gemeente Eindhoven Betreft: openbare vergadering van 11 maart 2014, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, einde uur.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Bladnummer 24 maart 2014 Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft: openbare vergadering van 11 maart 2014, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, einde uur. Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. R. van Gijzel voorzitter drs. J. Verheugt griffier X drs. W.G.F. Aarts D66 X M.F. Oosterveer VVD X mw. A.M.J. van den Berkvan TROTS A.J. Oosting PvdA X Bragt M. Bouassria OAE X drs. M.G. Punte VVD X H. Bouteibi PvdA X mw. drs. E. Quanten D66 X F. van den Broek VVD X A.W.C.M. Raaijmakers PvdA X F.J.A.G. Depla PvdA X R.G.J. Reker LPF X M. van Dorst D66 X A.J.A. Rennenberg OAE X mw. ir. J.C. van Eijs D66 X mw. drs. R.J.A. Richters GL X J.A.A.M. van Erp SP X K.M. Rijnders SE X mw. J.W.H.M. Heesterbeek- Senders mw. H.J.M.C. van Herk-de Zeeuw SP X mw. M.J.S. de Rooij- Driessen D66 CDA X ir. J. Rozendaal VVD X E. Isik PvdA mw. A.J.M. Schoots PvdA X mw. H.M.E. Jacobs-van VVD X mw. P. Sodenkamp SE X Nisselrooij J.J.M. de Jong VVD X N.H. Stoevelaar CDA X mw. B.G.M.W. van SP X C.M. Stroek LPF X Kaathoven mr. P.P.H.A. Leenders CDA X ir. E. Thewissen VVD X ing. J.R. Legrom VVD X mw. drs. W.C.F.M. Verhees PvdA X mw. L.H. Lioe-Anjie PvdA X R. Verkroost D66 X E.R. Maas SP X mw. drs. K. Wagt CDA X A. Meulensteen PvdA X C.H.B. Weijs CDA X ing. P.A. Mulder OAE A.J.O. Wijbenga CDA X X

2 ing. T.J.H. van den Nieuwenhuijzen F.A.M. Noldus GL X J.F.A. van Zijl GL X OAE Wethouders: ir. G.C.F.M. Depla X mw. M.C.T.M. List - de X Roos Y. Torunoglu X mw. drs. M.-A. Schreurs X ir. J.B. Helms X mw. drs. H.T.M. Scholten X mw. drs. P.M. Pistor gem.secr. X Afwezig met kennisgeving: dhr. R. van Gijzel (voorzitter), dhr. E. Isik (PvdA), dhr. ing. P.A. Mulder (OAE), dhr. F.A.M. Noldus (OAE) en mw. A.M.J. van den Berk-van Bragt (TROTS Eindhoven). Dhr. drs. M.G. Punte (VVD) aanwezig vanaf uur. 1

3 Verslag van het gesprokene 1. Opening en mededelingen. Waarnemend voorzitter: Ik verzoek de wethouders en raadsleden om hun plaatsen in te nemen. Wethouder Torunoglu, wilt u ook uw zetel innemen? Wethouder List? Dames en heren, bij dezen open ik de vergadering van de raad van de gemeente Eindhoven. Ik vraag u om bij aanvang van deze raadsvergadering enige momenten stilte in acht te nemen om het belang van uw raadswerk, en in het bijzonder van deze vergadering, te overdenken. [Stilte] Dank u wel. Hartelijk welkom, gasten van de raad. Ik heb begrepen dat sommigen van u hier gekomen zijn vanwege een Tweet up. Misschien dat iemand mij straks even kan uitleggen wat dat is. Ook welkom aan de andere gasten op de tribune en aan de mensen die de vergadering thuis, via het internet, volgen in het bijzonder de heer Van Hamersveld. Ik heb berichten van verhindering ontvangen van mijnheer Van Gijzel; hij is op dienstreis naar Cannes om daar een onderscheiding voor onze stad in ontvangst te nemen. Mevrouw Van den Berk en mijnheer Noldus zijn verhinderd wegens ziekte. Mevrouw Scholten komt wat later; zij moet eerst een Vrijwilligerspenning uitreiken. Mevrouw De Rooij komt ook iets later. De heer Rennenberg: Voorzitter, mijnheer Mulder is ook afwezig. De heer Van den Broek: Voorzitter, mijnheer Punte is iets verlaat. Waarnemend voorzitter: Oké. Ik ga nu iets bijzonders doen. We hadden gepland dat voor aanvang van deze raadsvergadering te doen. Ik wil mijnheer Rijnders ter wille zijn; hij wil het een en ander aanbieden aan de raad. Daar wil ik hem de mogelijkheid voor geven. Mijnheer Rijnders, het woord is aan u, en ik schors daarvoor de vergadering even. De heer Rijnders: Dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van de actuele motie van de VVD, betreft het opheffen van de 'Knip' in de Sliffertsestraat, zijn de bewoners van Bosrijk en Grasrijk spontaan een handtekeningenactie begonnen. Zij hebben mij verzocht om die handtekeningen aan de raad te overhandigen. Het speciale hieraan is, dat niet alleen ouders actie hebben ondernomen, maar wat uniek te noemen is is dat hier ook heel veel kinderen actie op hebben ondernomen. Ik wil daar graag 2

4 even aandacht voor hebben, zodat het meegenomen kan worden in de komende commissiebehandelingen. Bij dezen, voorzitter. [Overhandiging handtekeningenlijsten aan de waarnemend voorzitter] Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Fijn als veel mensen de moeite nemen om ons te laten weten hoe zij over dingen denken. Dit staat vandaag niet op de agenda, maar het wordt vanzelfsprekend meegenomen in verdere commissiebehandeling die over de verkeerssituatie in Meerhoven zal gaan. Ik bedank allen die heel veel moeite hebben gedaan om dit bij elkaar te brengen. Ik heropen de vergadering; we gaan verder. 2. Vaststellen van de volgorde van de agenda. Waarnemend voorzitter: Er is een ordevoorstel van het OuderenAppèl. Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Voorzitter, ons ordevoorstel betreft een motie. Wij vinden dat de raad beslissingen dient te nemen die rechtsgeldig zijn in onze ogen, en die niet in strijd zijn met de wet. Daarom willen wij u deze motie aanbieden. De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven, gezien het voorstel van Burgemeester & Wethouders van 11 maart 2014, raadsnummer 14R5767, betreffende het raadsvoorstel tot continuïteit en borging Dutch Design Week. Overwegende dat het raadsvoorstel van het college Continuïteit en borging Dutch Design Week niet rijp is voor besluitvorming in de raad; dat het raadsvoorstel van het college Continuïteit en borging Dutch Design Week aantoonbare onjuistheden bevat en een juridisch monstrum is; dat voorgesteld wordt intellectuele eigendomsrechten (International Property) te kopen van Capital D; dat inzage in het Benelux Merkenregister oplevert dat Capital D een woordmerk is, dat op is ingeschreven door Design Coöperatie Brainport U.A. en dus behoort tot de IP van de coöperatie; dat het niet mogelijk is ook maar iets te kopen van een woordmerk of daarmee enige overeenkomst aan te gaan, daar een woordmerk geen rechtspersoonlijkheid bezit; dat een woordmerk dan ook geen eigendom en geen lening bij De Lage Landen kan hebben; 3

5 dat het raadsvoorstel van het college Continuïteit en borging Dutch Design Week misleidende, althans onvolledige informatie bevat; dat hoewel intellectuele eigendomsrechten in openbare registers zijn ingeschreven deze rechten niet in het voorstel worden genoemd, maar uitsluitend staan vermeld in het onder geheimhouding ter inzage gelegd taxatie rapport; dat de inhoud van het IP voor het OuderenAppèl bekend is geworden uit een antwoord op een door ons gestelde technische vraag; dat tot het IP de navolgende Benelux merken behoren: 1. Beeldmerk DDW Dutch Design Week Eindhoven, ingeschreven op , door wie is onbekend; in ieder geval niet door de coöperatie, want die is pas in 2010 opgericht; De coöperatie is wel sinds kort houder van het merk; vervaldatum van het beeldmerk is ; 2. Woordmerk DDW, ingeschreven op niet door Capital D maar door de coöperatie; 3. Woordmerk DDWx, ingeschreven op niet door Capital D maar door de coöperatie; dat de handelsnaam; Dutch Design Week sinds kort als één van de handelsnamen door de coöperatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het is dus geen handelsnaam van Capital D. dat de voormelde informatie in het raadsvoorstel had moeten zijn opgenomen; dat de IP gekoppeld zijn aan private ondernemingen en de gemeente geen private onderneming is, zodat zij met IP niets kan doen; dat het raadsvoorstel van het college Continuïteit en borging Dutch Design Week in strijd met de wet is. Van mening zijnde dat het college de plicht heeft in zijn voorstellen aan de raad volledige en juiste informatie te verstrekken, teneinde een bestuurlijk verantwoord proces van besluitvorming te borgen; dat het college de plicht heeft de raad voorstellen te doen die in overeenstemming zijn met de wet. Besluit: Dat het raadsvoorstel van het college: Continuïteit en borging Dutch Design Week wegens de geconstateerde gebreken niet rijp is voor besluitvorming in de raad en derhalve van de raadsagenda wordt afgevoerd. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Rennenberg. Het is overigens niet nodig om een ordevoorstel in een motie te gieten. U had het gewoon kunnen brengen als ordevoorstel; dan hadden we erover gestemd, want een ordevoorstel 4

6 komt altijd in stemming. U hebt het nu in een mooie, juridische vorm gegoten. Ik had eerst de wethouder om een reactie willen vragen, maar mijnheer Van Dorst heeft een vraag, zie ik. De heer Van Dorst: Volgens mij doelen wij op hetzelfde, voorzitter. Ik denk dat het gebruikelijk is dat u meteen na zo'n ordevoorstel aan de raad vraagt 'wat vindt u ervan?' Ik denk dat het handig is om de reactie van het college te hebben. Het is een vrij technische vraag: bij wie ligt het eigendomsrecht, en bij wie gaan wij dat kopen? Waarnemend voorzitter: Zijn er nog andere vragen, of geven we eerst de wethouder het woord? Ja, de wethouder. Mevrouw Schreurs: Dank u wel voorzitter, en dank aan het OuderenAppèl dat men zo uitgebreid verwoord heeft waar zij de beren op de weg zien. Als je een juridische transactie doet, is het immers belangrijk om te weten dat het ook klopt wat je allemaal doet. Als de raad mij de gelegenheid wil geven, wilde ik even door de motie lopen zoals die is opgesteld, en aangeven waar hem de misverstanden in zitten. Dan wordt het hopelijk netjes opgelost voor het OuderenAppèl. Het lijkt me handig als wij de motie doorsturen naar de griffier, zodat die hem kan nazenden. Waarnemend voorzitter: Dat is uitstekend, maar het lijkt mij goed als wij nu een korte toelichting krijgen. Dan kunnen we daarna kijken wat we doen met het ordevoorstel. Mevrouw Schreurs: De korte toelichting is dat wij het kopen van een rechthebbende; dat is al netjes opgesomd door het OuderenAppèl. Het begint met de opmerking dat Capital D een woordmerk is, en dus behoort tot de IP van de Design Corporatie Brainport. Dat klopt op zich, maar Capital D is bovenal een handelsnaam van de Design Corporatie Brainport. Dan wordt er gesteld dat het niet mogelijk is om ook maar iets te kopen van een woordmerk, of daarmee enige overeenkomst aan te gaan, daar een woordmerk geen rechtspersoonlijkheid bezit. Dan komt het cruciale stuk, denk ik: Capital D is een handelsnaam van de Coöperatieve vereniging Design Corporatie Brainport. De voorgestelde overeenkomst tot overname van het intellectueel eigendom, terzake van de Dutch Design Week, wordt derhalve aangegaan met deze coöperatieve vereniging. Die coöperatieve vereniging bezit uiteraard wél rechtspersoonlijkheid. De voorschriften voor het gebruik van de handelsnaam, en dus niet louter de statutaire naam, zijn sinds 5 juli 1921 vastgelegd in de Handelsnaamwet. Dat de handelsnaam en het woordmerk Capital D worden gebruikt in plaats van uitsluitend de statutaire naam Design Corporatie Brainport in de beraadslagingen en voorstellen terzake de verkoop van het IP aan de gemeente, is aldus volstrekt gebruikelijk en in lijn met wet en jurisprudentie. Is dat afdoende voor u? 5

7 De heer Rennenberg: Ja, u bent wel helder wat dat betreft, maar ik weet natuurlijk niet of het wel zo helder is. In het stukken van Continuïteit en borging Dutch Design Week komt de naam van de Design Corporatie Brainport helemaal niet duidelijk voor. Nu zegt u dat je met een handelsnaam of een woordmerk wel overeenkomsten mag sluiten, maar stelt u zich eens voor dat u een overeenkomst met Karel I zou sluiten om de naam Karel I te mogen gebruiken. Dan doe je dat niet met Karel I, maar met Van Abbe, want die is er de eigenaar van. Wij doen het met een woordmerk, en dat is helemaal niets, volgens mij. Mevrouw Schreurs: Nee, wij doen het niet met een woordmerk maar met een handelsnaam. Ik las net op dat het sinds 1921 gebruikelijk is om dat zo te schrijven. Zo is dat vastgelegd in de Handelsnaamwet. U heeft gelijk dat het een woordmerk is, maar het is ook een handelsnaam. Het is usance om die te gebruiken in je stukken. Het is equivalent. Het volgende punt dat u aanbrengt is dat wij geen private onderneming zijn, en dat de gemeente dus niets met een IP zou kunnen doen, maar dat is niet waar. Ook publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen vermogensrechten bezitten. Rechten van intellectuele eigendom zijn vermogensrechten; de goederenrechtelijke status van deze rechten van intellectuele eigendom is zelfs in bijzondere wetten vastgelegd. Dus u heeft gelijk dat er een discrepantie is tussen wat je normaal denkt en wat er is, maar het is allemaal rechtelijk en wettelijk geregeld. Zoals ik al zei denk ik dat het handig is als deze uitleg aan u wordt toegestuurd, precies bij de opmerkingen die u gemaakt heeft. Dan ziet u dat het niet raar is dat u het dacht, maar dat het netjes wettelijk geregeld is. De samenvatting ervan is gewoon dat wij verbindingen aangaan waar wij als gemeente daadwerkelijk het recht op kunnen uitoefenen, en dat de andere partij, zijnde Design Corporatie Brainport, ook in de vorm van zijn handelsnaam Capital D gerechtigd is om die aan ons te verkopen. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Oosterveer. De heer Oosterveer: Voorzitter, ik probeer me een beetje te concentreren op de beantwoording. Ik zou u graag willen vragen of u de zaal kan verzoeken wat stiller te zijn, want het is bijzonder onrustig. Ik kan de beantwoording maar moeilijk volgen. Dit is eigenlijk een verzoek van mij aan de mensen, om wat stiller te zijn. Waarnemend voorzitter: Dat lijkt me heel fijn. Hebt u het tot nu toe kunnen volgen of zijn er specifieke punten die u graag nog een keer kort herhaald wilt hebben? De heer Oosterveer: Nee, dat hoeft niet, dank u wel. 6

8 Waarnemend voorzitter: Oké, dank u. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, zal ik er nu voor zorgen dat het direct wordt rondgestuurd? Waarnemend voorzitter: Het lijkt me heel fijn als u dat direct wilt laten rondsturen. Dan wil ik mijnheer Rennenberg vragen of hij, na de beantwoording, zijn ordevoorstel in stemming wil brengen of van mening is dat een en ander voldoende is opgehelderd. De heer Rennenberg: De wethouder was duidelijk. Ik ken de Handelsnaamwet van 1921 niet uit mijn hoofd, moet ik u zeggen. Omdat ik het nog wel graag een keer zou willen nakijken, is het fijn als ik de stukken op papier krijg. Ja, de wethouder was wel duidelijk hoor, maar mochten wij dan toch gelijk hebben, denk ik dat ik op zeker moment wel moet komen met een motie van afkeuring, maar dat ligt aan het stuk dat ik krijg. Waarnemend voorzitter: Dat lijkt mij heel goed. Daarmee is het ordevoorstel van tafel. De heer Reker: Voorzitter, mag ik als mede-indiener ook nog een vraag stellen aan de wethouder? Waarnemend voorzitter: U mag ook een vraag stellen aan de wethouder, natuurlijk! De heer Reker: Het college wil zaken doen met Capital D, maar de vraag aan de wethouder is eigenlijk welke naam er onder de leenovereenkomst met De Lage Landen staat. Dat vind ik erg bepalend. Waarnemend voorzitter: Ik vind het een erg technische vraag, maar nu we toch vrij technisch bezig zijn, kan het misschien wel. Ik weet niet of de wethouder dit antwoord paraat heeft. Mevrouw Scheurs: Nee, maar zoals ik al eerder aangaf is de handelsnaam de naam waarmee je overeenkomsten mag aangaan. Feitelijk valt het onder dezelfde regeling. Ik zal zorgen dat u het meteen krijgt. Als u er voor de behandeling nog vragen over heeft, kunt u besluiten om alsnog anders te handelen als u de behoefte daartoe voelt. Het is toch pas aan het einde van de vergadering. De heer Reker: Voorzitter, dat vind ik geen antwoord op mijn vraag. Waarnemend voorzitter: De wethouder geeft aan dat zij niet over het antwoord beschikt en dat zij het u dus niet kan geven. 7

9 De heer Reker: Daarom stellen wij dan ook voor om het voorstel van de agenda af te halen en op een later tijdstip te behandelen. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Rennenberg had niet de behoefte meer om het ordevoorstel in stemming te brengen, maar u hebt dat wel. Wij brengen het ordevoorstel daarom alsnog in stemming. Mijn vraag is.. wacht, mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: Ik heb een vraag aan mijnheer Reker. Heeft mijnheer Reker dit eerder als technische vraag gesteld? Dat heb ik even niet scherp. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Reker, kunt u die vraag beantwoorden? De heer Reker: Ik heb de eerdere technische beantwoording niet gezien, mijnheer Van den Broek. Waarnemend voorzitter: De vraag was of u die vraag technisch heeft gesteld. De vraag die u zojuist aan de wethouder stelde. De heer Reker: Nee, die stel ik nu aan de wethouder. Waarnemend voorzitter: Oké, dank u wel. De heer Rennenberg: Voorzitter, ik wil graag een aanvullend ordevoorstel doen, maar ik weet niet of dat kan. Kunnen we een minuut of vijf schorsen? Waarnemend voorzitter: Als u wilt schorsen, kan dat natuurlijk altijd. Ik wil echter eerst de vraag van mijnheer Van den Broek nog horen voor we dat doen. De heer Van den Broek: Nou ja, goed, als mijnheer Reker deze vraag nu pas verzint, heeft hij een doel met het antwoord. Als je een vraag stelt, heb je daar een idee bij. Kan mijnheer Reker dan in elk geval aangeven waarom hij het antwoord op deze vraag nu wil hebben? Waarnemend voorzitter: Mijnheer Reker, kunt u dat? De heer Reker: De vraag die ik heb gesteld vloeit voort uit het antwoord dat de wethouder gaf. De wethouder gaf een warrig antwoord, wat niet duidelijk was. Daarom die vraag van mij. Ik wil hem best nog een keer herhalen, mijnheer Van den Broek. 8

10 Waarnemend voorzitter: Er is niemand die op dit moment antwoord heeft op die vraag, dus dat lijkt mij geen zinvolle zaak. De heer Reker: Daarom juist, voorzitter. Daarom is het ook onzakelijk om het voorstel nu te behandelen. Waarnemend voorzitter: Ik stel voor dat we kort schorsen, zodat de oorspronkelijke indieners van het ordevoorstel even kunnen overleggen. Ik schors voor vijf minuten. [Schorsing van de vergadering] Waarnemend voorzitter: De vijf minuten zijn verstreken. Ik verzoek iedereen zijn en haar plaats in te nemen, zodat wij de vergadering kunnen vervolgen. Dames en heren, ik hoop dat u uit uw beraadslagingen bent, want dan wil ik de vergadering vervolgen. Dames en heren, als iedereen weer zit, wil ik het woord geven aan mijnheer Reker. Hij heeft om schorsing gevraagd. De heer Reker: Dat was mijnheer Rennenberg, mijnheer de voorzitter. Waarnemend voorzitter: Nee, u heeft verzocht om schorsing. of nee, mijnheer Rennenberg, het was mijnheer Rennenberg. Sorry mijnheer Reker, u mag het woord niet voeren ik heeft het aan mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Onze namen beginnen ook nog eens met Re, dat ook nog! Ja, voorzitter, wij hebben de zaak besproken. Ik zeg er eerlijk bij dat wij een klein beetje ondersteuning van mijnheer Van den Broek hadden gehad. Mijnheer Van den Broek adviseerde ons om nu voor te stellen het agendapunt uit te stellen. Ik heb het ook even met de wethouder besproken, want we willen het allemaal graag goed bekijken ook de informatie die de wethouder ons nog zal aanreiken. Op de 25e kunnen we dan een beslissing nemen. Waarnemend voorzitter: Ik begrijp dat het ordevoorstel iets is veranderd. Het voorstel is nu om het van deze agenda af te halen en het de 25e op de agenda te zetten. Ik kijk de zaal rond. Zijn er mensen die hierop willen reageren? Mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Ik zou graag een reactie van het college hebben op dit voorstel. Waarnemend voorzitter: Dat kan, zometeen. Mijnheer Van Dorst had dezelfde vraag. Dan vraag ik of de wethouder wil reageren op dit aangepaste voorstel. 9

11 Mevrouw Schreurs: Dank u wel, voorzitter. Het is een sterk juridisch en technisch antwoord, dus ik kan mij heel goed verplaatsen in het OuderenAppèl. Zij geloven mij wel, maar willen er zelf graag even goed naar kijken, naar hoe het in elkaar zit. Ik denk dat wij in deze raad vooral proberen om zorgvuldig met zaken om te gaan en ook zorgvuldig met elkaar. Ik kan me levendig voorstellen dat u het liever in de laatste raadsvergadering behandelt. Die begint steeds feestelijker te worden met punten die dan afgesloten worden! Ik kan mij goed verplaatsen in een fractie die goed wil kijken hoe het precies in elkaar zit. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Ik heb nog een vraag aan de wethouder. Heeft dat consequenties voor de urgentie van dit dossier? Daarom hadden wij het immers voor vandaag geagendeerd. Mevrouw Schreurs: Het moet vóór 1 april afgehandeld worden. Het is natuurlijk wel aan u of u daarvoor de allerlaatste raadsvergadering wenst te gebruiken. Normaal gesproken wordt die meestal anders ingevuld. Het is het laatste moment dat de 'oude raad' bij elkaar is, en het is precies op tijd voor het afhandelen van de zaken die afgehandeld moeten worden. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog meer vragen? Mijnheer Raaijmakers. De heer Raaijmakers: Nou, geen vraag gewoon even een algemene opmerking. Ik begrijp dat we het misschien maar moeten doen als de raad dat zou willen, maar ik vind het wel jammer dat deze technische vragen nu pas komen. We laten nu wel weer een organisatie twee weken 'in ruste.' Dat was even een algemeen punt. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: Dank u wel, voorzitter. Ik heb ruim voldoende vertrouwen in de antwoorden die we daarnet van het college hebben gekregen. Ik vertrouw dat het mogelijk is om de eigendomsrechten te verwerven aldaar. Als het breed gedragen wordt in de raad, en ook nog vóór 1 april kan, heb ik geen absolute problemen met behandeling op de 25e, hoewel ik liever zie dat dat een ander type raadsvergadering blijft. Waarnemend voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Ja, dank u wel, voorzitter. Ik sluit me aan bij de opmerking van mijnheer Raaijmakers. Dit zijn bijzonder technische vragen; dat had volgens mij wel eerder opgelost kunnen worden. Er zitten immers twee weken tussen de bespreking in de commissievergadering en vandaag. Daarnaast stel ik dat mijn fractie 10

12 vanuit een meer principiële hoek met een principiële blik naar dit voorstel kijkt. Wij willen het heel graag vanavond behandelen. Dank u. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Zou ik even twee minuten mogen schorsen om dit met mijn fractie te overleggen, want dit is een nieuw feit dat mij een beetje overvalt. Waarnemend voorzitter: Nou, eh.. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, mag ik misschien een soort compromis voorstellen? Enkelen van u hebben amendementen ingediend. Als u dit op de 25e wilt behandelen is het natuurlijk wel dienstig als het college de amendementen al beantwoordt, en u in de gelegenheid stelt dat allerlei dingen met elkaar afgehandeld kunnen worden, zodat het misschien heel snel kan op de 25e. Misschien is dat een mooi compromis. Waarnemend voorzitter: Het is in elk geval fijn als er samengewerkt wordt dat is altijd prettig. Zijn er nog andere vragen? Anders schors ik de vergadering twee minuten voor intern fractieoverleg. Dat mogen de andere fracties dan ook doen, als zij daar behoefte aan hebben. [Schorsing van de vergadering] Waarnemend voorzitter: Dames en heren, ik verzoek u uw plaatsen in te nemen. Als u dat hebt gedaan, krijgt mevrouw Richters het woord. Mevrouw Richters, u heeft om schorsing verzocht. Wellicht kunt u ons kond doen van de uitkomsten daarvan. Mevrouw Richters: Ja, voorzitter, ik vind het eigenlijk een heel lastig dilemma. Het waren technische vragen die vandaag aanleiding gaven tot een hele discussie. In mijn ogen hadden die ook wel eerder op tafel kunnen liggen. Aan de andere kant: als partijen echt bezwaar hebben tegen behandelen, en denken dat zij een betere inhoudelijke bijdrage kunnen leveren over twee weken, dan vind ik dat ook iets waard. Wat onze fractie betreft kan het voorstel in principe vanavond gewoon behandeld worden. Waarnemend voorzitter: Goed, dan hebben wij dit bediscussieerd. Ik ga het voorstel in stemming brengen. Het voorstel is: behandeling van agendapunt 6.3 van de agenda te halen en opnieuw te plaatsen op de agenda van 25 maart a.s. Dan is de vraag: wie van u is voor dit voorstel? Ik zie de fracties van de Lijst Pim Fortuyn, Samen Eindhoven, de VVD, het OuderenAppèl en enkele mensen van de Partij van de Arbeid. Wellicht moet ik nu gaan tellen. 11

13 We gaan het nog een keer doen, even kijken. Willen de mensen aan de andere kant die voor het voorstel zijn, nog een keer hun hand opsteken? Mevrouw Verhees: Misschien mag ik even een stemverklaring geven. Op zich zijn wij voor behandelen, maar wij zijn wel van mening dat wij partijen die behoefte hebben aan meer ruimte voor meer informatie, die ruimte wel moeten gunnen. Vandaar dat wij voor het ordevoorstel stemmen. Waarnemend voorzitter: De Partij van de Arbeid stemt volledig in met het voorstel. De VVD, Partij van de Arbeid, OuderenAppèl, Samen Eindhoven en Lijst Pim Fortuyn stemmen voor het voorstel. Mevrouw Richters: Ik volg de Partij van de Arbeid met mijn fractie. Waarnemend voorzitter: De hele fractie van GroenLinks? Mevrouw Richters: Nee, niet de hele fractie. Waarnemend voorzitter: Niet de gehele fractie. Mag ik dan zien om welk deel van de fractie het gaat? Het voorste deel? Ha ha, oké, twee van de drie fractieleden van GroenLinks. Dan hebben wij een meerderheid voor dit ordevoorstel en dat is hierbij dan aangenomen. Daarmee is de discussie over de Dutch Design Week geen onderdeel meer van deze vergadering. We gaan door met het volgende punt. Ik heb nog twee punten die de orde betreffen; ik zou het fijn vinden als iedereen zijn en haar aandacht bij de raad houdt in plaats van bij andere dingen. Ik heb nog twee punten betreffende de orde, mevrouw Richters. In het presidium is daarstraks gesproken over de orde van de vergadering. Het voorstel werd toen gedaan om agendapunt 6.1 te verplaatsen naar categorie 5 en op te voeren als agendapunt 5.4 onder de kop 'Geen moties en amendementen.' Agendapunt 5.4 wordt agendapunt 6.4, want daar zijn wel moties en amendementen op ingediend. Kunt u hiermee instemmen? Mijnheer Weijs. De heer Weijs: Excuus, ik was even iets te snel. Waarnemend voorzitter: Fijn om dat ook een keer mee te maken. Kunt u instemmen met dit ordevoorstel, en de agenda dienovereenkomstig te behandelen? Ik zie instemming. Dan stellen wij dat zo vast. Mijnheer Weijs? 12

14 De heer Weijs: Ik heb een punt van orde. Naar aanleiding van de discussie in het presidium willen wij onze actuele motie graag doorschuiven naar de commissievergadering. Waarnemend voorzitter: Waarvan akte. De actuele motie die het CDA heeft ingediend, maakt voor deze vergadering geen deel meer uit van de orde van de vergadering. De actuele motie zal worden geagendeerd voor de eerstvolgende commissievergadering, waarop hij betrekking heeft. We stellen de agenda vast zoals zojuist werd besproken. We gaan nu nog even terug naar punt 1 op de agenda. Dat heb ik daarstraks even overgeslagen omdat ik eerst de orde van de vergadering wilde doen Initiatiefvoorstel Overdrachtsdocument voor de nieuwe raad, 'De meest innovatieve stad vraagt het meest innovatieve bestuur.' Waarnemend voorzitter: Hiervoor geeft ik mijnheer Weijs het woord, namens de raadswerkgroep. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Beste collega's, naar aanleiding van het vertrek van wethouder Fiers vorig jaar, dat ons nog indrukwekkend in herinnering staat, besloot de raad tot een raadsverkenning naar een viertal beleidsonderwerpen. De verkenning moest gericht zijn op de onderlinge wisselwerking tussen ambtelijke en bestuurlijke organisatie en tussen college en raad, en moest gericht zijn op de maatschappelijke ontwikkelingen en de daarbij wenselijk geachte aanpassingen aan cultuur en taakstelling, om uiteindelijk te leren van wat had bijgedragen aan het vertrek van wethouder Fiers. De bijeenkomsten die vervolgens werden georganiseerd verliepen in een open en constructieve sfeer. Het ging om vragen als Hoe informeren we elkaar? Hoe houden we ons betrokken en hoe komen we vooraan in het proces? In de bijeenkomsten stond het onderlinge gesprek centraal, oftewel de dialoog, waarin tegenspraak niet werd geschuwd, om uiteindelijk bij goede samenspraak uit te kunnen komen. En dat met zo min mogelijk productie van gegevens op papier. Ook nu wil de raadswerkgroep geen dik rapport uitbrengen. We hebben een tijdje geleden een symbolische slotbijeenkomst gehad, maar we sluiten niet echt af omdat we eigenlijk nog maar net zijn begonnen. Werken aan een cultuurverandering is immers een blijvende opgave in een cultuur en een samenleving die steeds weer verandert. Het besef bij ons en bij anderen die aanwezig waren, is dat we ons raadswerk anders moeten oppakken en anders zullen moeten organiseren, en dat we anders zullen moeten gaan samenwerken met het 13

15 college en de ambtelijke organisatie. Dat kan ook voor de samenwerking tussen het college en de ambtelijke organisatie gelden. Daarvoor hebben we als werkgroep wat ideeën op een rij gezet, maar voor deze raad zit de tijd er bijna op. Een nieuwe raad gaat het stokje van ons overnemen. De ideeën en aanbevelingen willen we daarom in een overdrachtsdocument aan de nieuwe raad aanbieden, met het dringende advies experimenten ter hand te nemen. Vanaf deze plaats wil ik tot slot alle deelnemers uit deze raad, het college, de directieraad en de rest van de ambtelijke organisatie hartelijk bedanken voor hun bijdragen tot nu toe, en het vertrouwen uitspreken dat we een nieuwe en goede weg zullen vinden met elkaar. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Weijs. Wenst iemand hierover het woord te voeren? Nee? Dan gaan wij het initiatiefvoorstel in stemming brengen. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Nee? Is er iemand die stemming wenst? Ook niet. Dan is het initiatiefvoorstel met algemene stemmen aangenomen. Ik dank u vriendelijk. We gaan nu verder met agendapunt Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 18 februari Waarnemend voorzitter: Er zijn geen opmerkingen ontvangen. Gaat u akkoord met de opgestelde notulen? Ja, dat is het geval. Dan zijn ze hiermee vastgesteld. 4. Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Waarnemend voorzitter: Er zijn geen vragen voor het vragenhalfuur. 5. Onderwerpen waarover geen amendementen en/of geen moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel met nadere toelichting Nieuwe bouwregels en intrekken Beeld Kwaliteits Plan Waterrijk. raadsnummer 13R5681 Waarnemend voorzitter: Er is geen woordmelding ontvangen. Is er toch nog iemand die het woord wenst te voeren? Nee? Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Nee. Wenst iemand stemming? Ook niet. Dan is dit voorstel aangenomen. 14

16 5.2. Raadsvoorstel Opdracht voor onderzoek naar verzelfstandiging van het Van Abbemuseum. raadsnummer 14R5740 Waarnemend voorzitter: Ook hier geen woordmelding; wenst iemand toch het woord? Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Is er iemand die stemming wil? Ook dat niet. Bij dezen is het voorstel aangenomen Raadsvoorstel met nadere toelichting tot het bekostigen van de realisatie ver-/nieuwbouw vmbo Piuslaan. raadsnummer 14R5746 Waarnemend voorzitter: Er waren geen woordmeldingen. Is er toch iemand die het woord wil voeren? Wil iemand een stemverklaring afleggen? Wil er iemand stemming? Dat alles is niet het geval het voorstel is aangenomen. 5.4 Raadsvoorstel met nadere toelichting Regionaal plan jeugdzorg '21 voor de jeugd 2.0'. raadsnummer 14R5732 Waarnemend voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven heeft gevraagd of zij een stemverklaring mag afleggen, maar is er iemand die hier het woord nog over wenst te voeren? De vraag of iemand een stemverklaring wenst af te leggen is een overbodige, want dat had mevrouw Van Kaathoven al aangegeven. Zijn er nog anderen die een stemverklaring willen geven? Dat mag dan nadat mevrouw Van Kaathoven dat gedaan heeft. Mevrouw Van Kaathoven: Ja, voorzitter, dank u wel. Wij zijn in de commissievergadering zeer kritisch geweest over dit plan. U weet dat wij de afgelopen jaren zeer kritisch zijn geweest over WIJeindhoven, de generalisten en de specialisten. Wij vinden dat dat ook hier nog niet goed genoeg uit de verf komt. Wij vinden dat er in het regionaal plan jeugdzorg '21 voor de jeugd 2.0' nog erg veel ingezet wordt op de generalisten, en specialistische zorg komt zelfs in handen van de generalist. Het is niet duidelijk wanneer er specialisten worden ingezet. Daarom zullen wij tegen het voorstel stemmen. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Zijn er verder nog stemverklaringen? Nee? Dan gaan we het voorstel in stemming brengen, gezien de verklaring van mevrouw Van Kaathoven. Ik vraag u: wie is er tegen dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken]. Dat is de volledige fractie van de Socialistische Partij. Daarmee is het voorstel aangenomen. 15

17 We gaan nu door met agendapunt Onderwerpen waarover amendementen en/of moties zijn aangekondigd Verplaatst naar agendapunt Raadsvoorstel met nadere toelichting Horecabeleidsplan gemeente Eindhoven, Kennismaken met een gastvrije stad'. raadsnummer 14R5758 Waarnemend voorzitter: Ik wil de commissievoorzitter, mevrouw Verhees, verzoeken om het woord te nemen, te vertellen wat er in de commissievergadering is gedaan en wat er nog ter discussie staat. Mevrouw Verhees: Ja, voorzitter. Op basis van de commissienotitie over het horecabeleid d.d. december 2013 en de hoorzitting over sluitingstijden voor de horeca ligt er nu een raadsvoorstel waarin gevraagd wordt de uitgangspunten voor nieuw horecabeleid te onderschrijven, zoals 'verantwoord loslaten' en 'ruimte voor het experiment en flexibiliteit.' Verder wordt voorgesteld het college op te dragen middels een viertal pilots ruimere mogelijkheden te onderzoeken voor de studentenavond (sluitingstijd van uur naar uur), algemene verruiming voor gebieden die op vrijdag en zaterdag tot uur geopend zijn, incidentele ontheffingen en tijdelijke horeca. Dit voorstel is besproken op 25 februari jl. in de commissie Economie & Mobiliteit. De commissie heeft vooral naar aanleiding van de pilots uiteenlopende vragen gesteld, opmerkingen gemaakt en standpunten naar voren gebracht. Het college heeft vorige week een nadere toelichting met een herzien ontwerp-raadsbesluit aangereikt. Zie beslispunt 2, betreft het betrekken van bewoners bij de pilots. Er zijn amendementen en een motie aangekondigd, namelijk een amendement van de Socialistische Partij, 'Het horecabeleidsplan en het betrekken van bewoners bij de pilots.' D66 heeft het amendement 'Vrije sluitingstijden' en de motie 'Gelijke gebieden, gelijke sluitingstijden' aangekondigd. De Partij van de Arbeid heeft amendement A.05, 'Horecabeleidsplan' en het CDA heeft een amendement 'Horecabeleidsplan' over pilot 1. De discussie in de raad dient zich toe te spitsen op de amendementen en de motie. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan wilde ik als eerste de Socialistische Partij het woord geven, want die fractie heeft wel twee amendementen aangekondigd. 16

18 De heer Van Dorst: Voorzitter, zou ik eerst iets anders mogen vragen? Waarnemend voorzitter: U mag altijd iets vragen. De heer Van Dorst: Ik heb daarstraks kort met het college gesproken, in de wandelgang, tijdens andere schorsingen. Ik heb behoefte aan twee minuten overleg met de mede-indiener van mijn motie. Zou dat even kunnen? Waarnemend voorzitter: Ja, als het nodig is om te schorsen doen wij dat altijd. Ik geef u twee minuten. De heer Van Dorst: Twee minuten is voldoende, dank u wel. Waarnemend voorzitter: Ik verzoek iedereen om niet te ver weg te gaan. [Schorsing van de vergadering] Waarnemend voorzitter: Dames en heren, voor de schorsing viel het geluid even weg, toen ik u vroeg om in de buurt te blijven. Twee minuten is immers niet zo lang! Wij hervatten de vergadering en ik geef mijnheer Van Dorst het woord. Hij had gevraagd om schorsing. De heer Van Dorst: Voorzitter, dank u wel. Ik hoop dat ik mooi binnen mijn twee minuten ben gebleven. Ik heb met mijnheer Rijnders en met wethouder List overlegd. Dit heeft opgeleverd dat ik motie M.01 vanavond niet zal inbrengen, maar dat we eerst een gesprek met de betrokken ambtenaren zullen hebben. Het gaat over de portefeuille van de burgemeester; die is vanavond niet aanwezig. Dan krijg je zo'n rare, technische discussie die wil ik graag op een ander moment voeren als het nodig is. Waarnemend voorzitter: Ik dank u vriendelijk, en dan geef ik nu alsnog mevrouw Van Kaathoven het woord, betreft haar twee amendementen. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Er werd al gekscherend geroepen van 'goh, moeten we niet even schorsen?' Ik ga proberen mijn termijn in één keer te doen, zonder schorsing. Voorzitter, we hebben het horecabeleidsplan in de commissievergadering besproken. Wij hebben een paar zorgen uitgesproken. Nu is er een nadere toelichting gekomen met een herzien raadsvoorstel. Daar wordt iets meer tegemoetgekomen aan de kant die wij op wilden, maar wij vinden het nog niet voldoende. Zie bijvoorbeeld 'bewoners betrekken;' daarover staat nu iets meer in het voorstel; het staat nu boven de vier pilots. Wij vinden dat de bewoners bij alle stappen in het proces betrokken moeten worden, dus niet alleen bij de pilot zelf, maar al aan de voorkant, vervolgens tijdens de uitvoering van de pilot en ten slotte 17

19 bij de evaluatie. Ook dat missen wij in dit voorstel, en wij proberen het erin te zetten door middel van amendement A.04, dat mede ingediend wordt door het CDA, GroenLinks, Samen Eindhoven, Lijst Pim Fortuyn en het OuderenAppèl. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van den Nieuwenhuijzen. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Ja, dank u wel, voorzitter. Mevrouw Van Kaathoven, kunt u mij vertellen dat, als wij de bewoners in stelling willen brengen, maar wij als raad nu al kiezen voor de invulling van de vier pilots, dat wij daarmee de bewoners eigenlijk al buitenspel zetten door te kiezen welke pilots er in de binnenstad zouden kunnen plaatsvinden? Vindt u niet dat wij eigenlijk aan de voorkant van het proces in gesprek zouden moeten gaan met de bewoners om van daaruit te kijken welke pilots er haalbaar zijn om met elkaar te gaan uitvoeren? Mevrouw Van Kaathoven: Ja, voorzitter, met dat probleem hebben wij ook in de commissievergadering geworsteld. Wij hebben toen al aangegeven dat wij het heel erg jammer vinden dat in het eerdere voorstel bewoners alleen werden genoemd bij twee of drie pilots. Bij de verandering van de openingstijden op de donderdag waren bewoners helemaal niet betrokken. Nu staat dat al wat beter in het voorstel. Dan kun je twee dingen doen: óf je kunt tegen het voorstel stemmen zonder dat het gewijzigd wordt, óf je kunt proberen om het erin te fietsen. Dat heb ik met dit amendement geprobeerd, omdat ik het zo heel erg belangrijk vind dat die bewoners betrokken worden. Straks worden er plannen uitgevoerd; er komen proeven met verschillende openingstijden op verschillende dagen, droge en natte horeca, zonder dat de bewoners erbij betrokken zijn. Ik denk dat je dan alleen maar meer problemen gaat krijgen. Bewoners hadden de moeite genomen om in onze commissievergadering in te spreken. Ik denk dat wij die bewoners serieus moeten nemen, en dat wij ze echt moeten meenemen in het voorstel. Dat probeer ik op deze manier, met amendement A.04. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Zou u misschien bereid zijn om samen met GroenLinks nog een stap verder te gaan, en de pilots helemaal te schrappen uit het voorstel, en de bewoners eerst in positie te brengen om de pilots vorm te geven? Mevrouw Van Kaathoven: Nu ja, goed, dat doet dit amendement in feite al. De pilots haalt dit amendement er niet uit, maar ik ben absoluut geïnteresseerd in uw amendement. Voor ons is het betrekken van bewoners, bezoekers, de horeca en de politie het allerbelangrijkst. Ga met die mensen aan tafel zitten, en kijk hoe je tot een gedragen voorstel kunt komen. Zoals het nu voorligt, zullen wij niet voor stemmen. Als je het in de stad in de uitvoering gaat brengen zoals het nu voorligt, jaag je een heleboel mensen tegen je in het harnas dat weet ik zeker. Dat moet je volgens mij niet willen. 18

20 Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van den Broek heeft ook nog een vraag. De heer Van den Broek: Ja, voorzitter, een vraag voor mevrouw Van Kaathoven van de Socialistische Partij. Onderschrijft mevrouw Van Kaathoven de gemeentelijke verordening 'Samenspraak en inspraak?' Mevrouw Van Kaathoven: Ja, absoluut! Als je samenspraak en inspraak wilt regelen is het volgens mij zelfs zo dat je onder die verordening de bewoners aan de voorkant bij dit soort besluiten betrekt. De heer Van den Broek: Mijn vervolgvraag: is mevrouw Van Kaathoven bekend met stap 7 van de verordening, waarin standaard een evaluatie wordt opgenomen? Mevrouw Van Kaathoven: Ja, daar ben ik inderdaad van op de hoogte, alleen.. De heer Van den Broek: Dank u wel. Waarom wilt u het dan nog extra in het voorstel zetten? Mevrouw Van Kaathoven: Omdat daar niet staat dat de bewoners betrokken worden. In mijn amendement staat letterlijk: 'Voor elke pilot geldt dat de bewoners betrokken moeten worden bij het opzetten, het uitvoeren en de evaluatie van het proces.' Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van den Broek. De heer Van den Broek: De nadere toelichting in het herziene raadsvoorstel vermeldt juist bij beslispunt 2 '.. het college op te dragen binnen de in beslispunt 1 vermelde kaders in overleg met partners, onder andere ondernemers, bewoners en politie, conform de gemeentelijke verordening Samenspraak en inspraak een en ander uit te werken.' Vervolgens staat in de verordening stap 7, evaluatie. Er zit dus een evaluatiemoment in. Zowel ondernemers als bewoners als politie worden als mogelijke partners genoemd. Het lijkt mij dat uw amendement daarmee volstrekt overbodig is. Mevrouw Van Kaathoven: Nou, volgens mij niet. Volgens mij geeft mijn amendement niet alleen aan dat wij bewoners betrekken bij de evaluatie, maar ook bij het opzetten van die pilots. Dat gebeurt nu niet voldoende, wat ons betreft. Waarnemend voorzitter: Oké, dank u wel. U kunt uw betoog vervolgen. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Dan heb ik nog een amendement, namelijk A.01. Wij hebben het in de commissievergadering over dit voorstel gehad en over de verschillende voorstellen die daaruit voortkomen. Daarbij wordt het mandaat 19

21 bij het college neergelegd. Wij vinden echter dat het hier om zeer belangrijke beslissingen voor de horeca gaat, en ook voor omwonenden en bezoekers. Volgens mij hebben we met elkaar afgesproken dat de raad kaders stelt. Dan kun je met elkaar in discussie gaan over hoe breed die kaders moeten zijn. Wat ons betreft zijn dit dermate belangrijke beslissingen dat wij vinden dat de raad hierover moet gaan. Daarom hebben wij amendement A.01 aangekondigd, zie beslispunt 2: '.. het college op te dragen om binnen de bij beslispunt 1 vermelde kaders de hieronder a. tot en met d. opgenomen vier pilots nader uit te werken en aan de raad voor te leggen ter besluitvorming.' Dit amendement is mede ingediend door mevrouw Van Herk van het CDA, GroenLinks, Lijst Pim Fortuyn en het OuderenAppèl. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van den Broek heeft nog een vraag aan u. De heer Van den Broek: Ik ga even schakelen met de schermpjes die ik hier heb openstaan. Aan de ene kant zegt de Socialistische Partij: wij willen de bewoners actief betrekken bij alles wat we gaan doen met die pilots. Maar tegelijkertijd, met dat andere amendement, zegt de Socialistische Partij: bewoners, u mag er wel bij zijn, echter binnen de kaders zoals wij die u meegeven. U gaat die bewoners dus beperken. Mijn heel concrete vraag is dan ook: neemt u de bewoners nu wel of niet serieus? Mevrouw Van Kaathoven: Kijk, dit is nu precies de essentie waar het om gaat! Waarom liggen deze amendementen naast elkaar? Omdat wij de bewoners willen betrekken en omdat wij dat echt goed willen kunnen borgen. Als wij deze discussie in de commissievergadering niet hadden gehad, was er heel weinig of geen aandacht geweest voor de bewoners in het voorstel. Daarom liggen deze amendementen naast elkaar, en kunnen ze elkaar juist enorm versterken. Aan de ene kant betrek je de bewoners en aan de andere kant kun je als raad aangeven dat wij vinden dat de bewoners niet goed genoeg gehoord zijn, of juist wel, en dat betekent dat het niet alleen maar 'u vraagt en wij draaien' is, maar dat wij serieus met bewoners in gesprek willen. Daar zijn deze amendementen volgens mij prima voor. Voorzitter, mag ik alvast reageren op de andere amendementen die aangekondigd zijn? Waarnemend voorzitter: Dat hangt ervan af of ze worden ingediend. U kunt op zich al wel reageren, als u dat kort wilt doen. Mevrouw Van Kaathoven: Ik kan het ook in de tweede termijn doen. 20

22 Waarnemend voorzitter: U kunt bij het indienen ook kort interrumperen; dan blijft het bij elkaar. Dat is misschien gemakkelijker. Mevrouw Van Kaathoven: Oké, dank u wel. Waarnemend voorzitter: Dan geef ik nu mijnheer Van Dorst het woord. Hij heeft een amendement over nadat hij zijn motie introk. De heer Van Dorst: Dank u wel, voorzitter. Het amendement gaat in feite uit van de keuze die er nu ligt, om te schuiven van moment A naar moment B. In dit geval van uur naar uur op sommige dagen. De fractie van D66 zou graag zien dat u ook de discussie aangaat en dat de proef wordt genomen of we dat vrijer kunnen laten. Onze mening is dat het een veiligheidsvraagstuk met zich meebrengt als je op enig moment jongeren loslaat op het Stratumseind. Of dat nu om uur is of om uur maakt misschien niet zo heel veel uit; om uur is het misschien nog wel riskanter, omdat er dan twee uur langer alcohol in de jeugd zit. Voorbeelden in een stad als Groningen leren dat het rustiger is op straat als je het spreidt. Je zou het kunnen combineren met venstertijden dat je op een bepaald tijdstip nog wel een zaak kunt binnengaan.. sorry, nee, ik bedoel: als je dan binnen bent, kun je er nog wel uit, maar worden er geen nieuwe gasten meer binnengelaten. Ik hoorde het mezelf zeggen, en dacht: ik zeg iets niet goed! Wij willen graag die proef met vrijere sluitingstijden. Wij hebben niet de wijsheid in pacht; we beseffen dat Eindhoven een unieke stad is. We willen niet het concept van de stad Groningen of andere steden één op één kopiëren. Het Stratumseind is het Stratumseind in Eindhoven; dat is een bijzondere plek. We willen het echter wel proberen en vragen daarom om een pilot. Een pilot die vraagt het nu eens te gaan proberen, die vrijere sluitingstijd. In het amendement staat ook dat dit in goed overleg met de buurtbewoners moet gebeuren. Alle stakeholders moeten erbij worden betrokken, en daar horen die buurtbewoners natuurlijk gewoon bij. Wij denken dat wij op die manier twee vliegen in een klap slaan: het wordt naar onze mening veiliger en het geeft vrijheid waar het kan. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van den Nieuwenhuijzen. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Van Dorst, ik hoor u ervoor pleiten om de openingstijden zo vrij mogelijk te laten en daarmee te gaan experimenteren, en daar de buurtbewoners in te betrekken. Heeft u daarbij ook gedacht aan en geluisterd naar de mensen die hier zijn komen inspreken, die boven de kroegen wonen? Of die vroeger boven een kroeg woonden, maar nu boven een discotheek? Bewoners van jaren '80 panden die straks niet tot uur de boemmuziek in hun slaapkamer hebben maar tot uur, uur of uur 's 21

23 ochtends? Wat doet dat met hun leefbaarheid? Welke positie hebben zij in een proef waarvan u van tevoren al aangeeft wat daar uit moet komen? De heer Van Dorst: Nee, wat eruit moet komen is dat je aan het einde van zo'n proef kunt vaststellen wat de beste sluitingsvorm is voor de stapgebieden in Eindhoven, met name voor het Stratumseind, want daarover gaat dit met name. Als de uitkomst van die proef is dat het veel beter is om één moment te kiezen, bijvoorbeeld uur of uur of uur of noem maar op, dan is dat de uitkomst, en daar kan ik heel goed mee leven. Ik kies er bewust voor om niet aan de voorkant al te zeggen dat het naar een vrije sluitingstijd moet; ik denk echter dat daar wel mogelijkheden liggen die nu over het hoofd worden gezien. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Dus als uit uw proef blijkt dat de buurtbewoners vinden dat alles om uur dicht moet, dan is dat een goede uitkomst van uw proef. De heer Van Dorst: Ik zeg juist dat je goed naar alle stakeholders moet luisteren. Buurtbewoners zijn niet de enige stakeholders in het gebied; er zijn er meer. Je moet niet alleen naar de kroegeigenaar luisteren, je moet niet alleen naar de politie luisteren, je moet niet alleen naar de buurtbewoners luisteren. Er moet een goede afweging zijn en een goede mix. Ik mis de component van vrije sluitingstijden in het huidige voorstel. Het enige dat ik zie is dat er geschoven wordt met het tijdstip van uur naar uur. Volgens mij brengt dat extra risico's met zich mee. Ik denk dat je die kunt ondervangen op deze manier. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Bent u daarmee aan het einde van uw betoog gekomen? De heer Van Dorst: Ja, mijn slotzin sluit precies aan op de vraag van mijnheer Van den Nieuwenhuijzen, want de uitkomst van de pilot moet zijn het daadwerkelijk borgen van een nieuwe sluitingsvorm in Eindhoven, met name op het Stratumseind. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Oké, dank u wel. Dan geef ik nu mijnheer Oosting het woord. Hij heeft ook een amendement aangekondigd. De heer Oosting: Dank u wel, voorzitter. Met aandacht hebben wij het Horecabeleidsplan van de gemeente Eindhoven, met de aansprekende titel 'Kennismaken met een gastvrije stad,' gelezen. Wij hebben de discussie in de commissievergadering gevolgd en eraan deelgenomen. We hebben aan de hoorzitting deelgenomen, en we hebben goed geluisterd naar de insprekers tijdens de laatstgehouden commissievergadering. 22

24 Gastvrijheid is een groot goed in onze stad. Het is daarom prima dat de gemeente Eindhoven inspeelt op de verlangens van de inwoners van onze stad en de bezoekers van onze stad. Hoe groter de diversiteit van het aanbod is, hoe aantrekkelijker de stad is. Het Eindhoven-model is dan ook een goede benadering van de thematiek. Ook het initiatief om tijdelijke horeca toe te staan tijdens grote evenementen zoals de Dutch Design Week heeft onze instemming, tenminste, als die tijdelijke horeca aan dezelfde voorwaarden moet voldoen als de 'normale' horeca. Er mag geen verschil zijn tussen de tijdelijke en de permanente horeca. Wij vinden ook dat er ruimte moet zijn voor experimenten of pilots, zoals ze hier genoemd worden. Wij willen daar dan graag aandacht bij voor wat belangrijke punten. Wij creëren ruimte voor mensen om in de binnenstad te wonen, en we hanteren daarbij belangrijke aandachtspunten: de veiligheid op straat moet gewaarborgd worden, er moeten strenge geluidsnormen zijn om overlast te voorkomen en de algemene leefbaarheid in de binnenstad moet gewaarborgd zijn. Het verruimen van openingstijden lijkt een goede zaak om bepaalde groepen te binden; wat ons betreft echter niet tegen elke prijs. Uit de hoorzittingen, de inspraakmogelijkheden en de ingezonden brieven en s die wij ontvingen, blijkt dat veel inwoners in de binnenstad zich ernstig zorgen maken over de verruiming van de openingstijden. Zij maken zich met name zorgen om de overlast die deze verruiming met zich meebrengt. De Partij van de Arbeid vindt het in deze tijd, waarin we heel veel van onze inwoners vragen, meer dan logisch dat ook zij gehoord worden, net als alle andere belanghebbenden: horecaexploitanten, mensen die over de veiligheid gaan en stappers. Er zijn vier partijen. Beleid wordt niet meer op de tekentafel ontworpen in deze tijd, maar ontworpen in samenspraak met alle belangengroepen, stakeholders, zoals ze ook wel worden genoemd. Eh, voorzitter? Waarnemend voorzitter: Ja, ik had wel gezien dat er iemand wil interrumperen, maar ik had u uw zin even willen laten afmaken. Mijnheer Van den Nieuwenhuijzen, u mag gewoon inbreken hoor! De heer Van den Nieuwenhuijzen: Dank u wel, maar ik wacht netjes op de voorzitter, mijnheer de voorzitter. Mijnheer Oosting, ik hoor u zeggen dat we plannen niet meer op de tekentafel maken, maar dat samen met de stad doen. Bewoners moeten aan de voorkant worden betrokken. Vindt u het dan niet vreemd dat wij hier middels een voorstel gaan bepalen welke vier pilots we gaan doen en hoe bewoners daarin kunnen meepraten? Dan hebben wij toch al op de tekentafel bedacht wat eruit moet 23