NEA 2009: vinger aan de pols van werkend Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NEA 2009: vinger aan de pols van werkend Nederland"

Transcriptie

1 NEA 2009 TNO Kwaliteit van Leven Mei 2010 John Klein Hesselink (TNO) Lando Koppes (TNO) Astrid Pleijers (CBS) Ernest de Vroome (TNO) NEA 2009: vinger aan de pols van werkend Nederland INHOUDSOPGAVE Tien highlights uit de NEA Kerncijfers NEA Werktijd en overwerk 4 2. Door willen werken tot en na het 65e levensjaar 4 3. Baanonzekerheid en ander werk zoeken 5 4. Arbeidsvoorwaarden 6 5. Organisatieveranderingen 7 6. Arbeidsveiligheid 7 7. Sociale steun van leidinggevende en collega's 8 8. Werken met een chronische aandoening 9 9. Opleiding en ontwikkeling Tevredenheid met het werk en de arbeidsomstandigheden 11 De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) is het grootste periodieke onderzoek in Nederland naar de arbeidssituatie van werknemers. De NEA maakt deel uit van het TNO Meerjarenprogramma Innovatie van Arbeid ( ). TNO en CBS voeren de NEA uit met steun van het Ministerie van SZW. Het doel van de NEA is om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte op het gebied van arbeid in Nederland bij werkgeversorganisaties, vakbonden, bedrijven en instellingen en bij de overheid. Zij kunnen de resultaten benutten om de kwaliteit van de arbeid in Nederland te verbeteren. Verdeling van de NEA 2009 respondenten naar beroep en bedrijfstak 12 Vragenlijst 13 Resultaten in tabelvorm 21

2 2 NEA 2009 Tien highlights uit de NEA 2009 De NEA volgt de trends in vele arbeidsrisico's, effecten van die risico's en maatregelen die werkgevers in verband daarmee treffen. Na een samenvattend overzicht van kerncijfers uit de NEA 2009 belicht deze brochure tien thema's in meer detail. In deze brochure is ook de NEA-vragenlijst opgenomen. De brochure sluit af met een overzichtstabel waarin de resultaten staan van alle vragen uit de vragenlijst, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en sector. Mogelijkheden van de NEA De NEA is voor het eerst in 2003 uitgevoerd en wordt vanaf 2005 ieder jaar gehouden. In 2009 is de respons werknemers. De jaarlijkse uitvoering van de NEA maakt het mogelijk om trends in de tijd weer te geven. De NEA-gegevens worden ook veelvuldig gebruikt om de samenhang tussen verschillende aspecten van het werk te bepalen en om duidelijkheid te verkrijgen over wat de (gezondheids)gevolgen voor werknemers zijn van specifieke arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden. Doordat de NEA informatie bevat over de blootstelling van werknemers aan verschillende arbeidsrisico's, is de NEA goed in staat om risicogroepen te identificeren. De omvang van de NEA maakt het ook mogelijk om de arbeidssituatie te beschrijven voor een specifieke beroepsgroep of voor een specifieke branche. Op basis van de NEA kunnen betrouwbare uitspraken worden gedaan over meer dan 40 beroepen en meer dan 100 branches. Hierdoor leent de NEA zich uitstekend voor gebruik als referentiebestand of als benchmarkinstrument. Meer NEA-resultaten De eerste resultaten van elke NEA worden elk jaar in mei gepubliceerd. Dat gebeurt met een landelijk persbericht, via de NEA-website ( Statline ( het rapport NEA 2009 en via deze brochure. De resultaten van de NEA 2009 worden meer uitgebreid beschreven in de Arbobalans 2010, die in het najaar van 2010 zal verschijnen. Het aantal resultaten dat afkomstig is van de NEA's van 2003 tot en met 2009 groeit gestaag, en heeft verschillende (wetenschappelijke) artikelen, boekhoofdstukken, persberichten en presentaties op congressen en symposia opgeleverd. De belangrijkste NEA-publicaties zijn te vinden via de website van TNO ( verschillende aspecten van de arbeidssituatie en over de samenhang tussen de arbeidssituatie en de gezondheid en het functioneren van werknemers. TNO werkt hierbij op brede schaal samen met universiteiten en andere kennisinstellingen. Meer informatie over het NEA-cohortonderzoek is te vinden via Technische gegevens De steekproef van de NEA wordt door het CBS uit de Polisadministratie getrokken, een bestand met daarin gegevens van alle Nederlandse werknemers. De werknemers krijgen de vragenlijst op hun huisadres toegestuurd en kunnen de ingevulde lijst per post retourneren. De lijst kan naar wens ook via Internet worden ingevuld. Het CBS voert vervolgens een weging uit zodat de NEA-gegevens beschouwd kunnen worden als representatief voor de Nederlandse werknemerspopulatie. Het CBS biedt tevens de mogelijkheid om de NEA-gegevens te koppelen aan andere databronnen uit het Sociaal Statistisch Bestand. Meer informatie hierover is te vinden op www. cbs.nl/cvb. Meer details over de werkwijze van het NEA-onderzoek zijn te vinden in het rapport NEA 2009: Methodologie en globale resultaten, dat is te downloaden van de website Naast NEA ook WEA Naast het werknemersonderzoek NEA heeft TNO in 2008 ook grootschalig onderzoek uitgevoerd bij werkgevers. Over deze Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) is eveneens een brochure verschenen met algemene resultaten en enkele highlights. Deze WEA-brochure is te downloaden via NEA-cohortonderzoek Een nieuw element van de NEA is dat de respondenten uit 2007 opnieuw zijn benaderd in 2008 en Dit vervolgonderzoek is uitgevoerd naast de reguliere NEA 2008 en 2009 en heeft geleid tot een respons van ruim personen in 2008 en bijna personen in Het NEA-cohortonderzoek behoort daarmee tot de grootste longitudinale arbeidsonderzoeken ter wereld. Het biedt uitgebreide mogelijkheden om kennis te ontwikkelen over de samenhang tussen de

3 Vinger aan de pols van werkend Nederland 3 Kerncijfers NEA 2009 In onderstaand schema staan de belangrijkste resultaten van de NEA Ze geven in percentages en gemiddelden een beeld van de Nederlandse werknemers en hun werksituatie. Al deze cijfers en nog veel meer staan ook in de grote overzichts tabel aan het eind van deze brochure. De cijfers worden daar ook specifiek voor mannen, vrouwen, werknemers in 3 leeftijdsgroepen en in 12 bedrijfssectoren gegeven. Wie is de Nederlandse werknemer? Aantal werknemers in Nederland: Geslacht: 53% man, 47% vrouw Leeftijd: 40 jaar Opleidingsniveau: 26% VMBO, 43% HAVO/MBO, 30% HBO Rookt: 28% Consumeert alcohol: 73% Voldoet aan Norm Gezond Bewegen: 49% Overgewicht (BMI 25 kg/m2): 44% Extreem overgewicht (BMI 30 kg/m2): 10% Hoe is zijn/haar werksituatie? Geen vaste aanstelling: 21% Parttime aanstelling (<32 uur): 35% Regelmatig avond/nachtwerk: 24% Structureel overwerk: 26% Reistijd: 53 min/dag Beeldschermwerk: 2,8 uur/dag Telewerker: 13% Gevaarlijk werk: 21% Kracht zetten: 41% Ongemakkelijke werkhouding: 36% Lawaai: 25% Niet zelf volgorde van werk bepalen: 12% Onder hoge tijdsdruk werken: 79% Emotioneel veeleisend werk: 51% Ongewenst gedrag collega s: 16% Ongewenst gedrag klanten: 25% Wat zijn de effecten? Ervaren gezondheid goed t/m uitstekend: 91% Burnout: 13% Verzuim: 4,0% Chronische aandoening: 38% Arbeidsgehandicapt: 18% Arbeidsongeval met letsel en verzuim: 3,1% Tevreden met: werk: 79% arbeidsomstandigheden: 74% salaris (rapportcijfer): 6,4 promotie & loopbaanmogelijkheden (rapportcijfer): 5,6 Verlof- en vakantiemogelijkheden (rapportcijfer): 7,2 Zorgen over baanbehoud: 23% Door willen werken tot 65 jaar: 42% Door kunnen werken tot 65 jaar: 45% Door willen werken na 65 jaar: 13% Wat vindt hij/zij van het bedrijfsbeleid? Bekend met aanwezigheid preventiemedewerker of arbo-coördinator: 52% Bekend met beschikbaarheid arbocatalogus: 27% Veilig werken wordt gestimuleerd: 68% Arbo-maatregelen nodig vanwege: werkstress: 40% lichamelijk zwaar werk: 16% veiligheid, arbeidsongevallen: 10% ongewenst gedrag van klanten: 8% ongewenst gedrag van leidinggevenden en collega's: 5%

4 4 NEA Werktijden en overwerk De laatste jaren wordt in de discussie over de verhoging van de arbeidsdeelname in Nederland veel aandacht besteed aan de mogelijkheid om parttimers meer uren per week te laten werken. Maar hoe groot zijn eigenlijk de mogelijkheden voor uitbreiding van de arbeidsinzet van parttimers als ook rekening wordt gehouden met het aantal uren huishoudelijke en zorgtaken dat zij verrichten naast hun werk? Om antwoord te krijgen op deze vraag is in figuur 1 onderscheid gemaakt in 10 groepen van werknemers met een verschillend aantal werkuren per week (volgens de arbeidsovereenkomst). De figuur laat zien dat er weinig variatie is in de totale tijd besteed aan werk en huishoudelijke en zorgtaken. Zo'n 50 tot 55 uur per week lijkt voor veel werknemers de standaard te zijn. Alleen werknemers die 37 of meer uur per week werken zijn wekelijks meer uren in touw. Werknemers met kleine parttime banen tot en met 12 uur per week zijn gemiddeld minder dan 40 uur per week actief met werk, overwerk, huishoudelijke en zorgtaken, maar dat komt door het grote aantal studenten in deze groepen met bijbanen naast de studie, vooral in de detailhandel en de horeca. Bij werknemers met parttime banen tot en met 20 uur is het aantal overwerkuren relatief groot. Zij werken gemiddeld dus aanzienlijk meer uren per week dan hun arbeidsovereenkomst aangeeft. Bij de fulltimers is er veel overwerk en is de totale tijd besteed aan huishoudelijke en zorgtaken relatief klein. Op basis van de wisselwerking die blijkt te bestaan tussen de tijd besteed aan werk en de tijd besteed aan huishoudelijke en zorgtaken verwachten wij dat de mogelijkheden voor uitbreiding van de arbeidsinzet van parttimers vooral gezocht moeten worden in het professionaliseren van huishoudelijke en zorgtaken, zodat de huidige werknemers met een deeltijdbaan de handen meer vrij krijgen om betaalde arbeid te gaan verrichten. FIGUUR 1 37 uur of meer 33 t/m 36 uur 29 t/m 32 uur 25 t/m 28 uur 21 t/m 24 uur 17 t/m 20 uur 13 t/m 16 uur 9 t/m 12 uur 5 t/m 8 uur 0 t/m 4 uur Totaal Gemiddelde tijd per week besteed aan werk, overwerk en huishoudelijke en zorgtaken door werknemers in 10 werkurencategorieën (NEA 2009) Werkweek Overwerk 2. Door willen werken tot en na het 65e levensjaar Ondanks de economische crisis en de daarmee gestegen werkloosheid staat het verhogen van de arbeidsparticipatie bovenaan de lijst van prioriteiten van de overheid. Zodra de crisis is verdwenen wordt weer een krappe arbeidsmarkt verwacht en daarom wordt nu al veel belang gehecht aan het voorkómen van uitval, het zo snel mogelijk reïntegreren van uitvallers, het in uren uitbreiden van parttime banen en het doorwerken tot het 65e levensjaar. Recent is ook het doorwerken na het 65e levensjaar onderwerp geworden van veel discussie. In figuur 2 is te zien dat het percentage werknemers dat tot het 65e jaar wil doorwerken ieder jaar toeneemt. In vier jaar tijd is het percentage maarliefst Huishoudelijke en zorgtaken verdubbeld van 21% in 2005 naar 42% in De stijging doet zich voor in alle werknemers groepen en sectoren, maar de grootte van de stijging verschilt. Procentueel gezien is de stijging het grootst bij mannen, de 25 tot en met 54-jarigen en bij werknemers in de bouwnijverheid. De stijging is het kleinst bij de 15 tot en met 24-jarigen en in de horeca. Absoluut gezien verschilt het percentage werknemers dat tot 65 jaar door wil werken eveneens tussen de groepen. Bij vrouwen en oudere werknemers is de bereidheid iets geringer dan bij mannen en jongeren. Ondanks de relatief grote stijging in de bouwnijverheid sinds 2005, is de bereidheid tot 65 jaar door te werken

5 Vinger aan de pols van werkend Nederland 5 3. Baanonzekerheid en ander werk zoeken 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% FIGUUR 3 Totaal Mannen Vrouwen Percentage werknemers dat aangeeft het risico te lopen om de baan te verliezen (NEA 2007, 2008, 2009) 15 t/m 24 jaar 25 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Overige dienstverlening In de huidige crisisperiode staan banen van werknemers op de tocht. Figuur 3 laat zien dat de door werknemers ervaren baanonzekerheid is toegenomen van 16,7% in 2007 via 17,3% in 2008 naar 22,8% in De toename heeft dus vooral in 2009 plaatsgevonden. De toename van de baanonzekerheid is vooral groter bij mannen en jongeren. Bij deze groepen is in dezelfde periode ook de werkloosheid meer gestegen dan bij vrouwen en oudere werknemers. In de sectoren landbouw en visserij, industrie, bouwnijverheid, horeca en vervoer en communicatie is ook al in 2008 een toename van de baanonzekerheid te zien. Dit zijn ook grotendeels de sectoren waar de gevolgen van de crisis zich als eerste aftekenden. In de financiële dienstverlening is de baanonzekerheid met 38,6% het grootst en dat was ook in de voorgaande jaren al het beduidend laag bij werknemers in die sector. Werknemers in de landbouw en visserij, en ook in de zakelijke dienstverlening en het onderwijs antwoorden relatief vaak "ja" op de vraag of men tot 65 jaar wil doorwerken. Het percentage werknemers dat ook na het 65e levensjaar werkzaam wil blijven is van 2008 tot 2009 slechts in geringe mate gestegen, namelijk van 11,7% naar 13,0%. Op basis van deze resultaten verwachten we dat de arbeidsparticipatie van ouderen tot 65 jaar verder zal stijgen, maar dat de arbeids participatie van 65-plussers niet snel grote vormen zal aannemen. 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% FIGUUR 2 Totaal Mannen Vrouwen Percentage werknemers dat tot het 65e jaar werkzaam wil blijven (NEA 2005, 2006, 2007, 2008, 2009) 15 t/m 24 jaar 25 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Overige dienstverlening 2005 Toename 2006 Toename 2007 Toename 2008 Toename 2009

6 6 NEA 2009 geval. Alleen in het onderwijs en de gezondheidszorg wordt het risico om de baan te verliezen door minder dan 15% van de werknemers gemeld. In deze twee sectoren is de baanonzekerheid ook niet of nauwelijks toe- of afgenomen. Bij het openbaar bestuur gaven in 2008 minder werknemers aan onzeker te zijn over het behoud van hun baan dan in het jaar daarvoor en daarna. Dit is mogelijk het gevolg van het komen en gaan van de discussie over inkrimping van het openbaar bestuur in deze jaren (zie ook highlight 5). De stijging in baanonzekerheid gaat samen met een kleine daling van het percentage werknemers dat ander werkt zoekt. In 2007 en 2008 zocht ongeveer 26% van de werknemers ander werk, in 2009 is dat gedaald naar 24%. De in tijden van crisis gewenste toename van de mobiliteit op de arbeidsmarkt heeft dus niet plaatsgevonden bij werknemers. De daling in het actief op zoek gaan naar ander werk is vooral groot in de sectoren landbouw en visserij, bouwnijverheid en cultuur en overige dienstverlening. 4. Arbeidsvoorwaarden In de NEA-vragenlijst worden 13 arbeidsvoorwaarden aan de werknemers voorgelegd. Gevraagd is om de tevredenheid met ieder van deze arbeidsvoorwaarden aan te geven met een rapportcijfer dat loopt van 1 tot 10. Het is interessant om de beoordeling van deze set van arbeidsvoorwaarden in 2007 te vergelijken met de beoordeling in 2009, vanwege de invloed die de crisis kan hebben op de beleving van de arbeidsvoorwaarden. Vergelijking met 2008 is niet mogelijk omdat toen de vraagstelling anders was. Figuur 4 laat zien dat werknemers in 2007 het meest tevreden waren met het salaris. In 2009 is het salaris echter gedaald naar de zesde plaats. In 2009 is men het meest tevreden met de verlof- en vakantiemogelijkheden. In 2007 stond deze arbeidsvoorwaarde overigens al op de tweede plaats, direct achter het salaris. Vooral de tevredenheid met de mogelijkheid om in deeltijd te werken is toegenomen en staat nu op een gedeelde derde plaats, samen met flexibele werktijdregeling. Mogelijk is deze toename te verklaren doordat er in tijden van crisis minder werk is en werkgevers meer bereid zijn om deeltijdwerk te FIGUUR 4 faciliteren, waardoor werknemers meer tevreden zijn over de mogelijkheden die op dit gebied worden geboden. Opvallend is dat werknemers niet zo tevreden zijn over de arbeidsvoorwaarden die recent onderwerp van cao-onder handelingen zijn geworden (resultaatgerichte beloning, zelf de arbeidsvoorwaarden samenstellen, thuiswerkregeling). Ook over de scholings- en ontwikkelingsmogelijkheden zijn werk nemers betrekkelijk ontevreden. Het zijn vooral de op de persoonlijke situatie gerichte arbeidsvoorwaarden, zoals het in komen en de mogelijkheden om de eigen tijd in te richten, waar men het meest tevreden over is. Gemiddeld rapportcijfer voor tevredenheid met arbeidsvoorwaarden (NEA 2007, 2009) Salaris Verlof- en vakantiemogelijkheden Overlegmogelijkheden Flexibele werktijdregeling Pensioenregeling Reiskostenvergoeding Mogelijkheden om in deeltijd te werken Functioneringsgesprekken Promotie- en loopbaanmogelijkheden Scholings- en opleidingsmogelijkheden Resultaatgerichte (prestatie)beloning Zelf arbeidsvoorwaarden samenstellen Thuiswerkregeling

7 Vinger aan de pols van werkend Nederland 7 5. Organisatieveranderingen Het Nederlandse bedrijfsleven is sterk in ontwikkeling. In 2009 gaf 47% van de werknemers aan dat er bij hen in de organisatie sprake was van één of meer organisatieveranderingen. In 2008 en 2007 was dat nog 43%. Figuur 5 laat zien dat in 2009 veel werknemers met inkrimping te maken kregen. Het percentage werknemers dat te maken heeft met inkrimping in hun organisatie zonder gedwongen ontslagen is in een jaar gestegen van 9% naar 13% en het percentage werknemers dat te maken heeft met inkrimping met gedwongen ontslagen is zelfs gestegen van 5% naar 12%. Ingrepen als automatisering van bedrijfsactiviteiten, uitbesteding van ondersteunende diensten, fusies en overnames nemen echter iets af. Grote reorganisaties nemen iets toe en zijn nog steeds het meest gemelde type organisatie-verandering. Vooral werknemers in de industrie, de sector transport en communicatie, de financiële dienstverlening, het openbaar bestuur en de gezondheidszorg melden organisatieveranderingen. Werknemers in de landbouw en visserij, de bouwnijverheid, de handel, de horeca, het onderwijs en de cultuur en overige dienstverlening melden dit soort veranderingen minder vaak. Inkrimpingen met gedwongen ontslagen deden zich in 2009 relatief vaak voor in de industrie, vervoer en communicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. In 2008 begon de inkrimping met gedwongen ontslagen al in de financiële dienstverlening. In de sectoren landbouw en visserij, handel, horeca, openbaar bestuur, onderwijs, gezondheidszorg en cultuur en overige dienstverlening is er relatief weinig sprake van inkrimping met gedwongen ontslagen. In het openbaar bestuur komt echter wel vaak inkrimping zonder gedwongen ontslagen voor, vooral in de jaren 2007 en FIGUUR 5 Percentage werknemers dat organisatieveranderingen rapporteert (NEA 2007, 2008, 2009) Een grote reorganisatie Inkrimping zonder gedwongen ontslagen Inkrimping met gedwongen ontslagen Automatisering van bedrijfsactiviteiten Uitbesteding van ondersteunende diensten Fusie met een ander bedrijf Overname door een andere organisatie Overname van een andere organisatie Verplaatsing bedrijfsactiviteiten naar buitenland 6. Arbeidsveiligheid 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% Het succes bij het nemen van maatregelen op het gebied van de arbeidsveiligheid is mede afhankelijk van de communicatie tussen de leiding van het bedrijf en de werknemers op de werkvloer. Vaak horen we dat als de economische situatie slecht is, ook de aan dacht voor de veiligheid van werknemers daaronder leidt. In de NEA zijn in 2008 en 2009 vijf vragen gesteld aan de werknemers over de arbeidsveiligheid. We kunnen dus een indicatie krijgen van de invloed van de crisis op de cultuur rond de arbeidsveiligheid. Inderdaad blijkt uit figuur 6 dat op uitspraken over arbeidsveiligheid het percentage werknemers dat een bevestigend antwoord geeft van 2008 naar 2009 enigszins afneemt. Er is volgens werknemers dus iets minder aandacht voor de arbeidsveiligheid in 2009 ten opzichte van De daling in deze aandacht doet zich vooral voor in de sectoren bouwnijverheid, vervoer en communicatie en de financiële en zakelijke dienst verlening. Dit zijn sectoren die ook sterk te lijden hebben van de economische crisis. Overigens is er in de sectoren landbouw en visserij, industrie en bouwnijverheid nog

8 8 NEA 2009 steeds meer aandacht voor alle vijf veiligheidsaspecten dan in andere sectoren. Het zijn ook de sectoren waar veiligheid een grote rol speelt. In de sectoren handel, vervoer en communicatie, financiële en zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur en onderwijs melden werknemers minder aandacht voor dit soort aspecten. In de sector vervoer en communicatie geldt dit vooral voor het luisteren naar suggesties van medewerkers en het snel aanpakken van veiligheidsproblemen. In de horeca krijgen de werknemers minder vaak informatie, maar worden de veiligheidsproblemen wel vaker snel aangepakt. FIGUUR 6 Bedrijf houdt zich aan regels over veilig werken Veilig werken wordt gestimuleerd Veiligheidsproblemen worden snel aangepakt Medewerkers krijgen info over veilig werken Bedrijf luistert naar suggesties Percentage werknemers dat het (helemaal) eens is met een bepaald aspect ten aanzien van arbeidsveiligheid (NEA 2008 en 2009) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Sociale steun van leidinggevende en collega's FIGUUR 7 helpen het werk gedaan te krijgen kan mensen goed laten samenwerken helpt het werk gedaan te krijgen besteedt aandacht aan wat ik zeg heeft oog voor welzijn medewerkers Percentage werknemers dat het (helemaal) eens is met uitspraken over sociale steun (NEA 2007, 2008, 2009) MIJN COLLEGA'S: zijn goed in hun werk zijn vriendelijk hebben persoonlijke belangstelling voor mij MIJN LEIDINGGEVENDE: 0 20% 40% 60% 80% 100% Sociale steun van de leidinggevende en van collega's is een belangrijke positieve factor in het werk. Beide factoren zijn de afgelopen drie jaren in de NEA gemeten. Hoewel meer werknemers sociale steun van collega's dan van hun leidinggevende ervaren, laat figuur 7 wel zien dat de steun van de leidinggevende licht toeneemt over de jaren 2007 tot en met De oorzaak van deze stijging is niet duidelijk. Mogelijk besteden leiding gevenden in economisch slechte tijden meer tijd aan contact met de medewerkers omdat er minder werk is, of omdat men het contact met de medewerkers in economisch slechte tijden belangrijker vindt. Vrouwen ervaren over het algemeen meer sociale steun van de leidinggevende en van collega's dan mannen, en jongeren meer dan ouderen. De meeste steun van de leidinggevende wordt ervaren door werknemers in de landbouw en visserij, financiële en zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur en overige dienstverlening, terwijl werk nemers

9 Vinger aan de pols van werkend Nederland 9 8. Werken met een chronische aandoening De afgelopen jaren is de arbeidsparticipatie van ouderen in Nederland fors toegenomen en het kabinet investeert verder in de inzetbaarheid en kansen van ouderen op de arbeidsmarkt. Door de stijging van de arbeidsdeelname van ouderen wordt een toename verwacht in het aandeel werknemers dat te maken heeft met een chronische aandoening. Figuur 8 laat zien dat het percentage werknemers met een chronische aandoening de afgelopen jaren inderdaad is gestegen. In 2009 had 38,1% van de werknemers een chronische aandoening, in 2005 was dat 33,7%. Deels kan dit verklaard worden door de stijging in het aandeel oudere werknemers en daarnaast blijven wellicht meer mensen met een aandoening aan het werk dan in De meest voorkomende chronische aandoeningen bij werknemers zijn klachten aan het bewegingsapparaat. Bij ongeveer de helft van de werknemers met een chronische aandoening vormt deze aandoening een belemmering bij het uitvoeren van hun werk. Deze groep wordt "arbeidsgehandicapt" genoemd. Het percentage werknemers met een arbeidshandicap komt in 2009 daarmee uit op 18% en dit percentage is sinds 2005 redelijk stabiel gebleven. Vrouwen hebben vaker te maken met een chronische aandoening (41%) dan mannen (35%). Ook hebben zij vaker (20%) last van de gevolgen van hun aandoening in het werk dan mannen (16%). Het is niet verwonderlijk dat het aandeel werknemers met een chronische aandoening sterk stijgt met de leeftijd. Werknemers van 55 tot en met 64 jaar hebben bijna in twee keer zo veel gevallen (53%) te kampen met een chronische aandoening als jongeren van 15 tot en met 24 jaar (27%). Het aandeel met een arbeidshandicap is zelfs meer dan twee keer zo groot bij de oudere (28%) als bij jongere werknemers (12%). In de gezondheids zorg en de industrie zijn de meeste werknemers met een chronische aandoening (beide ruim 40%), in de landbouw en visserij de minste (31%). FIGUUR 8 Percentage werknemers met een chronische aandoening, respectievelijk met een arbeidshandicap (NEA 2005, 2006, 2007, 2008, 2009) 60% 50% in de sectoren industrie en vervoer en communicatie juist minder steun van de leidinggevende ervaren. Steun van collega's is laag in de industrie, bouwnijver heid en vervoer en communicatie. In de financiële dienstverlening, het onderwijs, de zorg en de overige dienstverlening ervaart men juist meer sociale steun van collega's. Er zijn dus veel werknemers die sociale steun van hun collega's en leidinggevende ervaren. Er moeten echter wel contactmogelijkheden zijn. In sectoren waar veel wordt samen gewerkt wordt ook meer sociale steun ervaren. Veel werknemers in de sector vervoer en communicatie zijn vaak lange tijd alleen aan het werk. In de industrie en de bouw zijn er vaak fysieke beperkingen zoals lawaai en onoverzichtelijke situaties waardoor de contact mogelijkheden beperkt zijn. De mogelijkheden om sociale steun te ontvangen zijn dus ook gerelateerd aan de werksituatie. 40% 30% 20% 10% 0% Chronische aandoening Mannen Vrouwen 15 t/m 24 jaar 25 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Arbeidsgehandicapt door aandoening Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Overige dienstverlening

10 10 NEA Opleiding en ontwikkeling Investeren in opleiding en ontwikkeling vergroot de inzetbaarheid van werknemers. Vanwege de economische crisis in 2009, hebben bedrijven enerzijds minder budget beschikbaar voor opleiding, maar anderzijds krijgen medewerkers ruimte om zich bij te scholen, bijvoorbeeld via deeltijd WW. Figuur 9 laat zien dat in 2009 het aandeel werknemers dat in de voorafgaande twee jaar een interne cursus gevolgd heeft 56% was. Het percentage deelnemers aan door de werkgever betaalde externe cursussen was 43%. In 2008 was dit aandeel voor beide typen cursussen iets hoger (59% en 44%). Ook het percentage werknemers dat in de voorafgaande twee jaar promotie heeft gemaakt lijkt in 2009 (15,9%) iets lager dan in 2008 (18,3%). Of de economische crisis zijn weerslag heeft op de opleidingsdeelname en promotie van werknemers is op basis van deze cijfers nog niet éénduidig te zeggen. Onder mannen en werknemers van 25 tot en met 54 jaar was de deelname aan cursussen hoger dan onder vrouwen en jongere of oudere werknemers. Mannen en de 15- tot en met 54-jarigen maakten ook het vaakst promotie. De verschillen tussen mannen en vrouwen hebben waarschijnlijk te maken met het feit dat vrouwen over het algemeen minder uren werken dan mannen en daardoor minder gelegenheid hebben of geneigd zijn om zich bij te scholen of promotie te maken. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe vaker een cursus werd gevolgd en promotie werd gemaakt. Van de hoogopgeleiden volgde 68% van de werknemers een interne cursus. Bij de laagopgeleiden was dat slechts 42%. Voor de externe opleidingen was het patroon ongeveer hetzelfde, al was de deelname voor beide groepen lager (55% en 31%). Werknemers met een hoger opleidingsniveau maakten in meer gevallen (20%) promotie in hun werk dan de laagopgeleiden (12%). In de sector openbaar bestuur was het percentage werknemers dat een interne opleiding heeft gevolgd het grootst (77%), 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% FIGUUR 9 Totaal Mannen Vrouwen Percentage werknemers dat in de voorafgaande twee jaar een interne of externe cursus heeft gedaan of promotie heeft gemaakt (NEA 2009) 15 t/m 24 jaar 25 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar Laagopgeleid (<=VBO) Middelbaar opgeleid (HAVO-MBO) Hoogopgeleid (HBO-WO) Interne cursus of opleiding Externe cursus of opleiding Promotie gemaakt gevolgd door de sectoren onderwijs, financiële dienstverlening en gezondheidszorg. Deze sectoren scoorden ook hoog bij de externe opleidingen, evenals de sector bouwnijverheid. In de handel, horeca en de landbouw en visserij was het percentage cursusdeelname laag, waarschijnlijk omdat in deze sectoren veel laagopgeleiden werken. Binnen de financiële en zakelijke dienstverlening en binnen het openbaar bestuur is het percentage werknemers dat promotie heeft gemaakt het grootst. Aan de andere kant laat figuur 9 zien dat binnen de sectoren vervoer en communicatie, onderwijs en gezondheidszorg relatief weinig doorgroei in functies plaatsvindt. Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Overige dienstverlening

11 Vinger aan de pols van werkend Nederland Tevredenheid met het werk en de arbeidsomstandigheden De algemene tevredenheid van werknemers met het werk en de algemene tevredenheid met hun arbeidsomstandigheden is afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals de fysieke en mentale zwaarte van het werk, de omgeving waar men werkt en de arbeidsvoorwaarden. Tevredenheid en ontevredenheid zijn dan ook vaak gebonden aan specifieke beroepen en/of bedrijfstakken. In figuur 10 is te zien dat ongeveer 78% van de werknemers (zeer) tevreden is met het werk en dat rond de 75% van de werknemers (zeer) tevreden is met de arbeidsomstandigheden. Beide percentages fluctueren nauwelijks over de jaren. Klaarblijkelijk heeft de economische situatie weinig invloed gehad op de tevredenheid met het werk en de arbeidsomstandigheden. Vrouwen zijn vaker tevreden met werk en arbeidsomstandig heden dan mannen. De verschillende leeftijdsgroepen verschillen niet in hun tevredenheid over werk en arbeidsomstandigheden. Werknemers in de sectoren industrie, horeca en vervoer en communicatie zijn vaker ontevreden met zowel het werk als de arbeids omstandigheden (zie ook de tabel op pagina 32). In het openbaar bestuur en de overige dienstverlening zijn werknemers juist vaker tevreden met werk en arbeidsomstandigheden. Voor de arbeidsomstandigheden geldt dat ook werknemers in de financiële dienstverlening vaker tevreden zijn. Werknemers in de landbouw en visserij, het onderwijs en de gezondheidszorg zijn vaker tevreden met het werk, terwijl men in de handel en zakelijke dienstverlening vaker ontevreden is. Ten aanzien van de tevredenheid met de arbeidsomstandigheden zijn werknemers in de industrie, horeca en de sector vervoer en communicatie het minst positief. In de sectoren financiële dienstverlening, openbaar bestuur en overige dienstverlening zijn werknemers bovengemiddeld tevreden met hun arbeidsomstandigheden. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% FIGUUR 10 Percentage werknemers dat (zeer) tevreden is met hun werk en hun arbeidsomstandigheden (NEA 2007, 2008, 2009) Mannen Vrouwen Tevredenheid met werk 15 t/m 24 jaar 25 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Tevredenheid met arbeidsomstandigheden Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheidszorg Overige dienstverlening

12 12 NEA 2009 Verdeling van de NEA 2009-respondenten naar beroep en bedrijfstak Beroep Aantal werk nemers % BEDRIJFSTAK* Aantal werk nemers % 1 Schilders 103 0,5% 2 Loodgieters, fitters, lassers, plaat- en constructiewerkers 287 1,3% 3 Metselaars, timmerlieden en andere bouwvakkers 552 2,5% 4 Drukkers en verwante functies 129 0,6% 5 Voedingsmiddelen- en drankenbereiders 405 1,8% 6 Kleermakers, kostuumnaaisters, stoffeerders e.d. 88 0,4% 7 Elektromonteurs, reparateurs van elektrische apparaten 350 1,6% 8 Machinebankwerkers, monteurs, instrumentmakers, reparateurs 524 2,4% 9 Overige ambachtelijke en industriële beroepen 948 4,3% 10 Buschauffeurs, treinbestuurders, zeelieden, e.d ,8% 11 Vrachtwagenchauffeurs 366 1,6% 12 Laders, lossers, inpakkers, grondwerk- en kraanmachinisten 254 1,1% 13 Overige transportberoepen 279 1,3% 14 Secretaressen, typisten, e.d ,2% 15 Boekhouders, kassiers, e.d ,5% 16 Postdistributiepersoneel 92 0,4% 17 Overige administratieve beroepen ,5% 18 Vertegenwoordigers, handelsagenten 286 1,3% 19 Winkeliers, winkelbedienden en andere verkopers ,8% 20 Verzekeringsagenten, makelaars, tussenpersonen, e.d ,8% 21 Overige commerciële beroepen 776 3,5% 22 Koks, kelners, buffetbedienden 542 2,4% 23 Huisbewaarders, schoonmaakpersoneel (in gebouwen, e.d.) 322 1,5% 24 Politiepersoneel, brandweer, bewakers, e.d ,9% 25 Kappers, schoonheidsspecialisten 84 0,4% 26 Overige dienstverlenende functies 886 4,0% 27 Geneeskundigen, tandartsen, dierenartsen 221 1,0% 28 Verpleegkundigen, ziekenverzorgenden ,5% 29 Bejaardenverzorgers, kinderverzorgers, gezinshulpen e.d ,1% 30 Overige gezondheidszorgberoepen ,7% 31 Docenten basisonderwijs 406 1,8% 32 Docenten voortgezet onderwijs 324 1,5% 33 Docenten hoger onderwijs 131 0,6% 34 Overige onderwijsberoepen 379 1,7% 35 Architecten, ingenieurs en verwante technici, tekenaars 636 2,9% 36 Statistici, wiskundigen, systeemanalisten, ICT-functies 790 3,6% 37 Kunstenaars 20 0,1% 38 Overige vakspecialisten 690 3,1% 39 Akkerbouwers 17 0,1% 40 Veehouders, pluimveehouders 24 0,1% 41 Tuinbouwers, bollenkwekers, boomkwekers, hoveniers, e.d ,9% 42 Vissers, viskwekers, jagers, e.d. 6 0,0% 43 Overige agrarische beroepen 105 0,5% 44 Leidinggevende functies ,7% 45 Overige beroepen ,0% Alle beroepen ,0% Beroep ontbreekt Landbouw, bosbouw en visserij , ,2% 2 Winning van delfstoffen (geen turf) - 11, ,1% 3 Voedings- en genotmiddelenindustrie ,8% 4 Textiel, kleding en lederindustrie ,2% 5 Hout- en bouwmaterialenindustrie - 20, ,6% 6 Papierindustrie, drukken, uitgeven ,2% 7 Aardolie- rubber en kunststofindustrie - 23, ,5% 8 Vervaardiging van chemische producten ,8% 9 Vervaardiging van metalen in primaire vorm ,4% 10 Vervaardiging van producten van metaal ,2% 11 Vervaardiging van machines en apparaten ,2% 12 Vervaardiging van elektrische en optische apparaten ,9% 13 Vervaardiging auto's, aanhangwagens en opleggers ,3% 14 Vervaardiging van transportmiddelen ,4% 15 Vervaardiging meubels en overige goederen; recycling ,0% 16 Elektriciteit, aardgas, stoom, warm water ,4% 17 Winning en distributie van water ,1% 18 Bouwnijverheid ,1% 19 Handel en reparatie auto's, motoren; benzinestations ,6% 20 Groothandel en handelsbemiddeling ,5% 21 Detailhandel en reparatie ,9% 22 Horeca ,5% 23 Vervoer over land ,5% 24 Vervoer door de lucht en over water ,6% 25 Dienstverlening ten behoeve van het vervoer ,3% 26 Post en telecommunicatie ,5% 27 Financiële instellingen ,3% 28 Verzekeringswezen en pensioenfondsen ,6% 29 Activiteiten financiële instellingen ,6% 30 Verhuur van en handel in onroerende goederen ,1% 31 Verhuur van roerende goederen ,3% 32 Computerservice ,2% 33 Speur- en ontwikkelingswerk ,7% 34 Overige zakelijke dienstverlening ,7% 35 Openbaar bestuur, verplichte sociale verzekeringen ,3% 36 Onderwijs ,7% 37 Gezondheids- en welzijnszorg ,1% 38 Milieudienstverlening ,4% 39 Werkgevers, werknemers en beroepenorganisaties ,3% 40 Cultuur, sport en recreatie ,5% 41 Overige dienstverlening ,9% 42 Particuliere huishoudens met personeel in loondienst ,1% Alle sectoren ,0% Bedrijfstak ontbreekt 6 Totale respons *Standaard Bedrijfsindeling 1993 Totale respons

13 Vinger aan de pols van werkend Nederland 13 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de zesde Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden uit. De enquête gaat over uw werk en wat u daarvan vindt. Graag vraag ik uw medewerking voor dit belangrijke onderzoek. U bent speciaal geselecteerd om deze enquête in te vullen. Het is dan ook belangrijk dat u de enquête zelf invult. Door mee te doen ondersteunt u een goed doel of maakt u kans op een Staatslot of Irischeque ter waarde van 25,. Uiteraard garanderen wij uw privacy. Onderzoeksgegevens worden anoniem gemaakt en adresgegevens worden vernietigd. U kunt uw ingevulde enquête terugsturen naar Intomart GfK met bijgevoegde antwoordenvelop. De enquête is ook gemakkelijk via het internet in te vullen. Ga naar de website en vul uw unieke inlogcode in: Website: Uw unieke inlogcode: Voor meer informatie over het onderzoek, uw beloning en waarborging van uw privacy verwijs ik u naar bijgevoegde flyer. Alvast hartelijk dank voor uw medewerking. Namens TNO, CBS en het ministerie van SZW, Met vriendelijke groet, dr. Lando Koppes (TNO) Onderzoeksleider Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden Algemene informatie Invultijd: circa 25 minuten Gegevens blijven anoniem Meedoen kan tot 14 december 2009 Invullen via internet? Ga naar Voer uw inlogcode in (zie voor- of achterzijde vragenlijst) Schriftelijk invullen? Gebruik een balpen Zet in het hokje van uw keuze een kruisje Corrigeren: maak het foute hokje zwart en zet een kruisje in het goede hokje Bij invullen van getallen s.v.p. niet buiten de hokjes schrijven Verwijder dit voorvel voordat u de vragenlijst aan ons terugstuurt Retourneer de vragenlijst in de bijgevoegde antwoordenvelop (postzegel niet nodig),

14 14 NEA Persoonsgegevens Wat is uw geslacht? Man Vrouw Wat is uw geboortejaar? 19 Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgemaakt? Geen opleiding gevolgd/afgemaakt Basisonderwijs MAVO Voorbereidend beroepsonderwijs HAVO/VWO Middelbaar beroepsonderwijs Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs Hoe is uw huishouden samengesteld? Gehuwd of samenwonend zonder thuiswonende kinderen Gehuwd of samenwonend met thuiswonende kinderen Eénouder-huishouden Alleenstaand Anders Hoeveel uren per dag besteedt u gemiddeld aan uur per dag huishoudelijke taken en zorgtaken? Heeft u momenteel een betaalde baan? Nee, géén betaalde baan Vul de vragenlijst niet verder in Zo ja, heeft u één of meerdere betaalde banen? Ja, één betaalde baan Ja, meerdere betaalde banen Heeft uw partner een betaalde baan? Ja, heeft betaalde baan Nee, heeft geen betaalde baan Geen partner Heeft u meer dan één betaalde baan? Vul dan de vragenlijst in voor de baan waaraan u gemiddeld de meeste tijd besteedt! 2 Uw dienstverband a) Wat is de aard van uw dienstverband? Werknemer met vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) Werknemer met tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vaste aanstelling Werknemer met tijdelijk dienstverband voor bepaalde tijd Uitzendkracht Oproepkracht/invalkracht Werkzaam via Wet Sociale Werkvoorziening (bijv. in sociale werkplaats) b) Wat is de omvang van uw dienstverband? uren per week (volgens contract) c) Hoeveel uur per week zou u willen werken? uren per week (volgens contract) d) Op hoeveel dagen per week werkt u doorgaans? (Dus: over dagen per week hoeveel dagen worden de gewerkte uren per week verspreid?) pagina 3 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2009 Ja, regelmatig Ja, soms Nee e) Werkt u in ploegendienst? f) Heeft u het afgelopen jaar s avonds of s nachts gewerkt? g) Heeft u het afgelopen jaar in het weekend gewerkt? h) Werkt u over, dat wil zeggen meer uren dan contractueel Ja, structureel is vastgelegd? Ja, incidenteel Nee, nooit Ga naar 2k i) Hoeveel overuren maakt u gemiddeld per week? (Het gaat zowel om betaald als onbetaald overwerk. uren per week Reistijd niet meetellen, overwerk thuis wel meetellen) j) Worden uw overuren uitbetaald? Ja, volledig Ja, deels Nee k) Hoe lang pauzeert u in totaal op een gemiddelde werkdag? minuten per dag l) Hoeveel tijd besteedt u op een gemiddelde werkdag aan woon-werkverkeer? (s.v.p. heen- en terugreis optellen) minuten per dag m) Hoeveel van uw normale betaalde arbeid verricht u gemiddeld thuis? (overwerk niet meetellen) uren per week n) Hoe lang bent u werkzaam bij uw huidige werkgever? jaar maanden o) Hoe lang bent u werkzaam in uw huidige functie? jaar maanden p) Hoeveel personen werken er ongeveer in uw bedrijf of 1 tot en met tot en met 499 instelling? (Als uw bedrijf meer dan één vestiging heeft, 5 tot en met tot en met 999 geef dan alleen het aantal werknemers aan van de vestiging 10 tot en met of meer waar u werkt) 50 tot en met 99 q) Geeft u in uw huidige functie leiding? (personeel waaraan u via anderen leidinggeeft ook meetellen) Nee Ja, aan medewerkers Ja, aan 1 4 medewerkers Ja, aan medewerkers Ja, aan 5 9 medewerkers Ja, aan 100 of meer medewerkers r) Vonden in de afgelopen 12 maanden één of meer van de volgende veranderingen plaats in uw bedrijf (vestiging/locatie)? (meerdere antwoorden mogelijk) Een grote reorganisatie Fusie met een ander bedrijf Overname door een andere organisatie Uitbesteding van ondersteunende diensten Overname van een andere organisatie Verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar het buitenland Inkrimping zonder gedwongen ontslagen Automatisering van bedrijfsactiviteiten Inkrimping met gedwongen ontslagen Geen van bovenstaande veranderingen pagina 4

15 Vinger aan de pols van werkend Nederland 15 3 Uw beroep Kunt u aangeven in welke categorie uw beroep of functie het beste past? Ambachtelijke en industriële beroepen, namelijk: Schilders Loodgieters, fitters, lassers, plaat- en constructiewerkers, e.d. Metselaars, timmerlieden en andere bouwvakkers Drukkers en verwante functies Voedingsmiddelen- en drankenbereiders Kleermakers, kostuumnaaiers, stoffeerders, confectiemedewerkers, e.d. Elektromonteurs, reparateurs van elektrische apparaten Machinebankwerkers, monteurs, instrumentmakers, reparateurs van machines, e.d. Overige ambachtelijke en industriële beroepen Gezondheidszorg- en hulpverleningsberoepen, namelijk: Geneeskundigen, tandartsen, dierenartsen Verpleegkundigen, ziekenverzorgenden Bejaardenverzorgers, kinderverzorgers, gezinshulpen, alphahulpen, e.d. Overige gezondheidszorgberoepen Leerkrachten/docenten, namelijk: Docenten basisonderwijs Docenten voortgezet onderwijs Docenten hoger onderwijs Overige onderwijsberoepen Transportberoepen, namelijk: Buschauffeurs, treinbestuurders, zeelieden, e.d. Vrachtwagenchauffeurs Laders, lossers, inpakkers, grondwerk- en kraanmachinisten, e.d. Overige transportberoepen Administratieve beroepen, namelijk: Secretaressen, typisten, e.d. Boekhouders, kassiers, e.d. Postdistributiepersoneel Overige administratieve beroepen Commerciële beroepen, namelijk: Vertegenwoordigers, handelsagenten Winkeliers, winkelbedienden en andere verkopers Verzekeringsagenten, makelaars, tussenpersonen, e.d. Overige commerciële beroepen (Vak-)specialisten, namelijk: Architecten, ingenieurs en verwante technici, tekenaars, e.d. Statistici, wiskundigen, systeemanalisten, ICT-functies en verwante vakspecialisten Kunstenaars Overige vakspecialisten Agrarische beroepen, namelijk: Akkerbouwers Veehouders, pluimveehouders Tuinbouwers, bollenkwekers, boomkwekers, hoveniers, e.d. Vissers, viskwekers, jagers, e.d. Overige agrarische beroepen Leidinggevende functies Overige beroepen Dienstverlenende beroepen, namelijk: Koks, kelners, buffetbedienden Huisbewaarders, schoonmaakpersoneel (in gebouwen, e.d.) Politiepersoneel, brandweer, bewakers, e.d. Kappers, schoonheidsspecialisten Overige dienstverlenende functies 4 Uw bedrijf Bij wat voor soort bedrijf of instelling bent u werkzaam? pagina 5 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2009 Kunt u aangeven in welke van onderstaande categorieën uw bedrijf of instelling het beste past? Industrie, namelijk: Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie- en chemische industrie Metaalproductenindustrie Metaal- en elektronische industrie Machine-industrie Ander type industrie Bouwnijverheid, namelijk: Bouwbedrijven Bouwinstallatiebedrijven Afwerking van gebouwen Ander type bouwbedrijf Handel, namelijk: Autohandel en -reparatie Groothandel machines en apparaten Warenhuizen en supermarkten Ander type groot- en detailhandel Vervoer en communicatie, namelijk: Wegvervoer (exclusief openbaar vervoer) Post en telecommunicatie Ander type vervoer en communicatie Onderwijs, namelijk: Basis- en speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Hoger onderwijs Ander type onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg, namelijk: Ziekenhuizen Ander type gezondheidszorg Verpleeg- en verzorgingshuizen Ander type welzijnszorg Openbaar bestuur/overheid, namelijk: Gemeenten, provincies Ministeries Justitie (exclusief het ministerie zelf) Politie Ander type openbaar bestuur/overheid Overige dienstverlening, namelijk: Cultuur, sport en recreatie Ander type cultuur en overige dienstverlening Landbouw, bosbouw en visserij Financiële instellingen, namelijk: Bankwezen Ander type financiële instellingen Energie- en waterleidingbedrijven Horeca Zakelijke dienstverlening, namelijk: Computerservice en informatietechnologie Juridische en economische dienstverlening Architecten- en ingenieursbureaus Ander type zakelijke dienstverlening Overige bedrijven 5 Uw werkomstandigheden Ja, regelmatig Ja, soms Nee Moet u gevaarlijk werk doen? Doet u werk waarbij u veel kracht moet zetten, bijvoorbeeld bij tillen, duwen, trekken, sjouwen, of gebruikt u in uw werk gereedschappen en apparaten waarbij u veel kracht moet zetten? Maakt u bij uw werk gebruik van een gereedschap, apparaat of voertuig dat trillingen of schudden veroorzaakt? Doet u werk in een ongemakkelijke werkhouding? Doet u werk waarbij u herhalende bewegingen moet maken? Doet u werk in besloten ruimten waarin het gevaar bestaat voor verstikking, vergiftiging of brand? Is er op uw werkplek zoveel lawaai, dat u hard moet praten om u verstaanbaar te maken? pagina 6

16 16 NEA 2009 Wanneer u werkt in lawaai, gebruikt u dan gehoorbeschermers, Ja, regelmatig Ja, soms Nee N.v.t. zoals oorkappen of oordopjes? Nooit Soms Vaak Altijd Werkt u met water of waterige oplossingen? Krijgt u tijdens uw werk stoffen op uw huid? (zoals lijm, verf, schoonmaakmiddelen, geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen) Ademt u tijdens het werk stoffen in? (zoals damp van oplosmid - del, uitlaatgas, lasrook, graanstof, stof van steen en beton) Komt u in contact met mogelijk besmettelijke personen, dieren of materiaal? Ja, regelmatig Ja, soms Nee Kunt u zelf beslissen hoe u uw werk uitvoert? Bepaalt u zelf de volgorde van uw werkzaamheden? Kunt u zelf uw werktempo regelen? Moet u in uw werk zelf oplossingen bedenken om bepaalde dingen te doen? Kunt u verlof opnemen wanneer u dat wilt? Moet u in een hoog tempo werken? Moet u onder hoge tijdsdruk werken? Nooit Soms Vaak Altijd Moet u erg snel werken? Moet u heel veel werk doen? Moet u extra hard werken? Is uw werk hectisch? Brengt uw werk u in emotioneel moeilijke situaties? Is uw werk emotioneel veeleisend? Raakt u emotioneel betrokken bij uw werk? Vereist uw werk intensief nadenken? Vergt uw werk dat u er uw gedachten bij houdt? Vergt uw werk veel aandacht van u? Op mijn werk worden werknemers aangemoedigd om na te denken over manieren om het werk beter te doen In mijn werk krijg ik tijd om nieuwe ideeën te ontwikkelen In mijn werk lever ik een duidelijke bijdrage aan het bedenken van nieuwe producten/diensten van mijn bedrijf In mijn werk lever ik een duidelijke bijdrage aan het verbeteren van producten/diensten van mijn bedrijf Is uw werk gevarieerd? Vereist uw baan dat u nieuwe dingen leert? Vereist uw baan creativiteit? pagina 7 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Klanten en collega s Hoe vaak heeft u bij het uitvoeren van uw functie Nooit Een paar Een paar Een paar Dagelijks contact met de volgende personen en bedrijven? keer per keer per keer per jaar maand week Collega s van uw eigen team Collega s van andere teams, afdelingen of vestigingen Klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.) Toeleveranciers, onderaannemers Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent Helemaal Mee Mee eens Helemaal N.v.t. met de onderstaande uitspraken? mee oneens mee eens oneens Mijn leidinggevende heeft oog voor het welzijn van de medewerkers Mijn leidinggevende besteedt aandacht aan wat ik zeg Mijn leidinggevende helpt het werk gedaan te krijgen Mijn leidinggevende kan mensen goed laten samenwerken Mijn collega s helpen om het werk gedaan te krijgen Mijn collega s hebben persoonlijke belangstelling voor me Mijn collega s zijn vriendelijk Mijn collega s zijn goed in hun werk Heeft u in de afgelopen 12 maanden een conflict gehad met: Nee Ja, kort- Ja, langdurend durig Een of meer directe collega s? Uw direct leidinggevende? Uw werkgever? Kunt u aangeven in welke mate u de afgelopen 12 maanden persoonlijk te maken heeft gehad met: Nee, Ja, een Ja, vaak Ja, zeer nooit enkele keer vaak Ongewenste seksuele aandacht van klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? Ongewenste seksuele aandacht van leidinggevenden of collega s? Intimidatie door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? Intimidatie door leidinggevenden of collega s? Lichamelijk geweld door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? Lichamelijk geweld door leidinggevenden of collega s? Pesten door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? Pesten door leidinggevenden of collega s? pagina 8

17 Vinger aan de pols van werkend Nederland 17 7 Computergebruik Hoeveel uur per dag werkt u gemiddeld aan een beeldscherm voor uw werk? (inclusief laptop, notebook en thuiswerk) uur per dag Bent u telewerker? (dat wil zeggen: doet u, met behulp van een computer, thuis of elders werk dat u ook op uw bedrijf Ja of bij uw opdrachtgever uitvoert) Nee 8 Arbeidsongevallen a) Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk Ja, één keer betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u Ja, meerdere keren, namelijk: keer lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? Nee Ga naar 9 Onderstaande vragen hebben betrekking op uw meest recente arbeidsongeval/voorval in de afgelopen 12 maanden. b) Welk soort letsel heeft u hierbij opgelopen? Lichamelijk letsel Geestelijke schade Beide c) Heeft u verzuimd als gevolg van dit ongeval/voorval? Ja, en ik ben nog steeds niet aan het werk Ja, maar ik ben inmiddels weer aan het werk Nee Ga naar 8e d) Hoe lang heeft u verzuimd als gevolg van dit ongeval/voorval? (tel alle dagen van begin tot eind van het verzuim: ook tussenliggende vrije dagen en weekenddagen) 0 dagen (minder dan 1 volledige dag) 2 weken tot 1 maand 1, 2 of 3 dagen 1 maand tot 6 maanden 4, 5 of 6 dagen Langer dan 6 maanden 1 tot 2 weken e) Waar of door wie bent u voor dit ongeval/voorval behandeld? (meerdere antwoorden mogelijk) Niet behandeld Op de (spoedeisende) eerstehulpafdeling van een ziekenhuis Bedrijfshulpverlener, EHBO er op het werk In een ziekenhuis opgenomen Bedrijfsarts Specialist, verbonden aan een ziekenhuis (afspraak Huisarts/huisartsenpost op de polikliniek) Anders f) Hoe ontstond het letsel? (kruis alléén de belangrijkste oorzaak aan) Ergens aan gesneden, gestoten Door iemand bedreigd, gebeten, geschopt Door een voorwerp geraakt Contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen, lawaai Een beknelling Verkeersongeval op de openbare weg, tijdens werktijd Val van hoogte (trap, ladder, steiger, e.d.) Verkeersongeval op de openbare weg, tijdens Uitglijden, struikelen of andere val woon-werkverkeer Anders pagina 9 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Arbo-maatregelen Vindt u het nodig dat uw bedrijf of instelling (aanvullende) Niet nodig, maatregelen neemt ten aanzien van de volgende zaken: want het speelt hier niet Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende Werkdruk, werkstress Emotioneel zwaar werk RSI Lichamelijk zwaar werk Geluid Roken door collega s of klanten Intimidatie, agressie of geweld door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.) Intimidatie, agressie of geweld door leidinggevende(n) of collega's Gevaarlijke stoffen Veiligheid, bedrijfsongevallen Virussen, bacteriën, schimmels Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen Is er in uw bedrijf of instelling een preventiemedewerker Ja of arbo-coördinator? Nee Weet ik niet Is er in uw bedrijf, instelling of uw bedrijfstak een Ja arbocatalogus opgesteld? Nee Ga naar 10 Weet ik niet Ga naar 10 Heeft u ooit gebruik gemaakt van deze arbocatalogus? Ja Nee 10 Bedrijfsveiligheid Wilt u s.v.p. aangeven of u het eens of oneens bent met Helemaal Grotendeels Niet mee Niet mee Helemaal onderstaande stellingen: mee eens mee eens eens, niet eens niet mee mee oneens eens Op mijn werk wordt er goed geluisterd naar suggesties van medewerkers om de veiligheid te verbeteren Op mijn werk krijgen de medewerkers veel informatie over veilig werken Op mijn werk worden veiligheidsproblemen snel aangepakt Op mijn werk wordt veilig werken gestimuleerd Op mijn werk houdt men zich aan de regels over veilig werken pagina 10

18 18 NEA Uw gezondheid Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? Uitstekend Zeer goed Goed Matig Slecht Heeft u de afgelopen 12 maanden last (pijn, ongemak) Nee, nooit Een enkele Een enkele Meerdere Meerdere gehad van uw: keer, maar keer, lang- keren, maar keren, van korte durig steeds van langdurig duur korte duur Nek Schouders Armen/ellebogen Polsen/handen Rug Heupen/benen/knieën/voeten Wilt u aangeven hoe vaak iedere uitspraak op u Nooit Enkele Maande- Enkele Elke Enkele Elke van toepassing is? keren lijks keren per week keren dag per jaar maand per week Ik voel me emotioneel uitgeput door mijn werk Aan het einde van een werkdag voel ik me leeg Ik voel me moe als ik s morgens opsta en geconfronteerd word met mijn werk Het vergt heel veel van mij om de hele dag met mensen te werken Ik voel me compleet uitgeput door mijn werk Wat is uw lengte? cm Wat is uw gewicht? kg 12 Uw leefstijl Hoeveel dagen per week beweegt u gewoonlijk ten minste 30 minuten per dag? (tel alleen lichamelijke activiteiten mee die ten minste even zwaar zijn als stevig doorwandelen of fietsen. Activiteiten die korter duren dan 5 minuten tellen niet mee) Aantal dagen per week Tijdens uw vrije tijd en uw werk samen Alleen tijdens uw werk Gebruikt u een ontbijt op dagen waarop u werkt? Nooit Soms Vaak Altijd (vergelijkbaar met minimaal 1 snee brood en een glas drinken)? Hoeveel alcoholische consumpties drinkt u gewoonlijk per week? (tel glazen bier, wijn en sterke drank bij elkaar op) glazen per week Hoeveel rookt u gewoonlijk per week? (tel sigaren, sigaretten, shag en andere rookwaren bij elkaar op) sigaretten (of andere rookwaar) per week pagina 11 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Ziekteverzuim Onder verzuim wordt verstaan: minder uren of dagen werken dan normaal vanwege ziekte, ongeval of een andere gezondheidsreden. Normaal zwangerschapsverlof wordt niet als ziekteverzuim opgevat. Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens verzuimd? Ja Nee Ga naar 14 Hoe vaak heeft u gedurende de afgelopen 12 maanden verzuimd? keer Hoeveel werkdagen heeft u, alles bij elkaar, de afgelopen 12 maanden naar schatting verzuimd? (Tel alleen de dagen dagen waarop u normaal gesproken zou werken. Ook gedeeltelijk ziekteverzuim en therapeutisch werken telt als verzuim) Heeft u de afgelopen 12 maanden in verband met uw ziekte - Ja verzuim contact gehad met een medewerker van de arbodienst Nee of een andere organisatie voor verzuimbegeleiding? (bijvoorbeeld een bedrijfsarts/arbo-arts of een verpleegkundige) 14 De laatste keer dat u heeft verzuimd (eventueel langer dan een jaar geleden) a) Met wat voor soort klachten heeft u de laatste keer verzuimd? (kruis alléén de belangrijkste klacht aan) Rugklachten Klachten buik, maag of darmen Klachten nek, schouders, armen, polsen, handen Huidklachten Klachten heup, benen, knieën, voeten Klachten oren of ogen Klachten hart- en vaatstelsel Griep of verkoudheid Psychische klachten, overspannenheid, burn-out Hoofdpijn Vermoeidheid of concentratieproblemen Klachten in verband met zwangerschap Conflict op het werk Overige klachten Klachten luchtwegen N.v.t., nog nooit verzuimd Ga naar 15 b) Hoeveel werkdagen heeft u deze laatste keer verzuimd? (Tel alleen de dagen waarop u normaal gesproken zou werken. dagen Ook gedeeltelijk ziekteverzuim en therapeutisch werken telt als verzuim) c) Heeft u de indruk dat deze klachten het gevolg waren van Ja, hoofdzakelijk gevolg van mijn werk het werk dat u deed? Ja, voor een deel gevolg van mijn werk Nee, geen gevolg van mijn werk Ga naar 14e Weet niet Ga naar 14e d) Zo ja, wat was naar uw mening de belangrijkste reden in het werk die (geheel of voor een deel) leidde tot het ontstaan van deze klachten? (kruis alléén de belangrijkste reden aan) Werkdruk, werkstress Problemen met leiding, werkgever Emotioneel te zwaar Problemen met collega s of ondergeschikten Lichamelijk te zwaar Problemen met klanten (of patiënten, leerlingen of Langdurig dezelfde handelingen verrichten, passagiers, e.d.) langdurig achter computer werken Gevaarlijk werk/bedrijfsongeval Te moeilijk werk Gevaarlijke stoffen Anders pagina 12

19 Vinger aan de pols van werkend Nederland 19 e) Heeft er, de laatste keer dat u verzuimde, verzuimcontrole plaatsgevonden door uw werkgever, arbodienst of andere Ja organisatie? (bijvoorbeeld: huisbezoek, oproep, telefonisch contact Nee of schriftelijk contact, zoals een formulier eigen verklaring ) 15 Chronische ziekte of aandoening a) Heeft u één of meer van de volgende langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps, en zo ja kunt u aangeven welke? (meerdere antwoorden mogelijk) Nee Ga naar 15d Suikerziekte Problemen met armen of handen (ook artritis, reuma, RSI) Ernstige huidziekten Problemen met benen of voeten (ook artritis, reuma) Psychische klachten/aandoeningen Problemen met rug en nek (ook artritis, reuma, RSI) Gehoorproblemen Migraine of ernstige hoofdpijn Epilepsie Hart- of vaatziekten Levensbedreigende ziekten (bijv. kanker, aids) Astma, bronchitis, emfyseem Problemen met zien Maag- of darmstoornissen Anders b) Wordt u door uw ziekte, aandoening of handicap belemmerd Niet belemmerd bij het uitvoeren van uw werk? Licht belemmerd Sterk belemmerd c) Waardoor is de ziekte of aandoening veroorzaakt? Het werk Een ongeval thuis, in de vrije tijd of tijdens het sporten Een ongeval op het werk Aangeboren Een verkeersongeval Anders d) Zijn er in verband met uw gezondheid de afgelopen 12 maanden aanpassingen verricht in uw werkplek of uw werkzaam heden? (meerdere antwoorden mogelijk) Nee Ja, in functie of takenpakket Ja, in hulpmiddelen of meubilair Ja, in opleiding of omscholing Ja, in werktijden Ja, in toegankelijkheid tot het gebouw Ja, in hoeveelheid werk Ja, andere aanpassingen e) Zijn er volgens u (verdere) aanpassingen nodig in uw werkplek of uw werkzaamheden in verband met uw gezondheid? (meerdere antwoorden mogelijk) Nee Ja, in functie of takenpakket Ja, in hulpmiddelen of meubilair Ja, in opleiding of omscholing Ja, in werktijden Ja, in toegankelijkheid tot het gebouw Ja, in hoeveelheid werk Ja, andere aanpassingen pagina 13 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Functioneren en inzetbaarheid Hoe denkt u dat uw leidinggevende uw algehele werkprestatie Veel beter dan de prestatie van anderen over de afgelopen 4 weken beoordeelt? (in vergelijking met de Iets beter dan de prestatie van anderen prestatie van de meeste andere werknemers met dezelfde soort Niet beter/niet slechter dan de prestatie van anderen functie) Iets slechter dan de prestatie van anderen Veel slechter dan de prestatie van anderen Niet van toepassing (bijvoorbeeld vanwege vakantie) In welke mate bent u het eens met de volgende uitspraken? Helemaal Grotendeels Niet mee Niet mee Helemaal mee eens mee eens eens, noch eens niet mee mee oneens eens Ik behaal alle doelen (werkopdrachten) die bij mijn werk horen De taken die bij mijn werk horen, gaan me goed af Ik presteer goed in mijn werk Als u uzelf vergelijkt met uw collega s, bent u dan breder Ja, breder inzetbaar inzetbaar in uw bedrijf dan uw collega s? Nee, vergelijkbaar met anderen Nee, minder breed inzetbaar 17 Arbeidsvoorwaarden a) Wat waren voor u de drie belangrijkste aspecten bij de keuze voor uw huidige baan? (Kruis de 3 belangrijkste aspecten aan) Salaris Reistijd/afstand naar het werk (Lease)auto Verlof- en vakantiemogelijkheden Pensioenregeling Niet te zwaar werk (lichamelijk of geestelijk) Promotie- en loopbaanmogelijkheden Interessant werk Scholings- en opleidingsmogelijkheden Overlegmogelijkheden Mogelijkheden om in deeltijd te werken Werksfeer Flexibele werktijden Werkzekerheid Thuiswerkregeling Anders b) Kunt u met een rapportcijfer aangeven hoe tevreden u bent 1=zeer ontevreden 10=zeer tevreden Weet niet/ over de volgende zaken? N.v.t. Salaris Resultaatgerichte beloning/prestatiebeloning Pensioenregeling Reiskostenvergoeding Mogelijkheden om zelf arbeidsvoorwaarden samen te stellen Functioneringsgesprekken Promotie- en loopbaanmogelijkheden Scholings- en opleidingsmogelijkheden Mogelijkheden om in deeltijd te werken Flexibele werktijden Thuiswerkregeling Verlof- en vakantiemogelijkheden Overlegmogelijkheden c) Kunt u met een rapportcijfer aangeven hoe belangrijk 1=zeer onbelangrijk 10=zeer belangrijk Weet niet/ u de volgende zaken vindt? N.v.t. Hoe belangrijk vindt u het dat er vakbonden bestaan? Hoe belangrijk vindt u het dat er personeelsvertegenwoordigingen (zoals een OR) bestaan? Hoe belangrijk vindt u het dat er CAO s (collectieve arbeidsovereenkomsten) bestaan? pagina 14

20 20 NEA 2009 d) Bent u lid van een vakbond? Ja Ga naar 17f Nee e) Waarom bent u geen lid van een vakbond? Ik vind het lidmaatschap te duur Ik heb er nooit serieus over nagedacht om lid te worden Vakbonden hebben geen invloed (meer) op mijn arbeidsvoorwaarden Vakbonden komen niet goed op voor mijn belangen Anders f) Heeft uw bedrijf een OR (ondernemingsraad), MR (medezeggen- Ja schapsraad), of andere personeelsvertegenwoordiging? Nee Ga naar 17h Weet ik niet Ga naar 17h g) Is deze OR, MR, of andere personeelsvertegenwoordiging Ja actief op het gebied van arbeidsomstandigheden? Nee Weet ik niet h) Heeft uw bedrijf een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)? Ja Nee Ga naar 17j Weet ik niet Ga naar 17j i) Kunt u met een rapportcijfer aangeven hoe tevreden u bent 1=zeer ontevreden 10=zeer tevreden Weet niet/ over deze CAO? N.v.t. j) Kunt u met een rapportcijfer aangegeven hoe tevreden u bent over de vertegenwoordiging van uw belangen 1=zeer ontevreden 10=zeer tevreden Weet niet/ door de onderstaande personen of partijen? N.v.t. Personeelszaken (P&O) Uw direct leidinggevende Ondernemingsraad (OR), medezeggenschapsraad (MR), of andere personeelsvertegenwoordiging De vakbond 18 Opleiding en ontwikkeling Ja Nee Heeft u in uw bedrijf de laatste 2 jaar aan een interne opleiding of cursus meegedaan? Heeft uw bedrijf de laatste 2 jaar een externe opleiding of cursus voor u betaald? Bent u in uw bedrijf de laatste 2 jaar van functie veranderd? Is uw functie de laatste 2 jaar uitgebreid? Heeft u in uw bedrijf de laatste 2 jaar promotie gemaakt? 19 Werk en thuis Nee, nooit Ja, een Ja, vaak Ja, zeer enkele keer vaak Mist of verwaarloost u familie- of gezinsactiviteiten door uw werk? Mist of verwaarloost u uw werkzaamheden door familieen gezinsverantwoordelijkheden? pagina 15 NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Uw verdere loopbaan Ja Nee Loopt u het risico om uw baan te verliezen? Maakt u zich zorgen over het behoud van uw baan? Heeft u er in het afgelopen jaar over nagedacht om ander werk te zoeken dan het werk bij uw huidige werkgever? Heeft u in het afgelopen jaar ook daadwerkelijk iets ondernomen om ander werk te vinden? Zou u, als het aan u lag, over 5 jaar nog bij dit bedrijf werken? Ja Nee Weet niet Wilt u tot uw 65e levensjaar werkzaam blijven? Denkt u in staat te zijn uw huidige werk tot uw 65e levensjaar voort te zetten? Zou lichter werk (lichamelijk en/of geestelijk) ertoe kunnen bijdragen dat u uw werk langer voortzet? Wilt u na uw 65e levensjaar werkzaam blijven? 21 Tevredenheid In hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden Zeer ontevreden met uw arbeidsomstandigheden? Ontevreden Niet ontevreden/niet tevreden Tevreden Zeer tevreden In hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden Zeer ontevreden met uw werk? Ontevreden Niet ontevreden/niet tevreden Tevreden Zeer tevreden Mogelijk willen we u in de toekomst nog eens benaderen voor vergelijkbaar onderzoek. Vindt u dat goed? Ja Nee Onder de deelnemers aan de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2009 worden prijzen verloot. In plaats van deelname aan de verloting kunt u er ook voor kiezen om ons een bijdrage te laten doen aan een goed doel. Wilt u meedoen aan de verloting? (Kruis alstublieft één hokje aan) Ja, ik wil kans maken op 1 van de 500 Staatsloten van 26,- Ja, ik wil kans maken op 1 van de 500 Irischeques van 25,- Nee, maak 2,50 over naar Amnesty International Nee, maak 2,50 over naar KWF Kankerbestrijding Nee, maak 2,50 over naar War Child Nee, maak 2,50 over naar het Wereld Natuur Fonds Hartelijk dank voor uw medewerking! Uw inlogcode voor het invullen via internet: pagina 16 Copyright TNO/CBS

NEA 2011. Mei 2012 INHOUD. De NEA 2. Kerncijfers NEA 2011 3

NEA 2011. Mei 2012 INHOUD. De NEA 2. Kerncijfers NEA 2011 3 Vinger aan de pols van werkend Nederland Mei 2012 Lando Koppes (TNO) Marianne van Zwieten (TNO) Wendela Hooftman (TNO) Hendrika Lautenbach (CBS) Ernest de Vroome (TNO) Seth van den Bossche (TNO) De Nationale

Nadere informatie

Monitoring van arbeid door TNO:

Monitoring van arbeid door TNO: Monitoring van arbeid door TNO: Waarom en wat levert het op? Peter Smulders & Seth van den Bossche Inhoud 1. Het monitoringwerk van TNO 2. Recente trends in arbeid, contractvormen en werktijden 3. Willen

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden

Arbeidsomstandigheden 2013 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS Geachte..., TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de tiende Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2007 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS Beloning voor uw deelname U kunt een goed doel steunen of kans maken op een Staatslot of Irischeque ter waarde van 25,. Geef uw keuze aan op

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

TOTAAL GESLACHT LEEFTIJD SECTOR. Landbouw Vrouw Man. Industrie

TOTAAL GESLACHT LEEFTIJD SECTOR. Landbouw Vrouw Man. Industrie 60 N: 42.613 22.416 20.197 6.411 28.237 7.222 743 495 5.188 1.895 7.334 2.241 1.932 1.402 1.728 5.743 3.063 2.999 7.216 1.378 %: 100% 53% 47% 15% 66% 17% 1,7% 1,2% 12% 4,4% 17% 5,3% 4,5% 3,3% 4,1% 13%

Nadere informatie

Ziekteverzuim: hoogte, oorzaken, aandoeningen, werkgebondenheid en maatregelen Secundaire analyses Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003

Ziekteverzuim: hoogte, oorzaken, aandoeningen, werkgebondenheid en maatregelen Secundaire analyses Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Ziekteverzuim: hoogte, oorzaken, aandoeningen, werkgebondenheid en maatregelen Secundaire analyses Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ! 2011 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden v o o r w e r k n e m e r s TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de achtste Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ! 2010 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden v o o r w e r k n e m e r s TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de zevende Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Vinger aan de pols van werkend Nederland

Vinger aan de pols van werkend Nederland NEA 2008 TNO Kwaliteit van Leven Mei 2009 Lando Koppes (TNO) John Klein Hesselink (TNO) Martine Mol (CBS) Seth van den Bossche (TNO) Vinger aan de pols van werkend Nederland INHOUDSOPGAVE Tien highlights

Nadere informatie

2009 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

2009 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2009 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de zesde Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden uit. De enquête

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden

Arbeidsomstandigheden 2012 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS Geachte..., TNO, CBS en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voeren dit jaar de negende Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden. voor werknemers

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden. voor werknemers ! 2008 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden voor werknemers Beloning voor uw deelname U kunt een goed doel steunen of kans maken op een Staatslot of Irischeque ter waarde van? 25,. Geef uw keuze aan

Nadere informatie

VERVOLGVRAGENLIJST. Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

VERVOLGVRAGENLIJST. Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ! 2008 VERVOLGVRAGENLIJST Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden Beloning voor uw deelname U kunt een goed doel steunen of kans maken op een Staatslot of Irischeque ter waarde van? 25,. Geef uw keuze

Nadere informatie

Gevaarlijke stoffen op de werkplek

Gevaarlijke stoffen op de werkplek Gevaarlijke stoffen op de werkplek Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek TNO A.M. Kremer Deelresultaten Nationale

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2009 VERVOLGVRAGENLIJST Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden Beloning voor uw deelname U kunt een goed doel steunen of kans maken op een Staatslot of Irischeque ter waarde van 25,. Geef uw keuze aan

Nadere informatie

Presentatie WAI database November 2012. Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit?

Presentatie WAI database November 2012. Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit? Presentatie WAI database November 2012 Hoe ziet het werkvermogen van de Nederlandse werkende beroepsbevolking eruit? Over de data De WAI vragenlijsten worden afgenomen door verschillende WAI licentienemers

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014 Werkgelegenheid in Twente Jaarbericht 214 Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling werkzame personen en vestigingen (groei / afname) Ontwikkeling naar sectoren 2. Ontwikkeling naar sectoren Ontwikkeling naar branches

Nadere informatie

RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking

RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking ONDERZOEK RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking J. Heinrich, B.M. Blatter, S.N.J. van den Bossche, P.G.W. Smulders Samenvatting Het doel van de huidige studie is inzicht geven in het vóórkomen

Nadere informatie

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

JONGE MOEDERS EN HUN WERK AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

Managers zijn de meest tevreden werknemers

Managers zijn de meest tevreden werknemers Sociaaleconomische trends 2014 Managers zijn de meest tevreden werknemers Linda Moonen februari 2014, 02 CBS Sociaaleconomische trends, februari 2014, 02 1 Werknemers zijn over het algemeen tevreden met

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2018 RESULTATEN NEA 2018

1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2018 RESULTATEN NEA 2018 1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2018 RESULTATEN NEA 2018 Eind 2018 voerden TNO en het CBS de veertiende Nationale Enquête Arbeids omstandigheden (NEA) uit. In deze tabel presenteren

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2017 RESULTATEN NEA 2017

1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2017 RESULTATEN NEA 2017 1 RESULTATEN NATIONALE ENQUÊTE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2017 RESULTATEN NEA 2017 Eind 2017 voerden TNO en het CBS de dertiende Nationale Enquête Arbeids omstandigheden (NEA) uit. In deze tabel presenteren

Nadere informatie

vinger aan de pols van werkend Nederland

vinger aan de pols van werkend Nederland Innovaties voor Gezond en Veilig Werken IMPLEMENTATION AND EVALUATION OSH POLICIES NEA: vinger aan de pols van werkend Nederland De NEA Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden is het grootste iodieke onderzoek

Nadere informatie

NEA; uitgesplitst voor het vo. Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2013 Uitgesplitst voor het vo

NEA; uitgesplitst voor het vo. Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2013 Uitgesplitst voor het vo NEA; uitgesplitst voor het vo Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2013 Uitgesplitst voor het vo Nationale Enquête arbeidsomstandigheden 2013 Uitgesplitst voor het vo... Belangrijkste resultaten voortgezet

Nadere informatie

PERSBERICHT. Werknemers ervaren minder zelfstandigheid

PERSBERICHT. Werknemers ervaren minder zelfstandigheid Retouradres: Postbus 6005, 2600 JA Delft PERSBERICHT Werknemers ervaren minder zelfstandigheid Het aandeel werknemers dat aangeeft het eigen werk zelf te kunnen regelen, is de afgelopen jaren gedaald.

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS Beloning voor uw deelname! Onder de deelnemers aan de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden worden 2.500 prijzen ter waarde van 25, verloot.

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005 Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden VOOR WERKNEMERS Beloning voor uw deelname! Onder de deelnemers aan de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden worden 2.500 prijzen ter waarde van 25, verloot.

Nadere informatie

Zwangerschap en werk: voorlichting, maatregelen en verzuim

Zwangerschap en werk: voorlichting, maatregelen en verzuim Zwangerschap en werk: voorlichting, maatregelen en verzuim Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003-2006 W.E. Hooftman S.N.J. van den Bossche Zwangerschap en werk: voorlichting, maatregelen

Nadere informatie

Lichamelijke belasting op het werk en ziekteverzuim

Lichamelijke belasting op het werk en ziekteverzuim Lichamelijke belasting op het werk en ziekteverzuim Jannes de Vries Ziekteverzuim is hoger onder werknemers met een hoge lichamelijke arbeidsbelasting en lager onder jongeren, hoogopgeleiden en mannen.

Nadere informatie

Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 jaar

Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 jaar Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 Christianne Hupkens (CBS) en Peter Smulders (TNO) Zeven van de tien werknemers zijn tevreden over hun arbeidsomstandigheden.

Nadere informatie

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004 Trends in arbeidsomstandigheden, 4 Frans Frenken In 4 werkte ruim een kwart van de werkzame beroepsbevolking regelmatig onder hoge tijdsdruk. Dat is opnieuw een afname ten opzichte van eerdere jaren. De

Nadere informatie

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Lian Kösters In 27 gaf ruim een derde van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig te maken te hebben met een psychisch hoge werkdruk. Iets minder

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Aanbod van arbeid 2012

Aanbod van arbeid 2012 Bijlage B: Tabellen Auteurs Jan Dirk Vlasblom Edith Josten Marian de Voogd-Hamelink Bijlage B. Tabellen In deze bijlage zijn diverse tabellen opgenomen behorende bij het SCP-rapport Aanbod van Arbeid 2012

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Arbobalans 2009. Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland.

Arbobalans 2009. Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland. Arbobalans 2009 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland. Arbobalans 2009 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland. Arbobalans 2009 Kwaliteit van de arbeid, effecten

Nadere informatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKT April 2014 WW-rechten Het aantal WW-uitkeringen neemt in april 2014 met -1,6% af tot 6.552. Deze maand zijn 635 nieuwe WW rechten toegekend. Het aantal beëindigde WW rechten

Nadere informatie

Arbeidsongevallen in het verkeer Kunnen werkgevers bijdragen aan de verkeersveiligheid in Nederland?

Arbeidsongevallen in het verkeer Kunnen werkgevers bijdragen aan de verkeersveiligheid in Nederland? Arbeidsongevallen in het verkeer Kunnen werkgevers bijdragen aan de verkeersveiligheid in Nederland? Drs. Anita Venema, TNO, e-mail anita.venema@tno.nl Drs. Maartje Bakhuys-Roozeboom Samenvatting Veel

Nadere informatie

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Eerste resultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Eerste resultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, mei 2004 Deze uitgave bevat de voornaamste conclusies rond een aantal belangrijke

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Inhoud 1 Uitgangspunten 4 2 Werk veilig 5 2.1 Gezondheid 4 2.2 Lichamelijke belasting 4 2.3 Mentale belasting 5 2.4 Vermoeidheid en herstel 5 2.5 Veiligheid

Nadere informatie

Ziekteverzuim in Nederland in 2010

Ziekteverzuim in Nederland in 2010 Ziekteverzuim in Nederland in 2010 Ziekteverzuim is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de arbeid en het verzuimbeleid in organisaties. Het is een veel gebruikte kernindicator in sociale jaarverslagen

Nadere informatie

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Christianne Hupkens De meeste werknemers zijn tevreden met de omvang van hun dienstverband. Ruim zes op de tien werknemers tussen de 25 en 65 jaar wil niet

Nadere informatie

Afwijkende werktijden

Afwijkende werktijden Afwijkende werktijden Deelresultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden en de TNO Arbeidssituatie Survey M.L.M. van Hooff S.N.J. van den Bossche Afwijkende werktijden Deelresultaten van de

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Arbeidsongevallen 2011

Arbeidsongevallen 2011 Arbeidsongevallen in Nederland 211 juni 213 Anita Venema (TNO) Heleen den Besten (TNO) Marloes van der Klauw (TNO) Jan Fekke Ybema (TNO) m.m.v. VeiligheidNL Arbeidsongevallen leiden, naast persoonlijk

Nadere informatie

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor

Nadere informatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie VRAGENLIJST Dit is de vragenlijst zoals we die aangeboden hebben. Veel vragen worden door zogenaamde LIkert schalen aangeboden, bij ons op een

Nadere informatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO ZEELAND December 2012 WW-rechten Het aantal WW-uitkeringen steeg in december met 13,2 % tot 6.470. Deze forse toename van de WW populatie wordt mede veroorzaakt door het

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet.

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Monique Simons, Claire Bernaards, Vincent H. Hildebrandt, TNO Kwaliteit van leven Inleiding Sinds 1996 meet TNO periodiek hoeveel bedrijven in

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Ongelukken op de werkvloer

Ongelukken op de werkvloer Sociaaleconomische trends 2014 Ongelukken op de werkvloer Martine Mol en Astrid Pleijers mei 2014, 01 CBS Sociaaleconomische trends, mei 2014, 01 1 In 2012 was bijna een half miljoen werknemers betrokken

Nadere informatie

ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage

ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage Deze bijlage bevat enkele tabellen met aanvullend cijfermateriaal behorend bij de publicatie ICT, kennis en economie 2012. De tabellen zijn per hoofdstuk

Nadere informatie

Payrollkrachten. Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten. Jena de Wit Peter Donker van Heel. 6 december 2011

Payrollkrachten. Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten. Jena de Wit Peter Donker van Heel. 6 december 2011 Payrollkrachten Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten Jena de Wit Peter Donker van Heel 6 december 2011 Vraagstelling: Bekendheid met payrolling Herkomst Persoonskenmerken Kenmerken payrollbaan

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 410 Respondenten SAMPLE CRITERIA WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd

Nadere informatie

Jongere en oudere werknemers: hun werk, werktijden, ongevallen en verzuim

Jongere en oudere werknemers: hun werk, werktijden, ongevallen en verzuim Jongere en oudere : hun werk, werktijden, ongevallen en verzuim Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek TNO P.G.W.

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden

bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden 81 bedrijven werkgelegenheid werkzoekenden 7 82 Bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden Bedrijven: minder bedrijven, veel detailhandel, minder agrariërs Na jaren van groei is het aantal bedrijven in

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 02 mei 2013 Statistisch Bulletin 13 18 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens Bijlage B3 Eerste treden op de arbeidsmarkt Ans Merens Inhoud Figuur B3.1... 3 Figuur B3.2... 4 Tabel B3.1... 5 Figuur B3.3... 6 Figuur B3.4... 6 Figuur B3.5... 7 Tabel B3.2... 8 Figuur B3.6... 9 Figuur

Nadere informatie

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1 Bedrijfsopleidingen in de 1 M.J. Roessingh 2 Het aantal bedrijfsopleidingen dat een werknemer in de in 1999 volgde, is sterk gestegen ten opzichte van 1993. Ook zijn er meer opleidingen gaan volgen. Wel

Nadere informatie

WERKEN BIJ INTERNATIONALE

WERKEN BIJ INTERNATIONALE AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM WERKEN BIJ INTERNATIONALE BEDRIJVEN Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/124083

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vacatures in de industrie 1

Vacatures in de industrie 1 Vacatures in de industrie 1 Martje Roessingh 2 De laatste jaren is het aantal vacatures sterk toegenomen. Daarentegen is in de periode 1995-2000 het aantal geregistreerde werklozen grofweg gehalveerd.

Nadere informatie

Voor wie is deze vragenlijst bedoeld? Voor alle werknemers in loondienst. Indien u niet in loondienst werkt of u bent zelfstandige, kunt u de

Voor wie is deze vragenlijst bedoeld? Voor alle werknemers in loondienst. Indien u niet in loondienst werkt of u bent zelfstandige, kunt u de Voor wie is deze vragenlijst bedoeld? Voor alle werknemers in loondienst. Indien u niet in loondienst werkt of u bent zelfstandige, kunt u de vragenlijst door iemand anders in uw huishouden laten invullen.

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Het werkgeluk van laagbetaald Nederland Maurice Gesthuizen

Het werkgeluk van laagbetaald Nederland Maurice Gesthuizen Het werkgeluk van laagbetaald Nederland Maurice Gesthuizen Dat laagbetaald werk leuk kan zijn, kunnen vele goedverdienende burgers zich maar moeilijk voorstellen. Als maatschappelijk slagen synoniem is

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 4 Arbeidsdeelname Maurice Gesthuizen

Bijlagen hoofdstuk 4 Arbeidsdeelname Maurice Gesthuizen Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Aanmelding registratie. A Gegevens onderneming (zoals genoemd in OR, GeOR -, COR -, of GOR-reglement) B De aanvraag is voor (aankruisen) 1 Gegevens OR

Aanmelding registratie. A Gegevens onderneming (zoals genoemd in OR, GeOR -, COR -, of GOR-reglement) B De aanvraag is voor (aankruisen) 1 Gegevens OR Aanmelding registratie Om in aanmerking te komen voor de GBIO-bijdrageregeling is registratie van de OR of OR-commissie verplicht. Deze registratie moet plaatsgevonden hebben voordat de OR of OR-commissie

Nadere informatie

4 conclusie Staat van de ambtelijke dienst 39

4 conclusie Staat van de ambtelijke dienst 39 gever uiteindelijk door de fondsvorming via de premie slechts een deel van die uitkering. Als een overheidsorgaan dus vermoedt dat iemand die het wil tewerkstellen een werkloosheidsrisico met zich brengt,

Nadere informatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN December 2012 WW-rechten Het aantal WW-uitkeringen steeg in december met 4,5% tot ruim 7.500. Deze maand werden 1.010 nieuwe WW rechten toegekend. Het aantal

Nadere informatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN Januari 2013 WW-rechten Het aantal WW-uitkeringen steeg in januari 2013 met 10,9% tot ruim 5.250. Deze maand werden 1.120 nieuwe WW rechten toegekend. Het

Nadere informatie

Trends in arbeidsomstandigheden

Trends in arbeidsomstandigheden Trends in arbeidsomstandigheden Christianne Hupkens, Ingrid Beckers In 2002 werkten bijna drie op de tien personen in de werkzame onder hoge tijdsdruk. Dat is minder dan eind jaren negentig, toen eenderde

Nadere informatie

WW ers vaker aan het werk

WW ers vaker aan het werk WW ers vaker aan het werk Circa tweederde van de mensen met een WW-uitkering gaat binnen een jaar weer aan het werk. Dit percentage is vergeleken met een jaar eerder toegenomen. Bijna iedereen profiteert

Nadere informatie

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans Hoe is het met jouw balans en met die van je bedrijf? Evenwicht 2004 Dit product is met toestemming overgenomen en is ontwikkeld binnen het Europese project

Nadere informatie

ARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland

ARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Samenvatting Aan de hand van recente monitors en onderzoeken schetst de Arbobalans een actueel beeld van de arbeidsomstandigheden en werkgerelateerde

Nadere informatie

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) BIJLAGE 1 BIJ HET KB TARIFERING - INDELING WERKGEVERS IN 5 TARIEFGROEPEN VOLGENS HOOFDACTIVITEIT tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) 1 Uitgeverijen 58 1 Ontwerpen en programmeren

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking

RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking TBV (2005) :79 89 DOI 10.1007/BF03074150 ONDERZOEK RSI-maatregelen in de Nederlandse beroepsbevolking J. Heinrich B.M. Blatter S.N.J. van den Bossche P.G. W. Smulders Samenvatting Het doel van de huidige

Nadere informatie