Gezondheidsmonitor 2002

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheidsmonitor 2002"

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag, Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn

2 Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie, Gezondheidsvoorlichting en GGD-beleid Afdeling Epidemiologie 13 februari 2002

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 1 De bevolking van Den Haag Haagse bevolking naar leeftijd en geslacht Haagse bevolking naar etnische achtergrond en leeftijd Werkzoekenden Uitkeringsgerechtigden krachtens de WAO, de WAZ en de Wajong Wijken naar achterstandscore 11 2 Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Knelpunten in de zorg Zorggebruik Lichamelijk gehandicapten Indicatiestelling 17 3 Zelfgerapporteerde gezondheid Ervaren gezondheid Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen 20 4 Ziekten en aandoeningen Ontslagdiagnosen van ziekenhuizen Tuberculose Hepatitis A Hepatitis B en Hepatitis C HIV/AIDS Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Mazelen Kinkhoest Legionella Meningokokkenziekte Aangiften infectieziekten 33 5 Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Sterfte in de periode ; de vier grote steden vergeleken met de rest van Nederland Sterfte naar sociaal-economische status 38 6 Bevolkingsonderzoeken op borstkanker en baarmoederhalskanker Borstkanker Baarmoederhalskanker Geestelijke gezondheid Suïcide (zelfdoding) Parasuïcide Schizofrenie Psychiatrische stoornissen in de grote steden 43 Leefstijl Lichamelijke activiteit Voeding Overgewicht 47 3

4 Inhoudsopgave Inleiding Genotmiddelengebruik en verslaving Roken Alcohol Harddrugs Harddrugs HIV, Hepatitis B, Hepatitis C en risicogedrag onder injecterende druggebruikers Verstrekte injectiespuiten aan druggebruikers Cannabisgebruik Gokken 56 Leefomgeving Leefbaarheid Veiligheid Verkeer 58 Jeugd Consultatiebureau Borstvoeding Vaccinatiegraad Gebitstoestand Kindermishandeling Leerplichtontheffingen op medische gronden IVVTO (Integrale Vroeghulp/Vroegtijdige Onderkenning van Ontwikkelingsstoornissen) Gehoorstoornissen Zwemvaardigheid Jeugdprostitutie 67 Ouderen Ouderenmonitor Zelfgerapporteerde chronische aandoeningen onder ouderen Indicatiestelling woonvormen voor ouderen Voedselinfecties 70 Migranten Sterfte naar etniciteit Asielzoekers, vluchtelingen en illegale onverzekerden 73 Bijzondere aandachtsgroepen Hygiënische probleemsituaties Zorgwekkende zorgmijders Dak- en thuislozen Prostituees Huiselijk geweld Seksueel geweld 78 Literatuur en andere bronnen 81 Gebruikte afkortingen Bij de evaluatie van de Gezondheidsmonitor 1999 is de wens uitgesproken om de volgende edities een meer logische plaats te geven in de gemeentelijke beleidscyclus. Dat betekent dat de Gezondheidsmonitor voortaan zo kort mogelijk voor het aantreden van het nieuwe College van Burgemeester en Wethouders verschijnt. Op die manier kan men bij het opstellen van het programma voor de komende collegeperiode, gebruik maken van de meest actuele beschikbare informatie over de gezondheid van de Haagse burger. Om dit te bereiken verschijnt de tweede gezondheidsmonitor betrekkelijk snel na de eerste. Een gevolg hiervan is dat voor een aantal onderwerpen slechts beperkt nieuwe gegevens beschikbaar zijn. Soms is hernieuwd onderzoek gewenst, zoals bijvoorbeeld op het gebied van suïcidaal gedrag, en naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Ook op andere terreinen is nog veel gericht onderzoek nodig, zoals de gezondheid van migranten en de gezondheid van ouderen, maar ook bijvoorbeeld onderzoek naar leefstijlfactoren en onderzoek naar kwantitatieve en kwalitatieve lacunes in de zorg. Niettemin: op veel terreinen presenteert deze tweede gezondheidsmonitor actuelere of nieuwe gegevens. Er is reden om de gezondheid van de bevolking van een grote stad als Den Haag extra oplettend te volgen. In landelijke gezondheidsenquêtes blijkt steeds weer dat de gezondheid van de grootstedeling gemiddeld slechter is dan die van de modale Nederlander. Ook is in sommige opzichten het gezondheidsgedrag van de stedeling ongunstiger, bijvoorbeeld wat betreft roken. De gemiddelde levensverwachting ligt in de grote steden lager dan elders. Dergelijke verschillen tussen de grote steden en de rest van Nederland zijn niet (volledig) te verklaren uit demografische verschillen wat betreft leeftijd, geslacht en sociaal-economische situatie. Dit beeld is niet van alle tijden. De levensverwachting van de inwoners van de drie grootste steden was in de jaren vijftig van de vorige eeuw ongeveer gelijk aan of zelfs iets gunstiger dan gemiddeld in Nederland. In de loop van de zeventiger jaren veranderde dit beeld ten nadele van de grote steden. Er zijn redenen om aan te nemen dat dit vooral te maken heeft met het vertrek van de stedelingen met de gunstigste levensverwachting. Binnen een stad als Den Haag blijken sociaal-economische verschillen tamelijk hardnekkig. Dit geldt voor gegevens die te maken hebben met de sociaal-economische positie van de wijken: de (langdurige) werkloosheid bijvoorbeeld, neemt in de achterstandswijken minder sterk af dan elders. Voor bijvoorbeeld de gezondheidsindicator sterfte geldt dat de sterfteverschillen tussen rijke en arme wijken beslist niet afnemen. Kortom, de problematiek is weerbarstig en vraagt om initiatieven ter verbetering van de gezondheidssituatie in de achterstandswijken. In november 2001 verscheen, in het kader van de zogeheten Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het VTV-themarapport Gezondheid in de grote steden. In dit rapport wordt aansluiting bepleit bij het bestaande Grotestedenbeleid. Het rapport laat zien dat de grootstedelijke gezondheidsproblemen in Nederland geconcentreerd zijn in de achterstandswijken. Hiermee sluit het rapport goed aan bij het in april 2001 verschenen eindrapport van de Commissie Albeda (ook wel aangeduid als de Programmacommissie SEGV-II ), die aanbevelingen heeft gedaan om sociaal-economische gezondheidsverschillen terug te dringen. Inmiddels hebben beide rapporten geleid tot een geïntegreerd kabinetsstandpunt. Hierin wordt een zeer breed scala aan maatregelen bepleit, onder meer op de volgende terreinen: bestrijden van armoede en sociale uitsluiting; bestrijden van onderwijsachterstanden; bevorderen van gezond gedrag onder groepen met een lage sociaal-economische status, met aandacht voor de fysieke en sociale omgeving; verbeteren van arbeids- en woonomstandigheden; handhaven van de toegankelijkheid van de gezondheidszorg; versterken van de interculturalisatie van de gezondheidszorg. Het kabinetsstandpunt van november 2001 over het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen laat, ook voor de gemeente Den Haag, vele nog onbenutte mogelijkheden zien. Deze bevinden zich deels op het terrein van het gemeentelijk gezondheidsbeleid In deze tweede gezondheidsmonitor komen vele typisch grootstedelijke gezondheidsproblemen aan de orde. Naast gezondheidsverschillen die te maken hebben met verschillen in sociaal-economische positie, betreft het ook specifieke gezondheidsproblemen van migranten en diverse sociale en psychische problemen die kenmerkend zijn voor het leven en de leefsituatie in de grote stad. De specifieke problematiek van de grote stad is dan ook integraal in de monitor terug te vinden. 4 5

5 1 Inleiding 1. De bevolking van Den Haag In vergelijking met de eerste Gezondheidsmonitor wordt meer aandacht geschonken aan benchmarking, niet alleen door de Haagse gegevens te vergelijken met de landelijke, maar ook door een vergelijking te maken met de situatie in de andere grote steden afzonderlijk. Relevante opmerkingen naar aanleiding van deze tweede Haagse gezondheidsmonitor worden uiteraard betrokken bij de derde monitor. In ieder geval in één opzicht zal deze verschillen van de huidige, namelijk het gebied waarop de monitor betrekking heeft. De gemeentelijke herindeling levert in dit kader een extra uitdaging op, namelijk om op adequate wijze trends in de tijd te volgen, ook bij een plotselinge verandering in omvang en samenstelling van de Haagse populatie. Deze tweede Gezondheidsmonitor biedt een overzichtelijk en aansprekend inzicht in de gezondheidssituatie van de Haagse bevolking en in de ontwikkelingen daarin in de tijd. Dit inzicht kan vervolgens dienen ter onderbouwing van het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het zijn allerlei demografische kenmerken die de gezondheid van de Haagse bevolking voor een groot deel bepalen. Een grijze stad heeft natuurlijk hogere sterftecijfers dan een jonge stad. Maar ook allerlei andere kenmerken vertonen een samenhang met gezondheid, ziekte en sterfte. Zo blijkt bijvoorbeeld in wijken met een hoog percentage werkzoekenden en personen met een bijstandsuitkering, een hoger sterftecijfer te bestaan dan in wijken met weinig uitkeringsgerechtigden. Migranten hebben soms specifieke gezondheidsproblemen. Dit eerste hoofdstuk presenteert de Haagse bevolking aan de hand van enkele kengetallen die een grote relevantie hebben voor de volksgezondheid. 1.1 Haagse bevolking naar leeftijd en geslacht Volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) woonden per 1 januari 2001 in Den Haag personen: mannen en vrouwen. De verdeling per geslacht naar leeftijdsklasse van vijf jaar is als volgt: Mannen Vrouwen FIGUUR 1. AANTAL HAGENAARS NAAR LEEFTIJD EN GESLACHT. DEN HAAG, 1 JANUARI

6 1 1 De bevolking van Den Haag De bevolking van Den Haag 1.2 Haagse bevolking naar etnische achtergrond en leeftijd De daling in de groep langdurig werkzoekenden is minder sterk dan in de totale groep werklozen. Vooral in de achterstandswijken blijft dit een tamelijk grote groep. In de periode neemt de groep langdurig werkzoekenden niet sterk af: in de Haagse achterstandswijken van 9,8% naar 8,5% van de beroepsbevolking. Tabel 1 Aantal Hagenaars naar etnische achtergrond en leeftijd. Den Haag, 1 januari Leeftijd Suriname Antillen Turkije Marokko Zuid- Niet- Geïndustrial. Nederland Totaal Europa geïnd. landen landen Totaal Tabel 2 Niet-werkende werkzoekenden als percentage van de beroepsbevolking in de achterstandswijken van 25 steden van het Grotestedenbeleid (G25), Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Stad Niet-werkende werkzoekenden in de achterstandswijken G25 34,3 30,9 30,9 27,4 24,2 19,9 Amsterdam 36,9 34,2 35,1 30,8 26,3 22,2 Rotterdam 37,4 35,7 36,1 29,8 25,8 20,7 Den Haag 33,4 31,0 34,5 30,4 27,3 23,3 Utrecht ,1 Niet-werkende werkzoekenden in de achterstandswijken, langer dan drie jaar ingeschreven G25 10,3 11,1 11,6 10,6 9,7 8,5 Amsterdam 10,4 13,3 14,0 12,6 11,1 10,0 Rotterdam 11,5 11,6 14,4 12,7 11,0 8,9 Den Haag 9,8 8,6 11,0 10,0 9,5 8,5 Utrecht ,1 Het percentage personen met een bijstandsuitkering daalt eveneens, maar binnen de vier grote steden geldt dit eigenlijk niet voor het percentage mensen dat langer dan drie jaar een bijstandsuitkering heeft. Met name in de Haagse achterstandswijken stijgt dit laatste percentage juist: van 8,5% in 1997 naar 9,6% in Bron: Dienst Burgerzaken Tabel 3 Personen met een bijstandsuitkering als percentage van de beroepsbevolking in de 25 steden van het Grotestedenbeleid (G25), Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Per 1 januari 2001 bedroeg in Den Haag het aantal inwoners uit een etnische minderheidsgroep (exclusief de categorie Overige geïndustrialiseerde landen ) bijna 33%. Dit is een stijging van 2,5% vergeleken met twee jaar eerder. Het Centraal Bureau voor de Statistiek verwacht in de periode een duidelijke stijging van het aantal nietwesterse allochtonen in Nederland. De etnisch-culturele diversiteit neemt daarbij toe: de grootste groei wordt niet verwacht bij de klassieke etnische minderheidsgroepen (Surinamers, Turken, Marokkanen en Antillianen), maar juist bij de overige Aziatische en de overige Afrikaanse bevolkingsgroepen. Deze ontwikkeling heeft consequenties voor de lokale gezondheidssituatie, de zorg en het gezondheidsbeleid. Stad Personen met een bijstandsuitkering G21 7,4 6,5 5,8 5,6 Amsterdam 12,0 11,4 10,2 9,5 Rotterdam 9,7 12,5 -,0 11,6 Den Haag 8,9 8,9 8,3 7,6 Utrecht -,0 8,0 6,1 5,8 Personen in de achterstandswijken met een bijstandsuitkering langer dan drie jaar G25 7,9 8,4 7,6 7,9 Amsterdam 8,8 9,1 8,7 8,2 Rotterdam 8,2 9,0 8,7 8,7 Den Haag 8,5 8,8 9,0 9,6 Utrecht -,0 -,0 -,0 6,7 Naar verwachting neemt, ook in Den Haag, de etnisch-culturele diversiteit de komende jaren sterk toe 1.3 Werkzoekenden De werkloosheidscijfers zijn de afgelopen jaren constant gedaald. Dat geldt niet alleen voor Den Haag, maar ook voor de andere grote steden en voor heel Nederland. Vergeleken met de andere grote steden was de daling in Den Haag minder sterk, maar het werkloosheidscijfer was in Den Haag al lager dan in Amsterdam en Rotterdam en dat is nog steeds zo. De situatie in de achterstandswijken van Den Haag is juist wat minder rooskleurig: in een vergelijking van de achterstandswijken in de vier grote steden lag in 2000 het percentage werkzoekenden het hoogst in de Haagse achterstandswijken. De Haagse achterstandswijken profiteren beperkt van de economische opleving. Het percentage langdurig werklozen en personen met een langdurige bijstandsuitkering blijft in deze wijken zorgwekkend hoog 8 9

7 1 1 De bevolking van Den Haag De bevolking van Den Haag 1.4 Uitkeringsgerechtigden krachtens de WAO, de WAZ en de Wajong 1.5 Wijken naar achterstandscore In de periode schommelde in Den Haag het percentage personen met een uitkering krachtens de arbeidsongeschiktheidswetgeving rond de 7,5% van de totale beroepsbevolking. In 1999 deed zich een stijging voor, met name in de groep die korter dan drie jaar een uitkering geniet. Het percentage personen dat reeds langer dan drie jaar uitkeringsgerechtigd is, blijft vrij constant. Dit is in feite de grootste groep binnen de totale groep arbeidsongeschikten. De wijken met de hoogste percentages langdurig arbeidsongeschikten zijn: Kijkduin/Ockenburg, Kraayenstein, Waldeck, Bouwlust/Vredelust, Morgenstond en Moerwijk. Tabel 4 Arbeidsongeschikten als percentage van de beroepsbevolking in de 25 steden van het Grotestedenbeleid (G25) minus de grootste 4 (G21), Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Stad Arbeidsongeschikten G ,1 8,2 8,5 9,0 Amsterdam 9,4 9,2 9,3 9,2 9,3 9,3 Rotterdam 7,2 7,0 7,1 7,0 7,0 7,2 Den Haag 7,4 7,1 7,6 7,6 7,4 8,3 Utrecht 8,4 8,5 8,4 8,4 8,5 8,7 Arbeidsongeschikten met een uitkering langer dan drie jaar G21 6,9 6,4 6,7 7,0 Amsterdam 7,9 7,2 7,5 7,4 Rotterdam 6,0 5,5 5,6 5,7 Den Haag 6,2 5,7 5,7 6,2 Utrecht 7,0 6,5 6,7 6, Oostduinen 02. Belgisch Park 03. Westbroekpark/ Duttendel 04. Benoordenhout 05. Archipelbuurt 06. Van Stolkpark / Scheveningse Bosjes 07. Scheveningen 08. Duindorp 09. Geuzen- en Statenkwartier Wijken met achterstandscore (1999) FIGUUR 2. HAAGSE WIJKEN NAAR ACHTERSTANDSCORE. DEN HAAG Zorgvliet 11. Duinoord 12. Bomen- en Bloemenbuurt 13. Vogelwijk 14. Bohemen / Meer en Bos 15. Kijkduin / Ockenburg 16. Kraayenstein / De Uithof 17. Loosduinen 18. Waldeck 19. Vruchtenbuurt 20. Valkenboskwartier 21. Regentessekwartier 22. Zeeheldenkwartier 23. Willemspark 24. Haagse Bos 25. Mariahoeve / Marlot 26. Bezuidenhout 27. Stationsbuurt 28. Centrum 29. Schildersbuurt 30. Transvaalkwartier 31. Rustenburg / Oostbroek De achterstandscore varieert van -24,4 (Vogelwijk) tot +24,2 (Schildersbuurt) > 15-5 tot 15-5 tot 5-15 tot -5 < -15 onvoldoende inwoners 32. Leyenburg 33. Bouwlust 34. Morgenstond 35. Zuiderpark 36. Moerwijk 37. Groente- en Fruitmarkt 38. Laakkwartier / Spoorwijk 39. Binckhorst 40. Wateringse Veld Sinds 1995 kent Den Haag een indeling van wijken op basis van achterstandscores. De indicatoren voor deze achterstandscore zijn: percentage allochtonen, inkomen, huurpunten, sociaal-economische factor leerlingen en percentage langdurige werklozen. Aan de hand van deze scores zijn de wijken in vijf groepen ingedeeld, lopend van 1-wijken met de meeste achterstand tot 5-wijken met de minste achterstand. In 2001 varieert de achterstandscore van -24,4 (Vogelwijk) tot +24,2 (Schildersbuurt). Evenals in 1999 zijn in 2001 de Schildersbuurt en het Transvaalkwartier de wijken met de hoogste achterstandscores, op afstand gevolgd door de Stationsbuurt

8 1 2 De bevolking van Den Haag 2. Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod De zorg staat de laatste jaren in het middelpunt van de belangstelling. Enerzijds heeft er een verschuiving plaatsgevonden van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg. Dit betekent dat de zorgvraag van een patiënt/cliënt het uitgangspunt is voor de zorgverlening en niet wat er aan zorgmogelijkheden beschikbaar is. Anderzijds zijn er grote problemen aan de aanbodzijde omdat er niet genoeg personeel of geld is om de vereiste zorg te kunnen aanbieden. Dit hoofdstuk geeft inzicht in een aantal aspecten van zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod. Zoals in de inleiding al is geschetst is er nog veel onderzoek nodig met betrekking tot kwantitatieve en kwalitatieve lacunes in de zorg en de consequenties hiervan voor de gezondheidssituatie van de bevolking. 2.1 Knelpunten in de zorg De Haagse gezondheidszorg heeft toenemend te maken met capaciteitsproblemen. Door verschillende ontwikkelingen bestaat er een tekort aan zorgverleners. In de huisartsenzorg dreigt een ernstig tekort. Momenteel werken ongeveer 200 huisartsen in Den Haag; ruim twintig daarvan werken in zeven gezondheidscentra. Uit gegevens van de District Huisartsen Vereniging in 1999 komt naar voren dat de gemiddelde praktijkomvang groot is en dat veel huisartsen hun praktijk willen inkrimpen vanwege de hoge werkdruk. Steeds meer huisartsen hebben een voorkeur voor werken in samenwerkingsverbanden en parttime werken. De oudere huisartsen kiezen in toenemende mate voor een vervroegd pensioen. Het vinden van een opvolger wordt enerzijds bemoeilijkt door het algemene tekort aan artsen en anderzijds doordat steeds minder huisartsen zich in de grote stad willen vestigen. De grote stad geeft veel complexe problematiek te zien, de vestigingsvoorwaarden zijn niet erg aantrekkelijk, door de grote praktijkomvang is de wens tot parttime werken minder gemakkelijk uitvoerbaar en samenwerkingsverbanden zijn er nog maar in beperkte mate. In de gewenste toekomstige werksituatie zullen voor iedere vier vertrekkende huisartsen vijf huisartsen terug moeten komen. Naar verwachting vindt er binnenkort een grote uitstroom van huisartsen plaats door (vervroegde) pensionering. Het is niet uitgesloten dat onder gelijkblijvende omstandigheden honderdduizend Hagenaars (dat wil zeggen: één op de vijf) binnen vijf jaar zonder huisarts komen te zitten. Ook bij andere werkers in de Haagse gezondheidszorg (verpleegkundigen, verloskundigen, tandartsen en specialisten) zijn er tekorten. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde zorg niet meer kan worden aangeboden terwijl de vraag daarnaar juist toeneemt. Een toenemend aantal patiënten kan niet in de regio worden (over)geplaatst. Bij uitblijven van overplaatsing heeft dit een verlengd verblijf in een verkeerd bed tot gevolg. In 1999 kwam in de regio Den Haag 7,8% van het totaal aantal verpleegdagen in ziekenhuizen voor rekening van verkeerde-bed-patiënten (landelijk 6,1%), in 2000 was dit gestegen naar 8,4% (landelijk stabiel op 6,1%). In Den Haag werden in 1999 circa ziekenhuisbedden (4-5%) geteld zonder medische indicatie op een totaal van bijna bedden. Door plaatsgebrek in ziekenhuizen verblijven mensen te lang thuis, op de eerste hulp, de crisisopvang of de intensive care. Een opnamestop in verpleeghuizen leidt weer tot een te lang verblijf in het ziekenhuis. Bij gelijkblijvende omstandigheden is te voorzien dat honderdduizend Hagenaars binnen vijf jaar zonder huisarts komen te zitten 2.2 Zorggebruik In de Stadsenquête 2001 is gevraagd naar de contacten in het afgelopen jaar met diverse zorgverleners. De stadsenquête is afgenomen bij Hagenaars tussen de 16 en 75 jaar. Huisarts Iets meer dan één procent van de Hagenaars (ruim Hagenaars tussen de 16 en 75 jaar) meldt geen huisarts te hebben. Van personen die zich minder dan vijf jaar geleden in Den Haag hebben gevestigd, alleenstaanden, studenten en allochtone jongeren (16-24 jaar) heeft 3 à 5% geen huisarts

9 2 2 Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Driekwart van de Hagenaars komt jaarlijks ten minste eenmaal bij zijn of haar huisarts, dit is vergelijkbaar met het landelijke beeld. Met de leeftijd neemt het percentage personen dat contact heeft met de huisarts toe. Aanzienlijk meer vrouwen dan mannen bezoeken de huisarts. Dit geldt ook voor allochtonen (met name de oudere) in vergelijking met autochtonen. Tabel 5 Percentage personen met contact met huisarts in afgelopen jaar. Nederland versus Den Haag en voor Den Haag naar leeftijd, geslacht, etniciteit, opleiding en inkomen. Nederland 1998/1999, Den Haag Leeftijd jr jr jr jr Totaal Den Haag Nederland * 76** Den Haag Geslacht man vrouw Etniciteit Nederlands Hindostaans Turks Marokkaans Opleiding laag hoog Rondkomen inkomen moeilijk gemakkelijk geen percentages vermeld in verband met kleine aantallen * 65 jaar en ouder ** alle leeftijden De Hagenaars gaan gemiddeld ruim drie keer per jaar naar de huisarts, ongeveer één keer minder dan landelijk. In Den Haag wordt de huisarts vaker bezocht door ouderen, vrouwen, allochtonen, laag opgeleiden en Hagenaars die moeilijk met hun inkomen kunnen rondkomen. Het verschil in huisartsbezoek tussen allochtonen en autochtonen wordt nog groter indien wordt gecorrigeerd voor de leeftijdsopbouw. Tabel 6 Gemiddeld aantal contacten met huisarts per jaar per persoon. Nederland versus Den Haag en voor Den Haag naar geslacht, leeftijd, etniciteit, opleiding en inkomen. Nederland 1998/1999, Den Haag Den Haag Nederland Totaal 3,2* 4,1** Geslacht man 2,6 vrouw 3,8 Leeftijd jr 2,7 3, jr 2,8 3, jr 3,7 4, jr 4,3 6,0*** Etniciteit Nederlands 2,7 Hindostaans 5,6 Turks 5,6 Marokkaans 4,6 Opleiding laag 4,0 hoog 2,7 Rondkomen inkomen moeilijk 6,0 gemakkelijk 3,0 Tandarts Veertien procent van de Hagenaars heeft geen tandarts (ruim Hagenaars tussen de 16 en 75 jaar). Bij meer dan de helft daarvan is de reden het hebben van een kunstgebit; overige redenen zijn: geen klachten, angst, kan geen tandarts vinden die nog patiënten inschrijft, nog op zoek, nog niet ingeschreven en niet verzekerd, te duur. Vooral allochtonen geven aan geen tandarts te kunnen vinden die nog patiënten inschrijft. Degenen die nog op zoek zijn, zijn met name studenten en mensen die korter dan vijf jaar in Den Haag wonen. Financiële redenen wordt vaak genoemd door Turken en Marokkanen, Hagenaars die een uitkering hebben of Hagenaars die zeggen moeilijk rond te kunnen komen met hun inkomen. Ruim acht van de tien Hagenaars komen jaarlijks bij de tandarts. Dit doen meer mensen die makkelijk met hun inkomen kunnen rondkomen, meer hoog opgeleiden en minder Turken en Marokkanen. Van de Hagenaars (16-74-jarigen) draagt 8% een kunstgebit, vergeleken met 17% onder de Nederlandse bevolking (16 jaar en ouder). Het hebben van een kunstgebit hangt nauwelijks samen met geslacht of etniciteit maar wel sterk met leeftijd en sociaal-economische status. Onder de jarigen heeft 2% een kunstgebit terwijl dit 32% bedraagt onder de jarigen. Van de jarigen met een lage opleiding of laag inkomen draagt 46% een kunstgebit in vergelijking met slechts 5% bij de hoger opgeleiden en/of hogere inkomensgroepen. Tabel 7 Percentage personen, exclusief degenen die een kunstgebit hebben, met contact met tandarts in afgelopen jaar. Nederland versus Den Haag en voor Den Haag naar leeftijd, geslacht, etniciteit, opleiding en inkomen. Nederland 1998/1999, Den Haag Leeftijd jr jr jr jr Totaal Den Haag Nederland * 87** Den Haag Geslacht man vrouw Etniciteit Nederlands Hindostaans Turks Marokkaans Opleiding laag hoog Rondkomen inkomen moeilijk gemakkelijk geen percentages vermeld in verband met kleine aantallen * 65 jaar en ouder ** alle leeftijden De Hagenaar komt gemiddeld 1,6 keer per jaar bij de tandarts, minder dan het landelijke gemiddelde van 2,3 keer. Indien kunstgebitdragers buiten beschouwing worden gelaten zijn er nauwelijks verschillen in het aantal jaarlijkse contacten met de tandarts naar geslacht, leeftijd, etniciteit, opleiding of inkomen. Fysiotherapeut Jaarlijks maakt één op de vijf Hagenaars gebruik van fysiotherapie (bijna Hagenaars tussen de 16 en 75 jaar). Daaronder relatief weinig jongeren, mannen, Turken, Marokkanen en laag opgeleiden. * jaar ** alle leeftijden *** 65 jaar en ouder 14 15

10 2 2 Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Tabel 8 Percentage personen met contact met fysiotherapeut in afgelopen jaar. Nederland versus Den Haag en voor Den Haag naar leeftijd, geslacht, etniciteit, opleiding en inkomen. Nederland 1998/1999, Den Haag Leeftijd jr jr jr jr Totaal Den Haag Nederland * 16** Den Haag Geslacht man vrouw Etniciteit Nederlands Hindostaans Turks Marokkaans Opleiding laag hoog Rondkomen inkomen moeilijk gemakkelijk geen percentages vermeld in verband met kleine aantallen * 65 jaar en ouder ** alle leeftijden Degenen die een fysiotherapeut bezoeken komen er gemiddeld bijna 15 keer per jaar, vergelijkbaar met landelijk. Vooral de leeftijd hangt samen met het aantal bezoeken; de jarigen komen bijna twee keer zoveel bij de fysiotherapeut (23 keer) als jarigen (13 keer). Deze samenhang met de leeftijd verklaart waarschijnlijk deels het lagere aantal bezoeken aan de fysiotherapeut door de Haagse allochtonen aangezien zij gemiddeld jonger zijn dan de Haagse autochtonen. Tabel 9 Gemiddeld aantal contacten met fysiotherapeut per jaar per persoon met contact. Nederland versus Den Haag en voor Den Haag naar leeftijd, geslacht, etniciteit, opleiding en inkomen. Nederland 1998/1999, Den Haag Den Haag Nederland Totaal 14,7 15,5* Geslacht man 14,5 13,6 vrouw 14,8 17,3 Leeftijd jr 13,0 11, jr 13,0 16, jr 14,4 21, jr 22,0 21,1** Etniciteit Nederlands 15,3 Hindostaans 11,5 Turks 8,2 Marokkaans 11,3 Opleiding laag 13,5 hoog 12,3 Rondkomen inkomen moeilijk 10,1 gemakkelijk 11,8 Alternatieve geneeswijzen 6% van de Hagenaars (ruim Hagenaars tussen de 16 en 75 jaar) maakt jaarlijks gebruik van alternatieve geneeswijzen. Er wordt het meest gebruik gemaakt van homeopathie (1,6%) gevolgd door acupunctuur (0,9%), natuur- en kruidengeneeskunde (0,9%), religieuze of gebedsgenezing (0,9%), magnetisme of paranormale geneeskunde (0,8%) en geneeswijzen uit andere landen (0,5%). 2,3% noemt een andere alternatieve geneeswijze. Deze percentages wijken weinig af van de landelijke percentages. Vooral Hindostanen en dan met name de ouderen onder hen maken gebruik van alternatieve behandelwijzen. Dit geldt ook voor oudere Marokkanen en ouderen die moeilijk met hun inkomen kunnen rondkomen. Het gemiddeld aantal contacten per Hagenaar met alternatieve genezers per jaar ligt voor zowel mannen als vrouwen op 0,3 contacten. Hindostanen en Surinamers van overige origine hebben meer contacten. Hagenaars die hun gezondheid als matig of slecht ervaren bezoeken de alternatieve genezer veel meer dan Hagenaars die hun gezondheid als (zeer) goed of uitstekend ervaren (1,0 contacten tegen 0,2 contacten). Indien de Hagenaar naar een alternatieve genezer gaat zijn er gemiddeld 6,0 contacten per jaar, dit komt overeen met het landelijke cijfer van 6,2 contacten. 2.3 Lichamelijk gehandicapten Er is sprake van lichamelijke beperkingen indien men moeilijkheden heeft met lichamelijke functies die nodig zijn om dagelijkse routine-activiteiten te kunnen uitvoeren, zoals lopen, tillen, bukken, horen en zien. In verreweg de meeste gevallen zijn deze beperkingen het gevolg van het ouder worden. In Den Haag wonen circa mensen met ernstige tot zeer ernstige beperkingen (schatting 1998). Als gevolg van een lichamelijke beperking zijn er enerzijds dure uitgaven nodig voor bijvoorbeeld hulpmiddelen en huisvesting terwijl anderzijds de kansen om het daarvoor benodigde inkomen te verwerven kleiner zijn. Veel lichamelijk gehandicapten leven op een sociaal minimum met een verhoogde kans op sociaal isolement, mede versterkt door de vaak geringere mobiliteit door de handicap. Volgens de gemeentelijke nota Lichamelijke gehandicapten in de lift is de positie van de allochtone bewoners met een handicap of met een gehandicapt kind nog slechter dan die van de autochtone bewoner. Er zijn problemen met de acceptatie van een gehandicapt kind, het wordt soms als een straf gezien en uit schaamte komen ouders en kind in een isolement terecht. Daarnaast zijn velen onvoldoende op de hoogte van regelingen en voorzieningen en door extra uitgaven in verband met de handicap in de schulden geraakt. Ouderen hebben een toenemende kans op een lichamelijke beperking. Doordat de groep ouderen de komende jaren in omvang zal toenemen zal naar verwachting het aantal mensen met een lichamelijke handicap toenemen. 2.4 Indicatiestelling Op het gebied van zorg, wonen en welzijn bestaat er een diversiteit aan zorg en voorzieningen zoals thuiszorg, verpleeghuizen, bijzondere woonvormen en bijzondere bijstand. Met betrekking tot zorg onderzoekt het Indicatiebureau of iemand in aanmerking komt voor zorgproducten te weten: zorg thuis, opname of dagbehandeling in verpleeghuizen en opname in verzorgingshuizen. In de periode is een afname van 6% in het totaal aantal zorgaanvragen te zien. In de aanvragen voor thuiszorg is deze daling ruim 13%. Meer dan de helft van het aantal aanmeldingen betreft de zorg thuis en ruim een kwart verpleeghuiszorg. In 2001 blijkt het totaal aantal zorgaanvragen echter weer te stijgen met 8%. * alle leeftijden ** 65 jaar en ouder 16 17

11 2 3 Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod 3. Zelfgerapporteerde gezondheid 3.1 Ervaren gezondheid Tabel 10 Zorgaanvragen Indicatiebureau naar type vraag. Den Haag Type aanvraag (schatting) Zorg thuis hulp/ verzorging/verpleging ,7% ,4% ,9% Verzorgingshuis ,7% ,4% ,2% Verpleeghuiszorg ,6% ,2% ,8% Totaal aantal zorgaanvragen ,0% ,0% ,0% ,0% De wachtlijsten blijken al jaren een zeer groot probleem te zijn in zowel de thuiszorg als verpleeg- en verzorgingshuizen. Zeer recente gegevens met betrekking tot de wachtlijsten zijn niet beschikbaar. In mei 2000 bestond voor de thuiszorg een wachttijd van 1-12 weken voor verzorging en verpleging en 1 week tot 5 maanden voor huishoudelijke hulp. De ervaren gezondheid wordt gezien als een afspiegeling van de eigen beleving van de lichamelijke of psychische gesteldheid. De eigen beleving is uiteraard een subjectieve aangelegenheid. Niettemin wordt de ervaren gezondheid gezien als goede indicator van gezondheid. In de Stadsenquêtes 1998, 1999 en 2001 is de Hagenaar gevraagd naar de ervaren gezondheid door een rapportcijfer te laten geven aan zijn of haar gezondheid. Over de periode waardeert de Haagse bevolking van 16 tot 75 jaar haar gezondheid met een 7,5. Sinds 1998 is er sprake van een iets slechtere beoordeling, een trend die zich ook in andere grote steden en landelijk voordoet. Dit wordt waarschijnlijk deels verklaard door veranderingen in leeftijdsopbouw (meer ouderen) en etnische bevolkingssamenstelling (meer allochtonen). Tabel 11 Rapportcijfer voor de ervaren gezondheid. Den Haag Jaar * 2001 Rapportcijfer 7,6 7,5-7,4 * niet gemeten Zoals uit de vorige gezondheidsmonitor al naar voren kwam waarderen ouderen, vrouwen, laag opgeleiden en Hagenaars in de lagere inkomensgroepen hun gezondheid het slechtst. Een patroon dat algemeen in Nederland wordt waargenomen. Mensen met een hoger inkomen en/of een hogere opleiding ervaren een betere gezondheid dan mensen met een lager inkomen en/of een lagere opleiding Tabel 12 Rapportcijfer voor de ervaren gezondheid naar geslacht, leeftijd, opleiding en inkomen. Den Haag Geslacht Leeftijd Opleiding Inkomen man vrouw jr jr jr jr jr hoog midden laag hoog laag 7,6 7,4 7,8 7,7 7,3 7,1 6,9 7,7 7,6 7,3 7,8 7,1 In de Stadsenquête 2001 is ook gevraagd de ervaren gezondheid uit te drukken in termen van slecht, matig, goed, zeer goed en uitstekend. Van de Hagenaars vindt 83% zijn of haar gezondheid goed, zeer goed of uitstekend en 17% matig of slecht. Dit is vergelijkbaar met Nederland 1999 en Amsterdam 1999/2000. Tabel 13 Percentage personen dat de eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend ervaart, naar geslacht, leeftijd en etniciteit. Den Haag 2001, Amsterdam 1999/2000. Totaal Geslacht Leeftijd Etniciteit man vrouw jr jr 55 jr Ned Sur** Turks Marok Overig Den Haag * Amsterdam * Den Haag jarigen ** Amsterdam inclusief Antillianen 18 19

12 3 3 Zelfgerapporteerde gezondheid Zelfgerapporteerde gezondheid In zowel Amsterdam als Den Haag ervaren Turken en Marokkanen hun gezondheid minder gunstig dan autochtonen. In Den Haag maar niet in Amsterdam, is dit ook voor Surinamers het geval. Mogelijk is dit laatste het gevolg van verschillen binnen de groep Surinamers. In Amsterdam zijn de meeste Surinamers van Creoolse afkomst en zijn Antillianen onder de Surinamers geschaard. In Den Haag is driekwart van de Surinamers van Hindostaanse komaf; zij ervaren hun gezondheid slechter dan de Haagse Surinamers van Creoolse komaf. Een groep die bijzonder ongunstig scoort zijn de oudere allochtone vrouwen. Slechts één op de drie Turkse/Marokkaanse of Hindostaanse oudere vrouwen in Den Haag beoordeelt haar gezondheid als (zeer) goed of uitstekend. Bij de oudere autochtone Haagse vrouwen geldt dat het overgrote deel haar gezondheid als (zeer) goed beoordeelt. Een vergelijkbaar beeld is ook in Amsterdam te zien bij Turkse en Marokkaanse vrouwen; voor de Hindostaanse vrouwen ontbreken de gegevens. Turkse en Marokkaanse oudere mannen in Den Haag beoordelen hun gezondheid beter dan hun Turkse en Marokkaanse leeftijdgenoten in Amsterdam. Bijzonder veel oudere Turkse, Marokkaanse en Hindostaanse vrouwen hebben een slechte ervaren gezondheid Tabel 14 Percentage personen dat de eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend beoordeelt, naar geslacht en leeftijd per etniciteitsgroep. Den Haag Man Vrouw jr jr jr jr jr jr Nederlands Hindostaans Overig Surinaams Turks/Marokkaans Anders Totaal Tabel 15 Percentage personen met zelfgerapporteerde langdurige aandoeningen, naar geslacht en leeftijd. Nederland 1998/1999, Den Haag Totaal* Geslacht Leeftijd man* vrouw* jr jr jr jr** Astma/bronchitis/CARA Nederland 8,5 8,4 8,7 8,0 6,7 7,7 11,9 Den Haag 9,4 9,0 9,7 8,9 9,0 10,7 6,9 Hartkwaal/hartinfarct Nederland 2,3 2,7 2,0 0,4 0,4 3,6 11,6 Den Haag 2,6 3,3 2,0 0,1 0,3 4,4 13,5 Hoge bloeddruk Nederland 7,7 6,5 8,9 0,9 3,6 13,5 28,5 Den Haag 9,3 7,7 11,0 0,6 4,6 17,9 19,9 Beroerte/hersenbloeding Nederland 0,6 0,6 0,6 0,1 0,2 1,0 2,4 Den Haag 0,5 0,3 0,7 0,1 0,1 1,1 1,3 Maagzweer, zweer Nederland 1,1 1,2 1,0 0,5 1,0 1,9 2,3 12-vingerige darm Den Haag 2,4 1,6 3,2 0,9 2,7 2,6 2,5 Kanker Nederland 1,0 0,9 1,1 0,1 0,5 1,7 3,4 Den Haag 1,5 1,1 1,8 0,2 0,1 2,8 6,3 Suikerziekte Nederland 2,0 1,8 2,2 0,4 0,5 3,4 8,2 Den Haag 2,9 2,3 3,5 0,7 0,7 6,2 6,2 Andere aandoening Nederland Den Haag 18,6 16,7 20,5 10,7 17,5 21,6 29,9 Géén aandoening Nederland 59,7 64,7 54,9 70,8 62,5 45,6 32,7 Den Haag 63,9 65,5 62,3 78,7 72,7 51,4 34,8 * Nederland alle leeftijden, Den Haag jarigen ** Nederland 65 jaar en ouder Iets meer Hindostanen dan autochtonen, Turken en Marokkanen rapporteren chronische aandoeningen. Dit betreft vrijwel alle chronische aandoeningen met uitzondering van hoge bloeddruk en kanker. Meer allochtone dan autochtone Hagenaars rapporteren een maagzweer of suikerziekte. Daarentegen rapporteren minder allochtonen kwaadaardige aandoeningen (kanker). Dit laatste wordt deels verklaard door de lagere leeftijd in de allochtone bevolkingsgroepen. Voor alle aandoeningen die door migranten in grotere mate worden gerapporteerd, geldt dat na correctie voor de leeftijdsopbouw de verschillen eigenlijk groter zijn dan uit de tabel blijkt. 3.2 Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen Tabel 16 Percentage personen met zelfgerapporteerde langdurige aandoeningen, naar etniciteit. Den Haag Aandoening Etniciteit % Aandoening Etniciteit % Astma/bronchitis/CARA Nederlands 8,7 Kanker Nederlands 2,1 Hindostaans 12,7 Hindostaans 0,3 Turks 8,2 Turks 0,3 Marokkaans 10,8 Marokkaans 0,7 Hartkwaal/hartinfarct Nederlands 2,9 Suikerziekte Nederlands 2,8 Hindostaans 4,0 Hindostaans 7,4 Turks 1,6 Turks 4,0 Marokkaans 1,2 Marokkaans 6,7 Hoge bloeddruk Nederlands 11,0 Andere aandoening Nederlands 19,0 Hindostaans 9,8 Hindostaans 27,3 Turks 10,1 Turks 16,8 Marokkaans 7,6 Marokkaans 16,6 Beroerte/hersenbloeding Nederlands 0,6 Géén aandoening Nederlands 62,9 Hindostaans 1,6 Hindostaans 57,1 Turks 0,7 Turks 63,0 Marokkaans 0,0 Marokkaans 64,2 Maagzweer, zweer Nederlands 0,9 12-vingerige darm Hindostaans 4,6 Turks 12,6 Marokkaans 8,2 In de Stadsenquête 2001 is navraag gedaan naar een aantal chronische aandoeningen en andere langdurige ziekten in de laatste 12 maanden. Het is mogelijk dat een gerapporteerde aandoening niet door een arts is vastgesteld. Eenderde van de Hagenaars van 16 tot 75 jaar rapporteert een chronische aandoening te hebben (gehad) in het afgelopen jaar, dit is minder dan landelijk. Het percentage Hagenaars met een aandoening neemt sterk toe met de leeftijd; van 21% op jarige leeftijd tot 67% op jarige leeftijd. Van de chronische aandoeningen worden in Den Haag luchtwegaandoeningen (astma, bronchitis, CARA) en hoge bloeddruk het meest gerapporteerd. Luchtwegaandoeningen, hoge bloeddruk, maagzweer en suikerziekte worden door Haagse jarigen meer dan landelijk gerapporteerd. In vergelijking met autochtone Nederlanders melden allochtonen minder vaak dat ze een kwaadaardige aandoening hebben. Hart- en vaatziekten worden minder vaak gemeld door Turken en Marokkanen, maar juist vaker door Hindostanen. Suikerziekte wordt door Hindostanen, Marokkanen en Turken (veel) vaker gemeld dan door autochtone Nederlanders 20 21

13 3 4 Zelfgerapporteerde gezondheid 4. Ziekten en aandoeningen In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van ziekten waarvoor mensen in het ziekenhuis worden opgenomen en een aantal infectieziekten. De GGD houdt zich intensief bezig met die infectieziekten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid. Daartoe verricht ze activiteiten die gericht zijn op vroege opsporing en preventie van verspreiding van deze infectieziekten. Aspecten van vaccinatie van kinderen worden besproken in paragraaf 11.3 ( Vaccinatiegraad ). 4.1 Ontslagdiagnosen van ziekenhuizen Aan het einde van een ziekenhuisopname wordt een zogenaamde ontslagdiagnose geregistreerd. Deze diagnose geeft een beeld van de ziekte waaraan een patiënt lijdt. In onderstaande figuren wordt de verdeling weergegeven van de ziekenhuisopnamen voor de afzonderlijke diagnosegroepen voor patiënten uit Den Haag die in 1999 zijn opgenomen in het ziekenhuis (opnamen in psychiatrisch ziekenhuizen niet meegerekend). In totaal betreft het bijna opnamen bij de mannen en ruim opnamen bij de vrouwen, dit verschilt nauwelijks met het aantal opnamen in Bij mannen is hart- en vaatziekten de grootste categorie (17%). Bij vrouwen hebben veel opnamen te maken met complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed (16%). In 1994 bleek dat bij een opvallend groot aantal patiënten er blijkbaar geen duidelijke diagnose kon worden gesteld bij zowel de mannen als de vrouwen (meer dan 10% in de diagnosegroep symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden ). In 1999 is dat niet meer het geval: 6% bij de mannen, respectievelijk 5% bij de vrouwen. Het relatief grote aandeel andere diagnosen bij de mannen en de vrouwen komt met name op rekening van de jarigen en heeft onder meer betrekking op kinderen die te vroeg zijn geboren of een te laag geboortegewicht hebben. Mannen Vrouwen Nieuwvormingen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Hart- en vaatziekten Ziekten van de ademhalingsorganen Ziekten van de spijsverteringsorganen Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Andere diagnosen Ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel FIGUUR 3. ZIEKENHUISOPNAMEN VAN HAGENAARS NAAR UITEINDELIJK GESTELDE DIAGNOSE NAAR GESLACHT. DEN HAAG

14 4 4 Ziekten en aandoeningen Ziekten en aandoeningen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Nieuwvormingen Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Nieuwvormingen Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Hart- en vaatziekten Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Hart- en vaatziekten Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ziekten van de ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Ziekten van de ademhalingsorganen Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Ziekten van de spijsverteringsorganen Andere diagnosen Ziekten van de spijsverteringsorganen Andere diagnosen Ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel Ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel FIGUUR 4. ZIEKENHUISOPNAMEN VAN HAGENAARS NAAR UITEINDELIJK GESTELDE DIAGNOSE NAAR GESLACHT; 0-24 JAAR. DEN HAAG FIGUUR 6. ZIEKENHUISOPNAMEN VAN HAGENAARS NAAR UITEINDELIJK GESTELDE DIAGNOSE NAAR GESLACHT; 65 JAAR EN OUDER. DEN HAAG Mannen Vrouwen 4.2 Tuberculose Nieuwvormingen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Hart- en vaatziekten Ziekten van de ademhalingsorganen Ziekten van de spijsverteringsorganen Ziekten van spieren, beenderen en bindweefsel Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging Andere diagnosen Tuberculose (t.b.c.) is een ernstige infectieziekte die meestal voorkomt in de longen en door hoesten of niezen wordt verspreid. De ziekte is goed te behandelen met medicijnen, de behandeling duurt echter lang. Omdat dat voor veel patiënten moeilijk is vol te houden krijgen ze begeleiding vanuit de GGD. Dat is niet alleen in het belang van de patiënt maar ook van de volksgezondheid. Bij het niet goed volgen van de behandeling bestaat het gevaar dat er, naast een verdere verspreiding van de tuberculose, tuberculose ontstaat die multiresistent is, dat wil zeggen: niet meer met gewone medicijnen te behandelen. Sociaal-economische omstandigheden spelen een belangrijke rol bij de ziekte: tuberculose komt in Nederland vooral voor onder dak- en thuislozen, alcohol- en drugsverslaafden, (illegale) buitenlanders en gedetineerden. De laatste decennia wordt in Nederland een schommelend verloop gezien in het aantal tuberculosepatiënten met in de laatste jaren weer een stijging. In de afgelopen ruim tien jaar wordt ook een toename van het aandeel buitenlanders gezien, veroorzaakt door een toenemende instroom van migranten en asielzoekers. In 1999 werden in Nederland ruim personen met actieve tuberculose geregistreerd, een stijging van 14% ten opzichte van Ongeveer eenderde van de nieuwe patiënten in 1998 werden gevonden in de vier grote steden; per inwoners 21 patiënten in Den Haag, 32 in Amsterdam, 25 in Rotterdam, 15 in Utrecht en 7,5 in de rest van Nederland. In 1998 overleden 173 personen ten gevolge van tuberculose. In Den Haag schommelde het aantal personen bij wie tuberculose is vastgesteld in de periode tussen de 88 en 120, met een piek in 1996 en Het aandeel patiënten uit risicogroepen in Den Haag steeg van 83% in 1998 naar 88% in 1999 en 90% in Ongeveer driekwart van de nieuwe tuberculosepatiënten in Den Haag was van niet-nederlandse afkomst, in Amsterdam was dat 81% in 1999 en landelijk 61% in FIGUUR 5. ZIEKENHUISOPNAMEN VAN HAGENAARS NAAR UITEINDELIJK GESTELDE DIAGNOSE NAAR GESLACHT; JAAR. DEN HAAG

15 4 4 Ziekten en aandoeningen Ziekten en aandoeningen Gemiddeld 25% van de aangegeven gevallen is in het buitenland besmet. In Den Haag schommelde het aantal aangegeven patiënten in de periode tussen de 19 en 60 per jaar. In 1997 en 1998 was er een forse toename zoals die ook in de rest van Nederland was te zien. In 1999 en 2000 is er sprake van een forse daling maar de eerste cijfers voor 2001 laten weer een stijging zien Tabel 18 Aantal aangegeven patiënten met hepatitis A. Den Haag Jaar e helft 2001 Aantal Hepatitis B en Hepatitis C Indien wordt gekeken naar het aantal tuberculosepatiënten in vergelijking met de totale omvang van de afzonderlijke bevolkingsgroepen dan blijkt tuberculose in 2000 in Den Haag relatief het meest voor te komen onder Somaliërs, op ruime afstand gevolgd door Marokkanen. Deze verdeling is vergelijkbaar met 1997 en Landelijk is bijna een kwart van de niet-nederlandse patiënten afkomstig uit Somalië. Tabel Hepatitis A Totaal Nederlands Niet-Nederlands FIGUUR 7. AANTAL AANGEGEVEN TUBERCULOSEPATIËNTEN, TOTAAL EN NAAR BEVOLKINGSGROEP. DEN HAAG Aantal aangegeven tuberculosepatiënten per bevolkingsgroep. Den Haag Bevolkingsgroep Aantal Inwonertal Somalisch Marokkaans Turks Surinaams Nederlands Hepatitis B (HBV) en hepatitis C (HCV) zijn ernstige infectieziekten die de lever aantasten en worden veroorzaakt door een virus. HBV wordt bij ongeveer 10% van de volwassen patiënten chronisch. Chronische dragers blijven besmettelijk en hebben een verhoogde kans op levercirrose (bindweefselvorming in de lever) en leverkanker. Bij HCV wordt 80% van de volwassen patiënten blijvend drager van het virus wat gepaard gaat met een chronische leverontsteking die in 20% van de gevallen leidt tot levercirrose en vervolgens tot falen van de lever of leverkanker. Het hepatitis B-virus wordt bij ruim de helft van de patiënten overgedragen door seksueel contact en verder door bloed-bloedcontact (bloedtransfusies, prikverwondingen, gezamenlijk gebruik van spuiten bij druggebruik) en overdracht van moeder op kind. Het hepatitis C-virus wordt vrijwel uitsluitend overgedragen door bloed-bloedcontact, zelden van moeder op kind en onder zeer uitzonderlijke omstandigheden door seksueel contact. Risicogroepen voor hepatitis B zijn onder andere druggebruikers, personen met veel wisselende seksuele contacten, homoseksuele mannen, (para)medisch personeel, baby s van geïnfecteerde moeders en bewoners van tehuizen voor verstandelijk gehandicapten. Risicogroepen voor hepatitis C zijn injecterende druggebruikers, hemofiliepatiënten, nierdialysepatiënten en allochtonen van de eerste generatie. Er is een vaccin tegen hepatitis B maar niet tegen hepatitis C. Sinds april 1999 moeten in het kader van de nieuwe infectieziektenwet met betrekking tot hepatitis B niet alleen patiënten met de acute, symptomatische vorm worden gemeld maar ook die met de subklinische en chronische vormen. Ook is een meldingsplicht voor hepatitis C ingesteld. In Nederland was het aantal aangegeven gevallen van hepatitis B stabiel sinds eind jaren tachtig met gemiddeld 220 meldingen per jaar (170 mannen en 50 vrouwen). Doordat klachten vaak ontbreken zijn er in werkelijkheid veel meer besmettingen. In de algemene bevolking heeft circa 2% ooit een hepatitis B-infectie doorgemaakt en is 0,2% chronisch drager. In 2000 was het merendeel van de aangegeven Haagse patiënten chronisch drager van allochtone herkomst. In een gericht onderzoek onder circa 200 injecterende druggebruikers in Den Haag in 2000 bleek 35% ooit hepatitis B te hebben doorgemaakt, 3% bleek drager te zijn (zie verder paragraaf 9.3.2: HIV, Hepatitis B, Hepatitis C en risicogedrag onder injecterende druggebruikers ). Hepatitis A (besmettelijke geelzucht) is een infectieziekte die de lever aantast en wordt veroorzaakt door het hepatitis-a virus. Bij jonge kinderen verloopt de ziekte vaak onopgemerkt. Het hepatitis-a virus wordt verspreid via de ontlasting van besmette personen. Men kan dan besmet worden via toiletgebruik of via verontreinigd voedsel (water, melk, vruchtensap of ongewassen en/of ongekookt voedsel). Het virus wordt regelmatig geïntroduceerd vanuit landen waar hepatitis A veel voorkomt door bijvoorbeeld allochtone kinderen die op vakantie zijn in het land van herkomst. Risicogroepen zijn kinderen op scholen met relatief grote aantallen migrantenkinderen, kinderen en leiding in kindercentra, personen en leiding in instellingen voor verstandelijk gehandicapten, reizigers naar landen waar hepatitis A veel voorkomt en homoseksuele mannen. Er is een vaccin tegen hepatitis A. In het afgelopen decennium zijn in Nederland jaarlijks 800 tot 1200 patiënten met hepatitis A gemeld met een piek in de winter van 1997/1998. In 60% was de patiënt jonger dan 20 jaar. Elk najaar is er een piek van aangiften van allochtone kinderen die de infectie opgelopen hebben in Marokko of Turkije, direct gevolgd door een toename van aangiften van kinderen en volwassenen die de infectie opliepen in Nederland. Tabel 19 Aantal aangegeven patiënten met hepatitis B. Den Haag Jaar Aantal * * in werkelijkheid meer omdat een aantal patiënten abusievelijk pas in 2001 is aangegeven Met betrekking tot hepatitis C werden in 1999 (vanaf 1 april, dus negen maanden) in Den Haag 12 patiënten met HCV gemeld. In 2000 en de eerste helft van 2001 werden samen 65 patiënten gemeld, een forse stijging. Het grootste deel van deze 65 patiënten is gevonden in bovengenoemd onderzoek onder injecterende druggebruikers. 47% van de druggebruikers bleek HCV te hebben, het betrof uitsluitend chronische dragers

16 4 4 Ziekten en aandoeningen Ziekten en aandoeningen 4.5 HIV/AIDS Voor personen, besmet met HIV (Humane Immunodeficiëntie Virus) zijn de vooruitzichten in overlevingsduur en kwaliteit van leven de laatste jaren beter geworden door de verbeterde behandelingsmethoden (met name de combinatietherapieën van medicijnen). Een besmetting met HIV ontwikkelt zich minder of veel later tot AIDS, men geneest echter niet. Per 30 juni 2001 waren er in Nederland sinds het begin van de epidemie in totaal ruim patiënten met AIDS geregistreerd, ruim personen zijn overleden ten gevolge van AIDS. Sinds 1995 is het aantal nieuwe patiënten met AIDS sterk gedaald van 538 in 1995 tot 93 in Deze daling geldt echter niet voor HIV. Naar schatting Nederlanders zijn met HIV geïnfecteerd. De aard van de HIV-epidemie in Nederland lijkt enigszins veranderd te zijn. Naast de klassieke risicogroepen, homoseksuele mannen en injecterende druggebruikers (46%, respectievelijk 14% van de nieuwe patiënten in 1999), is het aandeel van personen geïnfecteerd door heteroseksueel contact toegenomen (34% in 1999). Van deze laatste groep is een belangrijk deel (in %) afkomstig of heeft seksueel contact met iemand uit gebieden waar AIDS veel voorkomt. Dit zijn met name Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. In Den Haag wordt door de GGD, afdeling Infectieziekten in samenwerking met AIDS-consulenten een registratie bijgehouden van patiënten, besmet met HIV, die in de Haagse ziekenhuizen (Westeinde en Leyenburg) de AIDSconsulenten bezoeken. Deze registratie omvat dus zowel HIV- als AIDS-patiënten. Vanaf het begin van de registratie tot en met begin 2001 werden in totaal 406 personen met HIV geregistreerd. Bij 23% van hen is de diagnose AIDS gesteld. Van alle HIV-besmette personen was 78% man. Meestal was het HIV door homoseksueel contact overgedragen (61%) maar ook opvallend veel door heteroseksueel contact (34%); overdracht door injecterend druggebruik was bij 3% het geval. Van de patiënten die door heteroseksueel contact besmet zijn geraakt, was bij 60% de patiënt of de partner afkomstig uit een gebied waar AIDS veel voorkomt. Van Nederlandse afkomst was 55% van de patiënten, 17% kwam uit Afrika ten zuiden van de Sahara, 10% uit Suriname/Nederlandse Antillen, 7% uit de groep overige Westerse landen en de overige 11% uit andere landen. Patiënten afkomstig uit Nederland, Oost-Europa, Rusland en overige Westerse landen waren in meer dan driekwart van de gevallen besmet door homoseksueel contact, voor patiënten uit Suriname, Nederlandse Antillen of Latijns- Amerika was dit in 60% het geval. Van de patiënten uit Afrika bleek echter nauwelijks iemand besmet door homoseksueel contact, 94% was besmet door heteroseksueel contact. Vanaf de periode speelt de besmetting door heteroseksueel contact een steeds grotere rol, iets wat dus ook landelijk wordt gezien met betrekking tot AIDS. Het aandeel patiënten van niet-nederlandse afkomst is in de loop der jaren flink toegenomen en overtreft in de laatste periode het aandeel patiënten van Nederlandse afkomst (zie figuur). Dit weerspiegelt de verandering in de epidemie: minder homoseksuele patiënten van Nederlandse of Westerse afkomst en meer heteroseksuele patiënten uit met name Afrika. Van circa 200 injecterende druggebruikers in 2000 in Den Haag bleek 2% HIV-positief te zijn. % De personen die besmet zijn met HIV behoren steeds minder tot de klassieke risicogroepen < begin 2001 Niet-Nederland Nederland FIGUUR 9. PROCENTUELE VERDELING VAN DE POSITIEVE HIV-TESTEN NAAR LAND VAN HERKOMST. DEN HAAG, TOT EN MET BEGIN % < begin 2001 Homoseksueel contact Heteroseksueel contact FIGUUR 8. PROCENTUELE VERDELING VAN DE POSITIEVE HIV-TESTEN NAAR SOORT SEKSUEEL CONTACT VERANTWOORDELIJK VOOR BESMETTING. DEN HAAG, TOT EN MET BEGIN Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Uit gegevens afkomstig uit de landelijke SOA-registratie blijkt dat, na een voorzichtige stijging in 1999, het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen in 2000 sterk is gestegen met 15%. De toename is te vinden in alle bevolkingsgroepen en lijkt zich niet te beperken tot specifieke risicogroepen. De nationale SOA-registratie is een registratie van SOA- en HIV-consulten bij GGD en en SOA-poliklinieken in het hele land, waaronder Den Haag, maar met uitzondering van Amsterdam dat een eigen registratie voert. De SOA-registratie geeft een indicatie van het voorkomen van SOA maar is zeker niet volledig omdat slechts een deel van de personen met een SOA een GGD en/of SOApolikliniek bezoekt. Net als in de voorgaande jaren was chlamydia ook in 2000 de meest voorkomende aandoening in de registratie; ten opzichte van 1999 steeg het aantal personen met chlamydia met 41% (mannen 61%, vrouwen 26%). Het aantal personen met gonorroe steeg met 71% (mannen met 77%, vrouwen 43%). Het aantal personen met syfilis lijkt daarentegen gelijk te blijven: bij mannen een stijging met 25%, bij vrouwen een daling met 28%. De meest voorkomende SOA in Nederland zijn Mannen Vrouwen 1. Chlamydia 1. Chlamydia 2. Gonorroe 2. Candidiasis 3. Genitale wratten 3. Bacteriële vaginose 4. Niet specifieke urethritis 4. Genitale wratten 28 29

17 4 4 Ziekten en aandoeningen Ziekten en aandoeningen In Den Haag zijn twee drempelvrije SOA-poliklinieken: het Leyenburg ziekenhuis en het Westeinde Ziekenhuis; daarnaast worden SOA gediagnosticeerd bij huisartsen en bij specialisten. In beide Haagse SOA-poliklinieken werd voor chlamydia een flinke toename geconstateerd van 1991 naar 1992, mogelijk toe te schrijven aan een toegenomen aandacht voor chlamydia en de verbetering van de diagnostische methoden voor deze aandoening. Daarna neemt het aantal nieuwe patiënten met chlamydia weer af en stabiliseert zich. Bij gonorroe is sprake van daling tussen 1991 en Vanaf 1998 is voor zowel chlamydia als gonorroe, in overeenstemming met het landelijk beeld, sprake van een toename. 250 De mazelenepidemie laat duidelijk zien dat ondanks een hoge landelijke vaccinatiegraad voor mazelen er gebieden en groepen zijn die gevoelig zijn voor besmetting door een te lage vaccinatiegraad. In Den Haag geldt dat met name voor personen met antroposofische overtuigingen die geclusterd blijken in scholen Nederland Den Haag FIGUUR 11. AANTAL AANGEGEVEN MAZELENPATIËNTEN PER INWONERS. NEDERLAND EN DEN HAAG, Gonorroe Chlamydia 40 FIGUUR 10. AANTAL DIAGNOSEN GONORROE EN CHLAMYDIA IN HAAGSE SOA-POLIKLINIEKEN. DEN HAAG Het aantal personen met gonorroe of chlamydia toont een stijgende trend Mazelen 0 <1 jaar 1-4 jaar 5-9 jaar jaar jaar >19 jaar Mazelen is een virusinfectie en wordt verspreid via de lucht (hoesten, niezen). Er kunnen ernstige en soms dodelijke complicaties optreden als middenoorontsteking, longontsteking en vooral hersenbeschadiging. Sinds 1976 is vaccinatie tegen mazelen opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Van april 1999 tot maart 2000 heerste in Nederland een grote mazelenepidemie met ruim patiënten. Het overgrote deel hiervan was niet gevaccineerd, voornamelijk om religieuze redenen. Bij 16% van alle patiënten traden complicaties op, 72 personen (ruim 2%) moesten in het ziekenhuis worden opgenomen en drie personen overleden aan de gevolgen van de mazelen. In Den Haag werden 96 patiënten met mazelen aangegeven. Zij werden ziek in de periode eind oktober 1999-begin 2000, aan het einde van de landelijk epidemie. De meeste patiënten waren jonger dan 10 jaar. Ook in Den Haag was het merendeel van de patiënten niet gevaccineerd, namelijk 97%. Hiervan waren er 54% uit antroposofische en 30% uit religieuze overwegingen niet gevaccineerd, 5% stond kritisch ten opzichte van vaccineren en 3% voerde homeopathische overwegingen aan. Iets meer dan de helft van alle Haagse patiënten was afkomstig van één school en uit antroposofische overwegingen niet gevaccineerd. Dit dus in tegenstelling tot het landelijk beeld waar de meeste patiënten niet gevaccineerd zijn om religieuze redenenen. Bij 10% van de Haagse patiënten traden complicaties op zoals longontsteking en middenoorontsteking, niemand is overleden. FIGUUR 12. AANTAL AANGEGEVEN MAZELENPATIËNTEN NAAR LEEFTIJD. DEN HAAG, TIJDENS DE MAZELENEPIDEMIE 1999/ Kinkhoest Kinkhoest is zeer besmettelijk en wordt veroorzaakt door een bacterie, die door hoesten wordt overgebracht. Door de enorme hoestbuien kan aan de longen blijvend schade worden toegebracht, kinkhoest gaat ook vaak gepaard met middenoorontstekingen. Kinkhoest kan dodelijk zijn, vooral voor zuigelingen. Vaccinatie beschermt de meeste kinderen volledig tegen het krijgen van kinkhoest. Sommige gevaccineerde kinderen krijgen toch kinkhoest, maar de ziekte verloopt dan minder ernstig. De vaccinatie is opgenomen in het RVP. In 1996 en 1997 was er in Nederland een onverwachte stijging van het aantal patiënten met kinkhoest en nam het aandeel gevaccineerden onder de patiënten toe. Ook in 1999 werd een aanzienlijke toename gezien, dit betrof vooral gevaccineerde kinderen. Vermoedelijk werkte het vaccin minder effectief door veranderingen in de kinkhoest-bacterie. Ook in Den Haag kent het aantal aangegeven patiënten met kinkhoest een schommelend verloop sinds

18 4 4 Ziekten en aandoeningen Ziekten en aandoeningen Tabel 20 Aantal aangegeven patiënten met kinkhoest. Den Haag Jaar Rapportcijfer In Den Haag was in 2001 een toename te zien: 12 gemelde patiënten in de eerste 6 maanden van 2001 tegen 9 gemelde patiënten in heel Er is echter geen sprake van een verheffing omdat de infecties bij de gemelde patiënten door verschillende (sub)typen zijn veroorzaakt. Het is niet bekend wat de oorzaak is van de piek in aangiftes in 1999, deels zou het een verschuiving kunnen zijn van de winterpiek van eind 1998 naar begin De gemiddelde leeftijd van de Haagse patiënten was in de periode ruim 15 jaar. Het betrof dus vooral personen die al geruime tijd geleden gevaccineerd waren. Met ingang van 2001 zal een veranderd kinkhoestvaccin worden gebruikt en krijgen vierjarigen een extra vaccinatie. Tabel 22 Aantal aangegeven patiënten met meningokokkenziekte. Den Haag Jaar jan. - okt Aantal Legionella Legionella, ook wel veteranenziekte genoemd, wordt veroorzaakt door de legionella-bacterie, die longontsteking kan veroorzaken. Er bestaat ook een lichtere vorm van infectie: de legionella-griep. De infectie wordt waarschijnlijk overgebracht door het inademen van de bacterie in zeer kleine druppeltjes water, verspreid in de lucht (nevel). De ziekte is niet besmettelijk. In Nederland is er sinds 1999 veel aandacht voor de ziekte door een epidemie op de West-Friese Flora in Bovenkarspel waarbij 29 bezoekers overleden. Sinds 1987 werden jaarlijks in Nederland gemiddeld 45 patiënten gemeld met legionella-longontsteking. Na de epidemie in Bovenkarspel worden jaarlijks ongeveer 150 patiënten gemeld; de helft van de gemelde patiënten heeft de besmetting buiten Nederland opgelopen. In Den Haag zijn de laatste vijfeneenhalf jaar in totaal slechts negen patiënten gemeld Aangiften infectieziekten Tabel 23 Overzicht aangifte infectieziekten naar categorie van aangifte. Den Haag AANGIFTE VAN INFECTIEZIEKTEN B-ziekten bacillaire dysenterie buiktyfus cholera hepatitis A hepatitis B hepatitis C kinkhoest legionella pneumonie meningokokkose mazelen paratyfus A paratyfus B tuberculose voedselvergiftiging C-ziekten brucellose leptospirose malaria ornithose/psittacose rode hond Q-koorts B/C-ziekten, vanaf 1999 niet meer aangifteplichtig bof gonorroe scabies syfilis primair/secundair Tabel 21 Aantal aangegeven patiënten met legionella. Den Haag Jaar e helft 2001 Aantal Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft een tijdelijke Regeling legionellapreventie ingevoerd met als doel het risico op besmetting via collectieve leidingwaterinstallaties zo klein mogelijk te maken. Eigenaren van dergelijke installaties dienen vóór 15 oktober 2001 een risicoanalyse te hebben gemaakt en zo nodig een beheersplan op te stellen en de nodige maatregelen te treffen. Legionella is kwantitatief een klein probleem 4.10 Meningokokkenziekte Meningokokkenziekte is een van de vormen van hersenvliesontsteking (meningitis, nekkramp). Ze kan gepaard gaan met een bloedvergiftiging. Er zijn verschillende typen van de ziekte; type B en C zijn het meest bekend. In Nederland komt type B, waartegen geen vaccinatie mogelijk is, in tachtig procent van de gevallen voor. Type C, waartegen sinds kort wel vaccinatie mogelijk is, is de laatste jaren in opmars. In 1999 nam het ongeveer 14% van het aantal gevallen van meningokokkenziekte in Nederland voor zijn rekening en in 2000 is dit percentage gestegen tot ruim 20%. De stijging lijkt zich in 2001 door te zetten. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 600 kinderen en volwassenen de meningokokkenziekte en sterven ongeveer 60 aan de gevolgen daarvan. In juli 2001 was er een uitbraak van meningokokkenziekte in Noord- Brabant met vijf kinderen besmet met hetzelfde type C én hetzelfde subtype; twee kinderen overleden aan de gevolgen. N.B: 0: geen enkele patiënt aangegeven -: niet aangifteplichtig 32 33

19 4 5 Ziekten en aandoeningen 5. Levensverwachting en sterfte Tabel 23 geeft een overzicht van de aangifte infectieziekten in Den Haag in de periode Alleen die infectieziekten zijn vermeld waarvan minstens één aangifte is gedaan in de hele periode. In het kader van de infectieziektewet zijn de infectieziekten ingedeeld in drie categorieën: A-ziekten betreft infectieziekten die reeds bij vermoeden binnen 24 uur gemeld moeten worden, hier valt alleen polio onder. B-ziekten betreft infectieziekten die aangegeven moeten worden nadat ze vastgesteld zijn. C-ziekten betreft infectieziekten die door het laboratorium aan de GGD gemeld moeten worden. Per 1 april 1999 is een aantal infectieziekten niet meer aangifteplichtig, deze ziekten staan apart vermeld in de tabel. Ook zijn sinds die datum infectieziekten van categorie veranderd. De tabel vermeldt de categorie die sinds 1 april 1999 geldt voor de desbetreffende ziekte. In de periode zijn alleen aangiften gedaan van infectieziekten uit de B- en C-groep. Sterfte is een belangrijke indicator van de volksgezondheid. Een aansprekende maat voor de sterfte is de levensverwachting. Dit getal geeft aan hoe oud (gemiddeld genomen) een pasgeborene zal worden. Daarbij wordt uitgegaan van de huidige kansen om te overlijden in het eerste, tweede enz. levensjaar. Door het ontbreken van gedetailleerde sterftecijfers vanaf 1996 is het niet mogelijk om - ten opzichte van de eerste Gezondheidsmonitor - nieuwe gegevens te presenteren over specifieke doodsoorzaken, perinatale sterfte en zuigelingensterfte. Een uitzondering hierop betreft de vergelijking van de sterfte naar doodsoorzaak tussen de vier grote steden enerzijds en de rest van Nederland anderzijds. Sterfte naar etniciteit wordt gepresenteerd in paragraaf 13.1 ( Sterfte naar etniciteit ). 5.1 Levensverwachting Vrouwen leven langer dan mannen in Nederland. Dit is ook in Den Haag het geval. Het verschil is de laatste jaren wel kleiner geworden. In 1999 was het verschil in levensverwachting tussen zowel Haagse als Nederlandse jongens en meisjes bij de geboorte vijf jaar. In de jaren tachtig tot halverwege de jaren negentig was het verschil in Den Haag gemiddeld zo n zeven jaar, landelijk was dat ook zeven jaar maar liep het verschil al begin jaren negentig terug. Een belangrijke verklaring voor het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen is het rookgedrag en daarmee de sterfte aan longkanker en hart- en vaatziekten. Omdat mannen minder zijn gaan roken en vrouwen relatief meer zijn de verschillen in longkankersterfte afgenomen. In de laatste tien jaar is in Nederland de sterfte aan longkanker voor de mannen met 20% afgenomen en voor vrouwen met 40% toegenomen. Daarmee wordt een deel van het afnemend verschil in levensverwachting verklaard. Tabel 24 Levensverwachting bij de geboorte. Den Haag en Nederland, Den Haag Nederland Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen ,9 78,8 72,4 79, ,5 79,8 73,0 79, ,9 79,5 73,9 80, ,9 80,4 74,7 80, ,3 79,5 75,4 80,6 De levensverwachting bij geboorte in Den Haag is bij zowel de mannen als de vrouwen lager dan landelijk, in 1999 was dit verschil ruim één jaar. Deze lagere levensverwachting in vergelijking met landelijk geldt voor alle vier grote steden. In Den Haag is de levensverwachting voor zowel de mannen als de vrouwen iets hoger dan in Amsterdam, Rotterdam of Utrecht. De ontwikkeling in de levensverwachting van de Hagenaar loopt achter op het Nederlandse gemiddelde 34 35

20 5 5 Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte 82,0 81,0 80,0 79,0 78,0 77,0 76,0 Mannen 82,0 81,0 80,0 79,0 78,0 77,0 76,0 Vrouwen Hart- en vaatziekten en de kwaadaardige aandoeningen nemen het leeuwendeel van de sterfte in de vier grote steden voor hun rekening: respectievelijk circa 35% en 29%. In de rest van Nederland blijkt het aandeel van de hart- en vaatziekten in de totale sterfte nog groter te zijn. Bij de mannen geldt hetzelfde voor de verschillende vormen van kanker: het procentuele aandeel in de sterfte in de rest van Nederland is groter dan in de vier grote steden. Bij de vrouwen is, vergeleken met de rest van Nederland, het aandeel van kanker in de totale sterfte juist in de vier grote steden groter. Het grotere aandeel van de longkankersterfte onder de vrouwen in de grote steden is hiervoor verantwoordelijk. 75,0 74,0 73,0 72,0 71,0 70, Den Haag Amsterdam 5.2 Sterfte in de periode ; de vier grote steden vergeleken met de rest van Nederland 75,0 74,0 73,0 72,0 71,0 70, Rotterdam Nederland FIGUUR 13. LEVENSVERWACHTING BIJ GEBOORTE. DEN HAAG, AMSTERDAM, ROTTERDAM EN NEDERLAND, Mannen Vrouwen In de vier grote steden lag de totale sterfte in de negentiger jaren ruim 11% hoger dan de sterfte in de rest van Nederland. Wanneer de afzonderlijke doodsoorzaken worden bekeken en naar mannen en vrouwen apart, ontstaat het volgende beeld. Onder de mannen is voor alle 11 doodsoorzaakgroepen (dus ook voor hart- en vaatziekten en kwaadaardige aandoeningen) de sterfte in de vier grote steden hoger dan in de rest van Nederland. Meer dan 20% verhoging zien we bij Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden, Ziekten van de spijsverteringsorganen, Niet-natuurlijke doodsoorzaken en Overige doodsoorzaken (waaronder infectieziekten). Bij de grote steden afzonderlijk blijkt de verhoogde sterfte ten gevolge van Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden hoofdzakelijk te herleiden tot het Amsterdamse aandeel. Ook de sterfte aan Overige doodsoorzaken is met name in Amsterdam hoger. Sterfte als gevolg van Ziekten van de kransvaten van het hart is verhoogd in Den Haag. De sterfte aan kanker is iets verhoogd in Rotterdam en Utrecht. Ook onder de vrouwen is de sterfte voor alle 11 doodsoorzaakgroepen in de vier grote steden hoger. De verschillen met de rest van Nederland blijken in het algemeen groter dan bij de mannen. Opvallende uitschieter is de longkankersterfte die in de vier grote steden bij de vrouwen 70% hoger ligt dan elders. Vergeleken met de mannen is bij de vrouwen de verhoogde sterfte in de grote steden aan Ziekten van de ademhalingsorganen opmerkelijk. Net als bij de mannen is de sterfte aan Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden vooral in Amsterdam sterk verhoogd. In Amsterdam is voorts de sterfte onder vrouwen ten gevolge van Niet-natuurlijke doodsoorzaken het hoogst. Voor de Haagse vrouwen is het beeld ongeveer gelijk aan het gemiddelde beeld van de vier grote steden. Onder de vrouwen ligt de longkankersterfte in de vier grote steden 70% hoger dan elders in Nederland Longkanker Prostaat- resp. borstkanker Overige kwaadaardige aandoeningen Ziekten van de kransvaten van het hart Hersenvaatletsel (beroerte, CVA) Overige hart- en vaatziekten Ziekten van de ademhalingsorganen Ziekten van de spijsverteringsorganen Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Longkanker Prostaatkanker Overige hart- en vaatziekten Ziekten van de ademhalingsorganen Niet-natuurlijke doodsoorzaken Borstkanker Ziekten van de spijsverteringsorganen Overige doodsoorzaken Overige kwaadaardige aandoeningen Ziekten van de kransvaten van het hart Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Niet-natuurlijke doodsoorzaken 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 Hersenvaatletsels (beroerte, CVA) Overige doodsoorzaken Mannen Vrouwen FIGUUR 14. AANDEEL VAN DE AFZONDERLIJKE DOODSOORZAKEN IN DE TOTALE STERFTE IN DE VIER GROTE STEDEN, FIGUUR 15. VOOR VERSCHILLEN IN LEEFTIJDSOPBOUW GECORRIGEERDE STERFTE PER DOODSOORZAAK IN DE VIER GROTE STEDEN (REST VAN NEDERLAND = 1),

Gezondheidsmonitor. Den Haag 2014

Gezondheidsmonitor. Den Haag 2014 Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Uitgave van gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie en Gezondheidsbevordering Afdeling Epidemiologie

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn

Gezondheidsmonitor Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie, Gezondheidsvoorlichting en GGD-beleid Afdeling Epidemiologie 16

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte epidemiologie Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte analyse Een rapportage met gezondheidsgegevens per Haagse aandachtswijk 1 Stationsbuurt/ Rivierenbuurt 2 Schildersbuurt 3 Transvaalkwartier

Nadere informatie

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer.

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer. Ontwikkeling Koopmarkt Den Haag en Haaglanden, 2 e helft en het jaar Halfjaarbericht koopmarkt nr. 16, april 2007 Inleiding In dit bericht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de koopmarkt

Nadere informatie

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Prof. Dr. Walter Devillé Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg UvA Vluchtelingen en Gezondheid OMGEVING POPULATIE KENMERKEN GEZONDHEIDS-

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo 61 4 62 Volksgezondheid Meer huisartsen Per 1 januari 2003 telde Hengelo 40 huisartsen, drie meer dan een jaar eerder. Het gemiddeld aantal inwoners per huisarts is hierdoor met 163 gedaald tot 2.040 per

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG Armoedemonitor 2016 gemeente Den Haag Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker 61 4 62 Volksgezondheid Jaarlijks een huisarts erbij Op 1 januari 2004 zijn er 41 huisartsen in de gevestigd. Sinds 2000 komt er gemiddeld elk jaar een huisarts bij. Het aantal tandartsen en specialisten

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK 55 STATISTISCH JAARBOEK 2002 4 volksgezondheid hygiëne 56 Volksgezondheid en hygiëne Gezondheidsvoorzieningen: meer specialisten Het aantal apothekers, huisartsen, tandartsen en orthodontisten en verloskundigen

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Het profiel van de Haagse starter en stopper

Het profiel van de Haagse starter en stopper srapport Directie Beleid, Stafafdeling Het profiel van de Haagse starter en stopper COLOFON Uitgave Gemeente Den Haag DSO / Beleid / Oktober 2009 Druk Intern Dienstencentrum Inlichtingen DSO / Beleid

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 61 4 62 Volksgezondheid Stijging van het aantal specialisten Op 1 januari 2005 zijn er 56 specialisten in de gevestigd. Dit zijn er twee meer ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal apothekers en

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Demografie in Schildersbuurt-Oost Aantal inwoners Demografie in Schildersbuurt-Oost De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 7.332 inwoners. Aantal inwoners De gemeente Den Haag telde op 1 januari 2015 515.739

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor 2010

Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor 2010 Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie, Maatschappelijke zorg & Gezondheidsbevordering Afdeling Epidemiologie Den Haag, 8 januari 2010

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60%

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60% 61 4 62 Volksgezondheid Aantal patiënten van huisartsen boven norm Op 1 januari 2004 zijn er 39 huisartsen in de gevestigd, één minder dan een jaar daarvoor. De gemiddelde praktijkgrootte wordt daardoor

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Bereikbaarheidsgegevens casemanagers dementie in regio Haaglanden Update: 5 juni 2014 Heleen van Milligen

Bereikbaarheidsgegevens casemanagers dementie in regio Haaglanden Update: 5 juni 2014 Heleen van Milligen Casemanagers dementie Den Haag Centrum Archipelbuurt Alvin Franken a.franken@hwwzorg.nl 06-82010388 Zeeheldenkwartier Alvin Franken a.franken@hwwzorg.nl 06-82010388 Willemspark Sijtje Bouricius sbouricius@hwwzorg.nl

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Zorg voor geest kost nog steeds het meest Zorg voor geest kost nog steeds het meest Publicatiedatum: 28-11-2013 In is 19,6 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische stoornissen, 22% van de totale uitgaven voor zorg en welzijn

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017 Stadsdeelprofielen 17 April 18 Stadsdeelprofielen 17 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Loosduinen 5 Escamp 13 Segbroek Scheveningen 28 Centrum 36 Laak 44 Haagse Hout 51 Leidscheveen-Ypenburg 58 Tabel 1: Gezondheidsindicatoren

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Utrecht gezond!2008-2013

Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Zuid Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Utrecht Zuid en subwijken

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 61 4 62 Volksgezondheid Ruim 2.000 inwoners op 1 huisarts Op 1 januari 2008 zijn er in Hengelo 39 huisartsen gevestigd, 2 minder dan vorig jaar. Dit betekent dat er per 2.079 inwoners 1 huisarts actief

Nadere informatie

Kerncijfers Brijder 2017 Den Haag

Kerncijfers Brijder 2017 Den Haag Kerncijfers Brijder 07 Den Haag Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep Renske Rigter Peter Blanken Den Haag, juni 08. INHOUDSOPGAVE BEKNOPTE SAMENVATTING DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen Aandeel vrouwen en mannen dat in het afgelopen jaar last heeft gehad van de 10 meest voorkomende langdurige aandoeningen/ziekten bij vrouwen*, 2011/2012 1 migraine

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Samenvatting en beschouwing

Samenvatting en beschouwing Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

De gezondheid van de Haagse jeugd. Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014

De gezondheid van de Haagse jeugd. Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 De gezondheid van de Haagse jeugd Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 De gezondheid van de Haagse jeugd Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Uitgave van gemeente Den Haag Dienst

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten September 2013 Door: N. Rosendaal Introductie Amsterdam (A), Den Haag (DH), Rotterdam (R), en Utrecht (U) vormen samen de vier grootste steden

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel 1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel De gezondheid van de bevolking hangt samen met demografische en sociaaleconomische factoren. Zo leven lager opgeleide mannen en vrouwen gemiddeld korter dan hoog

Nadere informatie

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam 2007 2011 Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus - Hepatitis B (HBV) bij Turkse Nederlanders - Vooronderzoek

Nadere informatie

Armoedeprofielen van de vier grote steden

Armoedeprofielen van de vier grote steden Armoedeprofielen van de vier grote steden Hendrika Lautenbach en Clemens Siermann De lage inkomens concentreren zich in Nederland vooral in de vier grote steden. Bijna een kwart van alle huishoudens met

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Gezondheidsvragen in de Stadsenquête Den Haag 2001 en 2003; de uitkomsten bekeken in relatie tot etnische achtergrond en opleidingsniveau

Gezondheidsvragen in de Stadsenquête Den Haag 2001 en 2003; de uitkomsten bekeken in relatie tot etnische achtergrond en opleidingsniveau 2 epidemiologisch bulletin, 2006, jaargang 41, nummer 1 Gezondheidsvragen in de Stadsenquête Den Haag 2001 en 2003; de uitkomsten bekeken in relatie tot etnische achtergrond en opleidingsniveau G.A.M.

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Kerkrade Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Utrecht gezond!2008-2013

Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Overvecht Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Utrecht Overvecht

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Seminar Oudere migranten in Nederland Gezondheid en welbevinden. Fatima El Fakiri onderzoeker

Seminar Oudere migranten in Nederland Gezondheid en welbevinden. Fatima El Fakiri onderzoeker Seminar Oudere migranten in Nederland Gezondheid en welbevinden Fatima El Fakiri onderzoeker Over wie hebben we het? 3 grote groepen migranten: Migratie uit voormalige koloniën Arbeidsmigratie Asielmigratie

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil: Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk.

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren 2006-2009 1 Demografie 1.1 Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met 24 jaar Per 1 januari 2005 wonen in Den Haag 6.296 Marokkanen van

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Collectieve huishoudens in de zorgsector

Collectieve huishoudens in de zorgsector Collectieve huishoudens in de zorgsector Modus Analyse van de Census 211 Inleiding Ellen Maduro-Jeandor Net als in de Census van 21 zijn in de census 211 particuliere en collectieve huishoudens geteld.

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie