Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen

2 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESR 1995). De publicatie van de gedetailleerde nationale rekeningen verloopt sinds dit jaar in 2 fasen. Een eerste deel verschijnt half juli, onder elektronische vorm, en bestaat uit gedetailleerde tabellen over de samenstelling van het bbp volgens de drie optieken (uitgesplitst naar bedrijfstak of product naargelang het aggregaat), de kapitaalgoederenvoorraad en de arbeidsmarktstatistieken (aantal werkzame personen en gewerkte uren). Het tweede deel, de sectorrekeningen, werd eind september verspreid via de gegevensbank Belgostat online. De publicatie in boekvorm die beide delen overspant, verschijnt begin november. Deze publicatie bestaat uit 3 delen. Het eerste deel geeft een kort overzicht en toelichting bij de voornaamste ontwikkelingen. Het tweede deel bevat de gedetailleerde tabellen. Het derde deel, ten slotte, bevat enkele bijlagen met algemene informatie over de activiteiten van het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) op het gebied van de nationale en regionale rekeningen. De rekeningen zijn opgesteld op basis van de op 15 juni 2010 (deel 1 van de gedetailleerde nationale rekeningen) en 30 augustus 2010 (deel 2 m.b.t. sectorrekeningen) beschikbare brongegevens. Er zij opgemerkt dat de rekeningen over de laatste drie jaar als voorlopig moeten worden beschouwd. EInstituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding. ISSN (print) ISSN (online)

3 Woord vooraf Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de gedetailleerde gegevens van de Belgische nationale rekeningen over de periode , opgesteld volgens de ESR 1995-methodologie. Vanaf dit jaar verloopt de publicatie van de gedetailleerde nationale rekeningen in 2 fasen. Op 16 juli 2010 werd het grootste deel van het cijfermateriaal reeds ter beschikking gesteld via de gegevensbank Belgostat online van de Nationale Bank van België. Tegelijkertijd werden in een persbericht de sleutelgegevens uit de nationale rekeningen kort besproken. Dat houdt in dat het grootste deel van de gedetailleerde nationale rekeningen 2,5 maanden vroeger beschikbaar is dan wat tot hiertoe de standaard was. Eind september werden de sectorrekeningen en de zelfstandige werkgelegenheid uitgebracht, eveneens onder elektronische vorm. De Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen Régis Massant Brussel, november

4

5 Inhoudstafel Woord vooraf 3 Commentaar 7 De nationale rekeningen in enkele cijfers 7 Tabellen Synthesetabellen Samenstelling van het bruto binnenlands product Samenstelling van het bruto binnenlands product, ramingen tegen lopende prijzen Samenstelling van het bruto binnenlands product, ramingen in volume Verdeling van het binnenlands product Beschikbaar inkomen, besparingen en vorderingenoverschot of -tekort, ramingen tegen lopende prijzen Reëel beschikbaar inkomen, ramingen in volume Synthesetabellen van de sectorrekeningen, ramingen tegen lopende prijzen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Gedetailleerde tabellen Productie- en inkomensvorming Productie- en inkomensvormingsrekening: detail per bedrijfstak (A31), totale economie (S.1), ramingen tegen lopende prijzen Bruto toegevoegde waarde per institutionele sector en bedrijfstak (A31), ramingen tegen lopende prijzen Output (P.1), intermediair verbruik (P.2) en bruto toegevoegde waarde (B.1g) / bruto binnenlands product, totale economie (S.1), ramingen in volume Beloning van werknemers per institutionele sector en bedrijfstak (A31), ramingen tegen lopende prijzen Belangrijkste bestedingscomponenten Bruto-investeringen in vaste activa Finale consumptie van de huishoudens Kapitaalgoederenvoorraad en afschrijvingen Kapitaalgoederenvoorraad Verbruik van vaste activa Sectorrekeningen Totale economie (S.1) Niet-financiële vennootschappen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Centrale bank en overige monetaire financiële instellingen (S S.122) 108 5

6 2.4.5 Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.123) Financiële hulpbedrijven (S.124) Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Buitenland (S.2) Europese Unie (S.21) Lidstaten van de Europese Unie (S.211) Instellingen van de Europese Unie (S.212) Derde landen en internationale organisaties (S.22) Werkgelegenheid en arbeidsvolume Aantal werkzame personen per bedrijfstak (A31), totale economie (S.1) Aantal werkzame personen per institutionele sector en bedrijfstak (A31) - Werknemers Aantal werkzame personen per bedrijfstak (A31), totale economie (S.1) - Zelfstandigen Arbeidsvolume per institutionele sector en bedrijfstak (A31) - Werknemers 159 Bijlagen: classificaties Classificatie van institutionele sectoren (S) Samenvoeging van bedrijfstakken (A) Samenvoeging van producten (P) 169 Publicaties van het INR en contactpersonen 171 Algemene opmerkingen 175 Conventionele tekens 177 Lijst van afkortingen 179 6

7 Commentaar De nationale rekeningen in enkele cijfers Nadat de groei in België reeds fors was vertraagd in 2008 in het verlengde van de financiële crisis (+1,0 % tegen +2,9 % het jaar voordien), daalde het bbp in volume in 2009 met 2,8 %. De toegevoegde waarde viel in alle bedrijfstakken terug met uitzondering van de niet-verhandelbare diensten en de horeca. Vooral in de industrie, de handel, vervoer en communicatie en de bouw was de krimp aanzienlijk (resp. -7,6 %, -6,3 %, -4,1 % en -3,4 %). De industriële activiteit werd in 2009 voornamelijk getroffen door de sterke terugval van de buitenlandse vraag. TABEL 1 TOEGEVOEGDE WAARDE PER BEDRIJFSTAK, NAAR VOLUME (veranderingspercentages ten opzichte van het voorgaande jaar) Aandeel in 2009 (lopende prijzen) Landbouw, jacht, bosbouw en visserij -1,1-1,9-0,4 0,6 % Nijverheid (inclusief energie) 2,9-0,6-7,6 14,6 % Bouwnijverheid 2,3-0,1-3,4 4,8 % Verhandelbare diensten 3,5 2,0-2,5 56,3 % Handel en reparaties 6,7-0,4-6,3 10,8 % Vervoer en communicatie 1,0 2,6-4,1 7,1 % Financiële diensten -1,2-1,3-2,8 5,4 % Immobiliën, verhuur en diensten aan bedrijven 4,5 4,0-0,9 20,0 % Hotels en restaurants en overige diensten aan personen 1,1 2,0 0,8 4,1 % Niet-verhandelbare diensten 0,6 1,2 0,7 13,1 % Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen 2,9 1,3-2,8 89,4 % Productgebonden belastingen min subsidies 0,4-0,1-0,3 10,6 % Bruto binnenlands product 2,9 1,0-2,8 100,0 % Bron: INR 7

8 Met uitzondering van de overheidsbestedingen gingen alle componenten van de finale binnenlandse bestedingen achteruit in De ondernemingen hebben hun investeringsuitgaven drastisch teruggeschroefd (-8,1 %). De particulieren hebben hun consumptieve bestedingen (-0,3 %) en hun investeringsuitgaven voor nieuwbouw en renovatie ( 3,0 %) ingekrompen. De uitvoer (-11,6 %) en invoer (-11,1 %) kenden een bijzonder sterke terugval in 2009 veroorzaakt door de wereldwijde economische recessie en de sterke terugval van zowel de binnenlandse intermediaire vraag (grondstoffen, halffabricaten en diensten gebruikt in het productieproces) als de finale vraag (investeringen en consumptieve bestedingen). De bijdrage van de netto-uitvoer tot de bbp groei was licht negatief ( 0,5 procentpunt). TABEL 2 VOORNAAMSTE BESTEDINGSCATEGORIEËN, NAAR VOLUME (veranderingspercentages ten opzichte van het voorgaande jaar) Aandeel in 2009 (lopende prijzen) Consumptieve bestedingen van de huishoudens en van 1,8 1,5-0,3 52,4 % de IZW's ten behoeve van huishoudens Consumptieve bestedingen van de overheid 2,1 2,3 0,6 24,7 % Bruto-investeringen in vaste activa 6,5 2,9-5,3 21,3 % Ondernemingen 8,2 4,1-8,1 13,5 % Woongebouwen 3,4-0,6-3,0 6,0 % Overheid 4,2 5,5 10,3 1,9 % Veranderingen in voorraden (*) 0,2 0,1-1,0-1,1 % p.m. Binnenlandse bestedingen 3,1 2,1-2,2 97,3 % Uitvoer van goederen en diensten 4,4 1,7-11,6 73,0 % Invoer van goederen en diensten 4,7 3,0-11,1-70,2 % p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten (*) 0,0-1,0-0,5 2,7 % Bruto binnenlands product 2,9 1,0-2,8 100,0 % Bron: INR 1 Bijdrage tot de groei van het bbp. Terwijl de arbeidsmarkt de voorbije jaren een aanzienlijke groei vertoonde met een gemiddelde jobcreatie van zowat banen over de periode , gingen in 2009 bijna banen verloren als gevolg van de economische recessie. Enkel in de dienstenbranches nam de werkgelegenheid toe in 2009 ( banen tegen in 2008). De structurele daling van de werkgelegenheid in de landbouw zette zich voort (-800 banen) en in de bouwnijverheid verminderde de tewerkstelling met zowat personen. De industrie onderging de scherpste daling, met personen, tegen 200 in

9 TABEL 3 BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID (jaargemiddelden, jaar-op-jaarverandering, tenzij anders vermeld, duizenden eenheden) , niveau Werknemers +62,9 +65,9-21, ,9 Zelfstandigen +6,7 +10,0 +5,6 721,3 Totaal +69,6 +75,9-15, ,2 waarvan: landbouw -1,6-1,5-0,8 78,9 nijverheid (inclusief energie) -6,0-0,2-25,6 595,8 bouwnijverheid +9,1 +6,3-1,4 262,1 diensten +68,1 +71,4 +12, ,7 Bron: INR Parallel met de reductie van het arbeidsvolume is ook de groei van de loonmassa in de totale economie in 2009 sterk vertraagd (+1,3 % tegen +5,5 % het jaar voordien). In combinatie met een afname van de totale toegevoegde waarde resulteert dit in een sterke terugval van het bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen in 2009 (-5,1 %). TABEL 4 INKOMENSCATEGORIEËN (lopende prijzen, veranderingspercentages ten opzichte van het voorgaande jaar) Aandeel in 2009 Beloning van werknemers 5,2 5,5 1,3 52,9 % Bruto-exploitatieoverschot en bruto gemengd inkomen 6,9 0,7-5,1 36,6 % Belastingen op productie en invoer, ongerekend subsidies 0,6-0,4-3,7 10,6 % Bruto binnenlands product 5,3 3,0-1,7 100,0 % Bron: INR In 2009 is als gevolg van de moeilijke economische omstandigheden het aandeel van het bruto-exploitatieoverschot van de vennootschappen (niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen) in de toegevoegde waarde verder gedaald tot 36,5 %, tegen 38,1 % in 2008 en 39,3 % in De besparingen van de ondernemingen, inclusief het inkomen uit vermogen (betaald en ontvangen), en de verrichtingen van de secundaire inkomensverdeling, hebben zich net als in 2008 gestabiliseerd op 22,9 % van de toegevoegde waarde. Bovendien hebben de bedrijven, die hun investeringen en voorraden drastisch hebben gereduceerd, opnieuw een positief financieringssaldo laten optekenen van 2,6 % bbp in 2009, een stijging van ongeveer 4 procentpunten t.o.v. het voorgaande jaar. Als gevolg van de afname van hun investeringsneiging, is de investeringsquote van de ondernemingen gedaald tot 21,7 % in 2009, tegen 23 % in Onder invloed van de minderontvangsten en meeruitgaven t.g.v. de recessie nam het overheidstekort, volgens de definities van het ESR 1995, aanmerkelijk toe tot 6,1 % bbp in 2009, tegen 1,4 % het jaar voordien. 9

10 TABEL 5 SYNTHESE VAN DE SECTORREKENINGEN (procenten, lopende prijzen) Vennootschappen Bruto-exploitatieoverschot / bruto toegevoegde waarde 39,3 38,1 36,5 Brutobesparingen / bruto toegevoegde waarde 25,0 22,9 22,9 Bruto-investeringen in vaste activa / bruto toegevoegde waarde 22,2 23,0 21,7 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp 1,0-1,5 2,6 Overheid Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp -0,4-1,4-6,1 Huishoudens 1 Bruto primair inkomen (verandering t.o.v. het voorgaande jaar) 5,5 5,4-1,3 Bruto beschikbaar inkomen (verandering t.o.v. het voorgaande jaar) 5,1 5,4 1,1 Spaarquote 16,4 17,0 18,3 p.m. Spaarquote van de huishoudens excl. IZW's t.b.v. huishoudens 16,5 17,0 18,3 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp 3,0 3,5 5,2 Buitenland Saldo van de lopende transacties met het buitenland / bbp -3,9-1,1-2,0 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp -3,6-0,6-1,6 Bron: INR 1 Met inbegrip van de IZW s t.b.v. huishoudens. Het economische klimaat heeft ook invloed gehad op de ontwikkeling van het primair inkomen van de huishoudens (inclusief IZW s t.b.v. hen), dat met 1,3 % is afgenomen in 2009, o.m. als gevolg van een geringere stijging van de bezoldigingen en van een daling van het netto-inkomen uit vermogen. Het bruto beschikbaar inkomen van de huishoudens, waarbij voor de berekening de verrichtingen van de secundaire inkomensverdeling (inclusief betaalde directe belastingen en ontvangen sociale uitkeringen) worden in aanmerking genomen, is toegenomen met 1,1 %, tegen 5,4 % in De automatische stabilisatoren hebben dus bijgedragen tot een afzwakking van de negatieve gevolgen van de crisis op het inkomen van de huishoudens, waarvan de stijging evenwel aanzienlijk is vertraagd t.o.v. het voorgaande jaar. In deze context hebben de huishoudens zowel hun consumptieve bestedingen als hun investeringen verminderd. Bijgevolg liep hun spaarquote verder op van 17 % van het bruto beschikbaar inkomen in 2008 tot 18,3 % in 2009, terwijl hun financieringsvermogen eveneens is verbeterd, van 3,5 % bbp in 2008 tot 5,2 %in Het tekort van het buitenland t.o.v. België is in 2009 verder toegenomen tot 1,6 % bbp, tegen 0,6 % een jaar voordien. Deze verslechtering staat op één lijnmet de evolutie van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans. 10

11 Tabellen

12

13 1. Synthesetabellen

14 1.1 SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT, RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN Toegevoegde waarde Output (tegen basisprijzen) (P.1) , , , , , , , , , ,7 Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , , , , , ,7 Toegevoegde waarde (tegen basisprijzen) (B.1g) , , , , , , , , , ,0 Productgebonden belastingen (D.21) , , , , , , , , , ,5 Productgebonden subsidies (D.31) (-) , , , , , , , , , ,7 Bruto binnenlands product (B.1g+D.21-D.31) , , , , , , , , , ,8 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , , , , , , , ,3 Consumptieve bestedingen van de gezinnen , , , , , , , , , ,5 Consumptieve bestedingen van de IZW s 2.405, , , , , , , , , ,9 Consumptieve bestedingen van de overheid , , , , , , , , , ,9 Individuele consumptieve bestedingen (P.31) , , , , , , , , , ,4 Collectieve consumptieve bestedingen (P.32) , , , , , , , , , ,5 Investeringen (bruto) (P.5) , , , , , , , , , ,0 Investeringen in vaste activa (bruto) (P.51) , , , , , , , , , ,2 Veranderingen in voorraden (P.52) 3.508,8 679,9 61, , , , , , , ,2 Totaal van de nationale bestedingen , , , , , , , , , ,3 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) , , , , , , , , , ,3 Totaal van de finale bestedingen , , , , , , , , , ,6 Invoer van goederen en diensten (P.7) , , , , , , , , , ,8 p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten 7.393, , , , , , , , , ,5 Bruto binnenlands product (P.3+P.5+P.6-P.7) , , , , , , , , , ,8 Inkomen Beloning van werknemers (D.1) , , , , , , , , , ,1 Bruto exploitatieoverschot (B.2g) en gemengd inkomen (B.3g) , , , , , , , , , ,5 Belastingen op productie en invoer (D.2) , , , , , , , , , ,8 Subsidies (D.3) (-) , , , , , , , , , ,6 Bruto binnenlands product (D.1+B.2g+B.3g+D.2-D.3) , , , , , , , , , ,8 Saldo van de primaire inkomens van/naar het buitenland 5.774, , , , , , , , , ,1 Bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) , , , , , , , , , ,9 Pro memoria Consumptieve bestedingen van de gezinnen exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,5 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,5 Invoer van goederen en diensten (P.7) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,7

15 1.1.2 SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT, RAMINGEN IN VOLUME (miljoenen euro s, kettingeuro s, referentiejaar 2008) Toegevoegde waarde Output (tegen basisprijzen) (P.1) , , , , , , , , , ,4 Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , , , , , ,6 Toegevoegde waarde (tegen basisprijzen) (B.1g) , , , , , , , , , ,8 Productgebonden belastingen (D.21) , , , , , , , , , ,5 Productgebonden subsidies (D.31) , , , , , , , , , ,5 Bruto binnenlands product (bbp) , , , , , , , , , ,8 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , , , , , , , ,1 Consumptieve bestedingen van de gezinnen , , , , , , , , , ,3 Consumptieve bestedingen van de IZW s 2.856, , , , , , , , , ,6 Consumptieve bestedingen van de overheid , , , , , , , , , ,2 Individuele consumptieve bestedingen (P.31) , , , , , , , , , ,0 Collectieve consumptieve bestedingen (P.32) , , , , , , , , , ,2 Investeringen (bruto) (P.5) , , , , , , , , , ,8 Investeringen in vaste activa (bruto) (P.51) , , , , , , , , , ,1 Veranderingen in voorraden (P.52) 4.948, ,0 957, , , , , , , ,7 Totaal van de nationale bestedingen , , , , , , , , , ,9 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) , , , , , , , , , ,3 Totaal van de finale bestedingen , , , , , , , , , ,2 Invoer van goederen en diensten (P.7) , , , , , , , , , ,4 p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten 2.227, , , , , , , , , ,9 Bruto binnenlands product (bbp) , , , , , , , , , ,8 Pro memoria Consumptieve bestedingen van de gezinnen exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,3 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,3 Invoer van goederen en diensten (P.7) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,4 N.B.: In kettingeuro s is er voor andere jaren dan het referentiejaar en het daaropvolgende jaar een verschil tussen het aggregaat en zijn onderliggende componenten. Dit verschil wordt veroorzaakt door het gebruik van Laspeyres kettingindices en kan niet aan de componenten van het aggregaat worden toegewezen.

16 1.2 VERDELING VAN HET BINNENLANDS PRODUCT BESCHIKBAAR INKOMEN, BESPARINGEN EN VORDERINGENOVERSCHOT OF -TEKORT, RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN Bruto binnenlands product tegen marktprijzen (bbp) , , , , , , , , , ,8 Saldo van de primaire inkomens van/naar het buitenland 5.774, , , , , , , , , ,6 Bruto nationaal inkomen (bni) , , , , , , , , , ,4 Verbruik van vaste activa (K.1) , , , , , , , , , ,4 Netto nationaal inkomen , , , , , , , , , ,0 Saldo van de inkomensoverdrachten van/naar het buitenland (D.5, D.6, D.7) , , , , , , , , , ,2 Netto nationaal beschikbaar inkomen , , , , , , , , , ,8 Nationale consumptie , , , , , , , , , ,3 Correcties voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Netto nationale besparingen , , , , , , , , , ,5 Investeringen in vaste activa (P.51) , , , , , , , , , ,2 Veranderingen in voorraden (P.52) 3.508,8 679,9 61, , , , , , , ,2 Saldo van de kapitaaloverdrachten met het buitenland (D.9) -208,6-495,3-374,6-71,3-53,1-160,5-74,4-250,4-291,6-385,6 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 118,4-26,4 84,3 111,5 103,9 155,4-64,9 894, ,6 867,8 Vorderingenoverschot (+)/-tekort (-) van de totale economie (B.9) , , , , , , , , , , REËEL BESCHIKBAAR INKOMEN, RAMINGEN IN VOLUME (miljoenen euro s, kettingeuro s, referentiejaar 2008) Bruto binnenlands product tegen marktprijzen , , , , , , , , , ,8 Ruilvoetwinst of -verlies 8.620, , , , , , , ,8 0, ,4 Reëel bruto binnenlands inkomen , , , , , , , , , ,2 Saldo van de reële primaire inkomens van/naar het buitenland 7.040, , , , , , , , , ,9 Reëel bruto nationaal inkomen , , , , , , , , , ,1 Verbruik van vaste activa , , , , , , , , , ,3 Reëel netto nationaal inkomen , , , , , , , , , ,8 Saldo van de reële inkomensoverdrachten van/naar het buitenland , , , , , , , , , ,9 Reël netto nationaal beschikbaar inkomen , , , , , , , , , ,9 N.B.: In kettingeuro s is er voor andere jaren dan het referentiejaar en het daaropvolgende jaar een verschil tussen het aggregaat en zijn onderliggende componenten. Dit verschil wordt veroorzaakt door het gebruik van Laspeyres kettingindices en kan niet aan de componenten van het aggregaat worden toegewezen.

17 1.3 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN) SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) In- en uitvoer Invoer van goederen en diensten (P.7) ,2 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) ,2 Productierekening Middelen Productie (basisprijzen) (P.1) , , , , , ,0 Productgebonden belastingen (D.21) , ,5 Productgebonden subsidies (D.31) , ,5 Bestedingen Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , ,4 Toegevoegde waarde (bruto) / bruto binnenlands product (B.1g) , , , , , , ,6 Inkomensrekening (inkomensvorming) Middelen Toegevoegde waarde (bruto) / bruto binnenlands product (B.1g) , , , , , ,6 Bestedingen Beloning van werknemers (D.1) , , , , , , ,6 Belastingen op productie en invoer (D.2) 2.426,6 267,1 0, ,5 14, , ,1 Productgebonden belastingen (D.21) , ,5 Niet-productgebonden belastingen (D.29) 2.426,6 267,1 0, ,5 14, ,6 Subsidies (D.3) ,5-54,9 0,0-58,7 0, , ,6 Productgebonden subsidies (D.31) , ,5 Niet-productgebonden subsidies (D.39) ,5-54,9 0,0-58,7 0, ,1 Bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen (B.2g/B.3g) , , , ,8 393, ,5 Rekening voor bestemming van primaire inkomens Middelen Bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen (B.2g/B.3g) , , , ,8 393, ,5 Beloning van werknemers (D.1) , ,7 931,5 Belastingen op productie en invoer (D.2) , , ,6 Subsidies (D.3) , ,4-694,2 Inkomen uit vermogen (D.4) , , , ,4 43, , ,0 Bestedingen Inkomen uit vermogen (D.4) , , , ,2 8, , ,6 Bruto primair inkomen / bruto nationaal inkomen (B.5g) , , , ,7 428, ,9 Inkomensrekening (secundaire verdeling) Middelen Bruto primair inkomen / bruto nationaal inkomen (B.5g) , , , ,7 428, ,9 Belastingen op inkomen en vermogen (D.5) , ,3 187,6 Sociale premies (D.61) 2.526, , ,4 34,6 86, , ,7 Sociale uitkeringen (in geld) (D.62) , ,5 492,2 Overige inkomensoverdrachten (D.7) 2.013, , , , , , ,7 Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (D.5) 5.942, ,4 48, ,9 40, ,8 195,1 Sociale premies (D.61) , ,8 306,9

18 1.3.1 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (VERVOLG) Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) Sociale uitkeringen (in geld) (D.62) 3.032, , ,8 34,6 86, ,1 436,6 Overige inkomensoverdrachten (D.7) 1.209, , , ,5 371, , ,3 Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,6 Inkomensrekening (inkomensbesteding) Middelen Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,6 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) -13, ,7-2, ,6 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , ,7 Bruto besparingen (B.8g) , , , ,0 371, ,9 Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten Mutaties in passiva Bruto besparingen (B.8g) , , , ,0 371, ,9 Saldo lopende transacties van het buitenland met België (B.12) ,0 Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9) 2.582,2 57, , ,3 67, ,8 665,8 Kapitaaloverdrachten, betaald (D.9) -718,6-77, , ,4 0, ,4-457,2 Mutaties in activa Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10g) , , , ,9 439, , ,4 Kapitaalrekening (kapitaalvorming) Mutaties in passiva Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10) , , , ,9 439, , ,4 Mutaties in activa Investeringen (bruto) (P.5) , , , ,1 433, ,9 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 295,6 20,3-1,0-196,5 0,0 118,4-118,4 Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) (B.9) ,8 114,5-197, ,3 6, , ,0

19 1.3.2 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) In- en uitvoer Invoer van goederen en diensten (P.7) ,9 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) ,4 Productierekening Middelen Productie (basisprijzen) (P.1) , , , , , ,8 Productgebonden belastingen (D.21) , ,3 Productgebonden subsidies (D.31) , ,1 Bestedingen Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , ,8 Toegevoegde waarde (bruto) / bruto binnenlands product (B.1g) , , , , , , ,2 Inkomensrekening (inkomensvorming) Middelen Toegevoegde waarde (bruto) / bruto binnenlands product (B.1g) , , , , , ,2 Bestedingen Beloning van werknemers (D.1) , , , , , , ,4 Belastingen op productie en invoer (D.2) 2.478,7 276,8 0, ,4 14, , ,3 Productgebonden belastingen (D.21) , ,3 Niet-productgebonden belastingen (D.29) 2.478,7 276,8 0, ,4 14, ,0 Subsidies (D.3) ,3-56,0 0,0-51,6 0, , ,0 Productgebonden subsidies (D.31) , ,1 Niet-productgebonden subsidies (D.39) ,3-56,0 0,0-51,6 0, ,9 Bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen (B.2g/B.3g) , , , ,1 392, ,2 Rekening voor bestemming van primaire inkomens Middelen Bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen (B.2g/B.3g) , , , ,1 392, ,2 Beloning van werknemers (D.1) , , ,4 Belastingen op productie en invoer (D.2) , , ,9 Subsidies (D.3) , ,4-733,6 Inkomen uit vermogen (D.4) , , , ,0 49, , ,4 Bestedingen Inkomen uit vermogen (D.4) , , , ,8 10, , ,8 Bruto primair inkomen / bruto nationaal inkomen (B.5g) , , , ,0 430, ,3 Inkomensrekening (secundaire verdeling) Middelen Bruto primair inkomen / bruto nationaal inkomen (B.5g) , , , ,0 430, ,3 Belastingen op inkomen en vermogen (D.5) , ,3 213,5 Sociale premies (D.61) 2.780, , ,0 35,3 92, , ,2 Sociale uitkeringen (in geld) (D.62) , ,2 495,5 Overige inkomensoverdrachten (D.7) 2.139, , , , , , ,3 Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (D.5) 6.452, ,4 54, ,0 41, ,2 141,6 Sociale premies (D.61) , ,3 365,6 Sociale uitkeringen (in geld) (D.62) 3.268, , ,7 35,3 92, ,6 516,1

20 1.3.2 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (VERVOLG) Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) Overige inkomensoverdrachten (D.7) 1.283, , , ,1 375, , ,4 Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,5 Inkomensrekening (inkomensbesteding) Middelen Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,5 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) -31, ,9-0, ,2 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , ,4 Bruto besparingen (B.8g) , , , ,9 370, ,1 Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten Mutaties in passiva Bruto besparingen (B.8g) , , , ,9 370, ,1 Saldo lopende transacties van het buitenland met België (B.12) ,8 Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9) 2.072,4 17, ,6 634,6 74, ,8 833,4 Kapitaaloverdrachten, betaald (D.9) -482,7-253, , ,6 0, ,1-338,1 Mutaties in activa Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10g) ,3 956, , ,9 445, , ,5 Kapitaalrekening (kapitaalvorming) Mutaties in passiva Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10) ,3 956, , ,9 445, , ,5 Mutaties in activa Investeringen (bruto) (P.5) , , , ,6 341, ,3 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 611,9 4,8-366,8-276,3 0,0-26,4 26,4 Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) (B.9) , ,4 916, ,6 103, , ,9

22 1.3.3 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (VERVOLG) Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) Overige inkomensoverdrachten (D.7) 1.494, , , ,1 374, , ,8 Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,3 Inkomensrekening (inkomensbesteding) Middelen Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,3 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) -18, ,1-1, ,9 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , ,4 Bruto besparingen (B.8g) , , , ,8 256, ,9 Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten Mutaties in passiva Bruto besparingen (B.8g) , , , ,8 256, ,9 Saldo lopende transacties van het buitenland met België (B.12) ,5 Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9) 2.164,5 28, ,3 912,9 80, ,9 739,7 Kapitaaloverdrachten, betaald (D.9) -613,2-293, , ,3 0, ,5-365,1 Mutaties in activa Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10g) , , , ,4 337, , ,9 Kapitaalrekening (kapitaalvorming) Mutaties in passiva Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10) , , , ,4 337, , ,9 Mutaties in activa Investeringen (bruto) (P.5) , , , ,2 324, ,4 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 416,0 52,1-159,4-224,4 0,0 84,3-84,3 Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) (B.9) -700, ,6-408, ,6 12, , ,6

24 1.3.4 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (VERVOLG) Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) Overige inkomensoverdrachten (D.7) 1.669, , , ,7 430, , ,8 Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,8 Inkomensrekening (inkomensbesteding) Middelen Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,8 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) -0, ,2 4, ,0 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , ,4 Bruto besparingen (B.8g) , , , ,9 451, ,4 Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten Mutaties in passiva Bruto besparingen (B.8g) , , , ,9 451, ,4 Saldo lopende transacties van het buitenland met België (B.12) ,8 Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9) 3.711,9 136, ,6 557,8 96, ,9 468,7 Kapitaaloverdrachten, betaald (D.9) ,3-136, , ,6 0, ,2-397,4 Mutaties in activa Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10g) , , , ,1 548, , ,5 Kapitaalrekening (kapitaalvorming) Mutaties in passiva Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10) , , , ,1 548, , ,5 Mutaties in activa Investeringen (bruto) (P.5) , , , ,9 448, ,6 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 272,3 25,2 19,0-205,0 0,0 111,5-111,5 Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) (B.9) -457, ,6-501, ,2 100, , ,0

26 1.3.5 SYNTHESETABELLEN VAN DE SECTORREKENINGEN (VERVOLG) Niet-financiële instellingen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Onverdeelde transacties Totale economie (S.1) Buitenland (S.2) Overige inkomensoverdrachten (D.7) 1.503, , , ,5 447, , ,1 Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,5 Inkomensrekening (inkomensbesteding) Middelen Bruto beschikbaar inkomen (B.6g) , , , , , ,5 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) -36, ,5-3, ,0 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , ,1 Bruto besparingen (B.8g) , , , ,7 481, ,4 Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten Mutaties in passiva Bruto besparingen (B.8g) , , , ,7 481, ,4 Saldo lopende transacties van het buitenland met België (B.12) ,5 Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9) 1.473,9 985, , ,8 110, ,5 515,4 Kapitaaloverdrachten, betaald (D.9) -576,3-471, , ,6 0, ,6-462,3 Mutaties in activa Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10g) , , , ,9 592, , ,4 Kapitaalrekening (kapitaalvorming) Mutaties in passiva Saldo van de bruto besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10) , , , ,9 592, , ,4 Mutaties in activa Investeringen (bruto) (P.5) , , , ,4 460, ,9 Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (K.2) 501,3 1,8 26,5-425,7 0,0 103,9-103,9 Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) (B.9) , , , ,2 131, , ,5

Nog meer weergeven