 34, eerste lid van deze rechtspositieregeling, zijn van overeenkomstige toepassing. Art In artikel 84, 1 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt de zinsnede dat de proeftijd heeft beëindigd geschrapt. Art In artikel 85 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt in het tweede lid de zinsnede dat niet meer in de proeftijd is en geschrapt. Art Artikel 98 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt geschrapt. Art In artikel 99 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt de zinsnede die de proeftijd voltooid hebben geschrapt. Art In artikel 106 van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt 2 als volgt gewijzigd: 2. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid: 1 het vrijwillige ontslag; 2 de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na een ongunstige eindevaluatie met vermelding geheel onvoldoende, vermeld in artikel de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving; 4 het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. In afwijking van het eerste lid, 4, kan de aanstellende overheid het vast aangestelde statutaire personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van het personeelslid. In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van het personeelslid vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. Het betrokken personeelslid behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangesteld statutair personeelslid. Art In de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt een artikel 126bis als volgt toegevoegd: Het jaarsalaris van de financieel beheerder van de gemeente die met toepassing van artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van financieel beheerder van het OCMW uitoefent, wordt van 1 september 2016 tem. 28 februari 2017, verhoogd met 10%; vanaf 1 maart 2017 tem. 31 augustus 2017, verhoogd met 20% na evaluatie;