0 Niet-technische samenvatting
|
|
- Clara Sterre Coppens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 0 iet-technische samenvatting Evelop Belgium (Leuvensesteenweg 555/15, 1930 Zaventem) heeft het voornemen om in de haven van Zeebrugge met verschillende partners een windturbinepark te realiseren met 37 windturbines (Kaart 1). Aangezien het project de bouw inhoudt van meer dan 20 windturbines en er in de omgeving diverse bijzonder beschermde gebieden gelegen zijn, heeft de initiatiefnemer, na overleg met de Dienst Mer, besloten een project-mer op te maken. 0.1 Ruimtelijke situering Het projectgebied is gelegen op het grondgebied van de stad Brugge in de provincie West- Vlaanderen. De windturbines situeren zich in de haven van Zeebrugge meer bepaald in de voor- en achterhaven (Kaart 1). De 37 windturbines komen geclusterd voor in 4 deelgebieden (Kaart 2 en Kaart 4): Voorhaven west: 13 windturbines De windturbines in de voorhaven zijn gegroepeerd in twee clusters en twee windturbines in de zuidwestelijke voorhaven. De noordelijke cluster bestaat uit 5 windturbines en situeert zich ten noordwesten van het Albert II-dok. De zuidelijke cluster situeert zich ten zuidoosten van het Albert II-dok en bestaat uit 6 windturbines. Beide cluster zijn opgesteld in telkens twee lijnen parallel aan het Albert II-dok. In het zuidwesten van de voorhaven worden twee turbines voorzien t.h.v. de ew Yorklaan. Deze twee turbines vormen een lijn parallel aan de kade. Achterhaven noord: 8 windturbines In de centrale achterhaven situeren zich drie turbines volgens een lijnopstelling ten oosten van de 31 (Baron De Maerelaan) ter hoogte van het Prins Filipdok en Glaverbel. Meer in het oosten worden vijf turbines gebouwd rond het oordelijk Insteekdok Achterhaven oost: 8 windturbines Ten oosten van het Zuidelijk Kanaaldok worden respectievelijk 3 en 5 windturbines gebouwd. De windturbines nabij het Zuidelijk Kanaaldok staan parallel aan dit dok. De windturbines nabij het Schipdonk- en Leopoldkanaal staan parallel aan deze kanalen. Achterhaven west: 8 windturbines Ten westen van het Zuidelijk Kanaaldok is een cluster van 8 turbines voorzien in telkens twee rijen van vier windturbines. De twee lijnen zijn noordnoordwest-zuidzuidoost georiënteerd parallel aan het Zuidelijk Kanaaldok. 0.2 Verantwoording De verschillende overheden (Vlaams, Belgisch, Europees) hebben de intentie om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen terug te dringen. Hiervoor is het nodig het energieverbruik te beperken en te voorzien in groene stroom. Dit resulteerde in diverse doelstellingen. Tegen 2020 moet 13% van het volledig energieverbruik in België uit hernieuwbare energiebronnen komen. Vlaanderen heeft dit vertaald in een energiedecreet. Volgens het energiedecreet streeft Vlaanderen naar 6% groene stroom tegen 2011 en 13% in Om deze doelstelling te halen zijn nog inspanningen nodig. Voorliggend project kan helpen om deze doelstelling te halen _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 14 van 337
2 iet-technische samenvatting aast de beleidscontext vormen de omgevingskenmerken een belangrijk aandachtpunt bij de verantwoording van de locatie voor de realisatie van een windturbinepark in de haven van Zeebrugge. Het gebied is havengebied en is gelegen nabij de kust waar er veel wind is. Daarnaast zijn er verschillende bedrijven in de haven die interesse hebben in de uitbouw van een windmolenpark in de haven. 0.3 Beschrijving project In het MER worden de milieueffecten beschreven van één type windturbine de Vestas V90. Dit is een 3 megawatt turbine waarvan de wieken een diameter hebben van 90m, met een rotorhoogte van 105m en een tiphoogte van 150m. De windturbine is een driebladige turbine. Er is gekozen voor dit ene type omdat dit type de hoogste energieopbrengst heeft en ten aanzien van geluid niet de beste leerling is van de klas. De uiteindelijke keuze van type windturbine zal blijken uit de resultaten van een Europese aanbesteding. De geproduceerde elektriciteit wordt aangesloten op het net thv de Blondeellaan. De bouw van de turbines gebeurt gefaseerd: Funderingen Aanvoer onderdelen Hijsen onderdelen Afwerken (proefdraaien en aansluiten op het net) a de bouw start de exploitatie waarbij de turbine 2x per jaar wordt onderhouden. a 20 jaar kan de turbine ontmanteld worden of blijft de turbine in exploitatie afhankelijk van de wens van de concessiehouder. 0.4 Administratieve voorgeschiedenis Er is in 2006 gestart met het project. In de beginfase ging vooral aandacht uit naar overleg en de haalbaarheid van een windturbineproject in de haven van Zeebrugge. In 2007 werd door middel van een haalbaarheidsstudie een eerste screening uitgevoerd naar het potentieel binnen de haven. Verdere gesprekken met MBZ, operatoren, Fluxys, provincie, Infrabel, stad Brugge, hebben er toe geleid om een project-mer op te maken voor 37 windturbines. In februari 2009 werd een kennisgeving ingediend bij de Dienst Mer die op 3 maart 2009 werd volledig verklaard. Ten aanzien van de aspecten veiligheid en telecommunicatie werden extra experten aangesteld die deze aspecten evalueren. Op 12 juli 2010 was er een bespreking van het ontwerp-mer. 0.5 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden In de nabijheid van het projectgebied komen diverse gebieden voor die een beschermingsstatus genieten ingevolge hun natuurwaarden. Het betreft speciale beschermingszones (zowel vogelals habitatrichtlijngebieden) en gebieden uit het Vlaams Ecologisch etwerk (VE) (afbakening 1 e fase) (zie kaart 10). Deze gebieden komen verder aan bod binnen de discipline fauna en flora. Voor de bouw van windturbines is de omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02 van toepassing. In de respectievelijke disciplines wordt hieraan getoetst. 0.6 Ontwikkelingsscenario Een haven is een gebied in volle evolutie en ontwikkeling. Voor de haven van Zeebrugge zijn vooral volgende ontwikkelingen van belang: Uitbouw vormingsstation te Zwankendamme Ontwikkeling van de voorhaven (Albert II-dok) Uitbouw achterhaven _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 15 van 337
3 iet-technische samenvatting De ontwikkeling van het Strategisch Haveninfrastructuur project (SHIP) of getijdehaven ten noorden van Zwankendamme Aanleg AX ten zuiden van de haven met knooppunt AX A. Ronsestraat. De ontwikkeling van de ecologische infrastructuur in de haven De aanleg van de haven interne weg + goederenspoorlijn De aanleg van een primaire weg tussen de 31 en de Havenrandweg Oost in het verlengde van de huidige Isabellalaan (34) (gekend als de X) Project Leefbare haven Zeebrugge Daarnaast werd nog een bouwvergunning afgeleverd voor de bouw van twee windturbines op het bedrijventerrein Transportzone en werd recent (begin juli 2010) een milieu- en bouwvergunningsaanvraag ingediend voor de bouw van twee turbines op de Sea-RO terminal. Met deze ontwikkelingen wordt zo veel als mogelijk rekening gehouden bij het beoordelen van de milieueffecten. 0.7 Samenvatting milieueffecten Volgende disciplines worden door een erkend MER-deskundige behandeld: geluid en trillingen; fauna en flora; mens (socio-organisatorische aspecten) excl. mobiliteit. landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie; veiligheid. De overige disciplines worden omwille van vooral tijdelijke effecten of beperkte te verwachten effecten niet door een erkend MER-deskundige behandeld: klimaat; bodem; oppervlaktewater; grondwater; mobiliteit; De integratie van de verschillende disciplines leidt tot een evaluatie van de milieu-impact van het voorliggend project. Deze effectbeoordeling wordt in het hoofdstuk integratie en eindsynthese geïntegreerd en doorvertaald naar mogelijke inplantingslocaties of -varianten, turbinetypes, wijziging fasering, (milderende en/of compenserende maatregelen). De bespreking per milieudiscipline in het project-mer verloopt volgens een vaste indeling per discipline, met name: 1. Afbakening studiegebied 2. Bespreking juridisch en beleidsmatig kader 3. Referentiesituatie a. Huidige situatie b. Geïntegreerd ontwikkelingsscenario 1 4. Beschrijving en beoordeling milieueffecten a. Tov huidige situatie b. Tov geïntegreerd ontwikkelingsscenario 5. Milderende maatregelen 6. Synthese 7. Leemten in de kennis 8. Voorstellen voor postmonitoring en postevaluatie 1 Geïntegreerd ontwikkelingsscenario : de ontwikkelingen die zich in het project- en studiegebied zouden voordoen onafhankelijk van de realisatie van het project. Deze worden besproken onder hoofdstuk _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 16 van 337
4 iet-technische samenvatting Hierna worden de milieueffecten samengevat per discipline Geluid Om de geluidseffecten van de windturbines te kunnen beoordelen werd het huidige geluidsklimaat eerst in kaart gebracht door diverse geluidsmetingen uit te voeren. Aangezien het (toekomstige) specifieke geluid afkomstig van de windturbines een continu ruisachtig geluid van de wieken of rotorbladen betreft en deze tijdens alle periodes actief zijn, zal het potentiële effect het grootst zijn tijdens de nachtperiode wanneer de meeste factoren (vnl verkeer) die overdag en s avonds het omgevingsgeluid bepalen, wegvallen. Bovendien kan het zijn dat wanneer de wind thv de woningen gaat liggen deze op grotere hoogtes (105 m thv WT s) gewoon doorwaait of nog harder gaat waaien. Dit betekent dat het windgeruis thv de grond afneemt waardoor het stiller wordt aan de grond terwijl de turbines op een hoog toerental blijven draaien en mogelijk een stuk beter waarneembaar zijn tijdens de nacht dan tijdens de dagperiode (en avondperiode). Het omgevingsgeluid wordt vooral bepaald door het verkeer en de havenactiviteiten. Dit is vooral zo voor de kernen van Zeebrugge, Ramskapelle en Heist en in beperkte mate ook in de kernen van Zwankendamme, Lissewege en Dudzele. In Zwankendamme, Lissewege en Dudzele bedraagt het continue omgevingsgeluid 34 à 37 db(a). In Zeebrugge, Ramskapelle en Heist is dit beduidend hoger 43 à 47 db(a) tot zelfs 49 db(a) in de jachthaven. Als gevolg van de bouw van het volledige windturbinepark (37 windturbines) is er voor Ramskapelle en Zeebrugge-Dorp een overschrijding van de norm volgens de geldende wetgeving. In de gebieden waar heden reeds een hoog omgevingsgeluid is zal het omgevingsgeluid s nachts heel beperkt toenemen (2 à 3 db(a)). Voor Zwankendamme, Lissewege, en Dudzele alsook voor Zeebrugge Dorp (6 à 9 db(a)). Vanuit de discipline geluid wordt dan ook voorgesteld om de windturbines tijdens de nacht in een andere geluidsmode te laten draaien waardoor de windturbines minder geluid produceren (met beperkte daling van het rendement). Door deze maatregelen door te voeren wordt de nachtelijke richtwaarde uit de geldende omzendbrief voor de verschillende kernen gerespecteerd. In de eerste fase worden 16 windturbines gebouwd rond het zuidelijk kanaaldok. Wegens de ruimere afstand tot de kernen te Heist, Zeebrugge Station, Zeebrugge Jachthaven en Zeebrugge Stad kan de toename van het omgevingsgeluid voor deze kernen als verwaarloosbaar beschouwd worden. Voor Zeebrugge Dorp is dit eveneens beperkt tot 1,5 db(a). De sterkste toename van het omgevingsgeluid vindt plaats ter hoogte van Ramskapelle, Dudzele en Lissewege. Deze is vergelijkbaar met de bouw van alle 37 windturbines. De norm voor de nachtperiode voor Ramskapelle wordt hier eveneens overschreden. Voor de 16 windturbines is het dan ook noodzakelijk in een andere geluidsmode te draaien zodat er minder geluid wordt geproduceerd. In de woonkern te Zwankendamme is er een toename van het omgevingsgeluid met 3,5 db(a) Fauna en flora De haven van Zeebrugge is een zeer belangrijk gebied voor diverse vogels (meeuwen, eenden, ). Het betreft hier zowel trekbewegingen als pleisterende vogels. Windturbines kunnen er enerzijds toe leiden dat vogels in er mee in aanvaring komen, anderzijds kunnen windturbines leiden tot de nodige verstoring van broedende en/of rustende vogels. Binnen het project-mer ging dan ook de meeste aandacht uit naar deze aspecten. De bouw van windturbines is vergelijkbaar met gewone werfwerkzaamheden op een bouwwerf. De effecten tijdens de aanlegfase zijn dan ook te verwaarlozen _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 17 van 337
5 iet-technische samenvatting In de voorhaven is een uitgebreide sternenpopulatie. Aangezien uit de analyse blijkt dat de levensvatbaarheid van de populatie in het gedrang komt, zijn de te verwachten effecten zeer significant negatief. Verstoring als gevolg van de windturbines zal beperkt zijn. aast sternen is er ook een belangrijke populatie meeuwen in de voorhaven. Hier worden ten aanzien van het aspect aanvaring eveneens zeer significant negatieve effecten verwacht zowel in als buiten het broedseizoen. Verstoring als gevolg van de windturbines zal beperkt zijn. In de achterhaven wordt voor het aanvaringsaspect een significant negatief effect verwacht ten aanzien van meeuwen en dit in de cluster Achterhaven west en slechts gering in clusters Achterhaven noord en oost. Ook voor de achterhaven wordt geen significant negatieve verstoringsimpact verwacht voor meeuwen. In de Achterhaven west en in de Voorhaven is er een matig negatieve impact op eenden en ganzen (enkel voedseltrek) ingeval van maximale aantallen vliegbewegingen die in beschouwing genomen worden. Vooral in de Achterhaven west is er een belangrijk verstorend effect ten aanzien van eenden en ganzen wat als zeer significant negatief beschouwd wordt. Bovendien is er een bijkomend verstorend effect van plaatselijke en doortrekkende vogels in en rond het Vogelrichtlijngebied (meest nabije windturbinemast op ca. 250 m). Voor de andere clusters wordt geen significant negatief effect op ganzen en eenden verwacht. De impact op de trekkende vogels die het projectgebied doorkruisen wordt in de Voorhaven (Voorhaven west) als significant negatief beschouwd. Er wordt geen significant negatieve impact (aanvaringsrisico) op seizoenale trekvogels verwacht in de Achterhaven oost en west. Een negatieve impact wordt wel verwacht op het noordelijk deel van achterhaven noord (Achterhaven-Centraal, 2 meest noordelijk gelegen windturbines). Aangezien er in de Voorhaven belangrijke verstoringen te verwachten zijn op een internationaal belangrijke trekcorridor (van seizoenale trekvogels), wordt de verstoring als zeer significant negatief beschouwd. Gezien het gering belang van de Voor- en Achterhaven voor vleermuizen, wordt verondersteld dat de windturbines geen verstorend effect op vleermuizen zullen hebben. Er treden significant negatieve effecten op avifauna in de Voorhaven (deel fase 2) en in de Achterhaven west (deel fase 1) op. De effecten voor deze clusters kunnen gemilderd worden door het nemen van milderende maatregelen onder volgende vorm: - het niet plaatsen van de windturbines in de Voorhaven (deel fase 2) - het slechts gedeeltelijk plaatsen van windturbines in de Achterhaven west (deel fase 1). Indicatieve berekeningen tonen aan dat voor de 4 meest westelijke turbines significant negatieve effecten optreden inzake aanvaring; het niet plaatsen van deze 4 turbines kan als milderende maatregel gezien worden. Van de 4 meest oostelijke turbines zou de huidige meest noordelijke een significant negatief verstorend effect hebben op eenden. Als gemiddelde afstand voor verstoring voor deze soortengroep wordt 311 m aangenomen (tabel 31). Technisch blijkt het echter mogelijk om de turbines dichter bij elkaar te plaatsen, zodat een afstand van 311 m kan aangehouden worden vanaf de grens van de kaai van het noordelijk gelegen dok, waar de vliegbewegingen zich situeren. Op deze manier kunnen er wel 4 oostelijke turbines in rij geplaatst worden, evenwel dichter bij elkaar, en zonder significant negatieve effecten teweeg te brengen Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het landschap in de omgeving van de haven bestaat enerzijds uit de haven met de haveninfrastructuur, de polders met polderdorpen en de kuststrook. De haven wordt gekenmerkt door grootschaligheid van industriële gebouwen, kranen, lichtmasten, schepen, de weg-, spoor- en _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 18 van 337
6 iet-technische samenvatting waterinfrastructuur, met een grote dynamiek. De polders zijn een landbouwgebied met de dorpen, Lissewege, Ramskapelle, Dudzele, Zwankendamme, De kuststrook nabij de haven van Zeebrugge wordt gekenmerkt door zee, strand en bebouwing van Zeebrugge (strand, dorp, station en jachthaven) en Heist. In de voorhaven is ter hoogte van de oude havendam het hoofd en de vuurtoren beschermd als monument (1999). De terreinen in de haven zijn nagenoeg allemaal opgespoten. Volgens de intergemeentelijke archeologische dienst Raakvlak, is geen onderzoek of zijn geen bijkomende randvoorwaarden nodig voor het plaatsen van windturbines op opgespoten terreinen. Tijdens de bouw van de windturbines zullen de grondwerken niet nadrukkelijk aanwezig zijn in het landschap. De graafwerkzaamheden situeren zich nagenoeg allemaal op een reeds ingerichte terminal. De te verwachten effecten zijn dan ook te verwaarlozen. Het uiteindelijk monteren van de turbine gebeurt met een grote kraan. Deze zal wel deel uit maken van het landschapsbeeld. Dit zal vooral domineren in de achterhaven. In de voorhaven komen verschillende grote kranen voor waardoor de montage van de windturbines minder dominant zal zijn. Deze montage duurt per turbine slechts 2 à 3 dagen. De kraan zal ook enkel goed zichtbaar zijn tijdens de hijswerkzaamheden. De effecten tijdens de aanleg fase zijn dan ook verwaarloosbaar. Tijdelijk (tijdens de hijswerken) kan dit voor de achterhaven als matig negatief beoordeeld worden. Zodra er verschillende turbines zijn opgetrokken, zal dit effect verminderen. Windturbines zullen door hun omvang en door hun dynamiek nadrukkelijk aanwezig zijn in het landschapsbeeld van de haven en ruime polderomgeving. Dit werd bevestigd door de verschillende fotosimulaties. Door hun omvang kunnen windturbines dan ook niet meer in het landschap ingepast worden. In de opstelling wordt zoveel als mogelijk gestreefd om de opstelling te koppelen aan de bestaande haveninfrastructuur. Echter vanaf grotere afstanden zijn deze opstellingen wegens het ontbreken van stereoscopisch zicht, niet of nauwelijks nog herkenbaar. Aangezien de windturbines vanuit verschillende vista s zichtbaar zijn, is het onmogelijk om voor iedere kijkrichting te zorgen voor een herkenbare figuur/opstelling. Het voorstel van opstelling zoals in de projectbeschrijving is dan ook aanvaardbaar. Enkel ten aanzien van de voorhaven is enig voorbehoud. Hier wordt voorgesteld, aangezien de overheersende kijkrichting zzw-nno is, om de turbines op te stellen volgens deze oriëntatie. Wegens hun dominantie in het landschap zal de samenhang binnen de haven versterkt worden en neemt het contrast met het omgevende open polderlandschap toe. Het eerder chaotische, onsamenhangend beeld van de haven wordt deels teniet gedaan door de dominantie van de windturbines. Dit zal zo zijn nadat alle 37 turbines operationeel zijn. Dit zal nog nadrukkelijker zijn in het ontwikkelingsscenario nadat meer dan 37 turbines operationeel zijn. De effecten ten aanzien van het archeologisch en bouwkundig erfgoed zijn te verwaarlozen Mens socio-organisatorische aspecten Het project situeert zich in de haven van Zeebrugge. De belangrijkste activiteiten in de haven zijn het verhandelen van goederen. Industriële activiteiten (productie) vindt hier nagenoeg niet plaats. In de voorhaven is er roll-on roll off, containertrafiek en aanvoer van gas. In de achterhaven is er in hoofdzaak verhandeling van bulk en rollend materieel (auto, kranen, ). Rond de haven is er landbouwgebied met diverse kernen (Ramskapelle, Dudzele, Lissewege en Zwankendamme). Er is eveneens de kuststrook met Zeebrugge en Heist met een toeristisch recreatieve functie. Het huidige omgevingsgeluid is reeds hoog voor de kernen Zwankendamme, Heist en Zeebrugge. Deze is hoger dan de vooropgestelde richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. De bouw van de windturbines gebeurt nagenoeg telkens op terreinen die reeds in gebruik zijn. Deze terreinen zijn tijdens de bouwfase van de windturbines gedeeltelijk en tijdelijk buiten gebruik. Wegens het tijdelijke karakter, de relatief beperkte oppervlakte ten opzichte van de totale _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 19 van 337
7 iet-technische samenvatting oppervlakte van de respectievelijke terminals en het uitvoerig overleg met de terminaloperatoren zijn deze effecten tijdelijk matig negatief. De uiteindelijke ruimte-inname van de windturbine met veiligheidsbuffer afgeperkt met paaltjes blijft beperkt tot 100m² per turbine wat relatief gezien zeer beperkt is en dan ook als verwaarloosbaar wordt beoordeeld. Ten aanzien van het behandelen van gevaarlijke goederen (enkel in de voorhaven 2 de fase van voorliggend project) kan het zijn dat ten aanzien van veiligheid bijkomende maatregelen dienen genomen te worden maar deze zijn vooral van organisatorische aard (niveau terminal) wat normaliter niet leidt tot bijkomend ruimteverlies. Het ruimtegebruik ter hoogte van WT-AH-C-03 en 05 zal op termijn wijzigen wegens respectievelijk SHIP en de realisatie van het vormingsstation. Hier is het dan ook wenselijk de bouw af te stemmen met de projecten. Voor WT-AH-C-05 is het noodzakelijk de windturbine te verplaatsen en wordt aanbevolen deze in noordoostelijke richting te verplaatsen. In het kader van voorliggend project werd geen belevingsonderzoek uitgevoerd. Dit werd ondervangen door een literatuurstudie. Op basis van deze analyse kan aangenomen worden dat de haven een gebied bij uitstek is voor het plaatsen van windturbines (antropogeen landschap, reeds verschillende bakens, veel wind, ). De beleving van windturbines is en blijft echter zeer subjectief. Een belangrijke te melden nuance is wel dat uit onderzoek blijkt dat de houding tegenover windturbines negatiever is tijdens een onderzoek vooraf (d.m.v. fotosimulatie) dan achteraf. Eens de windturbines er staan is er een grotere aanvaarding. Voorwaarde is wel dat er geen hinder is. Geluidshinder als gevolg van de windturbines treedt vooral s nachts op. Vanuit de discipline geluid werden milderende maatregel opgelegd om de effecten te beperken. Deze worden eveneens onderschreven vanuit de discipline mens. De geluidstoename is buiten voor het merendeel van de beoordelingspunten s nachts net hoorbaar waardoor dit als matig negatief wordt beoordeeld. Binnen zal deze geluidstoename niet meer hoorbaar zijn. Een uitzondering hierop vormt het noordelijk gedeelte van Zwankendamme. Hier is het dan ook wenselijk dat de meest nabije windturbine wordt verplaatst (WT-AH-05). In de eerste fase zijn geen woningen gelegen binnen de 30-uur slagschaduwcontour waardoor voldaan is aan de omzendbrief. Er zijn eveneens geen woningen gelegen binnen de 10-uur contour waardoor de effecten beperkt zijn. In de tweede fase zijn wel verschillende woningen gelegen binnen de 30-uur slagschaduwcontour wat als zeer significant negatief wordt beoordeeld. Ten aanzien van het aspect slagschaduw wordt in het MER dan ook aanbevolen om d.m.v. een detailstudie de slagschaduw in kaart te brengen en maatregelen te nomen om slagschaduw zoveel als mogelijk te voorkomen ten aanzien van woningen (0-uur) zodat er geen bijkomende hinder is in vergelijking met de huidige toestand zonder windturbines. Binnen de haven zijn er wel diverse gebouwen die onderhevig zullen zijn aan slagschaduw. Belangrijkste functies hierbij zijn de kantoren. Door middel van een detailstudie (lokalisatienota) dient deze problematiek in kaart gebracht te worden en dienen de nodige maatregelen genomen te worden in overleg met de terminaloperatoren (stopzetting turbine (d.m.v. plaatsen van slagschaduwsensor, folie op de ramen, ) zodat de hinder tijdens de kantooruren tot een minimum herleid wordt Mens telecommunicatie Binnen en in de omgeving van het havengebied zijn diverse radar- en telecommunicatieverbindingen aanwezig voor o.a. het scheepvaartverkeer en de militaire basis in de voorhaven. Daarnaast zijn er nog verschillende straalverbindingen voor reguliere telecommunicatie (GSM). Windturbines kunnen deze radar- en telecommunicatie verstoren (meervoudige reflectie, radarblinde gebieden, ). Dit werd dan ook in detail bestudeerd. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen de windturbines die in eerste fase zullen gerealiseerd worden langs het Zuidelijke kanaaldok en de overige windturbines (fase 2). Voor de windturbines in eerste fase worden negatieve effecten verwacht die kunnen weggewerkt worden door het plaatsen van een extra radarstation. Een gedetailleerde radarlocalisatiestudie zal uitwijzen waar de beste locatie is en hoe hoog de radar dient geplaatst te worden. Deze analyse alsook het plaatsen van de radarinstallaties dient te gebeuren voor de bouw van de windturbines rond het Zuidelijk Kanaaldok _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 20 van 337
8 iet-technische samenvatting Deze extra radar laat het eveneens toe om de vooropgestelde windturbines in fase 2 rond het noordelijk insteekdok eveneens te realiseren. Voor de overige windturbines in fase 2 zijn er heden nog te veel onzekerheden over de haalbaarheid omwille van geplande ontwikkelingen (SHIP-project), de aanwezigheid van vogels (Voorhaven), Zodra windturbines op deze locatie haalbaar zijn dient hiervoor nog een gedetailleerde radarstudie opgemaakt te worden Mens veiligheid In de haven worden heel wat goederen verhandeld en is er opslag van gevaarlijke stoffen. De opmaak van een veiligheidstudie is dan ook noodzakelijk. Dit dient eveneens te gebeuren in het kader van een vergunningsaanvraag. Aangezien de bouw van de windturbines in fase 1 het meest concreet zijn, werd voor deze locaties een gedetailleerde veiligheidsstudie opgemaakt. Hieruit blijkt dat de windturbines voor fase één beantwoorden aan de vooropgestelde veiligheid. Voor de windturbines in fase twee werd een eerste analyse gemaakt wat leidde tot een aantal aandachtspunten en aandachtsgebieden. Er werd eveneens een methodiek voorgesteld voor de uitwerking van de veiligheidsstudies in fase 2. Over deze methodiek is nog verder overleg nodig met de o.a. MBZ, de havenkapiteindiensten, dienst VR, de terminaloperatoren, de initiatiefnemer en een onafhankelijk erkende veiligheidsdeskundige. Dit dient verder in de veiligheidstudie verwerkt te worden en vormt geen voorwerp van het voorliggend project-mer Overige disciplines Mens klimaat De bouw van windturbines leidt tot de productie van groenestroom en het verminderen van emissies van CO 2. De 16 windturbines in fase één leveren elektriciteit voor ongeveer gezinnen. Indien het totale project wordt gerealiseerd (37 windturbines) dan is er een productie voor ongeveer gezinnen. De bouw van 37 windturbines zou leiden tot een toename van het geproduceerde vermogen aan windenergie op land met 80% in vergelijking met Bodem De bodem in de haven bestaat hoofdzakelijk uit opgespoten zandgronden. De gronden zijn nagenoeg integraal in gebruik, of zullen in gebruik zijn op het moment dat turbines worden gebouwd. Voor de bouw van windturbines zijn er beperkte vergravingen nodig voor de funderingssokkel. De potentiële aanwezigheid van veen maakt het gebruik van paalfunderingen noodzakelijk. Een onderzoek naar de aanwezigheid van veen ter hoogte van en nabij de windturbines in het westelijk gedeelte van de Achterhaven oord door middel van boringen en sonderingen is aangewezen, gezien de hoge zettingsgevoeligheid van veenlagen. De effecten ten aanzien van bodem zijn te verwaarlozen Water De impact van de realisatie van de windturbines ten aanzien van de discipline water is globaal genomen verwaarloosbaar. Eventuele bemaling kan enige invloed hebben op het grondwatersysteem, maar door de beperkte beoogde grondwaterstandsverlaging en de beperkte duur van de bemaling is het effect verwaarloosbaar. Uitzondering hierop vormt de verstoring door bemaling van het zoet-zoutwaterevenwicht in het grondwater. De impact varieert naargelang de locatie. Beperken van de bemalingsduur is aangewezen waar er een belangrijke impact wordt verwacht _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 21 van 337
9 iet-technische samenvatting Mobiliteit Heden is het niet duidelijk hoe de windturbine onderdelen naar de haven van Zeebrugge zullen gebracht worden. Vanuit de discipline mobiliteit gaat de voorkeur uit naar transport over water. Indien de onderdelen worden vervoerd via de weg dan dienen hiervoor de routes voor uitzonderlijke transporten gevolgd te worden en dienen vooraf de nodige vergunningen aangevraagd te worden. Daarna zullen de onderdelen telkens naar de diverse bouwlocaties moeten vervoerd worden. De verschillende bouwlocaties zijn goed bereikbaar. Tijdens de bouw zullen eveneens de verschillende terminals bereikbaar blijven. Tijdens de exploitatie zijn geen effecten te verwachten ten aanzien van mobiliteit. Ter hoogte van het knooppunt van de aan te leggen AX met de Alfred Ronsestraat is er 10 tot 20 uur per jaar slagschaduw. De windturbines staan op ruime afstand (> 100 m) van het knooppunt waardoor kan aangenomen worden dat dit niet nabij een knooppunt is en bijkomende veiligheidsanalyses niet noodzakelijk zijn. 0.8 Integratie en eindsynthese Evelop Belgium heeft het voornemen om in de haven van Zeebrugge 37 windturbines te bouwen en te exploiteren. Wegens de nabijheid van speciale beschermingszones en omdat er meer dan 20 windturbines worden gerealiseerd is het project m.e.r.-plichtig. a overleg met de Dienst Mer is besloten om een project-mer op te maken. De bouw van de windturbines gebeurt geclusterd in de voor- en achterhaven met respectievelijk 13 en 24 windturbines (Kaart 2 en Figuur 4). De bouw van de windturbines gebeurt gefaseerd. In een eerste fase ( ) worden 16 turbines gebouwd ten oosten en ten westen van het Zuidelijk Kanaaldok in de achterhaven. Hierbij kan opgemerkt worden dat als gevolg van berekende significant negatieve effecten ten aanzien van de aanwezige vogels slechts de helft van de windturbines in de westelijke achterhaven kunnen gerealiseerd worden. Het betreft de 4 windturbines nabij het zuidelijk kanaaldok. In een tweede fase (na 2012) (13 in de voorhaven en 8 in de achterhaven) wenst Evelop de overige 21 windturbines te bouwen. Deze tweede fase zal normaliter bestaan uit verschillende deelfasen. Om de milieueffecten zo gedetailleerd en correct mogelijk in kaart te brengen, werd gewerkt met een concreet type windturbine als referentietype met name de Vestas V90 (3MW) met een ashoogte van 105m en een rotordiameter van 90m (tiphoogte = 150m). Wegens de omvang van het project zal de bouw gebeuren door middel van een Europese aanbesteding. Heden is het dan ook niet duidelijk welk turbinetype er komt. Er is gekozen voor dit type omdat de Vestas V90 op het vlak van geluidsproductie niet de beste leerling van de klas is, maar op het vlak van energieopbrengst zeer goed scoort. De effecten werden beoordeeld voor enerzijds de bouwfase en anderzijds de exploitatiefase Effecten tijdens de bouwfase De bouw van één windturbine duurt ongeveer 2 maand. Er is dan ook slechts een beperkte en tijdelijke ruimte-inname van de verschillende terminals nodig als werfzone. Per windturbine is dit ongeveer 500 m² voor de aanleg van de sokkel gedurende 0,5 à 1 maand en erna 256m² gedurende 1 maand voor het uitharden van beton. Voor het optrekken van de windturbine zelf is er afhankelijk van het type kraan m² nodig gedurende 2 dagen. Aangezien de bouw van de windturbines steeds in nauw overleg gebeurt met de respectievelijke terminaloperatoren zijn de effecten ten aanzien van verlies aan ruimte, te verwaarlozen. aar geluidsimpact toe zijn de effecten eveneens te verwaarlozen omwille van het aanwezige omgevingslawaai en het gebruik van schroefpalen. Voorwaarde is wel dat de werken tijdens de dag worden uitgevoerd. Er is normaliter geen of slechts beperkte (in tijd en diepte) bemaling nodig en het gebruik van een _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 22 van 337
10 iet-technische samenvatting paalfundering zorgt voor voldoende stabiliteit. Het uitvoeren van de nodige sonderingen zal de dimensie en het aantal paalfunderingen bepalen. De aanwezigheid van vrachtwagens en kranen is eigen aan het landschapsbeeld van een haven waardoor hier ook geen significante effecten worden verwacht. Het verlies aan flora is eveneens te verwaarlozen aangezien de windturbines nagenoeg allemaal op reeds in gebruikzijnde en verharde terminals worden opgetrokken. Vanuit de discipline fauna en flora wordt wel aanbevolen om de bouw van de windturbines ter hoogte van het Albert II-dok in de voorhaven buiten het broedseizoen te laten verlopen. Voor de bouw van de overige windturbines zijn de te verwachten effecten ten aanzien van de avifauna te verwaarlozen. Tijdens de bouwfase zijn er dan ook geen significante effecten te verwachten mits de werken tijdens de dag worden uitgevoerd, er schroefpalen worden gebruikt en de bouw van de windturbines t.h.v. het Albert II-dok buiten het broedseizoen worden uitgevoerd. De aanvoer van de diverse onderdelen gebeurt bij voorkeur ook via de haven van Zeebrugge Effecten tijdens de exploitatiefase Uit het MER blijkt dat de belangrijkste effecten te verwachten zijn tijdens de exploitatiefase. Eerst worden de effecten die van toepassing zijn voor de voor de gehele haven besproken. Daarna worden de effecten die specifiek van toepassing zijn voor respectievelijk de achterhaven en de voorhaven toegelicht. De algemene effecten hebben vooral betrekking op de beleving van het landschap. De effecten in de voor- en achterhaven zijn sterk verschillend omwille van de verscheidenheid van de ruimtelijke kenmerken van beide delen van de haven en zijn vooral van toepassing op de receptordisciplines mens en fauna Algemeen De windturbines leveren een belangrijke bijdrage aan groene stroom in Vlaanderen en bij het halen van de vooropgestelde doelstellingen. Er worden eveneens heel wat emissies vermeden. Aantal turbines etto GWh/j gezinnen kton CO2eq 1 ste fase ,3 2 de fase Ontwikkelingsscenario De windturbines zullen dominant zijn in het landschap. Dit werd bevestigd in de verschillende fotosimulaties. Wegens de dominantie van de windturbines is het moeilijk - zoniet onmogelijk - om de windturbines in het landschap in te passen. Er gaat dan ook meer aandacht uit naar de mate waarin windturbines bij het landschap passen dan naar de zichtbaarheid ervan op zich. Aangezien het hier een havengebied betreft met bedrijvigheid, heel wat infrastructuren (wegen, kranen, ) en veel wind kan aangenomen worden dat windturbines passen bij het landschap, wat als positief wordt beoordeeld. De dominantie van de windturbines versterkt eveneens de samenhang binnen de haven en vergroot het contrast van het havenlandschap met het omgevende open polderlandschap. Het huidig eerder chaotische, onsamenhangend beeld van de haven wordt deels teniet gedaan door de dominantie van de windturbines. Dit zal zo zijn nadat alle 37 turbines operationeel zijn maar nog nadrukkelijker bij realisatie van de meer dan 70 turbines. In de opstelling wordt zoveel als mogelijk gestreefd om de opstelling te koppelen aan de bestaande haveninfrastructuur. Echter vanaf grotere afstanden zijn deze opstellingen wegens het ontbreken van stereoscopisch zicht, niet of nauwelijks nog herkenbaar. Aangezien de windturbines vanuit verschillende vista s zichtbaar zijn, is het onmogelijk om voor iedere kijkrichting te zorgen voor een herkenbare figuur/opstelling. Het voorstel van opstelling zoals in de projectbeschrijving is dan ook aanvaardbaar. Enkel ten aanzien van de voorhaven is enig voorbehoud. Hier wordt voorgesteld, aangezien de overheersende kijkrichting zzw-nno is, om de turbines op te stellen volgens deze oriëntatie _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 23 van 337
11 iet-technische samenvatting Algemeen dient wel opgemerkt te worden dat de beleving van windturbines een zeer subjectieve aangelegenheid is. Een belangrijke te melden nuance is dat uit onderzoek blijkt dat de houding tegenover windturbines negatiever is tijdens een onderzoek vooraf (d.m.v. fotosimulatie) dan achteraf. Eens de windturbines er staan is er een grotere aanvaarding. Voorwaarde is wel dat er geen hinder is. Belangrijk hierbij is dat er een goede en uitgebreide communicatie wordt gevoerd met de bevolking en de betrokken besturen. In de haven van Zeebrugge en haar directe omgeving zijn er belangrijke gebieden voor avifauna aanwezig die vaak een beschermingstatus kennen als Vogelrichtlijngebied en/of VEgebied. Het verstorings- en aanvaringsaspect vormen dan ook belangrijke potentiële negatieve milieueffecten. De leef- en woonkwaliteit in de verschillende dorpen en kernen in en rond de haven vormen eveneens aandachtspunten. In het MER werd eveneens nagegaan in welke mate de veiligheid en de scheepvaart (en communicatie) hinder zal ondervinden. In wat volgt wordt voor de achterhaven en de voorhaven de belangrijkste effecten en nodige milderende maatregelen geformuleerd. Tijdens de exploitatiefase worden geen effecten verwacht ten aanzien van mobiliteit, water en bodem Achterhaven Uit de discipline geluid blijkt dat de geluidsproductie van de respectievelijke windturbines nagenoeg overal de norm van de omzendbrief (EME/2006/01-RO/2006/02) gerespecteerd wordt behalve ter hoogte van Ramskapelle(fase 1 en 2) en Zeebrugge-Dorp (fase2). Hier zijn dan ook milderende maatregelen noodzakelijk. Tijdens de nachtperiode dient voor onderstaande windturbines de geluidsproductie aangepast te worden door een gewijzigde instelling van de windturbine (wat kan leiden tot een verminderde energie opbrengst (ook noise mode genoemd). Er kan eveneens overwogen worden om een andere windturbine te plaatsen die minder geluid produceert. WT-AH-O-09 (Lsp 35) oise mode 4 Fase 1 en 2 WT-AH-O-08 (Lsp 33) oise mode 4 Fase 1 en 2 WT-AH-O-01 (Lsp 33) oise mode 4 Fase 1 en 2 WT-AH-C-14 (Lsp 28) oise mode 2 Fase 2 WT-AH-C-13 (Lsp 26,5) oise mode 4 Fase 2 WT-AH-C-11 (Lsp 25) oise mode 2 Fase 2 WT-AH-C-10 (Lsp 24) oise mode 2 Fase 2 WT-AH-C-09 (Lsp 24) oise mode 4 Fase 2 Hierdoor worden de richtwaarden uit de omzendbrief (EME/2006/01-RO/2006/02) gerespecteerd en is volgens dezelfde omzendbrief de hinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Ter hoogte van Lissewege, Dudzele en Zwankendamme (vooral fase 2) is er echter een sterke toename van het omgevingsgeluid t.g.v. de windturbines. In fase 2 waarbij 12 windturbines gebouwd worden is dit nog vooral ter hoogte van Dudzele. Door deze toename van het omgevingsgeluid zijn er vanuit de discipline mens milderende maatregelen wenselijk om de effecten te beperken. De windturbines in de achterhaven oost en west en de windturbine WT-AH-C-05 (fase 2) dienen allen tijdens de nachtperiode minstens overgeschakeld te worden naar noise mode 2. Dit is eveneens nodig bij de bouw van 12 windturbines ten aanzien van Dudzele. Hierdoor zullen eveneens de effecten voor Zwankendamme en Lissewege verwaarloosbaar zijn. De WT-AH-C-05 (fase 2) dient verplaatst te worden aangezien de vooropgestelde locatie binnen het projectgebied ligt voor de aanleg van het vormingsstation te Zwankendamme en de turbine leidt tot de verstoring van een straalverbinding. De uiteindelijke locatie van WT-AH-C-05 (fase 2) dient dan ook op een ruimere afstand van Zwankendamme gekozen te worden. Bij de uiteindelijke keuze is een afstemming met BIPT en het SHIP-project noodzakelijk. Hierdoor kan de toename van het geluidsniveau eveneens beperkt worden waardoor de effecten als matig negatief kunnen beoordeeld worden. De WT-AH-C-04 (fase 2) staat te dicht bij een hoogspanningsleiding en dient dus eveneens verplaatst te worden _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 24 van 337
12 iet-technische samenvatting De realisatie van twee windturbines op het bedrijventerrein transportzone leiden er ook toe dat de 3 vooropgestelde windturbines ten noorden van Zwankendamme in oostelijke richting zullen moeten verplaatst worden om geen interferentie te hebben. aast geluidshinder vormt slagschaduw een belangrijk hinderaspect. In de eerste fase zijn geen woningen gelegen binnen de 30-uur slagschaduw contour waardoor voldaan is aan de omzendbrief. Er zijn eveneens geen woningen gelegen binnen de 10-uur contour zodat de effecten beperkt zijn. In de tweede fase zijn in de achterhaven wel verschillende woningen uit Zeebrugge-Dorp die gelegen zijn binnen de 30-uur slagschaduwcontour (WT-AH-C-09 en 13) wat als zeer significant negatief wordt beoordeeld. Ten aanzien van het aspect slagschaduw wordt in het MER dan ook aanbevolen om d.m.v. een detailstudie de slagschaduw gedetailleerd in kaart te brengen en de effectieve hinderlijke slagschaduw zoveel als mogelijk te voorkomen ten aanzien van woningen (0-uur) door middel van het plaatsen van slagschaduwsensor zodat er geen bijkomende hinder is in vergelijking met de huidige toestand zonder windturbines. Binnen de haven zijn er wel diverse gebouwen die onderhevig zullen zijn aan slagschaduw. Belangrijkste functies hierbij zijn de kantoren. Door middel van een detailstudie (lokalisatienota) dient deze problematiek in kaart gebracht te worden en dienen de nodige maatregelen genomen te worden in overleg met de terminaloperatoren (stopzetting turbine (= slagschaduwsensor), folie op de ramen, ) zodat de hinder tijdens de kantooruren tot een minimum herleid wordt. In de achterhaven zijn er belangrijke gebieden voor avifauna waarvan belangrijke delen een beschermingstatus hebben als habitat-, vogelrichtlijngebied en/of VE-gebied. Hiervoor werd dan ook een passende beoordeling opgemaakt. In de achterhaven zijn er binnen de achterhaven west significante effecten te verwachten ten aanzien van aanvaring en verstoring van de aanwezige meeuwen, eenden en ganzen. Om deze effecten te beperken kunnen in de achterhaven west enkel de 4 oostelijk windturbines geplaatst worden waarbij de turbines dichter bij elkaar worden geplaatst zodat een afstand van 311m (dit wordt in de literatuur als de gemiddelde verstoringsafstand aangezien voor eenden, meer bepaald Smient) van de kade wordt aangehouden om zo de verstoring voor de aanwezige Smienten op het verbindingsdok te beperken. Ten aanzien van vleermuizen worden geen significante effecten verwacht aangezien er in de haven enerzijds geen indicaties zijn van belangrijke aantallen vleermuizen en anderzijds de vleermuizen meestal onder de (onderste) tip van de wieken vliegen. In de achterhaven leiden de windturbines tot significant negatieve effecten ten aanzien van radardetectie. Een mogelijke maatregel is om het detectie niveau te reduceren om zo de effecten van meervoudige reflectie te voorkomen. Hierdoor ontstaan echter radarblinde vlekken voor de bewaking van de scheepvaarttrafiek naar en in het Zuidelijk Kanaaldok. Een bijkomend, ondersteunend radarstation G1 blijkt een oplossing te bieden, wanneer dit zou ingeplant worden op de locatie, waar nu reeds een mast voor camerabewaking staat. Een gedetailleerde radarlocalisatiestudie zal uitwijzen waar de beste locatie, hoogte en wat het aangewezen detectie level is. Hieruit kan blijken dat omwille van het gereduceerde detectie level een tweede ondersteunend radarstation (G2) nodig is ten zuiden van het Zuidelijk Kanaaldok. Deze analyse alsook het plaatsen van de radarinstallaties dient te gebeuren voor de bouw van de windturbines rond het Zuidelijk Kanaaldok. Voor de eerste fase (16 turbines in de achterhaven) werden door SGS gedetailleerde veiligheidstudies opgemaakt. In de eerste fase zijn er geen significante effecten te verwachten ten aanzien van veiligheid. Voor de tweede fase in de achterhaven werd een analyse gemaakt op hoofdlijnen en werden aandachtspunten geformuleerd. De aanwezigheid van personen, seveso-installaties (nabij WT- AH-04) en ondergrondse leidingen dienen in een meer gedetailleerde veiligheidstudie in het kader van een vergunningsaanvraag verder uitgewerkt te worden _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 25 van 337
13 iet-technische samenvatting Voorhaven De dokken in de voorhaven zijn aangeduid als Vogelrichtlijngebied. De kades en dokken zijn heden zeer belangrijke gebieden (van nationaal en internationaal niveau) voor diverse vogelsoorten. In het kader van voorliggend project werd dan ook een passende beoordeling opgemaakt (zie bijlage) In de voorhaven zijn de effecten ten aanzien van de Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw zeer significant negatief, ten aanzien van de Dwergstern, Grote stern en Visdief significant negatief. De seizoenale trek ter hoogte van de kuststrook vormt eveneens een aandachtspunt. Literatuur geeft echter aan dat tot 99% van de seizoenale trekvogels deze turbines ontwijken. Hierdoor is de barrièrewerking wel als significant te beschouwen maar resulteert dit niet per definitie tot significante toename van de aanvaringskans. Omwille van deze zeer significant negatieve effecten is het heden niet wenselijk windturbines te bouwen in de voorhaven. In de toekomst kan wel onderzocht worden of een bijkomende kleine cluster mogelijk is in het centraal-zuidelijk deel van de Voorhaven. Hiervoor is een grondige studie van de vliegbewegingen en -hoogtes in de Voorhaven nodig. Ten aanzien van veiligheid en invloed op radar zijn eveneens significante effecten te verwachten zonder bijkomende maatregelen. Aangezien het heden niet haalbaar is om windturbines te plaatsen omwille van de aanwezige avifauna werden de aspecten rond veiligheid en radar niet verder beoordeeld. Er werden wel aandachtpunten geformuleerd voor een meer gedetailleerde studie die in het kader van een vergunningsaanvraag alsnog kan uitgevoerd worden. De windturbines in de voorhaven leiden niet tot een sterke toename van het omgevingsgeluid ten aanzien van de omliggende woongebieden en de richtwaarden uit de omzendbrief (EME/2006/01-RO/2006/02) worden gerespecteerd. Wil men echter de milieukwaliteitsnorm respecteren dan dienen tijdens de nachtperiode eveneens WT-VH-15 en WT-VH-16 ingesteld te worden op noise mode 4 (om overschrijding van de milieukwaliteitsnorm met 1 db(a) te voorkomen) Hinder als gevolg van slagschaduw kan optreden ter hoogte van kantoren. Door middel van een detailstudie (lokalisatienota) dient deze problematiek in kaart gebracht te worden en dienen de nodige maatregelen genomen te worden in overleg met de terminaloperatoren (stopzetting turbine (d.m.v. plaatsen slagschaduwsensor), folie op de ramen, ) zodat de hinder tijdens de kantooruren tot een minimum herleid wordt Eindconclusie De bouw van windturbines in de voorhaven is heden niet wenselijk omwille van de significant tot zeer significant negatieve impact op de aanwezige belangrijke aantallen en soorten avifauna. In de toekomst kan wel onderzocht worden of een bijkomende kleine cluster mogelijk is in het centraal-zuidelijk deel van de Voorhaven. Hiervoor is een grondige studie van de vliegbewegingen en -hoogtes in de voorhaven nodig. In de achterhaven kunnen de windturbines in eerste en tweede fase deels gebouwd worden mits: de 8 windturbines ter hoogte van achterhaven west gereduceerd worden tot 4 windturbines (WT-AH-W-9, 10, 11 en 12), dichter bij elkaar worden geplaatst en de overige 4 windturbines in afwachting van verder onderzoek (vogeltellingen) niet worden gebouwd; het toepassen van de vooropgestelde noise mode: fase 1 (zowel bij 12 als 16 windturbines): alle turbines in noise mode 2 en turbine WT-AH- O-01, 08 en 09 in noise mode 4 tijdens de nacht fase 2: WT-AH-C-09 en 13 in noise mode 4; WT-AH-C-5, 10, 11 en 14 in noise mode 2 het plaatsen van een bijkomende radarsensor ten noorden van het Zuidelijk Kanaaldok en integratie er van in het radarketensysteem mogelijks een tweede ten zuiden van het Zuidelijk Kanaaldok (na het uitvoeren van een detailstudie); het beperken van de slagschaduw in het zuiden van Zeebrugge Dorp door het plaatsen van een slagschaduwsensor en de nodige software op WT-AH-C-09 en 13; het afstemmen van de positie van de windturbines WT-AH-C 03 t.e.m. 05 met de op stapel staande projecten vormingsstation Zwankendamme en de getijdenhaven t.h.v. het Prins Fi _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 26 van 337
14 iet-technische samenvatting lipsdok en Oud Ferrydok waarbij WT-AH-C-05 op ruimere afstand van het dorp van Zwankendamme opgetrokken wordt, er geen impact is op de straalverbinding en geen interferentie is met de windturbines in opbouw op de Transportzone. een gedetailleerde veiligheidsstudie voor de tweede fase in de achterhaven. er een goede communicatie gebeurt met de bevolking vóór het indienen van de vergunningsaanvragen, tijdens de vergunningsprocedure en bij de opstart van de turbines Samenvatting passende beoordeling verscherpte natuurtoets In de omgeving van de te bouwen windturbines zijn er volgende beschermde gebieden gelegen: SBZ-V Poldercomplex, Vogelrichtlijngebied Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist, Vogelrichtlijngebied SBZ3 (marien) Habitatrichtlijngebied Polders Habitatrichtlijngebied Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin VE-gebied Baai van Heist, Sashul, Vuurtorenweide en Kleiputten van Heist Er is geen directe inname van Speciale Beschermingszones Vogelrichtlijngebied en/of Habitatrichtlijngebied noch van VE gebied. Er zijn significante effecten te verwachten ten aanzien van de aanwezige avifauna in de voorhaven met name ten aanzien van het Vogelrichtlijngebied Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en het VE-gebied Baai van Heist, Sashul, Vuurtorenweide en Kleiputten van Heist. Deze effecten zijn significant negatief voor Visdief, Grote stern, Dwergstern en zeer significant negatief voor Kleine Mantelmeeuw. Voor het Vogelrichtlijngebied SBZ3 (marien) zijn deze effecten gelijkaardig. In de Achterhaven west kan geopteerd worden om slechts een deel van de windturbines te plaatsen. Aangezien er betekenisvolle effecten te verwachten zijn in de voorhaven en voor 4 windturbines in de achterhaven west kunnen de windturbines in de voorhaven en de 4 turbines in de achterhaven west enkel gerealiseerd worden als er geen alternatief is, er dwingende reden van openbaar belang zijn en de effecten worden gecompenseerd. De 4 windturbines in de achterhaven west kunnen mogelijks gebouwd worden als uit bijkomende tellingen zou blijken dat het aantal vliegbewegingen ter hoogte van deze turbines heden reeds gewijzigd is in vergelijking met de gebruikte data in voorliggend MER _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 27 van 337
15 Bijlage 1: kaarten _Definitief MER bouw windturbines haven Zeebrugge, Revisie Pagina 325 van 337
16
17 project-mer windturbinepark Zeebrugge Legende windturbines gemeentegrenzen Kaart 1 : Situering in de ruime omgeving Datum : januari 2010 Rev.: B Opdrachtgever : EVELOP Belgium.V. Bron : Grontmij schaal : 1: P:\257426\G\GIS\PROJECT\257426_2010\257426_ _ZEEBRUGGE_01_SITUERIG.mxd
18 WT-AH-C-04 WT-VH-04 WT-VH-05 WT-VH-03 WT-VH-06 WT-AH-C-05 WT-VH-07 WT-VH-10 WT-VH-11 WT-VH-12 WT-VH-09 WT-VH-14 WT-VH-13 WT-VH-16 Detail thv Zwankendamme schaal 1/ WT-VH-15 WT-AH-C-09 WT-AH-C-13 WT-AH-C-03 WT-AH-C-10 WT-AH-C-14 WT-AH-O-08 WT-AH-C-04 WT-AH-C-11 WT-AH-O-09 WT-AH-C-05 WT-AH-O-01 WT-AH-W-09 WT-AH-W-01 WT-AH-W-10 WT-AH-W-02 WT-AH-W-11 WT-AH-W-03 WT-AH-W-12 WT-AH-W-04 WT-AH-O-13 WT-AH-O-04 WT-AH-O-14 WT-AH-O-05 WT-AH-O-06 Legende project-mer windturbinepark Zeebrugge windturbines gemeentegrenzen Kaart 2 : Situering van het plangebied op luchtfoto Datum : januari 2010 Rev.: B Opdrachtgever : EVELOP Belgium.V. Bron : Grontmij schaal : 1: P:\257426\G\GIS\PROJECT\257426_2010\257426_ _ZEEBRUGGE_02_SITUERIG_LF.mxd
19 Legende windturbines gemeentegrenzen gewestplan project-mer windturbinepark Zeebrugge groengebied recreatiegebieden natuurgebied natuurgebied gebied voor natuureducatieve infrastructuur woongebied agrarische gebieden woongebied met landelijk karakter valleigebieden Datum : januari woonuitbreidingsgebied industriegebieden Opdrachtgever : EVELOP Belgium.V gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut ambachtelijke bedrijven en kmo's Bron : dienstverleningsgebieden ontginningsgebieden gebieden voor dagrecreatie militaire gebieden parkgebieden bestaande waterwegen groengebied natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten agrarische gebieden bosgebieden woongebied met kultureel, historische en/of esthetische waarde landschappelijk waardevolle gebieden woonpark bouwvrij agrarisch gebied woonreservegebieden milieubelastende industrieën zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen met nabestemming natuurgebied lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter recreatiegebieden uitbreiding van ontginningsgebieden gebieden voor verblijfrecreatie bestaande autosnelwegen bufferzones restgebiedjes Kaart 3 : Gewestplan en afbakening BPA's (tot 2002) Grontmij Rev.: B schaal : 1: P:\257426\G\GIS\PROJECT\257426_2010\257426_ _ZEEBRUGGE_03_GEWESTPLA.mxd
20 HERI VICTOR WOLVESSTRAAT WESTERDAM PIETER TROOSTLAA CAXTOWEG KUSTLAA34 ZEEDIJK DUIPAD EVEDIJK-WEST335 KARVEELSTRAAT UIT KERKEST RAAT LEOPOLD II-DAM BARO DE MAERELAA KRAAKSTRAAT GALEISTRAAT EW YORK LAA VEERBOOTSTRAAT GEITESTRAAT LEOPOLD II-DAM VE E TI?ST RAAT LACELOOT BLODEELLAA GRAAF JASDIJK WERFKAAI KUSTLAA 34 b KUSTLAA34a ISABELLALAA 34 JOZEF VERSCHAVEWEG HEISTSTRAAT VSA-KAAI LI SSEWEE GSE STEEWEG OORDZEES TRAAT ZWEEDSE KAAI KUSTLAA S IT-DOAASSTRAAT EVEDIJK-OOST CAADESE KAAI IEUW-ZEELADSE KAAI ZEESLUISSTRAAT KIWIWEG KUSTLAA34 ZEEDIJK-HEIST EIEBURG GUS TAVE VA IEUWEHUYSESTRAAT MOERSTRAAT KERKSTRAAT MARKTSTRAAT SCHEURLEG KWITE ELIZABETLAA34 LEESTRAAT IZABELLASTRAAT HEISTLAA300 KOKKESTRAAT359 PA ESTR A AT B REED V EERTIE SASSTRAAT ELIZABETLAA 34 WESTKAPELLESTRAAT KROMMEDIJK VOSSEHUL ZEEDIJK-DUIBERGE DUIEDREEF SPELEMAS T RAAT JOCKHEERES TRAAT BARO DE MAERELAA31 AAISHOVE GROEDIJK WULFSBERGE AZI?STRAAT BARLEHUISSTRAAT ALFRED ROSESTRAAT POLDERBOS P ATETE STRAAT SCHARPHOUTSTRAAT TAPUITSTRAAT CAADEZESTRAAT312 ZEEBRUGGELAA31 GIJZELEWEG LISSEWEEGS VAARTJE TER DOESTSTRAAT ZEEVAARTSTRAAT JAKOB REYVAERTSTRAAT RAMSKAPELLEST R AAT OZE-LIEV E-VROUWEADER MARGARETA VA OOST E R IJ K STRAAT HAVERADWEG-ZUID348 VAARTDIJK WESTK APELS E STEEWEG376 Legende windturbines project-mer windturbinepark Zeebrugge Kaart 4: Stratenplan gemeentegrenzen stratenplan Datum : januari 2010 Rev.: B Opdrachtgever : EVELOP Belgium.V. Bron : Grontmij schaal : 1: P:\257426\G\GIS\PROJE CT\257426_2010\257426_ _ZEEBRUGGE_04_STRATEPLA.mxd
Geluid. De norm: 47 db L den
Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk
Nadere informatieWindturbineproject Maatheide te Lommel
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL
Nadere informatieGoedkeuringsverslag milieueffectrapport
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag
Nadere informatieWINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal
WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal Wat en waar? - Windpark van 4 windturbines - Maximaal vermogen van 2.3 MW elk (9,2 MW) - Alle windturbines zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Zulte -
Nadere informatieHet project betreft het plaatsen van windturbines in het industrieterrein Skaldenpark
Pagina 5 van het Mer rapport Situering en korte schets van het project Het project betreft het plaatsen van windturbines in het industrieterrein Skaldenpark In Skaldenpark worden 8 windturbines ingeplant.
Nadere informatieAdvies betreffende het aantal aanvaringsslachtoffers bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010
Advies betreffende het aantal aanvarings bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010 Nummer: INBO.A.2011.6 Datum advisering: 24 januari 2011 Auteurs: Contact: Joris Everaert,
Nadere informatieAdvies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen
Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Nummer: INBO.A.2014.24 Datum advisering: 26 februari 2014 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Joris Everaert Niko Boone
Nadere informatieWaarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies
Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in
Nadere informatieInfoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst. Toelichting plan-mer
Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst Toelichting plan-mer Overzicht van de presentatie Opbouw MER Alternatieven Aanpak per discipline en resultaten 2 Opbouw MER Het plan Doelstelling
Nadere informatieAdvies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven
Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven Nummer: INBO.A.2013.87 Datum advisering: 2 oktober 2013 Auteur: Contact: Kenmerk
Nadere informatieOntheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.
Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een
Nadere informatieVoorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017
Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017 WIE ZIJN WE WERKWIJZE HOE IDENTIFICEREN WIJ EEN MOGELIJK PROJECT? VOORSTELLING PROJECT Ruimtelijke inplanting Kenmerken turbines OMGEVINGSASPECTEN Wonen,
Nadere informatieInfomoment Verapazbrug
Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat
Nadere informatieArt. 14. Art. 15. Art. 16.
N. 2000 2153 [C 2000/35885] 17 JULI 2000. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin
Nadere informatieHervergunning en verandering van een attractiepark
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL
Nadere informatieDe betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna
De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,
Nadere informatieMER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends
MER Windpark Den Tol 13 april 2011 Pondera Consult Eric Arends 1 Inhoud 1. Waarom een milieueffectrapportage? 2. Wat wordt onderzocht in een milieueffectrapport (MER) 3. Beoordeling van de mogelijke effecten
Nadere informatieWindmolenpark Hattemerbroek
Windmolenpark Hattemerbroek Milieueffectrapport Mark Groen September 2014 Milieueffectrapport (MER) Brengt milieugevolgen van een besluit in beeld (bestemmingsplan voor windmolens) Overheid neemt milieugevolgen
Nadere informatieASPIRAVI. Project Blankenberge
ASPIRAVI Project Blankenberge Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie verbruiken
Nadere informatieDe wind in de zeilen voor Dilbeek
De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek
Nadere informatieMarkstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen
Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.
Nadere informatieRichtlijnen milieueffectrapportage
Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding
Nadere informatieWindinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim
Windinitiatief AkzoNobel Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim Agenda 1. Opening, notulen 2. Beantwoording vragen 3. Participatie 4. Communicatie 5. Volgend
Nadere informatieBijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN
Bijlage D WINDTURBINE OPSTELLING VARIANTEN DICHTSTEBOLSTAPELING EN SCHAAKBORDOPSTELLING In de richtlijnen voor het MER is aangegeven dat voor de parken aan de Noordermeerdijk en de Westermeerdijk ook
Nadere informatieProactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht
Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel
Nadere informatieSTORM. 29 operationele windturbines. Totale productie in 2018: ,68 MWh. Groene energie voor gezinnen. Meer 3. Zandvliet 1.
STORM Storm is een Belgische windparkontwikkelaar gespecialiseerd in het ontwerp en de exploitatie van windturbineparken met 13 operationele windparken verspreid over heel België. Storm heeft momenteel
Nadere informatiePlanning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West
Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West April 2016 Start Besluit overheden uitvoeren Milieu-effectstudie (MES) Onderzoeksopzet Milieu-effectstudie door bureau Witteveen + Bos September
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieMotivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder
Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het
Nadere informatieOverzicht onderzoeken
Overzicht onderzoeken Activiteit Windenergie Communicatieplan maken Afspraken tussen overheden maken (convenant, regionale afspraken, e.d.) Gemeentelijk windbeleidsplan opstellen Toelichting Het opstellen
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatie1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG.
Addendum E7 Risico op zware ongevallen of rampen Voeg de gegevens als bijlage E7 bij het formulier. 1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE
Nadere informatieVragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014
Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen naar aanleiding van introductie wethouder Wagemakers Hoe is de provincie tot de keuze van de twee locaties gekomen? In de provincie Zuid Holland wordt
Nadere informatieKLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel
KLANKBORDGROEP 2 PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel 7 9-10-2013 AGENDA 1. verwelkoming 2. bespreking inhoud kennisgevingsnota op hoofdlijnen 3. tafeldebatten 4. kort refl ectiemoment
Nadere informatieVoorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016
Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk Raadsinformatieavond 10 maart 2016 Programma Opening wethouder Jaap Kamp Aanleiding en procedure Roger Raat - Reitsma Toelichting milieueffecten en voorkeursvariant
Nadere informatieWAAROM KOMT DE AANKOMST- EN VERTREKBUNDEL IN ZWANKENDAMME?
WAAROM KOMT DE AANKOMST- EN VERTREKBUNDEL IN ZWANKENDAMME? In het plan-mer (milieueffectrapport) werden verschillende locaties voor de vertrek- en aankomstbundel voorgesteld en onderzocht: Pelikaan, Ramskapelle,
Nadere informatiePERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN Centraal Netwerk geïnstalleerd Vandaag werd in Antwerpen het
Nadere informatieASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene
ASPIRAVI Project E403 Lichtervelde en Wingene Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie
Nadere informatieARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK
ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK Auteurs: Bart BARTHOLOMIEUX, Gwendy WYNS Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770
Nadere informatie30 januari e bijeenkomst klankbordgroep
30 januari 2019 4 e bijeenkomst klankbordgroep 30 januari 2019 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 3, stand van zaken en planning Pondera Consult: 2. Bespreken milieu effecten windturbines Ecologie Landschap
Nadere informatieASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding
ASPIRAVI Project Brecht E19 uitbreiding Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie
Nadere informatieVormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen
Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatiePlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman
PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman Korte historie 2009: Nationale Waterplan! 2 windenergiegebieden aangewezen! Borssele en IJmuiden
Nadere informatieL.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP
L.S. De stichting BHWP heeft een zienswijze (nr B0038) ingediend i.v.m. de voorgestelde locatie Beerenplaat. Mevrouw I. van Mulligen heeft ons bevestigd dat deze locatie niet meer in het voorstel opgenomen
Nadere informatieHOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT
HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT INHOUD 4. ALGEMEEN BESLUIT...1 4.1 INLEIDING...1 4.2 SAMENVATTING EN BESLUIT...1 4.2.1 Directe mensrisico s...1 4.2.2 Indirecte mensrisico s Domino-effecten...2 4.2.3 Milieurisico
Nadere informatieVogels en Vleermuizen
Vogels en Vleermuizen bij windenergieprojecten Informatiebijeenkomst Nijverdal 24 mei 2016 Niels Jeurink Onderwerpen Natuurbescherming in Nederland in een notendop Windmolens en natuurbescherming Het bepalen
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling Windturbinepark Kabeljauwbeek. 0. Inleiding. 1. Algemeen
0. Inleiding Deze vormvrije M.E.R. is onderdeel van de aanvraag om omgevingsvergunning van Windturbinepark Kabeljauwbeek en gaat achtereenvolgens in op de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 bevat algemene
Nadere informatieTwee groepen Omwonenden Windpark Weert
Twee groepen Omwonenden Windpark Weert Stand van zaken Windpark Weert 1 februari 2018 Joost van der Stappen Laurens van Zelst Projectupdate Windpark Weert Agenda 1. Algemene Stand van Zaken: Samenwerking
Nadere informatieMogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen
Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen
Nadere informatieRuimte voor extra windmolens in het Meetjesland, mei 2011 Bijlage 3 - Infofiches per zoekzone
1. Weerhouden zoekzones... 2 1a. Maldegem noord-oost... 2 1b. Eeklo noord... 4 1c. Assenede-Zelzate omgeving AKMO... 6 1d. Aalter west... 8 1e. Aalter noord... 10 1f. Nevele-Hansbeke... 12 1g. Landegem-Drongen...
Nadere informatieRuimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen
Provinciale ruimtelijke beleidsvisie Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Goedgekeurd deputatie 24.04.2008 DOELSTELLING STAND VAN ZAKEN KADER Doel van de beleidsnota (1) Visie op grootschalige
Nadere informatieWindpark De Veenwieken
Nieuwsbrief editie 3 juni 2018 Windpark De Veenwieken In het gebied tussen Ommen, Dedemsvaart en Hardenberg is windpark De Veenwieken gepland. In deze nieuwsbrief houden initiatiefnemers De Wieken BV en
Nadere informatieBijlage A. Begrippenlijst
Titel Bijlage A. Begrippenlijst Datum 10-11-2016 Auteur Anne Schipper Aanlegfase Fase gedurende welke activiteiten worden uitgevoerd die specifiek verband houden met het initiatief. Alternatieven Mogelijkheden
Nadere informatieTECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder
TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder 1 Doel 1. Het informeren van raadsleden over de beschikbare milieuruimte voor de plaatsing van windturbines
Nadere informatieJuridische en ruimtelijke aspecten
Openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines Juridische en ruimtelijke aspecten Startpunt: In het verleden zijn er reeds verschillende vergunningsaanvragen van kleine en middelgrote
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieLAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE
LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE VEENWIEKEN Datum 2 juli 2015 Van D.F. Oude Lansink, Pondera Consult Betreft Analyse Laagfrequent geluid windpark De Veenwieken Projectnummer 714068 M1 Inleiding In opdracht
Nadere informatieAchtergrond en doel presentatie
Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines
Nadere informatieRaadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.
Raadsvoorstel Agendapunt: 12b Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Wissink Samenvatting: In april 2008 heeft uw raad besloten in te stemmen met
Nadere informatieOntheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax
Nadere informatieVormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen
Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen
Nadere informatieOverzicht van de avond
Overzicht van de avond Welkom en tijdlijn (burgemeester) Procedure en visie van het gemeentebestuur (schepen) Advies aan de Vlaamse overheid (stedenbouwkundig ambtenaar) Stedenbouw (stedenbouwkundig ambtenaar)
Nadere informatiePROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN
PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan
Nadere informatieWie zit achter Windpark Fryslân?
Inititatiefnemer, Windpark Fryslân, 2016 windpark Wie zit achter Windpark Fryslân? Het windpark is een initiatief van Windpark Fryslân B.V. windpark De initiatiefnemers hebben ook het Windpark Westermeerwind
Nadere informatieDeelsessie 1: milieu effecten Gebiedsatelier windpark Spuisluis. Alex Ouwens
Deelsessie 1: milieu effecten Gebiedsatelier windpark Spuisluis Alex Ouwens Gebiedsatelier windpark Spuisluis Slagschaduw Geluid Planschade Flora en Fauna Wat is Slagschaduw? Slagschaduw 0 en zes uur grens
Nadere informatieWindpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in
Nadere informatieOntwerp wijziging PRVS
Model bekendmaking regeling provinciale staten 1 8 Ontwerp wijziging PRVS Ontwerp besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van [..], tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
Nadere informatieSCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES
SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest
Nadere informatieASPIRAVI. Windpark Assenede
ASPIRAVI Windpark Assenede SAMEN GEDREVEN DOOR DE WIND WINDPARK ASSENEDE Windpark Assenede: Projectlocatie Projectkenmerken Timing / planning van de werken Investeer mee via Aspiravi Samen cvba Aankoop
Nadere informatieWind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018
Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk 4 oktober 2018 Agenda 13:30 14:15 uur 14:15 14:30 uur 14:30 15:30 uur 15:45 uur Presentatie innogy Busreis naar windpark Bezoek Windpark Kattenberg Reedijk
Nadere informatieMotivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind
899922/943613 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht
Nadere informatieHet Energieatol Energieopslag in de Noordzee
Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Dr. Walter Mondt, ECOREM 26 november 2013 1 Inhoud Voorstelling Ecorem NV Context van de studie Werkingsprincipe van het energieatol Opbouw van het energieatol
Nadere informatieIn 2017 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een tracé vastgesteld voor de nieuwe 380 kv-verbinding Zuid-West
Introductie Het tweede werkatelier over de Brabantse Wal verkabeling heeft op 25 oktober 2018 plaatsgevonden. In het werkatelier van 18 mei 2018 zijn de verschillende belangen en varianten besproken. Naar
Nadere informatieaugustus 17 Handleiding windturbines II, 3i en III, 3i
GOP - Dienst Mer Datum: augustus 17 Datum wijziging: (wijzigingen zijn gemarkeerd) Onderwerp: Rubrieken: Handleiding windturbines II, 3i en III, 3i Inhoudsopgave 1. Doel... 2 2. Rubrieken... 2 3. Toepassingsgebied
Nadere informatieIn kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:
N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n de R U P s V r o e
Nadere informatieOverzicht projecten Zeebrugge Open
Overzicht projecten Zeebrugge Open Infrabel Benjamin Brolet Aanleg fietspad tussen Lissewege en Zwankendamme Infrabel Benjamin Brolet Brug Wulfsberge Seinhuis Zeebrugge & sectioneerpost Sporenbundel Zwankendamme
Nadere informatieEffecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht
Bijlage: Toevoeging aan bijlage planmer Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028 op natuur Provincie Utrecht Inleiding In september 2012 is door ecologisch advies- en projectbureau het
Nadere informatieRenogen biomassa-wkk te Ham
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieAanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004
Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de
Nadere informatieInspiratiesessie hernieuwbare energie 16/02 Kruishoutem Lippens Jan ing Voorzitter Zaubeek Power CVBA. CVBA Zaubeek Power Oude Waalstraat 294 Zulte 1
Inspiratiesessie hernieuwbare energie 16/02 Kruishoutem Lippens Jan ing Voorzitter Zaubeek Power CVBA CVBA Zaubeek Power Oude Waalstraat 294 Zulte 1 Zaubeek power CVBA: ontstaan - Ontstaan uit de bedrijvenvereniging
Nadere informatieOpgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel
Nadere informatieRuimtelijk Uitvoeringsplan Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009
een nieuwe thuishaven Ruimtelijk Uitvoeringsplan 135 - Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009 agenda Situering Historiek Stedenbouwkundige voorgeschiedenis Stadsontwerp Ondersteunde onderzoeken
Nadere informatiewindenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.
... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota
Nadere informatieProvinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel
Nadere informatieBeslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt
Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator
Nadere informatieRUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk
Nadere informatieEntiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept
Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: 09-11-2016 Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept 1 INHOUD blz. 1. Inleiding... 3 2. Windturbine Krabbegors algemeen...
Nadere informatieBIJLAGE 1: TOELICHTING BELEMMERINGENKAART OMGEVINGSVISIE
BIJLAGE 1: TOELICHTING BELEMMERINGENKAART OMGEVINGSVISIE Gebieden waar windenergie mogelijk is In deze gebieden ziet de provincie op voorhand geen belemmeringen voor de ontwikkeling van windenergie en
Nadere informatieKORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG.
KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. 1. ALGEMEEN Ten noorden van de E313, de autosnelweg Hasselt Antwerpen, ter hoogte van Herentals, wenst EDF-Luminus twee windturbines
Nadere informatieMKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone
MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone Den Haag, 3 november 2014 Niels Hoefsloot Ruben Abma Inhoud presentatie 1. Onderzoeksmethode en uitgangspunten 2. Directe effecten 3. Indirecte/externe effecten
Nadere informatieRichtlijnen milieueffectrapportage. Power Port Zeebrugge; Bouw windturbines in de haven Zeebrugge
Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02-553.80.79 fax:
Nadere informatieleeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40
leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw
Nadere informatieSamenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie
Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Onderzoek is uitgevoerd door Pondera Consult. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Aanleiding
Nadere informatieVormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen
Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Bij deze vormvrije mer-beoordeling wordt gebruik gemaakt van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III behorende bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling.
Nadere informatieGoedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL
Nadere informatieBeleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek
Beleidsnotitie Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Aanleiding De afgelopen periode is de interesse voor kleine windturbines in Nederland toegenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk: Samenvatting
Samenvatting Achtergrond In 2013 zijn er afspraken gemaakt tussen Het Rijk en de provincies over de verdeling van 6.000 MW windenergie op land. Hierbij heeft de provincie Zuid-Holland een opgave om 735,5
Nadere informatie