Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem"

Transcriptie

1 Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem Regionale nascholing Samen krachtig tegen BRMO! Hoe pakken we dat aan? 29 januari 2015 dr F. Vlaspolder, arts microbioloog Maasstad ziekenhuis

2 Disclosure: belangenspreker (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Sponsering of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk.. Geen Geen Geen Geen 29 januari 2015

3 BRMO Bijzonder Resistente Micro Organismen Wat verstaan we daaronder? MRSA VRE PRP ESBL CPE VIM KPC NDM Oxa

4 BRMO Bijzonder Resistente Micro Organismen Wat verstaan we daaronder? MRSA = Methicilline Resistente Staphylococcus aureus VRE = Vancomycine Resistente Enterococcen PRP = Penicilline Resistente Pneumococcen ESBL =Extended Spectrum Beta Lactamase CPE = Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae VIM =Verona Integron-encoded Beta-Lactamase IMP = Imipenemase KPC = Klebsiella pneumoniae carbapenemase NDM = New Delhi Metallo BetaLactamase Oxa = Oxacillinase

5 BRMO Bijzonder Resistente Micro Organismen Wat verstaan we daaronder? MRSA = Methicilline Resistente Staphylococcus aureus VRE = Vancomycine Resistente Enterococcen PRP = Penicilline Resistente Pneumococcen ESBL =Extended Spectrum Beta Lactamase CPE = Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae VIM =Verona Integron-encoded Beta-Lactamase IMP = Imipenemase KPC = Klebsiella pneumoniae carbapenemase NDM = New Delhi Metallo BetaLactamase Oxa = Oxacillinase

6 Resistentiemechanismen bacteriën Enzymen Targetverandering Porineverandering Effluxpomp

7 MRSA METHICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS

8

9

10

11 Staphylococcus aureus Alle MRSA s hebben een chromosomaal meca gen codering voor een veranderd penicilline bindend eiwit (PBP) De identificatie van een MRSA

12 gevoeligheidsbepaling

13 Gevoeligheidsbepaling middels E-test op S. aureus

14 Er is geen verschil in ziektemakend effect tussen gewone S. aureus en een MRSA

15 Hordeolum

16 Massale septische emboli

17 ESBL ESBL,s zijn plasmide-gecodereerde enzymen Hydrolyse van penicillines, oxyiminocefalosporines Worden afgeremd door clavulaanzuur

18 -lactam antibiotica Smalspectrum Breedspectrum pen G cefazoline ampicilline amoxicilline cefuroxim amoxicilline/clavulaanzuur ceftazidime piperacilline piperacilline-tazobactam imipenem/cilastatine meropenem

19 Produktie van enzymen die antibiotica kunnen inactiveren produktie van -lactamases, die de -lactam ring van -lactam antibiotica afbreken Buitenste cel membraan Peptidoglycan cytoplasma membraan PBP ß-lactam antibioticum Porine Periplasmatische ruimte

20 Principe van combinatie preparaat Penicilline -lactamase remmer Intercellulair -lactamase

21 ESBL en CRE plaat

22 McC afenting: met AB diskjes

23 Maasstad bacterie Plasmid 1: CTX-M-15 Plasmid 2: OXA-48 Klebsiella pneumoniae

24 Gevoeligheids Spectrum Penicillinase ESBL ESBL OXA-48 NDM-1 CTX-M-15 Penicillines X X X X X Cephalosporines - X X - X Aminoglycosides - - X - X Quinolones - - X - X Cotrim - - X - X Carbapenems X X Colistin

25 Minister Edith Schippers van Volksgezondheid wijst alle zorginstellingen en huisartsen erop dat steeds meer bacteriën ongevoelig zijn voor de werking van antibiotica.

26 ''Als antibiotica niet meer werken, lopen miljoenen mensen gevaar. We moeten dit proces keren. Anders worden transplantaties, kankerbehandelingen, maar ook routineoperaties levensgevaarlijk of onmogelijk. En kan zelfs een simpele blaasontsteking ons fataal worden.''

27 Ze zegt dat er als gevolg van antibioticaresistentie inmiddels in Europa jaarlijks ongeveer doden vallen. Ook is er sprake van 1,5 miljard aan vermijdbare zorgkosten

28 Veehouderij Ook in de veehouderij moet het antibioticagebruik verder omlaag. Internationale samenwerking in de strijd tegen de bacterie is noodzakelijk.

29 Antibiotic resistance is ancient Vanessa M. D Costa et al. Nature 477, (22 September 2011) Uit DNA-onderzoek blijkt nu dat de genen die weerstand bieden tegen moderne antibiotica al minstens dertigduizend jaar voorkomen.

30 Penicillium (notatum) chrysogenum Penicilline Staphylococcus aureus plaat van Alexander Fleming MRSA (penicillinase) kan Penicillium chrysogenum overgroeien Penicillium sp. FR 11 maakt Viridicatum toxin B Tetracycline achtige stof werkt tegen MRSA

31 Tijd voor wat Cijfers

32 jan 2013-sept 2014 Urine isolaten (verpleeghuizen)

33 jan 2013-sept 2014 Urine isolaten verpleeghuizen - ziekenhuizen

34 jan 2013-sept 2014 Urine isolaten Verpleeghuizen

35 jan 2013-sept 2014 Urine isolaten Verpleeghuizen - ziekenhuizen

36 jan 2013-sept 2014 (alles)

37 jan 2013-sept 2014 (alles)

38 jan 2013-sept 2014 (alles)

39 Kweek- en isolatie schema bij verdenking van dragerschap (anamnese of contactonderzoek) Verdenking dragerschap Isolatie vorm Kweekafname Aantal keren kweken Benodigde negatieve kweken *** MRSA* Strikt Keel, neus, perineum, insteekopeningen, wonden (set) Eenmalig 1 kweekset VRE Contact** Rectum of feces (set) Serie = 3 dagen Start >1 week na laatste contact 1 serie PRSP Contact-druppel Sputum of keel Serie = 3 dagen 1 serie MR-GNS (BRMO) (bv OXA-48, VIM Pseudomonas) Contact Rectum, keel (set) Serie = 3 dagen start >1 week na laatste contact 1 serie à 3 sets MR-Acinetobacter Strikt Keel, oksel, liezen, rectum (set) Serie = Twee x per week totaal 5 dagen start >1 week na laatste contact 1 serie à 5 sets * Bij contactonderzoek onder grotere aantallen patiënten: Contact-druppel isolatie ** Patiënt blijft op de kamer *** Krijgt de patiënt een antibioticum werkzaam tegen het micro-organisme waarop gescreend wordt, dan tellen de kweken niet mee tbv het opheffen van de isolatie

40 Kweek- en isolatie schema in het kader van Follow Up bij dragerschap Dragerschap Risico Factoren langdurig dragerschap Isolatie vorm Kweekafname Hygiene poli Follow Up-periode Benodigde negatieve kweken MR GNS (BRMO) (OXA-48, VIM- Pseudomonas) Onbekend Contact Rectum, keel (set) OXA, VIM Tot 1 jaar na laatste positieve kweek Kweken bij (her)opname 5 kweeksets verspreid over een jaar MR- Acinetobacter Wonden, chronische infectie Strikt Rectum, keel, oksel, liezen (set) Ja Tot 1 jaar na laatste positieve kweek Kweken bij (her)opname 5 kweeksets verspreid over een jaar MRSA; met Risico factoren Wonden, eczeem, chronische infecties, lichaamsvreemd materiaal Strikt Keel, neus, perineum, insteekopeningen, wonden (set) Ja Start zodra de risico factoren zijn verdwenen, gedurende 6 maanden kweken 3 kweeksets verspreid over half jaar MRSA; zonder Risico factoren Strikt Keel, neus, perineum (set) Ja Gedurende 2 maanden kweken 3 kweeksets verspreid over 2 maanden PRSP; met Risico factoren COPD, otitis media Contact- Druppel Sputum of keel Nee Tot 1 jaar na laatste pos kweek Kweken bij (her)opname 3 kweken verspreid over 1 jaar PRSP; zonder Risico factoren Contact- Druppel Sputum of keel Nee Kweken bij (her)opname 3 kweken met > week interval VRE Onbekend Contact Rectum of feces Ja Tot half jaar na laatste 3 series kweken positieve kweek. (serie = 3 dagen na elkaar) verspreid over *Krijgt de patiënt een antibioticum werkzaam tegen het micro-organisme waarop gescreend wordt, dan tellen de kweken niet mee tbv het opheffen half jaar van de isolatie

41 Klebsiella typering

42 PCR screening OXA-48 en VINK OXA - FAM, PhHV - CY5 VIM / IMP / NDM / KPC - VIC, Pagina 42

43 epicurve en typeringen Cluster E. coli ESBL+ Neonatologie juni 2014

44 AFLP typering van E. coli isolaten 1-6 zes neonaten dec 2013-jan vier neonaten juni 2014

45

46 Ecoli ESBL pos: cluster II(dec 2013-jan2014) cluster IV (juni 2014) cluster V (sept/okt 2014)

47

48

49

50

51

52 Dank voor uw aandacht