DE WEG NAAR DE WIA. Werknemers negen maanden na de ziekmelding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohort-onderzoek onder langdurig zieken

Transcriptie

1 DE WEG NAAR DE WIA Werknemers negen maanden na de melding Tabellenboek van de eerste meting van het cohort-onderzoek onder langdurig en Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Instituut GAK. April 2008 P07/439 V. (Vera) Veldhuis, MSc. drs. T.J. (Theo) Veerman Bureau AStri Stationsweg AV Leiden Tel.: Fax: Website:

2

3 VOORWOORD Het project "De weg naar de WIA"; tabellenboek werknemers Dit rapport bevat een deel van de eerste uitkomsten van het omvangrijke cohortonderzoek "De weg naar de WIA". In dit onderzoek worden ruim werknemers en ruim "vangnetters" die op 1 oktober 2007 (circa) negen maanden waren gemeld, anderhalf jaar gevolgd. Dat gebeurt door het enquêteren van deze werknemers/vangnetters omstreeks 9, 18 en 27 maanden na de aanvankelijke melding. Het voorliggende rapport bevat alle tabellen die betrekking hebben op de negenmaands e werknemers. De uitkomsten voor de negenmaands e vangnetters zijn neergelegd in een afzonderlijk tabellenboek, dat dezelfde opzet heeft als dit werknemersrapport 1. Daarnaast verschijnt een afzonderlijk rapport waarin de cohorten werknemers en vangnetters met elkaar worden vergeleken. Ook de werkgevers van deze langdurig en worden in het onderzoek betrokken; daarover zal later afzonderlijk worden gerapporteerd. De eerste enquêtering van werkgevers is op dit moment in gang. Aard van deze rapportage: beknopte beschrijving in tabelvorm Deze eerste rapportage over de langdurig e werknemers beschrijft de uitgangssituatie van het cohort werknemers ruim 9 maanden na melding. De rapportage van deze nulmeting is, conform het projectplan, beknopt en wordt beperkt tot een beschrijving in tabelvorm. Werkelijke inhoudelijke (tijdreeks-)analyses zullen pas worden verricht na de tweede meting; dan immers is er pas zicht op de ontwikkelingen door de tijd. Ook wordt het dan mogelijk om dit cohort te vergelijken met de groep "twaalfmaandsen" uit het tijdperk van de WAO, waarnaar destijds onderzoek is verricht in de reeks projecten "Epidemiologie van de arbeidsongeschiktheid". In deze eerste rapportage zijn de uitkomsten op alle enquêtevragen in tabelvorm opgenomen, voorafgegaan door een korte woordelijke samenvatting. Alle uitkomsten zijn uitgesplitst naar de werk: versus weer aan het werk, alsmede de (kleine) groep die op deze datum weer aan het werk was (en de kleine groep waarvan de werkstatus is). Tevens zijn de betreffende vragenlijsten opgenomen, zodat de lezer kan nagaan op welke exacte vraagformuleringen de uitkomsten zijn gebaseerd; tevens is deze vra- 1 Molenaar-Cox, P.G.M. en T.J. Veerman, De weg naar de WIA. Vangnetters negen maanden na de melding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohortonderzoek onder langdurig en. Leiden: AStri, maart c

4 genlijst daarmee beschikbaar voor toekomstig publiek gebruik. Ook is een uitvoerige verantwoording opgenomen van het veldwerkverloop en de respons: een gedetailleerde beschrijving van de cohortselectie, de wijze van benadering en het verloop van de respons. Een dergelijke beschrijving kan nuttig zijn voor toekomstige soortgelijke projecten (zoals ook wij ons voordeel hebben gedaan met technische details uit eerdere publicaties van soortgelijk onderzoek). Dankwoord Zoals uit de veldwerkverantwoording blijkt is de selectie, aanschrijving en respons van dit cohortonderzoek boven verwachting goed geslaagd. Daarmee is een stevig fundament gelegd voor de rest van het onderzoek. Wij willen graag allen die bij de voorbereidingen betrokken waren, dank zeggen voor hun bijdrage aan dit succes. In het bijzonder danken wij UWV, en de personen binnen UWV, die bij de uitwerking van het design en bij de selectie en aanschrijving van de cohorten betrokken waren. Tevens danken wij de Stichting Instituut GAK voor het verstrekken van de subsidie waardoor dit project mogelijk is gemaakt. d

5 INHOUDSOPGAVE OPZET EN SAMENVATTING 6 DE NEGENMAANDSZIEKE WERKNEMERS IN TABELLEN 11 A. ZIEKTEPERIODE 11 B. GEZONDHEID 11 C. KENMERKEN VAN WERK EN ARBEIDSVERLEDEN 18 D WERKHERVATTING 26 E BEGELEIDING BIJ WERKHERVATTING 38 F EIGEN BETROKKENHEID EN INBRENG 44 G ALGEMENE VRAGEN 48 BIJLAGE 1: VELDWERKVERSLAG EERSTE METING 57 BIJLAGE 2: VRAGENLIJST EERSTE METING 63 5

6 OPZET EN SAMENVATTING Opzet van het tabellenboek Uitgesplitst naar de situatie van werknemers op 1 oktober 2007, wordt in dit tabellenboek de situatie van negenmaandse werknemers (volgens hun eigen perceptie) gepresenteerd. Daarbij komen de tabelnummers overeen met de nummers van de vragenlijst (zie bijlage). In dit eerste hoofdstuk staat een beknopte beschrijving van de kernvariabelen. Het e overzicht van alle variabelen staat beschreven in de volgende hoofdstukken (A-G). Alle tabellen zijn uitgesplitst naar de situatie van werknemers op 1 oktober 2007: werknemers die op die datum gemeld zijn, werknemers die gemeld zijn, werknemers die gemeld zijn en werknemers van wie de is. De kleine groep die " gemeld" is, betreft werknemers die op of na 1 oktober 2007 zijn gemeld. Omdat deze personen toch minimaal (gemiddeld) 9 maanden zijn geweest en voldoen aan de inclusiecriteria voor het cohort (niet hersteld voor 1 oktober), is besloten hen wel mee te nemen in het onderzoek. Iedereen die (vlak) vóór 1 oktober 2007 is gemeld is buiten de analyses gehouden. Verschillen tussen de werknemersgroepen worden allen beschreven als zij statistisch significant zijn (p<0,05). Meerderheid is vrouw, leeftijd met name tussen de 45 en 54 (tabel 64 en 65). In is iets meer dan de helft (55%) van de werknemers vrouw. Bij de en is 57% vrouw, bij de en is 53% vrouw (tabel 2.64). In de leeftijdsverdeling van de groepen werknemers doen zich geen grote verschillen voor. Werknemers zijn relatief vaak tussen de 45 en 54 jaar (37%) Etniciteit (tabel 67/8) De definitie van het begrip allochtoon is volgens het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). Nadeel van deze definitie van allochtoon is dat hij zeer breed is: heel veel inwoners van Nederland vallen eronder. Het CBS maakt daarom in statistieken onderscheid tussen twee categorieën allochtonen: westers en niet-westers. Tot de categorie niet-westers behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en -culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. In de tabel is zoveel als mogelijk was de definitie van het CBS aangehouden. Bij de en is 14% allochtoon, bij de en is 12% allochtoon. Men heeft relatief vaak een lager opleidingsniveau (tabel 71) Een groot deel (40%) van de totale groep werknemers heeft een laag opleidingsniveau (maximaal MAVO/VMBO-t). Ongeveer eenderde (31%) heeft een middelbaar opleidingsniveau ((MBO of algemeen voortgezet onderwijs) en ruim een kwart (28%) 6

7 heeft een hoger opleidingsniveau (hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs). Verder zijn degenen die op 1 oktober 2007 waren, hoger opgeleid dan degene die destijds waren. Dit blijkt uit een vergelijking van de twee uitersten, het lage en het hoge opleidingsniveau. Bij beiden is het verschil 8 procentpunt: 36% van de en versus 44% van de en heeft een laag opleidingsniveau en 32% van de en versus 24% van de en heeft een hoog opleidingsniveau. Meerderheid ervaart gezondheidstoestand als matig (tabel 3) Meer dan de helft van de werknemers die of zijn (respectievelijk 55% en 54%) ervaart de gezondheidstoestand als matig. Van de en ervaart 41% de gezondheid als goed, van de en ervaart 25% de gezondheid als zodanig. Grote diversiteit aan klachten waarmee men zich meldde (tabel 6A en 6B) Het type gezondheidsklachten waarmee men zich eind 2006/ begin 2007 meldde verschilt nauwelijks tussen de groepen werknemers. Ruim eenderde (37%) rapporteert fysieke klachten, en een iets kleiner percentage (34%) fysieke klachten. Ook komen combinaties van fysieke en psychische klachten voor (19%) (niet in tabel opgenomen). Verder heeft 38% van alle werknemers zich gemeld met andere klachten. De categorie 'anders'is niet verder te specificeren omdat de respondenten geen gelegenheid hadden voor het geven van een toelichting. Volgens bijna de helft van de 9 maands e werknemers zijn klachten (deels) gevolg van het werk (tabel 9) Uitgaande van de situatie van werknemers op 1 oktober 2007, verschillen de groepen nauwelijks wat betreft gepercipieerde relatie tussen de gezondheidsklachten en het werk dat men deed. Op het geeft 46% aan dat de klachten (hoofdzakelijk of ten dele) een gevolg zijn van het werk, en eveneens 46% dat dit niet het geval is. De gemelden zien wat vaker een relatie tussen klachten en werk dan de gemelden. 7

8 Gedeeltelijk en werken vooral bij een groot bedrijf (tabel 13). Ruim éénvijfde van de en (22%) werkte bij een bedrijf met 10 of minder werknemers, terwijl een kwart van de en (25%) destijds werkte bij een bedrijf met meer dan 250 werknemers. Verder doen zich in de omvang van het bedrijf, kijkend naar de verschillende groepen werknemers, kleine verschillen voor. Men is relatief vaak werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg (tabel 22B). Van de totale groep werknemers, werken diverse werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg (22%), gevolgd door de zakelijke dienstverlening (15%) en de handel (13%). Meerderheid werknemers: vast dienstverband in een reguliere baan (tabel 15) Vrijwel alle werknemers (92%) die gemeld waren op 1 oktober 2007 en een ruime meerderheid van de werknemers die toen gemeld waren (85%) had ten tijde van de melding een vast dienstverband in een reguliere baan. Werkuren volgens arbeidsovereenkomst: gemiddeld 31 uur per week (tabel 19) De totale groep werknemers werkte volgens arbeidsovereenkomst gemiddeld 31 uur per week. Van de en werkte 78% meer dan vijfentwintig uur volgens arbeidsovereenkomst, bij de en 66%. Meer dan de helft van de en is weer gaan werken (tabel 26) Alle werknemers is gevraagd of zij na de melding van eind 2006 / begin 2007 op enig moment (weer) zijn begonnen met werken, ongeacht of zij daarna weer zijn gestopt met werken. Onder werken verstaan we ook therapeutisch werken, in minder uren of met aangepaste taken werken, in een andere functie werken en/of bij een andere werkgever werken. Van degenen die waren op 1 oktober 2007, geeft 98% aan dat men op enig moment weer begonnen is met werken. Onder de en is 61% op enig moment weer gaan werken. Financiële gevolgen van hervatting Bij het bekijken van de inschatting van de financiële gevolgen van weer of meer gaan werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment van enquêtering niet werkten (a) en degenen die op dat moment wel werkten (b). a. Financiële gevolgen van weer gaan werken (tabel 38A) In denkt eenderde (33%) van de niet-werkenden er financieel op vooruit te gaan als men weer zou gaan werken. Evenveel (33%) niet-werkenden denken dat het financieel niets zou uitmaken. Dit laatste uitgesplitst naar en komt uit op respectievelijk 42% en 32%. b. Financiële gevolgen van meer gaan werken (tabel 36B) Meer dan de helft (53%) van de totale groep werknemers denkt dat meer werken financieel niets zou uitmaken. Uitgesplitst naar en, verschilt het enkele procentpunten: 56% van de en en 51% van de en denkt dat meer werken financieel niets zal uitmaken. Werken in de toekomst 8

9 Bij het bekijken van de verwachting of de gezondheid het toelaat om in de toekomst (weer) te werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment van enquêtering niet werkten (a) en degenen die op dat moment wel werkten (b) a. Verwachtingen werknemers die op enquêtemoment niet werkten (tabel 36A) De meerderheid (67%) van de e werknemers verwacht dat hun gezondheid het toe laat om in de toekomst weer te werken. 40% van hen verwacht zowel hun oude als ander werk op te kunnen pakken, 27% verwacht alleen ander werk te kunnen oppakken. De e werknemers zijn minder positief. Bijna de helft (49%) verwacht het werk te kunnen oppakken, waarvan 29% zowel het oude als ander werk en 20% alleen ander werk. b. Verwachtingen werknemers die op enquêtemoment werkten (tabel 36B) Van de werknemers die op het moment van enquêteren werken, verwacht zo n driekwart (74%) in de toekomst weer te kunnen werken. Uitgesplitst naar - en blijkt dat 58% van de en verwacht zowel het oude als ander werk te kunnen oppakken, 16% verwacht alleen ander werk te kunnen oppakken. Van de en verwacht 64% zowel het oude als ander werk te kunnen oppakken, en 11% alleen ander werk. Meerderheid vindt dat werkgever voldoende heeft gedaan (tabel 45) Bijna driekwart van de en (74%) en een grote meerderheid van de en (83%) vindt dat de werkgever voldoende heeft gedaan om ervoor te zorgen dat men aan het werk bleef of kwam. Rapportcijfer inspanningen werkgever (tabel 46) De en beoordelen de inspanningen van de werkgever gemiddeld iets lager (6,4) dan de en (7,0). Beiden beoordelen de inspanningen van de werkgever om aan het werk te blijven/te komen het vaakst met een 7 Rapportcijfer inspanningen bedrijfsarts (tabel 51) De en beoordelen de inspanningen van de bedrijfsarts gemiddeld iets lager (7,0) dan de en (7,3). Ook in het cijfer dat men het vaakst geeft blijkt er een verschil te zijn tussen beide groepen: de en geven relatief vaak een 7, terwijl de en relatief vaak een 8 geven. Met name begeleiding van arbodienst en eigen werkgever (tabel 40) Zowel de en als de en geven in meerderheid aan dat zij zijn begeleid door de arbodienst of de eigen werkgever bij terugkeer naar werk. Van de en heeft 68% sinds de melding begeleiding ontvangen van de arbodienst (versus 55% van de en) en 50% van de eigen werkgever (versus 37% van de en). Ongeveer éénvijfde (19%) van de en zegt geen enkele begeleiding bij terugkeer naar werk te hebben gekregen. Ditzelfde geldt voor 9% van de en. Dit alles is de perceptie van de werknemer. Gedeeltelijk en vaker een plan van aanpak, dan en (tabel 54) Bijna driekwart van de en (73%) geeft aan dat er een plan van aanpak voor werkhervatting is gemaakt. Ditzelfde geldt voor ruim de helft (56%) van de ge- 9

10 deeltelijk en. In een plan van aanpak worden afspraken vastgelegd over het doel van de werkhervatting en de activiteiten waarmee dit doel het beste kan worden bereikt. Gedeeltelijk en meer invloed op hervatting, dan en (tabel 56) Bijna tweederde (61%) van de en zegt veel invloed te hebben (gehad) op de voorstellen of acties die zijn gedaan voor werkhervatting. Van de en geeft bijna de helft (47%) aan dat dit het geval is. 10

11 DE NEGENMAANDSZIEKE WERKNEMERS IN TABELLEN A. ZIEKTEPERIODE Tabel 1 Situatie van werknemers op 1 oktober 2007 werknemers aantal percentage gemeld % gemeld % gemeld 108 3% 105 3% % Vraag 2 ( Per welke datum bent u gemeld? ) is niet in een tabel weergegeven. Deze vraag was bedoeld om personen die niet tot de doelgroep van het onderzoek behoren te kunnen uitsluiten. Personen die vóór 1 oktober 2007 waren gemeld zijn niet opgenomen in de onderzoeksgroep. De (108) werknemers in dit onderzoek die in eerste instantie aangaven dat zij op 1 oktober 2007 waren gemeld (zie tabel 1) zijn allen op of na 1 oktober 2007 hersteld gemeld. Omdat dit betekent dat zij gemiddeld 9 maanden zijn geweest, zijn ze behouden voor het onderzoek en dus wèl opgenomen in de analyses. B. GEZONDHEID Tabel 3 Ervaren gezondheid negenmaandse werknemers: ervaren gezondheid (n=2.169) (n=1.630) (n=108) (n=98) (n=4.005) goed 25% 41% 59% 34% 33% gaat wel/matig 55% 54% 35% 53% 54% slecht 21% 5% 6% 13% 14% 100% 100% 100% 100% 100% 11

12 Tabel 4 Verandering gezondheidstoestand sinds melding negenmaandse werknemers: verandering gezondheids toestand (n=2.169) (n=1.631) (n=107) (n=98) (n=4.005) 47% 66% 72% 50% 56% hetzelfde 29% 23% 22% 32% 26% slechter 24% 11% 6% 18% 18% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 5 Verwachting t.a.v. gezondheidsklachten voor komende half jaar negenmaandse werknemers: verwachting gezondheidsklachten (n=2.168) (n=1.631) (n=107) (n=97) (n=4.003) ik heb geen klachten meer 4% 6% 25% 52% 5% klachten zullen minder worden 41% 49% 38% 30% 44% klachten zullen hetzelfde blijven 17% 17% 16% 14% 17% klachten zullen erger worden 6% 3% 3% 6% 5% ik weet het niet 33% 25% 18% 44% 29% 100% 100% 100% 100% 100% 12

13 Tabel 6A Aard van de gezondheidsklachten negenmaandse werknemers: aard gezondheidsklachten (n=2.170) (n=1.632) (n=108) (n=105) (n=4.015) rugklachten 17% 15% 10% 20% 16% andere klachten van de ledematen of bewegingsapparaat 27% 26% 24% 37% 27% RSI 1% 1% 2% 0% 1% overspannenheid 12% 15% 18% 7% 13% burn-out 15% 18% 20% 8% 16% andere psychische klachten (bijv. depressiviteit) 21% 17% 22% 21% 20% klachten in verband met zwangerschap of bevalling 1% 1% 1% 1% 1% hart- en vaatten 13% 13% 11% 14% 13% anders 42% 34% 37% 29% 39% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

14 Tabel 6B Vijf categorieën gezondheidsklachten In deze tabel zijn rugklachten, andere klachten van de ledematen of bewegingsapparaat en RSI gegroepeerd tot fysieke klachten. Overspannenheid, burnout en andere psychische klachten vormen de nieuwe variabele psychische klachten. negenmaandse werknemers: aard gezondheidsklachten (n=2.170) (n=1.632) (n=108) (n=105) (n=4.015) fysieke klachten 37% 36% 31% 49% 37% psychische klachten 33% 35% 39% 23% 34% klachten i.v.m. zwangerschap of bevalling 1% 1% 1% 1% hart- en vaatten 13% 13% 11% 14% 13% anders 42% 34% 37% 29% 39% * Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom percentages niet op tot % Tabel 7 Langer gezondheidsklachten negenmaandse werknemers: al langer gezondheidsklachten (n=2.155) (n=1.617) (n=107) (n=95) (n=3.974) ja, 0 tot 6 maanden 17% 19% 19% 10% 18% ja, 6 tot 12 maanden 9% 11% 14% 12% 10% ja, langer dan een jaar 35% 31% 27% 41% 34% nee 39% 39% 40% 38% 39% 100% 100% 100% 100% 100% 14

15 Tabel 8 Aantal keer gemeld in 12 maanden voorafgaand aan huidige melding negenmaandse werknemers: aantal meldingen (n=1.999) (n=1.530) (n=91) (n=88) (n=3.708) 0 39% 37% 39% 44% 38% 1 of meer 61% 63% 61% 56% 62% 100% 100% 100% 100% 100% Indien 1 of meer gemiddeld aantal meldingen 2,3 2,3 2,4 2,9 2,3 Tabel 9 Relatie klachten en werk negenmaandse werknemers: relatie klachten en werk (n=2.156) (n=1.615) (n=100) (n=96) (n=3.967) ja, hoofdzakelijk gevolg van mijn werk 17% 19% 17% 28% 18% ja, voor een deel gevolg van mijn werk 27% 30% 26% 21% 28% nee, geen gevolg van mijn werk 47% 44% 52% 39% 46% weet niet 9% 7% 5% 13% 8% 100% 100% 100% 100% 100% 15

16 Tabel 10 Indien relatie klachten en werk (tabel 9): wat in werk veroorzaakte klachten negenmaandse werknemers: wat in werk veroorzaakte klachten (n=961) (n=787) (n=43) (n=47) (n=1.838) lichamelijk te zwaar (bijv. tillen, reiken, sjouwen, gebruik zware of trillende apparaten) 37% 28% 17% 39% 33% emotioneel te zwaar (bijv. door omgaan met patiënten, cliënten, slachtoffers) 13% 9% 2% 7% 11% langdurig dezelfde handelingen verrichten, langdurig achter computer werken 12% 14% 12% 15% 13% problemen met leiding, werkgever 23% 21% 26% 17% 22% problemen met collega's of ondergeschikten 10% 9% 12% 4% 10% problemen met cliënten, patiënten 2% 1% 2% 0% 2% werkdruk, werkstress 46% 58% 55% 20% 51% geweld, seksuele intimidatie 2% 2% 0% 0% 2% bedrijfsongeval 5% 3% 0% 4% 4% slechte arbeidsomstandigheden (stank, lawaai, tocht) 9% 8% 14% 4% 9% anders 22% 16% 33% 26% 20% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

17 Tabel 11 Relatie klachten met privé-situatie negenmaandse werknemers: speelde privé-situatie een rol bij het ontstaan of voortduren van klachten? (n=2.148) (n=1.616) (n=104) (n=94) (n=3.962) ja, bij het ontstaan van mijn klachten 7% 11% 12% 5% 9% ja, bij het voortduren van mijn klachten 5% 6% 5% 5% 5% ja, bij het ontstaan èn voortduren van mijn klachten 13% 13% 16% 13% 13% nee 76% 70% 67% 77% 73% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 12 Wachttijd voor opname, behandeling of therapie negenmaandse werknemers: wachttijd? (n=2.165) (n=1.629) (n=108) (n=105) (n=4.007) ja, voor opname 20% 16% 12% 18% 18% ja, voor behandeling of therapie 22% 23% 16% 18% 22% ik wacht nog steeds 6% 4% 1% 3% 5% nee 58% 62% 72% 66% 60% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddelde wachttijd voor opname 3 mnd 3 mnd 2 mnd 4 mnd 3 mnd gemiddelde wachttijd voor therapie 3 mnd 3 mnd 2 mnd 4 mnd 3 mnd 17

18 C. KENMERKEN VAN WERK EN ARBEIDSVERLEDEN Tabel 13 Omvang bedrijf negenmaandse werknemers: bedrijfsomvang (aantal werknemers op vestiging) (n=2.130) (n=1.613) (n=103) (n=99) (n=3.945) 10 of minder 22% 15% 17% 18% 19% 11 tot 25 19% 17% 18% 22% 18% 26 tot 50 14% 16% 16% 15% 15% 51 tot % 15% 16% 14% 14% 101 tot % 14% 14% 10% 13% meer dan % 25% 20% 20% 21% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 14A Vestiging onderdeel van een groter bedrijf negen maandse werknemers: onderdeel groter bedrijf (n=1.730) (n=1.312) (n=86) (n=54) (n=3.182) ja 63% 66% 70% 46% 64% nee 37% 34% 30% 54% 36% 100% 100% 100% 100% 100% 18

19 Tabel 14B Indien vestiging onderdeel groter bedrijf (tabel 14A): aantal mensen werkzaam in totale bedrijf negenmaandse werknemers: bedrijfsomvang (totale bedrijf) (n=1063) (n=854) (n=59) (n=25) (n=2.001) 10 of minder 1% 1% 0% 0% 0% 11 tot 25 2% 1% 0% 0% 2% 26 tot 50 3% 3% 2% 4% 3% 51 tot 100 6% 4% 9% 4% 5% 01 tot % 10% 17% 16% 11% meer dan % 81% 73% 76% 79% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 15 Soort dienstverband ten tijde van melding negenmaandse werknemers: soort dienstverband (n=2.156) (n=1.622) (n=105) (n=101) (n=3.948) vast dienstverband in reguliere baan 85% 92% 89% 84% 88% tijdelijk dienstverband, in reguliere baan 7% 3% 5% 3% 5% oproepkracht 1% 0% 2% 0% 1% via gesubsidieerde arbeid (WIW, I/Dbaan) 1% 1% 2% 2% 1% WSW-dienstverband (sociale werkplaats) 3% 3% 2% 10% 3% anders 2% 1% 1% 1% 2% 100% 100% 100% 100% 100% 19

20 Tabel 16A Arbeidscontract met werkgever waar men werkte op het moment van melding negenmaandse werknemers: nog steeds een arbeidscontract met deze werkgever (n=2.139) (n=1.612) (n=104) (n=95) (n=3.950) ja 89% 98% 86% 90% 93% nee, dienstverband is beëindigd 11% 2% 14% 11% 7% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 16B Indien geen arbeidscontract meer met toenmalige werkgever (tabel 16A): datum einde dienstverband Aan respondenten die aangaven geen arbeidscontract meer te hebben met de werkgever waar zij werkten ten tijde van de melding, is gevraagd naar de datum waarop het dienstverband beëindigd is. Op basis van deze datum is een indeling gemaakt: werkhervatting vóór de meldings(inclusie) periode, in die periode, in de maanden erna of iets langer erna. De meldings (inclusie)periode is voor de werknemers 12 december 2006 tot en met 18 januari Respondenten die een datum opgaven die vóór de meldings (inclusie)periode ligt hebben in feite geen goed antwoord gegeven op de vraag. negenmaandse werknemers: wanneer dienstverband beëindigd (n=220) (n=33) (n=12) (n=7) (n=272) vóór de melding- (inclusie)periode 5% 0% 0% 14% 4% in de melding(inclusie)periode 7% 3% 0% 0% 6% in de maanden na de melding (inclusie)periode (tot 1 juli 2007) in de periode 1 juli - 1 oktober % 30% 17% 14% 29% 29% 21% 50% 43% 29% na 1 oktober % 46% 33% 29% 31% 100% 100% 100% 100% 100% 20

21 Tabel 17 Indien geen arbeidscontract meer met toenmalige werkgever (tabel 16A): reden geen arbeidscontract meer negenmaandse werknemers: geen arbeidscontract meer met toenmalige werkgever want (n=231) (n=35) (n=15) (n=10) (n=291) ik ben ontslagen 17% 15% 14% 40% 17% ik heb een andere werkgever gevonden 4% 21% 29% 10% 7% het arbeidscontract liep af 49% 38% 29% 30% 46% ik heb zelf ontslag genomen 7% 29% 21% 40% 12% we zijn samen tot een beëindigingovereenkomst gekomen 17% 15% 14% 30% 17% anders 18% 15% 0% 20% 17% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 18 Indien geen arbeidscontract meer met toenmalige werkgever (tabel 16A): belangrijkste bron van inkomsten negenmaandse werknemers: belangrijkste bron van inkomsten (n=221) (n=34) (n=14) (n=8) (n=277) ik heb ander werk 10% 32% 57% 25% 16% een WW-uitkering 18% 29% 7% 38% 20% een (vervroegde) WIA-uitkering 9% 0% 0% 0% 7% een bijstandsuitkering 5% 3% 7% 13% 5% VUT, lijfrente of pensioen 3% 0% 7% 0% 3% anders 44% 27% 7% 25% 40% ik heb geen inkomsten meer 11% 9% 14% 0% 11% 100% 100% 100% 100% 100% 21

22 Tabel 19 Uren volgens arbeidsovereenkomst negenmaandse werknemers: uren volgens arbeidsovereenkomst ten tijde van melding (n=2.107) (n=1.612) (n=100) (n=99) (n=3.918) < 12 uur per week 5% 1% 3% 3% 3% uur per week 29% 21% 15% 21% 25% uur per week 34% 38% 51% 30% 36% 38 uur of meer per week 32% 40% 32% 47% 35% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddeld 30 uur 32 uur 32 uur 33 uur 31 uur Tabel 20 Uren in de praktijk negenmaandse werknemers: uren volgens arbeidsovereenkomst ten tijde van melding (n=2.091) (n=1.601) (n=101) (n=98) (n=3.891) < 12 uur per week 5% 1% 3% 3% 3% uur per week 27% 19% 14% 18% 23% uur per week 31% 34% 48% 27% 33% 38 uur of meer per week 37% 46% 36% 52% 41% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddeld

23 Tabel 21 Periode gewerkt bij laatste werkgever op moment van melding negenmaandse werknemers: hoe lang gewerkt bij werkgever? (n=1.843) (n=1.416) (n=90) (n=62) (n=3.411) 1-6 maanden 5% 2% 2% 3% 3% 7-12 maanden 3% 2% 4% 1% 2% 1-5 jaar 25% 22% 24% 21% 24% 6-10 jaar 26% 25% 30% 29% 26% jaar 22% 23% 15% 22% 22% > 20 jaar 20% 26% 25% 23% 22% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddeld 11,8 13,6 12,8 jaar 13,1 jaar 12,6 jaar Tabel 22A Werkbeleving negenmaandse werknemers: aandeel dat (n=2.126) (n=1.611) (n=103) (n=101) (n=3.941) tevreden was over het werk dat men deed wel eens s avonds, s nachts of in het weekend werkte 86% 86% 88% 87% 86% 54% 53% 49% 48% 53% lichamelijk zwaar werk deed 42% 32% 30% 43% 37% psychisch zwaar werk deed 37% 37% 40% 27% 37% onder hoge tijdsdruk moest werken goede carrièremogelijkheden had 48% 51% 43% 45% 49% 32% 36% 39% 30% 34% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

24 Tabel 22B Bedrijfssector ten tijde van melding De informatie over de bedrijfssector waarin men werkzaam was vóór de melding is afkomstig van UWV en gebaseerd op de sectorindeling OSV. negenmaandse werknemers: bedrijfssector t.t.v. melding (+ OSV-nummers) (n=2.173) (n=1.633) (n=108) (n=105) (n=4.019) landbouw en visserij (001) 2% 1% 0% 3% 2% industrie (002, 005, 007, 009, 010, 011, 013, 014, 040, 046, 047, 048, 049, 050, 051) 6% 9% 9% 6% 7% bouwnijverheid (003, 012, 056, 057) 8% 8% 5% 13% 8% handel (008, 015, 016, 017, 019, 041, 042) 13% 12% 14% 8% 13% horeca (033, 034) 3% 1% 2% 5% 2% transport (020, 022, 025, 026, 027, 028, 029, 030, 031, 032) 7% 7% 4% 11% 7% schoonmaakbranche (018) 3% 1% 0% 4% 2% financiële instellingen (038, 039) 2% 3% 4% 3% 2% zakelijke dienstverlening (043, 044, 045, 052, 053, 067, 069) 15% 15% 19% 19% 15% onderwijs (061) 10% 11% 8% 4% 10% overheid (062, 063, 064, 066) 8% 10% 11% 7% 9% gezondheids- en welzijnszorg (035) 24% 21% 23% 16% 22% cultuur en overige dienstverlening (054, 055) 1% 1% 2% 3% 1% andere sector (998) 0% 1% 0% 0% 0% 100% 100% 100% 100% 100% 24

25 Tabel 23 Conflicten op het werk negenmaandse werknemers: conflicten op het werk voorafgaand aan de melding? (n=2.155) (n=1.626) (n=106) (n=105) (n=3.992) ja, conflict(en) met leidinggevende(n) 14% 12% 11% 18% 13% ja, conflict(en) met collega( s) 6% 5 5% 6% 6% ja, conflict(en) met ondergeschikte(n) 1% 1% 2% 0% 1% ja, conflict(en) met klant(en) of cliënt(en) 3% 2% 2% 1% 2% nee 81% 84% 83% 79% 82% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 24 Situatie vóór werkgever ten tijde van melding negenmaandse werknemers: (n=2.111) situatie vóór werkgever t.t.v. melding (n=1.607) (n=100) (n=94) (n=3.912) ik werkte bij een andere werkgever 54% 54% 53% 44% 54% ik was () werkloos en ontving een werkloosheids- of bijstandsuitkering 6% 6% 8% 9% 6% ik was () arbeidsongeschikt en ontving een WAO- of WIA-uitkering 5% 4% 1% 7% 4% ik kwam van school / universiteit 10% 14% 15% 10% 12% ik was huisvrouw / huisman 12% 9% 10% 12% 11% anders 13% 15% 13% 19% 14% 100% 100% 100% 100% 100% 25

26 Tabel 25 Arbeidsverleden negenmaandse werknemers: aantal jaar betaald werk sinds 15 e (n=2.093) (n=1.596) (n=99) (n=92) (n=3.880) minder dan 1 jaar 0% 0% 0% 2% 0% 1-5 jaar 3% 3% 3% 7% 3% 6-10 jaar 9% 7% 11% 5% 8% jaar 25% 26% 24% 23% 25% jaar 29% 31% 28% 25% 30% jaar 24% 25% 25% 23% 25% > 40 jaar 8% 8% 8% 15% 8% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddeld 25 jaar 25 jaar 25 jaar 26 jaar 25 jaar D WERKHERVATTING Tabel 26 Na melding weer werken negenmaandse werknemers: na melding weer gaan werken (n=2.141) (n=1.621) (n=101) (n=99) (n=3.962) ja 61% 98% 94% 84% 77% nee 39% 2% 6% 16% 23% 100% 100% 100% 100% 100% 26

27 Tabel 27 Indien weer gaan werken (tabel 26): wanneer weer gaan werken Aan de respondenten die aangaven dat zij na de melding op enig moment (weer) zijn begonnen met werken is gevraagd naar de datum waarop zij (weer) aan het werk zijn gegaan. Op basis van deze datum is een indeling gemaakt: werkhervatting vóór de meldings(inclusie) periode, in die periode, in de maanden erna of iets langer erna. De meldings(inclusie)periode is voor de werknemers 12 december 2006 tot en met 18 januari Respondenten die een datum opgaven die vóór de meldings(inclusie)periode ligt hebben in feite geen goed antwoord gegeven op de vraag. negenmaandse werknemers: wanneer weer gaan werken? (n=646) (n=867) (n=51) (n=38) (n=1.602) vóór de meldings(inclusie)periode 2% 2% 0% 0% 2% in de meldings(inclusie)periode 7% 12% 2% 13% 9% in de maanden na de meldings- (inclusie)periode (tot 1 juli 2007) 37% 53% 69% 45% 47% in de periode 1 juli - 1 oktober % 27% 29% 21% 26% na 1 oktober % 7% 0% 21% 16% 100% 100% 100% 100% 100% 27

28 Tabel 28 Indien weer gaan werken (tabel 26): waar hervat negenmaandse werknemers: waar hervat (n=1.263) (n=1.555) (n=93) (n=77) (n=2.988) bij mijn oude werkgever 96% 97% 96% 95% 97% gedetacheerd bij een nieuwe werkgever (maar in dienst van mijn oude werkgever) 2% 2% 0% 3% 2% bij een nieuwe werkgever, in tijdelijke dienst 1% 0% 1% 0% 1% bij een nieuwe werkgever, in vaste dienst 1% 1% 2% 3% 1% als zelfstandige / freelancer 0% 0% 1% 0% 0% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 29A Indien weer gaan werken (tabel 26): omstandigheden van werkhervatting negenmaandse werknemers: omstandigheden werkhervatting (n=1.295) (n=1.580) (n=95) (n=83) (n=3.053) in het oude (soort) werk (=dezelfde uren en taken als bij melding) 7% 7% 10% 15% 7% op therapeutische basis 79% 65% 78% 71% 71% met minder uren 48% 59% 40% 46% 53% in een andere functie 14% 11% 8% 13% 12% met aangepaste taken 36% 34% 25% 37% 35% met aangepaste werkplek/ speciale voorzieningen (bijv. spraakcomputer, aangepaste stoel) 3% 4% 1% 1% 3% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

29 Tabel 29B Indien weer gaan werken (tabel 26): waar en hoe hervat In deze tabel zijn de antwoordcategorieën van vraag 28 en 29 gecombineerd. Daartoe zijn van vraag 28 de antwoorden samengevoegd tot de categorieën oude werkgever, nieuwe werkgever en zelfstandige en freelancer. Van vraag 29 zijn de laatste twee antwoorden samengevoegd tot aangepaste taken of werkplek. negenmaandse werknemers: waar en hoe werkhervatting (n=1.297) (n=1.583) (n=95) (n=83) (n=3.058) oude werkgever, in het oude soort werk 6% 7% 10% 15% 7% nieuwe werkgever, in het oude soort werk 1% 0% 0% 1% 0% zelfstandige of freelancer, in het oude soort werk 0% 0% 0% 0% 0% oude werkgever, op therapeutische basis 78% 64% 77% 70% 71% nieuwe werkgever, op therapeutische basis 1% 1% 0% 1% 1% zelfstandige of freelancer, op therapeutische basis 0% 0% 1% 0% 0% oude werkgever, met minder uren 47% 58% 38% 43% 53% nieuwe werkgever, met minder uren 0% 1% 2% 1% 1% zelfstandige of freelancer, met minder uren 0% 0% 0% 0% 0% oude werkgever, in andere functie 13% 10% 7% 13% 11% nieuwe werkgever, in andere functie 1% 1% 1% 0% 1% zelfstandige of freelancer, in andere functie 0% 0% 0% 0% 0% oude werkgever, aangepaste taken/werkplek 37% 35% 26% 37% 36% nieuwe werkgever, aangepaste taken/werkplek 0% 0% 0% 0% 0% zelfstandige of freelancer, aangepaste taken of werkplek 0% 0% 0% 0% 0% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

30 Tabel 30A Indien weer gaan werken (tabel 26): situatie op enquêtemoment negenmaandse werknemers: huidige situatie (n=1.164) (n=1.506) (n=84) (n=63) (n=2.817) ik werk nog steeds, maar ben nog niet gemeld 64% 74% 5% 70% 68% ik ben weer gemeld 8% 22% 91% 21% 18% ik ben weer gemeld 28% 5% 5% 10% 14% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 30B Situatie op enquêtemoment Om de situatie op het enquêtemoment voor alle respondenten te kunnen vaststellen, zijn de tabellen 26 en 30A gecombineerd. negenmaandse werknemers: huidige situatie (n=2.008) (n=1.544) (n=90) (n=79) (n=3.721) niet gewerkt sinds melding en ook nu niet aan het werk* 42% 3% 7% 20% 24% aan het werk maar niet hersteld 37% 72% 4% 56% 51% aan het werk en hersteld 5% 21% 84% 17% 14% nog gewerkt sinds melding maar nu niet aan het werk, 16% 5% 4% 8% 11% 100% 100% 100% 100% 100% Er is niet gevraagd naar de mate van herstel, maar het is zeer waarschijnlijk dat het merendeel nog gemeld is. 30

31 Tabel 31 Indien niet () werkend (tabel 30B): redenen niet () werken negenmaandse werknemers: reden niet () werken (n=1.164) (n=112) (n=10) (n=22) (n=1.308) mijn gezondheid liet het niet toe 84% 68% 50% 58% 82% ik was bang dat mijn gezondheid achteruit zou gaan 9% 11% 0% 11% 9% de arts heeft het me sterk afgeraden/verboden 38% 26% 0% 21% 36% ik moest wachten op een opname 9% 7% 20% 5% 9% mijn werkgever wilde niet dat ik terugkwam op het werk 7% 5% 0% 16% 6% ik wilde zelf niet terug naar mijn werkgever 5% 6% 10% 11% 5% mijn werkgever zei dat de functie niet aangepast kon worden 8% 9% 0% 16% 8% mijn werkgever zei dat er geen werk voorhanden was dat ik kon gaan doen 8% 6% 10% 5% 7% is niet aan de orde geweest 6% 0% 10% 5% 5% ik kon geen nieuwe werkgever vinden 2% 1% 0% 5% 2% vanwege mijn privésituatie 6% 10% 0% 5% 6% anders 11% 21% 30% 16% 12% ik heb geen dienstverband meer 11% 7% 10,0% 16% 10% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

32 Tabel 32 Indien niet () werkend (tabel 30B): mogelijkheden om te werken met belemmeringen en beperkingen negenmaandse werknemers: mogelijkheden om te gaan / te blijven werken (n=1.146) (n=110) (n=10) (n=21) (n=1.287) ja, namelijk: als ik minder uren was gaan werken 5% 10% 11% 6% 6% als ik met minder taken was gaan werken 3% 10% 11% 6% 4% als ik in een langzamer tempo was gaan werken 5% 12% 11% 0% 6% als ik een andere functie / andere taken zou hebben gekregen 11% 21% 22% 19% 12% met een aanpassing van de werkplek 5% 11% 11% 19% 5% anders 10% 19% 11% 6% 10% nee, op geen enkele manier 68% 41% 22% 50% 65% niet van toepassing, ik zou zonder problemen mijn oude werk weer kunnen oppakken 6% 7% 22% 13% 6% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 33 Graag () terug willen naar oude werkgever (excl. gemeld, tabel 30A) negenmaandse werknemers: indien mogelijk wat betreft gezondheid, zou men graag () terug willen naar de oude werkgever? (n=1.082) (n=1.187) (n=8) (n=53) (n=2.330) ja, graag 72% 80% 86% 83% 76% misschien wel, misschien niet / hangt ervan af 20% 15% 0% 7% 17% nee, beslist niet 4% 4% 14% 11% 4% niet van toepassing, het dienstverband is beëindigd 4% 1% 0% 0% 2% 100% 100% 100% 100% 100% 32

33 Tabel 34 Mening werkgever over werkhervatting (excl. aan het werk en hersteld (tabel 30B) en dienstverband is beëindigd (tabel 33)). negenmaandse werknemers: mening werkgever (n=1.478) (n=1.110) (n=8) (n=53) (n=2.649) wil mij graag terug 54% 74% 75% 51% 62% heeft liever dat ik een andere werkgever zoek 7% 4% 0% 11% 6% vindt het dat ik t.z.t. een WIAuitkering krijg 5% 1% 0% 7% 3% wil mij alleen op therapeutische basis terug 1% 0% 0% 0% 1% anders 7% 4% 8% 7% 6% weet niet 26% 16% 17% 25% 22% 100% 100% 100% 100% 100% 33

34 Tabel 35 Mening zorgverleners over werkhervatting (excl. aan het werk en hersteld (tabel 30B) en dienstverband is beëindigd (tabel 33)). negenmaandse werknemers: mening zorgverleners (n=1.4893) (n=1.109) (n=8) (n=54) (n=2.660) denken wel dat werken (weer) mogelijk is 36% 58% 50% 38% 44% twijfelen of werken (weer) mogelijk is 13% 13% 17% 17% 13% denken niet dat werken (weer) mogelijk is 26% 11% 17% 19% 20% meningen verschillen 7% 7% 0% 3% 7% weet het niet 19% 11% 17% 22% 16% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 36A Niet-werkenden (tabel 30B): verwachting t.a.v. werken, Bij het bekijken van de verwachting ten aanzien van werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment van enquêtering niet werkten (de eerste en de vierde antwoordcategorie in tabel 30b) en degenen die op dat moment werkten (de tweede antwoordcategorie in tabel 30b). niet-werkenden: negenmaandse werknemers: verwachting t.a.v. werken (n=1.114) (n=108) (n=10) (n=20) (n=1.282) ik verwacht het niet 24% 12% 0% 14% 23% ik verwacht het wel, zowel mijn oude als ander werk zou kunnen 29% 40% 50% 29% 30% ik verwacht het wel, maar dan al leen ander werk 20% 27% 20% 24% 21% ik weet het niet 27% 21% 30% 33% 26% 100% 100% 100% 100% 100% 34

35 Tabel 36B Gedeeltelijk werkenden (tabel 30B): verwachting t.a.v. werken Bij het bekijken van de verwachting ten aanzien van werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment van enquêtering niet werkten (de eerste en de vierde antwoordcategorie in tabel 30b) en degenen die op dat moment werkten (de tweede antwoordcategorie in tabel 30b). werkenden: negenmaandse werknemers: verwachting t.a.v. werken (n=741) (n=1.095) (n=3) (n=39) (n=1.878) ik verwacht het niet 9% 11% 33% 23% 10% ik verwacht het wel, zowel mijn oude als ander werk zou kunnen 58% 64% 33% 39% 61% ik verwacht het wel, maar dan al leen ander werk 16% 11% 33% 18% 13% ik weet het niet 16% 14% 0% 21% 15% 100% 100% 100% 100% 100% 35

36 Tabel 37 Andere omstandigheden die e werkhervatting belemmeren, (excl. aan het werk en hersteld (tabel 30B) negenmaandse werknemers: zijn er naast gezondheid andere om standigheden die het moeilijk maken om in de toekomst (weer) te werken? (n=1.6230) (n=1.147) (n=10) (n=62) (n=2.842) ja, zorg voor partner/kinderen/familie 8% 6% 0% 3% 7% ja, relatieproblemen 2% 2% 0% 0% 2% ja, rouwverwerking 5% 4% 0% 5% 5% ja, ik ben te oud 7% 5% 8% 12% 7% ja, ik heb te weinig werkervaring / ritme 2% 1% 0% 2% 2% ja, financiële gevolgen pakken on- voordelig uit 5% 5% 8% 9% 5% ja. juridische procedure 1% 1% 0% 0% 1% ja, anders 9% 6% 8% 9% 7% nee 74% 79% 85% 75% 76% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 38A Niet-werkenden (tabel 30B): financiële gevolgen van weer gaan werken Bij het bekijken van de inschatting van de financiële gevolgen van weer of meer gaan werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment van enquêtering niet werkten (de eerste en de vierde antwoordcategorie in tabel 30b) en degenen die op dat moment werkten (de tweede antwoordcategorie in tabel 30b). niet-werkenden negenmaandse werknemers: financiële gevolgen van weer gaan werken (n=1.144) (n=108) (n=10) (n=20) (n=1.282) zou erop vooruit gaan 33% 33% 40% 55% 33% zou niets uitmaken 32% 42% 40% 20% 33% zou erop achteruit gaan 15% 11% 10% 10% 14% n.v.t., werk al (vrijwel) 3% 7% 10% 5% 4% n.v.t. kan niet werken 17% 7% 0% 10% 16% 100% 100% 100% 100% 100% 36

37 Tabel 38B Gedeeltelijk-werkenden (tabel 30B): financiële gevolgen van meer gaan werken Bij het bekijken van de inschatting van de financiële gevolgen van weer of meer gaan werken is er onderscheid gemaakt tussen degenen die op het moment enquêtering niet werkten (de eerste en de vierde antwoordcategorie in tabel 30b) en degenen die op dat moment werkten (de tweede antwoordcategorie in tabel 30b). werkenden negenmaandse werknemers: (n=729) financiële gevolgen van meer werken (n=1.085) (n=3) (n=39) (n=1.856) zou erop vooruit gaan 24% 24% 0% 15% 24% zou niets uitmaken 56% 51% 67% 64% 53% zou erop achteruit gaan 13% 8% 0% 15% 10% n.v.t., werk al (vrijwel) 6% 17% 33% 5% 13% n.v.t. kan niet werken 2% 0% 0% 0% 0% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 39 Huidige werkomstandigheden negenmaandse werknemers: huidige werkomstandigheden (n=2.084) (n=1.615) (n=106) (n=105) (n=3.910) in oude (soort) werk 7% 27% 60% 22% 17% op therapeutische basis 32% 31% 3% 29% 31% met minder uren 23% 51% 12% 29% 35% in een andere functie 8% 13% 21% 13% 10% met aangepaste taken 15% 23% 9% 17% 18% met aangepaste werkplek / speciale voorzieningen 2% 5% 4% 1% 3% niet van toepassing, ik werk nu niet 53% 6% 8% 28% 32% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

38 E BEGELEIDING BIJ WERKHERVATTING Tabel 40 Van welke instanties begeleiding bij terugkeer naar werk negenmaandse werknemers: begeleidende instanties (n=2.147) (n=1.619) (n=106) (n=105) (n=3.977) re-integratiebedrijf 10% 8% 6% 9% 9% verzuimmanagementbedrijf 2% 3% 0% 5% 3% CWI 2% 1% 2% 1% 1% arbodienst 55% 68% 65% 57% 61% outplacement bureau 1% 0% 3% 0% 1% UWV 6% 4% 3% 6% 5% eigen werkgever 37% 50% 42% 36% 42% andere instantie(s) 11% 13% 12% 7% 12% ik heb geen enkele begeleiding bij terugkeer naar werk gekregen 19% 9% 11% 13% 14% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

39 Tabel 41 Wat heeft werkgever gedaan negenmaandse werknemers: wat heeft werkgever gedaan na melding om u aan het werk te houden of te krijgen? (n=2.147) (n=1.619) (n=106) (n=105) (n=3.977) minder taken aangeboden 10% 22% 16% 8% 15% minder uren aangeboden 16% 37% 22% 28% 25% aangeboden om op therapeutische basis te gaan werken 42% 56% 60% 52% 49% ander werk aangeboden 12% 16% 15% 9% 13% werkaanpassingen/hulpmiddelen aangeboden 6% 12% 5% 7% 9% anders 20% 11% 20% 12% 16% heeft niets gedaan 31% 13% 13% 27% 23% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 42 Andere activiteiten gericht op werkhervatting negenmaandse werknemers: andere activiteiten (n=2.147) (n=1.619) (n=106) (n=105) (n=3.977) begeleiding/coaching 14% 19% 15% 22% 17% scholing/training 3% 2% 1% 1% 2% wachtlijstbemiddeling 1% 1% 3% 1% 1% therapie/behandeling 33% 36% 36% 32% 34% anders, namelijk 9% 10% 7% 5% 9% nee 53% 45% 49% 50% 50% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

40 Tabel 43 Indien andere activiteiten (tabel 42): waar waren activiteiten op gericht negenmaandse werknemers: waar waren activiteiten op gericht? (n=998) (n=881) (n=52) (n=50) (n=1.981) op terugkeer bij de eigen werkgever 53% 70% 64% 77% 61% op een overstap naar een andere werkgever 9% 3% 10% 9% 6% niet specifiek op één van boven genoemde 38% 28% 27% 15% 32% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 44 Indien andere activiteiten (tabel 42): op wiens initiatief activiteiten in gang zijn gezet negenmaandse werknemers: op wiens initiatief zijn activiteiten in gang gezet? (n=998) (n=881) (n=52) (n=50) (n=1.981) mijzelf % 87% 81% 78% re-integratiebedrijf 7% 4% 6% 11% 5% verzuimmanagementbedrijf 2% 2% 0% 0% 2% CWI 1% 1% 4% 0% 0% arbodienst 41% 48% 54% 40% 45% outplacementbureau 0% 1% 2% 0% 1% UWV 2% 2% 4% 4% 2% eigen werkgever 38% 41% 39% 49% 40% andere instantie(s) 13% 10% 6% 11% 12% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot

41 Tabel 45 Werkgever voldoende gedaan negenmaandse werknemers: heeft werkgever (evt. via de arbodienst) voldoende gedaan om u aan het werk te houden/te krijgen? (n=2.028) (n=1.590) (n=100) (n=94) (n=3.812) ja 74% 83% 81% 73% 78% nee 27% 18% 19% 27% 23% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 46 Rapportcijfer voor inspanningen werkgever negenmaandse werknemers: inspanningen werkgever (evt. via de arbodienst) (n=1.958) (n=1.570) (n=101) (n=96) (n=3.725) gemiddeld rapportcijfer 6,4 7,0 6,9 6,5 6,7 vaakst gegeven cijfer 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 Tabel 47 Contact met bedrijfsarts negenmaandse werknemers: contact met bedrijfsarts (arbo-arts) (n=1.970) (n=1.520) (n=94) (n=87) (n=3.671) ja 95% 97% 96% 94% 96% nee 5% 3% 4% 6% 4% 100% 100% 100% 100% 100% gemiddeld aantal contacten

42 Tabel 48 Indien contact met bedrijfsarts (tabel 47): eerste contact met bedrijfsarts negenmaandse werknemers: eerste contact met bedrijfsarts (arbo-arts) (n=1.855) (n=1.467) (n=89) (n=81) (n=3.492) voor de melding 9% 11% 8% 7% 10% binnen 1 mnd na de melding 51% 51% 63% 58% 52% later dan 1 mnd na de melding 40% 38% 29% 35% 39% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 49 Indien contact met bedrijfsarts (tabel 47): laatste contact met bedrijfsarts negenmaandse werknemers: laatste contact met bedrijfsarts (arbo-arts) (n=1.855) (n=1.470) (n=89) (n=81) (n=3.495) minder dan een mnd geleden 59% 58% 15% 47% 57% 1 tot 2 mnd geleden 23% 26% 35% 26% 25% meer dan 2 mnd geleden 18% 16% 51% 27% 18% 100% 100% 100% 100% 100% 42

43 Tabel 50 Indien contact met bedrijfsarts (tabel 47): met bedrijfsarts mogelijkheden voor terugkeer naar werk bekeken Negenmaandse werknemers: samen met bedrijfsarts gekeken naar mogelijkheden voor terugkeer naar werk (n=1.872) (n=1.480) (n=90) (n=82) (n=3.524) ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever ja, gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever 66% 80% 76% 68% 72% 22% 19% 14% 26% 21% 8% 4% 3% 7% 6% nee, dat is niet nagegaan 22% 12% 20% 20% 18% Doordat men de mogelijkheid had om meerdere antwoorden te geven tellen de kolom- percentages niet op tot 100. Tabel 51 Rapportcijfer voor de inspanningen van de bedrijfsarts negenmaandse werknemers: (n=1.976) inspanningen bedrijfsarts (arboarts) (n=1.569) (n=100) (n=92) (n=3.737) gemiddeld rapportcijfer 7,0 7,3 7,1 7,2 7,1 vaakst gegeven cijfer 7,0 8,0 7,0 8,0 8,0 43

44 F EIGEN BETROKKENHEID EN INBRENG Tabel 52 Probleemanalyse gemaakt negenmaandse werknemers: heeft bedrijfsarts probleemanalyse gemaakt? (n=2.098) (n=1.598) (n=103) (n=100) (n=3.899) ja 63% 71% 72% 65% 67% nee 20% 16% 17% 24% 18% weet niet 17% 13% 12% 11% 15% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 53 Indien probleemanalyse gemaakt (tabel 52): inzage in probleemanalyse negenmaandse werknemers: (n=1.308) inzage gehad in probleemanalyse? (n=1.119) (n=74) (n=61) (n=2.562) ja 94% 95% 95% 95% 95% nee 6% 5% 5% 5% 6% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 54 Plan van aanpak negenmaandse werknemers: heeft werkgever (samen met u) plan van aanpak gemaakt (n=2.096) (n=1.595) (n=103) (n=97) (n=3.891) ja 56% 73% 74% 66% 63% nee 34% 21% 21% 27% 29% weet niet 10% 6% 5% 7% 8% 100% 100% 100% 100% 100% 44

45 Tabel 55 Indien plan van aanpak gemaakt (tabel 54): inzage in plan van aanpak negenmaandse werknemers: inzage gehad in plan van aanpak? (n=1.157) (n=1.147) (n=76) (n=62) (n=2.442) ja 95% 96% 95% 98% 95% nee 5% 4% 5% 2% 5% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 56 Invloed op voorstellen/acties voor werkhervatting negenmaandse werknemers: in hoeverre invloed op voorstellen/acties voor werkhervatting (n=2.034) (n=1.590) (n=103) (n=95) (n=3.822) veel invloed 47% 61% 62% 46% 53% enigszins invloed 31% 31% 28% 35% 31% geen invloed 22% 8% 10% 19% 16% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 57 Zelf voorgesteld te gaan/ te blijven werken negenmaandse werknemers: zelf voorgesteld te gaan/ te blijven werken? (n=2.090) (n=1.595) (n=101) (n=96) (n=3.882) ja, aan bedrijfsarts 15% 21% 23% 16% 18% ja, aan mijn werkgever 10% 12% 16% 19% 11% ja, aan beide 42% 57% 52% 45% 48% nee 33% 11% 10% 21% 23% 100% 100% 100% 100% 100% 45

46 Tabel 58 Andere werkgever overwogen negenmaandse werknemers: andere werkgever overwogen? (n=2.103) (n=1.601) (n=103) (n=101) (n=3.908) ja, ik heb dat uit mijzelf overwogen 18% 20% 24% 13% 18% ja, mijn werkgever heeft dat voorgesteld 3% 3% 3% 7% 3% ja, beide 6% 4% 3% 6% 5% nee 74% 73% 70% 74% 73% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 59 In hoeverre meegewerkt aan voorstellen voor werkhervatting negenmaandse werknemers: in hoeverre meegewerkt aan voorstellen voor werkhervatting? (n=2.095) (n=1.539) (n=101) (n=99) (n=3.888) niet of nauwelijks 2% 1% 0% 3% 1% in redelijke mate 11% 10% 13% 13% 11% in sterke mate 46% 70% 69% 59% 57% niet van toepassing, zulke voorstellen zijn niet gedaan 41% 19% 18% 25% 31% 100% 100% 100% 100% 100% 46

47 Tabel 60 Eens met werkgever over aanpak werkhervatting, naar situatie van werknemers op 1 oktober 2007 negenmaandse werknemers: eens met werkgever over de aanpak bij werkhervatting? (n=1.895) (n=1.561) (n=99) (n=93) (n=3.648) ja 76% 86% 83% 77% 81% nee 24% 14% 17% 23% 19% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 61 Indien niet eens met werkgever (tabel 60): conflict naar aanleiding van onenigheid met werkgever over aanpak bij werkhervatting negenmaandse werknemers: conflict n.a.v. onenigheid over aanpak bij werkhervatting? (n=439) (n=210) (n=17) (n=20) (n=686) ja 36% 48% 41% 60% 40% nee 65% 52% 59% 40% 60% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 62 Op de hoogte van deskundigenoordeel UWV negenmaandse werknemers: op de hoogte van deskundigenoordeel UWV? (n=2.032) (n=1.538) (n=101) onbeken94105) (n=3.810) ja 56% 51% 54% 60% 54% nee 44% 49% 47% 40% 46% 100% 100% 100% 100% 100% 47

48 Tabel 63 Indien op de hoogte van deskundigenoordeel UWV (tabel 62): deskundigenoordeel aangevraagd negenmaandse werknemers: is er een deskundigenoordeel aangevraagd, zo ja, door wie? (n=91) (n=58) (n=3) (n=7) (n=159) ja, door mijzelf 36% 18% 33% 29% 29% ja, door mijn werkgever 10% 14% 0% 14% 11% nee 54% 68% 67% 57% 60% 100% 100% 100% 100% 100% G ALGEMENE VRAGEN Tabel 64 Geslacht negenmaandse werknemers: geslacht (n=2.173) (n=1.633) (n=108) (n=105) (n=4.019) man 43% 47% 37% 62% 45% vrouw 57% 53% 64% 38% 55% 100% 100% 100% 100% 100% 48