Strategisch renteafdekkingsbeleid: een combinatie van art & science
|
|
- Ferdinand Simons
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Alleen voor professionele beleggers Marktvisie februari 2016 Strategisch renteafdekkingsbeleid: een combinatie van art & science Inleiding De grootste worsteling op beleggingsvlak in het afgelopen jaar voor menig pensioenfonds is de vraag of de renteafdekking verlaagd moe(s)t worden gegeven de historisch lage renteniveaus. In deze publicatie gaat BMO Global Asset Management beknopt in op de belangrijkste perspectieven en investment beliefs die de invulling van de strategische renteafdekking bepalen. Tevens wordt een zevental vragen geadresseerd, die wij aan bestuurstafels hebben vernomen sinds de rente historische dieptepunten heeft bereikt: Is de rente te voorspellen? Is er sprake van een rentetermijnstructuur premie? Kan de rente alleen maar stijgen? In hoeverre kunnen rentes dalen? Is het renterisico geringer bij lage renteniveaus? Is het renterisico asymmetrisch bij lage renteniveaus? Is de rentehedge discussie anders vanuit een reëel perspectief? De kernvragen In principe komt het neer op een tweetal investment beliefs en het risicobudget. Zijn deze helder, dan volgt daaruit bijna automatisch de invulling van de strategische renteafdekking; zowel het niveau als het dynamische/ statische karakter. Investment belief: is de rente te voorspellen? Het niet geloven in het kunnen voorspellen van de renteontwikkeling impliceert een renteafdekking van 100% als vertrekpunt. Niet afdekken van het renterisico zou in dat geval namelijk balansrisico introduceren, gegeven het duratieverschil van 15 à 20 jaar tussen de bezittingen en verplichtingen van een pensioenfonds, zonder dat daar een verwacht rendement tegenover staat. Indien rentevoorspelbaarheid wel een investment belief van een fonds is, kan het afdekkingspercentage variëren tussen de 0% en 100% naar gelang de rentevisie alsook de overtuiging. Tevens bepaalt deze investment belief mede of het beleid statisch (geen geloof in voorspelbaarheid) of dynamisch (afhankelijk van de visie) is. Investment belief: sturen op markt of regelgeving? De volgende geloofsvraag is of het pensioenfonds stuurt op basis van economische werkelijkheid of regelgeving, zowel ten aanzien van de waardering van de verplichtingen (markt of UFR) als ten aanzien van balansrisico s (VEV of TE). Markt of UFR: de rentegevoeligheid van de verplichtingen op basis van de DNB RTS inclusief UFR valt lager uit dan die op basis van zuivere marktrentes. Een keuze voor UFR resulteert daarmee automatisch in een lagere renteafdekking. Wordt een maximum van 100% o.b.v. UFR gehanteerd (bijvoorbeeld omdat een pensioenfonds geen daling van de officiële dekkingsgraad wil rapporten in een omgeving van stijgende rentes), dan vertaalt zich dat in een maximum van circa 75% voor de renteafdekking op basis van marktrentes (afhankelijk van de horizon van het pensioenfonds alsook de rentestand). Doordat het verschil tussen UFR-gevoeligheid en marktgevoeligheid toeneemt bij lage renteniveaus, dient de matchportefeuille enigszins afgebouwd te worden bij dalende rentestanden om toch op een gelijk UFR-afdekkingspercentage uit te komen. Kortom: een eventuele keuze voor UFR resulteert niet alleen in minder matching assets, maar heeft ook automatisch een dynamischer beleid tot gevolg. Belangrijk voor het dynamische karakter van de renteafdekking is of wat betreft balansrisico met name wordt gekeken naar het Vereist Eigen Vermogen (VEV) of naar de markt Tracking Error (TE). De eerste wordt berekend op basis van een formule, de tweede op basis van marktgegevens (zoals geobserveerde volatiliteiten en correlaties). Vooral ten aanzien van renterisico kunnen de verschillen groot zijn.
2 PAGINA 2 Het VEV gaat uit van relatief renterisico (procentuele schokken) gekoppeld aan het niveau van de rente: hoe lager het renteniveau, hoe lager de renteschokken (uitgedrukt in basispunten). Dat kan een rechtvaardiging zijn voor een rentestaffel, waarbij een fonds stuurt op een constant renterisico (S1) binnen het VEV. Aan lagere renteniveaus wordt een lagere renteafdekking gekoppeld en vice versa. Het sturen op VEV vormt daarmee de basis voor een dynamisch afdekkingsbeleid. De TE (de relatieve volatiliteit van de beleggingen versus de verplichtingen) wordt daarentegen berekend op basis van marktobservaties. Empirische analyse geeft aan dat de rentevolatiliteit binnen een bandbreedte beweegt en historisch weinig verband toont met het niveau van de rente. Anders gezegd: het absolute renterisico is vrij constant. In het geval een pensioenfonds stuurt op marktgebaseerde risicomaatstaven dan zal daar eerder een statisch renteafdekkingsbeleid bij horen. Risicobudget Daar waar de investment beliefs de principiële richting bepalen van de renteafdekking, zorgt het risicobudget vervolgens voor een concrete invulling. Dit kan bijvoorbeeld een tracking-errordoelstelling zijn als resultaat van een ALMstudie. Of een VEV restrictie (vertaald naar een S1 restrictie) gekoppeld aan een herstelplan. Zolang op andere terreinen geen risico wordt verlaagd, geeft een risicobudget de grens aan voor het maximale renterisico en daarmee voor de minimale renteafdekking. Eén van de moeilijkste vraagstukken binnen het risicobudget is hoe men de uitruil tussen verschillende risicobronnen kwantitatief kan analyseren. Bijvoorbeeld: renterisico en aandelenrisico zijn appels en peren, die zich moeilijk laten vergelijken in rendement en risicotermen. De kernvraag is van welke risicobron een pensioenfonds het meeste dekkingsgraadrendement verwacht per eenheid risico. Ook hier geldt weer de vraag of een pensioenfonds een economische bril op heeft of een regelgeving bril. Zo schrijft de Commissie Parameters bijvoorbeeld voor dat als verwacht rendement voor risicovrije obligaties de forwards gehanteerd moeten worden. Dat heeft tot gevolg dat bij herstelplannen aandelenrisico wel beloond wordt (hogere dekkingsgraad projecties), terwijl dit voor renterisico niet het geval is (geen hogere dekkingsgraad-projecties, maar wel een hogere VEV). Samengevat: art & science Al met al, komt het strategische renteafdekkingsbeleid tot stand door een combinatie van art & science. Het samenspel van investment beliefs (rentevoorspelbaarheid, markt of regelgeving) en risicobudget bepalen de hoogte van de renteafdekking, het maximum, het minimum alsook of de afdekking statisch of dynamisch van aard is. De speelruimte die binnen dit kader overblijft wordt ingevuld en bepaald door o.a. rentestanden, rentevisie, staffels en uitruil met andere risicobronnen. Is de rente te voorspellen? Professor Max Planck (de grondlegger van de Quantum theorie) zei ooit tegen John Maynard Keynes, dat hij in zijn jonge jaren had overwogen om economie te gaan studeren, maar dat hij het te moeilijk vond. De economie is inderdaad bijzonder complex. Krachten als demografie, technologie, milieu, regelgeving, maatschappelijke ontwikkelingen etc. zijn van invloed op economische groei en inflatie, die weer de drijvers zijn van de financiële markten (zoals rente en aandelen). De verbanden zijn niet uitsluitend éénrichtingsverkeer. Zo beïnvloedt de rente op haar beurt ook weer de economische groei en inflatie, wat weer van invloed is op het monetaire beleid. Om te kunnen voorspellen, zullen alle factoren en relaties juist moeten worden gemodelleerd, wat - zoals Professor Planck al aangaf - een bijna onmogelijke opgave is. Om de rente te kunnen voorspellen, zal op zijn minst de economie goed voorspeld moeten kunnen worden. Dat blijkt echter al een uitdaging. Zo geeft een panel van circa 75 economen maandelijks een voorspelling af voor één van de belangrijkste economische indicatoren wereldwijd: de Amerikaanse Purchasers Managers Index (PMI). De (gemiddelde) voorspelde maandelijkse verandering correleert echter sterker (+0,8) met de vorige gerealiseerde maand dan de te voorspellen maand (+0,2). Oftewel: analisten weten heel goed het verleden te voorspellen. Amerikaanse Purchasers Managers Index (PMI) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 12 januari 2016 De verklaring voor het feit dat menigeen toch van mening is dat de financiële markten zijn te voorspellen moet gezocht worden in Behavioral finance, dat de koppeling probeert te leggen tussen psychologie en hoe financiële informatie wordt verwerkt en beslissingen worden genomen. De belangrijkste concepten: Gambler s fallacy : de neiging om een lagere kans toe te dichten aan een gebeurtenis als deze al een aantal keer is opgetreden; bijvoorbeeld op rood inzetten in het casino nadat het balletje tien keer op zwart is gevallen. Hindsight bias : achteraf heeft men het idee dat een situatie voorspelbaar was. Dit wordt gedreven door de menselijke behoefte om orde te scheppen in een chaotische wereld.
3 PAGINA 3 Is er sprake van een rentetermijnstructuurpremie? Een fundamentele vraag is of renterisico een beloond of onbeloond risico is of dat zelfs het afdekken van renterisico juist beloond wordt. Dit komt neer op de vraag of lange rentes (die worden ontvangen met het beleggen in lange obligaties of via renteswaps) gemiddeld hoger zijn dan korte rentes (die betaald worden via de variabele poot van renteswaps, danwel betaald moeten worden om de aanschaf van lange obligaties te financieren). Kijkend naar ruim vijftig jaar aan data in de VS, blijkt de 30- jaars Amerikaanse staatsrente gemiddeld 1% hoger te zijn geweest dan de korte rente (Federal Reserve rate). In 76% van de maanden lag de lange rente boven de korte rente. Ook in Duitsland blijkt sinds 1994 de 10-jaars rente gemiddeld 1,5% hoger te zijn geweest dan de 3-maands geldmarktrente en was de 30-jaars rente gemiddeld weer iets hoger dan de 10- jaars rente (in 100% van de maanden). Kortom: er lijkt sprake te zijn van een positieve rentetermijnstructuurpremie. Verklaringen hiervoor zijn o.a. marktsegmentatie (verschillende marktparticipanten zijn aan het werk in verschillende looptijdsegmenten), er wordt niet graag afstand gedaan van geld (waardoor voor langere looptijden een hogere vergoeding wordt geëist) en een zogenaamde inflatieonzekerheidspremie (hoe langer de horizon, hoe onzekerder de inflatievooruitzichten en hoe hoger de vereiste vergoeding in nominale rentes). Ook de Commissie Parameters gaat uit van het bestaan van een dergelijke premie, zoals blijkt uit het rapport uit 2014; De forwardrentesystematiek overschat daardoor verwachte toekomstige rentes (uitgaande van een positieve risicopremie). Het lijkt er dus op dat het afdekken van renterisico een premie oplevert. Amerikaanse renteontwikkeling ( ) Kan de rente alleen maar stijgen? Los van de vraag of rentes te voorspellen zijn, hanteert BMO Global Asset Management als basisscenario dat rentes de komende jaren iets zullen stijgen en meer dan de forwards momenteel aangeven. Deze visie is onder meer ingegeven door het feit dat huidige negatieve reële rentes niet meer gerechtvaardigd worden door Westerse economieën die de recessie van zich af hebben geschud. Ook speelt mee, dat de Federal Reserve naar verwachting een krapper monetair beleid (en meer dan de forwards aangeven) moet gaan voeren, ingegeven door onder andere de Amerikaanse arbeidsmarkt. Desondanks is BMO Global Asset Management niet van mening dat - gezien het lage niveau - rentes alleen maar kunnen stijgen. Zo geeft een analyse van de Nederlandse lange rente sinds 1814 aan dat mean-reversion geen wetmatigheid is op korte en middellange horizons. De Japanse ervaringen sluiten hierbij aan: in 1998 dook de Japanse 10- jaars staatsrente voor het eerst onder de 1%. In plaats van fors te zijn gestegen noteert het tarief achtien jaar later zelfs nog lager (circa 0,25%, 22 januari 2016). Ook is 0% geen harde ondergrens voor rentes. Verder zou op lange termijn een drijfveer kunnen zijn dat - in navolging van Japan - de bevolkingsomvang in Europa gaat krimpen (volgens de Verenigde Naties vanaf 2020), terwijl in het verleden altijd sprake is geweest van een groeiende bevolking. Door de krimpende bevolking kan de economische groei onder druk komen te staan wat lage en zelfs negatieve (reële) rentes tot gevolg kan hebben. Doordat de onderliggende fundamenten veranderen vormen historische renteniveaus wellicht geen juist referentiekader meer. Bevolkingsgroei(projecties) Bron: BMO Global Asset Management, Verenigde Naties 2012 Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 31 december 2015
4 PAGINA 4 In hoeverre kunnen rentes dalen? In de vorm van de huidige ( spot ) rentetermijnstructuur ligt reeds de verwachte renteontwikkeling ( forwards ) besloten. Bij een stijgende/positieve rentetermijnstructuur prijst de markt in dat rentes gaan stijgen. Deze verwachte rentestijging (het forward pad) ligt reeds besloten in de huidige prijsvorming van vastrentende instrumenten zoals obligaties en renteswaps. Zolang de rente zich exact ontwikkelt als de forwards aangeven, zullen de marktwaardes van obligaties en renteswaps niet veranderen. De onderstaande figuur laat de huidige rentetermijnstructuur zien en de forward rentetermijnstructuur over drie jaar. Er wordt ingeprijsd dat rentes iets stijgen. De relevante vraag is hoeveel rentes lager uit kunnen komen dan de forwards nu aangeven. Het antwoord is circa 1,5% à 2,5%. Nul procent is geen harde ondergrens voor rentes. Een theoretisch argument is onder meer dat fysiek geld gestolen kan worden of verloren kan gaan. Daarom zijn beleggers bereid negatieve rentes te accepteren in ruil voor de veiligheid die wordt geboden door banken en overheden. Ook is het lastig om met fysiek geld grote en internationale transacties te doen. Wederom is er dus een reden waarom beleggers genoegen zouden nemen met een negatieve rente op een bankrekening, namelijk een gemakspremie voor het kunnen uitvoeren van transacties. Al met al is de ondergrens voor nominale rentes eerder circa -1% dan 0%. Dat dergelijke negatieve rentes niet denkbeeldig zijn, lieten onder andere Zwitserse staatsrentes zien. Zo was op 23 januari 2015 de Zwitserse rentetermijnstructuur tot en met het 15-jaars segment negatief en noteerde de 2-jaars rente een dieptepunt van -1,3% en de 10-jaars rente -0,3%. Hoe ver kunnen rentes dalen ten opzichte van de huidige en forward renteniveaus? Is het renterisico geringer bij lage renteniveaus? Het antwoord hangt volledig af van de vraag of een fonds stuurt op regelgeving of op economische werkelijkheid. Zo gaat regelgeving uit van relatief renterisico. DNB hanteert bij de berekening van het renterisico (S1) binnen het Vereist Eigen Vermogen (VEV) bijvoorbeeld een relatieve schok van 25% van het niveau van de 15-jaars rente. Bij een rente van 4% komt de schok in absolute termen neer op 100 basispunten, terwijl bij een renteniveau van 1% slechts een schok van 25 basispunten doorgerekend hoeft te worden. Kortom: de aanname is dat het relatieve renterisico constant is, gerelateerd aan het renteniveau en dat de absolute schokken lager uitvallen bij lage rentes. Voor een fonds dat stuurt op regelgeving, kan de S1 berekening dus een basis vormen voor het hanteren van een rentestaffel, waarbij lage renteniveaus gepaard gaan met lagere renteafdekkingspercentages, zonder dat de S1 wijzigt. Stuurt een fonds op economische werkelijkheid dan komt een ander beeld naar voren. Het absolute marktrenterisico blijkt vrij constant te zijn. Onderstaande figuur laat de ontwikkeling van de Duitse 10-jaars staatsrente zien sinds 1989 tot begin Tevens is de volatiliteit (wekelijkse renteverandering / 1-jaars horizon) weergegeven, zowel in absolute termen (renteverandering in %-punt) als in relatieve termen (ratio: renteverandering / renteniveau). Wat blijkt is dat de absolute rentevolatiliteit binnen een bandbreedte beweegt en historisch weinig verband toont met het niveau van de rente, terwijl de relatieve volatiliteit toeneemt bij lage renteniveaus. Oftewel: het absolute renterisico is vrij constant, het relatieve renterisico niet. Volatiliteit Duitse 10-jaars staatsrente (1-jaars horizon / weekbasis)
5 PAGINA 5 Is het renterisico asymmetrisch bij lage renteniveaus? Onderstaande figuur toont het histogram van de wekelijkse veranderingen van de Duitse 10-jaars staatsrente in de periode 1989 juni Hierbij is zowel de verdeling weergegeven die betrekking heeft op de totale periode (blauw) als sinds 2011 toen de Duitse staatsrente onder de 2% dook (oranje). De verdeling kent een positieve scheefheid. Aangezien de scheefheid niet 0 is, maar +0,4 is renterisico asymmetrisch. Een positieve scheefheid betekent dat wanneer het aankomt op extreme situaties er vaker sprake is (geweest) van positieve uitschieters (forse rentestijgingen) dan van negatieve uitschieters (forse rentedalingen). Hoewel positief, is de scheefheid sinds 2011 echter iets lager geweest (+0,41) dan gemeten over de totale periode sinds 1989 (+0,45). De conclusie is dus dat renterisico asymmetrisch is, maar dat het bij lage renteniveaus niet asymmetrischer is dan normaal en zelfs iets lager lijkt te zien. Histogram: wekelijkse verandering 10-jaars Duitse staatsrente Is de rentediscussie anders vanuit een reëel perspectief? In het Rapport Frijns (2010) werd reeds gewezen op het potentiële spanningsveld tussen een 100% nominale renteafdekking en reële ambities. Zou bijvoorbeeld de nominale rente stijgen als gevolg van toenemende inflatieverwachtingen bij een gelijkblijvende reële rente, dan zou de waarde van de nominale matching assets dalen, de nominale waarde van de verplichtingen ook afnemen, maar de reële waarde van de verplichtingen ongewijzigd blijven. De nominale dekkingsgraad zou dan niet wijzigen, maar de reële dekkingsgraad zou dalen. Reële ambities vormen daarmee een argument om minder af te dekken met nominale renteinstrumenten. Los daarvan is de vraag of de huidige discussie ingegeven is door lage rentes wezenlijk anders vanuit een reëel perspectief. Naar onze mening is dit niet het geval. Allereerst is bij lage renteniveaus de reële rentecomponent doorgaans de belangrijkste drijfveer van nominale renteveranderingen (zie figuur). Nominale en reële dekkingsgraden zullen daardoor grofweg hetzelfde reageren op nominale renteveranderingen. Tevens zijn de dekkingsgraden nog relatief laag, waardoor voorwaardelijke indexatie bij de meeste fondsen nog uit zicht is en het perspectief dus nog voornamelijk nominaal is. Eigenlijk komt de rentediscussie vanuit een reëel perspectief op dezelfde investment belief vragen neer, namelijk; gelooft een fonds in de voorspelbaarheid van de reële rente en wordt gestuurd vanuit economisch of regelgevings-perspectief? 10-Jaars staatsrente VK en de componenten ( , weekdata) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, juni 2015 Belangrijke informatie De in dit document weergegeven informatie was bij ons bekend op 31 januari 2016, tenzij anders vermeld. Dit document is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en dient niet te worden verstrekt aan niet-professionele beleggers. De informatie die verschaft wordt in dit document is alleen bedoeld ter informatie en dient niet te worden beschouwd als enige vorm van advies aan de ontvanger of lezer waar deze op mag of kan vertrouwen bij het nemen van beslissingen over het doen van investeringen, beleggingen of het aangaan van beleggingsovereenkomsten, noch betreft dit een aanbod om dergelijke transacties aan te gaan. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van beleggingen kan fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers hun inleg niet (volledig) terugkrijgen. Investeerders dienen niet over te gaan tot het beleggen in financiële instrumenten indien zij niet bereid zijn om de risico s die hiermee gepaard kunnen gaan te accepteren. Dit document wordt uitgegeven door BMO Global Asset Management, een handelsnaam van F&C Netherlands B.V., in Nederland gereguleerd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) BMO Global Asset Management. Alle rechten voorbehouden. CM /16
Renteafdekking en renteswaps
Renteafdekking en renteswaps Jitzes Noorman Delegated CIO BMO Global Asset Management - Nederland VBA ALM-Conferentie 2015 5 november 2015 Agenda Investments Beliefs en Renteafdekkingsbeleid Renteafdekking
Nadere informatieDe casus voor een nieuwe renteschok (S1) & de gevolgen voor het balansbeheer van Pensioenfondsen
CFA Society VBA Netherlands De casus voor een nieuwe renteschok (S1) & de gevolgen voor het balansbeheer van Pensioenfondsen Jitzes Noorman Delegated CIO 16 oktober 2018 Huidige S1 / VEV 2 Dynamiek in
Nadere informatieRisicobronnen en Investment Beliefs
Classification: only to be shown if not public VBA ALM Congres 2017 Risicobronnen en Investment Beliefs Jitzes Noorman Delegated CIO 2 november 2017 Introductie - BMO Global Asset Management Classification:
Nadere informatieWat betekent een stijgende rente voor het rentebeleid van pensioenfondsen? 10 mei 2017
Wat betekent een stijgende rente voor het rentebeleid van pensioenfondsen? 10 mei 2017 Samenvatting In dit artikel onderzoeken wij de consequenties van een sterk stijgende marktrente voor het rentebeleid
Nadere informatieMarktvisie Naar een realistischer renterisico
Uitsluitend voor professionele beleggers Marktvisie Naar een realistischer renterisico Januari 2019 Management Summary De huidige methode waarmee pensioenfondsen het renterisico voor het Vereist Eigen
Nadere informatieUpdate over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers
Investment Solutions & Research Update oktober 2013 Update over Advies Commissie UFR Alleen voor professionele beleggers Door Peter van der Spek, Remmert Koekkoek, Daniel Lai - Customized Overlay Management
Nadere informatieS&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie
S&V Reflector Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie Juni 2011 Sprenkels & Verschuren wil met dit document haar bijdrage leveren aan een verantwoord
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt
Nadere informatieHoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen?
Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen? 1 Impact regelgeving t.a.v. beleggingsbeleid! "! # $ %&! $' (" ' )* + *! " &,!,, --- 2 Verdisconteringscurve: van economisch
Nadere informatieSamenvatting. Analyses. Kostendekkende premie
Samenvatting Op 14 juli 2015 heeft DNB aangekondigd dat zij de berekeningsmethodiek van de Ultimate Forward Rate (UFR), welke onderdeel vormt van de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen
Nadere informatieAddendum. Ultimate Forward Rate
Addendum Ultimate Forward Rate Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account-CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni
Nadere informatieRenteafdekking op basis van de ultimate forward rate: Bezint eert ge begint?
Renteafdekking op basis van de ultimate forward rate: Bezint eert ge begint? Drs. Dr. Ir. David van Bragt RBA 1 Senior Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management Samenvatting Binnen het Financieel
Nadere informatieUpdate UFR. Update UFR 17 juli 2015 For professional investors. Inleiding
1 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Zero rentes Update UFR 17 juli 2015 For professional investors Update UFR Voor een gemiddeld pensioenfonds stijgt de waardering van de verplichtingen
Nadere informatieRenderen bij een stijgende rente
ARTIKEL 26 juni 2015 Voor professionele beleggers Renderen bij een stijgende rente Bij stijgende rentes verliezen zowel de verplichtingen als de rentedragende beleggingen van pensioenfondsen waarde. Om
Nadere informatiePresentatie beleggingsresultaten eerste kwartaal 2018 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1
Presentatie beleggingsresultaten eerste kwartaal 2018 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Agenda Financiële markten Resultaten Vooruitzichten Bron: Bloomberg, Aegon Asset
Nadere informatieWat betekent een stijgende rente voor het rentebeleid van pensioenfondsen? 10 mei 2017
Wat betekent een stijgende rente voor het rentebeleid van pensioenfondsen? 10 mei 2017 Samenvatting In dit artikel onderzoeken wij de consequenties van een sterk stijgende marktrente voor het rentebeleid
Nadere informatieMarktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.
Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement
Nadere informatieAdvies Commissie Parameters 2019 En de effecten naar de situatie per 31 mei 2019
Advies Commissie Parameters 2019 En de effecten naar de situatie per 31 mei 2019 Op 6 juni 2019 heeft de Commissie Parameters 2019 haar advies verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieBeleggingsbeleid Pensioenfonds PGB. 29 april 2016
Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB 29 april 2016 1 Uw pensioen bij PGB in 2016 3 september 2015 Pensioenfonds balans 50% 50% Bezittingen Matching portefeuille Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Hypotheken
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieHoe onwaarschijnlijk zijn negatieve rentes?
ARTIKEL 11 maart 2015 Voor professionele beleggers Hoe onwaarschijnlijk zijn negatieve rentes? Negatieve rentes voor obligaties met lange looptijden zijn volgens de financiële markten niet onwaarschijnlijk.
Nadere informatieDe schijnveiligheid van de Ultimate Forward Rate
ROCK note Februari 2013 Alleen voor professionele beleggers De schijnveiligheid van de Ultimate Forward Rate Johan Duyvesteyn Quantitative Research Martin Martens Quantitative Research Roderick Molenaar
Nadere informatieHerstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015
Herstelplan PME 2015 Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 1 PME Herstelplan 2015 dekkingraadsjabloon inclusief onderbouwing Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon dat deel uitmaakt
Nadere informatieHerstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)
Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van
Nadere informatieHet nieuwe FTK: plussen en minnen
Het nieuwe FTK: plussen en minnen Onno Steenbeek Johan de Wittlezing Utrecht, 5 juni 2015 HET NIEUWE FTK Waardering verplichtingen & dekkingsgraden Nieuwe parameters Herstelplannen, premie en indexatie
Nadere informatieRisk Control Strategy
Structured products January 2016 Kempen & Co N.V. (Kempen & Co) is een Nederlandse merchant bank met activiteiten op het gebied van vermogensbeheer, effectenbemiddeling en corporate finance. Kempen & Co
Nadere informatieQE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?
QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese
Nadere informatie134 De Pensioenwereld in 2015
14 134 De Pensioenwereld in 2015 Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 135 Het nieuwe FTK: oude wijn in nieuwe zakken? Auteurs: Gijs Hoedemaker, Machiel Koper en Alexander van Stee Na de crisis leek er een
Nadere informatieDekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO
Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal voor Stichting Pensioenfonds TNO. De uitgangspunten die ten grondslag
Nadere informatieKwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014
Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Ballast Nedam
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering Arthur van der Wal Nieuwegein, 28 september 2006 Agenda < Huidig Mandaat bij ING IM < Performance, Beleid en Vooruitzichten < Financieel Toetsingskader
Nadere informatieDe Ultimate Forward Rate Methodiek
De Ultimate Forward Rate Methodiek Notitie van het Actuarieel Genootschap 23 augustus 2012 Inleiding Voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd over de Hoofdlijnennota herziening
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement
Nadere informatieAdvies Commissie Parameters
Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen Sprenkels&Verschuren Maart 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%
Nadere informatieSamenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieRenterisico Scan. Een second opinion voor pensioenfondsen. met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid. For professional investors
Renterisico Scan Een second opinion voor pensioenfondsen met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid For professional investors 1 Onderwerpen > Waarom deze Scan? > Hoe werkt het? > Contact over de scan
Nadere informatieP O S I T I O N P A P E R
Pensioenfederatie Prinses Margrietplantsoen 90 2595 BR Den Haag Postbus 93158 2509 AD Den Haag T +31 (0)70 76 20 220 info@pensioenfederatie.nl www.pensioenfederatie.nl P O S I T I O N P A P E R KvK Haaglanden
Nadere informatiePersbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende
Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieVerklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen
Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Randstad heeft medio februari 2014 moeten besluiten tot het doorvoeren van een pijnlijke maatregel. Om de
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatieHerstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG
Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit
Nadere informatieInflatie in het reële en nominale pensioencontract: zoek de verschillen
Inflatie in het reële en nominale pensioencontract: zoek de verschillen Kees Bouwman, Theo Kocken en Bart Oldenkamp Educatief paper, 28 april 2013 Op grond van het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK)
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad
Nadere informatieOktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :
Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatiePersbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011
Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen
Nadere informatieNotitie. Aan Eerste Kamer der Staten-Generaal Nummer PA/2014/11-03. C.c. Datum 14 nov 2014. Van Peter Borgdorff / PFZW Telefoonnr 030-277 9959
Notitie Aan Eerste Kamer der Staten-Generaal Nummer PA/2014/11-03 C.c. Datum 14 nov 2014 Van Peter Borgdorff / PFZW Telefoonnr 030-277 9959 Onderwerp Inbreng financieel toetsingskader (FTK) Op 18 november
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieDEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW
BIJLAGE: DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW 25 JUNI 2009 Bijlage bij Herstelplan BPF Bouw 25 juni 2009: Dekkingsgraadsjabloon per 1 januari 2009
Nadere informatieHet managen van balansen, risico s, risicoprofielen waar u allen druk mee bezig bent, herken ik dus goed.
Speech Bert Boertje, divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen bij DNB, tijdens het beleggersberaad van Pensioen Pro op 8 oktober 2015, getiteld Beleggen tussen twee vuren. In zijn speech ging Boertje
Nadere informatieJanuari 2009, Case renterisico management: Analyse portefeuille rente-instrumenten en rentehedging programma
Januari 2009, Case renterisico management: Analyse portefeuille rente-instrumenten en rentehedging programma In deze case wordt uiteen gezet op welke wijze renterisico effectief kan worden beheerst door
Nadere informatieMarktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement
Nadere informatieDatum 24 november 2015 Betreft Kamervragen van het lid Krol over het bericht 'In 2020 veel meer mensen gekort dan ufr-rapport veronderstelt'
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieBeleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.
Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatiePresentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1
Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Agenda Financiële markten Resultaten Vooruitzichten Bron: Bloomberg,
Nadere informatieWispelturige Cross Currency Basis laat valutahedgebeleid in tact Whitepaper. Augustus 2018
Wispelturige Cross Currency Basis laat valutahedgebeleid in tact Whitepaper Augustus 2018 Managementsamenvatting Voor het afdekken van valutarisico gebruiken pensioenfondsen valutaforward contracten (hierna:
Nadere informatieNieuwe inzichten voor ALM analyse naar aanleiding van de krediet crisis
Nieuwe inzichten voor ALM analyse naar aanleiding van de krediet crisis Peter Vlaar Hoofd ALM modellering APG VBA ALM congres 5 november 2009 Agenda Karakteristieken van de kredietcrisis? Hoe kunnen we
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieBeleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk
Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op vrijdag 12 juli 2013 het lang verwachte consultatiedocument over de uitwerking
Nadere informatieZet herstel bankensector door?
ING Investment Office Publicatiedatum: 29 mei 2015 Sectorcommentaar financiële waarden Zet herstel bankensector door? Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office De vooruitzichten voor de
Nadere informatiejaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad
jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni
Nadere informatiePresentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1
Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Agenda Financiële markten Resultaten Vooruitzichten Bron: Bloomberg,
Nadere informatieWelkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015
Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015 Bas Endlich Jacob Vijverberg 1 Marktontwikkelingen derde kwartaal 2015 Geen renteverhoging
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011
Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 April 2011 ING Investment Management / ICS Inleiding Jaarlijks stelt het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg (Huntsman)
Nadere informatieThemabericht 2012/17. Een realistische rekenrente
Themabericht 2012/17 Een realistische rekenrente Minister Kamp is recent met plannen gekomen om de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen waarderen kunstmatig te verhogen. Dit in verband
Nadere informatieHuidige stand van zaken nftk. drs. Lonneke Thissen AAG
Huidige stand van zaken nftk drs. Lonneke Thissen AAG juli 2014 1. Huidige stand van zaken nftk Wetsvoorstel naar de Raad van State op 4 april 2014 Gebaseerd op nominaal kader - De komende tijd wordt gekeken
Nadere informatieBetreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG
De heer dr. P.H. Omtzigt Rapporteur Pensioenen Europa namens de Regering en de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Utrecht, 23 augustus 2012 Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie
Nadere informatieHet nieuwe FTK. Pascal Janssen (PGGM) Studiemiddag VVP 15 april 2015
Het nieuwe FTK Pascal Janssen (PGGM) Studiemiddag VVP 15 april 2015 1 Toekomstdiscussie in meerdere tempo s economie demografie NIEUW FTK VERBETERDE PREMIE OVEREENKOMST arbeidsmarkt maatschappij NATIONALE
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering Arthur van der Wal Matthijs Claessens 30 september 2010 www.ingim.com Agenda Huidig mandaat bij ING IM Performance, beleid en vooruitzichten
Nadere informatieRapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor
Rapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor Zwitserleven N.V. Inhoudsopgave 1. Management samenvatting...1 2. Zwitserleven DC Product...2 3. Beschrijving
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieUw pensioen en uw risicobereidheid
Uw pensioen en uw risicobereidheid ALV VvGH 24 april 2018 Michiel Kamermans Lid van het bestuur van het Heineken Pensioenfonds 1 Waar gaan we het over hebben Hoe gaat het met het HPF en uw pensioen Wat
Nadere informatieRenterisico. in een pensioenbalans
Renterisico in een pensioenbalans Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieDekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.
Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Unisys Nederland
Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2015 In het vierde kwartaal van 2015 daalde de wettelijke dekkingsgraad 1 met 0,5% punt van 105,1% naar 104,6%. De actuele dekkingsgraad 2 steeg echter met 1,2%-punt
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019
KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per
Nadere informatieVraag en antwoord: waarom beleggen in staatsobligaties?
ING Investment Office Publicatiedatum: 13 maart 2014 Vraag en antwoord: waarom beleggen in staatsobligaties? In onze beleggingsvisie op 2014 ( Visie 2014: minder crisis, meer groei ) kunt u lezen dat we
Nadere informatieKort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux
Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het
Nadere informatieOnderstaande tabel toont de nieuwe parameters ( ), waarbij tussen haakjes de oude waarden ( ) zijn opgenomen.
Advies Commissie Parameters 2019 Pagina 1 van 5 Op 6 juni 2019 heeft de Commissie Parameters advies uitgebracht over de te hanteren parameters 2020 2024 en over de ultimate forward rate (UFR). Op 11 juni
Nadere informatieWelkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016
Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016 Bas Endlich Jacob Vijverberg Lex Solleveld 1 Marktontwikkelingen eerste kwartaal 2016
Nadere informatieFEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen
FEB/2011 MAAND Rapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Kerncijfers... 3 1.1. Dekkingsgraad... 3 1.2. Rendement... 4 1.3. Vermogensmutaties...
Nadere informatieDe marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.
Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was
Nadere informatie