Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden"

Transcriptie

1 Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Kris VAN CAUTER (*) (*) Dit artikel valt onder de verantwoordelijkheid van de auteur en weerspiegelt niet noodzakelijk de standpunten van de Nationale Bank. De auteur wenst de collega s op het Departement Algemene Statistiek van de Nationale Bank te bedanken voor hun inzichten en opmerkingen. 11

2 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal

3 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Inhoudsopgave 1 Inleiding 15 2 Statistische rapporteringen Het Europees systeem van nationale rekeningen De procedure bij buitensporige tekorten Statistische verplichtingen in het kader van de six-pack 20 3 De lokale overheidssector in België De lokale overheidssector in het ESR Toezicht op de lokale overheden Praktische vertaling van de lokale boekhoudingen De Vlaamse beleids- en beheerscyclus Bijkomende correcties aangebracht door het INR op de basisgegevens Normen op lokale boekhoudingen en het ESR-vorderingensaldo 29 4 Praktische opmaak van de lokale overheidsrekeningen 30 5 Resultaten De lokale overheidssector in België Resultaten per toezichthoudende overheid 34 6 Toekomstige projecten 37 13

4 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal

5 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden 1 Inleiding Statistieken, die een getrouw beeld van de economische werkelijkheid geven, zijn essentieel om een goed beleid te kunnen voeren of om het gevoerde beleid te kunnen beoordelen. In een internationale omgeving en in het bijzonder in economische en monetaire unies, is het daarenboven belangrijk dat de gegevens van verschillende landen, met uiteenlopende institutionele structuren en economische activiteiten, toch met elkaar kunnen worden vergeleken door middel van tabellen en gegevens die volgens een gemeenschappelijke methodologie worden opgemaakt. Daarom zijn op internationaal niveau reeds meer dan 50 jaar geleden door de Verenigde Naties initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat de statistieken van alle landen, die lid zijn van de Verenigde Naties, vergelijkbaar zouden zijn. In Europese Unie is de vraag naar geharmoniseerde statistieken en in het bijzonder naar statistieken inzake overheidsfinanciën nog groter. Alle Lidstaten van Europa dienen daarom verplicht statistieken op te maken volgens de uniforme methodologie namelijk het Europees systeem voor nationale en r egionale rekeningen (esr) voorgeschreven door Europese reglementen. Deze statistieken worden gebruikt om in het bijzonder de financiële situatie van de diverse overheden te gaan evalueren die in bepaalde gevallen zelfs leiden tot boetes. De statistieken inzake overheidsfinanciën omvatten ook de lokale overheden in België. Door de normen die op Europees niveau werden afgesproken en de impact die de lokale overheidsfinanciën kunnen hebben op de uiteindelijke evaluatie door de Europese Commissie is de aandacht van de toezichthoudende overheden voor de vertaling van de bestaande lokale boekhoudsystemen naar het esr de voorbije jaren sterk toegenomen. Dit artikel wil in eerste instantie de basisprincipes achter het esr verklaren en een overzicht geven van de verschillende Europese statistische rapporteringen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de lokale boekhoudsystemen worden omgezet naar de statistieken opgemaakt volgens esr-methodologie. Verder wordt ook ingegaan op de kwaliteit van de statistieken over de lokale financiën en op de resultaten van de lokale besturen in de voorbije jaren. In een laatste hoofdstuk worden de toekomstige projecten inzake de financiële statistieken van de overheden beschreven. 15

6 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal Statistische rapporteringen De opmaak van statistieken inzake overheidsfinanciën volgens een uniform kader is sterk toegenomen onder impuls van de Europese Unie. Momenteel gebeuren er statistische rapporteringen in het kader van het Europees systeem van Regionale en Nationale Rekeningen (esr) en rapporteringen in het kader van de Procedure bij buitensporige tekorten (pbt). Vanaf 2014 komt daar nog een rapportering bij in het kader van de six-pack. In dit hoofdstuk wordt het onderscheid tussen de verschillende rapporteringen uiteengezet. Een gezamenlijk kenmerk van de drie rapporteringen is dat de gehanteerde definitie van de overheidssector overeenstemt met de definitie in het esr, andere elementen zoals de waardering en het aanrekeningtijdstip van transacties of de waardering van activa en passiva kunnen soms sterk verschillen van de principes vastgelegd in het esr. 2.1 Het Europees systeem van nationale rekeningen Op internationaal niveau nemen de Verenigde Naties het voortouw om te streven naar statistieken die tussen landen, ongeacht of het gaat om ontwikkelingseconomieën of industriële landen, vergelijkbaar zijn. Hiervoor hebben de Verenigde Naties, in samenwerking met andere internationale organisaties zoals Eurostat, het imf, de oeso en de Wereldbank, het zogeheten System of National Accounts (sna) ontwikkeld, dat een internationale set van standaarden en aanbevelingen bevat om economische activiteit te gaan meten. Door de nauwe onderlinge economische relaties tussen eu-landen en het ontstaan van de Europese economische en monetaire unie met mogelijke spill-over effecten tussen het economische beleid en begrotingsbeleid van landen enerzijds en op het monetair beleid anderzijds is het in de Europese Unie van belang, dat de beleidsverantwoordelijken over recente en betrouwbare gegevens kunnen beschikken. Daarom worden binnen de Europese Unie voor de opmaak van de nationale rekeningen gebruik gemaakt van een uniform raamwerk, vastgelegd in een Europees reglement, namelijk het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 1995, of het zogeheten esr95 (1). Dit systeem is coherent met het System of National Accounts van het jaar 1993 (sna93), maar verduidelijkt hoe bepaalde concepten uit het sna in de praktijk dienen te worden geïnterpreteerd. De gebruikte methodologieën evolueren en worden met een periode van ongeveer 15 jaar herzien om ze te verbeteren of om nieuwe maatschappelijke evoluties te kunnen integreren (bijvoorbeeld de statistische behandeling van emissierechten). Vanaf september 2014 zullen de nationale rekeningen worden opgemaakt volgens de 1 Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap. 16

7 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden methodologie van het esr2010 (2), dat coherent is met het sna van het jaar In bijlage van de esr-reglementeringen worden de verschillende tabellen opgesomd evenals de termijnen waarbinnen deze dienen te worden opgemaakt door de nationale statistische instituten van de Lidstaten. Het esr is een internationaal vergelijkbaar boekhoudkundig raamwerk voor een systematische en uitvoerige beschrijving en samenhang van een totale economie en haar betrekkingen met andere economieën. Naar de cijfers die worden opgemaakt volgens deze methodologie wordt verwezen als de nationale rekeningen. Naast de input- en outputtabellen en de rekeningen per bedrijfstak die inzicht geven in het productieproces en de goederen- en dienstenstromen bestaan de nationale rekeningen ook uit de sectorrekeningen. Deze geven voor elke sector per periode (jaar of trimester) een beschrijving van de verschillende fases van het economische proces: productie, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensbestedingen en financiële en niet-financiële accumulatie. De definitie van een entiteit in het esr stemt niet noodzakelijk overeen met een bestaande juridische, administratieve of boekhoudkundige definitie van een entiteit. In het esr is de definitie van een institutionele eenheid zodanig gekozen om de gedragsrelaties tussen economische subjecten te kunnen bestuderen. Een institutionele eenheid in het esr is een economische entiteit die wordt gekenmerkt door zelfstandige beslissingsbevoegdheid bij de uitoefening van haar hoofdfunctie. Dit betekent dat ze zelf goederen en activa dient te kunnen bezitten of op eigen naam verplichtingen in de vorm van financiële passiva te kunnen afsluiten, economische beslissingen te kunnen nemen en ervoor verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk is en een volledige boekhouding te voeren. Eenheden in de economie die niet aan deze definitie voldoen maken deel uit van een de institutionele eenheid die hen controleert. Het esr verdeelt alle institutionele eenheden over vijf binnenlandse sectoren (niet- financiële vennootschappen, financiële vennootschappen, overheid, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van de huishoudens) en het buitenland. Schematisch voorgesteld wordt in de sectorrekeningen vertrokken van een beginbalans van zowel de financiële als niet-financiële activa en passiva, waarna via een reeks van onderling verbonden rekeningen wordt overgegaan naar de eindbalans. In deze rekeningen worden voor de beschouwde periode in eerste instantie de transacties beschreven die gepaard gaan met een bepaald proces zoals productie, verdeling en herverdeling van inkomen en kapitaalaccumulatie. De saldi van deze rekeningen zijn doorgaans ook belangrijke economische concepten, zoals bijvoorbeeld het saldo van de productierekening, wat de door de sector gerealiseerde toegevoegde waarde is. 2 Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van rekeningen in de Europese Unie. 17

8 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Tabel 1 : Schematische voorstellingen van het systeem van rekeningen Balans Transacties Andere stromen Balans Productie Toegevoegde waarde Verdeling/Gebruik van inkomen Sparen Beginbalans Kapitaalrekeningen Andere veranderingen in de B.9 activa/passiva Eindbalans Beginbalans passiva Financiële rekeningen B.9F Andere veranderingen in de activa/passiva rekeningen Eindbalans Financiele activa en passiva Voor de overheidssector is het saldo van de kapitaalvormingsrekening het zogeheten Vorderingenoverschot (+) of tekort (-) het saldo (B.9) dat als basis gebruikt wordt voor de evaluatie in het kader van de buitensporige tekortenprocedure. Een belangrijke opmerking is dat dit concept van vorderingensaldo zowel in het esr als de pbt in tegenstelling tot bijvoorbeeld de winst- of verliesconcepten in de jaarrekeningen van vennootschappen rekening houdt met de totale investeringsuitgaven voor dat jaar en niet met de afschrijvingen van de in het verleden gedane investeringen. In een stabiel ontwikkelende economie is er in principe weinig verschil tussen de afschrijvingen en de jaarlijkse investeringen, bovendien is het eerste concept moeilijker meetbaar voor de totale economie en is de berekeningswijze ervan vatbaar voor meer discussie. De ontvangsten en uitgaven voor de berekening van het vorderingensaldo houden geen rekening met de schuldaflossingen of het aangaan van nieuwe leningen, deze transacties worden in de financiële rekeningen geregistreerd en hebben dus geen impact op de kapitaalvormingsrekeningen. Interestbetalingen hebben wel een impact op de uitgaven. Het aanleggen van provisies voor uitgaven in toekomstige jaren wordt evenmin als uitgave geregistreerd in het esr. Het concept van provisies wordt in het esr niet erkend met uitzondering, en dit vanaf het esr 2010, van de verwachte verliezen op het aangaan van gestandaardiseerde garanties. 18

9 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Een tweede deel van de rekeningen brengt ook andere stromen in rekening alvorens de eindbalans wordt opgemaakt. Dit gaat om gebeurtenissen die geen transacties zijn, wat onder meer inhoudt dat het gaat om interacties die gebeuren zonder wederzijdse instemming. Voorbeelden van dergelijke andere verandering in activa en passiva zijn wisselkoersverschillen, diefstal en natuurrampen. Deze andere stromen hebben geen impact op het vorderingensaldo. Zoals elk boekhoudsysteem definieert het esr ook op welk moment de stromen die plaatsvinden tussen entiteiten dienen te worden geregistreerd. In het esr worden de bedragen geregistreerd op transactiebasis, d.w.z. op het moment dat de economische waarde tot stand komt, wordt gewijzigd of verloren gaat, dan wel op het moment dat afspraken en verplichtingen tot stand komen, worden gewijzigd of worden geannuleerd. Dit aanrekeningtijdstip kan verschillen afhankelijk van het type van transactie. Voor aankopen van goederen en diensten betekent dit dat de uitgaven dienen te worden geregistreerd op het ogenblik dat het goed wordt geleverd of de dienst gepresteerd, ongeacht het eigenlijke tijdstip van betaling. 2.2 De procedure bij buitensporige tekorten De statistieken betreffende de overheidsfinanciën volgens de esr-methodologie vormen de basis voor de Europese fiscale monitoring, in het bijzonder de statistieken met betrekking tot de procedure bij buitensporige tekorten (pbt) zoals het vorderingensaldo (3). De pbt verplicht de Lidstaten, bovenop de rapportering die vastligt in de esr-reglementering, om specifieke gegevens met betrekking tot de overheidsfinanciën twee keer per jaar aan Eurostat te verstrekken (eind maart en eind september). Deze gegevens worden meegedeeld in geharmoniseerde tabellen. Deze tabellen zijn zodanig ontworpen, dat ze een coherent kader bieden voor de rapportering van het tekort en het schuldverloop, door middel van een link naar de nationale begrotingsaggregaten. De cijfers van de pbt, waarin de definitie van het vorderingensaldo van de overheid enigszins verschilt van het vorderingensaldo in het esr wordt gebruikt voor de beoordeling van België in het kader van het Stabiliteits- en groeipact (4). Het gehanteerde schuldconcept in de pbt de brutogeconsolideerde schuld en de waardering ervan wijkt in belangrijkere mate af van de in het esr gehanteerde concepten. Schulden worden volgens het esr bijvoorbeeld gewaardeerd tegen marktwaarde, terwijl in de pbt de nominale waarde wordt genomen. In de pbtrapportering wordt daarnaast zeer diverse informatie gevraagd over garanties, publiek-private samenwerkingsverbanden of kapitaalinjecties door overheden. 3 Verordening (EC) 479/2009 van de Raad betreffende de toepassing van het protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten dat als bijlage bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie is gevoegd. 4 Het verschil tussen beide saldi is een gevolg van het feit dat volgens de regels van de procedure bij buitensporige overheidstekorten het ESR-saldo wordt gecorrigeerd door de nettorentewinsten van financiële transacties, zoals swaps en Forward Rate Agreements in rekening te brengen. 19

10 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 De nationale rekeningen, waarvan de overheidsrekeningen deel uit maken, en de statistieken voor de pbt worden in België opgemaakt onder verantwoordelijkheid van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (inr). Om de internationale vergelijkbaarheid tussen landen te waarborgen, worden de statistieken door Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Commissie, aan doorlichtingen onderworpen. Dit gebeurt voornamelijk uit een verificatie van de cijfers na de notificatie van de Lidstaten en door middel van dialoogbezoeken van Eurostat aan het inr en zijn dataleveranciers. Daarnaast is Eurostat ook verantwoordelijk voor de verduidelijking van de interpretatie van het esr (5). 2.3 Statistische verplichtingen in het kader van de six-pack Naast de esr en pbt-rapportering zijn er in de recentste jaren initiatieven ontwikkeld op Europees niveau om bijkomende informatie te bekomen over de toestand van de overheidsfinanciën en andere economische belangrijke gegevens. Hierbij kan in het bijzonder worden gewezen naar de zogeheten six-pack (vijf verordeningen en één richtlijn) die in de herfst van 2011 werden goedgekeurd. In het bijzonder richtlijn 2011/85/EU houdt bijkomende statistische verplichtingen in. Vanaf 2014 dienen alle Lidstaten informatie te publiceren op maandelijkse basis van de ontvangsten en uitgaven op kasbasis voor de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen en de sociale zekerheid en op trimesteriële basis voor de lokale overheden. De overheidsperimeter stemt overeen met de definitie van de overheid in het ESR, maar het aanrekeningtijdstip kan in belangrijke mate verschillen van de registratie op transactiebasis volgens het esr omdat deze volgens de richtlijn 2011/85/EU op kasbasis kan zijn. Deze rapportering wordt door de Belgische overheden zelf verzorgd en valt niet onder de verantwoordelijkheid van het inr. Daarnaast voorziet de richtlijn dat voor alle subsectoren van de overheid relevante informatie over voorwaardelijke verplichtingen met mogelijk grote gevolgen voor de overheidsbegrotingen, zoals onder meer overheidsgaranties, oninbare leningen en uit de exploitatie van overheidsbedrijven voortvloeiende verplichtingen, met vermelding van de omvang ervan worden gepubliceerd. Daarnaast dienen ook de overheidsparticipaties in kapitaal van particuliere en overheidsbedrijven te worden gepubliceerd, voor zover het om economisch significante bedragen gaat. 5 Deze interpretaties worden gepubliceerd in de Manual on Government Deficit and Debt en op de website van Eurostat. 20

11 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden 3 De lokale overheidssector in België 3.1 De lokale overheidssector in het ESR De lagere overheid vormt in het esr een aparte deelsector van de overheidssector, naast de federale overheid, de deelsector van de gemeenschappen en gewesten en de deelsector wettelijke sociale-verzekeringsinstellingen. De subsector lagere overheid omvat de instellingen van openbaar bestuur waarvan de bevoegdheid zich beperkt tot een lokaal gedeelte van het economisch gebied, met uitzondering van de plaatselijke wettelijke sociale-verzekeringsinstellingen (die tot de deelsector wettelijke sociale-verzekeringsinstellingen behoren). Deze subsector omvat ook de instellingen zonder winstoogmerk die onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd worden door de lagere overheid en waarvan de bevoegdheid beperkt is tot het economische gebied van de lagere overheid. De lokale overheidsector (S.1313) gedefinieerd volgens de nationale rekeningen omvat momenteel in België de tien provincies, 589 gemeenten, 589 openbare centra voor maatschappelijk welzijn (ocmw) - exclusief de door hen beheerde ziekenhuizen en rusthuizen zonder juridische rechtspersoonlijkheid -, 195 lokale politiezones, de Brusselse agglomeratie, de polders en wateringen en alle andere publieke lokale entiteiten die geen marktdiensten aanbieden. Tabel 2: Overzicht van de lokale overheidssector in België Het Rijk Vlaams gewest Duitstalige Gemeenschap Waals Gewest Brussels H. Gewest Provincies Gemeenten Ocmw s Lokale politiezones Andere Brusselse agglomeratie, polders en wateringen en alle andere lokale publieke entiteiten ( intercommunales, autonome gemeentebedrijven,...) die geen marktproducenten zijn In het esr95 werd het feit of publieke entiteiten marktproducenten zijn vaak beoordeeld op een kwantitatief criterium, met name of de verhouding tussen de ontvangsten uit verkopen en de productiekosten meer dan 50 % bedroeg over een aangesloten periode van meerdere jaren. De verkopen kunnen betalingen van de overheid omvatten indien deze ook worden gedaan aan andere private producenten die dezelfde activiteit uitoefenen. Voor de productiekosten worden het intermediair verbruik, de beloning van de werknemers, het verbruik van vaste activa en de niet-productgebonden belastingen op productie in rekening gebracht. 21

12 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Vanaf september 2014 zal voor de opmaak van de nationale rekeningen een ander referentiekader worden gebruikt, met name het esr2010. Dit houdt in dat minimaal de statistieken sinds 1995 volgens dit nieuwe framework dienen te worden opgemaakt. Met betrekking tot de lokale overheidsstatistieken is de impact van de wijzigingen beperkt, met uitzondering van welke lokale publieke entiteiten zullen worden beschouwd deel uit te maken van de lokale overheid. In het esr2010 wordt immers enerzijds het kwantitatieve criterium strenger doordat ook de nettorentelast dient te worden toegevoegd aan de kosten en, anderzijds, wordt er een kwalitatief criterium ingevoegd, dat nagaat of de ontvangsten van de publieke producenten wel als verkopen kunnen worden beschouwd, door na te gaan aan wie de output hoofdzakelijk wordt verkocht. Dit houdt in dat indien overheden publieke entiteiten oprichten die voornamelijk hulpdiensten verstrekken zoals vervoer, financiering en investeringen,... deze als hulpeenheden worden beschouwd. Ook indien een publieke entiteit voornamelijk aan de overheid verkoopt wordt hij verondersteld een nietmarktproducent te zijn, indien dit contract niet via een marktprocedure is tot stand gekomen. Deze wijzigingen van de criteria in het esr2010 zullen er toe leiden dat een belangrijk deel van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die de voorbije jaren zijn opgericht en diensten leveren aan verschillende gemeenten tot de overheidssector zullen behoren. 3.2 Toezicht op de lokale overheden Niettegenstaande de Europese verplichting om geharmoniseerde gegevens op te maken volgens het esr, gebruiken de overheden dit niet direct als boekhoudplan. In de praktijk zou dit ook niet haalbaar zijn omdat het esr een statistisch product is en andere doeleinden heeft dan een pure overheidsboekhouding. In België of Europa is er geen verplichting voor openbare besturen om eenzelfde boekhoudplan te gebruiken. De gebruikte boekhoudingen zijn zeer uiteenlopend van aard, gaande van kasregistraties tot een registratie van op basis van vastgestelde rechten of enkelvoudige budgettaire boekhouding of boekhoudsystemen met een dubbelvoudige registratie. Het toezicht op de lokale entiteiten is door de diverse staatshervormingen sterk verspreid geraakt. De bevoegdheid om de regels voor de boekhoudplannen te bepalen voor de lokale overheden is toegewezen aan de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de ocmw s en aan de gewesten voor de gemeenten en de provincies terwijl de federale overheid de bevoegdheid heeft behouden over het boekhoudsysteem van de lokale politiezones. Dat alles heeft er toe geleid dat in de loop der tijd de boekhouding voor de lokale entiteiten steeds meer uiteenlopen. Daarnaast gebruiken sommige entiteiten op lokaal niveau ook andere systemen zoals vennootschapsboekhoudingen of de boekhoudregels voor vzw s. 22

13 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Tabel 3: Overzicht van het administratief toezicht op de lokale besturen in België Wallonië Brussel Vlaanderen Provincies Waals Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Gemeenten Duitstalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest gemeenschap (*) Waals Gewest Ocmw s Duitstalige Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Vlaams Gewest (*) gemeenschap Lokale politiezones Federale overheid Federale overheid Federale overheid (*) Voor de negen Duitsstalige gemeenten Op Europees niveau zijn er in het kader van de six-pack de eerste stappen gezet om een uniformisering van de boekhoudsystemen van overheden te gaan onderzoeken (6). De International Public Sector Accounting Standards (ipsas), die zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards ( ifrs-normen) voor particuliere sector, zijn het enig internationaal erkend stelsel van standaarden voor financiële verslaglegging door overheden. Voor de implementatie wordt gedacht om een Europese vertaling van het ipsas te maken, de zogenaamde epsas. Voor een correcte opmaak van de overheidsrekeningen is het vereist dat de graad van detail inzake transacties in de boekhoudsystemen van overheden voldoende hoog is om een correcte vertaling naar de ontvangsten en uitgaven categorieën volgens het esr mogelijk te maken of om bijkomende informatie aan het inr over te maken indien er verschillen zijn inzake bijvoorbeeld het aanrekeningtijdstip van bepaalde transacties tussen het boekhoudplan en het esr. Om de activa en passiva van de entiteiten te kunnen opvolgen dienen de overheden ook een vermogensboekhouding te hebben. De graad van detail van het boekhoudsysteem en de rapportering naar het inr van de gegevens van de Vlaamse ocmw s en provincies was in het verleden te weinig gedetailleerd om een correcte vertalingen naar het esr mogelijk te maken omdat de categorieën van ontvangsten te geaggregeerd waren waardoor bijvoorbeeld geen onderscheid kon worden gemaakt tussen de stromen van hogere overheden en deze van andere entiteiten. De hervorming van het boekhoudsysteem in de Vlaamse Gemeenschap verbetert deze situatie aanzienlijk. De Vlaamse gemeenschap is sinds 2011 geleidelijk aan een nieuw systeem, de Beleids- en Beheerscyclus (bbc) aan het implementeren, dit houdt naast een hele reeks regels voor de opvolging van de lokale besturen ook een nieuw boekhoudplan in. Vanaf 2014 zal dit systeem veralgemeend gelden voor de 308 Vlaamse gemeenten, de 308 Vlaamse ocmw s, de vijf provincies, de intern verzelfstandigde agentschappen (iva s), de autonome gemeente- en provinciebedrijven en ocmw-verenigingen. 6 Verslag van de commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Naar de implementatie van geharmoniseerde normen voor de overheidsboekhoudingen in de lidstaten, de geschiktheid van de IPSAS voor de lidstaten. SWD(2013) 57 final. 23

14 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal Praktische vertaling van de lokale boekhoudingen Niettegenstaande de verschillen tussen de boekhoudsystemen voor de lokale overheden, kunnen voor de Waalse, Brusselse en Duitstalige gemeenten en ocmw s en de Vlaamse gemeenten voor de bbc-hervorming gemeenschappelijke kenmerken worden vastgesteld. In grote lijnen hanteren deze instellingen een boekhoudsysteem dat nog steeds gelijkenissen vertoont met de Nieuwe Gemeentelijke Boekhouding (ngb). Deze boekhouding werd in 1995 van toepassing op de gemeenten, de ocmw s - met uitzondering van de Vlaamse ocmw s - vanaf 1998, de politiezones vanaf 2001 en de Waalse provincies vanaf De ngb omvat twee aparte luiken met name een budgettair deel dat de jaarlijkse transacties beschrijft en een deel met een algemene boekhouding met een balans en een resultatenrekening. In deze boekhouding wordt de informatie in beide luiken in rekening gebracht. In vergelijking met de hogere overheidsniveaus, die op enkele uitzonderingen na nog uitsluitend een budgettair luik kennen, kennen de lokale besturen hierdoor een kwalitatiever boekhoudsysteem (7). Binnen het budgettair luik wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone dienst (die in essentie de jaarlijkse recurrente ontvangsten en uitgaven bevat) en de buitengewone dienst (dit gaat meer om ontvangsten en uitgaven die verband houden met het patrimonium zoals de investeringen en het aangaan van schulden ervoor). Momenteel gebruikt het inr voornamelijk het budgettaire luik van de lokale boekhouding om de overheidsrekeningen op te maken. Voor elk van de lokale boekhoudsystemen heeft het inr een overgangstabel gemaakt die beschrijft hoe de economische codes uit het budgettaire luik van de lokale boekhouding overeenstemmen met de verschillende esr-categorieën van ontvangsten en uitgaven. Het is mogelijk om te illustreren hoe van het saldo van de gewone dienst in de ngb-boekhouding wordt overgegaan naar een benaderend esr95 vorderingensaldo voor een individuele entiteit. Op dit benaderend esr-saldo worden door het inr echter nog bijkomende structurele en punctuele correcties aangebracht, die worden beschreven in het deel 3.5 en die belangrijk kunnen zijn om te komen tot het uiteindelijke esr-saldo. 7 Een gedetailleerde beschrijving van de gebruikte boekhoudingen op lokaal niveau vindt u in La comptabilité des pouvoirs locaux en Belgique: entre tradition et modernité, Arnaud Dessoy, Documentatieblad, 69ste jaargang, eerste trimester

15 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden De basis voor de berekeningen is het saldo van de gewone dienst dat wordt gevormd door volgende elementen te berekenen: Economische groep(*) Categorie Omschrijving +60 Prestatieontvangsten Vergoeding van bewezen diensten, opbrengst uit verhuur van onroerende goederen +61 Overdrachten Belastingontvangsten, algemene dotaties, subsidies +62 Schuldontvangsten Beleggingsopbrengsten, dividenden -70 Personeelsuitgaven Bezoldigingen in de ruime zin -71 Werkingsuitgaven Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten en werkingsuitgaven inzake het wegennet -72 Overdrachten Overdrachten aan andere openbare overheden en aan andere sectoren -7X Schulduitgaven Terugbetalingen, interesten (*) Codes van de economische groepen = begroitngscodes van de samenvattende tabellen Een deel van de ontvangsten en uitgaven die gerapporteerd worden in de buitengewone dienst, moet worden opgenomen: Economische groep Categorie Omschrijving +80 Overdrachten Ontvangen kapitaaloverdrachten +81 Investeringsontvangsten Verkoop van patrimonium -90 Overdrachten Kapitaaloverdrachten aan andere openbare overheden of aan andere sectoren -91 Investeringsuitgaven Daarnaast moet een aantal van de schuldontvangsten en uitgaven uit de gewone dienst niet in aanmerking worden genomen. Wat de schuldontvangsten betreft, gaat het om de terugbetalingen door de schuldenaars van de lokale entiteit; wat de schulduitgaven betreft om terugbetalingen van schulden van de lokale entiteit. Concreet geeft dat het volgende: Economische groep Economische code Categorie -62 Schuldontvangsten (gewone dienst) -861 Terugbetalingen van leningen door overheidsbedrijven -867 Terugbetalingen van leningen door privébedrijven -870 Terugbetalingen van leningen door de gezinnen en vzw s -891 Terugbetalingen van leningen door de hogere overheid -893 Terugbetalingen van leningen door andere overheden +7X Schulduitgaven (gewone dienst) +911 Terugbetalingen van schulden ten laste van de gemeente +912 Terugbetalingen van schulden ten laste van de hogere overheid +913 Terugbetalingen van schulden ten laste van derden Thesaurietekorten Thesaurieoverschotten Waarborgen op meer dan 1 jaar gestort in speciën Terugbetalingen van gestorte waarborgen op meer dan 1 jaar 25

16 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal De Vlaamse beleids- en beheerscyclus Zoals vermeld implementeert de Vlaamse gemeenschap sinds 2011 geleidelijk aan een nieuw systeem om lokale overheden op te volgen, de beleids- en beheerscyclus (bbc). Het nieuwe boekhoudsysteem in de bbc voorziet nog steeds een budgettaire luik en een algemene rekening. Beide zijn gekoppeld doordat de budgettaire en de algemene verrichtingen gebeuren op basis van één en hetzelfde registratiesysteem en dezelfde codes. Het budgettair luik omvat drie budgetten; Het exploitatiebudget, dat de elementen zoals de personeelsuitgaven, de aankopen van goederen en diensten, de overdrachten van en naar andere overheidsniveaus zoals ocmw s en politiezones, de subsidies, evenals de ontvangsten uit verkopen en heffingen omvat. Het investeringsbudget geeft de investeringen in financiële en niet-financiële activa weer, evenals de investeringsubsidies die worden ontvangen. Het liquiditeitenbudget bestaat uit de verwachte geldstromen. Het bevat een recapitulatie van de uitgaven en ontvangsten van het exploitatie- en het investeringsbudget, en de overige financiële stromen (met de aflossingen van de leningen en het aangaan van nieuwe leningen als belangrijkste elementen). Uit al die gebudgetteerde uitgaven en ontvangsten kan het budgettaire resultaat worden afgeleid. Trekt men daar de bestemde gelden van af (8), dan komt men (rekening houdend met eventuele saldi uit het verleden) bij het resultaat op kasbasis, dat wordt gebruikt voor de verificatie van het financiële evenwicht. Dit concept van financieel evenwicht stemt niet overeen met het esr-vorderingensaldo. Voor een correcte vertaling naar het esr is in tegenstelling tot de ngb de graad van detail van het minimum rekeningstelsel dat verplicht is op zich alleen niet voldoende om een vertaling naar het esr mogelijk te maken, dit is evenwel wel mogelijk als dit rekeningstelsel wordt gecombineerd met de sector van de tegenpartij die bij elke transactie wordt geïdentificeerd. Dit laat bijvoorbeeld toe om het onderscheid te maken tussen subsidies aan vennootschappen en inkomensoverdrachten aan gezinnen. De gedetailleerde opsplitsing van de tegenpartij maakt het ook beter de stromen van hogere overheden te onderscheiden tussen federale overheid, gewesten en andere overheidsniveaus. Ook voor deze boekhouding is een overgangstabel ontwikkeld die het mogelijk maakt op basis van het boekhoudplan een esr-vorderingensaldo te berekenen voor de bijkomende correcties die door het inr worden uitgevoerd. In belangrijke 8 Bestemde gelden zijn geldmiddelen die de raad in het meerjarenplan reserveert voor een specifieke bestemming in de volgende dienstjaren. 26

17 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden lijnen kan het esr-vorderingensaldo binnen het bbc-systeem worden afgeleid door het: Het resultaat van de ontvangsten en uitgaven van het exploitatiebudget (exclusief de gerealiseerde wisselresultaten op financiële activa en de meerwaarde op de realisatie van vlottende activa). Het resultaat van het investeringsbudget exclusief de ontvangsten en uitgaven gekoppeld aan de financiële participaties. Van het liquiditeitenbudget worden enkel de schenkingen opgenomen. De overgangstabel voor de bbc is nog niet definitief, mede doordat ook de economische codes nog worden aangepast om te voldoen aan de behoeften van alle entiteiten. 3.5 Bijkomende correcties aangebracht door het INR op de basisgegevens Naast de hierboven beschreven automatische vertaling van gemeenteboekhoudingen doet het inr specifieke correcties, met als doel overeenstemming te bereiken met de esr. Voor de belastingen, zoals de opcentiemen op de personenbelasting of de onroerende voorheffing, geïnd door hogere overheidsgeledingen, worden de gegevens in de gemeenterekeningen vervangen door de gegevens verstrekt door de hogere overheden. Voor deze belastingen wordt immers gewerkt op getransactionaliseerde kasbasis, wat inhoudt dat de kasontvangsten van de overheid op een ander tijdstip worden geregistreerd dan ze worden geïnd om het registratietijdstip meer te laten overeenstemmen met het tijdstip van de economische transactie. De registratie in de gemeenteboekhouding kan in belangrijke mate verschillen doordat soms gewerkt wordt met voorschotsystemen of vertragingen in de doorstorting van de ontvangsten. De rekeningen van de ocmw s omvatten ook de door hen beheerde rusthuizen, ziekenhuizen of andere verzorgingsinstellingen zonder juridische rechtspersoonlijkheid. Deze worden in de nationale rekeningen beschouwd als quasivennootschappen die behoren tot de sector van de niet-financiële vennootschappen en dienen daarom te worden gedeconsolideerd. Deze instellingen worden beschouwd als quasivennootschappen omdat ze worden gefinancierd zoals de overeenstemmende privéinstellingen in functie van hun bezettingsgraad of de medische verstrekkingen. De deconsolidatie gebeurt op basis van de functionele codes die worden toegekend aan de ontvangsten en de uitgaven die gebeuren voor de te deconsolideren instellingen. Deze 27

18 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 deconsolidatie heeft geen impact op het vorderingensaldo van de ocmw s omdat het eventuele batige saldi van de rusthuizen wordt geregistreerd als een ontvangst van het ocmw of het eventuele negatieve saldo als een subsidie van het ocmw aan de instellingen. In de voorbije jaren werden in de gemeenteboekhoudingen belangrijke ontvangsten geregistreerd uit de verkoop van niet-financiële vaste activa, zoals het verlichting-, drinkwater-, riool- en kabelnetwerk. Indien het inr geen bijkomende informatie heeft ontvangen over deze specifieke transacties die de aard ervan verduidelijken en aantonen dat ze kunnen worden beschouwd als werkelijke verkopen, worden de ontvangsten niet als esr-ontvangsten opgenomen. Net zoals voor andere overheidsgeledingen doet het inr een analyse op de kapitaalparticipaties die worden genomen door de lokale overheidssector om te bepalen of deze als een echte participatie volgens het esr1995 kunnen worden beschouwd, zonder impact op het vorderingensaldo (in grote lijnen wordt nagegaan of er voldoende rendement op financiële participatie wordt verwacht), of dat deze dienen te worden geherklasseerd in kapitaaloverdrachten die een impact op het esr-vorderingensaldo hebben. De reorganisatie van de belangen van de lokale overheidsector in de energiesector en de kabeldistributie hebben de voorbije jaren geleid tot uitzonderlijke ontvangsten die in lokale boekhoudsystemen als dividenden werden geregistreerd, maar die op basis van het esr1995 dienen te worden geherklasseerd omdat ze worden beschouwd als superdividenden. Deze superdividenden worden volgens de esr1995 methodologie beschouwd als het terugtrekken van kapitaal uit de betrokken onderneming en hebben geen impact op het vorderingensaldo. Er bestaan verschillende geldstromen tussen de hogere overheden ( federale overheid, sociale zekerheid en de gemeenschappen en gewesten en de lokale overheden en tussen de lokale overheden onderling. De registratie van de ontvangen en uitgekeerde bedragen stemt niet volledig overeen omwille van een verschillend tijdstip van registratie in de rekeningen, of een verschillende definitie van de overheidssector of doordat er fouten sluipen in de economische codificatie. Deze fouten in de basisgegevens leiden tot een statistische correctie van de gegevens, om de stromen met elkaar in overeenstemming te brengen. Deze bijkomende correcties zijn zowel nodig binnen het ngb systeem als het bbc systeem als elk ander boekhoudsysteem op lokaal niveau. 28

19 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden 3.6 Normen op lokale boekhoudingen en het ESR-vorderingensaldo Gelet op de verschillen tussen de door de lokale overheden gehanteerde boekhoudingen en het esr, kunnen de uiteindelijke resultaten sterk afwijken. Voor de lokale entiteiten die een onderscheid kennen tussen de gewone en buitengewone dienst is het zo dat deze beide in evenwicht dienen te zijn. Niettegenstaande dit evenwicht in beide rekeningen kan dit in het esr resulteren in een tekort of een surplus. De belangrijkste verschillen tussen komen voort uit het aanleggen van provisies in de lokale boekhoudingen, uit het gebruik van reserves van vroegere boekjaren die niet relevant zijn in het esr en uit de aanrekeningswijze van de investeringen, en door de correcties voor superdividenden en desinvesteringen in de lokale overheidsrekeningen. De hoogte en de wijze van financiering van de investeringen bepaalt bijvoorbeeld in belangrijke mate de evolutie van het esr-saldo. Indien er bijkomende schulden worden aangegaan voor de realisatie van investeringen, die hoger zijn dan de kapitaalaflossingen van dat jaar geeft dit een negatieve impact op het esr-vorderingensaldo. Indien de investering wordt gerealiseerd uit de ontvangsten (belastingen, toegekende kapitaalsubsidies van hogere overheden) van dat jaar en de schuld daalt door de jaarlijkse schuldaflossing dan is de impact op het esr-saldo positief. Het feit dat er op lokaal niveau een investeringscyclus wordt vastgesteld die een piek kent op het moment dat de lokale verkiezingen worden georganiseerd, maakt dat in die jaren het esr-saldo beduidend negatiever kan zijn. Op lange termijn, gelet op de rem die in principe in de lokale boekhoudingen is ingebouwd voor het aangaan van schulden (de schuldaflossingen dienen te gebeuren door recurrente ontvangsten) dient het esr-saldo gemiddeld kort bij een evenwicht te liggen. 29

20 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal Praktische opmaak van de lokale overheids- rekeningen Dankzij een belangrijke vooruitgang in het ter beschikking stellen van basisgegevens heeft het inr haar methode voor de opmaak van de lokale overheidsstatistieken in maart 2012 grondig kunnen herzien. De gebrekkige kwaliteit van de esr1995-rekeningen voor de lokale overheden was reeds verschillende jaren een aandachtspunt voor het inr, de Hoge Raad van Financiën en Eurostat. De gebruikte methode was immers gebaseerd op detailgegevens van enquêtes voor een referentiejaar die werden aangevuld met gegevens van tegenpartijen, administratieve informatie en externe studiën. In 2013 is er nog verdere vooruitgang gerealiseerd in de snelheid waarmee de gegevens worden aangeleverd aan het inr. Voor de eerste maal hebben de toezichthoudende overheden reeds 8 maanden na het afsluiten van het jaar rekeningen voor de lokale besturen overgemaakt. Daarnaast worden initiatieven ontwikkeld om reeds twee maanden na het afsluiten van het jaar gegevens aan het inr over te maken. De dekkingsgraad van de gemeenten is hoog voor alle regio s voor de gegevens tot en met Alle gewesten en de Duitstalige Gemeenschap hebben ook inspanningen geleverd om de beschikbare gegevens voor 2012 aan te leveren, maar niettegenstaande de gemeenten hun rekeningen dienen af te sluiten tegen eind juni, waarna de toezichthoudende overheid 1 maand heeft om de gegevens te controleren, werd maar een dekkingsgraad van 53,4 % bereikt. Met betrekking tot de ocmw s is de dekkingsgraad gemiddeld lager dan deze van de gemeenten, maar hebben het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap ook gegevens voor 2012 aangeleverd. Tabel 4: Dekkingsgraad op basis van het aantal inwoners Gemeenten Ocmw s Brussels Gewest 100,0% 100,0% 20,9% 88,9% 68,9% - Vlaams Gewest 99,8% 95,5% 55,0% 86,9% 81,1% - Waalse gewest 95,3% 96,8% 60,1% 82,2% 87,1% 60,4% Duitstalige gemeenschap 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Totaal 98,4% 96,4% 53,4% 85,7% 81,8% 19,7% Bron: INR. De dekkingsgraad van de lokale politiezones voor de recentste jaren blijft nog laag, dit is een gevolg van de lange termijnen die er wettelijk bestaan om de rekeningen af te sluiten en de termijnen om het toezicht op deze rekeningen uit te oefenen (9) Het gebrek aan gegevens voor de politiezones wordt in belangrijke mate opgevangen door het gebruik van de gegevens inzake de loonmassa van de RSZPPO vermits deze ongeveer 83 % van de totale uitgaven van de politiezones uitmaken.

21 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Tabel 5: Dekkingsgraad op basis van de totale loonmassa bekendgemaakt bij de RSZPPO voor de politiezones Politiezones 85,4% 45,7% - Bron: INR Voor het jaar 2012 hebben de aangeleverde gegevens het mogelijk gemaakt om op basis van de methode van een constant staal de lokale overheidsrekeningen voor de gemeenten en de Waalse ocmw s te baseren op de werkelijke rekeningen, wat een belangrijke vooruitgang is ten opzichte van het verleden omdat bij de voorheen gebruikte methode in het bijzonder een onzekerheid over de hoogte van de lokale investeringen bestond. Gelet op de uiteenlopende dekkingsgraad tussen de verschillende entiteiten dienen de cijfers evenwel voorzichtig te worden geïnterpreteerd. Voor de andere entiteiten, waarvoor geen of niet voldoende rekeningen beschikbaar waren, zoals de Vlaamse en Brusselse ocmw s, de lokale politiezones en de provincies werden voor 2012 de in de andere regio s vastgestelde evoluties gebruikt om een extrapolatie te maken of werden de aggregaten geraamd op basis van andere gegevensbronnen (zoals de rszppo, begrotingen,...). Deze methode is vanzelfsprekend niet ideaal en de resultaten dienen in dit geval dus nog meer te worden beschouwd als indicaties totdat de cijfers kunnen worden gebaseerd op de werkelijke rekeningen. De schuldcijfers van de lokale overheden worden momenteel nog niet opgemaakt op basis van de aan het inr overgemaakte rekeningen van de individuele besturen, maar op basis van gestandaardiseerde informatie van de kredietinstellingen (schema A) en gestandaardiseerde informatie over de obligatieuitgiften door de lokale overheden. 31

22 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal Resultaten 5.1 De lokale overheidssector in België Het INR publiceert voor de periode de overheidsrekeningen van de lokale besturen. Op basis van de op 27 september 2013 gepubliceerde rekeningen sloten de lokale overheden hun rekeningen in 2012 af met 6,9 % bbp ontvangsten en 7,2 % bbp uitgaven, wat leidde tot een tekort van 0,4 % bbp. De lokale overheden zijn het kleinste deel van de overheidssector. Gemeten op basis van de ontvangsten beloopt het aandeel van de lokale overheden 13,4 %, wat lager is dan het belang van de federale overheid (18,3 %), de gemeenschappen en gewesten (25,0 %) en de sociale zekerheid (43,4 %) (10). Het vorderingensaldo van de lokale overheden in België schommelt, na de grote tekorten die in het begin van de tachtiger jaren werden vastgesteld, tussen een tekort van 0,6 % bbp en een overschot van 0,2 % bbp. De fluctuaties in dit tekort komen voornamelijk van de investeringscyclus die op lokaal niveau wordt vastgesteld en die een piek bereikt die gekoppeld is aan de lokale verkiezingen. Na de terugval van de totale investeringen in de tachtiger jaren, is het aandeel van de lokale besturen in de investeringen van de gezamenlijke overheid opgelopen tot gemiddeld iets minder dan 50 %. Figuur 1: Het vorderingentekort en de investeringen van de lokale besturen (in procenten bbp, tenzij anders vermeld) Investeringen lokale overheden Investeringen gezamenlijke overheid Vorderingenoverschot (+) of tekort (-) lokale overheden Aandeel lokale overheden in de investeringen van de gezamenlijke overheid (rechterschaal in procenten) Bron: INR De ontvangsten werden verminderd met de overdrachten die de deelsector doet naar de andere overheidssectoren, omdat dit een betere indicatie is van de middelen die elk beleidsniveau voor zijn eigen beleid kan aanwenden.

23 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden De bijdrage van de lokale overheden tot de geconsolideerde brutoschuld bedroeg in miljoen of 5,2 % bbp of een aandeel van 5,2 % in de totale overheidsschuld die eind ,8 % bbp bedroeg. Na een afname van de schuld van de lokale overheden in het begin van de jaren negentig, blijft de schuld van de lokale overheden, sinds de toetreding van België tot de Europese Monetaire Unie relatief stabiel, maar is ook de impact van de investeringscyclus merkbaar. Figuur 2: Schuldevolutie (In procenten bbp) Geconsolideerde brutoschuld van de overheid (linkerschaal) Bijdrage van de lokale overheid tot de geconsolideerde brutoschuld (rechterschaal) Bron: INR Het functioneel karakter van de uitgaven geeft de prioriteiten weer van het gevoerde beleid door de overheden, omdat het aangeeft welke doeleinden de overheden nastreven met hun uitgaven. Op lokaal niveau gaan de uitgaven voornamelijk naar sociale bescherming (21,5 %), van kortbij gevolgd door het onderwijs (19,2 %) en uitgaven voor algemeen bestuur (18 %). Daarnaast nemen ook de uitgaven voor politie (13 %) en economische zaken, in het bijzonder uitgaven voor transport (10,9 %), een belangrijke hap uit het budget. 33

24 Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Figuur 3: Opsplitsing totale uitgaven van de lokale overheden per functie Bron: INR 5.2 Resultaten per toezichthoudende overheid Sinds september 2013 publiceert het inr in zijn jaarlijkse publicatie een opsplitsing van de saldi van de lokale entiteiten per toezichthoudende overheid. Dit is mede mogelijk dankzij de vooruitgang in de aanlevering van de basisgegevens in elektronische vorm voor de opmaak van de statistieken waardoor voor de voornaamste entiteiten voldoende hoge dekkingsgraden worden bereikt. Bovendien wordt verwacht dat deze aanlevering in de toekomst zal versnellen. Voor de gebruiker van deze statistieken is het belangrijk de resultaten steeds te bekijken in combinatie met de dekkingsgraad, die terug te vinden zijn in het hoofdstuk 4. Bij een te lage dekkingsgraad dienen de cijfers met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Voor het laatste jaar wordt, gelet op de nog relatief lage dekkingsgraad voor de meeste entiteiten, enkel het aggregaat gepubliceerd voor het geheel van de toezichthoudende overheid. Voor 2012 wordt voor alle overheidsgeledingen waar op basis van een constant staal een extrapolatie kon worden gedaan de traditionele verslechtering vastgesteld van de lokale overheidsrekeningen ten gevolge van de lokale verkiezingen die werden georganiseerd in Naast een stijging van de investeringen werd ook een relatief sterke toename van de loonmassa vastgesteld; bovendien werden de lokale besturen ook geconfronteerd met een terugval van opcentiemen op de personenbelasting door het feit dat er geen verdere versnelling van het inkohieringsritme van de federale personenbelasting werd vastgesteld. 34

25 Europese rapporteringen inzake overheidstekorten en schulden en de rol van de lokale overheden Tabel 6: Ramingen van de ESR-vorderingensaldi van de lokale sesturen (per toezichthoudende overheid en per type bestuur) (in miljoenen euro s) Vlaams Gemeenschap Gemeenten Ocmw Provincies Waals gewest Gemeenten Ocmw Provincies Brussels Hoofdstedelijk gewest en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Gemeenten Ocmw 9-6 Duitstalige Gemeenschap Gemeenten -4-3 Ocmw -1 Federale overheid Politiezones Totaal uitgesplitst Niet uitsplitsbare correcties Aanrekeningtijdstip belastingen Statistische correctie Totaal vorderingensaldo lokale besturen Bron: INR Het is evenwel niet mogelijk om het esr-vorderingensaldi voor het geheel van de lokale besturen volledig op te splitsen tussen de gewesten, omwille van volgende redenen: Voor de belastingen geïnd door hogere overheidsgeledingen, worden de gegevens in de gemeenterekeningen vervangen door de gegevens verstrekt door de hogere overheden. Voor deze belastingen wordt immers gewerkt op getransactionaliseerde kasbasis om het inningsmoment meer te laten overeenstemmen met het tijdstip van de economische transactie. Voor de opcentiemen op de personenbelasting en de onroerende voorheffing wordt het moment genomen waarbij de administratie het kohier opmaakt en verstuurt (wat gemiddeld ongeveer twee maanden voor de kasontvangst of terugbetaling is). De gegevens per gewest voor de opcentiemen op de personenbelasting worden aangeleverd door de FOD Financiën, wat het in de toekomst mogelijk zal maken deze correctie op te splitsen per gewest. 35

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Databronnen Door de lokale besturen geboekte ontvangsten en uitgaven die via de digitale rapportering verwerkt worden in de BBC-database van het Agentschap

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Databronnen Boekhoudprogramma s van de gemeenten. Methodes gebruikt bij het ontbreken van gegevens Belangrijkste correcties om over te gaan naar

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Databronnen Uitgaven : geboekte ontvangsten - aanrekeningen (bron : boekhoudsysteem + ecomptes) Ontvangsten : geboekte netto vastgestelde rechten (bron

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Databronnen Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgaven: Geboekte uitgaven - aanrekeningen (bronnen = boekhoudsystemen Phoenix, Stesud,

Nadere informatie

Methodologische vernieuwingen

Methodologische vernieuwingen Integrale versie Methodologische vernieuwingen Herziening van de opmaak van de statistieken voor de lokale overheidsector Dankzij een belangrijke vooruitgang in het ter beschikking stellen van basisgegevens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Het ESR 2010 en de overheidsrekeningen

Het ESR 2010 en de overheidsrekeningen 7 de Seminarie voor leerkrachten van het secundair onderwijs 08/10/14 Kris Van Cauter (NBB) Inleiding en achtergrondinformatie 2 / 43 Inleiding De rekeningen van de overheid zijn een gevoelig thema en

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2016 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Methodologische vernieuwingen

Methodologische vernieuwingen Integrale versie Methodologische vernieuwingen 1. Opmaak van de statistieken voor de lokale overheidsector De verbetering van de kwaliteit van de lokale overheidsrekeningen is de voorbije jaren een belangrijk

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2018... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND,

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND, Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2012 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2016... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2015... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING, Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

Methodologische vernieuwingen

Methodologische vernieuwingen Methodologische vernieuwingen Bij het opstellen van de overheidsrekeningen in april 2017 werden verscheidene wijzigingen aangebracht. Het gaat om: een aanpassing van de behandeling van de mobilofonielicenties,

Nadere informatie

Investeringsuitgaven in het systeem van de nationale rekeningen (ESR) en de toepassing van het Europees stabiliteits- en groeipact

Investeringsuitgaven in het systeem van de nationale rekeningen (ESR) en de toepassing van het Europees stabiliteits- en groeipact Investeringsuitgaven in het systeem van de nationale rekeningen (ESR) en de toepassing van het Europees stabiliteits- en groeipact FRDO SEMINARIE: INVESTERINGEN EN OVERHEIDSSCHULD, 22 juni 2017 Kris Van

Nadere informatie

Methodologische vernieuwingen

Methodologische vernieuwingen Methodologische vernieuwingen Bij de opmaak van de overheidsrekeningen in april 2016 werden enkele vernieuwingen ingevoerd. Het betreft de wijze waarop de ontvangsten uit de verkoop van emissierechten

Nadere informatie

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist. BEGROTING 2017 door het College van Burgemeester en Schepenen VERSLAG EN COMMENTAAR van dhr. C. Beoziere, Schepen van Financiën Het project van de begroting 2017 werd opgesteld in overeenstemming met het

Nadere informatie

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Sessie 2: Opmaak van de regionale economische middellangetermijnprojecties Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Vincent Frogneux, FPB 20 november 2018 Overzicht Historiek Economische en

Nadere informatie

Budget Toelichting

Budget Toelichting Budget 2017 - Toelichting (Raad van Bestuur 07/11/2016) (NIS-code: 72039 - ond.nr.: 898.822.982) Pastorijstraat 30 3530 Houthalen-Helchteren 1 Toelichting bij budget 2017 2 Inhoudsopgave Schema TB 1: Exploitatiebudget

Nadere informatie

VERSLAG OVER DE ALGEMENE REKENINGEN 2013 VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Presentatie in de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting

VERSLAG OVER DE ALGEMENE REKENINGEN 2013 VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Presentatie in de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting VERSLAG OVER DE ALGEMENE REKENINGEN 2013 VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Presentatie in de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Dinsdag 14 oktober 2014 1 Rekeningen Vlaamse Gemeenschap Algemene

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van... tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van

Nadere informatie

Stad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014

Stad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014 Stad Hoogstraten Vrijheid 149 2320 Hoogstraten NIS code: 13014 Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2018 2 Inhoudsopgave Inleiding... 4 1. Kerncijfers... 5 2. Beleidsnota... 7 2.1. Doelstellingenrealisatie...

Nadere informatie

Overheidsschuld < 60% van het bruto binnenlands product (BBP) Overheidstekort (zogenaamde vorderingensaldo) < 3% van het BBP

Overheidsschuld < 60% van het bruto binnenlands product (BBP) Overheidstekort (zogenaamde vorderingensaldo) < 3% van het BBP ESR 95 EN DE LOKALE BESTUREN Directiecomité VVSG 28.9.2009 DC 2009_128 1. Stabiliteitspact en ESR 95 Om toe te treden tot de eurozone op 1.1.1999 moesten de landen voldoen aan een aantal economische criteria.

Nadere informatie

De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen. Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur

De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen. Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur 1 Inhoud 1. Situering 2. Beleids- en beheerscyclus 3. Het actuele controlekader 4. Conclusies

Nadere informatie

AGB Herentals Augustijnenlaan Herentals NIS-code: Budget 2019

AGB Herentals Augustijnenlaan Herentals NIS-code: Budget 2019 AGB Herentals Augustijnenlaan 3 22 Herentals NIS-code: 1311 Budget 219 Gemeenteraad 27 november 218 AGB Herentals Budget 219 NIS-code: 1311 Inleiding Het meerjarenplan is het document dat opgemaakt wordt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.5.2003 COM(2003) 242 definitief 2003/0095 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende financiële kwartaalrekeningen

Nadere informatie

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN BUDGET 215 Inhoudsopgave budget 215 1. Beleidsnota 1.1. Doelstellingennota 1.2. Schema B1: Het doelstellingenbudget 1.3. De financiële toestand 1.4. Lijst met opdrachten

Nadere informatie

EMU-saldo gemeenten. Regiodagen Gemeentefinancien 2012. Dick van Tongeren 12 juli 2012

EMU-saldo gemeenten. Regiodagen Gemeentefinancien 2012. Dick van Tongeren 12 juli 2012 EMU-saldo gemeenten Regiodagen Gemeentefinancien 2012 Dick van Tongeren 12 juli 2012 Inhoud van de presentatie EMU- saldo: Nationale rekeningen en ESR95 Belangrijke concepten van registratie in NR Relatie

Nadere informatie

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van... tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2004 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Europese begrotingsregels en Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG. Werkgroep centrumsteden-financiën Europese Raad, Brussel, 11 juni 2013

Europese begrotingsregels en Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG. Werkgroep centrumsteden-financiën Europese Raad, Brussel, 11 juni 2013 Europese begrotingsregels en Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG Werkgroep centrumsteden-financiën Europese Raad, Brussel, 11 juni 2013 Inhoud Europese begrotingsregels De complexe Belgische overheid

Nadere informatie

BUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0)

BUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0) BUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0) Burgemeester Heymansplein 14 3581 Beringen T 011 44 90 00 F 011 44 90 90 Secretaris: Luc Vrijdaghs Financieel beheerder: Dany Lemmens Exploitatiebudget

Nadere informatie

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 1. Inleiding Sinds het boekjaar 2014 werken alle Vlaamse OCMW s, net als de andere lokale besturen (gemeenten, provincies,

Nadere informatie

VR DOC.0986/1BIS

VR DOC.0986/1BIS VR 2017 1310 DOC.0986/1BIS Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening

Nadere informatie

TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014

TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014 TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget 2016 - MJP Totaal Algemene financiering OMGEVING VEILIGHEID VRIJE TIJD INTWERKING I. Uitgaven 23.073.151 626.883 4.886.695 4.197.419 7.862.898 5.499.256

Nadere informatie

BBC-DR Belang voor de lokale besturen Rudi Hellebosch Agentschap voor Binnenlands Bestuur

BBC-DR Belang voor de lokale besturen Rudi Hellebosch Agentschap voor Binnenlands Bestuur studiedag beleid & financiën: een broos evenwicht? BBC-DR Belang voor de lokale besturen Rudi Hellebosch Agentschap voor Binnenlands Bestuur a3o Wettelijke verplichting GD (art. 178bis, 1, 1 e lid), OD

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.673.182.287 1.383.516.053 Immateriële vaste activa (+) 6.581.818 8.060.492 Materiële vaste activa 1.656.072.040

Nadere informatie

BUDGET AGOST Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

BUDGET AGOST Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053 AGOST Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Pascal Vossius Ondervoorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Secretaris : Ingrid Kempeneers AGOST / BUDGET

Nadere informatie

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening 2017 en het ontwerp

Nadere informatie

Toelichting bij het budget

Toelichting bij het budget Toelichting bij het budget Heirstraat 239 3630 Maasmechelen NIS-code: 73107 Toelichting bij het budget 2015 Gemeente Maasmechelen INHOUDSTABEL Toelichting Exploitatiebudget per beleidsdomein (TB 1) 1 Evolutie

Nadere informatie

Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen

Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 73e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2013 Inleiding op het themanummer

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 34.132.531 32.724.128 Immateriële vaste activa (+) 1.025.732 1.103.982 Materiële vaste activa 28.706.568 27.209.152

Nadere informatie

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening 2015 en het ontwerp

Nadere informatie

Vlaamse Landmaatschappij

Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Landmaatschappij BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 15.423.055 15.680.651 Immateriële vaste activa (+) 1.481.373 1.607.665 Materiële vaste activa 13.936.501 14.067.805 Terreinen

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.734.686 32.984.388 Immateriële vaste activa (+) 1.150.385 1.437.882 Materiële vaste activa 25.293.956 25.256.129

Nadere informatie

Budgetten wijzigen voor niet-specialisten

Budgetten wijzigen voor niet-specialisten Budgetten wijzigen voor niet-specialisten Ben Gilot Stafmedewerker financiën VVSG 21.11.2014 Gemeenten en OCMW s 1 kennen specifieke regels voor de aanwending van publieke gelden. Deze regels met betrekking

Nadere informatie

TB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget MJP 2014 Geconsolideerd

TB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget MJP 2014 Geconsolideerd TB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget 2015 - MJP 2014 RESULTAAT OP KASBASIS I. Exploitatiebudget (B-A) 4.004.775 2.317.500 2.800.044 A. Uitgaven 20.985.676 22.302.537

Nadere informatie

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053 AGB PATRI Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Algemeen directeur : Kathleen Bergoets AGB PATRI - BUDGET 219 - Toelichting budget 1 AGB

Nadere informatie

Identificatie rapportering 2014

Identificatie rapportering 2014 Identificatie rapportering 214 Naam entiteit: Categorie: Adres: Contactpersoon : Instituut voor Tropische Geneeskunde S1312 Nationalestraat 155, 2 Antwerpen Annemieke Rabijns Telefoonnummer: 3/247.62.45

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

OCMW Toelichting bij budget 2019

OCMW Toelichting bij budget 2019 OCMW Toelichting bij budget 219 Algemeen directeur: Kathleen Bergoets Financieel directeur: Luc Vandijck Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 32.724.128 32.734.686 Immateriële vaste activa (+) 1.103.982 1.150.385 Materiële vaste activa 27.209.152 25.293.956

Nadere informatie

OCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: Turnhoutsebaan 67, 2970 Schilde. Budget december 2018

OCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: Turnhoutsebaan 67, 2970 Schilde. Budget december 2018 OCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: 11039 Budget 2019 13 december 2018 Inhoud 1 Beleidsnota 1.1 Doelstellingennota 1.2 Doelstellingenbudget 2019 1.3 De financiële toestand 1.4 Lijst met opdrachten voor

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63; Samenwerkingsakkoord tussen de staat, de gemeenschappen, de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en de gewesten tot oprichting van een algemene gegevensbank Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/5 betreffende het boeken van subsidies in natura van 08/03/2017

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/5 betreffende het boeken van subsidies in natura van 08/03/2017 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2017/5 betreffende het boeken van subsidies in natura van 08/03/2017 Inhoud I. Inleiding en definities 2 1) Toepassingsgebied 2 2) Definities

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014

TOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014 AG KINDEROPVANG ANTWERPEN TOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014 AG Kinderopvang Antwerpen/ Toelichting bij het budget 2014 Toelichting bij budget 2014 toelichting bij budget 2014 van AG Kinderopvang Antwerpen,

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.254.964.595 1.232.965.536 Immateriële vaste activa (+) 4.172.139 5.133.990 Materiële vaste activa 1.250.765.343

Nadere informatie

Financiën van de Plaatselijke Besturen Methodologie

Financiën van de Plaatselijke Besturen Methodologie Financiën van de Plaatselijke Besturen Methodologie 1. Inleiding... 2 2. De gemeentelijke financiën... 4 De begrotingsboekhouding... 4 A. De gewone dienst... 5 B. De buitengewone dienst... 9 2.2 Algemene

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

Advies over de begroting 2018

Advies over de begroting 2018 Advies over de begroting 2018 Hans Maertens, ondervoorzitter SERV Erwin Eysackers, studiedienst SERV 12 juli 2017 Overzicht 2 Gunstig macro-economisch klimaat Belgische overheidsfinanciën onvoldoende verbeterd

Nadere informatie

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+)

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) nv De Scheepvaart BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 267.589.984 227.429.048 Oprichtingskosten (+) 1.204 6.671 Immateriële vaste activa (+) 109.219 125.975 Materiële vaste activa 267.479.561

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.300.921.490 1.252.025.212 Oprichtingskosten (+) 0 931.131 Immateriële vaste activa (+) 3.178.727 753.035 Materiële

Nadere informatie

Financiële nota. 1.2. Doelstellingenbudget B1. 1.3 Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage

Financiële nota. 1.2. Doelstellingenbudget B1. 1.3 Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage Budget 2014 Deel 2 Financiële nota 1.2. Doelstellingenbudget B1 Zoals gezegd valt de functionele indeling in activiteitencentra weg en wordt deze vervangen door een gestandaardiseerde indeling in beleidsvelden

Nadere informatie

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 Geconsolideerd

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 Geconsolideerd Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 1. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Boekwaarde op 1/1 Investering Desinvestering Herwaarderinge n Waardevermind eringen Boekwaarde

Nadere informatie

Identificatie rapportering 2014

Identificatie rapportering 2014 Identificatie rapportering 2014 Naam entiteit: ParticipatieMaatschappij Vlaanderen Categorie: Adres: Oude graanmarkt 63 1000 Brussel Contactpersoon : Tom Leemans Telefoonnummer: 02/229.52.30 Soort rapportering:

Nadere informatie

Identificatie rapportering Koning Albert II - laan BRUSSEL

Identificatie rapportering Koning Albert II - laan BRUSSEL Identificatie rapportering 2014 Naam entiteit: Categorie: Adres: Contactpersoon : EGALISATIEFONDS VLAAMS Vereniging zonder winstoogmerk Koning Albert II - laan 19 1210 BRUSSEL Patrick STROOBANTS - BOEKHOUDING

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW)

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.358.350.586 1.262.170.071 Immateriële vaste activa (+) 9.983.612 8.275.185 Materiële vaste activa 1.348.350.351

Nadere informatie

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 OCMW-RAAD 18/12/218 BUDGET OCMW MAASEIK 219 - Toelichting Algemeen directeur Raymond Corstjens wnd. Financieel directeur Tom Huysmans

Nadere informatie

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2017 ONTVANGSTEN 0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 215.092 215.093 27.775 27.775 08 Interne verrichtingen 215.092 215.093 27.775

Nadere informatie

Identificatie rapportering 2014

Identificatie rapportering 2014 Identificatie rapportering 214 Naam entiteit: Categorie: Vrije Universiteit Brussel Universiteit Adres: Pleinlaan 2 15 Brussel Contactpersoon : Nadine Verheyen Telefoonnummer: 2/629.2.96 Soort rapportering:

Nadere informatie

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN Boekhoudplan KLASSEN en ONDERKLASSEN Balansrekeningen KLASSE 1 KLASSE 2 KLASSE 3 KLASSE 4 FONDSEN EN PROVISIES VAN DE MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID VASTGELEGDE MIDDELEN FINANCIELE REKENINGEN REKENINGEN VAN

Nadere informatie

LOKALE BESTUREN. Financiën 2015

LOKALE BESTUREN. Financiën 2015 LOKALE BESTUREN Financiën 2015 3 Lokale besturen Financiën 2015 Editoriaal Budget 2015: evolutie van personeels- en werkingsuitgaven onder controle, positief budgetresultaat, (nog) geen heropleving van

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

Agenda. Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën

Agenda. Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën Agenda Brussel, 27 juni 2017 Arnaud Dessoy, Anne-Leen Erauw, Geert Gielens Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën Vooruitzichten 2017: belangrijkste trends Lokale besturen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 9.12.2003 COM(2003) 761 definitief 2003/0295 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de

Nadere informatie

9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2017

9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2017 Boekdeel 1: Jaarrekening met toelichting. 1. Voorwoord van de financieel beheerder 2. Kerncijfers 3. Beleidsnota 4. Financiële nota (exploitatie-, investering- en liquiditeitenrekening) 5. Algemene boekhouding

Nadere informatie

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2014

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2014 VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak 2016 ONTVANGSTEN 0 Niet-verdeelde ontvangsten 48.607 48.607 53.211 45.164 08 Interne verrichtingen 48.607 48.607 53.211 45.164 08.21

Nadere informatie

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/8 betreffende RAPPORTERINGSJABLOON VLAAMSE OVERHEID van 6 december 2017

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/8 betreffende RAPPORTERINGSJABLOON VLAAMSE OVERHEID van 6 december 2017 Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen Advies 2017/8 betreffende RAPPORTERINGSJABLOON VLAAMSE OVERHEID van 6 december 2017 Inhoud I. Inleiding en definities 2 1) Toepassingsgebied 3 2) Definities

Nadere informatie

Schema BW1 : Wijziging van het exploitatiebudget Budgetwijziging / Herziening financiële nota AGB 'T BAU-HUIS

Schema BW1 : Wijziging van het exploitatiebudget Budgetwijziging / Herziening financiële nota AGB 'T BAU-HUIS Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur : Rapporteringsperiode : Laatste volgnummer budgettair dagboek : Schema BW1 : Wijziging van het exploitatiebudget

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018 ingediend op 17 (2017-2018) Nr. 1 27 april 2018 (2017-2018) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar

Nadere informatie

Macroschets van de evolutie van de personeelsaantallen binnen de overheidssector in België

Macroschets van de evolutie van de personeelsaantallen binnen de overheidssector in België Macroschets van de evolutie van de personeelsaantallen binnen de overheidssector in België Studiedag VVBB, 29 september 2009 N. De Batselier Directeur DS.09.08.350 Plan van de uiteenzetting 1. Algemeen

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Algemene gegevens Doelstellingennota Schema B1: doelstellingenbudget Financiële toestand...

Inhoudsopgave. Algemene gegevens Doelstellingennota Schema B1: doelstellingenbudget Financiële toestand... Inhoudsopgave Beleidsnota Algemene gegevens... 5-15 Doelstellingennota... 16-22 Schema B1: doelstellingenbudget... 23-25 Financiële toestand... 26-28 Lijst nominatief toegekende subsidies... 29-3 Financiële

Nadere informatie

Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen. Telefoonnummer: 03/ (eigenhandig door de leidinggevende voor echt te verklaren en te dag- en handtekenen)

Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen. Telefoonnummer: 03/ (eigenhandig door de leidinggevende voor echt te verklaren en te dag- en handtekenen) Naam entiteit: Categorie: Adres: Contactpersoon : UNIVERSITEIT ANTWERPEN UNIVERSITEIT Middelheimlaan 1, 22 Antwerpen Ann Notelé Telefoonnummer: 3/265.3.62 Soort rapportering: Jaarrapportering (eigenhandig

Nadere informatie

District Deurne. Jaarrekening 2014

District Deurne. Jaarrekening 2014 District Deurne Jaarrekening 2014 Administratieve gegevens Type beleidsrapport: Jaarrekening Naam bestuur: District Deurne NIS-code bestuur: 11002 Adres bestuur: Maurice Dequeeckerplein 1, 2100 Deurne

Nadere informatie

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2015 Geconsolideerd

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2015 Geconsolideerd Schema TJ7: De toelichting bij de balans 2015 1. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Boekwaarde op 1/1 Investering Desinvestering Herwaarderinge n Waardevermind eringen Boekwaarde op 31/12 A. Extern

Nadere informatie

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van Budget OCMW 216 3 Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget... 11 Financiële toestand... 13 Lijst overheidsopdrachten... 16 Lijst daden van beschikking... 17 Lijst nominatieve

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.984.388 32.741.818 Immateriële vaste activa (+) 1.437.882 809.387 Materiële vaste activa 25.256.129 25.642.116

Nadere informatie

Toelichting: Versie 26 mei 2014 pagina 1/5

Toelichting: Versie 26 mei 2014 pagina 1/5 Versie 26 mei 2014 pagina 1/5 Algemeen Om tegemoet te komen aan de informatieverplichtingen naar Eurostat, werd er beslist om een gestandaardiseerde gegevensverzameling van de langetermijnprojecten voor

Nadere informatie

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS Bijlage 1 SCHEMA VAN TYPEVERSLAG OP TE STELLEN INZAKE DE FINANCIELE TOESTAND VAN DE AANVULLENDE VERZEKERING VAN DE LANDSBONDEN, DE ZIEKENFONDSEN EN DE MAATSCHAPPIJEN VAN ONDERLINGE BIJSTAND DIE GEEN VERZEKERINGEN

Nadere informatie