Ruimtelijke onderbouwing Vogelenzangseweg 49A

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing Vogelenzangseweg 49A Auteur : Jeroen Rozema Onderwerp : Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Vogelenzangseweg 49A Ons kenmerk : Bijlage(n) : Advies Areaal Datum : 25 oktober 2013 Verzenddatum : 25 oktober 2013 Aanleiding Op 2 september 2013 heeft de heer De Rijk namens Buitenplaats de Plantage een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om het gebruik van de kas op het perceel Vogelenzangseweg 49 A te Vogelenzang voor horeca categorie 2B doeleinden toe te staan. Het vigerende bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 staat het gebruik van de kas voor horeca categorie 2B doeleinden niet toe. Er is een afwijking van het bestemmingsplan nodig om horeca categorie 2B op deze locatie toe te staan. Huidige situatie Buitenplaats de Plantage heeft op 9 juli 2013 haar deuren geopend en fungeert op dit moment als een ondersteunende horecavoorziening voor het Tuincentrum Bos Tuin en Dier. In het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 is het toegestaan om in panden met de bestemming Detailhandel Tuincentrum een ondersteunende horecavoorziening te exploiteren. De kas waarin Buitenplaats de Plantage is gevestigd heeft de bestemming Detailhandel - Tuincentrum. Zelfstandige horeca is echter niet toegestaan in de bestemming Detailhandel Tuincentrum. Procedure Ik heb eerst onderzocht welke procedure van toepassing is. De kas heeft een vloeroppervlak van 375 m2 en is gelegen buiten het bestaand bebouwd gebied. De vigerende bestemming is Detailhandel Tuincentrum. Binnen deze bestemming is ondersteunende horeca toegestaan. Zelfstandige horeca is echter niet toegestaan. In het bestemmingsplan is geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen om mee te werken aan deze aanvraag. Evenmin valt de aanvraag binnen de limitatieve lijst zoals opgenomen in bijlage II, hoofdstuk IV, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Er is daarom een afwijking van het bestemmingsplan ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo (voorheen projectbesluit) nodig om medewerking te kunnen verlenen aan dit plan. In deze procedure kan het college pas een besluit op de aanvraag omgevingsvergunning nemen, nadat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven. Beoordeling Een verzoek om af te wijken van het bestemmingsplan, dient te worden beoordeeld aan de hand van de beoordelingsprincipes die zijn vastgelegd in hoofdstuk 2 van de Nota ruimtelijke beoordeling Deze beoordeling bestaat uit drie stappen:

2 -2-1. Beleidstoets: eerst beoordeel ik of het planologisch beleid van de gemeente Bloemendaal ruimte biedt om mee te werken aan het verzoek. Het plan wordt daarbij getoetst aan de Structuurvisie Bloemendaal en aan het van toepassing zijnde sectorale beleidskader, in dit geval Economisch zaken. Tevens wordt in deze fase beoordeeld of er sprake is van een bijzondere omstandigheid. 2. Ruimtelijke kwaliteitstoets: als de beleidstoets positief is, wordt er een ruimtelijke kwaliteitstoets uitgevoerd. In deze fase worden, voor zover van toepassing, de stedenbouwkundige inpassing, de verkeerseffecten, de parkeeroplossing, het effect op de cultuurhistorische waarden en het effect op het aanwezig groen beoordeeld. De ruimtelijke kwaliteitstoets wordt alleen uitgevoerd als de beleidstoets positief is. 3. Toets aan wet- en regelgeving: indien is aangetoond dat de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse aantoonbaar verbetert, wordt getoetst of het verzoek voldoet aan alle relevant sectorale wet- en regelgeving. De toets aan de wet- en regelgeving wordt alleen uitgevoerd als de ruimtelijke kwaliteitstoets positief is. 4. Kostenverhaal: indien is aangetoond dat de van toepassing zijnde sectorale wet- en regelgeving geen belemmering vormt om gevraagde vergunning te verlenen, dient de aanvrager een overeenkomst met de gemeente af te sluiten om het kostenverhaal te verzekeren. De gemeente start pas een planologische procedure op, nadat er een overeenkomst is afgesloten om het kostenverhaal te verzekeren. Beleidstoets (beleidsregel 1) Toets aan de structuurvisie In de structuurvisie is het grondgebied van de gemeente Bloemendaal opgedeeld in drie zones, te weten de kust en duinzone, de landgoederenzone en de dorpenzone. Buitenplaats de Plantage is gelegen in de landgoederenzone, waartoe de landgoederen, villawijken, strandwallen, strandvlakten en zanderijen behoren. Het ruimtelijk beleid wordt in de structuurvisie per thema behandeld. Er zijn vier thema s: natuuren landschap, recreatie, leven, bouwen en wonen en bereikbaarheid. Omdat horeca een vorm van recreatie is en er geen sprake is van bouw-, aanleg- of kapvergunningsplichtige activiteiten, is alleen het beleid zoals beschreven onder het thema recreatie relevant voor deze aanvraag. De uitgangspunten voor recreatie in de landgoederenzone richten zich echter met name op de landgoederen zelf. Er is bepaald dat het beleid is gericht op extensieve vormen van recreatie en cultuur naar draagkracht van het landgoed. Gepaste kleinschalige recreatiemogelijkheden zijn mogelijk om landgoederen vitaal te houden. Tuincentrum Bos Tuin en Dier is echter geen landgoed. De structuurvisie geeft daarom geen uitsluitsel over de vraag of een zelfstandige horeca-inrichting op deze locatie al dan niet een wenselijke ontwikkeling is. Bij gebrek aan toetsingscriteria in de structuurvisie dient de aanvraag daarom getoetst te worden aan het sectoraal beleid op het gebied van horeca. Toets aan de nota commerciële voorzieningen De gemeente Bloemendaal beschikt evenmin over een sectoraal beleidskader dat uitsluitsel kan geven op de vraag of een horeca categorie 2B inrichting op deze locatie al dan niet een gewenste ontwikkeling is. De gemeenteraad heeft weliswaar in 2010 de Visie op de Commerciële Voorzieningen vastgesteld. Hierin staat dat het wenselijk is om op de locatie Bos Tuin en Dier niet meer dan één perifere detailhandelsvestiging te behouden en wel expliciet in niet-dagelijkse goederen (zoals het huidige tuincentrum, een grootschalige winkel in buitensport of een bouwmarkt). De locatie is reeds voorzien van de noodzakelijke ondersteunende horeca. De nota spreekt zich niet uit over de vraag of het wenselijk is dat er zelfstandige horeca wordt gevestigd.

3 -3- Het beleid van de gemeente geeft dus geen uitsluitsel over de vraag of een horeca categorie 2B inrichting op deze locatie al dan niet als een gewenste ontwikkeling kan worden aangemerkt. Uw college dient daarom op grond van alle uw bekende en relevante feiten, omstandigheden en belangen een eigen afweging te maken (de zogenaamde discretionaire bevoegdheid). Team Samenleving heeft daarom adviesbureau Areaal gevraagd om met inachtneming van alle van belang zijnde feiten, omstandigheden en belangen te beoordelen of een horeca categorie 2B inrichting op deze locatie al dan niet wenselijk is. Advies Areaal Adviesbureau Areaal heeft op 17 oktober 2013 beoordeeld of een horeca categorie 2B inrichting op deze locatie al dan niet wenselijk is. Areaal adviseert daarover positief. De locatie leent zich goed voor een horecabestemming. De bereikbaarheid per fiets en auto is goed en het is mogelijk om voldoende parkeergelegenheid te creëren. Planologisch gezien is er in en rond Vogelenzang nog ruimte voor een extra horecvestiging. De kern Vogelenzang heeft minder horecavestigingen dan een gemiddelde Nederlandse dorpkern van vergelijkbare grootte. Het concept zelf (een biologisch restaurant in een kas met een eigen moestuin, waar gerechten met streekproducten worden bereid) is een toevoeging aan het bestaande horeca-aanbod in Bloemendaal en voorziet duidelijk in een behoefte. Dit blijkt onder andere uit de hoge bezoekersaantallen. Het concept onlosmakelijk verbonden aan de locatie. Een biologisch restaurant in een kas zou niet goed tot zijn recht kunnen komen in een stedelijke omgeving. Het feit dat de kas in een groene tuin is gelegen draagt bij aan de beleveringswaarde van het concept. De tuin maakt ook onderdeel uit van het horecaconcept. Zo kunnen gasten bijvoorbeeld buiten in de tuin picknicken. Gezien de ligging is de Plantage ondersteunend aan het toerisme en recreatie. De Plantage voorziet in de behoefte van fietsrecreanten aan een pleisterplaats. Een bezoek aan de Plantage kan goed gecombineerd worden met een bezoek aan de Linnaeushof of het Strand. Wel merk ik op dat dit op zichzelf geen doorslaggevend argument is om medewerking aan het initiatief te verlenen, omdat in de directe omgeving voldoende horecagelegenheden zijn die ook in die behoefte kunnen voorzien. Conclusie De structuurvisie en de nota commerciële voorzieningen bieden geen uitsluitsel over de vraag of een horeca categorie 2B inrichting op deze locatie een gewenste ontwikkeling is. Planologisch gezien is er echter in en rond Vogelenzang, gezien het aantal inwoners, nog ruimte voor een extra horecavestiging. De locatie leent zich bovendien goed voor een horecabestemming. Het horecaconcept is een toevoeging aan het bestaande aanbod, voorziet duidelijk in een behoefte en is onlosmakelijk verbonden aan de locatie. Het bovenstaande in overweging nemend, adviseer ik positief ten aanzien van de beleidstoets. Ruimtelijke kwaliteitstoets (beleidsregel 2) In beleidsregel 2 van de nota ruimtelijke beoordeling is bepaald dat de gemeente alleen meewerkt aan een planologische procedure indien de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse aantoonbaar wordt verbeterd. De ruimtelijke kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van de stedenbouwkundige inpassing, de landschappelijke kwaliteiten, cultuurhistorische waarden, verkeersaantrekkende werking en parkeeroplossing. Voor de beoordeling van deze aanvraag heb ik advies opgevraagd van team Verkeer. Een advies van de vakdisciplines stedenbouw, landschap en cultuurhistorie is in dit geval niet nodig. De aanvraag betreft een functiewijziging, er wordt niet gebouwd. Er worden evenmin bomen gekapt of andere ingrepen in de landschappelijke kwaliteiten gedaan. De kas is geen monument en maakt geen onderdeel uit van een beschermd dorpsgezicht.

4 Verkeer en parkeren -4- De toename van het aantal verkeersbewegingen vormt geen belemmering om de gevraagde vergunning te verlenen. De Vogelenzangseweg is een provinciale weg en heeft een gebiedsontsluitingsfunctie. Een restaurant van 375 m2 levert circa 250 extra verkeersbewegingen per dag op 1. Op een totaal van circa verkeersbewegingen per dag heeft dat nauwelijks invloed op de verkeersafwikkeling ter plaatse. De Vogelenzangseweg is recentelijk nog door de provincie aangepast om de verkeersveiligheid bij het in- en uitrijden te verbeteren. De extra verkeersbewegingen richting het perceel van Bos Tuin en Dier leveren evenmin een belemmering op qua verkeersveiligheid. Team Verkeer heeft onderzocht of het aantal parkeerplaatsen toereikend is voor de parkeerbehoefte. De bezoekers van de Plantage parkeren op het parkeerterrein van Bos Tuin en Dier. Volgens opgaaf van de aanvrager zijn hier 287 parkeerplaatsen beschikbaar. De eigenaar van Bos Tuin en Dier, tevens verhuurder van de kas, heeft 60 parkeerplaatsen verhuurd aan Buitenplaats Plantage. De parkeerbehoefte wordt bepaald aan de hand van de CROW kengetallen. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte van Buitenplaats Plantage wordt van de volgende kengetallen uitgegaan: restaurant, niet stedelijk gebied/ rest bebouwde kom: 15 parkeerplaatsen per 100 m2 BVO. Het bruto vloeroppervlak van het restaurant is circa 375 m2 (basis administratie gebouwen). Op basis van daarvan hebben wij de parkeerbehoefte voor Buitenplaats Plantage bepaald op (375/100) * 15 = 56 parkeerplaatsen. Conclusie De aanvraag voldoet aan beleidsregel 2. De toename van het aantal verkeersbewegingen vormt geen belemmering voor de verkeersafwikkeling ter plaatse. Er zijn 60 parkeerplaatsen aanwezig. Daarmee wordt in voldoende mate voorzien in de parkeerbehoefte van 56 plaatsen. Het bovenstaande in overweging nemend, adviseer ik positief ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteitstoets. Toets aan de sectorale wet- en regelgeving (beleidsregel 3) In beleidsregel 3 van de nota ruimtelijke beoordeling is bepaald dat de gemeente van de aanvrager kan verlangen dat deze de benodigde informatie aanlevert die nodig is voor een goede ruimtelijke onderbouwing van het besluit om af te wijken van het bestemmingsplan. In artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) staat beschreven welke informatie in de ruimtelijke onderbouwing moet zijn verwerkt. Het betreft een toets aan de sectorale wet- en regelgeving op het gebied van milieukwaliteitseisen (luchtkwaliteit, geluidshinder, bodemkwaliteit), externe veiligheid, natuur, flora en fauna, waterhuishouding en archeologie. Milieukwaliteitseisen Milieuzonering: een restaurant is een milieubelastende functie. Er dient voldoende afstand te zijn tot milieugevoelige functies (wonen). Op grond van de brochure bedrijven en milieuzonering geldt voor een restaurant een richtafstand van 10 meter tot aan de gevel van een woning. Dit in verband met mogelijk geur- en geluidsoverlast. Dichtstbijzijnde woning (Vogelenzangseweg 51) bevind zich op circa 100 meter. Er is dus voldoende afstand tussen het restaurant en de omliggende woningen. Geluidsbelasting: een restaurant is in de Wet geluidhinder niet aangemerkt als een geluidsgevoelige bestemming. Het aspect geluidsbelasting is niet van toepassing op deze aanvraag. Luchtkwaliteit: het aantal verkeersbewegingen dat wordt veroorzaakt door het toestaan van een horecavestiging, draagt niet in betekende mate bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit in de omgeving. In de gehele gemeente wordt ruimschoots aan de luchtkwaliteitsnormen vol- 1 De parkeernorm voor deze functie is 56 plaatsen. Uitgaande van een maximale bezetting tijdens het diner, levert dat 112 verkeersbewegingen (aankomst en vertrek) op. Als je tevens uitgaat van een ma xima le bezetting tijdens de lunc h en c irc a 10 leveranciers per dag, kom je op ( =) 244 verkeersbewegingen per dag uit.

5 -5- daan. Het aspect luchtkwaliteit zoals omschreven in de Wet luchtkwaliteit vormt geen belemmering om een vergunning te verlenen. Bodemkwaliteit: er vinden geen vergunningsplichtige bouwactiviteiten plaats. De bodem wordt niet geroerd. Het aspect bodemkwaliteit is niet van toepassing op deze aanvraag. Natuurbescherming De natuurregelgeving vormt mogelijk een belemmering voor de uitvoering van dit project. De locatie is niet gelegen in een beschermd natuurgebied en maakt ook geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Wel liggen er op circa 160 meter van het plangebied, ten westen van de Vogelenzangseweg, weilanden die deel uitmaken van de Ecologische hoofdstructuur. Het is echter niet nodig om de externe werking van een project op de Ecologische hoofdstructuur te onderzoeken. Buitenplaats Woestduin, die op ruim 200 meter afstand ligt, is tevens aangewezen als Natura2000 gebied. De natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van de Natura 2000 gebieden. Uitgangspunt is dat activiteiten in of in de directe omgeving van Natura 2000 gebieden de natuur in deze gebieden niet mogen schaden. Nieuwe activiteiten die negatieve effecten kunnen hebben op het Natura2000 gebied kunnen vergunningsplichtig zijn op grond van de Natuurbeschermingswet. Mogelijk heeft de toename van het aantal verkeersbeweging als gevolg van de vestiging van een restaurant een negatieve externe werking op het Natura2000 gebied Woestduin. Door middel van een stikstofdepositie onderzoek kan inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre de toename van het aantal verkeersbewegingen een negatief effect heeft op het Natura2000 gebied Woestduin en of er al dan niet een vergunning nodig is op grond van de natuurbeschermingswet. De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag voor wat betreft de Natuurbeschermingswetvergunning. Wij hebben daarom aan de provincie Noord Holland gevraagd of zij verwacht dat er een vergunning nodig is op grond van de natuurbeschermingswet. De provincie heeft hierover nog geen uitsluitsel gegeven. Zolang de provincie nog geen uitsluitsel heeft gegeven, hoeft er nog geen stikstof depositieonderzoek te worden uitgevoerd. Indien blijkt dat er een vergunning nodig is op grond van de Natuurbeschermingswet, zal deze zo spoedig mogelijk worden aangevraagd. In dat geval zal de aanvrager in het kader van deze aanvraag een stikstofdepositie onderzoek moeten laten uitvoeren. Flora en faunawet De bepalingen uit de Flora en faunawet vormen geen belemmering om de gevraagde vergunning te verlenen. Er vinden geen sloop of bouwactiviteiten plaats. In de kas, die als ondersteunende horecavoorziening voor Bos Tuin en Dier al intensief wordt gebruikt, zijn geen verblijfsplaatsen van beschermde diersoorten (zoals bijvoorbeeld vleermuizen) te verwachten. Evenmin zijn in de kas beschermde plantensoorten te verwachten. Voor de realisatie van het plan hoeven geen bomen te worden gekapt of andere groenstructuren te verdwijnen. Overige sectorale aspecten Water: er vinden geen vergunningsplichtige bouwactiviteiten plaats. De bepalingen uit de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland over watercompensatie zijn niet van toepassing op deze aanvraag. Archeologie: er vinden geen vergunningsplichtige bouwactiviteiten plaats. De bodem wordt niet geroerd. Het aspect Archeologie is niet van toepassing op deze aanvraag. Externe veiligheid: de kas ligt niet binnen de invloedssfeer van een inrichting, leiding en transportroute voor gevaarlijke stoffen. De dichtstbijzijnde inrichting met een veiligheidscontour is het LPG tankstation aan de Leidsevaartweg 17. De PR 10/6 contour van dit tankstation is volgens de

6 -6- risicokaart 110 meter. Afstand van het tankstation tot de kas is circa 800 meter. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering om een vergunning te verlenen. Kostenverhaal (beleidsregel 4) Indien is aangetoond dat de van toepassing zijnde sectorale wet- en regelgeving geen belemmering vormt om gevraagde vergunning te verlenen, kan de gemeente een planologische procedure opstarten. In de Wet ruimtelijke ordening is bepaald dat de gemeente alle kosten die nodig zijn om het plan te realiseren, dient te verhalen op de partij die baat heeft bij de realisatie van het plan, in dit geval aan aanvrager zelf. De bedoelde kosten kunnen betrekken hebben om planschadeclaims, civieltechnische werken, inrichting van de openbare ruimte, ambtelijke kosten om het plan te beoordelen, een bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen of het verevenen van de winsten van de ene locatie met de verliezen op een andere locatie. Voor de realisatie van dit plan hoeven geen civieltechnische werken te worden uitgevoerd, evenmin hoeven er investeringen in de openbare ruimte te worden gedaan. Een bijdrage aan een vereveningsfonds of een fonds bovenwijks is evenmin van toepassing. De enige kosten die de gemeente in het kader van deze aanvraag moet maken zijn de ambtelijke kosten om het plan te beoordelen en eventuele planschadeclaims. De ambtelijke kosten voor de beoordeling van het plan worden gedekt via de leges die voor deze aanvraag in rekening worden gebracht. Het risico op planschadeclaims wordt via het afsluiten van een planschadeverhaalsovereenkomst bij de aanvrager neergelegd. Conclusie Ik concludeer dat er een afwijking van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 kan worden verleend om het gebruik van de kas aan de Vogelenzangseweg 49A voor horeca doeleinden categorie 2B toe te staan. De beleidstoets valt voor deze aanvraag positief uit. Planologisch gezien is er in en rond Vogelenzang, gezien het aantal inwoners, nog ruimte voor een extra horecavestiging. De locatie leent zich bovendien goed voor een horecabestemming. Het horecaconcept is een toevoeging aan het bestaande aanbod, voorziet duidelijk in een behoefte en is onlosmakelijk verbonden aan de locatie. De ruimtelijke kwaliteitstoets valt eveneens positief uit. De toename van het aantal verkeersbewegingen vormt geen belemmering om de gevraagde vergunning te verlenen. Op het perceel zijn voldoende parkeerplaatsen aanwezig om te voorzien in de parkeerbehoefte die het restaurant veroorzaakt. De wet- en regelgeving op het gebied van milieukwaliteitseisen, externe veiligheid, natuur, flora en fauna, waterhuishouding en archeologie vormt geen belemmeringen om de gevraagde vergunning te verlenen. Het kostenverhaal is in voldoende mate verzekerd. De ambtelijke kosten voor het beoordelen van het plan worden via de leges gedekt en het risico op planschadeclaims wordt in de planschadeverhaalsovereenkomst bij de aanvrager neergelegd.