MRSA, BRMO, ESBL, Wat moet je er mee?

Transcriptie

1 MRSA, BRMO, ESBL, VRE Wat moet je er mee? 7e Minisymposium LvI i.s.m. Stichting Wenckebach Eveline Roelofsen, arts-microbioloog Alida Bremer, adviseur infectiepreventie

2 De tijd om achterover te zitten en te denken; het zal mijn tijd wel duren, is voorbij Hygieia (Ὑγιεία): de griekse Godin van gezondheid, reinheid en hygiëne. Dochter van Asclepius 7 eeuw BC Laat 19 eeuw: Kiem theorie=> contagionisten =>uitleg ontstaan epidemieën (contagium vivum; Henle) Chemische bestanddelen om kiemen te doden Veel nieuwe antibiotica vanaf midden vorige eeuw Overwinning van infectieziekten voor eens en altijd!? Een omgeving gecreëerd waarin door selectie proliferatie van resistente mo.

3 Oorzaken toename verworven resistentie: Mutaties bacterieel DNA Selectie resistente stammen

4 Resistentie overdracht

5 Overdracht tussen verschillende soorten

6 Verspreiding door onvoldoende hygiëne en/of isolatie gezondheidszorg patiënt gemeenschap

7 Verspreiding moet voorkomen worden Indien: R tegen middel eerste keus Extra pathogeen Aanleiding tot epidemie

8 Richtlijnen Wereldwijd: Guidelines for Environmental Infection Control in Health-Care facilities Recommendations of CDC and the Healthcare Infection Control Practices Advisory Committee (HICPAC) recommendations for metrics for multidrug resistant organisms in healthcare settings: SHEA / HICPAC position paper

9 Richtlijnen in Nederland: WIP-richtlijnen Infectiepreventie in de huisartsenpraktijk =>wip => wip Maatregelen tegen overdracht van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) LHV: patiëntveiligheid in de gezondheidzorg

10 Bijzonder Resistente Micro-Organismen ESBL Carba Quin AG Cotrim CAZ PP Pen VA Oxa E.coli A A B B Klebsiella spp. A A B B overigen A A B B B Acinetobacter spp. A B B B S.maltophilia A Overige NF (psae) C C C C E.faecium B B S.pneumoniae A A S.aureus A A: resistentie tegen één antibioticumgroep voldoende om als BRMO geklasseerd te worden B: resistentie tegen twee antibioticum groepen C: resistentie tegen drie antibioticumgroepen

11 BRMO (ISIS-AR 2009) n= 2113/ (4%) ESBL Carba Quin AG Cotrim CAZ PP Pen VA Oxa E.coli 5% 4% Klebsiella spp. 5,8% 0,03% 2,5% overigen 5,4% 0,06% 2% Acinetobacter spp. 6,4% 0,03% S.maltophilia 5% Overige NF (psae) 4% E.faecium 0,4% S.pneumoniae 1,4% 0% S.aureus NETHMAP 2010

12

13

14

15

16 MRSA LvI per provincie

17 Waarom overleeft deze ongenode BRMO-gast? watersporter Plakkerig door kapsel Biofilms handen Overdracht via voorwerpen en materialen druppels

18 Reservoirs: Handen personeel Maag-darm kanaal ptn Gootstenen en andere natte plekken: (beademings)machines bv. urine / decubitus

19 Oorzaken zorg gerelateerde besmetting: Met stip op één: Onvoldoende (hand)hygiëne Personeelstekorten => werkdruk Bedbezetting => werkdruk Onderliggende aandoeningen Technisch en bouwkundig niet adequaat Inadequate schoonmaak: verkeerde bezuiniging

20 Maatregelen afhankelijk van: De mate van potentie tot verspreiding De mate van besmettelijkheid De ernst van de infectie

21 Voorkómen vóórkomen Maatregelen: Voorschrijven en toepassen van AB obv Richtlijnen (SWAB) Verkoudheid Eisende patiënt over the counter AB Veterinair gebruik In huishoudprodukten Registratie van AB -Gebruik (FT-cies / ECDC) antibioticaformularia -Resistentie (ISIS /EARRS) -Zh-infecties (ZHH&IP)

22 Voorkomen overdracht - Van alle micro-organismen - Maar met name Resistente m.o. WIP: Infectiepreventie in de huisartsenpraktijk Hygiëne Schoonmaken Inrichting Inventarisatie (Isolatie) / thuisbezoek / als laatste Voorlichting medewerkers en patiënt Bronopsporing (VHZ) Toetsing (Audits)

23 De MRSA-drager Risico inventarisatie eradicatie poging: (1) de gevolgen van MRSA dragerschap voor persoon en omgeving (2) de kans op en de ernst van bijwerkingen van de behandeling (3) de geschatte a priori kans op een succesvolle behandeling P 19-38% op infectie bij dragerschap MRSA ( 3 % bij stau oxa S) Bij medewerkers actief eradicatie beleid Bij gezonde individuen buiten het ZH, terughoudend tenzij risico infectie Bij patiënten indien, geen huidlaesies, geen lichaamsvreemde materialen, geen AB, geen veeteelt bedrijf SWAB richtlijn 2007: Behandeling MRSA dragers

24 De BRMO-drager mn in VZH; mn UWI Neem de tijd, plas zittend. Zorg voor goede defaecatie, goed drinken Koffie, cola, alcohol, antipsychotica, antidepressiva, parkinsonmiddelen, parasympaticolytica, diuretica, overactieve blaas Staken of wijzigen van ongewenste medicatie in overleg met voorschrijver Alfa-blokkerend sympaticolyticum: Alfuzosine 1 dd 10 mg of tamsulosine 0.4 mg 1 dd. Stoppen indien geen verbetering. Indien wel verbetering: 3 maanden continueren.

25 Alles beter dan een verblijfskatheter! Alle gekatheteriseerde blazen infecteren op den duur. Alleen bij koorts en algehele malaise antibacterieel behandelen, bij voorkeur na urinekweek. NB: overweeg een condoomcatheter bij incontinentie zonder residu; lager infectierisico Residue < 500 ml; intermitterend catheteriseren (CIC) kleinere infectiekans. Juiste gebruik catheters

26 Leerpunten: infectiepreventie ligt in onze handen Voorkómen vóórkomen: Voorschrijven en toepassen van AB / reiniging en desinfectie Voorlichting essentieel Audits Zorginstellingen => urine catheters