Eindtermen: aan deze eindtermen kan gewerkt worden tijdens deze activiteit.

Transcriptie

1 v z w Maart 2013 Willy de paashaas Deze activiteit omvat verschillende activiteiten en kan je best opsplitsen in verschillende lessen. U kiest zelf welke onderdelen u aan bod laat komen. Alle materialen voor deze activiteit kan je kopen bij onze organisatie. Het gereedschap dat je nodig hebt om de paashaas te monteren en af te werken kan je bij ons aan zeer democratische prijzen huren. Voor meer informatie over kopen en/of huren kan je contact opnemen per mail: info@supermegaknap.be Bestelcode voor deze activiteit: TMI paashaas-BB Eindtermen Eindtermen: aan deze eindtermen kan gewerkt worden tijdens deze activiteit. LICHAMELIJKE OPVOEDING: 1.1; 1.2; 1.21; 1.26; 1.27; 1.28* MUZISCHE VORMING: 1.3; 1.4*; 1.5; 2.2; 6.1*; 6.4* NEDERLANDS: 1.5; 2.3; 3.1; 3.2; 6.7 WERELDORIENTATIE: 1.1; 1.14; 2.1; 2.2; 2.3; 2.7; 2.12; 2.13; 2.15; 2.16* WISKUNDE: 2.1; 2.8; 4.2; 5.3* Tips om de talenten te integreren in dit lespakket: Taalknap: wat is Pasen, hoofdletters en kleine letters, enkele begrippen Beweegknap: techniek ervaren: boren, schuren, monteren, Rekenknap: nauwkeurig meten - meetkunde Beeldknap: de Paashaas afwerken en prenten begrijpen MUZIEK NATUUR REKEN ZELF Muziekknap: liedjes over Pasen Samenknap: goed leren samenwerken, elkaar helpen Zelfknap: controleer telkens je werk en werk nauwkeurig en rustig BEELD SAMEN Natuurknap: proefjes doen, onderzoeken (de aangeduide talenten komen het meest aan bod in deze activiteit) TAAL BEWEEG

2 DIT HEB JE ALLEMAAL NODIG! Neem elk voorwerp even in je handen om te voelen of om uit te proberen. Bedenk hoe je dit voorwerp moet gebruiken, wat je er allemaal mee kan doen, enz. Weet je niet waarvoor het dient of hoe het werkt? Vraag dan aan je leraar om het even uit te leggen of om het te demonstreren. figuurzaag lijmklem boormachine met boor nr. 6.5 bankhamer dun fretboortje 2 stukjes karton van ca. 6x6cm passer geodriehoek of gradenboog schaar bruine wol verf en penselen houtlijm potlood met scherpe punt nauwkeurige lat schuurpapier juniorzaag wattenstaafjes kniptang toffelzaag en verstekbak dunne ijzerdraad, wol, plastic zakken,reepje stof En ook dit nog: naald en draad, lijm, eventueel dubbelzijdige plakband, plastic om je bank te beschermen, restjes stof SUPERMEGAKNAP v.z.w. techniekfiche: TMI Paashaas-BB

3 Controleer of je bouwpakket volledig is! Bekijk elk onderdeel en vink het aan als het in je pakket zit. triplex plankje van 20cm x 15cm rondhout: 5 lange stokjes en een kort bodem van mandje een knoop 2 wiebelogen gekleurde dunne ijzerdraad van 18cm ijzerdraad ca. 20cm

4 Wat is Pasen eigenlijk? Pasen is een feestdag waarop Christenen vanuit hun geloof, de verrijzenis van Jezus vieren. De feestdag vindt zijn oorsprong in de Joodse religie: de Joden herdenken met Pasen de uittocht van het Joodse volk uit Egypte. In de loop der jaren is de betekenis van Pasen voor velen veranderd. Kinderen kennen het als de dag dat ze paaseieren mogen rapen, de dag dat de paasklokken komen of vanwege het gezellig samen zijn met familieleden op paasdag. Pasen duurt twee dagen en elk jaar wordt het gevierd op een zondag (paaszondag) en maandag (paasmaandag of tweede paasdag). Om te weten wanneer het Pasen is, moet je uitzoeken wanneer het de eerste keer volle maan is in de lente. Pasen valt namelijk op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. Pasen is dit jaar op deze datum:... Welke leuke dingen ga jij allemaal doen tijdens de paasvakantie? Schrijf alle leuke activiteiten in de vakjes

5 Spreekwoorden met Pasen Als de meester zegt: Dat zijn vijgen na Pasen!, wat bedoelt hij dan? Hij wil je uitleg niet horen want het is te laat! Dat is een leuk spreekwoord hé. Kan jij nog een ander spreekwoord bedenken dat iets met Pasen te maken heeft of waarin het woord Pasen voorkomt? Teken het hieronder. Ken je ook spreekwoorden met de woorden kip en/of ei? Welk spreekwoord staat hier?

6 Is het Pasen of pasen? Is het je al opgevallen dat we sommige woorden steeds met een hoofdletter schrijven en anderen dan weer met een kleine letter? Hoe komt dit eigenlijk? Wel, daar is een belangrijke regel voor! Officiële namen van feestdagen of van andere bijzondere dagen, schrijven we met een hoofdletter: Kerstmis, Pasen, Valentijnsdag, Werelddierendag, enz. Niet-officiële of informele namen schrijven we met een kleine letter: kerst, nieuwjaarsdag, paasfeest, valentijn, enz. Als je niet goed weet of het om een officiële benaming gaat, kan je het altijd opzoeken in je woordenboek. Even oefenen Je leraar leest deze woorden één voor één voor. Als je denkt dat het woord met een hoofdletter geschreven moet worden, ga je zo recht mogelijk staan, op de tippen van je tenen. Denk je dat het met een kleine letter moet, ga dan op je hurken zitten en maak je zo klein mogelijk. Kijk telkens of je het juist had en om het goed te onthouden kan je de woorden die met een hoofdletter beginnen, markeren met een stift. kerstmis paaszondag pinksterfeest vrouwendag aswoensdag boomplantdag hemelvaartsdag chanoeka goede vrijdag oudejaar boekenweek witte donderdag

7 Hoe noemen ze Pasen in andere landen? Kan jij eens opzoeken hoe men Pasen noemt in deze verschillende talen? Je kan gebruik maken van google translate om de benamingen op te zoeken. Als je dan op het symbool van de luidspreker klikt, kan je horen hoe je het woord moet uitspreken. Tof he! Frans: Engels: Wat zou dit allemaal betekenen? Froehliche Weihnachten und ein glückliches Neues Jahr! Duits: Buone vacanze! Turks: bon anniversaire Iyi tatiller Zweeds: Sarbatori vesele i Feliz pascua : Kan je ook een liedje over Pasen vinden op het internet? In welke taal heb je er een gevonden?

8 Enkele belangrijke woorden Monteren: Iets in elkaar steken. Bouwplan: Handleiding of werktekening waarin stap voor stap duidelijk wordt gemaakt hoe je iets moet bouwen of maken. Verstekbak en toffelzaag: Een toffelzaag is een zaag die je gebruikt in combinatie met een verstekbak voor het zagen van houten balken en latten. Een toffelzaag heeft fijne tanden waardoor je gemakkelijker en met minder splinters door het hout kunt zagen. Met behulp van de verstekbak kan je mooie en nauwkeurige hoeken zagen. Schuurpapier: Een stevig stuk papier met een gladde en een grove kant. De grove, korrelige kant van het papier is de schuurkant. Schuurpapier gebruik je om hout mee te schuren zodat het zacht wordt en alle splinters weg zijn. Triplex: Samengeperst hout Houtlijm: Lijm om stukken hout aan elkaar te lijmen Figuurzaag: Een figuurzaag is een zeer fijn zaagje dat opgespannen wordt in een figuurzaagbeugel. Het wordt speciaal gebruikt voor het zagen van bochten en ander zeer fijn werk. Je gebruikt de figuurzaag om heel dun hout mee te zagen. Juniorzaag: Een juniorzaag wordt vooral gebruikt om staal, koper, aluminium en kunststof door te zagen. Soms wordt de zaag ook gebruikt om hout door te zagen. Ee juniorzaag is erg klein, je kan ze met één hand gemakkelijk vasthouden. Bankhamer: Met een bankhamer kan je spijkers in hout slaan. Wij gebruiken hem vandaag om stokjes in hout te slaan. Fretboor: Een fretboor is een klein boortje dat gebruikt wordt om gaatjes voor te boren om zo de houtschroeven beter in het hout te kunnen draaien. Je kunt er ook kleine gaatjes mee maken in zachte houtsoorten. Sommige mensen noemen het ook een els. Zijn er nog woorden die nieuw zijn voor jou? Noteer ze zodat je ze nooit meer vergeet!

9 Hoe maak je het? De verschillende onderdelen van Willy Paashaas moeten goed voorbereid en bewerkt worden. Hiervoor moet je meten, boren, zagen, schuren en lijmen. We helpen je stap voor stap elk onderdeel in orde te maken. + + Onderdeel A: de paashaas Stap 1: de paashaas uitzagen Om de paashaas uit te zagen, gebruiken de leerlingen een figuurzaag. Voordat je eraan begint is het goed om aan de leerlingen uit te leggen hoe je een figuurzaag correct gebruikt. Zo voorkom je dat de zaagjes meteen breken en dat de leerlingen last krijgen van pijn in hun armen. Kijk naar bijlage 1: INFOFICHE figuurzagen om te leren hoe het moet. Neem de afdruk van de paashaas en een schaar. Knip de omtrek van de paashaas voorzichtig uit. Neem het plankje en leg de uitgeknipte paashaas op het plankje. Omtrek de paashaas met je potlood op je plankje. Neem de figuurzaag en zaag de paashaas uit. Neem een stukje schuurpapier en schuur alle braam en splinters van je paashaas weg. Stap 2: de oren van de paashaas Neem de uitgeknipte paashaas en de schaar. Knip de binnenoren van de paashaas uit. Leg de stukjes papier op de restjes van je plankje en teken ze over. Zaag ze uit en schuur ze mooi glad.

10 Stap3: een gaatje in de buik van de paashaas Neem de meetlat en je potlood. Meet de breedte van de paashaas aan zijn poten, zoals op de prent. Zet in het midden een puntje. Meet nu van dit punt 4 cm naar boven en zet daar een puntje. Door het punt moet je een klein gaatje boren, doorheen de paashaas. Gebruik hiervoor een dun fretboortje. Het gaatje moet maar twee millimeter groot zijn want er moet straks alleen maar een dubbele ijzerdraad doorheen kunnen. Stop de uitgezaagde paashaas en de oortjes in je zakje zodat ze niet verloren gaan. 190 mm 140 mm

11 Onderdeel B: het mandje Het mandje van de paashaas kan je met verschillende materialen maken. Je kan kiezen om te weven met ijzerdraad, wol, raffia, touw, plastic zakken, enz. Maar eerst moet je de basis van je mandje maken. Daar komt heel wat bij kijken! Om de bodem van de paashaas te maken, moeten de leerlingen meetkunde toepassen. Voordat ze eraan beginnen kan je de inleidende activiteit van bijlage 2: meetkunde geven zodat de leerlingen de meetkundige begrippen nog eens herhalen en zodat ze precies weten wat er van hen verwacht wordt. Stap1: de bodem van je mandje tekenen. Neem een blad papier, je passer, geodriehoek, lat en een potlood met een scherpe punt. Werk zeer nauwkeurig! Teken een cirkel met een diameter van 11cm. Zorg dat het middelpunt van de cirkel goed zichtbaar is. Hoe groot moet je straal dan zijn? Teken een middellijn in de cirkel. Teken in je cirkel een koorde van 7.5 cm, evenwijdig met de middellijn van de cirkel. Teken in de cirkel, tussen de koorde en middellijn, een tweede koorde van 9.5cm, evenwijdig met de eerste koorde en met de middellijn. Verdeel de cirkel in 12 gelijke delen, begin bij de middellijn. Hoeveel graden is elke hoek? Leg de cirkel voor je, met de koorde naar onder. Zet bij elke lijn (buiten de cirkel) een cijfer van 1 tot en met 12 zoals op de klok. Zet de benen van de passer 4 cm uit elkaar. Zet de punt van de passer in het middelpunt van de cirkel en zet een boogje op 4cm van het middelpunt op lijn 1, 2, 3, 4, 8, 9, 10, 11 en 12 Als je nu een cirkel zou trekken (straal = 4cm), hoe groot zou de cirkel dan zijn? diameter Neem een kleurstift en maak van het punt waar de boogjes en de lijnen elkaar kruisen een dikke gekleurde stip. Je moet nu 9 stippen in je cirkel hebben! De tweede koorde die je tekende, kruist drie genummerde lijnen (5,6 en 7). Zet een gekleurde stip op het punt waar lijn 5 de koorde kruist. Herhaal dit voor lijn 7. Je hebt nu 11 gekleurde stippen in je cirkel staan. Knip de cirkel uit en leg hem nauwkeurig op onderdeel. Nu weet je precies waar je de gaten moet boren. Op de gekleurde stippen! Prik met de passerpunt of met een scherp voorwerp door de punten van je papiertje zodat de gaatjes doordrukken in je hout.

12 Stap2: de gaten boren Boren doe je met een boormachine en boortje 6,5. Klem je hout goed vast met de lijmklem alvorens te boren, anders gaat je hout helemaal ronddraaien als je boort. Boor de gaten mooi recht want anders zullen de stokjes van je mandje scheef staan. Leg best een boorblok (dik stuk hout dat beschadigd mag worden) onder je plankje zodat je niet door de bank boort. Stap3: De stokjes zagen. Neem de lange stokjes en zaag ze in de helft. Schuur de uiteinden van de stokjes mooi glad. Neem ook het korte stokje en schuur de uiteinden mooi glad. Stap4: De stokjes lijmen. Lijm de stokjes in de gaten van je bodem. Dit doe je door telkens een beetje houtlijm op het uiteinde van het stokje te smeren en ook wat houtlijm telkens in het gaatje van je bodem te smeren (gebruik hiervoor een dun penseel of een wattenstaafje). Als de stokjes moeilijk in de gaten van je bodem gaan, kan je een bankhamer gebruiken om ze er voorzichtig in te kloppen. Laat alles gedurende 15 minuten goed drogen. Stap5: het mandje verven. Voordat je begint te weven kan je best de bodem van je mandje verven in de kleur die je wenst.

13 Stap6: weven Je kan met verschillende materialen weven. Kies een materiaal en weef het rond de stokjes van je mandje. Kleef of bindt het begin en einde van je draad, plastic, stof, of wat je ook gebruikt, goed vast. Druk alles goed aan zodat het mandje strak geweven is. Om het mandje van de paashaas te weven, kan je verschillende materialen gebruiken. Voordat je een materiaalsoort kiest kan je bijlage 3: materialen en hun eigenschappen bekijken. Werk de bovenrand van je mandje mooi af met stof of plastic. Dit doe je best met een lijmpistool of met dubbelzijdige kleefband. Zorg dat de bovenrand goed vast zit aan je mandje. Leg op de bodem van je mandje een stukje stof of wat stro alvorens de eieren in het mandje te doen.

14 Onderdeel C: een pomponnetje als staart Om je paashaas van een leuke staart te voorzien, maken we een pomponnetje van wol. Stap1: schijfjes maken Neem twee stukjes karton van 6cm x 6cm, een schaar, passer en meetlat Teken met je passen een cirkel met een diameter van 5cm op de kartonnetjes. Teken in deze cirkel een cirkel met een diameter van 3cm. Knip met een schaar de cirkels uit zodat je twee ringen krijgt. Leg de twee ringen op elkaar. Stap2: de cirkels bekleden met wol Neem een lang stuk wol (ca. 1.5meter). Wikkel de wol rond de dubbele ring zoals op de prent. Doe dit tot je geen karton meer ziet en je een dikke schijf krijgt. Als je wol op is, neem je een nieuw lang stuk. Stap3: je pompon losmaken Neem de schaar en knip de wol door langs de zijkant van je schijf. Kijk goed naar de prent! Stap4: de haartjes van je pompon knopen Trek de kartonnetjes een beetje uit elkaar, zoals op de prent. Neem een stuk wol en doe het rond de draadjes tussen de twee schijven en knoop het stevig vast. Neem de ijzerdraad uit je bouwpakket en draai hem in het midden rond het pomponnetje, tussen de twee kartonnen schijven. Verwijder nu de twee kartonnetjes van je pompon. Je pompon is klaar.

15 Monteren en afwerken Nu alle onderdelen klaar zijn, kunnen we de paashaas in elkaar steken. Stap1: De paashaas afwerken Neem de paashaas en de oortjes uit je zakje. Verf de paashaas en de oren in de gewenste kleur en teken wat kenmerken van de paashaas op het hout: zijn pootjes, zijn mond en tanden, enz. Vergeet de binnenoren niet te verven. Kleef de binnenoren op hun plaats met een beetje houtlijm. Om de paashaas nog mooier te maken, kan je hem aankleden. Met behulp van restjes stof en wol, kan je kledingstukjes maken voor de paashaas die je erop kunt kleven of die je hem aan kunt trekken. Je doet dit best voordat je het mandje aan de haas lijmt! Neem de wiebelogen, de knoop en het gekleurde stukje ijzerdraad uit je zakje. Kleef de wiebelogen met stevige lijm op hun plaats. Knip met een kniptang drie stukjes ijzerdraad van ca. 6 centimeter af. Steek ze door de gaatjes in de knoop zodat je een neus met snorharen krijgt. Kleef daarna de knoop stevig vast op het konijn, op de plaats waar de neus moet komen. Stap2: Het mandje vastlijmen. Zet je mandje in het midden voor de paashaas. Doe houtlijm op de zijkant van de bodem van het mandje, daar waar hij tegen de paashaas komt. Kleef het mandje stevig vast aan de paashaas. Hou het even stevig vast zodat de paashaas tegen de bodem van het mandje drukt, maar zorg ervoor dat de paashaas goed recht staat. Laat de paashaas enkele minuten drogen.

16 Stap3: het pomponnetje bevestigen. Neem het pomponnetje en steek de dubbele ijzerdraad van achter door het gaatje naar de voorkant van de paashaas. Prik met de ijzerdraad door je mandje en draai de ijzerdraad rond het middelste stokje van je mandje. Maak de ijzerdraad goed vast en knip de restjes van de ijzerdraad in het mandje, af. Je paashaas is klaar! Nu moet je enkel nog wat eieren zoeken om in het mandje te leggen. Veel plezier met je paashaas!

17 BIJLAGE 1: INFOFICHE FIGUURZAGEN Figuurzaag Een figuurzaag is een zeer fijn zaagje dat opgespannen wordt in een figuurzaagbeugel. Het wordt speciaal gebruikt voor het zagen van bochten en ander zeer fijn werk. Het gebruik van de figuurzaag wordt dan ook beperkt tot het zagen van heel dun hout en dunne, zachte metaalsoorten. Het zaagblad in de figuurzaag zit altijd met de tandjes naar beneden (richting handvat) gericht. Om het zaagblad te vervangen knijp je de beugel van de figuurzaag een beetje dicht en zet je het zaagblad aan beide zijden goed vast. Het zaagblad moet opgespannen zijn tussen de beugeluiteinden. Het klemmen van de beugel met de hand, en tegelijkertijd klemmen van het zaagje is vaak niet eenvoudig. Met een figuurzaagplankje waarin gaten zijn voorzien om de figuurzaag op te spannen lukt het veel beter. Om te voorkomen dat het zaagje snel breekt, kan je een aantal regels en instructies volgen: Zorg er voor dat je zaagblad goed opgespannen zit in de beugel. Zorg er voor dat je op de juiste hoogte kan zagen. De figuurzaagbeugel moet recht naar je schouder gericht zijn, je zaagje moet recht op je plankje gericht zijn. Zitten mag, als je werkbank de juiste hoogte heeft. Is de tafel te laag, zet dan je stoel opzij en steun met je knie op de grond. Gebruik een figuurzaagplankje dat je vastklemt op de werkbank, eerder dan je hout vast te klemmen. Je stuurt immers met het hout en niet met de zaag. Je kan ook figuurzagen zonder een figuurzaagplankje te gebruiken. Een figuurzaagplankje dient enkel om je bank te beschermen. Zaag rustig op en neer en met zeer lichte druk vooruit. Stuur en klem met je vrije hand het hout in de juiste richting. Als je een bocht of hoek moet zagen, blijft je zaag op één plaats zagen terwijl je met je vrije hand het hout draait en stuurt.

18 BIJLAGE MEETKUNDE Kringgesprek: wat is een cirkel? Een cirkel is een vlakke figuur waarvan alle punten op dezelfde afstand van een gegeven punt liggen. Kennen jullie deze nog? M=middelpunt r= de straal van de cirkel, een lijnstuk dat het middelpunt verbindt met een punt van de cirkel het dubbele van de straal is de diameter van de cirkel een rechte door het middelpunt van de cirkel is een middellijn van de cirkel een lijnstuk dat twee punten van de cirkel verbindt is een koorde van de cirkel het lijnstuk uit het middelpunt van de cirkel loodrecht op die koorde neergelaten is het apothema van die koorde Evenwijdig: Het lijnstuk {AB} is evenwijdig met het lijnstuk {CD} enkel en alleen als de rechte waarop deze lijnstukken liggen, evenwijdig zijn. Loodrecht: Twee rechten die een rechte hoek vormen staan loodrecht op elkaar. Rechten die loodrecht op elkaar staan, worden ook loodlijnen genoemd. Bewegingstussendoortje: hoeken Maak met je lichaam: een scherpe hoek: een hoek kleiner dan 90 een nul hoek: een hoek waarvan de benen samenvallen een rechte hoek: een hoek waarvan de benen loodrecht op elkaar staan (90 ) een stompe hoek: een hoek groter dan 90 en kleiner dan 180 een gestrekte hoek: een hoek waarvan de benen in elkaars verlengde liggen (180 ) Per twee: Jullie zijn allemaal rechten. De ene rechte gaat loodrecht op de andere staan. Ga evenwijdig naast elkaar op de grond liggen. Je vriend is een passer: gebruik hem of haar om een cirkel te tekenen op de grond.

19 Actief leren: de bodem van je mandje Wat heb je nodig? kaartjes touw schaar grote ruimte driehoek meetlint (rolmeter) stoepkrijt Deel de kaartjes willekeurig uit.

20 OPDRACHT: Voer deze opdracht stap voor stap uit. Maak duidelijke afspraken met de leerlingen omtrent praten, taken uitvoeren, enz. Maak de tekening groot genoeg (is uiteraard afhankelijk van het aantal leerlingen). Als er niet genoeg leerlingen zijn, kan je de omtrek van de cirkel ook laten tekenen met stoepkrijt. 1. Alle leerlingen maken samen een cirkel met een straal van X (bijvoorbeeld 2) meter. Zij mogen niet spreken en zij moeten doen wat de leerlingen met een kaartje hen vragen. Als ze zien dat een leerling met een kaartje een fout maakt, mogen ze enkel het woord rood roepen. De leerling met het rode kaartje zal dan gaan vragen wat ze gezien hebben en hier een antwoord op geven. De leerlingen met een kaartje gaan in de cirkel staan. 2. Een leerling met een groen kaartje is het middelpunt en gaat in het midden van de cirkel staan. Zoek het middelpunt van de cirkel. 3. Teken een middellijn door het middelpunt van de cirkel. Hoe lang is de middellijn? De leerling met het rode kaartje laat enkele leerlingen in de kring schatten hoe groot de middellijn zal zijn, terwijl de leerling met het blauwe kaartje en de leerling met het oker kaartje de middellijn meten en tekenen. 4. Maak een koorde van Xcm of X meter, evenwijdig met de middellijn. Eén of twee leerlingen met een paars kaartje vormen de koorde in de cirkel. De leerling die meet, mag helpen. 5. Verdeel de cirkel in 12 gelijke delen. Gebruik het stoepkrijt om dit te doen. Geef de leerlingen waar de krijtlijn uitkomt, de juiste klok. 6. Maak een tweede koorde van xcm of xmeter, tussen en evenwijdig met de middellijn en de eerste koorde. Eén of twee leerlingen met een paars kaartje vormen de koorde in de cirkel. De leerling die meet, mag helpen. 7. Twee leerlingen met een groen kaartje gaan voor de leerlingen met klok 5 uur en klok 7 uur staan en verplaatsen zich over de lijn naar de tweede koorde en blijven daar staan. 8. De leerlingen met de blauwe kaartjes maken een passer en zetten de bennen van de passer open op een straal van xcm of xm. Ze draaien met de passen er plaatsen een punt (leerling met groen kaartje) op elke krijtlijn van de klok, behalve op lijn 5, 6 en De leerlingen met de groene kaartjes springen op en neer. Dit is de plaats waar we gaten moeten boren.

21 WERKBLAD: MATERIALEN EN HUN EIGENSCHAPPEN Verschillende materialen hebben verschillende eigenschappen. Om je mandje te weven moet je een materiaalsoort kiezen of je kan verschillende materialen combineren. Om na te gaan welke materialen het meest geschikt zijn, gaan we enkele onderzoeken uitvoeren. Welke materialen zou je allemaal kunnen gebruiken om je mandje te weven? Onderzoek de materialen en vul het rooster in. Zet een kruisje bij de eigenschappen die de materialen bezitten. Hoe kan je onderzoeken of iets vochtbestendig is? Hoe zou jij onderzoeken of een ijzerdraad sterker of minder sterk is dan wol? Hoe kan je weten of een materiaal duurzaam is? Bedenk zelf een aantal proeven en onderzoek de verschillende materialen. eigenschap/ sterk duurzaam proper in betaalbaar esthetisch plooibaar en vochtbestendig materiaal gebruik en hanteerbaar onderhoud papier plastic metaaldraad stof wol of katoendraad pitriet Welk materiaal kies je? Waarom kies je dat materiaal?

22 SUPERMEGAKNAP v.z.w. techniekfiche: TMI paashaas-BB