DISCUSSIE EN SAMENVATTING
|
|
- Matthias Bosman
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 166 Chapter 9 DISCUSSIE EN SAMENVATTING Wereldwijd neemt de kolonisatie-prevalentie en incidentie van infecties met Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMOs) toe. Zonder adequate maatregelen is de verwachting dat dit alleen maar verder zal toenemen. Dit komt omdat antibiotica (mis)gebruik en ondermaatse infectiepreventie geassocieerd worden met een toename van de prevalentie van BRMOs en antibioticaresistentie. In de groep BRMO is carbapenemase producerende Enterobacteriaceae (CPE) het meest verontrustend, omdat meestal maar één groep antibiotica (polymyxinen, zoals colistine) beschikbaar is om CPE infecties te behandelen. Echter, resistentie gelegen op plasmiden is al gevonden tegen deze laatste lijn antibiotica, ook wel bekend als mobilized colistin resistance (mcr-1). Enigszins geruststellend is het wel dat zowel CPE als mcr-1 sporadisch worden gevonden in Nederland. Wanneer ze wel worden gevonden, zijn het meestal koloniserende micro-organismen bij reizigers afkomstig uit het buitenland. Wanneer deze multiresistente micro-organismen niet adequaat worden aangepakt, zullen deze endemisch worden. Dit betekent dat we teruggaan naar het tijdperk van vóór het gebruik van antibiotica met als resultaat: onbehandelbare infecties. Om de regionale rectale kolonisatie prevalentie met Bijzonder Resistentie Gram Negatieve Staven (BRGNS) te onderzoeken, inclusief CPE en mcr-1, hebben wij een jaarlijks terugkerende prevalentiemeting uitgevoerd onder de klinische populatie in de regio Kennemerland (Hoofdstuk 2). In deze prevalentiemetingen hebben wij geen patiënten met mcr-1 producerende micro-organismen gevonden, maar wel één met CPE (Hoofdstuk 8). In deze studies werden ESBL-producerende en Q&A (fluorchinolonen en aminoglycosiden) resistente Enterobacteriaceae het vaakst gevonden als koloniserend BRGNS. Gemiddeld over drie jaar werd een BRGNS (rectaal) kolonisatie prevalentie van 6,1% (waaronder 5,0% ESBL) gevonden in de klinische patiëntenpopulatie. Dit kan worden geclassificeerd als laag vergeleken met studies uit andere regio s, instellingen en studies bij gezonde mensen. BRGNS kolonisatie prevalentie percentages kunnen stabiel zijn op nationaal niveau, maar wél regionaal verschillen. De reden hiervan is gelegen in het feit dat onderliggende risicofactoren kunnen verschillen tussen regio s en zorgverleners. Het uitvoeren van een dergelijke prevalentiemeting op regionaal niveau kan regionale interventies en samenwerkingen versterken. Een nieuw ontdekte aandrijver van de verspreiding van antibioticaresistentie is het reisgedrag van patiënten binnen een regio. Bij verplaatsing kan men denken aan een verplaatsing van verpleeghuis naar ziekenhuis en andersom. Dit benadrukt de noodzaak om meer samen te werken binnen een regio, data uit te wisselen en regionaal gecoördineerde interventies uit te voeren in samenwerking met ziekenhuizen, huisartsen, verpleeghuizen, apotheken en (microbiologische) laboratoria. Vanuit onze prevalentiestudies kon niet één grote risicofactor voor dragerschap met BRGNS worden gevonden. Eén factor, een eerdere positieve kweek (infectie of kolonisatie) was geassocieerd met kolonisatie op het mo-
2 Discussie en samenvatting 167 ment van de prevalentiemeting. Dit is suggestief voor langdurige kolonisatie bij sommige patiënten. In onze studie vonden we alleen geen overtuigend bewijs dat een langere opnameduur was geassocieerd met een hogere prevalentie van BRGNS. Dit kan een aanwijzing zijn dat het grootste risico op BRGNS dragerschap zich buiten het ziekenhuis bevindt. Een aantal andere studies heeft ook risicofactoren voor BRGNS dragerschap gevonden, waaronder: recent antibioticagebruik (1), eerdere ziekenhuisopname (2), reizen (3), hogere leeftijd (4) en behandeling met maagzuurremmers (5). Dit is nog een relatief korte lijst van geïdentificeerde risicofactoren. In theorie kunnen deze risicofactoren worden gebruikt om een voorspellingsmodel te maken om dragerschap of infectie met BRGNS te kunnen voorspellen. Echter, studies die dit hebben geprobeerd laten relatief laag voorspellende waarden zien. Het is aannemelijk dat de etiologie van BRGNS kolonisatie zo divers en complex is dat dergelijke voorspellingsmodellen verre van optimaal zijn. Momenteel worden alleen eerder BRGNS positief geteste patiënten, contacten van BRGNS positieve patiënten en patiënten afkomstig uit een buitenlands ziekenhuis gescreend bij opname. Gebaseerd op onze eerste prevalentiestudie en de microbiologische historie van deze patiënten was bijna 50% onbekend, niet gescreend en nieuw positief (Hoofdstuk 2). Dit betekent dat er altijd onbekende BRGNS positieve patiënten aanwezig zijn in het ziekenhuis, wat de kans op verspreiding vergroot. Onze data laten zien dat adequate basishygiëne belangrijk is binnen zorginstellingen. Idealiter wordt iedere patiënt in een éénpersoonskamer met standaard basishygiëne verpleegd of gescreend bij opname met een direct resultaat. Wanneer dit resultaat positief is, dient isolatie te volgen om verdere verspreiding te voorkomen. Kijkend naar de sequence types (ST) van de koloniserende BRGNS isolaten, zien we dat de diversiteit voornamelijk polyklonaal is. Alleen E. coli ST 131 werd ieder jaar meerdere keren gevonden, wat vergelijkbaar is met andere studies. Kijkend naar infectie isolaten is dit ST een wereldwijd succesvolle stam en kan deze worden beschouwd als pathogeen. Als wij onze geïdentificeerde ESBL genen vergelijken met elkaar zien we met name CTX-M genen, welke kunnen worden onderverdeeld in CTX-M-15 en CTX-M-1 genen. Ook deze ESBL genen worden frequent gevonden in andere regio s en landen, zodat we kunnen concluderen dat de ESBL genen die we in Kennemerland vinden niet verschillen van andere regio s. Real-Time PCR (qpcr) is een moleculaire techniek (resultaat is bekend op dezelfde dag) die kan worden gebruikt om patiënten te screenen op ESBL kolonisatie. In Hoofdstuk 3 hebben we een directe ESBL qpcr voor het BD MAX platform geëvalueerd. Deze ESBL qpcr liet een goede sensitiviteit en specificiteit zien van respectievelijk 95,2% en 97,6%. Wanneer een cycle threshold afkapwaarde van 37 werd gebruikt, liet de ESBL qpcr een sensitiviteit en een betere specificiteit van respectievelijk 95,2% en 98,8% zien. Een groot
3 168 Chapter 9 gemis is dat TEM ESBL niet in het panel waren opgenomen. Meerdere studies laten zien dat TEM ESBL nog steeds frequent voorkomen. Deze zullen worden gemist met deze qpcr. Aangezien de ESBL prevalentie in onze setting laag was, testten sommige patiënten vals positief (qpcr positief en kweek negatief), resulterend in een relatief laag positief voorspellende waarde (PVW) van 74,4%. In een screening setting betekent dit onnodige isolatie van patiënten. Men kan zich afvragen of deze resultaten echt vals negatief waren of dat dit een limitatie van minder sensitieve kweekmethoden is. Sommige studies laten zien dat direct sequencen het qpcr resultaat kan bevestigen. Een belangrijke vraag is: hoe dienen deze resultaten te worden geïnterpreteerd als deze test niet samen met een kweek wordt uitgevoerd? Momenteel worden alle klinische beslissingen genomen op basis van kweken en het typeren van isolaten (wanneer transmissie wordt vermoed). Wanneer de kweek niet naast qpcr wordt uitgevoerd, hoe moet follow-up van positieve patiënten dan worden uitgevoerd? Moeten zij meerdere negatieve qpcrs hebben voordat ze ontvlagd kunnen worden? Wanneer patiënten bij opname worden gescreend op BRMOs, dan worden meerdere testen uitgevoerd (niet alleen op ESBL). Wanneer dit met qpcr zou worden gedaan dan zouden meerdere qpcrs op meerdere patiëntmaterialen moeten worden uitgevoerd. Deze patiëntmaterialen zijn het rectum (BRGNS, MRSA en VRE), de keel (MRSA en BRGNS) en de neus (MRSA). Dit zou resulteren in acht qpcrs met als nadeel dat niet alle BRMOs worden gedekt in deze testen. Een andere snelle detectie methode is het uitvoeren van een qpcrs op gepoolde materialen. Echter, geen studies zijn uitgevoerd die de diagnostische waarde van deze testmethode hebben onderzocht. Er zullen dus meer studies moeten worden uitgevoerd om te komen tot het beste screening scenario, waarbij diagnostische- en isolatiekosten ook worden meegenomen. Onafhankelijk van de resultaten van een dergelijke studie zullen er altijd afwegingen moeten worden gemaakt op basis van lokale isolatie strategieën en beschikbaarheid van isolatiekamers. In rectale swabs kunnen ESBL producerende micro-organismen in lage aantallen aanwezig zijn wat kan resulteren in een (vals)negatief resultaat. Een methode om de sensitiviteit voor de detectie van ESBLs en andere BRGNS te verhogen is het toepassen van een ophopingsmethode. In ons onderzoek konden we deze claim niet bevestigen of verwerpen (Hoofdstuk 4). Daarnaast bevatte onze studie een aantal beperkingen. Ons design was namelijk verre van optimaal, omdat we beide testmethodes hebben toepast op ingevroren materialen. Vanwege de lage prevalentie van ESBLs was onze power om een verschil aan te tonen laag. In onze studie vonden we een niet-significante stijging in sensitiviteit van 21,1% gebruikmakend van een niet-selectieve ophopingsmethode. Dit is in lijn met andere uitgevoerde studies. Wij kunnen hieruit aanbevelen dat op basis van lokale epidemiologie (bijv. prevalentie) en setting van screenen, een beslissing moet worden gemaakt of opho-
4 Discussie en samenvatting 169 pen gunstig is. Nederland staat bekend om zijn relatief lage prevalentie van MRSA in vergelijking met andere landen. Echter, er is veel onbekend omtrent de factoren die bijdragen aan deze lage prevalentie en de kosten en baten daarvan. Het Nederlandse Search and Destroy (S&D) beleid, geïntroduceerd in 1988, wordt gezien als een belangrijke factor. Dit beleid focust zich op het screenen en pre-emptief isoleren van hoog-risico groepen en het behandelen en volgen van bekende dragers. Meerdere Nederlandse studies hebben laten zien dat dit beleid kostenefficiënt is. In lijn met deze studies hebben wij aangetoond dat het toepassen van dit beleid voordeliger is ten opzichte van een situatie waarin er geen beleid zou worden gevoerd (Hoofdstuk 5). De kosten in deze studie waren gebaseerd op alle extra maatregelen (bv. screenen, isoleren en behandelen) die worden uitgevoerd in het S&D beleid. De geschatte baten werden berekend op basis van het aantal (en daarbij behorende kosten) voorkomen MRSA bacteriëmieën, berekend voor verschillende MRSA prevalenties (tot 50%). Omdat de baten op basis van een hypothetische situatie zijn berekend (wanneer er geen S&D beleid zou zijn), bestaat hier onzekerheid over. Een belangrijke vraag is: welke infecties kunnen er naast bacteriëmieën nog meer worden voorkomen door het S&D beleid, en op welke manier kunnen deze worden voorkomen? Met andere woorden, verlaagt het S&D beleid het absolute aantal infecties (MRSA infecties komen bovenop MSSA) of worden MRSA infecties vervangen door MSSA infecties (totaal aantal infecties blijft hetzelfde)? Daarnaast zijn de exacte kosten om een MRSA infectie te behandelen grotendeels onbekend. Het MRSA S&D beleid voorkomt namelijk niet alleen MRSA bacteriëmieën maar ook postoperatieve wondinfecties (POWIs) en huidinfecties, die niet zijn meegenomen in deze studie. Uiteindelijk zullen deze data leiden tot een meer accurate berekening van de preventieve voordelen van het MRSA S&D beleid. Het is van belang om te blijven rapporteren en de betrokken partijen in kennis te stellen van deze voordelen, omdat preventie vaak wordt gezien als duur en arbeidsintensief. Wanneer BRGNS niet goed worden beheerst, kunnen zij uitbraken veroorzaken (zowel kolonisatie als infectie). In Hoofdstuk 6 hebben wij de epidemiologie beschreven van ESBL-producerende Klebsiella spp. (met additionele gentamicine resistentie) in de regio Kennemerland in Alle opeenvolgende klinische isolaten die routinematig werden verzameld, zijn retrospectief getypeerd met AFLP en HiMLST. Onze resultaten lieten zien dat veel van de regionaal verzamelde isolaten polyklonaal waren. Uit onze typeringsresultaten konden vier clusters (met epidemiologische gelinkte patiënten) worden geïdentificeerd waarvan er twee onbekend waren. De andere twee clusters waren bekend en succesvol bestreden. Drie van de vier clusters werden gevonden op verschillende locaties.
5 170 Chapter 9 Dit liet zien dat niet één instituut verantwoordelijk was voor de verspreiding. Totaal vonden we een transmissie index van 0,27, wat een indicatie is voor een hoge transmissie capaciteit. De manier van isolaten verzamelen (waarvan sommige onderdeel van een contactonderzoek zijn), geeft een bias naar een hoger transmissie percentage. Echter, de studie van Willemsen et al., die kan worden beschouwd als de best vergelijkbare studie, liet een totaal transmissie percentage van 0,07 zien voor BRGNS (met name ESBL E.coli). Deze vergelijking laat zien dat de transmissie capaciteit van Klebsiella spp. waarschijnlijk hoger is dan dat van E. coli. Regionale surveillance is daarom belangrijk, omdat patiënten worden behandeld door verschillende zorgaanbieders. Gelukkig zijn er geen aanwijzingen van transmissie tussen de instellingen gevonden. Regionale analyse van routinematig verzamelde micro-organismen en ziekenhuisopname data kan helpen om deze multiresistente micro-organismen te beheersen. Bij het diagnosticeren van mogelijke infecties komt het vaak voor dat patiënten onverwachts positief testen op BRGNS. Dit betekent dat deze patiënten mogelijk een bepaalde tijd onbeschermd contact hebben gehad met andere patiënten. Nederlandse richtlijnen adviseren om in een dergelijk geval contactonderzoek uit te voeren aangezien transmissie naar andere patiënten mogelijk is. Echter, de toegevoegde waarde van het routinematig uitvoeren van een contactonderzoek is onbekend. Met andere woorden, hoe vaak komt nosocomiale transmissie van onverwachts BRGNS positieve patiënten naar kamergenoten voor? Om dit te onderzoeken hebben wij een regionaal prospectief cohort onderzoek uitgevoerd waarin alle kamergenoten met een minimale contacttijd van 12 uur met de index patiënt zijn gescreend (Hoofdstuk 7). Voor detectie zijn alle patiënten verpleegd met standaard hygiëne maatregelen, waaronder het dragen van handschoenen en het uitvoeren van handhygiëne maatregelen volgens de vijf momenten van de WHO. Na detectie zijn alle BRGNS positieve patiënten verpleegd in contactisolatie op een éénpersoonskamer. Er zijn 35 index- en 69 contactpatiënten gevonden, met een mediane tijd tussen start van het contact en moment van kweken van drie dagen. Geen van de contacten werd BRGNS positief bevonden door nosocomiale transmissie wat een indicatie is dat de nosocomiale transmissie in een lokale setting met standaard hygiëne maatregelen (voor het invoeren van contactisolatie) laag is. Deze resultaten zijn in lijn met eerdere studies die de transmissie rate van ESBL E. coli naar contacten hebben bestudeerd. Een studie in een Zwitsers ziekenhuis vond een transmissie rate van 2,2%. Een andere studie uitgevoerd in een Duits universitair ziekenhuis, gebaseerd op alleen klinische BRGNS isolaten, vond een transmissie rate van 2,3% (waarbij patiënten werden geïsoleerd na detectie) en 5,0% (zonder isolatie na detectie), waaronder ESBL in een voor en na studiedesign. De gerapporteerde stijging in transmissie rate (na het opheffen van isolatie maatregelen) was niet-significant
6 Discussie en samenvatting 171 en daalde contra-intuïtief op hoog risico afdelingen. Een groot nadeel in deze studie is dat alleen klinische isolaten werden bestudeerd, waardoor de generaliseerbaarheid naar BRG- NS gekoloniseerde patiënten (niet geïnfecteerd) niet kon worden gemaakt. In onze studie werd BRGNS E. coli in 86% van de index patiënten gevonden.dit verlaagd de generaliseerbaarheid naar andere belangrijke species (zoals Klebsiella spp. of Acinetobacter spp.). Ook zijn onze data niet geschikt om te concluderen dat isolatie niet nodig is voor deze patiënten, aangezien onze data waren verzameld in de periode voor isolatie. Traditioneel bestaan de methoden om een uitbraak aan te tonen uit: de vergelijking tussen bacteriën van dezelfde species (bv. ESBL E. coli vs. ESBL E. coli), gevolgd door genotypering van deze isolaten. Echter, resistentiegenen zijn veelal te vinden op plasmiden, welke bekend staan om het feit dat ze overdraagbaar zijn tussen bacteriën van verschillende species. In de praktijk betekent dit dat een ESBL E. coli en ESBL K. pneumoniae aan elkaar gerelateerd kunnen zijn, gebaseerd op resistentie gen en plasmide type. Sommige studies hebben uitbraken beschreven op basis van deze horizontale (plasmide) transmissie. Het is duidelijk dat horizontale gen transmissie (HGT) kan plaatsvinden. Echter, er is geen bewijs wat de bijdrage hiervan is in de dagelijkse praktijk in een lokale setting. Als HGT (voor CPE of ESBL) een belangrijke bron van transmissie in zorginstellingen is dan zou dit moeten resulteren in een hogere incidentie van (in het ziekenhuis opgelopen) klinische kweken met ESBLs of CPEs, die niet kan worden verklaard door klonale verspreiding. Toekomstige studies moeten deze complexe epidemiologie ophelderen, omdat dit belangrijke consequenties heeft voor de infectiepreventie, de manier van detecteren en het bestrijden van transmissie. Bij veel infecties, zoals urineweginfecties (UWI) en bacteriëmieën, gaat men ervan uit dat deze ontstaan vanuit een intestinaal endogeen reservoir. Ondanks dat niet iedere gekoloniseerde patiënt een infectie ontwikkelt, kunnen zij wel een belangrijke bron zijn voor andere patiënten. Vanuit dit oogpunt is de identificatie van gekoloniseerde patiënten belangrijk. Maar, wat zijn de individuele patiënt risico s voor een infectie met een BRGNS? Kan rectaal BRGNS dragerschap worden gezien als een onafhankelijke risicofactor voor een infectie met een BRGNS? Wanneer een associatie wordt gevonden, dan kan deze informatie helpen bij het kiezen van het juiste antibioticum wanneer een patiënt wordt verdacht van een infectie. Om dit te onderzoeken hebben we 1133 klinische patiënten gevolgd over een periode van één jaar in een historisch cohort design (Hoofdstuk 8). De baseline meting bestond uit een rectale swab die werd gekweekt op BRGNS. Infectie follow-up (tot één jaar) werd uitgevoerd door alle klinische kweken - die bekend waren in het laboratorium informatie systeem (LIS) van het Streeklaboratorium Haarlem - te analyseren. Voor de as-
7 172 Chapter 9 sociatie tussen BRGNS dragerschap en een opeenvolgende infectie werd een significante odds ratio (95% BI) van 5,16 (1,83-14,54) gevonden in het multivariabele logistische regressie model. Concluderend is kolonisatie met BRGNS onafhankelijk geassocieerd met BRGNS infectie. Hoe deze resultaten moeten worden toegepast in de klinische praktijk (zoals een predictiemodel) moet nog verder worden bestudeerd. Sommige onderzoekers hebben alleen historische bekende kweken gebruikt in een predictiemodel om bacteriëmieën met ESBLs te kunnen voorspellen en hebben beschreven dat het screenen van patiënten met een laag risico op een infectie de voorspellende waarde van een dergelijk model verlaagt. In onze studie vonden we dat 73,7% van de BRGNS infecties UWIs waren. Omdat UWIs een belangrijke focus zijn voor bacteriëmieën is een goede initiële antibiotische therapie bij patiënten met een UWI belangrijk. Onze regionale aanpak om het antibioticaresistentie probleem aan te pakken is niet alleen gebaseerd op de in dit proefschrift beschreven studies, maar ook op het systematische rapporteren van incidentie en prevalentie van BRMO in klinische kweken, systematische analyse van postoperatieve wondinfecties, ziekenhuisinfecties en lijnsepsis. Al deze resultaten worden gepresenteerd in informatieve rapporten met interpretatie van de data. Verder zijn vragen die ontstonden in de dagelijkse infectiepreventie praktijk eerst geanalyseerd en bediscussieerd in een regionaal infectiepreventie overleg met alle belanghebbenden. Eventuele resultaten van analyses werden daarna pas geïmplementeerd. Deze regio brede evidence-based aanpak helpt om het gevecht tegen antibioticaresistentie beheersbaar te houden.
Samenvatting. Detectie en typeringsmethoden
amenvatting 176 amenvatting amenvatting Resistentie veroorzaakt door EBL producerende Enterobacteriaceae neemt, over de gehele wereld, snel toe. De oorzaken van deze toename zijn nog niet geheel opgehelderd.
Nadere informatieBRMO. lessen uit het verleden & toekomstperspectief. Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013
BRMO lessen uit het verleden & toekomstperspectief Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013 BRMO: ESBL IN PLUIMVEE & EIERSCHILLEN Knapp C.W. Environ. Sci Technol. 2010, 44,
Nadere informatieInfectie RIsico Scan (IRIS) risico s in beeld
ABR Netwerk, 5 september Vucht Infectie RIsico Scan (IRIS) risico s in beeld dr Ina (LE) Willemsen Consultant Infectiepreventie Amphia ziekenhuis Breda Werkpakket verantwoordelijke IRIS Amphia ziekenhuis
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De laatste jaren wordt in steeds meer zorginstellingen aandacht besteed aan infectiepreventie en patiëntveiligheid. Een van de redenen is de toenemende antibiotica resistentie van bacteriën
Nadere informatieSurveillance van ABR. 17 sept 2015
Surveillance van ABR 17 sept 2015 1 2 Advies carbapenemresistentie gedeeld met Tweede kamer dataverzameling is relatief langzaam, versnipperd niet toekomstbestendig onopgemerkte verspreiding tussen zorginstellingen
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Eenvoudig verhaal De laatste 20 jaar zijn ziekenhuisuitbraken en infecties veroorzaakt door de tot dan toe als onschuldig beschouwde darmbacterie Enterococcus faecium sterk toegenomen.
Nadere informatieBRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg
BRMO 8 september 2014 BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg Ron de Groot Deskundige Infectiepreventie Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieDe superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?
De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%
Nadere informatieEpidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012
Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de epidemiologie van antibioticaresistente bacteriën in ziekenhuizen en in het bijzonder op intensive care-afdelingen (IC s). Deze bacteriën reageren
Nadere informatieSamenvatting in. het Nederlands
11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten
Nadere informatiePersconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005
Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005 Wat is MRSA? Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) is een belangrijke ziekteverwekkende kiem in de geneeskunde en tevens een
Nadere informatieBijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie
Staphylococcus aureus-infecties, inclusief MRSA A41 Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Achtergronden Het in Nederland gevoerde strikte screenings- en isolatiebeleid ( search-and-destroy
Nadere informatieKosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis
Kosten- batenanalyse Influenza Spaarne Gasthuis Aanleiding Ieder jaar is er tijdens de winterperiode sprake van piek in het aantal patiënten met een influenza luchtweginfectie. De meeste patiënten met
Nadere informatieContactonderzoek BRMO
Contactonderzoek BRMO In deze folder krijgt u uitleg over wat contactonderzoek is en wat dit voor u betekent. Ook leest u algemene informatie over een bacterie, resistente bacteriën en mogelijke gevolgen
Nadere informatieUrineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen
Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling
Nadere informatieGeef resistente bacteriën geen kans.
Geef resistente bacteriën geen kans www.nwz.nl Inhoud Wat is een resistente bacterie (BRMO)? 3 Waarom is opsporing van mogelijke dragers belangrijk? 3 Als u (mogelijk) drager bent van een resistente bacterie
Nadere informatieINHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...
Nadere informatieKennistoets: Preventiebeleid
Home no. 1 Februari 2016 Themanummer Antibiotica Eerdere edities Verenso.nl Kennistoets: Preventiebeleid Drs. Martin van Leen redactie@verenso.nl In deze in ere herstelde rubriek, testen wij uw kennis
Nadere informatieOverzicht van de belangrijkste wijzigingen in het concept van de MRSA richtlijn na verwerking van het landelijk commentaar.
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen in het concept van de MRSA richtlijn na verwerking van het landelijk commentaar. 3 1 Inleiding Uitgebreid: Het risico op MRSA-transmissie is afhankelijk van verschillende
Nadere informatieInformatiefolder BRMO voor patiënt en familie
Informatiefolder BRMO voor patiënt en familie BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN, WAT ZIJN DIT? Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-organisme heeft. In deze folder leest u algemene
Nadere informatieOVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO)
OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 EEN TOENEMEND PROBLEEM? OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 INTRODUCTIE Doel rapportage Het doel van deze rapportage
Nadere informatieEpidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:
Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Jaar 2012 B. Jans en Y. Glupczynski etenschappelijk Instituut Volksgezondheid (IV), OD Volksgezondheid
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organisme
Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO en MRSA) In deze folder krijgt u uitleg over een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) en wat gevolgen hiervan zijn. Ook leest u algemene informatie over
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem
Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem Regionale nascholing Samen krachtig tegen BRMO! Hoe pakken we dat aan? 29 januari 2015 dr F. Vlaspolder, arts microbioloog Maasstad ziekenhuis
Nadere informatieBRMO (MRSA/VRE/ESBL) Bacteriën die niet reageren op standaard gebruikte antibiotica
BRMO (MRSA/VRE/ESBL) Bacteriën die niet reageren op standaard gebruikte antibiotica Inhoud Inleiding 3 Wat is een BRMO? 3 MRSA 3 VRE 3 ESBL en CPE 4 Wanneer verhoogde kans om drager van een BRMO te zijn?
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organisme
Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO en MRSA) In deze folder krijgt u uitleg over een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) en wat gevolgen hiervan zijn. Ook leest u algemene informatie over
Nadere informatie*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni
Nadere informatiePuntprevalentieonderzoek dragerschap resistente bacteriën in verpleeghuizen. Esther van Kleef (RIVM) Emma Rademakers (PPO coördinator RZN Utrecht)
Puntprevalentieonderzoek dragerschap resistente bacteriën in verpleeghuizen Esther van Kleef (RIVM) Emma Rademakers (PPO coördinator RZN Utrecht) Nationale aanpak ABR 1 schakel ontbreekt ISIS-AR 3 10%
Nadere informatieBeheersen van BRMO in de regio
Beheersen van BMO in de regio Miriam Beerens specialist ouderengeneeskunde Laura van Dommelen arts-microbioloog Danielle van Oudheusden arts infectieziektebestrijding Marjolijn Wegdam- Blans arts-microbioloog
Nadere informatieCarbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)
Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) informatie voor patiënten WAT IS CPE? CPE staat voor carbapenemase (C) producerende (P) enterobacteriaceae (E). Enterobacteriaceae zijn een grote familie
Nadere informatieINHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN
INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.
Nadere informatieScreening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis
Infectiepreventie Screening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INF006 / Screening BRMO na opname
Nadere informatieONDERZOEK NAAR BRMO EN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN
ONDERZOEK NAAR BRMO EN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN Inleiding In deze folder leest u informatie over Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) en MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus aureus)
Nadere informatieGeen conflicterende belangen, hoewel. Het optreden van BRMO had een (op dit moment) positief invloed op mijn werk!
Geen conflicterende belangen, hoewel Het optreden van BRMO had een (op dit moment) positief invloed op mijn werk! extra middelen & personeel of tenminste geen taakstellingen (management term voor bezuinigingen)
Nadere informatieAanbevelingen voor de aanpak van Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae (CPE)
Aanbevelingen voor de aanpak van Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae (CPE) o Dit probleem vergt dringende maatregelen voor een snelle aanpak van CPE teneinde overdracht te beperken en epidemieën
Nadere informatieVraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015
Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015 Algemene vragen 1 Wat is BRMO? BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent Micro-organisme.
Nadere informatieMRSA. Rini Eringfeld Specialist ouderengeneeskunde De Zorgboog
MRSA Rini Eringfeld Specialist ouderengeneeskunde De Zorgboog MRSA in het verpleeghuis Op 1-8-2008 wordt bij een medewerker werkzaam op de dubbelzorgafdeling de Wich op St. Jozefsheil te Bakel een MRSA
Nadere informatieStand van zaken SNIV. Netwerken in ABR-surveillance. Linda Verhoef, Epidemioloog
Stand van zaken SNIV Netwerken in ABR-surveillance Linda Verhoef, Epidemioloog sniv@rivm.nl Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieBRMO INFORMATIE VOOR PATIËNTEN
BRMO INFORMATIE VOOR PATIËNTEN Inleiding Onlangs bent u op de hoogte gebracht dat er bij u in een kweek een bijzonder resistent micro-organisme (BRMO) is gevonden. U leest in deze folder wat BRMO zijn,
Nadere informatieBRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie
BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene
Nadere informatieBRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie
BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene informatie
Nadere informatiechapter TWELVE Nederlandse samenvatting
chapter TWELVE Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING TWELVE Bacteriurie, de aanwezigheid van bacteriën in de urine, is een veel voorkomende bevinding bij vrouwen. Bacteriurie wordt onderverdeeld
Nadere informatieBijlage: overzicht van ESBL gerelateerd onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in opdracht van de rijksoverheid.
Bijlage: overzicht van ESBL gerelateerd onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in opdracht van de rijksoverheid. Het RIVM-CIb onderzoekt continu en systematisch het vóórkomen van antimicrobiële resistentie
Nadere informatieIsolatiemaatregelen bij ESBL op de dialyseafdeling. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1. Inleiding en probleemstelling 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Probleemstelling 6 2. Doel- en vraagstelling 7 2.1 Doelstelling 7 2.2 Vraagstelling 7 2.2.1 Deelvragen 7 3. Methode van onderzoek 8
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO)
Bijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO) 2 Inleiding U ontvangt deze folder omdat bij u een BRMO is aangetoond. In deze folder kunt u lezen meer over BRMO zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieAntibioticaresistentie en ouderenzorgantib
Home no. 2 April 2015 Eerdere edities Verenso.nl Antibioticaresistentie en ouderenzorgantib Hoe houden wij de voeten droog? Prof. dr. Jan Kluytmans, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO)
Bijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO) Inleiding U ontvangt deze folder omdat bij u een BRMO is aangetoond. In deze folder kunt u lezen meer over een BRMO zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieWat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk
Wat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk Paul Geels, arts-adviseur 24 januari 2018 Disclosure relevante belangen Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieDragerschap van resistente bacteriën
Dragerschap van resistente bacteriën Afdeling infectiepreventie Drager bacterie Er is geconstateerd dat u drager bent van een bacterie die ongevoelig (resistent) is voor bepaalde antibiotica. Dit is op
Nadere informatieMRSA BELEID. presentatie opgemaakt door Koen Verhofstadt. Formularium en de Geneesmiddelenbrief van vzw Farmaka
MRSA BELEID presentatie opgemaakt door Koen Verhofstadt - Huisarts in Gentse groepspraktijk - CRA in woonzorgcentrum DOMINO,Gent - Verantwoordelijke uitgever van het WZC- Formularium en de Geneesmiddelenbrief
Nadere informatieResistentie. Toegespitst naar onze regio. Een internationaal probleem
Resistentie Toegespitst naar onze regio Een internationaal probleem 19 e Grande Conférence Verona 2013 Indeling bacteriën Indeling bacteriën Coccen Staven Gram positief Staphylococcen Streptococcen Pneumococ
Nadere informatieArtikelen Surveillance intensiveren en zorgnetwerken opzetten
Artikelen Surveillance intensiveren en zorgnetwerken opzetten A. Schreijer, K. Damen,A. Reusken, C. Laurent, J. van der Gaag, S. de Greeff, M. van der Lubben, M. Mennen, M. Bonten Steeds meer bacteriën
Nadere informatieMeticilline Resistente Staphylococcus aureus MRSA
Tijdens uw behandeling op de polikliniek of opname in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) of MCL Harlingen worden extra maatregelen toegepast, omdat u mogelijk een moeilijk te bestrijden bacterie bij
Nadere informatieHoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen. Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse
Hoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse Allemaal beestjes MRSA, VRE, CPE, C. difficile, M. tuberculosis, S. epidermidis, P. acnes, E.
Nadere informatieIk ben verdacht voor BMRO/MRSA, wat nu?
Ik ben verdacht voor BMRO/MRSA, wat nu? Bacteriën, virussen en schimmels worden micro- organismen genoemd, omdat deze organismen alleen met een microscoop zichtbaar gemaakt kunnen worden. Iedereen draagt
Nadere informatie*PDOC01/229345* PDOC01/229345. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.rijksoverheid.nl/eleni
Nadere informatiePuntprevalentieonderzoek dragerschap resistente bacteriën in verpleeghuizen. Informatie en handelingsperspectief
Puntprevalentieonderzoek dragerschap resistente bacteriën in verpleeghuizen Informatie en handelingsperspectief Inhoud Waarom dit boekje? 5 Je kunt hier als instelling je voordeel mee doen 6 Interview
Nadere informatieTwee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans
Twee jaar na Maasstad - Hoe staan op de kaart? Daan Notermans Centrum Infectieziekteonderzoek, diagnostiek en screening (IDS) Div. Bacteriologie en Parasitologie 1 Symposium van infectieziektensurveillance
Nadere informatieControle op Bijzonder Resistente Micro- Organismen
Controle op Bijzonder Resistente Micro- Organismen BRMO In deze folder staat algemene informatie over bijzonder resistente micro-organismen (bacteriën). En waarom en hoe u hierop wordt gecontroleerd. Deze
Nadere informatieEvolution of a manual to an electronic antibiotic prescription
Evolution of a manual to an electronic antibiotic prescription Ingrid Monsieur Inkendaal revalidatieziekenhuis 18/11/2016 Situering Revalidatieziekenhuis met 178 bedden Verwijzingen van veel ziekenhuizen
Nadere informatieAcinetobacter (resistent)
Acinetobacter (resistent) Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u drager bent van een resistente Acinetobacter. Het Albert Schweitzer
Nadere informatieWat is een bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO)?
BRMO 1 Bij u is vastgesteld dat u een verhoogde kans heeft om drager te zijn van een Bijzonder Resistent MicroOrganisme (BRMO) of er is bij u vastgesteld dat u drager bent van een BRMO. In deze folder
Nadere informatieBRMO uitbraak in een verpleeghuis. Veronica Weterings Deskundige Infectiepreventie Amphia ziekenhuis, Breda
BRMO uitbraak in een verpleeghuis Veronica Weterings Deskundige Infectiepreventie Amphia ziekenhuis, Breda Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieBouwen aan BRMO beleid in verpleeg- en verzorgingshuizen en extramuraal
Bouwen aan BRMO beleid in verpleeg- en verzorgingshuizen en extramuraal Zorg dat de basis goed is Mari van der Most Deskundige infectiepreventie 29 januari 2015 Disclosure belangen spreker (potentiële)
Nadere informatieEen schets van het (maatschappelijke) probleem van de AMR vanuit het perspectief van de publieke gezondheid. Aura Timen
Een schets van het (maatschappelijke) probleem van de AMR vanuit het perspectief van de publieke gezondheid Aura Timen Gebruik Resistentie Maatschappelijke gevolgen cdc.gov De pool van resistentiegenen
Nadere informatieOnderzoek naar MRSA en andere BRMO
Onderzoek naar MRSA en andere BRMO Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U krijgt een onderzoek om te bepalen of u drager bent van de MRSA (Methicilline Resistente
Nadere informatieDe VRE-bacterie. Contactonderzoek
De VRE-bacterie Contactonderzoek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de VRE-bacterie
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organismen (BRMO)
Bijzonder Resistent Micro-Organismen (BRMO) 2 Bij u is vastgesteld dat u een verhoogde kans heeft om drager te zijn van een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) of er is bij u vastgesteld dat u drager
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Moleculaire analyse van sputum voor de diagnostiek van longkanker Motivering van dit proefschrift Longkanker kent de hoogste mortaliteit van alle kankers. Dit komt doordat de ziekte
Nadere informatieDit document is alleen bestemd voor deskundigen infectiepreventie en artsen microbioloog
Doel Eenduidige advisering door H&I en AM ten aanzien van isolatie van een patiënt met een bijzonder resistent micro-organisme. De BRMO's in dit protocol beschreven zijn: MRGNS, VRE en PRSP. Doelgroep
Nadere informatieAstrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem
Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA. Maatregelen tegen besmetting
De ziekenhuisbacterie MRSA Maatregelen tegen besmetting Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk) met de ziekenhuisbacterie MRSA besmet bent. De afkorting MRSA staat voor de naam van de bacterie:
Nadere informatieBeleidswijziging LA-MRSA
Beleidswijziging LA-MRSA Een project over veegerelateerde MRSA in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en ziekenhuis Bernhoven Jamie Meekelenkamp, deskundige infectiepreventie Wat is MRSA? Staphylococcus aureus
Nadere informatieSURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN
SURVEILLANCE VAN METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 DEELNAME EN MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS Bij koninklijk
Nadere informatieHoge Gezondheidsraad CPE
Hoge Gezondheidsraad MDRO CPE PREVENTIE VAN DE OVERDRACHT VAN CARBAPENEMASE PRODUCERENDE ENTEROBACTERIËN (CPE) Domein en toepassingsgebied: Preventie van de overdracht van carbapenemase producerende enterobacteriën
Nadere informatieMRSA. Maatregelen tegen verspreiding. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
MRSA Maatregelen tegen verspreiding Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u drager bent van de MRSA. De afkorting MRSA staat voor Meticilline
Nadere informatieLegionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem
Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie
Nadere informatieSurveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen
Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE MRSA. Meticilline Resistente Staphylococcus aureus. Informatie voor dragers MRSA
PATIËNTEN INFORMATIE MRSA Meticilline Resistente Staphylococcus aureus Informatie voor dragers MRSA 2 PATIËNTENINFORMATIE U bent, of uw naaste is, drager van een voor antibiotica ongevoelige bacterie,
Nadere informatieTien vragen over de VRE-bacterie. Infectiepreventie
Tien vragen over de VRE-bacterie Infectiepreventie Vragen en antwoorden over de VRE-bacterie 1. Wat is een VRE-bacterie? De Vancomycin-resistente enterococ is een bacterie die deel uitmaakt van de groep
Nadere informatieMaatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis
Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis LCI-RIVM en Werkgroep Infectiepreventie (WIP) Versie 16/6/2011 1. Bacteriologisch onderzoek Bacteriologisch onderzoek 1.1 Soorten
Nadere informatieSurveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:
Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67
Nadere informatieSamenvatting. Etiologie. samenvatting
Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen
Nadere informatieMRSA. Contactonderzoek. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
MRSA Contactonderzoek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de MRSA (Methicilline Resistente
Nadere informatieDe deskundige infectiepreventie, onmisbaar in de strijd tegen antibioticaresistentie
De deskundige infectiepreventie, onmisbaar in de strijd tegen antibioticaresistentie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatieEpidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:
Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: 1 januari 2012 tot 0 april 201 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid
Nadere informatieSupraregionale analyse van ABR data
Supraregionale analyse van ABR data Vereenvoudigen en versnellen van data-analyse, rapportage en visualisatie Dr. Dennis Souverein Epidemioloog Streeklab Haarlem Streeklab Haarlem Missie: infectieveiligheid
Nadere informatieDe extractie van bacterieel en fungaal DNA uit verschillende lichaamsvloeistoffen
Een grote verscheidenheid aan bacteriën, virussen, schimmels en parasieten is verantwoordelijk voor de naar schatting 15 miljoen sterfgevallen per jaar als gevolg van infectieziekten. Infectieziekten gaan
Nadere informatieMedische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant. Medische Publieksacademie. 2 oktober 2017 Welkom!
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Medische Publieksacademie 2 oktober 2017 Welkom! 1 MRSA Dr. Jan van Zeijl, arts-microbioloog Sonja Nicolai, kinderverpleegkundige
Nadere informatieMRSA en patiënt in het Maasziekenhuis
MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis Tijdens uw opname of consult in Maasziekenhuis Pantein worden extra maatregelen getroffen, omdat u mogelijk de moeilijk te bestrijden bacterie MRSA bij u draagt. In
Nadere informatieAntibiotica Gebruik ze goed en alleen. als t moet!
Antibiotica Gebruik ze goed en alleen Algemene informatie als t moet! Antibiotica blijven effectief als we ze verstandig gebruiken: niet te vaak en op de goede manier. Uw arts weet wanneer u antibiotica
Nadere informatieSt. aureus en Klebsiella ontwikkelen mee met de VHIG. Marijke Bilkert Senior inspecteur
St. aureus en Klebsiella ontwikkelen mee met de VHIG Marijke Bilkert Senior inspecteur St. aureus en Klebsiella ontwikkelen mee met de VHIG 1973-2013 Feiten en beschouwingen vanuit persoonlijk perspectief
Nadere informatieSurveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen:
Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 211 B. Jans, Prof. Y. Glupczynski, Dr. O. Denis IPH/EPI REPORTS Nr. 212 25 Depotnummer: D/212/255/51 Wetenschappelijk
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling
De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0638 Inleiding Op de afdeling waar u verblijft is een patiënt opgenomen (geweest) waarbij onverwacht
Nadere informatieDe rol van het resistoom & antibioticaresistentie in de patiëntenzorg
141 De rol van het resistoom & antibioticaresistentie in de patiëntenzorg De opkomst en verspreiding van antibioticaresistentie onder pathogene bacteriën is wereldwijd een toenemend probleem voor de volksgezondheid.
Nadere informatieHandreiking VRE ziekenhuizen
Handreiking VRE ziekenhuizen Versie 1.0, november 2018 Laura van Dommelen, arts-microbioloog PAMM Philo Das, deskundige infectiepreventie Maxima Medisch Centrum Angela Rutten, deskundige infectiepreventie
Nadere informatieJan Kluytmans, Greet Vos, Christina Vandenbroucke-Grauls, Alexander W. Friedrich,
Nederland groen in 2025: Hoe antibiotica resistentie optimaal te bestrijden. Jan Kluytmans, Greet Vos, Christina Vandenbroucke-Grauls, Alexander W. Friedrich, Andreas Voss en Marc Bonten Juni 2014 Al sinds
Nadere informatie