Verzuimonderzoek PO en VO 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verzuimonderzoek PO en VO 2014"

Transcriptie

1 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2014 DUO Informatieproducten Ako Madomi 11 November 2015

2 Inhoudsopgave SAMENVATTING INLEIDING OPZET ONDERZOEK LEESWIJZER VERZUIMKENGETALLEN PO INLEIDING ONDERWIJZEND PERSONEEL ONDERSTEUNEND PERSONEEL SURVIVALANALYSE VERZUIMKENGETALLEN VO INLEIDING ONDERWIJZEND EN ONDERSTEUNEND PERSONEEL SURVIVALANALYSE BIJLAGEN BIJLAGE 1 DRIE VERZUIMMATEN BIJLAGE 2 NULVERZUIM BIJLAGE 3 GRAFIEKEN SURVIVALANALYSE BIJLAGE 4 DEFINITIES, BEREKENINGEN EN CONTROLES B4.1 De verzuimmaten B4.2 Overig verzuim B4.3 Controles en correcties B4.4 Wijziging ten opzichte van vorig jaar Pagina 1 van 64

3 Samenvatting Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Vervangingsfonds en AenO Fonds VO hebben behoefte aan gegevens over het niveau en de ontwikkeling van het verzuim in het primair en voortgezet onderwijs. DUO verzamelt verzuimgegevens als onderdeel van de personele gegevensleveringen. In dit rapport beschrijft DUO het niveau en de ontwikkeling van het verzuim aan de hand van vier verzuimkengetallen. Dit zijn het verzuimpercentage (VP), de meldingsfrequentie (MF), de gemiddelde verzuimduur (GZD) en het nulverzuim (NZ). Het verzuim wordt opgesplitst in ziekteverzuim en overig verzuim. Onder overig verzuim vallen alle andere redenen voor verzuim dan ziekteverzuim, zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, calamiteitenverlof en diverse vormen van kort en lang buitengewoon verlof. Het ziekteverzuim wordt berekend conform de standaard Berekening van ziekteverzuim, zoals vastgesteld door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden in juni 1996 en aangepast in oktober 2005 door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Aanleiding voor de aanpassing van de standaard was de nieuwe wetgeving, de behoefte aan meer duidelijkheid over rekenregels en definities van verzuim en de totstandkoming van de nieuwe verzuimstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek: de Nationale Verzuimstatistiek. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen onderwijzend personeel (inclusief directie) en ondersteunend personeel. Analyse van de data heeft uitgewezen dat er een niet te verwaarlozen aantal schoolbesturen een onbruikbare waarde voor verlofomvang heeft aangeleverd. Zo is er voor de verlofomvang van een relatief groot aantal verlofgevallen de waarde 0 of een negatieve waarde ingevuld, terwijl er wel een verlofperiode is aangeleverd. Nader onderzoek toonde aan dat deze gevallen dikwijls overig verlof betreffen en de besturen deze data via de salarisverwerker Raet hebben aangeleverd. Vanwege validiteitsoverwegingen is er besloten om de data zoals aangeleverd door Raet niet te benutten bij het berekenen van het overig verzuim en het nulverzuim. In paragraaf B4.4 is deze wijziging getailleerd besproken. Onderwijzend personeel Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in het primair en voortgezet onderwijs is van 2013 op 2014 gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Figuur S.1 en Tabel S.1). Net als voorgaande jaren is het ziekteverzuimpercentage over 2014 in het speciaal onderwijs het hoogst en in het voortgezet onderwijs het laagst. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs gestegen. Voor het voortgezet onderwijs is er wederom geen overig verzuim berekend. De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel vertoont een vrij stabiel patroon over de jaren (zie Tabel S.1). In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is deze ook in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven, waar het in het speciaal onderwijs licht is gedaald. Waar het voortgezet onderwijs in 2014 het laagste ziekteverzuimpercentage kende, kende het wel het hoogste aantal meldingen van ziekteverzuim. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs vrijwel ongewijzigd gebleven. Pagina 2 van 64

4 Figuur S.1. Ziekteverzuimpercentage onderwijzend personeel in, en VO Tabel S.1. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim onderwijzend personeel, VP MF GZD NZ* Ziekteverzuim PO 6,9 6,6 6,1 1,1 1,2 1, ,9 46,8 51,4 bo 6,8 6,5 6,0 1,1 1,2 1, ,7 47,6 52,0 sbao/wec 7,2 7,0 6,4 1,3 1,4 1, ,5 42,8 47,2 VO 5,2 5,0 4,9 1,7 1,7 1, ,9 40,2 47,8 Overig verzuim PO 3,3 3,1 3,9 1,3 1,3 1, bo 3,4 3,2 4,0 1,4 1,4 1, sbao/wec 3,0 2,6 3,3 0,8 0,8 0, * Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 in zowel het primair als het voortgezet onderwijs licht toegenomen. Net als in 2013 is in 2014 in het basisonderwijs de gemiddelde verzuimduur het hoogst en de meldingsfrequentie het laagst, terwijl dit in het voortgezet onderwijs omgekeerd is. Het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs meldde zich dus vaker voor een kortere periode ziek dan hun collega s in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De gemiddelde verzuimduur voor het overig verzuim is ook in 2014 in het speciaal onderwijs bijna twee keer zo groot als die in het basisonderwijs (resp. gemiddeld 21 en 13 dagen). Het nul(ziekte)verzuim onder het onderwijzend personeel is in alle sectoren van 2013 op 2014 gestegen. Het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld is in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 52 en 47,2 procent). Pagina 3 van 64

5 Ondersteunend personeel Voor het ondersteunend personeel is het ziekteverzuimpercentage van 2013 op 2014 in het primair en voortgezet onderwijs gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Tabel S.2). Net als in voorgaande jaren is in 2014 het verzuimpercentage het laagst in het voortgezet onderwijs en het hoogst in het speciaal onderwijs (resp. 5,1 en 6,3 procent). In alle sectoren was het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel hoger dan onder het onderwijzend personeel. Het verzuimpercentage van het overig verzuim van het ondersteunend personeel is in 2014 ten opzichte van 2013 in het speciaal onderwijs gestegen, terwijl het in het basisonderwijs vrijwel ongewijzigd is gebleven. Opvallend is dat het verzuimpercentage van het overig verzuim vooral in het basisonderwijs onder het ondersteunend personeel aanzienlijk lager is dan onder het onderwijzend personeel (resp. 1,1 en 4 procent). Tabel S.2. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim ondersteunend personeel, Ziekteverzuim VP MF GZD NZ* PO 7,3 6,9 6,0 1,1 1,2 1, ,0 47,8 53,6 bo 7,0 6,7 5,8 0,9 0,9 0, ,6 55,8 60,5 sbao/wec 7,6 7,2 6,3 1,4 1,5 1, ,9 39,4 43,9 VO 5,5 5,4 5,1 1,3 1,4 1, ,4 43,6 50,5 Overig verzuim PO 1,6 1,4 1,7 0,3 0,3 0, bo 1,0 0,9 1,1 0,2 0,2 0, sbao/wec 2,3 1,9 2,6 0,5 0,5 0, * Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het ondersteunend personeel is in 2014 in alle sectoren vrijwel ongewijzigd gebleven, met slechts een lichte daling in het speciaal onderwijs. Dit jaar is de meldingsfrequentie het hoogst in het voortgezet onderwijs en het laagst in het basisonderwijs (resp. 1,3 en 0,8). De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is in 2014 niet gewijzigd. Net als in voorgaande jaren is deze het laagst voor het basisonderwijs en het hoogst voor het speciaal onderwijs (resp. 0,2 en 0,5). De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het ondersteunend personeel is van 2013 op 2014 in alle drie sectoren afgenomen. Het nul(ziekte)verzuim onder het ondersteunend personeel is in het primair en voortgezet onderwijs van 2013 op 2014 gestegen. Net als in voorgaande jaren is het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 60,5 en 43,9 procent). Pagina 4 van 64

6 1 Inleiding Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Vervangingsfonds en AenO Fonds VO hebben behoefte aan gegevens over het niveau en de ontwikkeling van het verzuim in het primair en voortgezet onderwijs. DUO verzamelt verlofgegevens als onderdeel van de personele gegevensleveringen. Tot en met 2011 zijn deze verlofgegevens jaarlijks geanalyseerd door een onderzoeksbureau in opdracht van het ministerie en het AenO Fonds VO. In 2012 heeft DUO voor het eerst behalve de verzameling van de gegevens ook de analyse van deze gegevens voor haar rekening genomen. In overleg met het ministerie is besloten dat DUO ieder jaar het verzuimonderzoek uitvoert en de resultaten hiervan in een rapportage presenteert. 1.1 Opzet onderzoek De verzameling van personeelsgegevens door DUO is aan een sterke versnippering onderhevig. Tot 2004 bestond één centrale salarisadministratie (CASO), waaruit gegevens over vrijwel het gehele onderwijs aan DUO werden geleverd. Sinds het besluit om de markt betreft salarisverwerking voor onderwijsinstellingen vrij te geven, hebben vele schoolbesturen gekozen voor een andere salarisverwerker die namens de besturen de personeelsgegevens aan DUO levert. Andere besturen hebben de levering van personeelsgegevens zelf ter hand genomen. Met de opheffing van CASO per januari 2014, is er een einde gekomen aan de bovengenoemde verplaatsing van schoolbesturen van CASO naar andere partijen, maar door het toenemen van het aantal salarisverwerkers, is het einde van de versnippering nog niet in zicht. Bij de berekening van de verzuimkengetallen zijn de personeelsgegevens zoals aangeleverd door salarisadministraties Raet en Merces gebruikt. Daarnaast zijn de personeelsgegevens die schoolbesturen met AFAS-software hebben aangeleverd, ook meegenomen. De dekkingsgraad voor het primair onderwijs komt daarmee op 97,9% (vorig jaar 99,9%). Voor het voortgezet onderwijs is de dekkingsgraad 97,9% (vorig jaar 98,4%). Deze daling kan worden verklaard door de opheffing van Raet ECS (CASO). Een deel van de oude klanten van CASO leveren nu zelf aan, maar ook een deel maakt gebruik van de diensten van een leverancier die niet onder de hieronder genoemde leveranciers valt. De totale dekkingsgraad voor 2014 is 97,9%. Tabel 1.1 laat een overzicht zien van de dekking van de meegenomen leveranciers. Tabel 1.1. Dekking van de leveranciers Raet, Merces en AFAS in procenten Salarisadministratie PO VO Totale dekking Raet 60,5% 51,2% 57,2% Merces 5,9% 14% 8,7% AFAS 31,5% 32,8% 32% Totaal 97,9% 97,9% 97,9% Volgens het Programma van Eisen zijn schoolbesturen in het primair onderwijs verantwoordelijk voor het aanleveren van verzuim- en formatiegegevens op 15 maart over het voorgaande kalenderjaar. Voor schoolbesturen in het voortgezet onderwijs is dit 1 april. De verantwoordelijkheid voor een volledige, juiste en actuele aanlevering van de personeelsgegevens berust bij de schoolbesturen (bevoegd gezag), ook al verzorgen salarisverwerkers veelal deze aanlevering. DUO voert wel plausibiliteitscontroles uit, maar gaat altijd uit van een actuele, betrouwbare en complete levering. Pagina 5 van 64

7 Tussen de salarisverwerkers blijkt een verschil in verzuimregistratie (zie Tabel 1.2). Opvallend is dat Raet een aantal verlofsoorten niet heeft aangeleverd en de inhoud daarvan onder Overig verlof heeft geplaatst. Een verder verschil is dat Raet in vergelijking met de andere leveranciers weinig verlofgevallen in verband met Zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft aangeleverd. Ook tussen Merces en AFAS verschilt het aantal aangeleverde verlofgevallen per verlofsoort. Deze verschillen suggereren dat de verschillende verlofsoorten door de leveranciers op uiteenlopende wijze worden geregistreerd. Tabel 1.2. Aantal records in procenten per leverancier naar verlofsoort, 2014 Verlofsoort Raet Meces AFAS Ziekteverlof 60,0% 59,8% 62,7% Onbetaald ouderschapsverlof - 3,1% 1,4% Betaald ouderschapsverlof - 8,2% 2,7% Zwangerschaps-/bevallingsverlof 0,3% 3,4% 2,1% Scholingsverlof 0,8% 3,2% 2,0% Levensloopverlof - 0,2% 0% Overig verlof 38,9% 22% 29% Totaal aantal records niet aangeleverd Onder overig verzuim vallen alle andere redenen voor verzuim dan ziekteverzuim, zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, calamiteitenverlof en diverse vormen van kort en lang buitengewoon verlof. Het overig verzuim is van een heel andere orde dan het ziekteverzuim, aangezien de afwezigheid van het betreffende personeel meestal van tevoren bekend is. Tot en met 2012 is het overig verzuim in het primair onderwijs enkel op basis van de gegevens van Raet ECS berekend. In 2013 zijn naast de gegevens van Raet ECS ook de gegevens van Raet en AFAS meegenomen in het berekenen van het overig verzuim in het primair onderwijs. Analyse van de data van 2014 heeft uitgewezen dat er een niet te verwaarlozen aantal schoolbesturen een onbruikbare waarde voor verlofomvang heeft aangeleverd. Zo is er voor de verlofomvang van een relatief groot aantal verlofgevallen de waarde 0 of een negatieve waarde ingevuld, terwijl er wel een verlofperiode is aangeleverd. Nader onderzoek toonde aan dat deze gevallen dikwijls overig verlof betreffen en de besturen deze data via de salarisverwerker Raet hebben aangeleverd. Vanwege validiteitsoverwegingen is er besloten om de data zoals aangeleverd door Raet niet te benutten bij het berekenen van het overig verzuim en het nulverzuim. In paragraaf B4.4 is deze wijziging getailleerd besproken. Wegens een onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs kunnen voor deze geen representatieve cijfers worden berekend. In dit rapport worden vier verzuimkengetallen gepresenteerd. Het gaat om het verzuimpercentage (deel van de werktijd dat verloren is gegaan wegens verzuim), de meldingsfrequentie (gemiddeld aantal verzuimmeldingen), de gemiddelde verzuimduur (gemiddelde lengte van het verzuim in dagen) en het nulverzuim (percentage medewerkers dat zich over het jaar heen niet ziek heeft gemeld). Het vervangingspercentage (gedeelte van het verzuim waarvoor vervanging is gerealiseerd) waarover voorheen werd gerapporteerd, is niet berekend, omdat dit op basis van de bij DUO aangeleverde bestanden niet meer mogelijk is. Pagina 6 van 64

8 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de vier verzuimkengetallen (het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie, de gemiddelde verzuimduur en het nulverzuim) in het primair onderwijs beschreven. Het onderwijzend en ondersteunend personeel komen afzonderlijk aan bod. Met behulp van een survivalanalyse wordt inzicht gegeven in de verzuimduur: hoe groot is de kans dat iemand zich na een be paald aantal dagen weer beter meldt. In hoofdstuk 3 komen de verzuimkengetallen voor het voortgezet onderwijs aan bod. Voor deze sector worden de cijfers voor het onderwijzend en ondersteunend personeel gecombineerd gepresenteerd. Ook voor het voortgezet onderwijs wordt door middel van een survivalanalyse inzicht gegeven in de verzuimduur. Gedetailleerde uitkomsten, definities en berekeningswijze worden in de bijlagen vermeld. In Bijlage 1 staan de gedetailleerde uitkomsten van het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde verzuimduur en in Bijlage 2 die van het nulverzuim. In Bijlage 3 zijn enkele aanvullende grafieken die behoren bij de survivalanalyse uit paragraaf 2.4 en paragraaf 3.3 weergegeven. Tot slot worden in Bijlage 4 de gehanteerde definities, de berekeningswijze van de verzuimkengetallen en wijzigingen ten opzichte van vorig jaar beschreven. Pagina 7 van 64

9 2 Verzuimkengetallen PO 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste resultaten in het primair onderwijs in Paragraaf 2.2 beschrijft de resultaten voor het onderwijzend personeel (inclusief directie) en in paragraaf 2.3 komen de resultaten voor het ondersteunend personeel aan bod. Net als in voorgaande jaren wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen scholen voor het basisonderwijs enerzijds en scholen voor het speciaal onderwijs en expertisecentra anderzijds. Om de ontwikkeling van het verzuim te kunnen duiden worden de verzuimkengetallen over een reeks van drie jaren beschreven. Ten slotte worden in paragraaf 2.4 de resultaten van de survivalanalyse getoond, waarmee een antwoord wordt gegeven op de vraag hoe groot de kans is dat iemand zich na een bepaald aantal dagen weer beter meldt. 2.2 Onderwijzend personeel Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in het primair en voortgezet onderwijs is van 2013 op 2014 gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Tabel 2.1). Net als voorgaande jaren is het ziekteverzuimpercentage over 2014 in het speciaal onderwijs het hoogst en in het voortgezet onderwijs het laagst. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs gestegen. Voor het voortgezet onderwijs is er wederom geen overig verzuim berekend. De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel vertoont een vrij stabiel patroon over de jaren (zie Tabel 2.1). In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is deze ook in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven, waar het in het speciaal onderwijs licht is gedaald. Waar het voortgezet onderwijs in 2014 het laagste ziekteverzuimpercentage kende, kende het wel het hoogste aantal meldingen van ziekteverzuim. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs vrijwel ongewijzigd gebleven. Tabel 2.1. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim onderwijzend personeel, VP MF GZD NZ* Ziekteverzuim PO 6,9 6,6 6,1 1,1 1,2 1, ,9 46,8 51,4 bo 6,8 6,5 6,0 1,1 1,2 1, ,7 47,6 52,0 sbao/wec 7,2 7,0 6,4 1,3 1,4 1, ,5 42,8 47,2 Overig verzuim PO 3,3 3,1 3,9 1,3 1,3 1, bo 3,4 3,2 4,0 1,4 1,4 1, sbao/wec 3,0 2,6 3,3 0,8 0,8 0, * Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 in zowel het primair als het voortgezet onderwijs licht toegenomen. Net als in 2013 is in 2014 in het basisonderwijs de gemiddelde verzuimduur het hoogst en de meldings frequentie het laagst, terwijl Pagina 8 van 64

10 dit in het voortgezet onderwijs omgekeerd is. Het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs meldde zich dus vaker voor een kortere periode ziek dan hun collega s in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De gemiddelde verzuimduur voor het overig verzuim is ook in 2014 in het speciaal onderwijs bijna twee keer zo groot als die in het basisonderwijs (resp. gemiddeld 21 en 13 dagen). Het nul(ziekte)verzuim onder het onderwijzend personeel is in alle sectoren van 2013 op 2014 gestegen. Het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld is in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 52 en 47,2 procent). Tabel 2.2 toont een overzicht van verzuimpercentage exclusief de verzuimgevallen die langer dan één jaar duren voor de jaren 2012 tot en met Dit overzicht biedt inzicht in hoe de langdurige ziektegevallen het totale verzuimcijfer beïnvloeden 1. Tabel 2.2. Verzuimpercentage ziekteverzuim PO onderwijzend personeel exclusief verzuim langer dan één jaar, PO 6,7 6,3 5,9 bo 6,6 6,2 5,9 sbao/wec 7,1 6,8 6,3 Net als het ziekteverzuimpercentage is het verzuimpercentage exclusief de verzuimgevallen die langer dan één jaar duren, in het primair onderwijs van 2013 op 2014 gedaald. Tabel 2.2 laat ook zien dat de verzuimgevallen van langer dan een jaar een licht invloed hebben op het ziekteverzuimpercentage. Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel verschilt aanzienlijk per leeftijdscategorie (zie Tabel 2.3). In het basisonderwijs is dit percentage onder 55-plussers ruim twee keer zo groot dan onder jongeren tot 35 jaar. Ook in het speciaal onderwijs zijn ouderen aanzienlijk vaker afwezig door ziekte dan jongeren. In de tabel is goed te zien dat hoewel ouderen over het algemeen vaker en langer afwezig zijn wegens ziekte dan hun jongere collega s, maar zich wel minder vaak ziek melden. In tegenstelling tot de andere leeftijdscategorieën, is het verzuimpercentage onder personen ouder dan 64 jaar in 2014 toegenomen. In het speciaal onderwijs kende het verzuimpercentage en gemiddelde verzuimduur van deze groep in 2014 een flinke stijging. Tabel 2.3. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar leeftijd, VP MF GZD Ziekteverzuim Jonger dan 35 jaar 4,7 4,5 4,0 1,3 1,3 1, jaar 6,0 5,5 5,0 1,2 1,2 1, jaar 6,8 6,3 5,8 1,1 1,2 1, jaar 10,3 9,8 9,5 1,0 1,1 1, jaar en ouder 9,6 10,0 10,6 0,9 1,0 0, Ziekteverzuim Jonger dan 35 jaar 5,4 5,3 4,6 1,5 1,5 1, Voor 2014 publiceerde het CBS een ziekteverzuimpercentage van 3,8 procent voor de totale economie en van 4,9 procent voor de gehele sector Onderwijs (bedrijfstak P). Pagina 9 van 64

11 35 44 jaar 6,7 6,3 5,9 1,5 1,5 1, jaar 7,3 6,2 6,0 1,3 1,3 1, jaar 9,6 10,2 9,0 1,2 1,2 1, jaar en ouder 10,3 5,7 10,7 0,8 0,9 0, In Tabel 2.4 is te zien dat het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in 2014 weinig verschilt per regio: van 5,8 procent in regio West tot 6,7 procent in regio Noord. Het valt wel op dat het verzuimpercentage in regio Noord systematisch hoger ligt dan in de andere regio s. Het verzuimpercentage is in alle regio s van 2013 op 2014 gedaald, hoewel de daling in regio Zuid marginaal is. De meldingsfrequentie over 2014 verschilt vrijwel niet tussen de regio s. Ook de gemiddelde verzuimduur was in 2014 in regio Noord het hoogst. In het speciaal onderwijs zijn de verschillen in ziekteverzuimpercentage groter: van 6,1 procent in regio Zuid tot 7,1 procent in regio s Noord en West. In de regio s Noord, Oost, en Zuid is het ziekteverzuimpercentage van 2013 op 2014 gedaald, terwijl het in regio West ongewijzigd is gebleven. Ook in 2014 verschilt de meldingsfrequentie vrijwel niet tussen de regio s. De gemiddelde verzuimduur was in 2014 in regio s West en Zuid het hoogst. Tabel 2.4. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar regio, VP MF GZD Ziekteverzuim Noord 7,3 7,1 6,7 1,2 1,1 1, Oost 6,7 6,5 6,1 1,1 1,1 1, West 6,8 6,4 5,8 1,2 1,2 1, Zuid 6,7 6,4 6,3 1,0 1,2 1, Ziekteverzuim Noord 7,9 9,6 7,1 1,4 1,4 1, Oost 6,6 6,3 5,6 1,3 1,3 1, West 7,6 7,1 7,1 1,5 1,4 1, Zuid 7,2 6,7 6,1 1,3 1,3 1, Het ziekteverzuimpercentage onder onderwijzend personeel verschilt aanzienlijk per denominatie (zie Tabel 2.5). Het ziekteverzuim in 2014 is het hoogst onder het onderwijzend personeel op vrije scholen en scholen op islamitische grondslag in het basisonderwijs (resp. 9 en 8,9 procent). Het laagst was dit bij basisscholen op gereformeerde, reformatorische of evangelische grondslag (2,9 procent). Het verzuimpercentage van 2013 op 2014 is voor alle categorieën afgenomen. Ook de meldingsfrequente op vrije scholen en scholen op islamitische grondslag is in 2014 het hoogst van alle categorieën (resp. 1,5 en 1,3). Onderwijzend personeel in het basisonderwijs op scholen op islamitische grondslag was in 2014 met een gemiddelde verzuimduur van 27 dagen bij ziekte het langst afwezig. Tabel 2.5. Kengetallen ziekteverzuim onderwijzend personeel uitgesplitst naar denominatie, VP MF GZD Ziekteverzuim Openbaar 7,4 7,0 6,7 1,2 1,2 1, Rooms-katholiek 6,6 6,4 6,0 1,1 1,1 1, Pagina 10 van 64

12 Protestants-christelijk 6,5 6,1 5,6 1,2 1,1 1, Algemeen bijzonder 6,5 6,4 5,8 1,2 1,2 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 4,3 3,4 2,9 1,0 0,8 0, Islamitisch 11,6 9,6 8,9 1,5 1,4 1, Vrije scholen 10,8 10,9 9,0 1,8 1,7 1, Overig 7,3 6,8 6,7 1,3 1,2 1, In Tabel 2.6 worden de kengetallen voor het ziekteverzuim van het onderwijzend personeel naar verschillende persoons-, baan- en schoolkenmerken uitgesplitst. Tabel 2.6. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014 VP MF GZD VP MF GZD Totaal 6,0 1,1 22 6,4 1,2 21 Geslacht Mannen 5,9 0,9 27 6,0 1,1 21 Vrouwen 6,1 1,1 21 6,6 1,2 21 Functie Directieleden 4,9 0,7 29 3,7 0,6 25 Leerkrachten (OP) 6,1 1,1 22 6,7 1,2 21 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 6,1 1,1 20 5,8 1,1 18 0,5 0,87 wtf 6,4 1,0 25 6,9 1,2 23 > 0,87 wtf 5,0 1,1 21 6,5 1,3 22 Verstedelijkingsgraad Sterk verstedelijkt 5,7 1,1 20 7,1 1,2 22 Verstedelijkt 6,1 1,1 21 6,3 1,2 20 Niet verstedelijkt 6,2 1,0 24 6,0 1,1 21 Schoolgrootte in aantal werknemers Kleiner dan 10 6,8 1, >= 10 en < 20 6,2 1, >= 20 en < 50 6,0 1, en groter 5,1 1, Kleiner dan ,9 1,0 25 >= 20 en < ,6 1,1 22 >= 50 en < ,3 1, en groter ,6 1,3 19 Procentueel waren vrouwen in 2014 vaker ziek dan mannen. In het basisonderwijs meldden zij zich vaker ziek, maar hun verzuimduur was gemiddeld korter dan de verzuimduur van mannen. In het speciaal onderwijs is de verzuimduur van vrouwen gemiddeld net zo lang als de verzuimduur van Pagina 11 van 64

13 mannen. Leerkrachten waren in 2014 procentueel vaker ziek dan directieleden, maar waren bij ziekte vaker van kortere duur ziek dan directieleden. Onderwijzend personeel met een voltijdaanstelling verzuimde in 2014 in het basisonderwijs minder dan onderwijzend personeel met een deeltijdaanstelling. In het speciaal onderwijs verzuimde het onderwijzend personeel met een voltijdaanstelling minder dan hun collega s met een grote deelaanstelling, maar wel meer dan personen met een kleine deelaanstelling. De cijfers naar verstedelijkingsgraad wijzen uit dat het ziekteverzuimpercentage in 2014 nauwelijks verschilde tussen gebieden met verstedelijkt en nietverstedelijkt. Er is wel een duidelijk verschil in verzuimpercentage te zien in het basisonderwijs en speciaal onderwijs tussen de sterk verstedelijkte gebieden en de andere twee categorieën. Opvallend is dat het verzuimpercentage in het basisonderwijs voor de sterk verstedelijkte gebieden het laagste is van de drie categorieën, terwijl deze in het speciaal het hoogste verzuimpercentage kent. Het verzuim in de niet-verstedelijkte gebieden duurde in het basisonderwijs gemiddeld langer dan in de (sterk) verstedelijkte gebieden. Wat de schoolgrootte betreft zien we een verschillend patroon tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. In het basisonderwijs was in 2014 het verzuimpercentage bij de kleinste scholen relatief hoog, terwijl de kleinste scholen in het speciaal onderwijs juist het laagste verzuimpercentage hadden. Zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs hadden de grootste scholen in 2014 de grootste meldingsfrequentie, maar wel de laagste gemiddelde verzuimduur. In Tabel 2.7 worden de kengetallen voor het overig verzuim van het onderwijzend personeel naar verschillende persoons- en baankenmerken uitgesplitst. Opvallend is dat het verzuimpercentage en gemiddelde verzuimduur in het basisonderwijs en speciaal onderwijs hoger is onder vrouwen, jongeren, leerkrachten en deeltijders. Ook de meldingsfrequentie is in deze categorieën het hoogst, hoewel de voltijders in het basisonderwijs zich vaker ziek hebben gemeld dan deeltijders. Tabel 2.7. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014 VP MF GZD VP MF GZD Totaal 4,0 1,3 13 3,3 0,8 21 Geslacht Mannen 3,0 1,4 10 2,0 0,8 16 Vrouwen 4,2 1,3 14 3,8 0,9 22 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 8,0 1,8 20 7,7 1, jaar 4,7 1,3 17 4,1 1, jaar 1,1 1,1 4 0,7 0, jaar 1,7 1,0 7 1,1 0, jaar en ouder 3,1 0,7 11 1,2 0,2 10 Functie Directieleden 2,0 0,8 12 1,5 0,5 15 Leerkrachten (OP) 4,1 1,3 13 3,4 0,9 21 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 4,1 1,2 14 3,8 1,0 20 0,5 0,87 wtf 4,0 1,2 14 3,4 0,8 23 > 0,87 wtf 3,7 2,3 7 1,7 1,0 8 Pagina 12 van 64

14 2.3 Ondersteunend personeel Het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel in het primair onderwijs is van 6,9 procent in 2013 naar 6 procent in 2014 verder afgenomen (zie Tabel 2.8). Deze daling is zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs te zien. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim is van 1,4 procent in 2013 naar 1,7 procent in 2014 licht toegenomen. Deze stijging is met name in het speciaal onderwijs zichtbaar. Tabel 2.8. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim PO ondersteunend personeel, VP MF GZD Ziekteverzuim PO 7,3 6,9 6,0 1,1 1,2 1, bo 7,0 6,7 5,8 0,9 0,9 0, sbao/wec 7,6 7,2 6,3 1,4 1,5 1, Overig verzuim PO 1,6 1,4 1,7 0,3 0,3 0, bo 1,0 0,9 1,1 0,2 0,2 0, sbao/wec 2,3 1,9 2,6 0,5 0,5 0, De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim is in het basisonderwijs in 2014 ten opzichte van 2013 vrijwel ongewijzigd gebleven, terwijl deze in het speciaal onderwijs licht is afgenomen. Het ondersteunend personeel in het speciaal onderwijs heeft zich ook in 2014 vaker ziek gemeld dan hun collega s in het basisonderwijs. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is ook in 2014 ongewijzigd gebleven. De gemiddelde verzuimduur van het ziekteverzuim in het primair onderwijs is in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. In het basisonderwijs is het ondersteunend personeel gemiddeld langer ziek dan het personeel in het speciaal onderwijs. Het tegenovergestelde is van toepassing op de gemiddelde verzuimduur van het overig verzuim. Hier is namelijk het ondersteunend personeel in het speciaal onderwijs langer afwezig dan hun collega s in het basisonderwijs. De gemiddelde verzuimduur in het overig verzuim is in 2014 in alle sectoren gedaald. Het nul(ziekte)verzuim onder het ondersteunend personeel in het primair onderwijs is van 2013 op 2014 met 5,8 procentpunten gestegen (zie Tabel 2.9). Van het ondersteunend personeel had 53,6 procent zich in 2014 niet ziek gemeld. Dit percentage verschilt flink tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. In het basisonderwijs had 60,5 procent zich niet ziek gemeld, terwijl dit in het speciaal onderwijs 43,9 procent was. Tabel 2.9. Nulverzuim ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, NZ* PO 46,0 47,8 53,6 bo 54,6 55,8 60,5 sbao/wec 36,9 39,4 43,9 * Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim Pagina 13 van 64

15 Tot slot worden in Tabel 2.10 de kengetallen voor het ziekteverzuim van het ondersteunend personeel naar verschillende persoons- en baankenmerken uitgesplitst. Opvallend is dat het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel onder mannen in 2014 hoger was dan onder vrouwen. Dat geldt zowel voor het basisonderwijs als het speciaal onderwijs. Onder het onderwijzend personeel was het verzuimpercentage in 2014 juist onder vrouwen hoger dan onder mannen. Naar leeftijd zien we een bekend patroon: met de leeftijd stijgt het verzuimpercentage. In het speciaal onderwijs daalde deze weer onder personeel van 65 jaar en ouder. De gemiddelde verzuimduur stijgt met de leeftijd. Zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs verzuimde het onderwijsondersteunend personeel in 2014 meer dan het beheer en administratief personeel. Wat de aanstellingsomvang betreft zien wij een verschil tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Waar het ziekteverzuimpercentage in het speciaal onderwijs met de werktijdfactor toeneemt, is deze in het basisonderwijs het grootst onder personeel met een grote deeltijdaanstelling. Tabel Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014 VP MF GZD VP MF GZD Totaal 5,8 0,8 27 6,3 1,2 19 Geslacht Mannen 6,0 0,8 31 7,2 1,2 22 Vrouwen 5,7 0,8 26 6,1 1,2 19 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 3,9 0,9 16 5,0 1, jaar 5,4 0,9 24 6,6 1, jaar 5,2 0,8 25 6,1 1, jaar 7,5 0,8 35 7,8 1, jaar en ouder 9,8 0,6 63 5,2 0,8 43 Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) 6,0 0,9 26 6,4 1,3 19 5,3 0,7 31 5,4 0,9 23 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 5,2 0,8 26 5,2 1,1 17 0,5 0,87 wtf 6,3 0,9 28 6,8 1,3 22 > 0,87 wtf 6,1 1,0 27 7,2 1,5 20 Pagina 14 van 64

16 2.4 Survivalanalyse De gemiddelde verzuimduur geeft een beeld van het gemiddeld aantal dagen dat iemand heeft verzuimd. Maar hoe groot is nu de kans dat iemand zich na een bepaald aantal dagen weer beter meldt? Via een zogenaamde survivalanalyse is op deze vraag een antwoord te geven. Voor alle verzuimgevallen die op 1 januari 2014 al bestonden of in 2014 zijn ontstaan, is de totale duur berekend. Een survivalanalyse is een techniek die rekening houdt met verschillen in de lengte van de perioden die personen in het onderzoek konden worden gevolgd. De kans dat iemand zich beter meldt, wordt niet eenmalig vastgesteld, maar op elk moment tussen de start en het einde van de totale observatietermijn, in dit geval op elke dag in het jaar Hierbij wordt steeds rekening gehouden met het aantal personen dat op het meetmoment beschikbaar is ofwel een formatie heeft. Met de survivalanalyse kan een nauwkeuriger beeld van de verzuimduur worden verkregen. In Tabel 2.11 zijn de resultaten van de survivalanalyse voor het primair onderwijs weergegeven. De tabel toont het verloop van de ziekteduur van onderwijzend personeel voor de jaren 2013 en Uit de tabel blijkt dat 31,6 procent van de mensen die zich in 2014 in het primair onderwijs ziek hebben gemeld zich na één dag weer beter hebben gemeld. Hiermee is het aantal mensen dat zich na één dag beter heeft gemeld ten opzichte van 2013 met 2,2 procentpunten gestegen. Tabel Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2013 en 2014 beter is gemeld na N dagen Dagen Y-as: % mensen beter X-as: aantal dagen in ,4% 31,6% 2 47,1% 49,6% 3 55,7% 58,0% 4 61,9% 63,5% 5 67,7% 68,7% 6 70,3% 70,9% 7 73,1% 73,2% 14 81,6% 80,6% 30 86,7% 85,5% 92 92,8% 92,6% ,8% 95,0% ,9% 95,1% ,9% 95,1% ,1% 4,9% In de eerste zeven dagen steeg het percentage mensen dat zich beter meldde vrij snel. Na de eerste week had ongeveer driekwart van de mensen zich weer beter gemeld. De grafiek naast de tabel laat dit verloop duidelijk zien: het grootste deel van de betermeldingen vond plaats in de eerste week. Daarna nam het aantal betermeldingen veel langzamer toe. De tabel toont ook dat, met uitzondering van dag 30, personen zich in 2014 sneller beter meldden dan in Pagina 15 van 64

17 Tabel 2.12 toont de resultaten van de survivalanalyse voor het primair onderwijs per leeftijdsgroep. Net als in eerdere jaren wijzen de resultaten uit dat naarmate men ouder wordt, het langer duurt voor men zich beter meldt. In de jongste leeftijdscategorie had 75,3 procent zich na drie dagen beter gemeld, terwijl dit in de oudste categorie 40,4 procent was. Ruim een kwart van de ziektegevallen onder personeel van 65 jaar en ouder duurde langer dan 30 dagen. In de jongste categorie duurde slechts 3,3 procent van de ziektegevallen langer dan 30 dagen. Tabel Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen naar leeftijd Leeftijdsklasse Dagen t/m ,9% 35,3% 32,7% 31,8% 26,9% 21,4% 2 66,7% 55,6% 52,3% 49,2% 41,9% 32,8% 3 75,3% 64,8% 60,8% 57,4% 49,8% 40,4% 4 81,1% 70,4% 66,3% 63,0% 55,2% 45,5% 5 85,9% 75,5% 71,3% 68,4% 60,5% 53,1% 6 87,8% 77,6% 73,3% 70,9% 62,9% 56,3% 7 89,5% 79,6% 75,6% 73,2% 65,5% 58,6% 14 93,7% 85,8% 82,9% 80,8% 73,9% 66,1% 30 96,7% 90,4% 87,7% 86,0% 79,9% 70,4% 92 99,1% 96,4% 93,4% 92,9% 88,9% 80,8% ,5% 97,8% 95,5% 95,4% 93,3% 88,8% ,5% 97,8% 95,6% 95,5% 93,8% 94,2% ,5% 97,8% 95,6% 95,5% 94,0% 97,6% ,5% 2,2% 4,4% 4,5% 6,0% 2,4% De resultaten van de survivalanalyse zijn ook uitgesplitst naar schooltype. De tabel en de grafiek met de duur van het ziekteverzuim uitgesplitst naar schooltype zijn in Tabel 2.13 weergegeven. De verschillen tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs zijn gering. De personen in het basisonderwijs meldden zich in de eerste vijf dagen sneller beter dan in het speciaal onderwijs, maar dit verschil loopt in de dagen daarna terug en wordt vanaf dag 30 zelfs omgedraaid. Pagina 16 van 64

18 Tabel Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het BAO en dat in 2014 beter is gemeld na N dagen SBAO/ Dagen BAO Y-as: % mensen beter X-as: aantal dagen in 2014 WEC 1 32,5% 26,7% 2 50,5% 44,5% 3 58,8% 53,5% 4 64,1% 60,1% 5 69,1% 66,5% 6 71,3% 69,1% 7 73,5% 72,2% 14 80,7% 80,3% 30 85,7% 85,5% 92 92,8% 93,0% ,0% 95,9% ,1% 96,2% ,1% 96,2% ,9% 3,8% Pagina 17 van 64

19 3 Verzuimkengetallen VO 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste resultaten in het voortgezet onderwijs over De resultaten voor het voortgezet onderwijs betreffen alleen het ziekteverzuim. Zoals in de inleiding is toegelicht, kon er wegens een onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs ook dit jaar geen representatieve cijfers voor het overig verzuim worden berekend. Paragraaf 3.2 beschrijft de ziekteverzuimgegevens voor zowel het onderwijzend (inclusief directie) als het ondersteunend personeel. Ten slotte worden in paragraaf 3.3 de resultaten van de survivalanalyse gepresenteerd, waarmee een nauwkeuriger beeld van de verzuimduur wordt gegeven. 3.2 Onderwijzend en ondersteunend personeel Het verzuimpercentage onder het onderwijzend personeel (inclusief directeuren) in het voortgezet onderwijs is vrijwel ongewijzigd gebleven (zie Tabel 3.1). Onder het ondersteunend personeel is het verzuimpercentage in 2014 ten opzichte van 2013 licht gedaald. Opvallend is dat het verzuimpercentage in het voortgezet onderwijs een stuk lager is dan in het primair onderwijs. Dit geldt voor zowel het onderwijzend als het ondersteunend personeel. Tabel 3.1. Kengetallen ziekteverzuim VO, VP MF GZD NZ* Ziekteverzuim Onderwijzend personeel 5,2 5,0 4,9 1,7 1,7 1, ,9 40,2 47,8 Ondersteunend personeel 5,5 5,4 5,1 1,3 1,4 1, ,4 43,6 50,5 * Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim De meldingsfrequentie voor zowel het ziekteverzuim als het overig verzuim onder het onderwijzend en ondersteunend personeel is vrijwel ongewijzigd gebleven. In 2014 meldde het onderwijzend personeel zich gemiddeld 1,6 keer per dienstverband ziek, terwijl dit onder het ondersteunend personeel gemiddeld 1,3 keer was. De gemiddelde verzuimduur in het voortgezet onderwijs is zowel onder het onderwijzend als het ondersteunend personeel tussen 2013 en 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. Het nul(ziekte)verzuim oftewel het aandeel werknemers dat gedurende het ge hele kalenderjaar niet heeft verzuimd, is zowel onder het onderwijzend en ondersteunend personeel van 2013 op 2014 gestegen. Het ondersteunend personeel kent ook in 2014 een hoger nulverzuim dan het onderwijzend personeel. Zowel het onderwijzend als het ondersteunend personeel in het primair onderwijs kent in 2014 een hoger nulverzuim dan hun collega s in het voortgezet onderwijs. In Tabel 3.2 is het verzuimpercentage gepresenteerd waarbij de verzuimgevallen die langer dan één jaar duurden, zijn afgebroken op 365 dagen. Dit geeft inzicht in hoe de langdurige ziektegevallen het totale verzuimcijfer beïnvloeden. Wanneer het langdurige ziekteverzuim op deze manier wordt ingekort tot één jaar, komt het ziekteverzuimpercentage van 2014 voor het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs 0,1 procentpunt onder het gewone ziekteverzuimpercentage uit. Het Pagina 18 van 64

20 ziekteverzuimpercentage exclusief het verzuim langer dan een jaar is tussen 2013 en 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. Tabel 3.2. Verzuimpercentage ziekteverzuim VO onderwijzend personeel exclusief verzuim langer dan één jaar, Ziekteverzuim Onderwijzend personeel 5,1 4,9 4,8 Het ziekteverzuimpercentage verschilt per leeftijdscategorie (zie Tabel 3.3). Onder onderwijzend personeel jonger dan 55 jaar was er in 2014 sprake van een daling van het ziekteverzuimpercentage ten opzichte van Onder ondersteunend personeel kenden alle leeftijdscategorieën een daling. Ook in 2014 hadden personen tussen 55 en 64 jaar onder onderwijzend en ondersteunend personeel het hoogste verzuimpercentage. Tabel 3.3. Kengetallen ziekteverzuim VO uitgesplitst naar leeftijd, VP MF GZD Onderwijzend personeel Jonger dan 35 jaar 3,8 3,5 3,3 1,9 1,8 1, jaar 4,5 4,3 4,0 1,9 1,8 1, jaar 4,9 4,7 4,4 1,7 1,7 1, jaar 7,2 7,0 7,1 1,5 1,6 1, jaar en ouder 5,3 4,7 5,1 0,9 0,8 0, Ondersteunend personeel Jonger dan 35 jaar 3,5 3,7 3,3 1,6 1,5 1, jaar 4,8 4,5 4,5 1,6 1,5 1, jaar 5,3 5,2 4,8 1,4 1,4 1, jaar 6,8 6,6 6,3 1,2 1,3 1, jaar en ouder 6,4 6,7 5,5 0,7 0,7 0, In Tabel 3.4 worden de kengetallen voor het ziekteverzuim naar verschillende persoons-, baan- en schoolkenmerken uitgesplitst. Procentueel waren vrouwen in 2014 vaker ziek dan mannen en meldden zich ook vaker ziek. Directieleden waren in 2013 relatief minder ziek dan hun collega s uit de andere functiecategorieën en meldden zich ook minder vaak ziek. Personeel met een kleine deeltijdaanstelling of met een voltijdaanstelling heeft in 2014 minder verzuimd dan personeel met een grote deeltijdaanstelling. Uit de cijfers naar verstedelijkingsgraad blijkt dat het ziekteverzuimpercentage hoger is in sterk verstedelijkte gebieden. Tot slot blijkt uit de cijfers naar schoolgrootte dat het ziekteverzuimpercentage het laagst is bij VO-scholen met werknemers en het hoogst bij scholen met minder dan 50 werknemers. Pagina 19 van 64

21 Tabel 3.4. Kengetallen ziekteverzuim VO uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014 Onderwijzend personeel Ondersteunend personeel VP MF GZD VP MF GZD Totaal 4,9 1,6 13 5,1 1,3 17 Geslacht Mannen 4,3 1,4 13 4,8 1,2 16 Vrouwen 5,5 1,8 12 5,4 1,3 17 Functie Directieleden 2,9 0, Leerkrachten (OP) 5,0 1, Onderwijsondersteunend personeel (OOP) ,3 1,4 16 Beheer- en administratief personeel (OBP) ,9 1,2 18 Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 4,4 1,6 11 4,5 1,2 15 0,5 0,87 wtf 5,2 1,6 14 5,3 1,4 17 > 0,87 wtf 4,5 1,5 14 5,0 1,4 18 Verstedelijkingsgraad Sterk verstedelijkt 5,3 1,7 13 5,8 1,5 16 Verstedelijkt 4,8 1,6 12 5,0 1,3 16 Niet verstedelijkt 4,8 1,5 14 4,8 1,2 18 Schoolgrootte in aantal werknemers Kleiner dan 50 6,0 1,3 20 6,0 1,2 18 >= 50 en < 100 4,7 1,5 13 5,1 1,3 18 >= 100 en < 200 4,6 1,6 12 5,0 1, en groter 4,9 1,6 12 5,1 1,3 16 Pagina 20 van 64

22 3.3 Survivalanalyse Ook dit jaar is er voor het voortgezet onderwijs een survivalanalyse uitgevoerd. De resultaten van deze analyse zijn in Tabel 3.5 weergegeven. Uit de tabel blijkt dat 32,2 procent van de mensen die zich in 2014 ziek hebben gemeld zich na één dag weer beter hebben gemeld. Hiermee is het aantal mensen dat zich na één dag beter heeft gemeld ten opzichte van 2013 met 2,7 procent gestegen. Net als in het primair onderwijs steeg het percentage mensen dat zich beter meldt in de eerste zeven dagen vrij snel. Na de eerste week had 81,5 procent zich weer beter gemeld. De grafiek naast de tabel laat dit verloop duidelijk zien: het grootste deel van de betermeldingen vond plaats in de eerste week. Daarna nam het aantal betermeldingen veel langzamer toe. Het percentage betermeldingen in de eerste week is ten opzichte van 2013 met 0,5 procentpunten gestegen en is 8,3 procentpunten hoger dan in het primair onderwijs. Het valt op dat ook in 2014 er geen verschil bestond tussen het percentage betermeldingen na 183 dagen en na 365 dagen. Het percentage betermeldingen boven de 365 dagen is wel van 3,0 procent in 2013 naar 3,2 procent in 2014 gestegen. Tabel 3.5. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2013 en 2014 beter is gemeld na N dagen Dagen Y-as: % mensen beter X-as: aantal dagen in ,5% 32,2% 2 49,6% 52,6% 3 59,3% 62,0% 4 68,0% 69,9% 5 74,6% 76,0% 6 77,8% 78,9% 7 81,0% 81,5% 14 88,2% 87,4% 30 92,2% 91,5% 92 96,4% 96,1% ,0% 96,8% ,0% 96,8% ,0% 96,8% ,0% 3,2% Tabel 3.6 toont de resultaten van de survivalanalyse voor het voortgezet onderwijs per leeftijdsgroep. Ook de resultaten voor het voortgezet onderwijs wijzen uit dat naarmate men ouder wordt, het langer duurt voordat men zich beter meldt. In de jongste leeftijdscategorie had 72,9 procent zich na drie dagen alweer beter gemeld, terwijl dit in de oudste categorie 53,8 procent was. Onder personeel van 65 jaar en ouder duurde 19 procent van de ziektegevallen langer dan twee weken. In de jongste categorie duurde slechts 4,1 procent van de ziektegevallen langer dan twee weken. De ziekteduur neemt evenredig met de leeftijd toe. Het is opvallend dat er onder personen tot en met 24 jaar niemand langer dan drie maanden ziek is geweest. Pagina 21 van 64

23 Tabel 3.6. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen naar leeftijd Leeftijdsklasse Dagen t/m ,2% 35,4% 32,8% 32,8% 27,5% 29,3% 2 63,4% 57,1% 54,5% 52,4% 45,7% 45,3% 3 72,9% 66,9% 63,8% 61,9% 54,7% 53,8% 4 81,4% 75,0% 72,0% 69,9% 62,1% 60,3% 5 86,5% 80,7% 78,3% 76,2% 68,1% 66,8% 6 89,5% 83,6% 81,2% 79,0% 71,1% 69,8% 7 91,7% 86,0% 83,6% 81,6% 74,1% 74,2% 14 95,9% 90,9% 89,2% 87,6% 81,7% 81,0% 30 98,0% 94,1% 92,9% 85,7% 86,6% 87,8% ,0% 97,9% 96,9% 96,4% 93,5% 91,0% 183 0,0% 98,2% 97,3% 97,0% 96,1% 94,8% 274 0,0% 98,2% 97,3% 97,0% 96,2% 96,8% 365 0,0% 98,2% 97,3% 97,0% 96,2% 97,8% ,0% 1,8% 2,7% 3,0% 3,8% 2,2% Pagina 22 van 64

24 Bijlagen Bijlage 1 Drie verzuimmaten Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD PO 6,9 6,6 6,1 1,1 1,2 1, ,8 6,5 6,0 1,1 1,2 1, ,2 7,0 6,4 1,3 1,4 1, Leeftijd Jonger dan 35 jaar 4,7 4,5 4,0 1,3 1,3 1, jaar 6,0 5,5 5,0 1,2 1,2 1, jaar 6,8 6,3 5,8 1,1 1,2 1, jaar 10,3 9,8 9,5 1,0 1,1 1, jaar en ouder 9,6 10,0 10,6 0,9 1,0 0, Jonger dan 35 jaar 5,4 5,3 4,6 1,5 1,5 1, jaar 6,7 6,3 5,9 1,5 1,5 1, jaar 7,3 6,2 6,0 1,3 1,3 1, jaar 9,6 10,2 9,0 1,2 1,2 1, jaar en ouder 10,3 5,7 10,7 0,8 0,9 0, Bapo Geen bapo 6,1 5,7 5, Wel bapo 10,8 10,6 10, Geen bapo 10,0 10,3 9, Wel bapo 6,7 6,3 5, Geslacht Mannen 6,7 6,3 5,9 1,0 1,0 0, Vrouwen 6,9 6,5 6,1 1,2 1,2 1, Mannen 7,1 6,9 6,0 1,2 1,3 1, Vrouwen 7,3 7,1 6,6 1,4 1,4 1, Functie Directieleden 5,6 5,0 4,9 0,7 0,8 0, Leerkrachten (OP) 6,9 6,6 6,1 1,2 1,2 1, Directieleden 5,4 4,8 3,7 0,8 0,7 0, Leerkrachten (OP) 7,4 7,2 6,7 1,4 1,4 1, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 6,8 6,8 6,1 1,0 1,2 1, wtf 7,2 6,7 6,4 1,3 1,1 1, > 0.87 wtf 6,3 5,5 5,0 1,3 1,2 1, < 0.5 wtf 6,8 7,0 5,8 1,2 1,3 1, wtf 7,5 7,3 6,9 1,5 1,4 1, > 0.87 wtf 7,2 6,5 6,5 1,5 1,5 1, Pagina 23 van 64

25 Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Denominatie Openbaar 7,4 7,0 6,7 1,2 1,2 1, Rooms-katholiek 6,6 6,4 6,0 1,1 1,1 1, Protestants-christelijk 6,2 5,7 5,2 1,1 1,1 1, Overig bijzonder 7,6 7,2 6,6 1,3 1,3 1, Openbaar 7,8 8,1 7,6 1,3 1,4 1, Rooms-katholiek 7,0 6,2 5,9 1,3 1,3 1, Protestants-christelijk 6,6 6,7 5,6 1,3 1,2 1, Overig bijzonder 7,5 7,3 6,7 1,5 1,5 1, Denominatie uitgesplitst Openbaar 7,4 7,0 6,7 1,2 1,2 1, Rooms-katholiek 6,6 6,4 6,0 1,1 1,1 1, Protestants-christelijk 6,5 6,1 5,6 1,2 1,1 1, Algemeen bijzonder 6,5 6,4 5,8 1,2 1,2 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 4,3 3,4 2,9 1,0 0,8 0, Islamitisch 11,6 9,6 8,9 1,5 1,4 1, Vrije scholen 10,8 10,9 9,0 1,8 1,7 1, Overig 7,3 6,8 6,7 1,3 1,2 1, Openbaar 7,8 8,1 7,6 1,3 1,4 1, Rooms-katholiek 7,0 6,2 5,9 1,3 1,3 1, Protestants-christelijk 6,9 7,0 5,9 1,3 1,2 1, Algemeen bijzonder 7,6 7,3 6,7 1,5 1,5 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 3,4 3,9 2,8 1,0 1,1 0, Overig 5,6 6,8 6,1 1,5 1,5 1, Verstedelijking Sterk verstedelijkt 7,1 6,6 5,7 1,4 1,3 1, Verstedelijkt 6,8 6,5 6,1 1,2 1,2 1, Niet verstedelijkt 6,7 6,4 6,2 1,0 1,1 1, Sterk verstedelijkt 7,3 7,1 7,1 1,5 1,4 1, Verstedelijkt 7,3 7,1 6,3 1,4 1,4 1, Niet verstedelijkt 7,0 6,9 6,0 1,3 1,3 1, Regio Noord 7,3 7,1 6,7 1,2 1,1 1, Oost 6,7 6,5 6,1 1,1 1,1 1, West 6,8 6,4 5,8 1,2 1,2 1, Zuid 6,7 6,4 6,3 1,0 1,2 1, Noord 7,9 9,6 7,1 1,4 1,4 1, Oost 6,6 6,3 5,6 1,3 1,3 1, West 7,6 7,1 7,1 1,5 1,4 1, Zuid 7,2 6,7 6,1 1,3 1,3 1, Pagina 24 van 64

26 Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Provincies en G5 Groningen 6,9 7,5 6,9 1,2 1,1 1, Friesland 6,9 6,8 6,5 1,2 1,2 1, Drenthe 8,1 6,9 6,8 1,2 1,1 1, Overijssel 7,0 6,7 6,6 1,1 1,1 1, Gelderland 6,6 6,7 6,3 1,1 1,2 1, Flevoland exclusief Almere 6,3 4,1 5,9 1,0 0,7 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad 6,4 6,2 5,9 1,2 1,2 1, Noord-Holland exclusief 7,0 6,3 5,9 1,2 1,1 1, Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en 6,5 6,1 5,8 1,2 1,2 1, Rotterdam Zeeland 6,8 6,7 6,5 1,0 1,1 0, Noord-Brabant 6,5 6,0 5,9 1,1 1,2 1, Limburg 7,3 7,4 7,1 1,0 1,2 1, Amsterdam 8,1 7,5 6,8 1,5 1,2 1, Rotterdam 6,6 7,1 5,4 1,2 1,3 1, Den Haag 6,8 5,6 4,9 1,6 1,3 1, Utrecht 7,3 6,2 4,4 1,3 1,3 1, Almere 5,9 6,2 2,4 1,1 1,1 0, Groningen 7,8 9,7 6,7 1,5 1,5 1, Friesland 7,0 7,4 6,9 1,3 1,3 1, Drenthe 9,6 13,3 8,3 1,4 1,3 1, Overijssel 6,5 5,3 4,8 1,1 1,0 0, Gelderland 6,4 6,6 5,9 1,3 1,4 1, Flevoland exclusief Almere 8,8 6,2 6,3 1,5 1,7 1, Utrecht exclusief Utrecht-stad 8,0 8,2 7,8 1,5 1,5 1, Noord-Holland exclusief 7,6 6,9 6,4 1,3 1,2 1, Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en 7,1 6,4 6,6 1,4 1,4 1, Rotterdam Zeeland 7,4 10,2 7,2 1,4 1,3 1, Noord-Brabant 7,3 6,6 5,7 1,4 1,4 1, Limburg 6,8 6,2 6,6 1,1 1,2 1, Amsterdam 8,8 8,7 9,5 1,6 1,5 1, Rotterdam 7,2 6,8 8,0 1,6 1,5 1, Den Haag 6,9 7,0 5,9 1,5 1,5 1, Utrecht 7,3 6,5 5,6 1,5 1,5 1, Almere 8,8 8,3 6,4 1,4 1,9 1, Pagina 25 van 64

27 Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Schoolgrootte Kleiner dan 10 7,0 6,6 6,8 1,1 1,1 1, > = 10 en < 20 7,1 6,7 6,2 1,1 1,1 1, > = 20 en < 50 6,7 6,4 6,0 1,2 1,2 1, en groter 6,5 6,3 5,1 1,4 1,3 1, Kleiner dan 20 7,6 7,8 5,9 1,2 1,0 1, >= 20 en < 50 7,5 7,1 6,6 1,3 1,3 1, >= 50 en < 100 7,0 6,8 6,3 1,4 1,4 1, en groter 7,2 7,1 6,6 1,5 1,5 1, Pagina 26 van 64

28 Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD PO 3,3 3,1 3,9 1,3 1,3 1, ,4 3,2 4,0 1,4 1,4 1, ,0 2,6 3,3 0,8 0,8 0, Leeftijd Jonger dan 35 jaar 6,3 5,8 8,0 2,0 1,8 1, jaar 3,6 3,5 4,7 1,5 1,4 1, jaar 1,1 1,0 1,1 1,3 1,2 1, jaar 1,7 1,7 1,7 1,2 1,1 1, jaar en ouder 1,1 2,9 3,1 0,6 0,7 0, Jonger dan 35 jaar 6,4 5,9 7,7 1,3 1,3 1, jaar 3,3 3,0 4,1 0,9 0,8 1, jaar 0,8 0,7 0,7 0,6 0,6 0, jaar 1,4 1,2 1,1 0,5 0,5 0, jaar en ouder 1,9 0,9 1,2 0,4 0,3 0, Geslacht Mannen 2,1 2,2 3,0 1,6 1,5 1, Vrouwen 3,7 3,4 4,2 1,5 1,4 1, Mannen 1,7 1,7 2,0 0,7 0,6 0, Vrouwen 3,5 3,0 3,8 0,9 0,8 0, Functie Directieleden 1,8 1,7 2,0 1,2 1,1 0, Leerkrachten (OP) 3,5 3,3 4,1 1,5 1,4 1, Directieleden 1,6 1,5 1,5 0,3 0,3 0, Leerkrachten (OP) 3,1 2,7 3,4 0,8 0,8 0, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 3,9 3,3 4,1 1,3 1,2 1, wtf 3,8 3,5 4,0 1,6 1,4 1, > 0.87 wtf 2,1 2,2 3,7 2,1 2,0 2, < 0.5 wtf 3,7 2,8 3,8 0,7 0,7 1, wtf 3,5 3,0 3,4 0,9 0,8 0, > 0.87 wtf 1,8 1,8 1,7 1,0 0,8 1, Denominatie Openbaar 3,2 3,0 3,5 1,4 1,3 1, Rooms-katholiek 3,6 3,6 4,4 1,7 1,6 1, Protestants-christelijk 3,3 2,8 4,1 1,5 1,4 1, Overig bijzonder 3,4 2,7 3,7 1,2 1,1 1, Openbaar 2,3 2,3 2,4 0,7 0,7 0, Rooms-katholiek 3,8 3,6 3,8 1,0 1,0 1, Protestants-christelijk 2,8 2,1 2,4 0,8 0,7 0, Overig bijzonder 2,9 2,3 3,9 0,7 0,7 0, Pagina 27 van 64

29 Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Denominatie uitgesplitst VP MF GZD Openbaar 3,2 3,0 3,5 1,4 1,3 1, Rooms-katholiek 3,6 3,6 4,4 1,7 1,6 1, Protestants-christelijk 3,3 3,0 4,4 1,5 1,4 1, Algemeen bijzonder 3,3 2,7 3,7 1,3 1,1 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 2,9 2,2 3,4 1,0 0,9 0, Islamitisch 5,0 3,1 7,7 0,8 0,5 1, Vrije scholen 3,3 2,4 1,2 1,2 1,1 0, Overig 2,9 2,4 2,6 1,1 1,0 0, Openbaar 2,3 2,3 2,4 0,7 0,7 0, Rooms-katholiek 3,8 3,6 3,8 1,0 1,0 1, Protestants-christelijk 2,8 2,1 2,5 0,8 0,8 0, Algemeen bijzonder 2,9 2,3 3,9 0,7 0,7 0, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 2,2 2,1 1,7 0,8 0,6 0, Overig 2,3 2,6 0,5 0, Verstedelijking Sterk verstedelijkt 3,0 2,8 3,7 0,7 0,6 0, Verstedelijkt 3,4 3,1 3,9 1,5 1,4 1, Niet verstedelijkt 3,6 3,5 4,2 1,9 1,8 1, Sterk verstedelijkt 2,4 1,9 2,4 0,5 0,4 0, Verstedelijkt 3,1 2,9 3,8 0,9 0,9 1, Niet verstedelijkt 3,5 2,9 3,2 1,0 0,9 1, Regio Noord 3,5 3,3 4,4 2,3 2,2 1, Oost 3,7 3,2 4,5 1,9 1,8 1, West 2,9 2,7 3,3 0,9 0,9 0, Zuid 4,0 4,0 4,4 1,8 1,7 1, Noord 3,6 2,6 2,9 1,3 1,2 1, Oost 3,0 2,5 2,5 0,9 0,9 0, West 2,3 1,9 2,8 0,5 0,5 0, Zuid 3,9 3,9 3,8 1,0 0,9 0, Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 28 van 64

30 Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Provincies en G5 Groningen 3,7 3,5 4,7 2,4 2,2 1, Friesland 3,5 3,4 4,4 2,6 2,6 1, Drenthe 3,4 2,7 3,4 1,8 1,7 1, Overijssel 4,0 3,7 4,1 2,6 2,5 1, Gelderland 3,8 3,3 4,9 1,6 1,6 1, Flevoland exclusief Almere 3,3 1,9 3,7 1,1 0,7 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 3,0 2,9 3,6 1,1 1,1 1, ,0 2,5 2,9 1,1 1,0 0, ,7 2,5 3,1 1,0 0,9 0, Zeeland 2,8 2,7 3,3 1,3 1,3 0, Noord-Brabant 4,1 4,1 4,6 1,6 1,4 1, Limburg 4,4 4,1 4,1 2,7 2,4 2, Amsterdam 2,7 2,8 4,2 0,5 0,5 0, Rotterdam 3,3 2,7 2,3 0,6 0,5 0, Den Haag 2,2 2,2 4,2 0,5 0,5 0, Utrecht 3,7 4,9 5,0 0,8 0,8 0, Almere 1,7 1,7 7,8 0,6 0,6 1, Groningen 3,6 2,5 2,7 1,2 1,0 1, Friesland 3,5 2,8 4,3 1,2 1,2 2, Drenthe 3,7 2,6 1,9 1,4 1,5 1, Overijssel 3,2 2,2 2,7 1,0 0,9 1, Gelderland 3,1 2,7 2,6 0,9 0,8 0, Flevoland exclusief Almere 2,5 2,1 1,2 1,1 1,2 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 2,4 2,1 4,0 0,6 0,7 0, ,2 1,7 1,7 0,6 0,4 0, ,1 1,9 3,1 0,5 0,5 0, Zeeland 3,6 3,5 2,8 0,9 0,7 0, Noord-Brabant 4,1 3,9 4,7 0,9 0,8 0, Limburg 3,7 4,1 3,1 1,2 1,2 1, Amsterdam 1,8 1,7 0,6 0,3 0,2 0, Rotterdam 2,7 1,9 2,8 0,4 0,4 0, Den Haag 2,0 1,7-0,3 0, Utrecht 3,0 2,5 4,0 0,6 0,7 0, Almere 1,3 2,3-0,4 0, Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 29 van 64

31 Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Schoolgrootte Kleiner dan 10 3,5 3,3 3,8 2,1 2,1 1, > = 10 en < 20 3,4 3,2 4,0 1,8 1,6 1, > = 20 en < 50 3,3 3,1 4,0 1,3 1,3 1, en groter 3,7 3,3 3,7 1,3 1,2 1, Kleiner dan 20 3,0 2,0 1,7 1,0 0,7 1, >= 20 en < 50 3,1 2,7 3,1 1,0 0,9 1, >= 50 en < 100 3,2 2,8 3,1 0,8 0,8 0, en groter 2,7 2,4 4,2 0,6 0,6 0, Pagina 30 van 64

32 Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, Kenmerk VP MF GZD PO 7,3 6,9 6,0 1,1 1,2 1, ,0 6,7 5,8 0,9 0,9 0, ,6 7,2 6,3 1,4 1,5 1, Leeftijd Jonger dan 35 jaar 4,6 4,8 3,9 1,1 1,1 0, jaar 6,7 5,8 5,4 1,0 0,9 0, jaar 7,0 6,5 5,2 0,9 0,9 0, jaar 8,7 8,5 7,5 0,9 0,9 0, jaar en ouder 5,4 5,7 9,8 0,4 0,4 0, Jonger dan 35 jaar 6,2 5,9 5,0 1,7 1,6 1, jaar 7,9 7,4 6,6 1,7 1,6 1, jaar 7,7 7,4 6,1 1,4 1,5 1, jaar 9,1 8,0 7,8 1,2 1,3 1, jaar en ouder 7,8 11,4 5,2 0,5 0,8 0, Geslacht Mannen 7,6 7,2 6,0 1,0 0,9 0, Vrouwen 6,8 6,5 5,7 0,9 0,9 0, Mannen 8,0 7,9 7,2 1,4 1,4 1, Vrouwen 7,5 7,0 6,1 1,5 1,5 1, Onderwijssoort Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) 6,9 6,8 6,0 1,0 1,0 0, ,2 6,2 5,3 0,8 0,7 0, ,0 7,5 6,4 1,6 1,6 1, ,5 5,8 5,4 1,2 1,1 0, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 5,9 5,9 5,2 0,8 0,9 0, wtf 7,4 7,2 6,3 1,2 1,0 0, > 0.87 wtf 8,4 7,1 6,1 1,4 1,2 1, < 0.5 wtf 5,9 6,0 5,2 1,2 1,3 1, wtf 8,3 7,7 6,8 1,7 1,6 1, > 0.87 wtf 8,8 8,1 7,2 1,9 1,8 1, Denominatie Openbaar 7,6 7,1 6,7 1,1 1,0 0, Rooms-katholiek 7,0 7,0 5,9 0,9 0,9 0, Protestants-christelijk 6,1 5,8 4,8 0,8 0,8 0, Overig bijzonder 7,8 6,7 5,7 1,1 1,1 1, Openbaar 7,8 7,8 7,3 1,6 1,7 1, Rooms-katholiek 7,6 7,0 6,3 1,5 1,4 1, Protestants-christelijk 7,1 6,7 5,3 1,3 1,3 1, Overig bijzonder 7,7 7,1 6,2 1,5 1,4 1, Pagina 31 van 64

33 Vervolg Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Verstedelijking Sterk verstedelijkt 8,1 7,7 6,4 1,4 1,2 1, Verstedelijkt 6,9 6,7 6,2 0,9 0,9 0, Niet verstedelijkt 6,0 5,6 4,5 0,7 0,7 0, Sterk verstedelijkt 7,4 7,3 6,9 1,6 1,6 1, Verstedelijkt 7,8 7,3 6,1 1,5 1,5 1, Niet verstedelijkt 7,3 6,8 6,2 1,3 1,3 1, Regio Noord 5,8 5,6 5,5 0,7 0,7 0, Oost 6,9 5,8 4,9 0,8 0,8 0, West 7,2 7,2 6,2 1,1 1,1 0, Zuid 7,2 6,7 5,8 0,7 0,8 0, Noord 8,4 8,0 6,8 1,4 1,5 1, Oost 7,1 6,7 5,8 1,4 1,4 1, West 7,7 7,3 6,9 1,5 1,5 1, Zuid 7,7 7,1 5,7 1,5 1,4 1, Provincies en G5 Groningen 4,7 5,2 5,4 0,6 0,6 0, Friesland 6,2 6,2 5,5 0,8 0,8 0, Drenthe 7,2 5,1 5,4 0,8 0,7 0, Overijssel 6,2 6,0 5,1 0,8 0,8 0, Gelderland 7,4 6,0 5,2 0,9 0,9 0, Flevoland exclusief Almere 6,3 1,3 3,6 0,7 0,4 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 4,7 5,6 6,0 0,8 0,8 0, ,4 6,3 6,4 1,0 1,0 0, ,4 6,6 5,4 0,9 0,9 0, Zeeland 7,1 5,5 4,7 0,7 0,7 0, Noord-Brabant 7,3 6,3 5,2 0,8 0,8 0, Limburg 7,0 8,1 7,7 0,7 0,8 0, Amsterdam 9,0 7,4 6,7 1,6 1,2 1, Rotterdam 8,3 9,6 6,5 1,2 1,3 0, Den Haag 8,3 8,3 7,4 1,6 1,5 1, Utrecht 8,5 7,2 5,0 1,2 1,2 1, Almere 6,2 7,0 3,1 1,1 1,1 0, Pagina 32 van 64

34 Vervolg Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Provincies en G5 Groningen 7,8 7,9 6,5 1,4 1,3 1, Friesland 8,0 7,8 6,7 1,4 1,6 1, Drenthe 10,6 8,6 7,6 1,6 1,5 1, Overijssel 6,4 3,9 3,8 1,3 1,2 1, Gelderland 7,1 8,3 6,5 1,4 1,4 1, Flevoland exclusief Almere 8,6 6,7 9,2 1,5 1,6 1, Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 8,2 7,9 6,4 1,4 1,4 1, ,8 7,2 7,5 1,6 1,5 1, ,6 6,3 6,3 1,4 1,4 1, Zeeland 6,5 7,8 4,3 1,3 1,2 1, Noord-Brabant 7,8 7,3 5,5 1,6 1,5 1, Limburg 7,6 6,4 6,3 1,3 1,2 1, Amsterdam 8,1 8,1 8,4 1,7 1,6 1, Rotterdam 7,7 8,6 6,5 1,4 1,8 1, Den Haag 7,0 6,2 7,0 1,9 1,7 1, Utrecht 7,6 7,3 6,1 1,7 1,6 1, Almere 12,3 11,6 6,0 2,4 2,1 1, Schoolgrootte Kleiner dan 10 6,2 6,3 5,6 0,8 0,9 0, > = 10 en < 20 6,8 6,4 5,6 0,8 0,8 0, > = 20 en < 50 7,1 6,8 6,0 1,0 0,9 0, en groter 6,9 6,9 5,3 1,2 1,3 1, Kleiner dan 20 5,7 5,9 4,5 1,0 1,0 0, >= 20 en < 50 7,0 6,6 6,5 1,3 1,4 1, >= 50 en < 100 7,7 7,3 6,2 1,5 1,6 1, en groter 7,9 7,5 6,4 1,6 1,5 1, Pagina 33 van 64

35 Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, Kenmerk VP MF GZD PO 1,6 1,4 1,7 0,3 0, ,0 0,9 1,1 0,2 0,2 0, ,3 1,9 2,6 0,5 0,5 0, Leeftijd < 35 jaar 3,0 3,0 4,6 0,6 0,6 0, jaar 1,3 1,3 1,6 0,3 0,3 0, jaar 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0, jaar 0,5 0,5 0,6 0,2 0,2 0, jaar en ouder 0,5 0,3 0,1 0,1 0,1 0, < 35 jaar 5,6 4,7 7,0 0,9 0,9 0, jaar 2,2 2,1 2,8 0,6 0,5 0, jaar 0,4 0,4 0,7 0,4 0,4 0, jaar 0,8 0,4 0,4 0,3 0,2 0, jaar en ouder 0,0 0,5 0,3 0,1 0,3 0, Geslacht Mannen 0,6 0,5 0,7 0,2 0,2 0, Vrouwen 1,2 1,1 1,2 0,3 0,3 0, Mannen 0,9 0,7 0,8 0,3 0,3 0, Vrouwen 2,6 2,2 3,0 0,6 0,5 0, Onderwijssoort Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) 1,1 1,0 1,6 0,3 0,3 0, ,7 0,8 0,7 0,2 0,2 0, ,3 1,8 3,0 0,6 0,5 0, ,3 2,1 2,2 0,3 0,3 0, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 1,0 0,9 1,2 0,2 0,2 0, wtf 1,2 1,1 1,1 0,3 0,3 0, > 0.87 wtf 0,7 0,6 0,6 0,3 0,4 0, < 0.5 wtf 2,7 2,0 2,0 0,4 0,4 0, wtf 2,5 2,1 3,1 0,6 0,5 0, > 0.87 wtf 1,3 1,0 0,6 0,6 0,6 0, Denominatie Openbaar 1,0 1,0 1,1 0,2 0,2 0, Rooms-katholiek 0,9 0,9 1,1 0,2 0,3 0, Protestants-christelijk 1,2 1,0 1,3 0,3 0,3 0, Overig bijzonder 1,0 0,8 0,4 0,2 0,2 0, Openbaar 1,8 1,8 2,1 0,5 0,4 0, Rooms-katholiek 2,3 2,1 3,2 0,5 0,5 0, Protestants-christelijk 2,7 1,7 1,3 0,6 0,5 0, Overig bijzonder 2,3 1,8 2,5 0,5 0,5 0, Pagina 34 van 64

36 Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Denominatie uitgesplitst VP MF GZD Openbaar 1,0 1,0 1,1 0,2 0,2 0, Rooms-katholiek 0,9 0,9 1,1 0,2 0,3 0, Protestants-christelijk 1,0 0,9 1,3 0,3 0,2 0, Algemeen bijzonder 0,7 0,7 0,3 0,2 0,2 0, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 2,0 1,6 1,3 0,4 0,3 0, Islamitisch 2,0 1,2 0,7 0,3 0,2 0, Vrije scholen 0,8 1,0 0,9 0,2 0,3 0, Overig 0,8 0,7 0,4 0,3 0,4 0, Openbaar 1,8 1,8 2,1 0,5 0,4 0, Rooms-katholiek 2,3 2,1 3,2 0,5 0,5 0, Protestants-christelijk 2,7 1,7 1,0 0,5 0,5 0, Algemeen bijzonder 2,3 1,8 2,5 0,5 0,5 0, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 3,4 2,1 3,0 0,8 0,7 0, Overig 2,2 2,9 0,3 0, Verstedelijking Sterk verstedelijkt 1,0 1,0 1,0 0,2 0,3 0, Verstedelijkt 1,0 0,9 1,3 0,3 0,2 0, Niet verstedelijkt 1,0 0,9 0,7 0,2 0,2 0, Sterk verstedelijkt 1,8 1,7 2,2 0,4 0,3 0, Verstedelijkt 2,5 2,1 2,9 0,5 0,5 0, Niet verstedelijkt 2,3 1,7 2,2 0,6 0,5 0, Regio Noord 1,1 1,0 1,0 0,3 0,3 0, Oost 1,2 0,9 1,5 0,3 0,2 0, West 0,9 1,0 1,0 0,2 0,3 0, Zuid 0,9 0,9 1,0 0,2 0,2 0, Noord 2,9 2,1 2,1 0,8 0,7 0, Oost 2,5 1,9 1,7 0,5 0,5 0, West 1,8 1,5 2,1 0,4 0,4 0, Zuid 2,5 2,3 3,2 0,6 0,5 0, Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 35 van 64

37 Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Provincies en G5 Groningen 0,8 0,4 0,4 0,2 0,2 0, Friesland 1,4 1,3 2,0 0,3 0,3 0, Drenthe 1,2 1,2 1,1 0,4 0,3 0, Overijssel 1,1 0,9 0,7 0,3 0,2 0, Gelderland 1,3 0,9 2,2 0,3 0,2 0, Flevoland exclusief Almere 1,3 0,5 0,8 0,3 0,2 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad 1,1 0,7 0,9 0,3 0,2 0, Noord-Holland exclusief Amsterdam 0,8 1,1 1,2 0,2 0,2 0, Zuid-Holland excl. Den Haag en 0,7 1,0 1,4 0,2 0,2 0, Rotterdam Zeeland 1,4 1,5 0,4 0,3 0,3 0, Noord-Brabant 0,9 0,9 1,3 0,2 0,2 0, Limburg 0,7 0,6 0,6 0,2 0,3 0, Amsterdam 1,1 1,0 0,6 0,3 0,2 0, Rotterdam 1,0 0,9 0,5 0,2 0,1 0, Den Haag 0,9 0,8 0,3 0,2 0,6 0, Utrecht 1,4 1,5 1,4 0,3 0,3 0, Almere 1,1 0,6 0,3 0,3 0,3 0, Groningen 2,8 2,4 1,9 0,8 0,7 0, Friesland 2,9 1,6 3,5 0,7 0,7 1, Drenthe 3,2 2,4 0,1 0,8 0,7 0, Overijssel 2,7 1,8 2,4 0,5 0,6 0, Gelderland 2,3 1,8 1,0 0,6 0,5 0, Flevoland exclusief Almere 2,6 2,2 3,4 0,5 0,6 0, Utrecht exclusief Utrecht-stad 1,8 1,5 1,7 0,4 0,4 0, Noord-Holland exclusief Amsterdam 1,7 1,3 2,2 0,4 0,3 0, Zuid-Holland excl. Den Haag en 2,1 1,6 1,4 0,4 0,4 0, Rotterdam Zeeland 1,2 2,0 1,1 0,5 0,4 0, Noord-Brabant 2,7 2,4 3,7 0,5 0,5 0, Limburg 2,5 2,3 2,8 0,7 0,6 0, Amsterdam 1,0 1,5 0,0 0,2 0,3 0, Rotterdam 2,7 1,9 1,9 0,3 0,4 0, Den Haag 1,4 1,3-0,4 0, Utrecht 2,1 1,8 4,2 0,4 0,4 0, Almere 2,3 2,7-0,5 0, Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 36 van 64

38 Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk VP MF GZD Schoolgrootte Kleiner dan 10 0,8 1,0 0,3 0,3 0,3 0, > = 10 en < 20 1,0 1,0 1,2 0,2 0,2 0, > = 20 en < 50 1,0 0,8 0,9 0,3 0,2 0, en groter 1,0 1,4 2,0 0,3 0,5 0, Kleiner dan 20 1,3 0,7 3,8 0,4 0,2 0, >= 20 en < 50 1,9 1,6 1,7 0,4 0,4 0, >= 50 en < 100 2,4 2,1 2,6 0,6 0,5 0, en groter 2,4 1,9 3,4 0,5 0,5 0, Pagina 37 van 64

39 Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, Kenmerk VP MF GZD Totaal 5,2 5,0 4,9 1,7 1,7 1, Verzuim max 1 jaar 5,1 4,9 4, Leeftijd Jonger dan 35 jaar 3,8 3,5 3,3 1,9 1,8 1, jaar 4,5 4,3 4,0 1,9 1,8 1, jaar 4,9 4,7 4,4 1,7 1,7 1, jaar 7,2 7,0 7,1 1,5 1,6 1, jaar en ouder 5,3 4,7 5,1 0,9 0,8 0, Bapo Geen bapo 4,7 4,4 4, Wel bapo 7,0 7,0 7, Geslacht Mannen 4,6 4,4 4,3 1,5 1,5 1, Vrouwen 5,9 5,6 5,5 2,0 1,9 1, Functie Directieleden 3,2 2,9 2,9 0,8 0,8 0, Leerkrachten (OP) 5,3 5,1 5,0 1,8 1,7 1, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 4,8 4,8 4,4 1,6 1,7 1, wtf 5,5 5,3 5,2 1,9 1,8 1, > 0.87 wtf 5,1 4,3 4,5 1,7 1,6 1, Denominatie Openbaar 5,2 5,2 5,0 1,7 1,7 1, Rooms-katholiek 5,0 4,7 4,7 1,7 1,6 1, Protestants-christelijk 4,9 4,7 4,6 1,7 1,7 1, Overig bijzonder 5,7 5,3 5,2 1,9 1,8 1, Denominatie uitgesplitst Openbaar 5,2 5,2 5,0 1,7 1,7 1, Rooms-katholiek 5,0 4,7 4,7 1,7 1,6 1, Protestants-christelijk 5,2 4,7 4,7 1,7 1,7 1, Algemeen bijzonder 5,4 4,9 5,0 1,8 1,7 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 3,7 4,5 3,7 1,6 2,0 1, Islamitisch Vrije scholen 4,2 3,8 4,6 2,0 1,6 2, Overig 6,0 5,7 5,3 1,9 1,9 1, Verstedelijking Sterk verstedelijkt 5,4 5,1 5,3 1,8 1,7 1, Verstedelijkt 5,2 4,9 4,8 1,8 1,7 1, Niet verstedelijkt 4,9 5,0 4,8 1,5 1,6 1, Pagina 38 van 64

40 Vervolg Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, Kenmerk VP MF GZD Regio Noord 5,1 5,1 5,2 1,5 1,6 1, Oost 5,7 5,3 4,9 1,8 1,8 1, West 5,2 4,9 4,8 1,8 1,7 1, Zuid 4,9 4,6 4,8 1,6 1,6 1, Provincies en G5 Groningen 5,6 5,6 5,2 1,6 1,7 1, Friesland 5,0 5,1 5,0 1,6 1,5 1, Drenthe 4,2 4,6 5,4 1,0 1,7 1, Overijssel 5,8 5,5 5,5 1,7 1,7 1, Gelderland 5,4 5,2 4,5 1,8 1,8 1, Flevoland exclusief Almere 4,8 5,1 5,2 1,6 1,8 1, Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 5,4 5,2 4,8 1,9 1,8 1, ,1 4,5 4,6 1,8 1,8 1, ,7 4,7 4,5 1,7 1,7 1, Zeeland 3,0 4,5 4,6 1,5 1,8 1, Noord-Brabant 4,8 4,5 4,6 1,7 1,5 1, Limburg 5,4 5,4 5,3 1,6 1,5 1, Amsterdam 6,6 5,6 5,9 1,9 1,7 1, Rotterdam 5,5 5,6 5,4 1,8 1,8 1, Den Haag 5,4 4,9 5,1 2,1 1,8 1, Utrecht 3,7 4,4 4,8 1,5 1,4 1, Almere 7,0 5,4 5,0 2,2 2,2 2, Schoolgrootte Kleiner dan 50 6,4 6,3 6,0 1,4 1,5 1, >= 50 en < 100 4,8 4,9 4,7 1,6 1,6 1, >= 100 en < 200 5,1 4,8 4,6 1,8 1,7 1, en groter 5,2 4,9 4,9 1,7 1,7 1, Salarisschaal LA 5,9 5,7 4,1 1,3 1,3 1, LB 6,0 5,6 5,6 1,9 1,9 1, LC 5,0 4,8 4,9 1,7 1,7 1, LD 3,9 3,9 3,8 1,3 1,4 1, LE 3,7 3,3 3,4 0,7 0,7 0, Schaal 13 en hoger 2,1 2,3 2,5 0,5 0,5 0, Schooltype Havo/vwo 4,2 4,1 3,8 1,7 1,6 1, Pro 6,2 6,9 6,3 1,5 1,5 1, Vmbo-t 6,0 5,2 5,1 1,2 1,6 1, Vmbo-t/havo/vwo 4,4 4,0 5,3 1,8 1,7 1, Vmbo 6,9 6,2 4,2 1,6 1,5 1, Vmbo/havo/vwo 5,3 5,0 5,0 1,7 1,7 1, Pagina 39 van 64

41 Vervolg Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, Kenmerk Niet westerse allochtonen VP MF GZD < 5% allochtone ll 4,5 4,8 4,4 1,6 1,7 1, tot 10% allochtone ll 4,9 4,6 4,6 1,6 1,7 1, tot 25% allochtone ll 5,3 4,9 4,8 1,8 1,7 1, tot 50% allochtone ll 6,0 5,8 5,3 1,8 1,8 1, >= 50% allochtone ll 6,6 5,9 6,4 2,1 1,9 1, Pagina 40 van 64

42 Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, VP MF GZD Kenmerk Totaal 5,5 5,4 5,1 1,3 1,4 1, Leeftijd Jonger dan 35 jaar 3,5 3,7 3,3 1,6 1,5 1, jaar 4,8 4,5 4,5 1,6 1,5 1, jaar 5,3 5,2 4,8 1,4 1,4 1, jaar 6,8 6,6 6,3 1,2 1,3 1, jaar en ouder 6,4 6,7 5,5 0,7 0,7 0, Geslacht Mannen 5,2 5,2 4,8 1,3 1,4 1, Vrouwen 5,8 5,5 5,4 1,4 1,5 1, Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) 5,7 5,5 5,3 1,5 1,5 1, ,3 5,2 4,9 1,2 1,4 1, Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 5,2 5,4 4,5 1,2 1,3 1, wtf 6,0 5,6 5,3 1,5 1,5 1, > 0.87 wtf 5,0 5,0 5,0 1,5 1,5 1, Denominatie Openbaar 5,8 5,7 5,1 1,4 1,5 1, Rooms-katholiek 5,5 5,1 5,1 1,4 1,3 1, Protestants-christelijk 5,2 4,8 4,8 1,2 1,3 1, Overig bijzonder 5,5 5,8 5,4 1,5 1,5 1, Denominatie uitgesplitst Openbaar 5,8 5,7 5,1 1,4 1,5 1, Rooms-katholiek 5,5 5,1 5,1 1,4 1,3 1, Protestants-christelijk 5,5 4,7 4,9 1,2 1,3 1, Algemeen bijzonder 4,9 5,0 5,0 1,5 1,5 1, Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 3,9 5,8 3,9 1,3 1,5 1, Islamitisch Vrije scholen 5,5 6,2 5,4 1,4 1,1 1, Overig 6,0 6,5 5,8 1,5 1,5 1, Verstedelijking Sterk verstedelijkt 6,2 6,3 5,8 1,6 1,6 1, Verstedelijkt 5,4 5,2 5,0 1,4 1,4 1, Niet verstedelijkt 5,1 5,0 4,8 1,3 1,2 1, Pagina 41 van 64

43 Vervolg Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, Kenmerk VP MF GZD Regio Noord 5,0 4,8 4,6 1,1 1,2 1, Oost 5,4 5,5 5,2 1,4 1,5 1, West 5,6 5,5 5,3 1,5 1,5 1, Zuid 5,6 5,2 4,9 1,4 1,3 1, Provincies en G5 Groningen 5,2 5,3 4,5 1,3 1,3 1, Friesland 4,7 4,3 4,5 1,2 1,1 1, Drenthe 5,4 5,2 5,1 0,9 1,3 1, Overijssel 5,5 5,0 5,1 1,3 1,4 1, Gelderland 5,3 5,8 5,2 1,3 1,5 1, Flevoland exclusief Almere 4,4 4,4 4,3 1,3 1,4 1, Utrecht exclusief Utrechtstad 5,9 6,2 5,4 1,4 1,4 1, Noord-Holland exclusief Amsterdam 5,2 4,7 4,8 1,5 1,4 1, Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 5,1 4,8 4,9 1,4 1,4 1, Zeeland 6,8 5,9 5,0 1,5 1,7 1, Noord-Brabant 5,7 5,1 4,6 1,4 1,3 1, Limburg 4,9 5,5 5,5 1,3 1,2 1, Amsterdam 7,1 7,7 6,6 1,9 1,6 1, Rotterdam 6,6 7,1 6,4 1,5 1,6 1, Den Haag 5,2 5,5 5,3 1,8 1,7 1, Utrecht 5,5 5,7 6,7 1,4 1,4 1, Almere 6,3 6,8 5,8 1,9 1,9 1, Schoolgrootte Kleiner dan 50 5,4 6,5 6,0 1,3 1,4 1, >= 50 en < 100 5,5 5,4 5,1 1,3 1,3 1, >= 100 en < 200 5,4 5,0 5,0 1,4 1,4 1, en groter 5,5 5,4 5,1 1,4 1,4 1, Salarisschaal Schaal 1 tot en met 4 7,5 7,3 7,0 1,5 1,5 1, Schalen 5 en 6 5,8 5,4 5,3 1,5 1,5 1, Schalen 7, 8 en 9 4,3 4,4 4,3 1,3 1,3 1, Schaal 10, 11 en 12 (middenmanagement) Schaal 13 en hoger (hoger management) 4,3 3,9 3,3 1,1 1,2 1, ,2 2,2 2,0 0,6 0,7 0, Schooltype Havo/vwo 4,6 5,2 5,1 1,4 1,4 1, Pro 5,7 6,2 5,8 1,3 1,4 1, Vmbo-t 5,9 4,3 4,6 1,3 1,1 1, Vmbo-t/havo/vwo 5,1 5,1 3,9 1,4 1,4 1, Vmbo 6,1 5,9 4,7 1,2 1,2 1, Vmbo/havo/vwo 5,6 5,4 5,2 1,4 1,4 1, Pagina 42 van 64

44 Vervolg Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, Kenmerk VP MF GZD Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 4,9 5,0 4,6 1,3 1,3 1, tot 10% allochtone ll 5,3 5,2 4,9 1,3 1,3 1, tot 25% allochtone ll 5,4 4,9 4,9 1,4 1,4 1, tot 50% allochtone ll 6,4 6,3 6,2 1,5 1,5 1, >= 50% allochtone ll 6,8 8,4 6,4 1,8 1,9 1, Pagina 43 van 64

45 Bijlage 2 Nulverzuim Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim PO 43,9 46,8 51,4 44,7 47,6 52,0 39,5 42,8 47,2 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 42,4 46,6 50, jaar 43,5 46,7 51, jaar 46,4 48,2 52, jaar 46,9 48,7 53,2 65 jaar en ouder 61,0 62,4 61,2 Jonger dan 35 jaar 37,1 40,7 44, jaar 36,5 40,3 44, jaar 40,0 44,4 47, jaar 43,9 45,0 51,6 65 jaar en ouder 58,3 61,4 40,5 Geslacht Mannen 52,0 54,1 58,6 Vrouwen 43,1 46,1 50,5 Mannen 42,9 45,5 49,4 Vrouwen 38,1 41,7 46,3 Functie Directieleden 60,4 61,2 66,7 Leerkrachten (OP) 43,2 46,3 50,7 Directieleden 56,8 61,2 65,6 Leerkrachten (OP) 38,3 41,3 46,0 Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 49,9 54,4 64, wtf 42,3 44,6 48,2 > 0.87 wtf 42,8 44,1 47,8 < 0.5 wtf 45,0 48,2 59, wtf 36,6 40,9 44,2 > 0.87 wtf 38,7 40,2 43,5 Denominatie Openbaar 43,5 45,8 52,0 Rooms-katholiek 44,8 47,4 51,8 Protestants-christelijk 47,4 51,5 54,4 Overig bijzonder 40,3 43,0 48,3 Openbaar 41,1 41,9 52,6 Rooms-katholiek 40,0 41,1 47,4 Protestants-christelijk 42,2 47,6 40,8 Overig bijzonder 37,1 42,5 39,2 Pagina 44 van 64

46 Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Denominatie uitgesplitst Nulverzuim Openbaar 43,5 45,8 52,0 Rooms-katholiek 44,8 47,4 51,8 Protestants-christelijk 46,4 50,4 55,0 Algemeen bijzonder 41,2 43,7 48,4 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 53,8 58,1 52,6 Islamitisch 37,5 44,6 39,4 Vrije scholen 31,5 35,0 35,5 Overig 44,1 44,5 63,8 Openbaar 41,1 41,9 52,6 Rooms-katholiek 40,0 41,1 47,4 Protestants-christelijk 41,3 46,7 38,7 Algemeen bijzonder 37,3 42,9 39,2 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 52,6 56,6 54,1 Overig 34,7 36,4 - Verstedelijking Sterk verstedelijkt 39,7 44,1 48,4 Verstedelijkt 44,5 47,4 52,4 Niet verstedelijkt 47,9 50,0 53,7 Sterk verstedelijkt 38,0 41,2 44,9 Verstedelijkt 40,1 43,8 48,8 Niet verstedelijkt 39,4 42,1 44,4 Regio Noord 45,4 45,0 50,5 Oost 46,7 50,6 57,5 West 43,4 46,2 51,8 Zuid 45,1 48,7 51,0 Noord 37,3 41,6 48,9 Oost 41,1 46,8 50,7 West 39,8 42,6 49,6 Zuid 38,0 40,0 45,0 - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 45 van 64

47 Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim Provincies en G5 Groningen 45,2 42,8 46,7 Friesland 47,8 46,4 61,3 Drenthe 42,4 45,5 47,3 Overijssel 45,7 51,1 58,3 Gelderland 45,1 48,4 61,6 Flevoland exclusief Almere 48,9 65,2 43,3 Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 44,4 50,5 56,3 46,0 49,0 57,0 45,5 46,1 50,0 Zeeland 48,1 46,8 48,7 Noord-Brabant 44,7 48,5 48,8 Limburg 44,8 50,0 55,6 Amsterdam 37,0 42,6 50,8 Rotterdam 44,5 40,9 48,7 Den Haag 37,7 46,4 45,8 Utrecht 35,4 38,0 41,1 Almere 63,7 51,0 55,5 Groningen 37,0 38,9 34,1 Friesland 40,1 46,1 92,7 Drenthe 32,9 39,1 46,4 Overijssel 43,5 60,8 63,3 Gelderland 39,4 41,4 43,4 Flevoland exclusief Almere 38,0 43,4 47,0 Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 36,4 45,3 59,9 44,6 45,4 56,0 42,6 45,3 49,3 Zeeland 35,0 38,3 30,7 Noord-Brabant 37,2 38,6 44,8 Limburg 40,6 43,3 47,4 Amsterdam 36,0 34,3 50,8 Rotterdam 36,7 38,6 43,2 Den Haag 37,8 44,0 - Utrecht 35,3 39,2 40,9 Almere 50,7 28,4 - - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 46 van 64

48 Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim Schoolgrootte Kleiner dan 10 49,5 49,5 54,1 > = 10 en < 20 46,9 49,5 55,1 > = 20 en < 50 44,1 47,0 50,8 50 en groter 39,0 43,5 47,8 Kleiner dan 20 43,7 48,3 53,6 >= 20 en < 50 40,6 44,2 50,2 >= 50 en < ,4 42,4 46,3 100 en groter 37,1 41,2 42,8 Pagina 47 van 64

49 Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim PO 46,0 47,8 53,6 54,6 55,8 60,5 36,9 39,4 43,9 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 56,0 58,1 58, jaar 52,8 53,4 56, jaar 53,7 55,8 63, jaar 55,4 54,9 60,2 65 jaar en ouder 76,1 78,0 58,3 Jonger dan 35 jaar 35,2 39,6 42, jaar 32,0 35,4 39, jaar 37,4 39,2 44, jaar 43,0 42,7 47,2 65 jaar en ouder 70,1 62,2 78,6 Geslacht Mannen 56,6 56,9 61,2 Vrouwen 53,8 55,4 60,3 Mannen 40,6 41,2 45,0 Vrouwen 35,9 38,9 43,7 Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) 52,8 53,8 54,4 58,7 61,7 64,9 35,8 38,2 39,8 39,9 45,6 48,9 Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 61,6 60,7 66, wtf 50,1 52,1 57,1 > 0.87 wtf 49,7 53,6 62,2 < 0.5 wtf 43,8 45,3 53, wtf 33,4 36,3 40,3 > 0.87 wtf 33,1 36,1 45,6 Denominatie Openbaar 50,6 52,4 57,5 Rooms-katholiek 52,7 55,9 58,6 Protestants-christelijk 61,9 60,7 70,9 Overig bijzonder 50,9 52,9 65,3 Openbaar 36,3 37,2 46,4 Rooms-katholiek 34,3 35,4 41,1 Protestants-christelijk 42,6 45,0 46,3 Overig bijzonder 36,6 41,3 46,4 Pagina 48 van 64

50 Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim Denominatie uitgesplitst Openbaar 50,6 52,4 57,5 Rooms-katholiek 52,7 55,9 58,6 Protestants-christelijk 59,4 57,9 64,9 Algemeen bijzonder 55,2 55,9 65,7 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 71,3 69,9 79,1 Islamitisch 46,3 53,0 52,8 Vrije scholen 50,2 46,0 60,9 Overig 46,7 49,7 81,7 Openbaar 36,3 37,2 46,4 Rooms-katholiek 34,3 35,4 41,1 Protestants-christelijk 41,8 44,2 43,8 Algemeen bijzonder 36,8 41,4 46,4 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 50,5 52,1 63,2 Overig 32,5 39,1 - Verstedelijking Sterk verstedelijkt 43,7 47,0 54,8 Verstedelijkt 55,2 55,9 59,8 Niet verstedelijkt 65,4 65,4 67,2 Sterk verstedelijkt 36,8 37,2 40,1 Verstedelijkt 36,0 39,9 45,4 Niet verstedelijkt 39,7 41,0 45,1 Regio Noord 65,3 65,0 71,7 Oost 61,0 64,1 72,2 West 48,6 49,8 57,7 Zuid 58,3 59,1 58,7 Noord 36,3 40,4 45,5 Oost 39,4 47,0 53,8 West 38,1 37,8 43,2 Zuid 32,6 34,8 41,8 - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 49 van 64

51 Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim Provincies en G5 Groningen 69,3 69,6 71,1 Friesland 64,7 61,6 74,6 Drenthe 58,6 63,9 70,3 Overijssel 62,7 66,0 79,0 Gelderland 59,6 63,3 71,6 Flevoland exclusief Almere 59,7 83,8 56,9 Utrecht exclusief Utrechtstad 59,7 60,7 57,1 Noord-Holland exclusief Amsterdam 53,4 52,9 67,8 Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 54,2 54,0 57,4 Zeeland 62,1 63,9 59,3 Noord-Brabant 56,7 58,2 57,3 Limburg 60,5 59,4 61,4 Amsterdam 35,1 47,4 59,4 Rotterdam 50,6 38,5 47,3 Den Haag 38,9 45,8 76,8 Utrecht 46,5 41,4 49,7 Almere 65,2 48,2 87,0 Groningen 35,9 41,8 29,8 Friesland 38,4 42,4 85,7 Drenthe 32,5 32,2 31,3 Overijssel 38,5 61,1 67,8 Gelderland 40,1 40,0 46,1 Flevoland exclusief Almere 41,5 41,2 39,9 Utrecht exclusief Utrechtstad 40,7 42,4 58,5 Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 36,6 37,6 42,0 41,0 39,8 51,6 Zeeland 40,3 44,8 45,1 Noord-Brabant 31,1 32,5 43,2 Limburg 33,9 37,4 39,7 Amsterdam 40,0 40,3 61,3 Rotterdam 39,6 30,5 34,8 Den Haag 30,4 36,5 - Utrecht 32,3 35,8 52,4 Almere 31,2 26,9 - - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 50 van 64

52 Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, Onderwijssoort Kenmerk Nulverzuim Schoolgrootte Kleiner dan 10 63,9 65,0 68,4 > = 10 en < 20 60,5 60,3 63,9 > = 20 en < 50 53,1 55,4 59,7 50 en groter 49,8 46,6 53,5 Kleiner dan 20 48,8 50,0 71,2 >= 20 en < 50 41,1 42,4 48,0 >= 50 en < ,4 35,6 41,0 100 en groter 34,3 40,0 41,6 Pagina 51 van 64

53 Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, Nulverzuim Kenmerk Totaal 37,9 40,2 47,8 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35,8 41,5 49, jaar 33,3 36,5 44, jaar 39,2 40,0 48, jaar 41,4 41,4 48,1 65 jaar en ouder 65,8 68,5 61,6 Geslacht Mannen 41,9 44,1 51,1 Vrouwen 33,1 35,6 44,0 Functie Directieleden 61,4 60,4 65,7 Leerkrachten (OP) 36,7 38,9 46,6 Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 41,1 45,6 56, wtf 35,1 37,6 44,3 > 0.87 wtf 39,6 39,9 52,4 Denominatie Openbaar 38,1 42,0 49,7 Rooms-katholiek 38,3 38,9 45,1 Protestants-christelijk 38,4 41,0 44,4 Overig bijzonder 36,9 38,3 51,7 Denominatie uitgesplitst Openbaar 38,1 42,0 49,7 Rooms-katholiek 38,3 38,9 45,1 Protestants-christelijk 37,7 41,4 45,0 Algemeen bijzonder 37,4 39,5 52,1 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 41,1 38,6 42,0 Islamitisch Vrije scholen 33,0 39,1 33,3 Overig 36,7 37,3 52,5 Verstedelijking Sterk verstedelijkt 37,8 38,9 48,9 Verstedelijkt 37,4 40,5 48,1 Niet verstedelijkt 39,8 40,4 45,6 Regio Noord 42,6 40,3 46,9 Oost 37,3 40,3 47,2 West 37,0 40,3 49,3 Zuid 37,6 39,6 46,0 Pagina 52 van 64

54 Vervolg Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, Kenmerk Nulverzuim Provincies en G5 Groningen 42,2 39,4 43,8 Friesland 40,6 37,3 43,3 Drenthe 48,0 46,4 57,9 Overijssel 39,3 42,2 46,1 Gelderland 35,8 40,3 47,8 Flevoland exclusief Almere 34,6 36,0 59,1 Utrecht exclusief Utrecht-stad 35,2 34,1 39,9 Noord-Holland exclusief Amsterdam 38,7 45,3 63,6 Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 37,4 41,7 46,2 Zeeland 42,6 46,0 49,8 Noord-Brabant 37,4 39,5 44,8 Limburg 37,6 37,0 45,6 Amsterdam 39,8 35,8 37,7 Rotterdam 32,2 33,5 39,6 Den Haag 33,3 39,6 49,0 Utrecht 40,5 47,1 55,5 Almere 38,1 31,4 - Schoolgrootte kleiner dan 50 44,0 44,4 58,0 >= 50 en < ,1 39,9 48,5 >= 100 en < ,4 40,0 48,9 200 en groter 38,7 40,0 46,6 Salarisschaal LA 49,3 47,8 56,4 LB 33,8 37,4 45,6 LC 36,6 38,1 46,8 LD 44,6 44,8 50,4 LE 63,4 63,3 68,7 Schaal 13 en hoger 68,7 69,6 76,3 Schooltype Havo/vwo 35,7 41,3 51,3 Pro 41,6 40,1 53,9 Vmbo-t 49,5 43,5 54,0 Vmbo-t/havo/vwo 34,4 40,0 55,0 Vmbo 37,8 41,4 48,1 Vmbo/havo/vwo 38,4 40,0 46,6 - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 53 van 64

55 Vervolg Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, Kenmerk Nulverzuim Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 37,9 38,4 44,1 5 tot 10% allochtone ll 39,7 41,5 49,5 10 tot 25% allochtone ll 37,4 41,7 49,3 25 tot 50% allochtone ll 36,6 37,9 47,7 >= 50% allochtone ll 35,1 34,1 43,0 Pagina 54 van 64

56 Tabel B2.4. Nul(ziekte)verzuim VO ondersteunend personeel, Kenmerk Nulverzuim Totaal 43,4 43,6 50,5 Leeftijd Jonger dan 35 jaar 43,1 45,4 49, jaar 39,5 41,3 46, jaar 42,0 42,4 50, jaar 46,5 44,8 51,4 65 jaar en ouder 67,3 65,7 64,3 Geslacht Mannen 45,3 44,1 51,5 Vrouwen 41,5 43,1 49,6 Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) 41,3 42,1 48,8 Beheer- en administratief personeel (OBP) 45,8 45,7 51,2 Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 49,4 50,1 57, wtf 40,6 42,0 47,8 > 0.87 wtf 43,0 41,5 54,5 Denominatie Openbaar 43,0 42,9 50,8 Rooms-katholiek 42,8 43,1 49,0 Protestants-christelijk 45,0 46,8 49,2 Overig bijzonder 42,8 41,8 53,5 Denominatie uitgesplitst Openbaar 43,0 42,9 50,8 Rooms-katholiek 42,8 43,1 49,0 Protestants-christelijk 44,5 47,3 48,2 Algemeen bijzonder 44,2 41,7 52,1 Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch 47,3 42,8 53,4 Islamitisch Vrije scholen 45,2 52,9 43,8 Overig 41,2 41,2 55,1 Verstedelijking Sterk verstedelijkt 42,2 39,2 47,8 Verstedelijkt 42,8 44,5 51,8 Niet verstedelijkt 46,6 45,1 48,1 Regio Noord 47,4 44,6 50,7 Oost 44,5 44,5 49,2 West 41,9 43,0 51,0 Zuid 42,3 43,2 50,6 Pagina 55 van 64

57 Vervolg Tabel B2.4. Nul(ziekte)verzuim VO ondersteunend personeel, Kenmerk Nulverzuim Provincies en G5 Groningen 47,6 39,4 47,5 Friesland 46,0 45,7 47,7 Drenthe 50,6 49,2 60,9 Overijssel 43,2 45,1 53,7 Gelderland 46,8 45,3 46,8 Flevoland exclusief Almere 43,6 45,7 57,2 Utrecht exclusief Utrecht-stad 42,3 41,1 47,8 Noord-Holland exclusief Amsterdam 43,8 48,3 67,8 Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam 41,8 43,7 46,1 Zeeland 45,9 41,7 53,8 Noord-Brabant 42,2 43,6 47,5 Limburg 41,7 42,1 52,6 Amsterdam 39,9 36,6 34,4 Rotterdam 40,6 37,0 41,6 Den Haag 39,6 40,3 53,2 Utrecht 42,5 40,6 55,6 Almere 37,7 33,9 - Schoolgrootte kleiner dan 50 44,5 43,3 60,0 >= 50 en < ,5 42,1 49,8 >= 100 en < ,9 44,5 51,1 200 en groter 43,8 43,4 49,6 Salarisschaal Schaal 1 tot en met 4 39,8 40,0 45,7 Schalen 5 en 6 40,3 41,1 49,2 Schalen 7, 8 en 9 43,9 44,1 50,3 Schaal 10, 11 en 12 (middenmanagement) 48,1 49,3 58,1 Schaal 13 en hoger (hoger management) 65,5 64,0 70,3 Schooltype Havo/vwo 39,9 43,1 49,0 Pro 43,0 42,4 57,0 Vmbo-t 52,2 47,9 59,6 Vmbo-t/havo/vwo 43,3 44,6 53,9 Vmbo 43,2 45,0 52,5 Vmbo/havo/vwo 43,6 43,4 49,3 Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 44,8 44,7 50,3 5 tot 10% allochtone ll 44,7 45,5 51,7 10 tot 25% allochtone ll 43,2 44,4 51,6 25 tot 50% allochtone ll 41,4 40,1 47,8 >= 50% allochtone ll 37,7 33,9 43,9 - Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar Pagina 56 van 64

58 Bijlage 3 Grafieken survivalanalyse Grafiek B3.1. Percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen ziekte naar leeftijdsklasse Grafiek B3.2. Percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen ziekte naar leeftijdsklasse Pagina 57 van 64

Verzuimonderzoek PO en VO 2013

Verzuimonderzoek PO en VO 2013 EINDTRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2013 DUO Informatieproducten Ako Madomi 11 november 2014 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1 INLEIDING... 5 1.1 OPZET ONDERZOEK... 5 1.2 LEESWIJZER... 7 2 VERZUIMKENGETALLEN

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2012

Verzuimonderzoek PO en VO 2012 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2012 DUO Informatieproducten Ako Madomi 15 september 2013 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1 INLEIDING... 6 1.1 OPZET ONDERZOEK... 6 1.2 LEESWIJZER... 8 2 VERZUIMKENGETALLEN

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2015

Verzuimonderzoek PO en VO 2015 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2015 DUO Informatieproducten Ako Madomi 19 augustus 2016 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1 INLEIDING... 5 1.1 OPZET ONDERZOEK... 5 1.2 LEESWIJZER... 6 2 VERZUIMKENGETALLEN

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2016

Verzuimonderzoek PO en VO 2016 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2016 DUO Informatieproducten Mark Dekkers en Joost Schaacke 19 oktober 2017 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1 INLEIDING... 5 1.1 OPZET ONDERZOEK... 5 1.2 LEESWIJZER...

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2011

Verzuimonderzoek PO en VO 2011 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2011 DUO Informatieproducten André Dickmann en Oscar Terpstra 2 november 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 1.1 Opzet onderzoek 1.2 Leeswijzer 2. Verzuimkengetallen

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2017

Verzuimonderzoek PO en VO 2017 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2017 DUO Informatieproducten Mark Dekkers en Joost Schaacke 20 augustus 2018 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1 INLEIDING... 5 1.1 OPZET ONDERZOEK... 5 1.2 LEESWIJZER...

Nadere informatie

Verzuim in het primair onderwijs 2010

Verzuim in het primair onderwijs 2010 Verzuim in het primair onderwijs 2010 VERZUIM IN HET PRIMAIR ONDERWIJS 2010 - eindrapport - Dr. M. Witvliet Dr. S.G. van Otterloo Dr. B. Dekker Amsterdam, december 2011 Regioplan publicatienr. 2141 Regioplan

Nadere informatie

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009 Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009 VERZUIM EN VERVANGING IN HET PRIMAIR ONDERWIJS 2009 - eindrapport - Dr. M. Witvliet Drs. S.G. van Otterloo Drs. H. van Leenen Dr. B. Dekker Amsterdam,

Nadere informatie

INHOUD Samenvatting verzuimonderzoek 2011...2 Ziekteverzuimcijfers en personeelskenmerken...3 Ziekteverzuimpercentage en schoolkenmerken...

INHOUD Samenvatting verzuimonderzoek 2011...2 Ziekteverzuimcijfers en personeelskenmerken...3 Ziekteverzuimpercentage en schoolkenmerken... INHOUD Samenvatting verzuimonderzoek...2 Uitvoering verzuimonderzoek...2 Verzuimcijfers...2 Conclusies...3 Ziekteverzuimcijfers en personeelskenmerken...3 Conclusies...4 Ziekteverzuimpercentage en schoolkenmerken...5

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2014 voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2014 voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Veilig, gezond & vitaal werken Verzuimcijfers voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Verzuimcijfers voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken...

Nadere informatie

Dr. S.W. van der Ploeg. Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: Fax :

Dr. S.W. van der Ploeg. Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: Fax : VERZUIM EN VERVANGING IN HET ONDERWIJS 2005 - eindrapport - Dr. S.W. van der Ploeg Amsterdam, september 2006 Regioplan publicatienr. 1424 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2004 Cijfers over BO, SO en VO

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2004 Cijfers over BO, SO en VO VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2004 Cijfers over BO, SO en VO - eindrapport - drs. A. Vermeij dr. S.W. van der Ploeg Amsterdam, oktober 2005 Regioplan publicatienr. 1311 Regioplan Beleidsonderzoek

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2017 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2017 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Veilig, gezond & vitaal werken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken 1 Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken... Uitgevoerd door: In opdracht van: Uitgave:

Nadere informatie

Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport -

Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport - VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2001 Cijfers van het BO, SO en VO - eindrapport - drs. M. Voorpostel dr. S.W. van der Ploeg drs. M. Diepeveen Amsterdam, 13 augustus 2002 Regioplan Ref. nr.

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2016 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2016 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Veilig, gezond & vitaal werken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken... Uitgevoerd door: In opdracht van: Uitgave:

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2018 voortgezet onderwijs. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken

Verzuimcijfers 2018 voortgezet onderwijs. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken Verzuimcijfers voortgezet onderwijs Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken 1 Verzuimcijfers voortgezet onderwijs Uitgevoerd door: DUO Bewerkt door: Voion Uitgave: Voion E-mail:info@voion.nl www.voion.nl

Nadere informatie

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS 2002 Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport - drs. A. Vermeij drs. M. Diepeveen dr. S.W.

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS 2002 Cijfers van het BO, SO en VO. - eindrapport - drs. A. Vermeij drs. M. Diepeveen dr. S.W. VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS 2002 Cijfers van het BO, SO en VO - eindrapport - drs. A. Vermeij drs. M. Diepeveen dr. S.W. van der Ploeg Amsterdam, oktober 2003 Regioplan publikatienr. OA-268

Nadere informatie

Verzuimcijfers Veilig, gezond & vitaal werken. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken

Verzuimcijfers Veilig, gezond & vitaal werken. Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken Verzuimcijfers Veilig, gezond & vitaal werken Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken... Uitgevoerd door: In opdracht van: Dienst

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2015 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken

Veilig, gezond & vitaal werken. Verzuimcijfers 2015 Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Veilig, gezond & vitaal werken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeelsen schoolkenmerken Verzuimcijfers Uitsplitsing naar personeels- en schoolkenmerken... Uitgevoerd door: In opdracht van: DUO VOION

Nadere informatie

Toelichting Berekening Verlof

Toelichting Berekening Verlof Toelichting Berekening Verlof Datum 08-12-2016 Auteur DUO Status Definitief Versie 1.0 Versiebeheer Versie Reden van versie Auteur Datum nummer 1 Initiële versie Tris Serail Aug 2016 pagina 2 van 10 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2000. - eindrapport - drs. M. Voorpostel dr. S.W. van der Ploeg

VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2000. - eindrapport - drs. M. Voorpostel dr. S.W. van der Ploeg VERZUIM ONDER PERSONEEL IN HET ONDERWIJS IN 2000 - eindrapport - drs. M. Voorpostel dr. S.W. van der Ploeg Amsterdam, september 2001 Regioplan Ref. nr. OA-170 Regioplan Onderwijs en Arbeidsmarkt Leidsegracht

Nadere informatie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ). Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

Verzuim onder personeel in het onderwijs in 2003 Cijfers over BO, SO en VO

Verzuim onder personeel in het onderwijs in 2003 Cijfers over BO, SO en VO Verzuim onder personeel in het onderwijs in 2003 Cijfers over, SO en - eindrapport - drs. M. Diepeveen drs. A. Vermeij dr. S.W. van der Ploeg Amsterdam, oktober 2004 Regioplan publicatienr. 1189 Regioplan

Nadere informatie

Definities en berekening van de verzuimmaten 2010

Definities en berekening van de verzuimmaten 2010 BIJLAGE 1 Definities en berekening van de verzuimmaten 2010 Bij de berekening van de verzuimkengetallen is, net als voorgaande jaren, aangesloten bij de standaard voor verzuimregistratie die in 1996 door

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2015 t/m 4 e kwartaal 2015 MBO Raad Woerden, April 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2012 t/m 4 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, april 2013 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2013 t/m 4 e kwartaal 2013 MBO Raad Woerden, april 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11 Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2013 t/m 2 e kwartaal 2013 MBO Raad Woerden, oktober 2013 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2014 t/m 2 e kwartaal 2015 MBO Raad Woerden, oktober 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2013 t/m 2 e kwartaal 2014 MBO Raad Woerden, oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Versie 23 april 2009 1 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt verder tot 5,3 procent in 2008 Het ziekteverzuimpercentage 2 van gemeenten is in 2008 afgenomen tot 5,3

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jaarrapportage 2010 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Inhoud Inleiding... 3 Samenvatting... 3 Kerncijfers 2008, 2009, 2010... 4 Participatie... 5 Verzuimontwikkeling...

Nadere informatie

RUIMTE VOOR ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL?

RUIMTE VOOR ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL? RUIMTE VOOR ONBENUT ARBEIDSPOTENTIEEL? Trendanalyse van ontwikkelingen in het gebruik van WW- en WIA-uitkeringen en het ziekteverzuimpercentage in het licht van het lerarentekort in het primair onderwijs

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 22 september 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 NUMMER : 20344209 Algemeen Vanaf het

Nadere informatie

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo PAPER ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 Jaarlijks brengt Zestor, op

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Ziekteverzuimanalyse van O2A5

Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 1 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2007: het gehele jaar Kalenderjaar 2008: van januari 2008 tot half augustus 2008 Om een volledig beeld te kunnen vormen van de

Nadere informatie

Ziekteverzuimregistratie

Ziekteverzuimregistratie Datum 22 juli 2002 Ons kenmerk EA2002/81344 zie verzendlijst Onderdeel directie Politie Inlichtingen M.Hendriks/F.v.Gessel T (070) 426 6809 F (070) 426 6809 Uw kenmerk Onderwerp Ziekteverzuimregistratie

Nadere informatie

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : juli 2013 ONDERWERP : Verzuimrapportage 1e 2013 NUMMER : 20216018 Algemeen Vanaf het 2004 verzorgt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 2 april 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal 2013 NUMMER : 20299224 Algemeen Vanaf

Nadere informatie

(V)SO in beeld. november 2015

(V)SO in beeld. november 2015 november 015 Focus op de sector De sector (v)so is volop in ontwikkeling. Passend onderwijs, de Wet Kwaliteit (v)so en het Toezichtkader (v)so vragen de komende jaren veel van speciaal onderwijs scholen

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag 2013

Sociaal Jaarverslag 2013 Sociaal Jaarverslag 2013 Inleiding De hier gepubliceerde personeelsgegevens en verzuimcijfers zijn een aanvulling op de verslaglegging over personeel in het Geïntegreerd Jaardocument. De totale informatie

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

Personeelsgegevens. Totaal aantal medewerkers

Personeelsgegevens. Totaal aantal medewerkers Inleidende tekst voor Sociaal Jaarverslag 2012 op Internet: De hier gepubliceerde personeelsgegevens en verzuimcijfers zijn een aanvulling op de verslaglegging over personeel in het Geïntegreerd Jaardocument.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Tijdreeks verzuimcijfers 2. Verzuim naar geslacht 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. 2016 VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. Verzuimrapport Inleiding V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2016. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

Rapportage. Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2011. Gezond & Veilig werken. Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht

Rapportage. Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2011. Gezond & Veilig werken. Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht Rapportage Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2011 Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht Gezond & Veilig werken Gezond & Veilig werken Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector,

Nadere informatie

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 0i07 07 Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 Frank van der Linden en Anouk de Rijk Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Bijlage. Verzuimgegevens Rijk. (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039

Bijlage. Verzuimgegevens Rijk. (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039 Bijlage Verzuimgegevens Rijk Aantal medewerkers Rijk 107.007 (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039 5,2 5,0 1,3 1,0 0,8 1,1 2,5 0,6 Nulverzuim 42 % Aantal medew.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Jaarrapportage 2011. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Jaarrapportage 2011. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jaarrapportage 2011 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Inhoud Inleiding... 3 Samenvatting... 3 Kerncijfers 2009, 2010, 2011... 4 Participatie... 5 Verzuimontwikkeling...

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Voorbeelden Verzuimpercentages

Voorbeelden Verzuimpercentages Voorbeelden Verzuimpercentages I Voorbeelden Verzuimpercentages Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Verzuimpercentages 2... 2 1.1 Waarom verzuimpercentages?... 2 1.2 Verzuimpercentages scherm... 3 1.3 De rapporten...

Nadere informatie

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages 16-01-2018 # December SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 16-01-2018 Peiljaar: 2017 Peilmaand: December

Nadere informatie

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2016/2017 PRIMAIR ONDERWIJS

FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2016/2017 PRIMAIR ONDERWIJS FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2016/2017 PRIMAIR ONDERWIJS februari 2018 1 Samenvatting Het aantal gemelde schorsingen is in 2016/2017 licht gestegen ten opzichte van het voorafgaande schooljaar.

Nadere informatie

KwartaalRapport. Gehandicaptenzorg periode

KwartaalRapport. Gehandicaptenzorg periode Rapport Gehandicaptenzorg periode Toelichting In dit Rapport zijn de volgende tabellen opgenomen: Tabel Eerste ziektejaar Pagina Tabel Eerste èn tweede ziektejaar Pagina 1 Tijdreeks verzuimcijfers 2 8

Nadere informatie

Werkdruk in het basisonderwijs

Werkdruk in het basisonderwijs Werkdruk in het basisonderwijs In cijfers Samenvatting De meerderheid van de personeelsleden geeft aan tevreden te zijn over de werkdruk. Maar de ervaren werkdruk is de afgelopen zes jaar wel toegenomen.

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2014

Periodieke Brancherapportage 2014 Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

Wachtdagen en ziekteverzuim

Wachtdagen en ziekteverzuim Wachtdagen en ziekteverzuim 1 Inhoud presentatie Onderzoeksvraag Uitvoering onderzoek Betrouwbaarheid van de gegevens Uitkomsten Hoofdvraag Neveneffect (verlof) Controlevariabelen Stijgers/dalers Conclusie

Nadere informatie

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005 VerzuimMonitor Sector Zorg Verzuimpercentage Sector Zorg Meldingsfrequentie Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN :

Nadere informatie

Vergrijzing en duurzame inzetbaarheid in het onderwijs

Vergrijzing en duurzame inzetbaarheid in het onderwijs Vergrijzing en duurzame inzetbaarheid in het onderwijs 1. Inleiding Nederland heeft te maken met vergrijzing van de Nederlandse (beroeps)bevolking. De overheid heeft hierdoor diverse maatregelen getroffen

Nadere informatie

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie Toelichting In dit KwartaalRapport zijn de volgende tabellen opgenomen: Tabel Eerste ziektejaar Pagina 1 Tijdreeks verzuimcijfers 2 2 Verzuim naar geslacht 3 3 Verzuim naar leeftijdklasse 4 4 Verzuim naar

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2016-1 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Vernet Health Ranking

Vernet Health Ranking Naam Voorbeeldorganisatie Vernet-ID 000000 Voorbeeldbranche Vernet Health Ranking De Vernet Health Ranking(*) over 2014 is bekend! De score van uw organisatie is 5,2. Op verschillende verzuimonderdelen

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Verzuimgegevens BVE 3e kwartaal 2014 t/m 2e kwartaal 2015

Verzuimgegevens BVE 3e kwartaal 2014 t/m 2e kwartaal 2015 Printdatum : 5-10-2015 1/13 Aantal werknemers gemiddeld Aantal werknemers totaal Aantal fte Aantal fte BAPO Aantal fte ziek Aantal ziekmeldingen Aantal herstelmeldingen Aantal nul-verzuimers 49.100 58.155

Nadere informatie

Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie

Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie Voorbeeld Vernet-ID 498319 Branche Gehandicaptenzorg Regio Randstad Ontwikkeling van verzuim Het verzuim in de in het voortschrijdend jaar 2016-2 t/m 2017-1 is %. Dit is een stijging ten opzichte van dezelfde

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

koef lits NIEUWJAARSRECEPTIE: Het bestuursbureau wenst jullie een Zalig Kerstfeest en een Voorspoedig 2016

koef lits NIEUWJAARSRECEPTIE: Het bestuursbureau wenst jullie een Zalig Kerstfeest en een Voorspoedig 2016 koef lits nieuws voor alle medewerkers van de stichting K.O.E. 8 januari 2012 december 2015 Inclusief Sociaal Jaarverslag NIEUWJAARSRECEPTIE: Dit jaar wijken we af van onze nieuwjaarstraditie. In verband

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal 2016-3 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs?

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Artikel pag. 5-8 Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Opzet en verantwoording van het onderzoek In de afgelopen maanden heeft een projectgroep vanuit de redactie van DRS Magazine

Nadere informatie

Verzuimgegevens BVE. 1e kwartaal 2017 t/m 4e kwartaal 2017

Verzuimgegevens BVE. 1e kwartaal 2017 t/m 4e kwartaal 2017 1e kwartaal t/m 4e kwartaal Deze rapportage zijn samengesteld met Merces applicaties: Accesso-onderwijs.nl 1e kwartaal t/m 4e kwartaal Printdatum: 21-05-2018 1/13 Aantal werknemers gemiddeld Aantal werknemers

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2013

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2013 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2013 Een onderzoek in opdracht van SBCM uitgevoerd door Prae Advies & Onderzoek Utrecht, mei 2014 Gezond & Veilig werken Gezond & Veilig werken Rapportage

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs Inspectie van het Onderwijs, december 2015 Jaarlijks rapporteert de Inspectie van het Onderwijs over het schorsen en verwijderen van leerlingen

Nadere informatie

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2007

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2007 VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Verzuimpercentage GHZ Meldingsfrequentie GHZ Gemiddelde duur GHZ Aantal werknemers GHZ De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN : Noord Nederland MN : Midden

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie