Actualiteiten huur. 10 december

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Actualiteiten huur. 10 december 2015. a.w.jongbloed@uu.nl"

Transcriptie

1 Actualiteiten huur 10 december

2 HR 25 april 2014, RvdW 2014/635 (Aldi/Kroon) Moet de HR terugkomen op de in zijn arrest Toko Mitra/PMT aanvaarde uitleg van art. 7:296 BW inzake de door een opvolgende verhuurder in acht te nemen wachttijd bij een beroep op dringend eigen gebruik (de wachttijd van drie jaar is alleen van toepassing als huur wordt opgezegd tegen einde eerste huurtermijn)? 2

3 Hof s-hertogenbosch 7 mei 2013, WR 2013/74; NJ 2015/50 (Kroon/Aldi) In 1990 is winkelruimte verhuurd aan Vendex Food. De overeenkomst is aangegaan voor tien jaar en vervolgens tweemaal verlengd met vijf optiejaren; de overeenkomst loopt thans voor onbepaalde tijd. In 2007 is Aldi in de plaats getreden van de vorige huurder en in 2009 heeft Kroon de eigendom van het verhuurde verkregen. In juni 2011 heeft Kroon de huurovereenkomst opgezegd per 1 juli 2012 op grond van dringend eigen gebruik en algemene belangenafweging. Aldi stemde niet in. Kantonrechter wijst de vorderingen van Kroon af. 3

4 Kroon komt in appel en Aldi voert aan dat Kroon zich niet op de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik kan beroepen omdat de opzegging heeft plaatsgevonden binnen drie jaar nadat aan Aldi ter kennis was gebracht dat Kroon de eigendom van het verhuurde had verkregen. Hof: Dit standpunt is niet juist. In HR 24 september 2010 (Toko Mitra) is uitdrukkelijk beslist dat de in art. 7:296 lid 2 BW voorgeschreven afwijzing van de beëindigingsvordering (wegens het niet in acht nemen van de wachttijd) alleen van toepassing is op opzeggingen tegen het einde van de eerste huurtermijn en niet op opzeggingen tegen het einde van een verlengde termijn. Uit dat arrest volgt dat de wachttijd evenmin van toepassing is op de opzegging van een huurovereenkomst die (zoals in dit geval na twee verlengingen) op de voet van artikel 7:300 BW is voortgezet voor onbepaalde tijd. 4

5 Kroon heeft voldoende aannemelijk gemaakt het verhuurde zelf in gebruik te willen nemen om daarin een supermarkt te exploiteren. Geen hout snijdt het argument van Aldi dat Kroon tijdelijk wil exploiteren en dan wil doorschuiven naar een grotere speler in de supermarktbranche, want als een van de grote spelers in de supermarktbranche in 2009 belangstelling zou hebben gehad voor het te koop staande pand, had die speler eenvoudigweg kunnen trachten het pand zelf in eigendom te verwerven. Ook geen hout snijdt het argument dat de supermarkt op circa 65 kilometer afstand ligt van de woonplaats van de directeur (die 61 jaar is), want tussen partijen staat vast dat het moeilijk is om de beschikking te krijgen over geschikte locaties om een supermarkt te exploiteren. Kroon heeft bij het pleidooi bovendien voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in verband met aan grote steden verbonden criminaliteitsrisico s een voorkeur heeft voor een supermarktlocatie in de provincie. 5

6 Het hof kent een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 7:297 BW toe en verbindt daaraan overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:105 lid 1 slot BW voorwaarden: De nieuwe locatie wordt in gebruik genomen binnen zes maanden na de beëindiging van de huurovereenkomst; indien het tijdsverloop groter is kan niet meer van een verhuizing worden gesproken. De nieuwe locatie bevindt zich in een straal van 10 km van het gehuurde. Indien de afstand ruimer is kan niet langer worden gezegd dat de nieuwe locatie dient als vervanging van het gehuurde. Immers alle grote spelers in de supermarktbranche zijn op zoek naar locaties in het hele land. Als Aldi op grotere afstand een nieuwe locatie in gebruik neemt, kan niet worden gezegd dat dit gebeurt om de locatie in het gehuurde te vervangen. 6

7 Aldi in cassatie Allereerst wordt heroverweging van de in dit arrest aan art. 7:296 BW gegeven uitleg bepleit nu deze op gespannen voet staat met de tekst van de wet, de wetsgeschiedenis en de ratio van de wachttermijn. In de tweede plaats wordt betoogd dat uit het arrest Toko Mitra niet zonder meer volgt dat de wachttijd evenmin van toepassing is op de opzegging van een huurovereenkomst die is aangegaan voor een initiële huurtermijn van tien jaren en die zoals in dit geval na twee verlengingen op de voet van art. 7:300 BW is voortgezet voor onbepaalde tijd. 7

8 AG Wissink: Over de vraag of met de nieuwe redactie een wijziging van de wachttermijn was beoogd, was men het in de rechtspraak en literatuur niet eens. De discussie betrof niet de vraag of de wachttermijn bij opzegging op grond van dringend eigen gebruik gold bij het einde van de eerste termijn bedoeld in art. 7:292 lid 1 BW (lid 1) en het einde van de tweede termijn bedoeld in art. 7:292 lid 2 BW (lid 4). Zij betrof de vraag of de wachttermijn bij opzegging tegen het einde van de tweede termijn was te omzeilen door niet op te zeggen op grond van dringend eigen gebruik, maar op grond van de belangenafweging (lid 3). In Toko Mitra werd de discussie over de vraag of de wachttermijn ook een rol zou kunnen spelen bij een beroep op de belangenafweging als bedoeld in art. 7:296 lid 3 BW afgesneden. 8

9 Hoge Raad: De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Nu de datum waarop het hof het einde van de huurovereenkomst heeft bepaald is verstreken, zal de Hoge Raad een nieuwe datum bepalen. 9

10 HR 14 februari 2014, NJ 2014/397; WR 2014/58 (Alog/Ultimo) De in het arrest HR 26 maart 2010 (Herenhuisarrest) voor de beëindiging van huur van woonruimte neergelegde maatstaf geldt niet voor de beëindiging van huur van middenstandsbedrijfsruimte. Bij beëindiging van de huur van woonruimte mag een beroep op dringend eigen gebruik van de verhuurder niet te snel worden gehonoreerd, gelet op het gewicht dat toekomt aan de door het huurrecht beoogde bescherming van de huurder van woonruimte. Bij woonruimte is de enkele omstandigheid dat de exploitatie van het verhuurde in ongewijzigde staat onrendabel is, onvoldoende voor het aannemen van dringend eigen gebruik. Voor het aannemen daarvan geldt de strengere maatstaf dat sprake is van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. 10

11 Bij de bescherming van de huurder van middenstandsbedrijfsruimte gaat het om een bescherming van een recht van fundamenteel andere aard, waarbij met name bedrijfseconomische belangen van de huurder en de verhuurder een rol spelen. Van de verhuurder van bedrijfsruimte kan in een geval, waarin de noodzaak van renovatie tussen partijen niet ter discussie staat, niet worden gevergd dat hij een huurovereenkomst voortzet die na renovatie leidt tot een niet-kostendekkende exploitatie. 11

12 Alog huurt sinds 1996 van (de rechtsvoorgangster van) Ultimo een winkelruimte van 700 m² aan het Legmeerplein in Uithoorn, aanvankelijk voor tien jaar, daarna voor vijf jaar en sinds 1 april 2011 voor onbepaalde tijd. In het gehuurde wordt een Aldi-supermarkt geëxploiteerd. Ultimo is sinds 6 juni 2008 eigenaar van het winkelcentrum. Het winkelcentrum is verouderd en moet worden gerenoveerd. Een deel (900 m²) is al gerenoveerd. Het geplande nieuwe winkelcentrum zal bestaan uit 1500 m² detailhandel. In de plannen keert de Aldisupermarkt niet terug; van de 700 m² die Alog thans huurt, wordt (afgerond) 100 m² open terrein (in het kader van een grondruil toekomend aan de gemeente), wordt 400 m² verhuurd aan Deen supermarkten en 200 m² aan een kapsalon en een Chinees restaurant, die reeds op het winkelcentrum zijn gevestigd. De resterende 900 m² zijn voor Deen supermarkten. Er is onderhandeld over een nieuwe huurovereenkomst; het feit dat Alog slechts bereid was max. 170 per m² te betalen en de indeling van het winkelcentrum waren breekpunten. 12

13 De gemeente geeft geen toestemming voor een voorgestelde uitbreiding van het winkelcentrum om plaats te bieden aan de Aldi en Deen supermarkten gezamenlijk. Bij brief van 24 maart 2010 heeft Ultimo de huurovereenkomst met Alog opgezegd wegens (onder meer) dringend eigen gebruik. Alog heeft niet met de opzegging ingestemd. De al gerenoveerde 900 m² zijn inmiddels verhuurd aan Deen tegen een huurprijs van 225 per m² met de afspraak dat Deen na renovatie van het deel van het winkelcentrum dat door Alog wordt gehuurd, ook die 400 m² zal huren. De opening van de Deen supermarkt heeft in 2011 plaatsgevonden. 13

14 Ultimo vordert ex art. 7:295 lid 2 BW dat een datum wordt bepaald waarop de huurovereenkomst tussen partijen zal zijn geëindigd, met veroordeling van Alog om het gehuurde op dat tijdstip te hebben ontruimd. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen en heeft de beëindigings- en ontruimingsdatum bepaald op 1 januari Het hof heeft het vonnis bekrachtigd en het tijdstip waarop de huurovereenkomst tussen partijen zal zijn geëindigd en waarop Alog het gehuurde moet hebben ontruimd, vastgesteld op 1 maart Het hof heeft geoordeeld dat Ultimo het gehuurde dringend nodig heeft voor een renovatie die zonder beëindiging van de huurovereenkomst met Alog niet mogelijk is. Het heeft daartoe overwogen dat partijen het erover eens zijn dat het winkelcentrum moet worden gerenoveerd omdat het sterk verouderd is en dat Ultimo voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat na de geplande renovatie een kostendekkende exploitatie met verhuur aan Alog tegen een huur van maximaal 170- per m² onmogelijk is. 14

15 Cassatiemiddel: Het hof heeft ten onrechte (enkel) doorslaggevend geacht dat een kostendekkende exploitatie na de renovatie met verhuur aan Alog niet mogelijk is, althans het hof heeft zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd. Het hof had moeten onderzoeken of een structurele wanverhouding bestaat tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. Het hof had dezelfde maatstaf moeten toepassen als die welke met betrekking tot de beëindiging van de huur van woonruimte is neergelegd in het arrest HR 26 maart 2010, NJ 2010/190 (Herenhuis). Hoge Raad: nee, verwerpt beroep. 15

16 HR 11 april 2014, NJ 2014/438; TvHB 2014/16; WR 2014/84 (KNVvL/Staat) Is een landingsbaan van een voormalig vliegveld een gebouwde onroerende zaak in zin art. 7:230a BW? wanneer is sprake van een gebouwde onroerende zaak 16

17 Vliegveld Valkenburg is sinds 2007 niet meer in gebruik is als militair vliegveld. De Staat (i.s.m. de gemeentes Katwijk en Wassenaar) wil het terrein herontwikkelen tot woon-, recreatie- en natuurgebied. In dat verband is in november 2012 het concept Masterplan locatie Valkenburg voor inspraak openbaar gemaakt. Partijen hebben vanaf 2006 gecorrespondeerd over de toekomst van het (mede)gebruik van vliegveld Valkenburg ten behoeve van de zweefvliegsport. Er is geen overeenstemming bereikt. Bij brief van 1 juli 2010 heeft de Staat de huurovereenkomst van 25 februari 2002 opgezegd tegen 1 juli

18 Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart verzoekt om de termijn, waarbinnen het gehuurde dient te worden ontruimd, te verlengen met één jaar na 1 juli 2012, met bepaling van de vergoeding voor het gebruik op het per 1 juli 2012 geldende peil voor zover nodig op de voet van artikel 7:230a lid 6 BW. Want: het gehuurde moet worden gekwalificeerd als een gebouwde onroerende zaak als bedoeld in artikel 7:230a BW, zodat de KNVvL de in dat artikel bepaalde ontruimingsbescherming geniet; bovendien worden haar belangen en de belangen van de gebruikers ernstiger geschaad door de ontruiming van het gehuurde dan die van de Staat bij voortgezet gebruik ervan. 18

19 De Staat voert gemotiveerd verweer en heeft een tegenverzoek ingediend tot vaststelling van de ontruimingsdatum op 1 januari De kantonrechter heeft het verzoek van KNVvL afgewezen en het tegenverzoek van de Staat toegewezen. 19

20 Hof: o.g.v. art. 7:230a lid 8 BW kan tegen een beschikking krachtens dit artikel geen hoger beroep worden ingesteld. Op basis van vaste rechtspraak wordt dit rechtsmiddelenverbod evenwel doorbroken (a) als de rechter het artikel ten onrechte heeft toegepast, (b) als het artikel ten onrechte buiten toepassing is gelaten dan wel (c) als zulke fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden dat niet kan worden gesproken van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak. KNVvL stelt dat het rechtsmiddelenverbod dient te worden doorbroken, aangezien de kantonrechter artikel 7:230a BW ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten. KNVvL is dan ook ontvankelijk in hoger beroep. 20

21 Bij de beantwoording van de vraag welk huurregime op een huurovereenkomst van toepassing is, dient als uitgangspunt te worden genomen hetgeen partijen, mede in aanmerking genomen de inrichting van het gehuurde, bij de totstandkoming van de overeenkomst voor ogen heeft gestaan. Uit de tekst van de huurovereenkomst (considerans) volgt dat deze is gesloten ter uitvoering van de aan de publiekrechtelijke ontheffing verbonden voorwaarde dat voor het medegebruik van de militaire luchtvaartterreinen een privaatrechtelijke vergunning is vereist. Uit de tekst blijkt niet dat de huurovereenkomst een bredere strekking heeft. 21

22 Het in de overeenkomst beschreven gebruik is beperkt tot het landen, taxiën, parkeren, stallen en opstijgen op en van de militaire luchtvaartterreinen met zweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen. Met uitzondering van het stallen van de vliegtuigen is voor de activiteiten het gebruik van gebouwde onroerende zaken niet aan de orde. 22

23 KNVvL stelt dat de landingsbaan op vliegveld Valkenburg aan te merken is als een gebouwde onroerende zaak. Het hof volgt KNVvL hierin niet. Uit de wetsgeschiedenis (Kamerstukken II, , nr. 3, p. 12) blijkt dat art. 7:230a BW moet worden beschouwd als opvolger van art. 28c-28h Huurwet, waarbij de wetgever materieel geen verandering heeft beoogd. Anders dan titel 7.4 BW, bevatte de Huurwet in artikel 1 lid 3 onder c een definitie van een gebouwde onroerende zaak, te weten: een gebouw of een gedeelte daarvan, indien dit gedeelte een zelfstandige bedrijfsruimte vormt, een en ander met zijn normale onroerende aanhorigheden. Nu in deze definitie, waarbij onder het huidige recht aansluiting kan worden gevonden, het begrip gebouw centraal staat, dient te worden aangenomen dat daaronder niet valt een onroerende zaak die niet gebouwd, maar zoals de onderhavige landingsbaan aangelegd is. 23

24 HR: Een zaak kan in ieder geval worden aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak in de zin van art. 7:230a BW als zich op of onder de grond een gebouw bevindt, tenzij dat gebouw als onderdeel van het gehuurde van verwaarloosbare betekenis is. Onder een gebouw dient te worden verstaan een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt (art. 1 aanhef en onder c Woningwet). 24

25 Ook een zaak die niet (geheel) aan deze omschrijving voldoet kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak. Een enkele verharding of bewerking van de grond is echter in de regel niet toereikend om een zaak aan te merken als gebouwd in de zin van art. 7:230a BW. Het hof heeft onderzocht of de onderhavige landingsbaan, die geen gebouw is, niettemin kan worden aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak in de zin van art. 7:230a BW. Daarbij heeft het de omstandigheid dat een landingsbaan naar normaal spraakgebruik is aangelegd en niet gebouwd, niet doorslaggevend geacht, maar opgevat als een aanwijzing dat geen sprake is van een gebouwde onroerende zaak. 25

26 HR 4 oktober 2013, NJ 2014/60; WR 2014/2 (Halfords/Dela) Bij huurprijsherziening middenstandsbedrijfsruimte is er één partij die belang heeft bij herziening en andere partij juist niet Art. 7:304 lid 1 BW eist voorafgaand overleg plus deskundigenadvies voordat de stap naar de rechter kan worden gezet Hoe serieus moet dat overleg zijn? 26

27 Art. 7:304 lid 2 BW moet aldus worden verstaan dat voor ontvankelijkheid van de verzoeker in zijn verzoek is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijk te benoemen deskundige. De verzoeker zal daartoe in het verzoekschrift moeten stellen dat hiervan sprake is. Aan de inhoud van het overleg dat tussen partijen dient plaats te vinden, zijn geen hoge eisen te stellen. Voldoende is dat serieus en (gelet op het belang van degene in wiens voordeel de mogelijke huurprijswijziging is) zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW. 27

28 Voldoende is dat serieus en (gelet op het belang van degene in wiens voordeel de mogelijke huurprijswijziging is) zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW. De rechter is op grond van art. 7:303 lid 4 BW bevoegd een andere ingangsdatum voor de nieuwe huurprijs vast te stellen dan de dag waarop de in art. 7:303 lid 1 BW bedoelde vordering is ingesteld of het in art. 7:304 lid 2 BW bedoelde verzoek is ingediend. Hij kan daartoe aanleiding vinden indien een partij in het overleg niet de redelijkerwijs in acht te nemen voortvarendheid heeft betracht. In dit licht is er geen grond voor een voortijdig verzoek tot benoeming van een deskundige om veilig te stellen dat de gewijzigde huurprijs op een zo vroeg mogelijk tijdstip ingaat. 28

29 HR 17 januari 2014, NJ 2014/ 249; WR 2014/30 Komt het medehuurderschap toe aan een zoon van 56 die zijn hele leven bij zijn 94-jarige moeder heeft gewoond na het overlijden van zijn moeder? was sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding in zin art. 7:268 lid 2 BW 29

30 Feiten: Eggink is circa 20 jaar eigenaar van de woning Ten tijde van de inleidende dagvaarding bedroeg de huurprijs 277,64 per maand. Huurster is op 6 juli 2010 op 94-jarige leeftijd overleden Hof: dat niet kan worden vastgesteld dat de zoon financieel aan het huishouden bijdroeg betekent nog niet dat een duurzame gemeenschappelijke huishouding ontbrak, maar is wel een belangrijke contra-indicatie Bij gebrek aan wederkerigheid kan de relatie van de zoon met zijn moeder niet erdoor gekenmerkt worden dat zij een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerden als bedoeld in art. 7:268 lid 2 BW. 30

31 De vraag of sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in art. 7:268 lid 2 BW moet volgens vaste rechtspraak worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval in onderling verband (vgl. HR 22 januari 1993, NJ 1993/549 Van Schellen/Dijkstra, en HR 18 februari 1994, NJ 1994/376, Boon/Van der Laan). De enkele omstandigheid dat een kind na zijn meerderjarig worden nog bij zijn ouder(s) in een gemeenschappelijke huishouding blijft wonen, brengt niet mee dat zij een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, omdat dan in de regel sprake is van een aflopende samenlevingssituatie. 31

32 Slechts onder bijzondere omstandigheden kan een samenleven van kind en ouder(s) na het zelfstandig worden van het kind worden aangemerkt als een blijvende samenwoning met een gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in art. 7:268 lid 2 BW (vgl. HR 12 maart 1982, NJ 1982/352 Van den Brink/Goede Woning, en HR 8 oktober 2004, NJ 2004/658 Weitner/Duyts). extra onderbouwen met feiten huisgenoot als deelnemer aan een gemeenschappelijke huishouding; gezamenlijk optrekken maar ook bijdragen die over en weer aan de gang van zaken in de huishouding, inclusief de kosten daarvan, worden geleverd 32

33 Het stond het hof vrij om bij de beoordeling of de zoon en zijn moeder een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerden, mede betekenis toe te kennen aan het ontbreken van wederkerigheid in de relatie tussen de zoon en zijn moeder. Deze omstandigheid kan immers duiden op de afwezigheid van een gemeenschappelijke huishouding in de zin dat de zoon zich door zijn moeder liet verzorgen en niet samen met zijn moeder een huishouding voerde. Het oordeel van het hof berust voor het overige op een aan de feitenrechter voorbehouden waardering van de feiten en omstandigheden. 33

34 HR 14 augustus 2015, RvdW 2015/936; WR 2015/123 (Eier en Hendriks/Libra) Tussen Eier en Hendriks heeft een affectieve relatie bestaan. Na verbreking van die relatie heeft de vrouw in april 2010 de door hen bewoonde en aan Libra in eigendom toebehorende woning verlaten. Bij brief van 22 september 2010 heeft de vrouw Libra verzocht het huurcontract van de woning op naam te zetten van de man. Libra heeft dit verzoek afgewezen. In het onderhavige geding hebben eisers gevorderd dat de rechter bij vonnis zal bepalen dat de man medehuurder zal zijn van de woning. Anders dan de kantonrechter heeft het hof deze vordering afgewezen, omdat (i) tussen eisers op 22 september 2010 geen sprake meer was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in art. 7:267 lid 1 BW en (ii) evenmin is gebleken dat het verzoek aan Libra zo spoedig mogelijk na het beëindigen van de gestelde samenwoning is gedaan. Dit oordeel wordt in cassatie bestreden. 34

35 Uit de beschikkingen HR 10 oktober 1980, NJ 1981/132 (Dekker/Petronella) en HR 21 februari 1986, NJ 1986/383 (Boonacker/Neve) volgt dat de enkele omstandigheid dat er plannen bestaan om de gemeenschappelijke huishouding te beëindigen resp. dat geen sprake meer is van samenwoning, niet meebrengt dat niet meer kan worden gesproken van een gemeenschappelijke huishouding. De aandacht van partijen zal in een situatie of periode waarvan veelal pas achteraf kan worden gezegd dat daarin de gemeenschappelijke huishouding werd beëindigd, vaak niet (primair) zijn gericht op het doen van een verzoek als het onderhavige. Daarbij komt dat in de regel grote en ook voor de verhuurder kenbare belangen van de samenwoner zijn betrokken bij een zodanig verzoek. Hiertegenover staat dat art. 7:267 lid 1 BW bepaalt dat die samenwoner op het moment van het doen van het verzoek een duurzame gemeenschappelijke huishouding met de huurder heeft. 35

36 Bovendien verlangt het (rechtzekerheids)belang van de verhuurder dat met het doen van een verzoek als het onderhavige niet onredelijk lang wordt gewacht. In verband met hetgeen hiervoor is overwogen, brengt een redelijke toepassing van art. 7:267 BW mee dat de rechter de bevoegdheid heeft om, in verband met de omstandigheden van het geval, een verzoek als het onderhavige toe te wijzen ook na de beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding, mits dat verzoek zo spoedig na die beëindiging is gedaan als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd. Het hof heeft tot uitgangspunt genomen dat ten tijde van het verzoek om eiser in het vervolg als huurder van de woning aan te merken (september 2010) geen sprake meer was van een gemeenschappelijke huishouding tussen eiser en eiseres en dat de samenwoning van eiser en eiseres al vijf maanden voordien (april 2010) definitief was beëindigd. 36

37 HR 4 april 2014, NJ 2014/426; WR 2014/70 (Nobel/Bromet) Vormen de wettelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen een ongeoorloofde inbreuk op eigendomsrecht verhuurder? 37

38 Art. 1 EP EVRM bevat een drietal regels. De eerste regel geeft eenieder het recht op een ongestoord genot van zijn eigendom. De tweede regel verbindt voorwaarden aan het kunnen ontnemen van eigendom en de derde regel onderkent dat een Staat de bevoegdheid heeft die wetten toe te passen die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren, in overeenstemming (voor zover hier van belang) met het algemeen belang. 38

39 Er is in casu sprake van een inperking van het ongestoord eigendomsrecht van verhuurder, maar de verhuurder is en blijft eigenaar van de woning, hij is vrij om zijn bezit te vervreemden en hij blijft huur blijft ontvangen 39

40 de inperking moet berusten op een wet die voldoende toegankelijk, precies en voorspelbaar in zijn toepassing is een maatregel ter regulering van eigendom kan alleen gerechtvaardigd zijn wanneer sprake is van overeenstemming met het algemeen belang. (i.c. de bescherming van huurders) de inperking van eigendomsrechten moet in overeenstemming zijn met het proportionaliteitsvereiste (i.c. bedragen de inkomsten behelzen aanzienlijk meer dan de onroerendezaakbelasting en bestaat geen aanwijzing dat de huurinkomsten niet voldoende zijn voor de noodzakelijke onderhoudskosten) er zijn geen andere aanwijzingen dat verhuurder een disproportionele en onevenredige last heeft te dragen de Staat heeft een ruime beoordelingsvrijheid bij het uitvaardigen van wetgeving ter zake van huisvestingsproblemen 40

41 Hof Amsterdam 26 mei 2015, WR 2015/117; TvHB 2015/15 (Forecast/Unibail-Rodamco) Verhuurder van 290-bedrijfsruimte is bevoegd een gedane opzegging waarmee huurder (nog) niet heeft ingestemd, in te trekken. De intrekking van een reeds gedane huuropzegging is niet een intrekking van een aan een bepaalde persoon gerichte verklaring als bedoeld in art. 3:37 lid 5 BW. De in art. 3:37 lid 5 BW bedoelde intrekking van een verklaring is bedoeld om te voorkomen dat die verklaring werking verkrijgt, terwijl de intrekking van een reeds gedane huuropzegging beoogt een einde te maken aan de werking van die opzegging. Het zou daarom juister zijn om te spreken van herroeping. 41

42 Van bepaalde eenzijdige rechtshandelingen is in de wet bepaald dat zij kunnen worden herroepen, zoals het aanbod (art. 6:219 BW). Dat voor de herroeping van de huuropzegging een dergelijke regeling ontbreekt, betekent niet dat de mogelijkheid van herroeping is uitgesloten. De opzegging van een huurovereenkomst m.b.t. 290-bedrijfsruimte heeft een tweeledig (rechts)gevolg: (i) de verhuurder kan, als de huurder niet binnen zes weken in de opzegging heeft toegestemd, een gerechtelijke procedure tot huurbeëindiging instellen en (ii) de huurder kan door een schriftelijke verklaring van toestemming het einde van de huurovereenkomst bewerkstellingen. 42

43 De vraag is of de verhuurder aan de huurder de aan deze geboden mogelijkheid door een schriftelijke toestemming het einde van de huurovereenkomst te bewerkstelligen, weer kan ontnemen. Er kan een vergelijking worden gemaakt met het aanbod. Een opzegging is geen aanbod, maar wel een eenzijdige rechtshandeling die door een andere eenzijdige rechtshandeling (de schriftelijke toestemming) kan leiden tot een meerzijdige rechtshandeling (het beëindigen van de huur). Art. 6:219 BW (de herroeping van een niet-aanvaard aanbod) is van overeenkomstige toepassing op andere meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen dan overeenkomsten, voor zover de strekking van de betrokken bepalingen in verband met de aard van de rechtshandeling zich daartegen niet verzet. 43

44 De strekking van art. 6:219 BW in verband met de aard van de rechtshandeling, huuropzegging, verzet zich niet tegen overeenkomstige toepassing. Door een herroeping (intrekking) van een reeds gedane huuropzegging kan worden voorkomen dat de, in beginsel onbeperkte, mogelijkheid de beëindigingsvordering nog in te stellen na de datum waartegen is opgezegd, tot een even onbeperkte periode van onzekerheid over de status van de huurovereenkomst leidt. Er bestaat ook geen aanwijzing dat de wetgever heeft willen breken met de situatie van vóór 1 augustus 2003, waarin intrekking van een huuropzegging van 290- bedrijfsruimte mogelijk werd geacht. Ook valt niet aanstonds in te zien waarom de intrekking van een huuropzegging bij woonruimte wel (vgl. art. 7:275 lid 2 BW) en bij bedrijfsruimte niet mogelijk zou zijn. 44

45 De bevoegdheid tot intrekking van een gedane opzegging dient te worden uitgeoefend in overeenstemming met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De keuze van huurder om de huurovereenkomst niet op te zeggen en ook niet toe te stemmen in de door verhuurder gedane opzegging, is voor haar eigen rekening. Een toestemming van huurder in huurbeëindiging waaraan voorwaarden zijn verbonden, is geen toestemming in de zin van art. 7:295 lid 1 BW, in ieder geval niet zolang aan die voorwaarden niet is voldaan. 45

46 HR 3 april 2015, NJ 2015/412; TvHB 2015/9; WR 2015/80 (Singh/Centre hotel) Art. 7:291 lid 3 BW geeft in navolging van art. 7A:1629 lid 2 BW (oud) geen tijdstip waarvoor of termijn waarbinnen het verzoek om goedkeuring van een afwijkend beding moet worden gedaan. Partijen kunnen daarom, nu de wet niet anders bepaalt en er ook anderszins geen grond is die zich daartegen verzet, ook na ingang van de huur dat verzoek doen. In de regeling van art. 7A:1629 BW (oud) komt de wettekst erop neer dat een afwijkend beding nietig is totdat goedkeuring daarvoor is verkregen. De nietigheid van het beding stond dus niet in de weg aan het verlenen van goedkeuring. 46

47 In art. 7:291 leden 2-4 BW is beoogd hetzelfde te bepalen als voorheen in art. 7A:1629 lid 2 (oud) BW. Ook indien het afwijkende beding door de huurder op de voet van art. 7:291 BW is vernietigd op de grond dat ten nadele van hem van bepalingen van afdeling BW is afgeweken, kan derhalve nog op de voet van art. 7:291 lid 3 BW rechterlijke goedkeuring voor dat beding worden verkregen. Door de goedkeuring wordt het beding, evenals onder het oude recht, alsnog rechtsgeldig. Opmerking verdient dat door vorenstaande regeling de door de wetgever beoogde bescherming van de huurder van bedrijfsruimte niet op enige wijze in het gedrang komt. Goedkeuring voor een afwijkend beding kan immers op grond van art. 7:291 lid 3 BW uitsluitend worden gegeven in de daar omschreven bijzondere gevallen, waarin hetzij die bescherming niet wezenlijk wordt aangetast, hetzij aan die bescherming niet daadwerkelijk behoefte bestaat. 47

48 Bedankt voor uw aandacht. 48

Actualiteiten huur. 21 mei

Actualiteiten huur. 21 mei Actualiteiten huur 21 mei 2015 a.w.jongbloed@uu.nl 1 HR 25 april 2014, RvdW 2014/635 (Aldi/Kroon) Moet de HR terugkomen op de in zijn arrest Toko Mitra/PMT aanvaarde uitleg van art. 7:296 BW inzake de

Nadere informatie

Hoge Raad. 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s.

Hoge Raad. 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s. Jurisprudentiebespreking ( ) 6. Hoge Raad 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s. Samenvatting Beëindiging, renovatie, dringend eigen

Nadere informatie

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Wat gaan we dit uur doen? Keuzevrijheid voor de verhuurder; Dringend eigen gebruik, wanneer is daar

Nadere informatie

- 290-bedrijfsruimte: openbare, toegankelijke ruimtes zoals winkels en horecabedrijven;

- 290-bedrijfsruimte: openbare, toegankelijke ruimtes zoals winkels en horecabedrijven; Huurrecht 290-bedrijfsruimte (winkelruimte) Bij huurrecht en een huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw. De meeste huurvragen hebben hier dan

Nadere informatie

Huurrecht - woonruimte

Huurrecht - woonruimte Huurrecht - woonruimte Bij huurrecht en huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw, en de meeste huurvragen hebben hier ook betrekking op. De wet

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 BW, titel 4: Bedrijfsruimte Afdeling 6. Huur van bedrijfsruimte Artikel 290 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 14249 Bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte Nr.9 VERGELIJKENDE TEKST Tekst van de artikelen 1623a-1623g van het Burgerlijk Wetboek,

Nadere informatie

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken In de dagelijkse praktijk komen wij van Stad&Co ondernemers tegen die vragen hebben over hun juridische

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Supermarktvastgoed & Huurrecht

Supermarktvastgoed & Huurrecht Supermarktvastgoed & Huurrecht Vrijdag 8 maart 2013 Jodit M. de Bruin Programma Inleiding huurrecht Asbest Exploitatieplicht Afwijkende bedingen Huurprijzen Renovatie 2 Inleiding (1) Soorten huur Gebouwde

Nadere informatie

In deze nieuwsbrief:

In deze nieuwsbrief: www.legal-team.nl VRIJDAG 2 MEI 2014 Column Met genoegen brengt ons legalteam Vastgoed weer een kakelverse nieuwsbrief aan u uit. Zoals aangekondigd in onze vorige nieuwsbrief hebben wij voor u juridische

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 BW, titel 4: Algemeen e.v. Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 201 1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2006:AZ1641

ECLI:NL:RBALK:2006:AZ1641 ECLI:NL:RBALK:2006:AZ1641 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 07-11-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 191.545 / 05-3397 (H.K.) Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:6222

ECLI:NL:RBMNE:2016:6222 ECLI:NL:RBMNE:2016:6222 Instantie Datum uitspraak 05102016 Datum publicatie 16122016 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer / HA ZA 5344803 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

a d v o k a t e n k o l l e k t i e f s l o e t s t r a a t

a d v o k a t e n k o l l e k t i e f s l o e t s t r a a t Rechtbank Arnhem Sector Kanton, Locatie Arnhem Roldatum : 17 december 2012 zaaknummer : 844779 CV EXPL 12-8235 CONCLUSIE VAN ANTWOORD inzake: J.P.H. Reijnen wonende te Arnhem, gedaagde advocaat: mr. J.H.F.M.

Nadere informatie

De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen

De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen mr. A. de Fouw, mr. K. Keij en mr. A. Sinnige * 1. Inleiding Een huurder van 290-bedrijfsruimte wordt vergaande bescherming geboden door

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:826. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2014:826. Uitspraak ECLI:NL:HR:2014:826 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2014 Datum publicatie 04-04-2014 Zaaknummer 12/04165 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:9, Gevolgd In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1978-1979 14 249 Bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte Nr. 8 GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179) GEMEENTEBLAD Nr. 65220 17 november Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. 2014 Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli

Nadere informatie

Essentie. Samenvatting

Essentie. Samenvatting WR 2013/74: 290-bedrijfsruimte dringend eigen gebruik: exploitatie supermarkt; eigen gebruik; dringendheid; duurzaamheid gebruik; verhuis- en inr... Klik hier om het document te openen in een browser venster

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Huurrecht en gebiedsontwikkeling 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Waar raken huurrecht en gebiedsontwikkeling elkaar? Onderwerpen Voorbereidingsfase 1. Communicatie met bewoners 2. Renovatie

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE HUURRECHT

JURISPRUDENTIE HUURRECHT JURISPRUDENTIE HUURRECHT SPREKER PROF. MR. A.W. JONGBLOED, HOOGLERAAR EXECUTIE- EN BESLAGRECHT UNIVERSITEIT UTRECHT, RAADSHEER- PLAATSVERVANGER HOF ARNHEM-LEEUWARDEN, RAADSHEER- PLAATSVERVANGER HOF AMSTERDAM

Nadere informatie

Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder?

Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder? Mariska Nijensteen en Anneke Werner* Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder? Over renovatie van verhuurde bedrijfsruimte is de afgelopen jaren veel te doen geweest. Het

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 BW, titel 4: Woonruimte Afdeling 5. Huur van woonruimte Onderafdeling 1. Algemeen Artikel 232 1.Deze afdeling is uitsluitend van toepassing

Nadere informatie

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de verhuur aan jongeren. Dit model is gebaseerd op het Aedes model-huurcontract

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S20-06 Datum uitspraak: 26 oktober 2012 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: R.J. Kok te Enkhuizen verder te noemen: Kok, tegen: Bindend Advies Stichting Woondiensten

Nadere informatie

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Inleiding 13 Wat is huur? 13 Wat kun je huren? Schema overzicht huurobjecten 14 (Semi)dwingend recht 17 1.3.1 Regelend recht (of aanvullend recht) 17 1.3.2 Semidwingend

Nadere informatie

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT)

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2011/1, p. 14-17. 1 In dit opmerkelijke arrest

Nadere informatie

Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling

Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling Donderdag 26 juni 2014 Pieter Twaalfhoven Helma Sengers Jodit de Bruin Indeplaatsstelling (1) Hoe? Onderling overleg contractsovername

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur woonruimte

Tijdelijke verhuur woonruimte Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

155. Opzegging huurovereenkomst bedrijfsruimte: een woord, twee gedachten?

155. Opzegging huurovereenkomst bedrijfsruimte: een woord, twee gedachten? 155. Opzegging huurovereenkomst bedrijfsruimte: een woord, twee gedachten? Mr. M.H.P. de Wit een opzegging, mits tijdig en correct, bewerkstelligt het einde van de huurovereenkomst. Maar is dat ook echt

Nadere informatie

Modelcontract grote gezinnen zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Modelcontract grote gezinnen zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Modelcontract grote gezinnen zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de verhuur aan grote gezinnen. Dit model is gebaseerd op het Aedes

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:2889

ECLI:NL:GHDHA:2015:2889 ECLI:NL:GHDHA:2015:2889 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-10-2015 Datum publicatie 27-10-2015 Zaaknummer 200.169.276-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 588 Wet van 21 november 2002 tot vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

Uitspraak vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD. Sector civiel recht. Vonnis in kort geding van 16 juli 2010

Uitspraak vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD. Sector civiel recht. Vonnis in kort geding van 16 juli 2010 Datum uitspraak: 16-07-2010 Datum publicatie: 09-11-2010 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Geschil over voor buitenschoolse dan wel tussenschools opvang gehuurde

Nadere informatie

ACTUALITEITEN BEDRIJFSRUIMTE SPREKER MR. M. VAN SCHOONHOVEN-SLOOT, ADVOCAAT DLA PIPER NEDERLAND N.V. 19 MAART 2015 15:00 17:15 UUR WWW.AVDR.

ACTUALITEITEN BEDRIJFSRUIMTE SPREKER MR. M. VAN SCHOONHOVEN-SLOOT, ADVOCAAT DLA PIPER NEDERLAND N.V. 19 MAART 2015 15:00 17:15 UUR WWW.AVDR. ACTUALITEITEN BEDRIJFSRUIMTE SPREKER MR. M. VAN SCHOONHOVEN-SLOOT, ADVOCAAT DLA PIPER NEDERLAND N.V. 19 MAART 2015 15:00 17:15 UUR WWW.AVDR.NL Inhoudsopgave Mr. M. van Schoonhoven-Sloot Jurisprudentie

Nadere informatie

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt:

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt: 1.1 Wat is huur? Alles is te koop is een veelgehoorde uitdrukking. Je zou ook kunnen zeggen alles is te huur. Dit boek gaat over huurrecht. Huur is een bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen dat er een

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Den Haag, 21 april 2017 dossiernummer: 103601 uw kenmerk: telefoonnummer: +31 (0)70 335 35 61 e-mail: m.deregt@advocatenorde.nl Betreft: consultatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBDHA:2017:364 ECLI:NL:RBDHA:2017:364 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-01-2017 Datum publicatie 17-01-2017 Zaaknummer 5138951 RL EXPL 16-16760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Leegstandwet (uitbreiding van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik en uitbreiding van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur) Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de verhuur aan jongeren. Dit model is gebaseerd op het Aedes model-huurcontract

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE HUURRECHT

JURISPRUDENTIE HUURRECHT JURISPRUDENTIE HUURRECHT SPREKER PROF. MR. A.W. JONGBLOED HOOGLERAAR EXECUTIE- EN BESLAGRECHT UNIVERSITEIT UTRECHT, RAADSHEER-PLAATSVERVANGER HOF ARNHEM- LEEUWARDEN, RAADSHEER-PLAATSVERVANGER HOF AMSTERDAM

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2014Z11661

Nadere informatie

uitspraak van de week

uitspraak van de week Auteur : mr. W.A.E. Meuris Datum : 18 juli 2018 Onderwerp : Loondoorbetalingsverplichting voor werkgever indien in hoger beroep door het Hof wordt geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht was?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Huurovereenkomst. Vraag en antwoord. Huurovereenkomst. Geliberaliseerde huurovereenkomsten. Huurbescherming

Huurovereenkomst. Vraag en antwoord. Huurovereenkomst. Geliberaliseerde huurovereenkomsten. Huurbescherming pagina 1 van 12 Huurovereenkomst Vraag en antwoord Huurovereenkomst 1. 2. 3. 4. 5. 6. Wat staat er in een standaard huurovereenkomst? Welke regels zijn verder van toepassing? Wat gebeurt er als de afgesproken

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Modelcontract promovendi zelfstandige woonruimte (juli 2016)

Modelcontract promovendi zelfstandige woonruimte (juli 2016) Modelcontract promovendi zelfstandige woonruimte (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de verhuur aan promovendi. 1 Dit model is gebaseerd op het Aedes model-huurcontract

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

V. Overig privaatrecht

V. Overig privaatrecht V. Overig privaatrecht TBR 2014/68 Rechtbank Midden-Nederland, 29 januari 2014, zaak- en rekestnummer 2470355 ME VERZ 13-343 (Huur van woonappartement met bijbehorende parkeerplaats) Mr. O.E. Mulder BW:

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-40 Datum uitspraak: 24 september 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: H.G. Warmer en S.H.M. Warmer-Bleij te Neede, verder te noemen: Warmer,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-29 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: S. van der Veen en T. van der Veen--Koster te Ferwert, verder te noemen:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 16082017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C/03/239274 / KG ZA 17423 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1 Modeldagvaarding: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning waarbij de makelaar/bemiddelaar zowel voor de particuliere huurder als de verhuurder heeft bemiddeld. Een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016) Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de tijdelijke verhuur van zelfstandige

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

WR 2014/21: Medehuur: verleend medehuurderschap vernietigd op grond van dwaling; twee samenlevende zussen; informatieplicht aankoop woning door huu...

WR 2014/21: Medehuur: verleend medehuurderschap vernietigd op grond van dwaling; twee samenlevende zussen; informatieplicht aankoop woning door huu... WR 2014/21: Medehuur: verleend medehuurderschap vernietigd op grond van dwaling; twee samenlevende zussen; informatieplicht aankoop woning door huu... Klik hier om het document te openen in een browser

Nadere informatie

Onderdeel. mr. dr. G.M. Kerpestein

Onderdeel. mr. dr. G.M. Kerpestein Onderdeel mr. dr. G.M. Kerpestein Inhoudsopgave mr. dr. G.M. Kerpestein HR 24 september 2010, NJ 2010/649 (Toko Mitra/PMT)... 1 HR 26 maart 2010, NJ 2010/190 (Van Helsdingen/Klein)... 8 HR 28 mei 2010,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.2385 (062.02), ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D Zaak : Farmaceutische zorg, Mycolog Oleogel Zaaknummer : ANO06.106 Zittingsdatum : 13 december 2006 1/6 Zaak: ANO06.106, farmaceutische zorg, Mycolog

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221 ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221 Instantie Datum uitspraak 02-03-2011 Datum publicatie 18-10-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 1002383/10-8074 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-41 Datum uitspraak: 23 september 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies In het geschil tussen: P. Elavarasu te Veldhoven, verder te noemen: Elavarasu bijgestaan

Nadere informatie

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015)

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) A.175188.01/3402342/2 MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) Toelichting ten behoeve van een verhuurder Iemand

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

Adres, Postcode, Plaats

Adres, Postcode, Plaats HUUROVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD ONDERGETEKENDEN: Naam : Adres : Postcode / plaats : Telefoon : Mobiele nummer : E-mail adres : IBAN rekeningnummer : Hierna te noemen verhuurder en beheerder. Naam :

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/149386

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300 ECLI:NL:RBGEL:2017:4300 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer 57810247/CV VERZ 17-2894 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Klager heeft zijn makelaar (beklaagde) een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn woonboerderij

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015 ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR 1. Wettelijke regeling Art. 39 Fw.: in geval van faillissement van de huurder kan

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016) Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de tijdelijke verhuur van onzelfstandige woonruimte. 1 Bij enkele

Nadere informatie

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie.

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie. Dit artikel is als volgt onderverdeeld: I. de medewerkingplicht van de huurder; II. huurbeëindiging wegens renovatie: de mogelijkheden; III. vergoedingsrechten. I. DE MEDEWERKINGPLICHT VAN DE HUURDER Artikel

Nadere informatie

Uitvoeringsinstructie 12

Uitvoeringsinstructie 12 Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur Datum van ingang: Relatie met Leegstandwet Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 15 Bepalingen m.b.t. vergunningverlening Artikel 16 Bepalingen m.b.t. huur en

Nadere informatie

Actualiteiten huurrecht

Actualiteiten huurrecht Actualiteiten huurrecht mr. M.-L.W.J.S. Knook (Marlies), advocaat mr. M.E.G.W. Beker (Mirte), advocaat Onderwerpen Algemeen 1. Opzegging 2. Head of Terms Woonruimte 3. Servicekosten 4. Tijdelijke verhuur

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 Instantie Datum uitspraak 02-04-2008 Datum publicatie 07-04-2008 Zaaknummer C 06/14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Inleiding 13 Wat is huur? 13 Wat kun je huren? Schema overzicht huurobjecten 14 (Semi)dwingend recht 17 1.3.1 Regelend recht (of aanvullend recht) 17

Nadere informatie