Ingangscontrole en aanvoercontrole. Een aardig product

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ingangscontrole en aanvoercontrole. Een aardig product"

Transcriptie

1 Ingangscontrole en aanvoercontrole Een aardig product

2

3 Een aardig product Ton van der Hoorn eerste druk, 2001 EEN AARDIG PRODUCT 3

4 Colofon Uitgever Auteursteam Illustraties Redactie Ontwikkelcentrum Ton van der Hoorn Verbaal - bureau voor visuele communicaties Fidder & Löhr Artikelcode: Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum. 4 EEN AARDIG PRODUCT

5 Voorwoord Deze uitgave bevat de onderwijseenheden: Een aardig product, Een plant geteeld en kwaliteit oogsten van de deelkwalificatie ingangscontrole en aanvoercontrole (2B020.1). Voor de onderwijseenheid is er een uitgave met opdrachten en bronnen en een uitgave met theorie. Opdrachten Aan het begin van elke opdracht staat het opdrachtdoel. Daar staat wat je aan het einde van de opdracht moet kunnen. De opdrachten bevorderen de zelfwerkzaamheid. Met de opdrachten kun je je kennis in de praktijk toetsen of bepaalde vaardigheden trainen. Als je alle opdrachten met voldoende resultaat hebt uitgevoerd, beheers je de stof. Bronnenoverzicht Om de opdrachten uit te voeren heb je informatie nodig. Hiervoor kun je het bijbehorende theorieboek gebruiken. Maar je kunt ook andere bronnen raadplegen. In het bronnenoverzicht staat waar je allemaal informatie kunt vinden over de onderdelen van planten en plantengroei. Dit kunnen boeken zijn, maar ook vakbladen, folders, video s, het internet, etcetera. Theorie Het theorieboek bevat de theorie die je het meest nodig hebt en die niet gauw verandert. Om het bestuderen en verwerken van de tekst gemakkelijker te maken kun je aan het einde van de paragrafen verwerkingsvragen maken. Namens het auteursteam wens ik je veel succes bij het werken met deze uitgave. De auteur, Ton van der Hoorn VOORWOORD 5

6 6 EEN AARDIG PRODUCT

7 Een aardig produkt VOORWOORD 7

8 Inleiding Een aardig product is de eerste onderwijseenheid van de deelkwalificatie Ingangscontrole en aanvoercontrole. In dit boek maak je kennis met de belangrijkste begrippen rondom plant en plantengroei. Tenslotte heb je ook bij de handel in bloemen en planten te maken met specifieke termen en kenmerken van het product. Voor een goede communicatie is het van belang dat je de belangrijkste daarvan kent. In hoofdstuk 1 worden de belangrijkste inwendige en uitwendige kenmerken van de plant behandeld. Je zult het nodig hebben om later bepaalde processen in de plant te kunnen begrijpen. In hoofdstuk 2 behandelen we allerlei termen van planten en plantenonderdelen, zoals die ook in de handel gehanteerd worden. Tenslotte worden niet alleen bloemen en planten verkocht, maar ook bollen, knollen en vruchten. In hoofdstuk 3 beschrijven we de assimilatie en de dissimilatie. Twee levensprocessen die ook in de handelsketen een niet onbelangrijke rol spelen bij het instandhouden van de kwaliteit. Hoofdstuk 4 behandelt de wateropname en waterafgifte van de plant. Beide processen spelen bij de handel in plantenteeltproducten een zeer belangrijke rol. 8 EEN AARDIG PRODUCT

9 Inhoud Voorwoord 5 Een aardig produkt 7 Inleiding 8 1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21 2 Onderdelen van een plant De bloem en het zaad Bollen, knollen, stekken Morfologische termen Uitgangsmateriaal Afsluiting 33 3 Het groeien van planten Fysiologie van de plant Assimilatie of fotosynthese Assimilatie en transport Dissimilatie of ademhaling Afsluiting 42 4 Water en voeding Bestanddelen van de plant Het opnemen van water en voedingsstoffen Het afgeven van water Het vervoer van water in de plant Afsluiting 48 Een plant geteeld 51 Inleiding 53 5 Teeltmethoden en teeltwerkzaamheden Teeltmethoden Teeltwerkzaamheden Beïnvloeden van de bloei Afsluiting 69 INHOUD 9

10 6 Eenvoudige teeltprincipes bij de roos Geschiedenis, herkomst en teeltcentra Indeling van het sortiment rozen De bouw van de plant Teelthandelingen Afsluiting 80 7 Eenvoudige teeltprincipes bij de begonia De indeling van begoniasoorten De bouw van een begonia Het verloop van de teelt De teelthandelingen Afsluiting 89 Kwaliteit oogsten 91 Inleiding 93 8 Oogsten, sorteren en bossen van snijbloemen Werkzaamheden rondom het oogsten van de bloem De ontwikkeling van de bloem Oogsthandelingen Het sorteren en bossen van snijbloemen Organisatie bij verwerking Afsluiting Oogsten, sorteren en veilingklaar maken van potplanten Handelingen rondom het oogsten van de plant De ontwikkeling van de plant Oogsthandelingen Het sorteren van potplanten Afsluiting Aanvoervoorschriften en kwaliteit Kwaliteit Overzicht van de aanvoervoorschriften Minimale eisen Kwaliteitsvoorschrift Sorteringsvoorschrift Verpakkingsvoorschrift Aanduidingsvoorschrift De aanvoerbrief Afsluiting 123 Trefwoordenlijst EEN AARDIG PRODUCT

11 1 Kenmerken van de plant Oriëntatie Je hebt net een stereo-installatie gekocht; een computer of een zaktelefoon. Het maakt eigenlijk niet uit wat. Als je het leuk of interessant vindt, wil je weten hoe het apparaat werkt. Wat kun je er allemaal mee? Waar dienen de knoppen en toetsen voor? Als je straks op het leerbedrijf en later in je werk veel met bloemen en planten te maken hebt, is het ook belangrijk te weten wat een plant is en waar de onderdelen eigenlijk voor dienen. Dan kun je beter begrijpen hoe planten groeien en waar je op moet letten bij het verhandelen van planten. Daarom komen in dit hoofdstuk de belangrijkste kenmerken van een plant aan bod en leer je hoe planten groeien. Fig. 1.1 Waar dient het allemaal voor? 1.1 De uiterlijke kenmerken van een plant Je hebt een hoofd, romp en ledematen. Maar daarnaast heb je ook een neus, mond, ogen en oren. hoofdorganen Een plant heeft drie hoofdorganen: wortel, stengel en blad. Alle andere organen, zoals knollen, bloemen, vruchten, enzovoort kun je beschouwen als afgeleide organen.wortel, stengel of blad hebben als afgeleide organen een andere of extra functie gekregen en zijn daarom geheel veranderd van vorm, kleur en uiterlijk. Zo KENMERKEN VAN DE PLANT 11

12 morfologie hebben bloembladeren geen bladgroen meer, maar is de bouw wel erg vergelijkbaar met die van een gewoon groen blad. En zo is bijvoorbeeld de dikke ondergrondse knol van de dahlia niet alleen een wortel, maar ook een opslagorgaan van water en voeding. Het bekijken, bestuderen en vergelijken van uiterlijke kenmerken van een plant heet morfologie. De wortel wortelgestel Als je alle wortels van een plant tegelijk bekijkt, bekijk je het wortelgestel van een plant. Je kunt dan opmerkelijke verschillen zien. Voorbeelden van wortelstelsels zijn: een goed ontwikkelde hoofdwortel en goed ontwikkelde zijwortels (roos, tomaat); een dikke hoofdwortel en weinig ontwikkelde zijwortels (lupine, sla); weinig of geen hoofdwortels en sterk ontwikkelde zijwortels (azalea, gras). De vorm van het wortelstelsel is vooral afhankelijk van de plantensoort. Natuurlijk heeft de grondsoort ook wel enige invloed op hoe de wortels zich ontwikkelen, maar die bepaalt niet de hoofdvorm van het wortelgestel. Fig. 1.2 Verschillende soorten wortelstelsels. Let daarbij vooral op de hoofdwortel. Kijk je nauwkeuriger naar het wortelgestel, dan kun je een onderscheid maken in: hoofdwortels, bijwortels, zijwortels en haarwortels. Vooral bij kiemplanten kun je de hoofdwortelvaak duidelijk zien. Het is de dikste en zwaarste wortel. Is er geen echte hoofdwortel aanwezig, zoals bij een tulp, dan spreek je van bijwortels. Deze hebben allemaal ongeveer dezelfde omvang en lengte. De wortels die goed zichtbaar zijn en aan de hoofdwortel of bijwortel zitten, noem je zijwortels. De allerfijnste wortels die je nauwelijks kunt waarnemen, noem je haarwortels. Juist deze haarwortels zijn erg belangrijk voor de wateropname. In figuur 1.3 kun je de verschillen tussen deze wortels goed zien. 12 EEN AARDIG PRODUCT

13 Fig. 1.3 Het onderscheid tussen hoofdwortels, zijwortels, bijwortels en haarwortels kun je bij een wortelstelsel goed waarnemen. functie opslagplaats De functie van de wortels is in alle gevallen hetzelfde. Wortels zorgen voor bevestiging van de plant in de grond en voor de opname van water en voedingsstoffen. Natuurlijk kunnen in sommige gevallen wortels ook nog een andere functie erbij gekregen hebben. Soms zijn wortels een opslagplaats voor voeding en water, zoals bij peen, witlof en dahlia. Dergelijke planten kunnen dan op hun natuurlijke groeiplaats een slechte klimaatsperiode overleven. De stengel okselknop indernodie Elke plant heeft een stengel; soms zeer lang, zoals bij zonnebloemen, soms zeer kort, zoals bij sla. De stengels kunnen kruidachtigzijn, zoals bij veel perkplanten en soms verhout, zoals bij bomen. De stengel is ook het orgaan waaraan de bladeren, bloemen en vruchten bevestigd zijn. In de oksels van de bladeren vind je een okselknop of slapend oog. De stengel wordt afgesloten door een of meerdere eindknoppen. Een ander woord voor het deel tussen de bladeren is indernodie. In de stengel vindt het transport van voedsel en water plaats. In sommige gevallen is het ook een opslagorgaan voor water en voeding, zoals bij cactussen. DE UITERLIJKE KENMERKEN VAN EEN PLANT 13

14 Fig. 1.4 Een stengel bestaat uit verschillende onderdelen: eindknop, okselknop, internodiën. Het blad Het meest opvallend aan een plant zijn de bladeren. Ze vormen een belangrijk onderdeel van de plant en zijn noodzakelijk voor de groei. Bij een blad kun je de volgende onderdelen onderscheiden: bladschede, bladsteel, bladvoet en bladschijf.zie figuur 1.5. Fig. 1.5 Een blad bestaat uit de volgende onderdelen: bladschede, bladsteel, bladvoet en bladschijf. hoofdfuncties Bladeren kunnen verschillende vormen hebben. Voorbeelden daarvan zijn lancetvormige, handvormige, naaldvormige, spatelvormige en ovale bladeren. Maar ook al kan de vorm van het blad sterk variëren, de belangrijkste functies blijven hetzelfde. Bladeren hebben namelijk twee hoofdfuncties. De bladgroenkorrels in het blad zetten koolzuurgas (CO 2 ) en water om in suiker en zuurstof. Dit proces heet fotosynthese. Een andere belangrijke functie van het blad is de verdamping. De wortel neemt het water en de voedingsstoffen op, waarna de stengel het transporteert. Via de huidmondjes aan de onderkant van het blad verlaat het water in de vorm van waterdamp de plant weer. 14 EEN AARDIG PRODUCT

15 In grote lijnen kun je bladeren in twee groepen indelen: enkelvoudige bladeren; samengestelde bladeren. Samengestelde bladeren zijn weer onder te verdelen in: geveerde bladeren; handvormig samengestelde bladeren. Fig. 1.6 Bladeren kun je in twee grote groepen indelen: enkelvoudige en samengestelde bladeren. Nerven zijn de vaatbundels in de bladeren en zorgen voor het transport van water en voeding naar de uiterste bladpunten. Bij bladeren kom je verschillende vormen van nervatuur tegen. Bij een aantal planten vormen ze zelfs een deel van de sierwaarde (Maranta, Alocasia (=skeletplant)). De belangrijkste bladnervaturen zijn: veernervig; handnervig; netnervig; parallelnervig. Fig. 1.7 Verschillende vormen van nervatuur. Niet alleen de nervatuur van een blad kan verschillen, ook in vormen is er een grote variatie. De verschillende vormen kun je in vier groepen indelen: de grootste breedte van het blad in het midden; de grootste breedte van het blad onder het midden; de grootste breedte van het blad boven het midden; de breedte van het blad overal ongeveer gelijk. DE UITERLIJKE KENMERKEN VAN EEN PLANT 15

16 Fig. 1.8 Verschillende bladvormen. Tot slot is een belangrijk herkenningselement bij planten de bladrand. Ook daarin zijn vele mogelijkheden. Hier volgen de belangrijkste vier: gaafrandig; gezaagd; getand; gekarteld. 16 EEN AARDIG PRODUCT

17 Fig. 1.9 Verschillende vormen van bladranden met de bijbehorende termen. Vragen 1.1 Het kunnen benoemen van de verschillende plantenonderdelen maakt het praten erover eenvoudiger. Controleer of je de geleerde begrippen hebt begrepen door bij de beweringen die juist zijn de letter te omcirkelen. a Een hoofdwortel heeft vele bijwortels. b Haarwortels zijn fijner dan zijwortels. c Een tulpenbol ontwikkelt vele zijwortels. d Een wortel is in het bezit van slapende ogen. e Een tomaat heeft een slecht ontwikkelde hoofdwortel en weinig zijwortels. f De belangrijkste functie van wortels is opname van koolzuurgas (CO 2 ). g Het stuk stengel tussen twee bladeren noemen we internodie. h In de bladoksels vinden we altijd een slapend oog. i Tussen de bladschede en bladvoet zit de bladschijf. j Voor fotosynthese zijn in ieder geval licht en bladgroenkorrels nodig. k Schaduwplanten hebben vaak grote ovale bladeren, daardoor kunnen ze toch nog goed licht ontvangen. 1.2 Het inwendige van de plant Weet je dat de patatkraam op de veiling, vlakbij het bemiddelingsbureau tegenwoordige ook heerlijke frikadellen verkoopt. De inwendige mens wil ook wat. Tot nu toe heb je je beziggehouden met het uitwendige van de plant. Datgene wat je gewoon met je ogen kunt zien. Nu ga je naar de inwendige bouw, oftewel de anatomieanatomie, van de plant kijken. Hoewel er veel over de inwendige bouw van een plant te vertellen is, beperken we ons hier tot het bekijken van een doorsnede van de wortel, stengel en het blad. De wortel Bij een dwarsdoorsnede van een (kruidachtige) wortel kun je een epidermis (opperhuid), schors en een centrale cilinder onderscheiden. Zie figuur HET INWENDIGE VAN DE PLANT 17

18 Fig Dwarsdoorsnede van de wortel van een hyacint. Opvallend is de dikke schors en de centrale ligging van de vaatbundels. epidermis De epidermis van de wortel heeft geen beschermende laag, zoals dat wel het geval is bij de stengel en het blad. Dit heeft te maken met het opnemen van water en voedingszouten door de wortel. In bepaalde gevallen heeft een aantal cellen uitstulpingen, de wortelharen. Dit vergroot de buitenoppervlakte van de wortel en geeft de wortel meer mogelijkheden om water en voeding op te nemen. Meer naar binnen vind je de schors. Deze is veel dikker dan bij de stengel. In het hart van de wortel vind je de centrale cilinder. De centrale cilinder bevat de houtvaten en bastvaten, die voor het transport van water en voedingsstoffen zorgen. De stengel eenzaadlobbigen Bij een dwarsdoorsnede van een stengel vind je aan de buitenkant de epidermis. Meer naar binnen vind je de schors. Vervolgens kom je in de stengel de vaatbundels tegen. Bij eenzaadlobbigen (zoals grassen) liggen deze verspreid in de centrale cilinder. Bij tweezaadlobbigentweezaadlobbigen (zoals veel houtige gewassen) liggen de vaatbundels in een kring. Zie figuur Een vaatbundel bestaat uit een aantal houtvaten, die aan de binnenkant liggen en een aantal bastvaten, die aan de buitenkant liggen. De houtvaten zorgen voor het transport van water en voedingszouten vanuit de wortel naar de bladeren. Bij de bastvaten is de waterstroom precies tegenovergesteld. Water met suikers, die in de bladeren gevormd zijn, gaat via de bladeren naar de wortels en andere plantendelen. 18 EEN AARDIG PRODUCT

19 Fig Dwarsdoorsnede van de stengel van een eenzaadlobbige (boven) en een tweezaadlobbige (onder). Let op de verschillende ligging van de vaatbundels. Het blad bladmoes Tot slot kijken we naar de bouw van het blad. Een blad is aan de boven- en onderzijde bedekt door de epidermis. Hiertussen bevindt zich het bladmoes met daarin de vaatbundels. Deze vaatbundels zie je als nerven in het blad. Aan de onderzijde van het blad vind je in de epidermis talloze huidmondjes. Daar kan de plant koolzuurgas mee opnemen. Zuurstof en overtollig water in de vorm van waterdamp wordt via deze huidmondjes afgevoerd. Bladeren zijn vrijwel altijd groen door de bladgroenkorrelsbladgroenkorrels. Daarmee kan een plant met behulp van zonlicht zijn eigen voedingsstoffen maken. Sommige planten en bloemen (vetplanten, anjers) hebben op het blad ook een duidelijke waslaag. Deze mag tijdens de behandeling niet beschadigd worden, omdat het een deel van de sierwaarde vormt. HET INWENDIGE VAN DE PLANT 19

20 Fig Doorsnede van een blad. Let op de vormen van de cellen en de plaats van de huidmondjes en de nerf. Vragen 1.2 In het inwendige van een plant kom je verschillende onderdelen tegen. De functie en de plaats van deze onderdelen is verschillend. Beantwoord onderstaande vragen door de juiste antwoorden aan te vinken. a Welke onderdelen gebruikt de plant voor het transport van water? Epidermis van de wortel. Bastvaten. Nerven. Schors van de stengel. Centrale cilinder. Houtvaten. Vaatbundels. Schors van de wortel. b In welke onderdelen kan een plant voeding opslaan? Epidermis van de wortel. Bastvaten. Nerven. Schors van de stengel. Centrale cilinder. Epidermis van de stengel. Vaatbundels. Schors van de wortel. c Welke onderdelen in de hoofdorganen zijn erg vergelijkbaar in functie? Epidermis van wortel en epidermis van stengel. Centrale cilinder en vaatbundels. Nerven van het blad en de epidermis van de wortel. Vaatbundels en schors van de wortel. Schors van de wortel en de bast van de stengel. d Welke onderdelen transporteren het water in beide richtingen? Nerven. Bastvaten. Vaatbundels. Centrale cilinder. Houtvaten. 20 EEN AARDIG PRODUCT

21 1.3 Afsluiting In de handel staat het product centraal. Het is daarom belangrijk dat je goed weet wat een plant is. Een plant heeft drie hoofdorganen: wortel, stengel en blad. Alle andere organen zijn morfologisch gezien afgeleide organen van deze drie hoofdorganen. Bij de wortel kun je een onderscheid maken in hoofdwortels, bijwortels, zijwortels en wortelharen. Wortels hebben als belangrijkste taak water en voeding uit de grond op te nemen. Een stengel kan houtachtig of kruidachtig zijn. Aan de stengel zitten de bladeren, bloemen en vruchten. In een bladoksel zit een slapend oog. De vaatbundels in de stengel zorgen voor het transport van water en voedingsstoffen. Een blad bestaat uit epidermis en bladmoes. De vaatbundels in de bladeren heten nerven. Aan de onderzijde van het blad vind je in de epidermis talloze huidmondjes. Daarmee neemt de plant CO 2 op en kan waterdamp de plant verlaten. Bladeren zijn van groot belang voor de plant. Zij zorgen voor de fotosynthese en de verdamping. Bij het inwendige van de plant is vooral de stengel erg interessant. In de stengel kom je namelijk vaatbundels tegen. Er zijn houtvaten en bastvaten. Houtvaten zorgen voor het transport van water en voedingsstoffen van de wortel naar het blad. Bastvaten zorgen voor het transport van suikers (die in het blad gevormd worden) naar de wortel of naar reserveorganen. AFSLUITING 21

22 2 Onderdelen van een plant Oriëntatie Een auto is een industrieel product, waarvan je waarschijnlijk ook een aantal onderdelen kunt benoemen, zoals het stuur, de wielen, het motorblok en de radiator. Deze onderdelen kun je ook apart kopen en gebruiken voor bijvoorbeeld een reparatie. De onderdelen zijn dus gewoon in de handel te koop. Bij de handel in planten gaat het al niet veel anders. Het gaat lang niet altijd om het volledige product, zoals bij de kamerplanten. Heel vaak betreft het een onderdeel van het plantaardige product: een tak, een vrucht, een bol of knol. Er zijn op dit gebied nogal wat vaktermen en omdat je ze veelvuldig in de praktijk tegen zult komen, vind je hier alvast de belangrijkste producttermen op een rij. 2.1 De bloem en het zaad Ken jij Karel? Die heeft rode haren en groen ogen. Dat is toch op z'n minst bijzonder. vruchtbeginsel zaadbeginsels Bijzondere onderdelen van de plant vormen de bloem, de vrucht en het zaad. Vooral de bloemen, maar in een aantal gevallen de vruchten en soms zelfs het zaad vormen de sierwaarde van een potplant of een snijbloem. De plant vormt echter geen bloemen, vruchten of zaad voor de sierwaarde. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor de voortplanting. In de natuur vermeerderen de meeste planten zich door zaad. Veel glasgroente gewassen en perkplanten worden ook door zaad vermeerderd. Zaad is dus een belangrijk uitgangsmateriaal bij een teelt. Maar wat is zaad eigenlijk? Daarvoor moet je terug naar de plant. Planten vormen na verloop van tijd bloemen en bloemen spelen een belangrijke rol bij de zaadvorming. Hoewel er vele bloemvormen bestaan, is er altijd een vast bouwplan. In figuur 2.1 is schematisch een bloem getekend. Een bloem heeft kelkbladeren, deze zijn meestal groen en beschermen de bloem zolang deze nog in knop is. De kroonbladeren zijn vaak opvallend van kleur en vormen de sierwaarde van de plant. De meeldraden die je in de bloem aantreft, zijn de mannelijke voortplantingsorganen. Ze leveren de stuifmeelkorrels. De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan. Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en een vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevinden zich een of meerdere zaadbeginsels. Deze zaadbeginsels kunnen na bevruchting uitgroeien tot zaad. 22 EEN AARDIG PRODUCT

23 Fig. 2.1 De verschillende onderdelen van de bloem. niet-zaadvaste Het heeft allerlei voordelen om zaad te gebruiken als uitgangsmateriaal voor de teelt. Er is minder kans op het overbrengen van ziekten. Zaden zijn goed te bewaren en te transporteren. En één plant kan zeer veel nakomelingen produceren, waardoor het als uitgangsmateriaal goedkoop is. Natuurlijk zijn er ook nadelen verbonden aan zaad. Kiemplanten kunnen soms erg gevoelig zijn voor ziekten en plagen. De opkweek tot volwassen plant kan soms meerdere jaren in beslag nemen. Bovendien kunnen bij niet-zaadvaste rassen karakteristieke eigenschappen verloren gaan. Nederland neemt op het gebied van de zaadproductie en zaadhandel in sierteeltproducten een vooraanstaande positie in. Vooral in en rondom Enkhuizen vind je een aantal grote internationaal georiënteerde zaadteeltbedrijven. Om er zeker van te zijn dat de kwaliteit van de zaden goed is, keurt de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor de Tuinbouw (NAKTuinbouw) de zaden. De NAKTuinbouwNAKTuinbouw is een stichting die werkt onder toezicht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het is de taak van de NAKTuinbouw er op toe te zien dat het verhandelde uitgangsmateriaal goed is. Vragen 2.1 Elke bloem heeft een vast bouwplan. Je komt de volgende onderdelen tegen: vruchtbeginsel; kroonbladeren; stamper; meeldraden; zaadbeginsel; kelkbladeren. a b Zet deze onderdelen in de juiste volgorde, gerekend van buiten naar binnen. Vul in onderstaande zinnen het juiste woord in. In de natuur vermeerderen planten zich meerstal door Meestal vormen de de kleur van de bloem. De mannelijke voortplantingsorganen zijn In de beginsels bevinden zich meestal een of meer Bij rassen kunnen bij zaadvermeerdering kenmerkende eigenschappen verloren gaan. DE BLOEM EN HET ZAAD 23

24 2.2 Bollen, knollen, stekken Welke schoenmaat heb jij eigenlijk? Wat? 47! Ik wist niet dat je op zo n grote voet leefde! Nou, ja het heeft in ieder geval één voordeel; je staat stevig. Je kunt bij een teelt van zaad uitgaan, maar in de bloemen- en potplantenteelt is het heel gebruikelijk om ook vegetatief vermeerderd materiaal (bol, knol, stek) te gebruiken. Bloemen en zaden spelen bij deze vermeerdering geen rol. Er zijn in de sierteelt verschillende redenen om te kiezen voor vegetatieve vermeerdering. De belangrijkste is wel dat door vegetatieve vermeerdering de eigenschappen van de ouderplant volledig overgaan op de nakomeling. Erfelijk gezien zijn de planten aan elkaar gelijk, oftewel identiek. Andere redenen voor vegetatieve vermeerdering kunnen zijn: Je hebt sneller een grote plant. Je krijgt mooiere en betere planten. Natuurlijk kleven er ook bezwaren aan het vegetatief vermeerderd uitgangsmateriaal. Ziekten, met name virussen en bacteriën gaan mee over van de ouders op de nakomelingen. Daarnaast is vegetatieve vermeerdering arbeidsintensief en vraagt het veel ruimte. Bovendien kunnen er gemakkelijk afwijkingen ontstaan. Hierna komen drie vormen van vegetatieve vermeerderingen aan bod; de bollen, knollen en stekken. De bol bolschijf bolrokken Zoals je al hebt gelezen, heeft een plant drie hoofdorganen. Zelfs als je een bol bekijkt, kun je die organen terugvinden. Als je een bol (ui, tulpenbol) doormidden snijdt, zie je een bolschijf, bolrokken en wortels. Zie figuur 2.2. De bolschijf is niets anders dan een gedrongen stuk stengel; de bolrokken zijn de bladeren en de wortels zitten aan de bolschijf (stengel). Het ziet er heel anders uit, maar in wezen bestaat een bol ook gewoon uit een stengel, bladeren en wortels. Fig. 2.2 De opbouw van een bol. In de vlezige bolrokken ligt veel reservevoedsel opgeslagen. ziftmaat Bij de beoordeling van een bol als uitgangsmateriaal voor een teelt kun je letten op: de maat en de uitwendige en de inwendige kwaliteit. De maat van de bol is de omtrek van de bol in cm. Je spreekt van ziftmaat. Grote bollen zijn in het algemeen groeikrachtiger en bloeiwilliger dan kleine bollen. Bij te kleine bollen kan de bloei zelfs 24 EEN AARDIG PRODUCT

25 achterwege blijven. Bij de uitwendige beoordeling kijk je onder andere naar: de huid, de beschadigingen, de kleur, de wortelkrans en dergelijke. Het moeilijkst te beoordelen is de inwendige kwaliteit. Je kunt wat bollen doorsnijden, maar dat zegt nog niet alles over de gehele partij. Bovendien kun je de inwendige kwaliteit ook na doorsnijden niet altijd met het oog waarnemen. Je zult dus veel vertrouwen moeten hebben in de leverancier van de bollen. De knol stengelknollen wortelknollen Bij stengelknollen (fresia, aardappel) is een stengeldeel opgezwollen. Stengelknollen zijn dan ook massief en hebben aan de buitenkant (slapende) ogen zitten. Stengelknollen worden vaak als plantmateriaal gebruikt. Bij wortelknollen (dahlia) zijn de wortels opgezwollen. Wortelknollen hebben net als wortels geen slapende ogen. Als je wortelknollen gebruikt als uitgangsmateriaal moet je zorgen dat ook een stuk stengel aanwezig is. Daar zit een slapend oog op dat kan uitlopen. Bollen en knollen zijn reserveorganen. Ze dienen voor opslag van water en voedingsstoffen. Fig. 2.3 Een krokusknol in het vroege voorjaar. De stek moerplanten kloon Als je een stek als uitgangsmateriaal wilt gebruiken, zul je eerst een partij (geselecteerde) planten apart moeten zetten. Daar kun je dan de stekken van snijden. Zo n partij planten noem je moerplanten. Een stek bestaat meestal uit een stengeldeel met een of meerdere bladeren. Alleen de wortels moeten nog gevormd worden. Stekvermeerdering van de belangrijkste cultuurgewassen (chrysant, anjer, kerstster) vindt plaats op grote vermeerderingsbedrijven. Deze vermeerderingsbedrijven houden zich daarnaast vrijwel altijd bezig met het ontwikkelen van nieuwe rassen. Dat heet veredelen. Heb je eenmaal zo n nieuw ras gevonden, dan kun je door vegetatieve vermeerdering (bijvoorbeeld stekken) zorgen voor veel nakomelingen. Alle nakomelingen van zo n nieuw gewonnen plant (ras) noem je een kloon. Alle rassen die in de sierteelt uitsluitend vegetatief vermeerderd zijn, komen dus uiteindelijk van één plant af. Een ongeworteld stek is voor een aantal potplanten (klimop, Kalanchoe) BOLLEN, KNOLLEN, STEKKEN 25

26 het uitgangsmateriaal. De ongewortelde stek plant je direct in de eindpot. Nederland kent een groot aantal vermeerderingsbedrijven die jong plantmateriaal (rozen, chrysanten, gerbera s) op de markt brengen. Voor wat betreft de handel in jonge planten heeft Nederland wereldwijd een goede naam. Vragen 2.2 In de onderstaande zinnen ontbreekt steeds een woord. Vul het juiste woord in en kies daarbij uit: stengelknollen; wortelknollen; blad; kloon; vegetatieve vermeerdering; slapende ogen; moerplant; bolschijf. a Stekken van één... zijn erfelijk gelijk aan elkaar. b Een... is eigenlijk een stengel. c Een bolrok is morfologisch gezien een... d... zijn massief. e Op stengelknollen zitten... f Als een partij planten oorspronkelijk afkomstig is van één plant spreek je van een... g Stekken is een voorbeeld van... h... hebben geen slapende ogen. 2.3 Morfologische termen Wil jij dat dingetje dat daar ligt even aangeven? Zo, dat is lekker duidelijk! Noem de dingen bij hun naam, dan weet ik wat je bedoelt. Natuurlijk zijn er heel veel meer termen die iets zeggen over onderdelen of het uiterlijk van planten. Dit zijn morfologische termen. Voor een goede communicatie op de bedrijfsvloer is het erg handig als iedereen dezelfde begrippen hanteert. Hier volgen een aantal belangrijke begrippen. 26 EEN AARDIG PRODUCT

27 Blad Afwisselende bladstand: Bladknoop: Bladschede: Bladschijf: Samengesteld blad: Oksel: bladstand met één blad per knoop. De opeenvolgende bladeren staan beurtelings links en rechts van de stengel. plaats aan de stengel waar de bladeren zijn ingeplant. verbrede voet van een bladsteel, die de stengel geheel of gedeeltelijk omsluit (bijvoorbeeld bij Dracaenablad). vlak uitgespreide deel van het blad. blad dat tot de hoofdnerf is ingesneden, zodat het blad bestaat uit twee of meer afzonderlijke stukken, de blaadjes. scherpe hoek tussen stengel en andere plantendelen (bijvoorbeeld bloem of blad). Fig. 2.4 Bij een blad horen allerlei morfologische termen. MORFOLOGISCHE TERMEN 27

28 Bloem Bloeiwijze: Bloembodem: Meeldraad: Stuifmeel: Stamper: Stempel: Schutblad: Vruchtbeginsel: Tweehuizige bloem: Eenhuizig bloem: Eenslachtige plant: Tweeslachtige plant: manier waarop de bloem of de bloemen aan de plant zijn gerangschikt. plat, hol of bol uiteinde van de bloemsteel waarop de bloemdelen staan ingeplant. mannelijk geslachtsorgaan van een bloem dat bestaat uit een draadvormig deel, de helmdraad, en een knopvormig deel, de helmknop. poederachtig product (stuifmeelkorrels), dat geproduceerd wordt door de meeldraden en voor de bestuiving van de bloemen kan zorgen. deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan waar het stuifmeel van de meeldraden op blijft zitten. Buisvormig orgaan, waardoor de stuifmeelkorrel door kan groeien van stempel naar vruchtbeginsel. blad, in de oksel waarvan een bloem of een bloeiwijze staat. opgezwollen, hol onderste gedeelte van de stamper, dat een of meer zaadknoppen bevat. bloemsoort waarbij mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten voorkomen. mannelijke en vrouwelijke bloemen apart, maar op dezelfde plant voorkomend. plant met alleen vrouwelijke of alleen mannelijke voortplantingsorganen. plant met zowel vrouwelijke als mannelijke voortplantingsorganen. Ondergrondse organen Bol: Knol: Wortelstok: ondergronds orgaan met een korte schijf (bolstoel of bolschijf) waarop opgezwollen rokken of schubben staan. ondergrondse overblijvende, opgezwollen stengel of wortel, die reservevoedsel bevat. ondergrondse dikke stengel; vaak ook reserveorgaan. 28 EEN AARDIG PRODUCT

29 Vragen 2.3 Teken een plant waarin je de volgende onderdelen goed en duidelijk zichtbaar maakt. Geef ook met pijlen aan waar die onderdelen zich bevinden. Afwisselende bladstand. Bladknoop. Bladschijf. Bloem. Bloembodem. Stamper. Stempel. Stengel. Internodie. Wortelstok. 2.4 Uitgangsmateriaal Vroeger was het al een aardige vent. En nu kun je nog steeds goed met hem werken. Hij komt uit een goed nest en heeft ook een goede opleiding achter de rug, maar wat nog belangrijker is: je kunt hem in ieder geval vertrouwen. Veel plantmateriaal in de glastuinbouw koopt een tuinder van vermeerderingsbedrijven of kwekers van jonge planten. Behalve bollen en knollen krijgt hij het uitgangsmateriaal (zaailingen, stekken) meestal aangeleverd met een wortelkluitje. Het kan dan gemakkelijker doorgroeien. In de handel kun je de volgende producten tegenkomen. Planten opgekweekt in: perspotten (chrysanten); zaai- en verspeenplaten (eenjarige zaaibloemen); opkweekpotten (begonia); plantpluggen (eenjarigen). Perspotten standaard mengsel Je kunt planten kopen in een perspot of als een perskluit. Met name bij jaarrondchrysanten is dat het geval. Het standaard mengsel bij het maken van perspotten, bestaat uit circa 60% tuinturf en 40% turfstrooisel. Hieraan voegt de kweker nog een kalkmeststof en voedingsstoffen. Het is belangrijk de potten niet te nat en te vast te persen. De hoeveelheid lucht in de perskluit is dan te gering. Meestal gebruikt een vermeerderingsbedrijf potjes van 4,2 x 4,2 cm en 3 cm hoog. Maar je kunt ook gebruikmaken van potjes van 5 x 5 cm en 3 cm hoog. De potten worden in plastic bakken geperst. Bij chrysanten is een zijkant van deze bakken open, zodat je bij het planten de perspotplanten er gemakkelijk kunt uitschuiven. Er zijn gespecialiseerde bedrijven die deze perspotten maken. Het is belangrijk dat je tijdens de opkweek de perspot niet laat uitdrogen. Het is niet gemakkelijk deze weer vochtig te krijgen. Zaai- en verspeenplaten Vroeger werd er veel gezaaid, verspeend en gestekt in styropor (tempex) bakken, gevuld met zaai- of stekgrond. Bij het verwerken van zo opgekweekte planten heb je kans op een flinke wortelbeschadiging. Bovendien is het verspenen of oppotten UITGANGSMATERIAAL 29

30 stertray microtray niet te automatiseren. Daarom gebruiken veel kwekers tegenwoordig kunststof verspeenplaten. Vooral de stertray is erg bekend. Door de speciale vorm kunnen de wortels niet onderin het potje ronddraaien. De doorgroei van planten uit een stertray is daarom ook beter dan die van planten uit een gewone tray. Een andere ontwikkeling is de microtray. Deze biedt mogelijkheden tot geautomatiseerde verwerking van de plantjes. De wortels en de bladeren beschadigen nauwelijks bij deze manier van verwerken. Bovendien is het microklimaat in en onder de tray gunstig voor de groei en voorkomt het de ontwikkeling van algen, bacteriën en schimmels. Fig. 2.5 De microtray; een nauwkeurige opkweek is noodzakelijk. Opkweekpotten jiffyturfpotjesjiffyturfpotjes bestaan voor minimaal 50% uit lichte, poreuze turfmolm, waaraan houtpulp als bindmiddel, meststoffen en kalk zijn toegevoegd. Dankzij deze samenstelling blijven de potten voldoende stevig als ze vochtig zijn. Bovendien is een goede doorworteling door de poreuze structuur mogelijk. Bij het oppotten beschadig je de wortels niet. De planten groeien ongestoord verder, omdat de wortels door de potwand heen groeien. Jiffyturfpotjes zijn er in allerlei vormen: rond, vierkant, met sleuven en met stappelnokken. Jiffyturfpotjes kun je op eenmalige plastic trays verwerken. Dat maakt het werken een stuk eenvoudiger. Deze trays hebben een gat in de bodem voor een goede water-luchthuishouding. 30 EEN AARDIG PRODUCT

31 Fig. 2.6 Jiffy-7 in verschillende maten. Een ander product van dezelfde fabrikant is Jiffy-7. Het zijn geperste turftabletten, die na wateropname de gewenste omvang krijgen. De lucht-waterhuishouding is dan zodanig dat een goede beworteling van de stekken mogelijk is. De fabrikant levert de Jiffy-7 tabletten ook op trays. Je kunt ze dan direct gebruiken, eenvoudig hanteren en gemakkelijk opslaan. Bovendien leveren ze de Jiffy-potjes ook op een dunne capillaire matcapillaire mat of op geperforeerd plastic folie. Bij het uitrollen van zo n mat liggen de jiffy-potjes direct op de gewenste afstand. UITGANGSMATERIAAL 31

32 Fig. 2.7 Jiffy-7 direct op de gewenste afstand op een capillaire mat. Plantpluggen pluggenpluggen zijn miniatuur kluitjes. Verschillende fabrikanten leveren dit product. Een voordeel is dat er heel veel planten op een vierkante meter kunnen. Jiffy-pluggen zijn samengesteld uit een mengsel van sphagnumturf met voedingsstoffen en perlite. Een, voor wortels en lucht goed doorlaatbaar wit vlies houdt deze materialen bijeen. Grova is een leverancier van pluggen. Ze leveren kant en klaar gevulde stekpotjes met een papieren omhulsel dat tijdens de doorgroei snel verteerd. Ze zijn verkrijgbaar in zowel een harde als zachte persing en met een zomerof wintermengsel. Fig. 2.8 Plantplug met gewortelde stek. Preforma plantpluggen zijn door de toevoeging van speciale bindmiddelen bijzonder stevig. Ze kunnen in elke gewenste tray geleverd worden. Bovendien kan de fabrikant ze voorzien van een plantgat, wat het stekken vereenvoudigd. In de meeste gevallen gebruikt de kweker als groeimedium veensubstraat, waarvan hij de samenstelling en grofheid in overleg met de klant bepaald. Er zijn goede resultaten behaald met kokos, vermiculiet, lavasteentjes, enzovoort. Door deze grondstoffen stevig te binden ontstaat er een stevige plantplug, die bij het verpotten niet uit elkaar valt. Omdat een 32 EEN AARDIG PRODUCT

33 steenwolpluggen omhulsel ontbreekt, krijgen de wortels na het verpotten alle gelegenheid om hun weg te vinden. Er is zelfs een plantplug ontwikkeld, waarin een tweede plantplug past. Met dit plug-in-plug systeem kun je zeer snel en eenvoudig planten overzetten in eengrotere plug. Uiteraard kennen we ook de steenwolpluggen. Dergelijke pluggen kun je zo in een steenwolblok overzetten. Vragen 2.4 a Rangschik de volgende producten naar volume van de inhoud. Verspeenplaat. Opkweekpot. Perspot. Plantplug. b Wat is het voordeel van een stertray? c Als een turfpotje in een eindpot staat, waar moet je dan opletten? d Welke opkweekpotten kun je soms nog zien in het eindproduct wanneer het op de veiling aan komt? 2.5 Afsluiting Grote vermeerderingsbedrijven en de tussenhandel verkopen onder andere bollen, knollen of stekken. Zaad is meestal het goedkoopste uitgangsmateriaal. Je kunt het goed bewaren en het is vrij van virusziekten. In Nederland keurt de NAKTuinbouw de kwaliteit van het zaad. Daarbij is onder andere de kiemkracht erg belangrijk. Om een gelijkmatigere, betere opkomst te kunnen krijgen en/of om machinaal te kunnen zaaien worden de zaden gepileerd, gegradueerd en gecoat. Als je bollen en knollen als uitgangsmateriaal gebruikt, begin je in ieder geval met flink wat reservevoedsel. Hoe groter de bol of knol, hoe sneller je een grotere plant krijgt. Niet alleen de ziftmaat, maar ook de uitwendige en inwendige kwaliteit is erg belangrijk. In de snijbloementeelt en potplantenteelt is een stek het meest gebruikte uitgangsmateriaal. Het is mooi uniform en heeft dezelfde eigenschappen als de ouderof moerplanten. Een stek wordt meestal opgekweekt door vermeerderingsbedrijven en aan de tuinders afgeleverd met een wortelkluitje. Het kan dan gemakkelijker doorgroeien. Gewortelde stek, maar ook zaailingen kunnen fabrikanten leveren in perspotten, zaai- en verspeenplaten, opkweekpotjes en plantpluggen. Wat de tuinder uiteindelijk gebruikt, is afhankelijk van de plantensoort en zijn eigen specifieke wensen. AFSLUITING 33

34 3 Het groeien van planten Oriëntatie Als je op de veiling een kar met planten ziet staan, kun je er wel haast zeker van zijn dat deze planten het niet erg naar hun zin hebben. Ze komen tenslotte uit een kas waar ze heerlijk vertroeteld zijn. Als je een kas binnen komt, zie je en voel je verschillende zaken. Het kan warm zijn, je bril kan beslaan, de kas kan wit gemaakt zijn, je hoort een ventilator draaien of het open en dicht gaan van de luchtramen. Alles wat je waarneemt, is bedoeld voor de planten. Dit zijn de ideale groeiomstandigheden. In dit hoofdstuk gaat het over deze omstandigheden waaronder planten groeien. 3.1 Fysiologie van de plant Gisteren had ik toch zo n enorme buikpijn. Ik geloof dat die frikadellen niet zo goed vielen. Daarom neem ik vandaag maar een stuk of vijf lekkere kroketten, want ik ben mijn brood weer eens vergeten. stofwisseling Fysiologie is de leer van de levensverrichtingen. Deze zijn zeer ingewikkeld. Het gaat om allerlei schei- en natuurkundige processen. Het materiaal, waaruit een plant bestaat, vernieuwd zich namelijk regelmatig. Hieruit kun je opmaken dat de plant stoffen opneemt en afbreekt. Dat noem je stofwisseling Je hoeft als handelaar in planten of plantaardige producten natuurlijk niet de details te kennen. Het is voldoende als je weet dat de stofwisseling uiteen valt in twee delen, namelijk: Opname van eenvoudige stoffen, die de bouwstoffen zijn voor dezelfde ingewikkelde stoffen, zoals suikers, eiwitten en vetten. Dit proces van opbouw assimilatie noem je assimilatie of fotosynthese. Bijvoorbeeld: uit CO 2 (koolzuurgas) en H 2 O (water) maakt de plant koolhydraten (suikers). Afbraak van ingewikkelde stoffen tot eenvoudige stoffen. Dit noem je dissimilatiedissimilatie of ademhaling of verbranding. Bijvoorbeeld: koolhydraten (of suikers) worden verbrand tot CO 2 en H 2 O, waarbij energie vrijkomt. Onder goede groeiomstandigheden (20 C, voldoende licht en water) is de assimilatie sterker dan de dissimilatie. Het gevolg is dat de hoeveelheid droge stof (suikers, koolhydraten, eiwitten) toeneemt. Er is dus sprake van groei van de plant. Een andere definitie van groei is de toename van het aantal cellen en het groter worden van de cellen. Je spreekt dan van celdeling en celstrekking. Iets anders is de ontwikkeling van de plant. Planten groeien niet alleen; ze ontwikkelen zich ook. De ontwikkeling van een plant is de overgang van de ene fase naar de andere. De belangrijkste ontwikkelingsfasen zijn: de kiemfase: uit zaad komen kiemwortels en kiembladeren; 34 EEN AARDIG PRODUCT

35 de vegetatieve fase: stengel- en bladvorming; de generatieve fase: bloem- en zaadvorming. Eenjarige planten doorlopen in een korte tijd de verschillende ontwikkelingsfasen. Deze planten vormen vanuit zaad heel snel weer bloemen en zaad. Ze maken een snelle ontwikkeling door. Veel boomsoorten daarentegen groeien eerst flink en gaan pas na jaren bloemen vormen. Hun ontwikkeling is traag. Fig. 3.1 Het proces van celdeling en celstrekking. Vragen 3.1 Beantwoord de onderstaande vragen. a Wat versta je onder fysiologie? b Hoe heet het regelmatig vervangen van het materiaal waaruit een plant bestaat? c Wat versta je onder assimilatie? d Geef een omschrijving van dissimilatie. e Wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling? 3.2 Assimilatie of fotosynthese Laatst met het voetballen voelde ik mij zo lekker. Ik barstte van de energie en ik was bovendien uitstekend in vorm. En toen nog die gouden goal! Fantastisch! anorganische stoffen organische stoffen Het proces waarbij de groene planten uit anorganische stoffen (stikstof, zuurstof, koolstof) organische stoffen (suikers, koolhydraten, eiwitten) kunnen bouwen, heet koolstofassimilatie. Vaak spreek je alleen over assimilatie of fotosynthese. Dit proces vindt plaats in de bladgroenkorrels van de plant. Vroeger meende men dat de plant de benodigde koolstof uit de bodem haalde. De lucht bevat slechts 0,035% CO 2 of koolzuurgas, vandaar dat men maar moeilijk kon aanvaarden dat deze CO 2 de bron zou zijn voor alle koolstofverbindingen. Toch bleek dit juist. De plant haalt wel degelijk koolzuurgas uit de lucht. Voor assimilatie is koolzuurgas, water, licht en bladgroen nodig. Verder moet ook de temperatuur voldoende hoog zijn. Bij voldoende hoge temperatuur ontstaan dan koolhydraten en zuurstof. Daarbij komt energie vrij. De omzetting voor fotosynthese is weergegeven in de volgende vergelijking. 6 CO H 2 O + bladgroen + licht -> C 6 H CO 2 en H 2 O zijn de grondstoffen en de koolhydraten zijn het eindproduct van dit proces. Het (zon)licht levert de energie. Het bladgroen vangt dit licht. Verder maakt ASSIMILATIE OF FOTOSYNTHESE 35

36 het arbeidsvermogen de omzettingen mogelijk. Deze energie is terug te vinden in de koolhydraten. Het proces geeft zuurstof af als afvalproduct. Bij de opkweek van bloemen en planten probeert de tuinder dit proces zo goed mogelijk te laten verlopen. Bij de handel in planten staat dit proces in de meeste gevallen nagenoeg stil. Het is te donker of te koud. Als planten langdurig onderweg zijn, kan dus gemakkelijk kwaliteitsverlies optreden, omdat de plant geen nieuwe stoffen meer maakt, maar ze wel afbreekt door de dissimilatie. Fig. 3.2 De assimilatie vindt plaats in het blad. De gemaakte organische stof wordt door de gehele plant vervoerd. De verschillende onderdelen (H 2 O/water, CO 2 /koolzuurgas, licht, bladgroen en temperatuur) komen hierna wat uitgebreider aan bod. Water Het water is een van de grondstoffen. De H van het water (= H 2 O) gaat een verbinding aan met het CO 2. De O (zuurstof) komt vrij als O 2. In de regel is er voldoende water aanwezig. Is de grond echt te droog en is er onvoldoende water in het blad dan zal het assimilatie proces stagneren. Koolzuur Het koolzuurgas of de CO 2 is ook een grondstof. Het gehalte in de lucht is slechts 0,035%. Zijn de groeiomstandigheden gunstig dan is dit lage percentage een beperkende factor voor de assimilatie. Hieruit volgt dat een verhoging van het gehalte een bijna evenredige stijging van de assimilatie geeft. Boven de 0,3% is er echter geen stijging in aanmaak van assimilaten meer, maar treedt in sommige gevallen zelfs schade op. Bij daling van het CO 2 gehalte zal de assimilatie sterk verminderen. Dit komt voor in kassen, waar het verbruik hoog is bij groeizaam weer. De ontleding van organisch 36 EEN AARDIG PRODUCT

37 bodemorganismen materiaal en de ademhaling van wortels en bodemorganismen zorgen er voor dat zich in de grond grote hoeveelheden CO 2 bevinden. Heel belangrijk is dus een goede organische stof toestand van de grond, zeker in kassen waar de CO 2 -productie uit de grond zeer belangrijk is. Tuinders kunnen de CO 2 aanvullen via het verbranden van petroleum of aardgas. Dit is vooral van belang in kassen waar de gewassen op substraten geteeld worden en de grond geen rol meer kan spelen, omdat hij is afgedekt met plastic of beton. Het vergroten van het CO 2 -gehalte in kassen verbetert zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de oogst. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het kweken van sla, tomaten, komkommers, aardbeien, rozen, anjers, chrysanten, fresia s, potplanten, enzovoort. De normale concentratie van CO 2 in de atmosfeer is 300 delen per miljoen (ppm) ofwel 0,035%. Bij voldoende licht kunnen gezonde planten dit niveau snel terugbrengen: s nachts staat het assimilatieproces vrijwel stil. Zodra het licht wordt, begint het proces weer, dat wil zeggen dat. de plant weer actief is en CO 2 opneemt. Licht golflengten Het licht levert het arbeidsvermogen voor de assimilatie. In de natuur is dit steeds zonlicht, maar ook kunstlicht, mits van voldoende sterkte, kan de assimilatie goed doen verlopen. Denk in dit verband ook eens aan de belichting van rozen met hoge druk natrium lampen voor een betere kwaliteit en een hogere productie. Het bladgroen absorbeert bepaalde golflengten van het licht wel en andere golflengten niet. Licht dat het bladgroen niet opneemt, speelt bij de assimilatie geen rol. Bij proeven blijkt dat vooral blauw en oranje-rood licht een sterke assimilatie geeft. Violet licht veroorzaakt een geringe assimilatie en het werkt zelfs remmend op de lengtegroei. Fig. 3.3 In productboekjes geeft een symbool aan of je te maken hebt met een zonplant (zoals een Hibiscus) of een echte schaduwplant (zoals een Selaginella). Wat de lichtbehoefte betreft, zijn er twee groepen planten te onderscheiden: schaduwplanten; zonplanten. ASSIMILATIE OF FOTOSYNTHESE 37

38 schaduwplantenschaduwplanten hebben slechts weinig licht nodig en verdragen sterk licht meestal slecht. De verdamping is ook een factor van belang. Vooral schaduwplanten zijn geschikt als kamerplant. zonplantenzonplanten hebben een grote lichtbehoefte. In veel gevallen hebben zonplanten smalle bladeren of kleinere bladeren, omdat er toch voldoende licht voorradig is. Zowel zon- als schaduwplanten, maar zeker deze laatste groep, draaien de bladeren zodanig dat ze zoveel mogelijk licht opvangen. Bladgroen chlorofylkorrels De bladgroenkorrels of chlorofylkorrels nemen het licht op. Het chlorofyl speelt bij de fotosynthese de belangrijkste rol, maar ook de gele kleurstoffen hebben een overeenkomstig functie. Dit verklaart ook waarom groene planten altijd sneller groeien dan hun bontbladige lotgenoten. Fig. 3.4 Bontbladige cultivars groeien trager dan vergelijkbare groenbladige cultivars. Temperatuur optimumtemperatuur In figuur 3.5 zie je de invloed van de temperatuur op de assimilatie. Boven de minimumtemperatuur begint de assimilatie. Bij stijging van de temperatuur neemt de assimilatie snel toe. Bij een bepaalde temperatuur (30 C tot 36 C) is de assimilatie het sterkst, de optimumtemperatuur. Bij hogere temperaturen daalt de assimilatie snel tot nul. Dit is bij 45 C tot 50 C, de maximumtemperatuur. Per gewas kunnen deze temperaturen afwijken. Sommige planten beginnen al te assimileren bij ca 7 C (gras). Andere (tropische) gewassen hebben veel hogere temperaturen nodig. Het afnemen van de assimilatie bij hogere temperatuur is te verklaren doordat de omzettingen plaatsvinden met behulp van enzymen. Deze zijn niet bestand tegen hogere temperaturen. 38 EEN AARDIG PRODUCT

39 Fig. 3.5 De assimilatie is sterk afhankelijk van de temperatuur. Je kunt een onderscheid maken in minimum-, optimum- en maximumtemperatuur. CO2-opname (assimilatie) Optimum Minimum Maximum 15 C 25 C 35 C Vragen 3.2 Onderstaand tref je een aantal beweringen aan over het assimilatieproces. Geef aan welke juist zijn. a De plant haalt de CO 2 uit de grond. b Voor de fotosynthese is vooral zuurstof van groot belang. c Een plant zonder bladgroen (wit) kan niet groeien. d Bij vervoer van planten in een verwarmde vrachtwagen kan de assimilatie gewoon doorgaan. e Assimilatie is hetzelfde als fotosynthese. f In kassen is in de zomer CO 2 vaak een beperkende factor voor de groei. g Extra licht met behulp van hogedruk natriumlampen zorgt vooral in de zomer voor extra groei. h Gewassen die in de winter belicht worden, zoals rozen, maken meer assimilaten aan. i Planten assimileren dag en nacht. j Schaduwplanten hebben meestal grote bladeren. 3.3 Assimilatie en transport Lekker gegeten, veel gedronken, maar daarna ging het mis, want wat er zo gemakkelijk inging, kwam er weer even gemakkelijk uit. Het was niet alleen van boven naar beneden getransporteerd. De gehele plant vervoert de producten van de koolstofassimilatie. Ze zijn nodig in alle levende cellen: voor de ademhaling en ter vervanging van verbruikte stoffen. Een plant vervoert koolhydraten als enkelvoudige suikers (C 6 H l2 O 6 ) en eiwitten als aminozuren. Vetten vormt een plant ter plaatse uit suiker. Het bewaren geschiedt meestal in onoplosbare vorm, zoals zetmeel of vet. Alleen in waterrijke organen is reservevoedsel in opgeloste vorm aanwezig, bijvoorbeeld bij suikerbieten. Het oplossen en vastleggen van de stoffen gebeurt met behulp van enzymen. zeefvaten Over grote afstanden vindt vervoer van assimilaten plaats door de zeefvaten (de neerwaartse waterstroom). Ook vervoer van cel tot cel is belangrijk. Dit is een zeer ingewikkeld proces waar op we niet verder in zullen gaan. Het vervoer van assimilaten ASSIMILATIE EN TRANSPORT 39

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Een aardig produkt 7 Inleiding 8 1 Kenmerken van de plant 11 1.1 De uiterlijke kenmerken van een plant 11 1.2 Het inwendige van de plant 17 1.3 Afsluiting 21 2 Onderdelen van een plant

Nadere informatie

Module Het groeien van planten

Module Het groeien van planten Module Het groeien van planten Colofon Auteur Ton van der Hoorn, Wellantcollege, Aalsmeer Redactie Marga Winnubst, Kristal Tekst- en communicatiebureau Beeld ARKA media BV, Beeldverwerving en beeldcreatie

Nadere informatie

Uitgangsmateriaal. 1 Het zaad. Oriëntatie

Uitgangsmateriaal. 1 Het zaad. Oriëntatie 1- Uitgangsmateriaal Oriëntatie Een teelt moet ergens mee beginnen. Soms kies je voor zaad, dan weer voor stek. De kwaliteit van het uitgangsmateriaal is echter van groot belang. Het heeft namelijk een

Nadere informatie

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/87623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 6,8 Samenvatting door Syb 669 woorden 3 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H3 Samenvatting PARAGRAAF 1 - Wortel Functies van de wortel: Het opnemen van

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting door een scholier 1973 woorden 17 april 2017 7,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Hoofdstuk 5 Planten Uit welke delen

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme Samenvatting Thema 2: Planten Basisstof 1 Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme - Gebeurt door mitose (gewone celdeling) - Alle nakomelingen hebben

Nadere informatie

PLANTEN. basiskennis

PLANTEN. basiskennis PLANTEN basiskennis Colofon Auteurs Jan van Driel, Ontwikkelcentrum Redactie Marieke van Nimwegen, Tekst & Communicatie Beeld Jan van Driel, Ontwikkelcentrum Ontwerp omslag & opmaak binnenwerk Jeroen Reith,

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten

Nadere informatie

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Groei en oogst De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL cmyk 70 0 70 0 rgb 73 177 112 #48b170 Groei

Nadere informatie

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6 INHOUD Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6-1 - Les 1: Bollen en knollen Nodig: Van Milieueducatie: - Aardappel(en)

Nadere informatie

Planten. en hun namen

Planten. en hun namen Planten en hun namen Colofon Auteurs De werkgroep van de VHG Brancheopleiding: Arie Snoeien Kees Voogd Nicole Slagmolen Johan van Geffen (voorzitter) Jan van Driel, Ontwikkelcentrum Redactie Marieke van

Nadere informatie

Bouw en functie van de plant, De plant en zijn onderdelen

Bouw en functie van de plant, De plant en zijn onderdelen Bouw en functie van de plant, De plant en zijn onderdelen Inleiding Aan planten kunnen we drie hoofdorganen onderscheiden. Dit zijn de wortel, stengel het blad. De andere organen zoals de bloem zijn bijzondere

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu. Samenvatting door H. 921 woorden 24 januari 2014 5,9 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 2 Planten 01 Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit

Nadere informatie

1 Planten Plantmateriaal Planten Afsluiting 16

1 Planten Plantmateriaal Planten Afsluiting 16 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Planten 9 1.1 Plantmateriaal 9 1.2 Planten 12 1.3 Afsluiting 16 2 Oppotten 17 2.1 Potgrond 17 2.2 Oppotten 18 2.3 Afsluiting 26 3 Stress voorkomen 27 3.1 Schermen 27 3.2

Nadere informatie

1 Water Water in de plant Soorten water en waterkwaliteit Verbeteren van de waterkwaliteit Afsluiting 27

1 Water Water in de plant Soorten water en waterkwaliteit Verbeteren van de waterkwaliteit Afsluiting 27 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Water 9 1.1 Water in de plant 9 1.2 Soorten water en waterkwaliteit 12 1.3 Verbeteren van de waterkwaliteit 18 1.4 Afsluiting 27 2 Watervoorziening 29 2.1 Watergeefsystemen

Nadere informatie

T2. Planten. 2009 Biosoft TCC - Lyceumstraat

T2. Planten. 2009 Biosoft TCC - Lyceumstraat T2. Planten T2. Planten (les 1. Tuinkers) De natuurwetenschappelijke methode Opdracht 2 blz. 33 1. Wat willen we onderzoeken? Waarom kwaakt de kikker? 2. Wat veronderstellen we? Je bedenkt een antwoord

Nadere informatie

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak Planten stekken Planten kunnen op veel manieren vermeerderd worden. Er zijn verschillende bomen, heesters, vaste- en eenjarige planten die door zaad vermeerderd kunnen worden. Planten die door zaad vermeerderd

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting door een scholier 1333 woorden 5 juni 2004 5,6 147 keer beoordeeld Vak Biologie Planten Planten zijn overal om ons heen. Bomen en struiken. De een opvallend

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

4 Belichting Licht en straling Belichten Onderhoud aan de assimilatielampen Afsluiting 97

4 Belichting Licht en straling Belichten Onderhoud aan de assimilatielampen Afsluiting 97 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Plantmateriaal en planning 9 1.1 Beoordelen en kiezen van uitgangsmateriaal 9 1.2 Kosten uitgangsmateriaal 18 1.3 Planning met behulp van planttijden 23 1.4 Planning bij

Nadere informatie

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63323

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63323 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 december 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/63323 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Ingangscontrole en aanvoercontrole Antwoorden Een aardig product. Ton van der Hoorn

Ingangscontrole en aanvoercontrole Antwoorden Een aardig product. Ton van der Hoorn Ingangscontrole en aanvoercontrole Antwoorden Een aardig product Ton van der Hoorn eerste druk, 2001 Artikelcode: 27906.1 & 27906.2 2001 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Thema: Planten Boek: 5H Doelstellingen: De student moet weten hoe geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Nadere informatie

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1.

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gras 9 1.1 Bouw en leefwijze van planten 9 1.2 Indeling van de grassen 12 1.3 Mengselkeuze 14 1.4 Kwaliteit van de graszode 17 1.5 Afsluiting 18 2 Verbetering van grasland

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Ingangscontrole en aanvoercontrole. Een aardig product

Ingangscontrole en aanvoercontrole. Een aardig product Ingangscontrole en aanvoercontrole Een aardig product Een aardig product Ton van der Hoorn eerste druk, 2001 EEN AARDIG PRODUCT 3 Colofon Uitgever Auteursteam Illustraties Redactie Ontwikkelcentrum Ton

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud Inhoud Voorwoord 5 6 Steeds meer planten! 9 6.1 Geslachtelijke variaties 9 6.2 Van eicel tot zaad 11 6.3 Allemaal gelijk 14 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende bollen en knollen 28 6.6 Afsluiting

Nadere informatie

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) 1 Werkgroep KNNV IJssel en Lek Op de ALV 2017 aan de zaalwand getoonde foto s. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Amerika. Redelijk winterhard. Een klimplant die

Nadere informatie

1 Producten in de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 15 1.

1 Producten in de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 15 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Producten in de verkoop 9 1.1 Consument en product 9 1.2 Biologische achtergronden 11 1.3 Afwijkingen van de normale regel 15 1.4 Afsluiting 17 2 Tijdelijke opslag 19 2.1

Nadere informatie

Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen. W. Franken

Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen. W. Franken Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen W. Franken eerste druk, 2002 Artikelcode: 27085.2 & 27085.1 2002 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Kaart 15 Bollen en knollen

Kaart 15 Bollen en knollen Kaart 15 Bollen en knollen Informatiekaart Werkblad Onderzoek: o Bollen en knollen o Narcissen op water Quiz: o http://natuur.ariena.com Voor de leerkracht: De kinderen leren de volgende begrippen: Bollenstreek

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO

Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM AAHA Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO Legenda leerstofafbakening: PAARS: OUDE

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 9 Steeds meer planten! 13 9.1 Geslachtelijke variaties 13 9.2 Van eicel tot zaad 16 9.3 Allemaal gelijk 20 9.4 De juiste behandeling 27 9.5 Verschillende

Nadere informatie

A. DE PLANT Een levend organisme dat doorgaans bestaat uit wortels, een stam of stengel en bladeren.

A. DE PLANT Een levend organisme dat doorgaans bestaat uit wortels, een stam of stengel en bladeren. A. DE PLANT Plant Wortels Stengel Bladeren Een levend organisme dat doorgaans bestaat uit wortels, een stam of stengel en bladeren. Ze halen water uit de grond, waarin voedingsstoffen zijn opgelost. De

Nadere informatie

Cursus Natuur-in-zicht

Cursus Natuur-in-zicht Planten (deel 1) Cursus Natuur-in-zicht 1 Inhoud van de les Deel 1 Bouw van een plant Hoe leven (bloeiende) planten? Beknopte indeling van het plantenrijk Deel 2 6 grote plantenfamilies Planten 1 Cursus

Nadere informatie

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant Anatomie en Morfologie Wortel De Plantencel Bouw van de plant in zijn functionele delen Vormen waarin die delen zich kunnen voordoen Iets over (geslachtelijke) voortplanting 45 48 Plantencel Stengel Jonge

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 6 Steeds meer planten! 13 6.1 Geslachtelijke variaties 13 6.2 Van eicel tot zaad 16 6.3 Allemaal gelijk 18 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende

Nadere informatie

De teelt van zonnebloemen

De teelt van zonnebloemen De teelt van zonnebloemen De zonnebloem heeft als wetenschappelijke naam: Helianthus annuus. Deze naam komt van de Griekse woorden voor zon (helios) en bloem (anthos). De plant behoort tot de grote familie

Nadere informatie

PLANTEN VOORTPLANTING

PLANTEN VOORTPLANTING . PLANTEN VOORTPLANTING Voortplanting - Ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen komen van 1 ouderplant * natuurlijke manieren * kunstmatige manieren - Geslachtelijke voortplanting uitwisseling van

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT 2.1 Namen 1 Hoe zoek je de naam van een organisme op? De naam van een plant of een dier kan: * uit een andere taal komen * een eigenschap weergeven

Nadere informatie

2 Hydrocultuur Water geven Onderhoudscontract Voeding Afsluiting 43

2 Hydrocultuur Water geven Onderhoudscontract Voeding Afsluiting 43 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Kamerplanten 11 1.1 Standplaats 11 1.2 Licht 12 1.3 Water 17 1.4 Temperatuur 21 1.5 Voeding 23 1.6 Vermeerderen 26 1.7 Verpotten en oppotten 36 1.8 Afsluiting 39 2 Hydrocultuur

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten. Bloemen en zaad Voor voortplanting heb je zaad nodig. Maar waar komt zaad vandaan? Om dat te kunnen uitleggen, moet je weten hoe een bloem is opgebouwd en wat bestuiving en bevruchting is. Opbouw van een

Nadere informatie

zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april

zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april benodigdheden: - potgrond zonder klontjes, grof zand - schone emmer - schone zaaibak van b.v. piepschuim of

Nadere informatie

De bouw en functie van Bloemen

De bouw en functie van Bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Informatie reader. Over bomen

Informatie reader. Over bomen Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom Boomanatomie (1) Boombiologie Alle levende organismen hebben dezelfde opbouw: Basis is cellen, weefsels en organen Cellen zijn bouwstenen van structuur Gespecialiseerde structuren heten meristeemweefsel

Nadere informatie

2. Het gewas. Voedergewassen

2. Het gewas. Voedergewassen 2. Het gewas Voedergewassen De plant Vegetatief - wortelstelsel - stengel - bladeren Generatief - kolf - pluim 2 Vegetatief (stengel en blad) Begint met bladeren stengel Lengte tot 4 meter Weinig zijstengels

Nadere informatie

Plantenkennis voor de groene ruimte. J. Helmers P. Hanemaaijer

Plantenkennis voor de groene ruimte. J. Helmers P. Hanemaaijer Plantenkennis voor de groene ruimte J. Helmers P. Hanemaaijer Eerste druk, 2004 3 Artikelcode: 24072 Colofon Uitgever: Auteurs: Redacteur: Illustraties: Ontwikkelcentrum J. Helmers P. Hanemaaijer Studio

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 4

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 4 Antwoorden Biologie Hoofdstuk 4 Antwoorden door een scholier 2843 woorden 9 jaar geleden 7,2 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BIOLOGIE Opdrachten H4 Basisstof 1 Opdracht1 1. Witte

Nadere informatie

De bouw en functie van Bloemen

De bouw en functie van Bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Module Medewerker kwekerij. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4

Module Medewerker kwekerij. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4 Module Medewerker kwekerij vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4 Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent

Nadere informatie

4 verschillende kweekmethoden

4 verschillende kweekmethoden 4 verschillende kweekmethoden Kweken met turfpotjes Turfpotjes zijn gemaakt van een samengeperst mengsel van houtvezels, turf en kalkzandsteen (natuurlijke voedingsstoffen). Deze zijn biologisch afbreekbaar

Nadere informatie

De bouw en functie van bloemen

De bouw en functie van bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 october 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Samenstelling en eigenschappen

Samenstelling en eigenschappen Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

1 Grondstoffen Aardappelen Spinazie Appels Samenvatting 15

1 Grondstoffen Aardappelen Spinazie Appels Samenvatting 15 Inhoud Voorwoord 5 1 Grondstoffen 9 1.1 Aardappelen 10 1.2 Spinazie 12 1.3 Appels 14 1.4 Samenvatting 15 2 Productie van frites 17 2.1 Overzicht van de fritesproductie 18 2.2 Ingangscontrole 19 2.3 Sorteren,

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 7

Antwoorden Biologie Thema 7 Antwoorden Biologie Thema 7 Antwoorden door Megan1808 709 woorden 1 jaar geleden 6,8 4 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 7 Antwoorden Havo Vwo Thema 7.1 Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 1= Stempsel

Nadere informatie

Voortplanting bij planten

Voortplanting bij planten Voortplanting bij planten Opdracht 1 1. Wanneer spreken we van ongeslachtelijke voortplanting? 2. Een uitloper en een wortelstok zijn beide stengels waaraan jonge planten ontstaan. Wat is het verschil

Nadere informatie

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4 ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4 5.1=planten bekijken -een bloem bestaat uit verschillende onderdelen (zie plaatje hieronder) -met de wortels van een bloem zuigt een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4 Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4 Samenvatting door een scholier 3317 woorden 23 mei 2018 6,9 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1

Nadere informatie

BOOMVERZORGING. Plantkunde

BOOMVERZORGING. Plantkunde BOOMVERZORGING Anatomie en Fysiologie Willy Verbeke, 2008 Met dank aan Rebecca Devlaeminck Anatomie : - Weefsels - Stengel - Wortel - Blad Fysiologie : - Fotosynthese - Ademhaling - Verdamping Plantkunde

Nadere informatie

1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! Processen rondom de oogst Oogsttijdstip in de open teelten 12 1.

1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! Processen rondom de oogst Oogsttijdstip in de open teelten 12 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! 9 1.1 Processen rondom de oogst 9 1.2 Oogsttijdstip in de open teelten 12 1.3 Afsluiting 22 2 Met de hand of met de machine? 23

Nadere informatie

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73622

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73622 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 13 juli 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/73622 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Planten en hun omgeving vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Planten en hun omgeving vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73584 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai Biologie VWO thema: Planten Tweede deel Docent: A. Sewsahai opname, afgifte, transport en opslag van stoffen, stevigheid en bescherming Doelstellingen: De student moet de processen van ontkieming en groei

Nadere informatie

1 Natuurlijke methoden van ongeslachtelijke vermeerdering.

1 Natuurlijke methoden van ongeslachtelijke vermeerdering. Ongeslachtelijke voortplanting bij planten Ongeslachtelijke voortplanting, vegetatieve voortplanting ofwel aseksuele reproductie is voortplanting waarbij slechts een ouder betrokken is. Ongeslachtelijke

Nadere informatie

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld. Les 3: de bij en de bloem (deel 1) De vorige lessen heb je veel geleerd over de bouw van de bij. Zo heb je goed naar zijn kop en poten gekeken. Door het tekenen weet je nu hoe de bij in elkaar zit en je

Nadere informatie

Module Water en watergeefsystemen

Module Water en watergeefsystemen Module Water en watergeefsystemen De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteur Jan van

Nadere informatie

1 Producten voor de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 17 1.

1 Producten voor de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 17 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Producten voor de verkoop 9 1.1 Consument en product 9 1.2 Biologische achtergronden 13 1.3 Afwijkingen van de normale regel 17 1.4 Afsluiting 19 2 Bewaarcondities en bewaarmethoden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde

Nadere informatie

Vragen. Groeien en bloeien

Vragen. Groeien en bloeien Groeien en bloeien Kamerplanten staan langer in de huiskamer dan een boeket of bloemstuk. Een plant heeft bepaalde zaken nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Om een goed advies te kunnen geven moet

Nadere informatie

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Bloemen. Duinroosje. Bloemen Duinroosje Bloemtypen. Eén- en tweeslachtige bloemen. Tweeslachtige bloemen. De bloem heeft twee geslachten, d.w.z meeldraden en stampers zitten in één bloem bij elkaar. Eénslachtige bloemen. De bloem

Nadere informatie

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 08 April 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63368 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 13 july 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/73622 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Samenvatting Biologie stofwisseling. Begrippen 5,8. Samenvatting door S woorden 2 jaar geleden. 4 keer beoordeeld.

Samenvatting Biologie stofwisseling. Begrippen 5,8. Samenvatting door S woorden 2 jaar geleden. 4 keer beoordeeld. Samenvatting Biologie stofwisseling Samenvatting door S. 1156 woorden 2 jaar geleden 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Bio stofwisseling[1] Begrippen Absorptie is het fysisch

Nadere informatie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart) Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Planten en de mens vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Planten en de mens vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62376 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN 2. Planten determineren, hoe doe je dat? 2.1. Vegetatieve kenmerken 2.2. Voortplantingskenmerken 2.3. APG-indeling en praktische benadering 2.4. Tot slot

Nadere informatie

LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN 2. Planten determineren, hoe doe je dat? 2.1. Vegetatieve kenmerken 2.2. Voortplantingskenmerken 2.3. APG-indeling en praktische benadering 2.4. Tot slot

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-GT-2-b Informatie - Aardappels Lees eerst informatie 1 tot en met 8 en beantwoord dan vraag 37 tot en

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-KB-2-b

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-KB-2-b Bijlage VMBO-KB 2009 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-KB-2-b Informatie - Aardappels Lees eerst informatie 1 tot en met 8 en beantwoord dan vraag 39 tot en met 48. Bij

Nadere informatie

Module Voeding 93007_voeding.indd :39

Module Voeding 93007_voeding.indd :39 Module Voeding Colofon Auteur Henriëtte van Grinsven Redactie Linda Kleverlaan, Fundamentaal Beeld Arkamedia Met speciale dank aan Met dank aan: Kong Company Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd

Nadere informatie

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:.. 2012 Basiscursus planten: Bladvormen Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:.. 2:. Basiscursus planten: Bomen verliezen hun bladeren en sparen zo hun energie om straks na de winter weer helemaal

Nadere informatie