gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 2 oktober 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 20:30 uur, einde 22:15 uur.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Bladnummer 1 Aanwezig 39 leden 7 november 2012 Verslagvoor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 2 oktober 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 20:30 uur, einde 22:15 uur. Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. R. van Gijzel voorzitter X drs. J. Verheugt griffier X drs. W.G.F. Aarts D66 X F.A.M. Noldus OAE X mw. A.M.J. van den Berkvan TROTS X M.F. Oosterveer VVD Bragt dr. B. Bonsen D66 X drs. M.G. Punte VVD X M. Bouassria GL X mw. drs. E. Quanten D66 H. Bouteibi PvdA X A.W.C.M. Raaijmakers PvdA X F. van den Broek VVD X R.G.J. Reker LPF X F.J.A.G. Depla PvdA X A.J.A. Rennenberg OAE X M. van Dorst D66 X mw. drs. R.J.A. Richters GL X J.A.A.M. van Erp SP X K.M. Rijnders LE X mw. J.W.H.M. Heesterbeek- Senders Mw. H.J.M.C. van Herk-de Zeeuw SP X mw. M.J.S. de Rooij- D66 Driessen CDA X ir. J. Rozendaal VVD X E. Isik PvdA X mw. A.J.M. Schoots PvdA mw. H.M.E. Jacobs-van VVD X mw. P. Sodenkamp FPS X Nisselrooij J.J.M. de Jong VVD X N.H. Stoevelaar CDA X mw. B.G.M.W. van Kaathoven SP X C.M. Stroek LPF X mr. P.P.H.A. Leenders CDA X ir. E. Thewissen VVD X ing. J.R. Legrom VVD X Y. Torunoglu MA PvdA mw L.H. Lioe-Anjie PvdA X mw drs. W.C.F.M. Verhees PvdA X E.R. Maas SP X R. Verkroost D66 X A. Meulensteen PvdA X mw. drs. K. Wagt CDA X ing. P.A. Mulder OAE C.H.B. Weijs CDA X ing. T.J.H. van den GL X A.J.O. Wijbenga CDA X Nieuwenhuijzen J.F.A. van Zijl GL X

2 Wethouders: ir. G.C.S.M. Depla X mw drs. M.C.T.M. List-de X Roos mw. drs. M.C.T. Fiers X mw. drs. H.T.M. Scholten X ir. J.B. Helms X mw. drs. M.-A. Schreurs X mw. drs. P. Pistor gem.secr. X Afwezig met kennisgeving: dhr. ing. P.A. Mulder, dhr. M.F. Oosterveer, mw. drs. E. Quanten, mw. M.J.S. de Rooij-Driessen, mw. A.J.M. Schoots en dhr. Y. Torunoglu MA. 2

3 Verslag van het gesprokene 1. Opening en mededelingen. Voorzitter: Ik open de vergadering en verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Ik zou u willen verzoeken om bij aanvang van de vergadering een moment stilte te betrachten om het werk van de raad te overdenken. [Stilte] Dank u wel. Welkom aan de mensen die thuis via internet zitten te kijken en welkom ook aan de mensen op de publieke tribune. Er zijn berichten van verhindering van mevrouw De Rooij, mevrouw Quanten, de heer Torunoglu en de heer Mulder. Mevrouw Verhees? Mevrouw Verhees: Mevrouw Albertien [Gelach]... Mevrouw Schoots is ook nog ziek. Voorzitter: Mevrouw Albertien! Ja. De heer Rozendaal: De heer Oosterveer is afwezig. Voorzitter: Voor de hele vergadering? De heer Rozendaal: Hij is voor zaken het land uit, dus hij is voor de hele vergadering afwezig. Voorzitter: Oké, dank u wel. Voordat wij aan de vergadering beginnen, misschien een paar dingen. Het is best een stevige week geweest sinds wij elkaar de laatste keer gezien hebben. Ik zal er zo meteen iets over zeggen, maar het is wel een bijzondere week geweest. Vorige week hadden wij de presentatie van de release van VOLT en het Ambient Assisted Living (AAL)-congres, een meerdaags, groot en succesvol Europees congres dat in Eindhoven heeft plaatsgevonden. Ik denk dat we daar heel goed mee voor het voetlicht zijn gekomen. Ik heb dit nog niet meegedeeld, maar we zijn vorige week door het Amerikaanse blad Fortune genoemd als een van de potentiële nieuwe Silicon Valleys van de wereld. Dat is best een mijlpaal om even bij stil te staan. Ten slotte heeft vorige week de overdracht plaatsgevonden met betrekking tot het voorzitterschap rondom Eindhoven Culturele Hoofdstad. Er is nu een andere structuur in het leven geroepen waarbij een raad van toezicht is ontstaan. Dat is gisteravond gevierd. We zijn bezig met de voorbereidingen van het bod, vandaar dat u een aantal mensen (de heer Van Zijl, de heer Rijnders en mevrouw Jacobs) met een 3

4 mooi sjaaltje ziet zitten [houdt sjaal omhoog]. We zijn gisteren met zijn allen bij Piet Hein Eek geweest, waar wij met de raadsleden uit Breda, Tilburg, Den Bosch, Helmond, Eindhoven en de Statenleden een buitengewoon interessante bijeenkomst hebben gehad, waarin wij gevierd hebben dat wij de fase van de discussie afgerond hebben en eensgezind en unaniem met elkaar er echt voor gaan om Eindhoven tot culturele hoofdstad te maken in 2018 met de steun van de steden die ik net genoemd heb. Dat is wel heel bijzonder, volgens mij. 2. Vaststellen van de volgorde van de agenda. Voorzitter: In het presidium zijn geen voorstellen aan de orde geweest tot het aanpassen van de agenda. Even kijken of u daar problemen mee heeft dat is niet het geval. 3. Benoemingen en ontheffingen van het lidmaatschap van leden in raadscommissies en voorzitters van raadscommissies Benoemen van een lid van de fractie Lijst Pim Fortuyn in raadscommissies. Voorzitter: Dit betreft het benoemen van de heer Nijs van de fractie Lijst Pim Fortuyn in de raadscommissie Ruimte en Vastgoed. Velen van u kennen de heer Nijs. Hij heeft namelijk in de vorige raadsperiode al deel uitgemaakt van de raadscommissie. Voordat we tot de benoeming overgaan, zou ik graag het woord willen geven aan de voorzitter van de commissie voor de geloofsbrieven, mevrouw Wagt, om van haar te horen of er voldaan is aan de benoemingseisen. Mevrouw Wagt. Mevrouw Wagt: Onze commissie, belast met het onderzoek van de geloofsbrief van de heer Nijs van de fractie Lijst Pim Fortuyn, wonende te Eindhoven, heeft de geloofsbrief onderzocht en in orde bevonden. Zij adviseert de heer Nijs toe te laten als lid van de raadscommissie. Eindhoven, 25 september 2012, namens mijnheer Bouteibi en mezelf. Voorzitter: Daarvan kennisgenomen hebbend is de vraag aan de leden van de raad of u instemt met het advies van de commissie voor geloofsbrieven en wenst, zoals de commissie dat voorstelt, de heer Nijs toe te laten tot de commissie. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. Een felicitatie aan de heer Nijs. De heer Nijs zal overigens later deze week beëdigd worden en ik wens hem heel veel succes met het werk in de commissie. 4 Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad 4

5 Voorzitter: Ik geef graag het woord aan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. U hebt wellicht vanochtend in de krant gelezen dat het plan bestaat om het laatste brandweerduikteam van de regio op te heffen. Ik herinner mij dat de burgemeester bij een eerdere gelegenheid ons heeft geïnformeerd over dat team en ons toen heeft uitgelegd waarom de brandweerregio zonder een duikteam zou kunnen. Dat was toen niet zo erg actueel. Nu wellicht wel. Dat weet ik niet zeker, vandaar mijn vraag. Ik wil dan ook aan de burgemeester vragen of het klopt dat dit laatste duikteam in de regio opgeheven gaat worden. Als de plannen daartoe zijn, dan zou mijn fractie graag enigszins de argumentatie daarvan willen horen en wellicht (dat heb ik er niet bij geschreven) wat de status van zo n besluit is. Gaat dat door, zijn er gemeenteraden die u daarin mogen adviseren of daarin iets te vertellen hebben? Kortom: graag iets meer informatie. Dank u wel. De heer Van Gijzel: Vanochtend heeft er iets gestaan in het Eindhovens Dagblad met betrekking tot het eventueel opheffen van het duikteam. Er is over gesproken. Er waren twee duikteams: een in Helmond en een in Eindhoven. In het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio is gesproken over het opheffen van het Eindhovens duikteam. Daar is later over gesproken in een bijeenkomst van alle vertegenwoordigers van de gemeente in het overleg met betrekking tot de veiligheidsregio. Dat is geen formeel overleg geweest. (Het formele overleg vindt één keer per jaar plaats.) Binnenkort zal het algemeen bestuur daar inderdaad een voorstel over behandelen. Naar mijn stellige overtuiging zal dat in unanimiteit gaan gebeuren. Waarom zijn we tot de conclusie gekomen dat we het duikteam zouden kunnen opheffen? Allereerst is er een risicoanalyse uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de kans dat er een redding gaat plaatsvinden met een duikteam buitengewoon gering is. Dat is ook wel te begrijpen. Ten eerste hebben wij relatief weinig water, maar als er een auto te water gaat of een persoon, dan vindt de redding meestal plaats door omstanders en niet door een duikteam dat eerst uit de kazerne moet komen, zich om moet kleden en dan te water moet gaan om iemand eruit te halen. Dat is in veel van de gevallen te laat. Ik kan mij niet één geval herinneren van een redding in de periode dat ik burgemeester ben en volgens mij in de laatste twintig jaar niet. Er vinden wel bergingen plaats wanneer er een auto te water is geraakt en iemand niet op tijd uit de auto heeft kunnen ontkomen, of er zijn zoekacties als mensen vermist worden. Dat hebben we recent nog gehad rond Oud en Nieuw toen het kanaal werd afgezocht. We hebben dat ook bij Aquabest gehad, door een duikteam van een ander korps of een privaat duikteam dat we kunnen inhuren. Daarom hoeven wij niet een permanent duikteam te hebben. 5

6 Wij gaan wel kijken hoe we de oppervlakteredding kunnen verbeteren en verder kunnen aanscherpen; dat is in het voorstel meegenomen. Dan gaat het dus om iemand die nog niet verdronken is, maar wel te water is geraakt en zichzelf zolang nog kan redden totdat er brandweer is. Dat is dus iemand die nog boven water is of net onder water verblijft. Daar zijn geen duikteams voor nodig, maar daar is hetzij een grijpredding noodzakelijk, hetzij een oppervlakteredding. Daar wordt dus rekening mee gehouden. Misschien zeg ik het nu iets te cru, maar ik heb het de afgelopen jaren bijgehouden sinds ik burgemeester ben. Ik geloof dat er meer mensen zijn omgekomen bij het redden dan dat er mensen gered zijn. We weten dat bijvoorbeeld in de Zeeuwse wateren de brandweer naar iemand heeft gedoken en dat daarbij een brandweerman om het leven is gekomen. Dat komt in de historie niet heel frequent, maar met enige regelmaat voor. Zeker in onze situatie is het eigenlijk zo dat bij levensbedreigende situaties waarin je mensen kunt redden, het team niet op tijd in operatie kan zijn om iemand succesvol te kunnen redden. Dat heeft ons ertoe gebracht om, op basis van risicoanalyses, te zeggen dat wij er dan beter vanaf kunnen zien. En dat gaan wij besluiten. Waarnemend voorzitter: Mevrouw Heesterbeek, heeft u nog aanvullende vragen? Mevrouw Heesterbeek: Nee, dank u wel voorzitter. De burgemeester heeft mij overtuigd en het feit dat hij geen enkel voorbeeld weet uit de laatste jaren waarin iemand gered is. Dat mag een heel sterk argument zijn. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Oké. Dan kijk ik nog even of er nog andere leden in de raad zijn die aanvullende vragen hebben. Ik zie de heer Rennenberg De heer Rennenberg: Ja, zolang de brandweer bestaat, hebben ze duikers gehad, vanaf 1935 geloof ik tot nu toe. Het is natuurlijk spijtig te noemen, want als een duikteam uitrukt, of een brandweerman die gespecialiseerd is in duiken aanwezig is, heeft dat een emotionele waarde voor degenen die daarbij betrokken zijn en aan de kant staan te kijken. Dan rukt de brandweer uit en de brandweer doet zijn werk. Duiken is altijd een onderdeel geweest van de opleiding bij de brandweer en nu hebben we plotseling geen duikers meer, althans geen duikersteam. Dat vind ik toch vreemd. Waarnemend voorzitter: Oké. De heer Weijs. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Begrijp ik het goed dat de burgemeester toch de link legt tussen frequentie van inzet en kwaliteit die geleverd kan worden? Waarnemend voorzitter: Mevrouw Verhees. 6

7 Mevrouw Verhees: Dank u. Klopt het dat er minder dan een jaar geleden een nieuwe boot is aangeschaft? En zo ja, was dat inzicht wat u vertelt, en wat redelijk lijkt, er toen nog niet? De heer Van Gijzel: Die analyse is later gemaakt. Er is overigens al heel lang een discussie of een duikteam wel zinvol is. We hadden een duikteam in Helmond en een in Eindhoven. Maar als er bijvoorbeeld in Eersel iets gebeurt en je moet er een duikteam uit Eindhoven naartoe brengen dan is het de vraag hoe snel je daar ter plekke kunt zijn. Een vuistregel is vijf minuten. Dan moet je operationeel zijn, duiken, alles erop en eraan. [Geluid valt weg] - en dat is het punt van mijnheer Rennenberg: als je er als brandweer bent, is het wel heel verstandig dat deze reddend kan opereren. Dat betekent dat er nieuwe instructies komen en dat betekent dat we ook verder het water in kunnen om te kijken of we mensen die zich aan de oppervlakte bevinden kunnen redden en zelfs tot anderhalve meter diepte eruit kunnen halen. Als het echt zo is dat iemand heel diep in het water zit en daar een duikteam voor moet hebben, dan is het, omdat het dan om een berging gaat, eigenlijk toch heel erg inefficiënt en duur om paraat en aanwezig te hebben inclusief alle opleidingskosten, terwijl we het gewoon kunnen inhuren. De heer Rennenberg: Ik wilde het nog even hebben over het verzorgingsgebied. Ik vind dat de regionale brandweer die hier in Eindhoven gestationeerd is, het verzorgingsgebied van Eindhoven goed onder controle moet hebben. Dat heeft niets met Eersel te maken, maar wel met de wateren in Eindhoven. Ik heb er zelf ervaring in (ik ben tien jaar bij de brandweer geweest): we hebben wel degelijk mensen uit het water kunnen helpen. Ik begrijp Waarnemend voorzitter: De burgemeester heeft als antwoord gegeven dat dit nog steeds kan. Alleen als mensen diep onder water zitten niet meer. Maar we gaan niet in discussie. U heeft een aanvullende vraag gesteld en u krijgt een antwoord. De heer Weijs heeft nog recht op een antwoord volgens mij. Mijnheer Weijs, of u de vraag even wilt herhalen? De heer Weijs: Of er zuiver naar de financiële kant is gekeken of ook tussen frequentie en kwaliteit een link ligt. De heer Van Gijzel: Er is gekeken naar de veiligheidstaakstelling. Dat hebben de gemeenten met elkaar afgesproken en ingebracht in de veiligheidsregio. Toen is gekeken waar dat op een goede manier mogelijk is zonder dat de operationele kwaliteit ermee in het geding komt. Daar is deze conclusie uitgekomen. Er liggen analyses aan ten grondslag. Het is wel zo, mijnheer Rennenberg, dat het om één veiligheidsregio gaat; dit duikteam zou dan betrekking hebben op de hele veiligheidsregio van [Geluid valt weg] tot aan Deurne. Dan is het de vraag of wij dan 7

8 bij elk water of bij elke gemeente een duikteam hebben, want dat is wat je dan zegt. Het zou heel raar zijn als je het dan voor Eindhoven wel zou hebben en voor de rest niet. Als het echt reddend zou zijn, zou je dus een grotere bezetting moeten hebben. Op basis daarvan zijn we tot de conclusie gekomen dat het beter is om brandweermensen die ter plekke zijn de verantwoordelijkheid te geven om reddend te opereren, hetzij in een grijpactie, hetzij met een oppervlakteredding, dan om een heel duikteam te hebben die uiteindelijk toch altijd te laat komt, maar die wel kan bergen. Dat is dus te regelen op een andere manier. Waarnemend voorzitter: Ik dank u vriendelijk. De heer Leenders: Voorzitter? Kunt u iets aan de verstaanbaarheid doen? Ik hoor het af en toe heel erg slecht en volgens mij zijn er meer mensen die het niet goed horen. Waarnemend voorzitter: Ben ik goed te verstaan? De heer Leenders: U bent wel te verstaan als u heel dichtbij de microfoon praat. Waarnemend voorzitter: Dichtbij wel en verderaf niet meer? Dan moet er dichterbij deze microfoon [van de katheder] gepraat worden. [Gelach] De heer Helms: Dat is duidelijk een ingenieur. Voorzitter: [Lachend] Dit is proefondervindelijk vastgesteld. Wij gaan door. 5. Onderwerpen waarover geen amendementen en/of moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel Visie Doornakkers. Voorzitter: Er is geen woordmelding ontvangen. Wenst iemand daarover een stemming? Een stemverklaring? Ook niet. Dan kunt u instemmen met het voorstel. 6. Onderwerpen waarover wel amendementen en/of moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel Uitgangspunten Sporttarieven IJssportcentrum seizoen 2012/2013. Voorzitter: Ik wil graag de heer Van den Nieuwenhuijzen als voorzitter van de commissie de gelegenheid geven om het debat, zoals dat heeft plaatsgevonden in de commissie, nader toe te lichten. 8

9 De heer Van den Nieuwenhuijzen: Dank u wel. In de raadsvergadering van 5 juni van dit jaar zijn de sporttarieven voor het seizoen 2012/2013 vastgesteld, met uitzondering van de tarieven voor het IJssportcentrum. Middels een amendement was het college de opdracht gegeven de verdere tariefstijging tot 14% te beargumenteren. Het voorliggend raadsvoorstel is daarvan het vervolg. Niet alle fracties zijn overtuigd van de noodzaak van de tariefsverhoging van 14%. Een aantal fracties maakt zich zorgen over de afname van leden van de ijssportverenigingen en de vraaguitval in de recreatiesport. Meerdere fracties willen graag de eenmaligheid van de tariefsverhoging benadrukken. Er zijn door heel veel fracties moties en amendementen aangekondigd. Die staan op uw lijstje; ik zal ze niet allemaal voor u opnoemen. Het is in ieder geval zo dat het raadsvoorstel uitvoerig is bediscussieerd in de commissie en dat de discussie in deze raad uitsluitend toegespitst dient te zijn op de amendementen en moties. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. We hebben woordmeldingen ontvangen van de heer Leenders, de heer Depla, de heer Verkroost en de heer Van den Broek. Mijnheer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, dank u wel. Zoals in de commissie aangegeven zijn wij blij dat er nu eindelijk een voorstel ligt over de exploitatie en de sporttarieven. Met betrekking tot het IJssportcentrum zag u aanvankelijk vooral belemmeringen. Dit voorstel gaat uit van de gedachte dat de verbetering leidend is, en niet de belemmering. Die toon van de wethouder past ons beter, past ons zelfs erg goed. Helaas leidden de vele kansen op korte, middellange en langere termijn nog niet tot een verlaging van het eerder voorgestelde tarief van 14%. We hebben eerder gemeld daartegen te zijn, zoals we ook niet willen dat het tarief voor de breedtesport met 5% stijgt. Gelukkig heeft de wethouder inmiddels aangegeven dat 14% wat hem betreft eenmalig is. Dat is echter niet in het besluit dat we nu nemen opgenomen en dus willen we daarvoor graag een amendement indienen. Dat wordt gesteund door een aantal fracties, maar ik heb nog niet het uiteindelijke resultaat op mijn bureau aangetroffen. Ik weet dat in ieder geval van de VVD, de PvdA, het OuderenAppèl, leefbaar eindhoven en (nu sla ik ongetwijfeld een fractie over) LPF, D66 TROTS ook nog? Geweldig, wat een verrassing! Voorzitter, daarnaast zullen wij in ieder geval alle moties en amendementen die het besluit beter maken, steunen en volgens mij zijn dat alle voorgenomen moties en amendementen die er op dit moment liggen. Wat het CDA betreft blijft het tariefvoorstel 2012/2013 een struikelpunt. Als we zoveel kansen zien, waarom ontzien we de ijsbaan dan niet een seizoen? Eind 2010 kwamen er al vanuit de vereniging voorstellen in het kader van de bezuinigingen. We vinden eigenlijk dat de ijsbaanclubs niet de dupe mogen worden van ons trage proces. 9

10 Voorzitter: De heer Depla. De heer F. Depla: Dank u wel, voorzitter. Soms denk je wel eens: hadden we de ijsbaan maar gesloten, dan hadden we de hele discussie niet gehad. Eén keer door de zure appel heen bijten, einde verhaal. Een beetje hopen dat het weer wat vriest met de winters, beetje krabbelen bij ons tegenover op de vijver Nee, zo moeten we het niet willen in onze stad. Daarin hebben we toch een prachtige ijscultuur opgebouwd en hebben heel veel mensen plezier aan de ijsbaan, omdat ze daar kunnen schaatsen of ijshockeyen. Natuurlijk is het dan de makkelijkste weg om aan de tariefknoppen te gaan draaien. Als je kijkt wat de discussie heeft opgeleverd en naar de dynamiek die rond de ijsbaan is ontstaan, maakt de wethouder bewust dat dat gelukkig niet de enige remedie is om te zorgen dat die ijsbaan beter te exploiteren was. [Geluid valt weg] ondernemerschap, financiën op orde, snijden in eigen vlees, daarmee komen we natuurlijk een stuk verder dan door alleen maar aan de tarieven te draaien. Door de inspanningen deze zomer door de verenigingen, de wijze mannen, ambtenaren en natuurlijk uzelf, zijn hier behoorlijke stappen in gemaakt. Daarbij kan de ijsbaan straks misschien zelfs als voorbeeld gelden, als model, voor andere sportaccommodaties in Eindhoven en zeker als straks de financiën op orde zijn binnen de sport, zodat daar ook verbeterslagen kunnen worden gemaakt en niet alleen aan de tariefknoppen hoeft te worden gedraaid. Maar, dan moeten de deelnemers wel hun schouders eronder zetten en gestimuleerd worden om aangehaakt te blijven, de verenigingen moeten aangehaakt blijven maar ook mensen uit de stad die erover willen meedenken. Van buiten naar binnen. De toezegging van de wethouder om het bij deze eenmalige extra verhoging te houden kan daar zonder meer bij helpen; dat is stimulerend. Dan ons amendement, want wij willen eigenlijk verder gaan met die stimulans. Wanneer je taakstellend het bedrag realiseert wat je moet opbrengen de komende drie jaar, zou het wat ons betreft logisch zijn deze terug te zien in een minder hoge tariefstijging. Het is dus een aanvullend amendement, zou ik haast zeggen, op het eerste amendement. Allemaal met de grondhouding: stimuleren dat er wordt uitgehaald wat erin zit. Daarmee is onze zorg over de grote vraaguitval niet verdwenen. (Zie ook het bericht van zaterdag in de krant.) Vandaar, wethouder, het verzoek ons hierover te informeren, zodat we voorkomen dat we door het ijs gaan zakken en de sportparticipatie ten aanzien van de ijsbaan onherstelbaar schade wordt aangedaan. Dat is een motie die wordt gesteund door het CDA en volgens mij ook D66, VVD en GroenLinks. Dat betrof in ieder geval de vraaguitval. Ten slotte de verzelfstandiging. Voor ons is dat geen doel op zich maar veel meer een kans waarnaar goed moet worden gekeken. De club wijze mannen hebben hier goede stappen voorwaarts gezet, maar juist door de onduidelijkheid op het gebied van financiën hebben we daar eigenlijk geen duidelijk overzicht of dat nu wel of niet een goede stap is. Ik wil daarbij afsluiten dat voor ons (als we die discussie 10

11 voortzetten en er opnieuw naar kijken) altijd overeind blijft staan dat de gemeentes, c.q. de raad, zeggenschap houdt over de toegankelijkheid van de breedtesport van de ijsbaan, de tarieven en het onderhoudsniveau. De ijsbaan moet openblijven wat ons betreft, maar niet alleen voor de mensen met voldoende geld in de stad, maar voor iedere Eindhovenaar die graag een baantje wil krabbelen. Voorzitter: Dan is nu het woord aan de heer Verkroost. De heer Verkroost: Goedenavond. Laat ik om te beginnen de wethouder complimenteren met zijn goede werk dat hij in de zomer heeft gedaan. Hij kreeg een opdracht voor de zomer mee, en daar is hij voor geslaagd. Daarmee kunnen we dus de exploitatie van de ijsbaan verbeteren en kunnen we de verhoging van 14% eenmalig houden. Dat steunen wij als D66. We snappen dat we nu één keer 14% omhoog moeten omdat je niet meteen alle inverdieneffecten hebt, maar later kan het minder zijn, dus daarom steunen wij ook de amendementen van de PvdA en het CDA. Over een ander ding zijn wij nog niet helemaal tevreden. Dat gaat over de mogelijkheid om de ijsbaan te kunnen inzetten voor andere zaken, wanneer er geen ijs is, zoals rommelmarkten of feesten of iets dergelijks. In mei kregen wij daarop te horen dat dit door allerlei regels, zoals het bestemmingsplan, niet kan. Die opstelling kunnen wij ons niet veroorloven als het gaat om dit dossier en [Geluid valt weg]. We willen gewoon graag dat de gemeente het mogelijk maakt dat deze zaken kunnen. Als gemeente gaan wij daar zelf over, dus kunnen wij ons daar niet achter verschuilen. Vorige week in de commissie dacht de wethouder dat het ook kon in de huidige regels, maar denken dat het kan vinden wij toch niet scherp genoeg, daarom willen we even helpen met een motie die wij achter de hand hebben. Die wordt door het CDA gesteund. Ook de Partij van de Arbeid staat erop maar die houden toch nog even een slag om de arm. Wat wij graag willen is dat het college stappen zet om te zorgen dat die dingen mogelijk worden gemaakt en dat er geen vertraging wordt opgelopen. Daarom willen we er eigenlijk vooral op aansturen dat we niet meer te horen krijgen: er zijn wel goede ideeën, er zijn ondernemers die iets willen, maar het kan niet omdat wij de regels niet op tijd hebben aangepast. Daar is onze motie voor. Voorzitter: Mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag voor mijnheer Verkroost over de motie Wegnemen belemmeringen. Op zich is daar niets mis mee, maar bent u zich ervan bewust dat de ijsbaan in een bepaald gebied ligt en dat wij daar rekening mee moeten houden? Het zou heel mooi zijn als er elk weekend en hardcore-feestje georganiseerd kan worden, maar ik denk dat een aantal beestjes dat 11

12 niet zou leuk zou vinden. We hebben er ook voor gekozen om daar de ruimte aan te geven. De heer Verkroost: Ik ben het ermee eens dat de ijsbaan niet voor alles geschikt is, maar mijn motie wil ook niet zeggen dat alles maar moet kunnen. Ik hoor graag van het college wat er wel kan. Een rommelmarkt lijkt me niet echt een probleem, dus: maak dat mogelijk. Ik wil in elk geval oproepen om deze motie zo te interpreteren dat we rekening moeten houden met dat gebied. Wij vinden verzelfstandiging een interessant plan. Het rapport zegt dat het kansrijk is, maar de reactie van het college is dat het niet in het aansturingsmodel past. Dat vinden wij eigenlijk geen argument. Wij willen dat nader wordt uitgezocht of dat mogelijk is. Wij zijn niet per se tegen verzelfstandiging - het is geen dogma - maar willen graag een afweging kunnen maken over de feiten die er liggen en of het een goed idee is of niet. Daarom willen wij ook de wethouder oproepen om in de visie van de ijsbaan mee te nemen of verzelfstandiging een mogelijkheid is. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Ik wilde toch nog een vraag stellen naar aanleiding van de vraag van mijnheer Van den Broek en het antwoord daarop. U geeft aan dat u belemmeringen wilt weghalen en op die plek meer mogelijk wilt maken. In uw motie staat: op korte termijn alle belemmeringen wegnemen, waarmee de vraag van de VVD eigenlijk wel terecht is. Tot hoever gaat u dan? De heer Verkroost: In principe was er een heel lijstje van belemmeringen opgenoemd. Als we alleen het bestemmingsplan aanpassen, blijft de rest van het lijstje ook staan. Wanneer het college de plannen die zij heeft om daar dingen te kunnen organiseren doorzet, willen we ook graag dat er tempo gemaakt kan worden. In feite willen wij niet anders dan wat het college al van plan is, maar wij willen het college daar iets meer tempo in laten maken. Voorzitter: Dank u wel. Kunt u nog iets in de microfoon zeggen, mevrouw Van Kaathoven? Mevrouw Van Kaathoven: Test. Test. Test... Voorzitter, als ik dan toch mag testen, ga ik toch nog even vragen of u iets concreter kunt zijn in wat u bedoelt. Over welke belemmeringen heeft u het? We hebben destijds ook aangegeven dat het belangrijk is dat er verantwoordelijkheid komt om bij de ijsbaan verschillende zaken te organiseren, maar uw motie gooit het wel heel ver open. De heer Verkroost: Het is een motie en die is op meerdere manieren te interpreteren. Zoals ik net al aangaf, wat ons betreft kan het college dit interpreteren als dat zij wel 12

13 rekening moet houden met de omgeving waar de ijsbaan in ligt. U hoeft er niet in te lezen dat er iedere week een hardcore-feest kan worden gehouden. Wanneer een bestemmingsplan bijvoorbeeld rommelmarkten onmogelijk maakt, dan zeggen wij: pas die regels aan. Wij steunen de lijn van het college daarin en wat het college daarmee van plan is, maar willen wel dat het college tijdig de stappen zet zodat we er geen tijd verliezen. Voorzitter: Mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: Dank u wel, voorzitter. Van de VVD liggen er twee moties voor. Allereerst M3, sportconvenant. Die motie is opgesteld naar aanleiding van een brief van de Eindhovense Sportraad, die toejuicht dat verenigingen meer inspraak krijgen op het sportbeleid, maar daar ook een aantal kritische kanttekeningen bij plaatst. Wat wij eigenlijk met deze motie willen is dat het een startpunt is voor de gebruikers van de ijsbaan richting het college. We komen toch van ver; het vertrouwen was op een gegeven moment weg. Na een zomer hard werken ligt daar inmiddels een mooie basis voor. Er is nog heel veel werk aan winkel en met dit sportconvenant hopen we dat alle betrokkenen bij de ijsbaan maximaal de schouders eronder zetten. Laten we dat gewoon bekrachtigen en er positief op ingaan. Wat betreft het eindverhaal van de ijsbaan. We hebben het rapport Onderzoek Verzelfstandiging van IJssportcentrum gekregen. Er is wel wat onduidelijkheid over de cijfers. Er zijn verschillen over de interpretaties en wij hebben het idee dat er een vertaalslag kan worden gemaakt. Om die reden zouden wij het fijn vinden, en willen wij het college oproepen om met een eindverhaal over de ijsbaan te komen, waarin die vertaalslag is gemaakt en waarin het scenario over verzelfstandiging aan bod is gekomen, zodat we bij het volgende tarievendossier een goed besluit kunnen nemen over waar wij als raad nou uiteindelijk met de ijsbaan naartoe willen. Daarbij moet ik zeggen dat wij die moties paraat hebben en dat de motie over de ijsbaan mede wordt ingediend door PvdA, GroenLinks en D66. De motie Sportconvenant wordt mede ingediend door PvdA, CDA, GroenLinks, leefbaar eindhoven, VVD en OuderenAppèl Eindhoven. Voorzitter: Dank u wel. U wilde een vraag stellen? De heer F. Depla: Ik heb een vraag aan mijnheer Van den Broek over de motie die wij samen hebben ingediend. Het is bijna vanzelfsprekend, maar ik hoop dat u dat ook zo ziet. Een convenant is natuurlijk een heel belangrijke stap. Het is belangrijk dat wij daarbij als raad goed geïnformeerd worden, zeker in het eerste jaar waarin dit allemaal nieuw is, zowel voor de convenantspartijen als voor ons. Bent u het met ons eens dat we ook moeten vragen om ons daar regelmatig over te informeren - zeker dit komend jaar? 13

14 De heer Van den Broek: Ja, voorzitter, daar ben ik het helemaal mee eens. Ik wacht even de reactie van de wethouder af. Ik kan u vertellen dat de wethouder blij is met deze motie en ook zal toezeggen dat die evaluatie zal komen. Ik heb dus ook een expliciete vraag aan de wethouder om dat mee te nemen in de beantwoording. De heer F. Depla: Ik bedoel niet een evaluatie alleen, maar gewoon dat we regelmatig in het komend jaar geïnformeerd worden of het proces goed verloopt met de verenigingen, de financiën en dat soort zaken. De heer Van den Broek: We moeten wel oppassen dat we niet te veel bureaucratie gaan veroorzaken, maar informatie krijgen van het college, zeker op dit dossier, daar kan ik nooit op tegen zijn. Voorzitter: De wethouder. De heer Helms: Dank u wel, voorzitter. We hebben een uitgebreide commissiediscussie gehad. Als ik naar vandaag kijk, vatten we eigenlijk een hoop dingen samen waar wij het volgens mij wel over eens zijn. We zijn het er allen over eens dat we heel blij zijn dat de ijsbaan nog steeds open is. We beseffen met zijn allen dat er wel een financiële taakstelling ligt, ook bij sport. Niemand van ons wil graag tarieven verhogen. Ten slotte zijn we allemaal, natuurlijk, gezond bang voor vraaguitval. We hebben met zijn allen een doel: zoveel mogelijk mensen in Eindhoven aan het sporten krijgen. Als de vraag uitvalt, het aantal bezoekers afneemt, moeten we daar de vinger aan de pols houden en kijken waar dat door komt. Dan kunnen we bijsturen. Wat heel positief is (en door meerdere sprekers werd benadrukt), is dat we een samenwerking hebben met de verenigingen, met een aantal externe deskundigen (en dus ook met u als raad) om alle ideeën die vanuit de diverse hoeken zijn gekomen, op te pakken en te kijken hoe we ze kunnen toepassen om de exploitatie van de ijsbaan te verbeteren. Meedenken van de raad uit zich in moties en amendementen, die vandaag op tafel liggen. We moeten nu aan de slag. Er is helaas wat tijd nodig, vandaar dat er vandaag een voorstel ligt om voor dit jaar nog de extra verhoging in te voeren, maar er zijn een aantal amendementen die benadrukken om dat als eenmalig te zien want de focus moet liggen op het verbeteren van de exploitatie van de ijsbaan en niet op het verhogen van de tarieven. Het overgrote deel van uw verbetervoorstellen is dan ook gericht op het vergroten van het aantal bezoekers. Het snijden in kosten is ook bekeken en daar hebben we al maatregelen genomen, maar als we de ijsbaan echt gezond willen hebben, moeten we vooral zorgen dat hij zo optimaal mogelijk gebruikt wordt. De opmerking van de heer Leenders, dat de verenigingen de dupe worden van een traag proces, deel ik dan ook niet. Het is niet zo dat we tot nu toe op onze handen hebben gezeten totdat u uw goedkeuring geeft. Vanaf het eerste moment dat de ijsbaan ter discussie kwam zijn 14

15 we natuurlijk intern ook aan de gang gegaan om te kijken waar wij nog in de kosten kunnen snijden en wat wij nog konden bedenken. Ook het proces met de verenigingen is al even bezig en daar zijn al een aantal stappen gemaakt. Voorzitter: De heer Leenders. De heer Leenders: Voorzitter, je kunt als je twee jaar verder bent (de eerste discussie hadden we eind 2010) toch niet met droge ogen beweren dat het proces erg voortvarend verloopt? Anders hadden we bij wijze van spreken in de kadernota in 2011 al voorstellen kunnen hebben. Ik wil niet zeggen dat we helemaal niets hebben gedaan, maar wel dat het redelijk traag is verlopen. De heer Helms: Als u kijkt naar wat er al aan maatregelen is genomen en wat het effect daarvan is op de totale exploitatie van de ijsbaan, ook afgelopen seizoen al, dan is dat niet misselijk. Dan heb je het (uit mijn hoofd) aan personele ingrepen al gauw over anderhalve ton. Als hier een heel pakket aan voorstellen zou liggen waarvan we zeggen dat het zeker is en dat we er morgen aan kunnen beginnen en dat het geld oplevert, dan zouden onszelf inderdaad voor het hoofd moeten slaan waarom we er nog niet eerder mee begonnen zijn. Maar helaas (die constatering is door meerderen aangehaald): het zijn ideeën en voorstellen waarmee wij echt aan de slag moeten om te kijken wat eruit te halen is. Geloof me, daar zijn we al langer mee bezig. Maar laten we vooral vooruit kijken. Ik heb nog een opmerking, voordat ik naar de amendementen en moties ga van mijnheer Verkroost van D66. Over de verzelfstandiging gaf hij aan dat het college dat wellicht geen goed idee zou vinden. Volgens mij was de letterlijke zin dat wij nog niet overtuigd zijn. We zien zeker wel mogelijkheden en potenties, dus het verzoek om dat verder uit te werken en uit te zoeken (zoals ik al eerder had aangegeven) pakken we ook op. Als ik stuk voor stuk de amendementen en moties doorloop, dan is er eerst het amendement. Dat is inderdaad een bevestiging van datgene wat wij ook in de commissie met elkaar gedeeld hebben. In tegenstelling tot wat wij eerder hebben gezegd (we gaan de komende drie jaar een extra verhoging doen op het ijssportcentrum en het recreatiezwemmen bij de Tongelreep), zeggen we nu: voor dit jaar is het nodig, maar we gaan later dit jaar een brede discussie starten over de hele kostenverdeling binnen de sport en over de kostprijzen en kostendekkendheid, enzovoort. Daarin nemen we de ijsbaan gewoon mee als ware het enig andere accommodatie. Wat eruit gaat komen weten we nog niet. Of daaruit gaat komen dat bij de ijsbaan alles omlaag gaat of dat alles omhoog moet, hangt af van hoe we de discussie voeren en de keuzes die u uiteindelijk gaat maken. Met het amendement om nog eens goed op papier te zetten dat deze verhoging eenmalig is voor dit 15

16 seizoen, heb ik geen enkel probleem. Dat is precies zoals wij het met elkaar hebben gedeeld. In amendement A2A, een initiatief van de heer Depla, ingediend met D66 en CDA, wordt de zorg uitgesproken die wij ook in de commissie hebben gedeeld over wat er gebeurt als we straks op gang zijn en meer binnenhalen dan we aan taakstelling hebben staan. Komt dit dan wederom ten goede aan de ijsbaan? Jazeker, en dat betekent dat we de tarieven kunnen verlagen en dan ben ik de eerste die dat doet. Ook met dat amendement heb ik geen enkel probleem. We moeten nog een convenant gaan vaststellen, maar de rol van de externe begeleidingsgroep is nadrukkelijk om mee te kijken en toezicht te houden over de resultaten die we met onze acties binnenhalen. Ook over dit amendement ben ik niet negatief; ik heb er geen problemen mee. Motie M1 van D66 zie ik als een steun in de rug, mijnheer Verkroost. U gaf net al aan: het is wat ik al eerder heb aangekondigd. Hij is nog iets te vroeg, in die zin dat wij op dit moment nog geen belemmeringen hebben gevonden die aanpassing van het bestemmingsplan op korte termijn noodzakelijk achten. Wij mogen bijvoorbeeld volgens het huidige bestemmingsplan (uit mijn hoofd) zeven overlastgevende evenementen houden. We zijn hard op zoek om met evenementenorganisatoren te kijken hoe wij meer evenementen naar de ijsbaan kunnen halen. Daar lopen we nu nog niet tegenop. Wat belangrijker is, is dat wij de afspraak maken dat wij in het voorjaar een brede visie neerleggen op waar wij met de ijsbaan naartoe willen (dat komt zo meteen ook bij een van onze volgende moties). Zodra wij dat duidelijk hebben, denk ik dat daaruit moet volgen waar eventueel nog belemmeringen in het bestemmingsplan zijn en hoe we dat kunnen oplossen. Wij moeten volgens mij niet, vooruitlopend daarop, procedures starten om het bestemmingsplan aan te passen terwijl dat wellicht nog niet nodig is, zodat we zo dadelijk verschillende bestemmingsplanwijzigingen achter elkaar moeten gaan opstarten. Voorzitter: De heer Verkroost. De heer Verkroost: Dan gaan we dus de komende jaren geen initiatieven krijgen in de raad die niet door konden gaan vanwege het bestemmingsplan? De heer Helms: Nou vraagt u bijna een garantie. Ik heb wel eens gehoord dat je een tv moet kopen voor garantie, maar zover ik het nu zie: nee. Zodra ik zie dat we iets tegenkomen dat kansrijk is, een goed idee waar het bestemmingsplan een belemmering voor zou zijn, gaan we als eerste met de klankbordgroep praten (in relatie met de opmerking van de heer Van den Broek). Wellicht dat je daar al voldoende overeenstemming bereikt zodat je een keer iets kunt doen waarvoor je 16

17 wellicht het bestemmingsplan iets verruimt. Ik weet niet of collega Fiers het daarmee eens is, maar het doel telt, zou je bijna zeggen. Wanneer ik zie dat een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is, zullen we dat versneld opstarten, zodat wij niet onnodig tijd verliezen. Ik zou bijna zeggen: houd hem even aan tot u een signaal krijgt (van mij of iemand anders) dat het nodig zou zijn. Als ik het zie, start ik de procedure direct. Motie 2A, Monitoren bezoekersaantallen, lijkt mij een voortreffelijk idee. Zoals ik in mijn inleiding al zei: niemand wil dat het aantal sporters drastisch gaat afnemen. De cijfers fluctueren elk jaar iets. Op basis van de cijfers tot nu toe is er nog geen harde conclusie te trekken. Bij de Tongelreep blijft het iets achter die zomerseizoen. Bij het ir. Ottenbad hebben we een lage verhoging, nadat we daar al jaren te maken hadden met een dalende lijn, hebben wij deze zomer opeens een fikse toename gezien (bijna een verdubbeling in augustus). Hoe het komt weet ik niet, maar we volgen de cijfers nauwkeurig. Waar wij oorzaak en gevolg kunnen ontdekken, zullen wij dat natuurlijk gebruiken om enerzijds goede dingen in te voeren om het bezoekersaantal te doen toenemen en anderzijds dingen die het bezoekersaantal doen afnemen proberen om te buigen. Voorzitter: Mijnheer Bouassria. De heer Bouassria: Dank u wel, voorzitter. Wij hebben deze motie (over monitoren) mede ingediend. We willen de wethouder graag meegeven om de monitoring in een breder perspectief te zien en dus niet alleen te kijken naar tariefstijging, waardoor bezoekers wegblijven, maar ook naar omstandigheden, bijvoorbeeld weersomstandigheden waarin de buitenbaden niet gebruikt kunnen worden, waardoor bezoekers wegblijven. De heer Helms: Dat lijkt mij inderdaad heel goed, dat wij gezamenlijk in de gaten houden wat er met het aantal bezoekers gebeurt, of we daar een oorzaak en gevolg kunnen ontdekken en hoe we dat in ons voordeel kunnen gebruiken. Ik lees het als: laten we het in ieder geval minimaal twee keer per jaar met u delen. Ik moet even kijken naar wat de meest geschikte momenten zijn - het ijsseizoen loopt anders dan het zwemseizoen daar kom ik nader bij u op terug in een volgende commissie. Met die motie kan ik dus ook prima uit de voeten. Motie M3 roept op tot een convenant. Dat lijkt mij een prima vehikel. Het moet duidelijk zijn welke afspraken wij met elkaar en met de begeleidingscommissie maken. Daarin zijn verenigingen vertegenwoordigd en de sportraad. Ook deskundigen hebben daarin een plek. Het is belangrijk dat wij goed afspreken wat ieders rol is en hoe zij enerzijds kunnen controleren en anderzijds mee kunnen sturen. Dat is exact wat wij voor ogen hebben, dus daar ga ik mee aan de gang. Die 17

18 afspraken zullen wij u doen toekomen zodra we het met de verschillende betrokkenen overeen zijn gekomen. Ten slotte, motie M4A, het eindverhaal. Ook dat is eigenlijk in de commissie al besproken. Het streven is om naar volgend voorjaar op basis van de ervaringen van dit seizoen tot een gedegen visie te komen over hoe de toekomst van de ijsbaan er wat ons betreft uitziet. Dat willen wij nadrukkelijk doen samen met de betrokkenen, de begeleidingscommissie, de verenigingen, de deskundigen. U geeft punten aan die daarin betrokken moeten worden. Dat lijkt mij een prima suggestie, dus daarmee ben ik het helemaal eens. Er was een opmerking van mijnheer Depla over het informeren over de voortgang. Er zit natuurlijk een begeleidingsgroep bij. Wij (maar ook de andere leden van de begeleidingsgroep) kunnen actief naar u communiceren als wij vorderingen maken of, zoals mijnheer Verkroost aangeeft, tegen belemmeringen aanlopen. Hoeveel keer wij dat gaan doen, zullen we moeten bekijken. Als we iets te melden hebben, dan melden we dat u. Dat kan misschien via een informatieve mail of een nieuwsbrief (daarvoor zoeken we nog een vorm) en we kunnen dat in het convenant meenemen en een afspraak over maken. Die motie krijgt dus ook een positief advies. Voorzitter: De heer Depla. De heer F. Depla: Ik heb nog één vraag. Bent u dan eens met de uitspraak die wij hier gedaan hebben (die motie is vorig jaar, geloof ik, aangehouden)? Ik wil toch graag geverifieerd hebben dat als je over verzelfstandiging gaat nadenken of over een stichting of welke vorm dan ook, u het ermee eens bent dat de gemeenteraad of de gemeente altijd zeggenschap houdt over deze drie wezenlijke dingen: tarieven, de toegankelijkheid voor de breedtesport en het onderhoudsniveau? De heer Helms: Volgens mij noemt u daar drie dingen die wij in ons sportbeleid redelijk hoog op ons lijstje hebben staan, de toegankelijkheid van de breedtesport (daar spelen de tarieven in), de kwaliteit van sportaccommodaties. Als wij dus straks met een eindvisie komen en daar een bepaalde mate van verzelfstandiging in hebben, kunnen we dat dan doen zodat je die doelstellingen van je gemeentelijk beleid wel op de juiste manier een plek geeft? Waar dat dan op uitkomt durf ik nu nog niet te zeggen, maar dat moeten we dus nadrukkelijk in die weging meenemen. Voorzitter: Ik durf het bijna niet te vragen, maar na de advisering van de wethouder ben ik bang dat er geen behoefte is aan een tweede termijn? De heer Verkroost. De heer Verkroost: Mag ik twee minuten schorsen? 18

19 Voorzitter: Ja, als u dat wilt, mag dat. Dan kijk ik even naar de heer Depla, want de wethouder heeft alle moties en amendementen namelijk geadviseerd, maar er missen er nog twee. U kunt ze wel binnenhalen, maar dan moeten ze wel ingediend worden. Er ontbreken nog één motie en één amendement. De heer F. Depla: Er is een toezegging op de motie gekomen dus die laat ik gewoon hier op mijn bureau liggen. Het amendement kom ik nu brengen. Voorzitter: Dat komt eraan. Oké. Ik schors de vergadering voor vijf minuten. [5 minuten schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering en verzoek de leden hun plaatsen in te nemen. Ik kijk naar de heer Verkroost. De heer Verkroost: Ik kan de tweede termijn eigenlijk heel kort houden. De wethouder is ons tegemoet gekomen en heeft ons voor een belangrijk deel gerustgesteld. Wij volgen zijn advies en houden de motie aan totdat het misschien weer ter sprake zal komen. Voorzitter: Daarmee is de motie op stuknummer M1 van de agenda afgevoerd. Hij is wel aangehouden, maar hij komt hier niet in stemming. Ik kijk of er nog behoefte is aan een tweede termijn. De heer Van den Broek. De heer Van den Broek: Ook heel kort, voorzitter. We zijn tevreden met de beantwoording van de wethouder en hoeven daarom motie M3 en M4A niet meer in te dienen. Dank u wel. Voorzitter: Daarmee zijn alle moties van de agenda afgevoerd. De heer Van den Broek: M2A is er nog. De heer F. Depla: Voor de meesten is niet helder dat we M2A in overleg met de indieners ook hebben afgevoerd. Voorzitter: Dat was al voor de schorsing gebeurd, want die is, om precies te zijn, nooit ingediend dus ook niet afgevoerd. Dan komen we bij de stemming. Aan de orde is de stemming met betrekking tot het IJssportcentrum seizoen Er zijn twee amendementen ingediend en ik breng ze in omgekeerde volgorde in stemming, gelet op de verstrekkendheid. Dus let u wel op met de stemming. 19

20 Allereerst komt in stemming het amendement op stuknummer A2, stimulering vermindering extra tariefstijging, ingediend door de Partij van de Arbeid. Wie is voor die motie? De heer F. Depla: Sorry voor de verwarring, we hebben het over A2A hè? Voorzitter: Ja, A2A. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dat amendement aangenomen. A2 maakte geen deel meer uit van de beraadslagingen. Dan komen we bij het amendement op stuknummer A1. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het amendement met algemene stemmen aangenomen. We komen bij het voorstel zoals het er nu ligt. Wie is voor het nader gewijzigde voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Met de stemmen van het CDA en de fractie van de SP tegen, is het voorstel aangenomen. 7. Actuele moties. AcM1. Poëtisch begin begrotingsjaar (D66). Voorzitter: Dat is de motie van de heer Verkroost, inbreng van de stadsdichter bij het begin van het begrotingsjaar. De heer Verkroost. De heer Verkroost: Goedenavond. Laat ik even beginnen om een misverstand uit de weg te ruimen, want sommigen interpreteren de motie als dat ik bij het begin van de begroting de stadsdichter wil uitnodigen. Ik kreeg het al aan de stok met de voorzitter van de werkgroep Raadscommunicatie, maar we willen dit bij de vergadering van het nieuwe begrotingsjaar laten ingaan. Bij ieder nieuw begrotingsjaar beginnen we zonder al teveel geruis gewoon met vergaderen. Mij leek het een mooi idee om daar toch even een extra mooi puntje aan toe te voegen; iets wat ons stil doet staan bij het werk in de raad en wat een leuk ritueel is. Dat kan in deze tijden natuurlijk niet een heel circus zijn wat heel veel geld kost. Daarom heb ik iets bedacht wat eigenlijk heel eenvoudig is. We roosteren op de agenda van de eerste raadsvergadering een stukje tijd in voor onze stadsdichter en die nodigen wij uit om daar een voordracht te komen doen, een hoogstwaarschijnlijk mooi, poëtisch stukje werk wat boven de partijen en boven de discussie staat, waarnaar wij kunnen luisteren en wat ook een opwarmer is voor het begrotingsjaar en voor kijkers daarvan. Wanneer dat voorbij is, kunnen we dan beginnen met de vergadering. Dat is zeer eenvoudig te regelen en kost bijna niets. Ik heb contact gehad met Piet van den 20

21 Boom, onze stadsdichter en hij was al erg enthousiast hierover. Hij wil hier graag in januari een gedicht voordragen. Er moet nog één ding voor gebeuren en dat is dat deze motie het moet halen. Ik roep u allen op voor deze motie te stemmen, zodat wij het begin van het begrotingsjaar met een mooi poëtisch stukje kunnen openen. Voorzitter: Gelet op het feit dat dit een voorstel aan de raad is, is dit een voorstel van orde. Mijnheer Weijs. De heer Weijs: Ik had geen voorstel van orde, gewoon een vraag. Voorzitter: Nee, het voorstel van de heer Verkroost is een voorstel van orde, namelijk om het zodanig aan te passen dat wij begin januari ruimte op de agenda gaan maken voor de voordracht van een gedicht door de stadsdichter. De heer Weijs: Ik had een vraag aan de heer Verkroost. Wij waren zeer verrast door dit ongelooflijk creatieve idee en vroegen ons af waarom u zichzelf zo inperkt tot slechts één vergadering per jaar! [Gelach] Zou het niet heel mooi zijn om elke vergadering gewoon een passend gedicht te hebben bij het heetste punt van de agenda? De heer Verkroost: Nou, weet u, ik hoorde dat de gemeente Roermond dat inderdaad doet, iedere vergadering met de stadsdichter beginnen, maar het leek mij handig om eerst even rustig te beginnen. Als die stadsdichter dat iedere vergadering moet doen, zal zijn inspiratie misschien opdrogen, en bovendien denk ik dat de lol er ook wel een keertje vanaf gaat. Laten we dus gewoon beginnen met eenmaal per jaar. Als we er dan geen genoeg van krijgen kunnen we altijd nog andere momenten daarvoor inroosteren. Voorzitter: Ik kijk of anderen het woord willen voeren. Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Voorzitter, u weet: wij zijn van origine tegen inhuur van personeel. [Gelach] De staddichter, ja, het kost weinig, zo zegt mijnheer Verkroost. Ik vraag mij af of wij als raad niet zelf een gedicht zouden kunnen maken. Dat kan in de gezelligheidssfeer en dat kan in een Jan Boezeroensfeertje. Ik heb een heel klein gedicht gemaakt: [Gelach] Heel veel cijfers in kolommen; [geluid valt weg] veel van, potverdomme. Want tot mijn allergrootst verdriet, wethouder, kloppen deze cijfers niet. [Applaus] Dan moet ik toch ook Jan Boezeroen de kans geven: Mochten wij aan onze schuld bezwijken en daardoor naar de donder gaan, Laat dan op onze grafsteen prijken: we hebben toch ons best gedaan. 21