Toetsvragen bij het boek Activerend opleiden
|
|
- Tine Lambrechts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Toetsvragen bij het boek Activerend opleiden A. Werken vanuit een fundament Hoofdstuk 1: Bouwen op een fundament Teken het onderwijsontwikkelmodel en benoem de componenten van dit model. Noem de onderdelen van het model van onderwijsontwikkeling. Geef kort aan wat er met het onderdeel bedoeld wordt Wat staat er in de kern van het model? Kun je uitleggen waarom juist de missie in de kern staat? Om de missie staan Visie op beroep, Visie op leren en didactiek en Visie op resultaatmeting. Geef een korte toelichting wat hiermee bedoeld wordt Wat zijn competenties? Uit welke vier onderdelen bestaat een competentie? Op veel HBO opleidingen is sprake van competentiegericht onderwijs. Wat is de kenmerkend aan competentiegericht onderwijs? Bij activiteiten in het model wordt gesproken over de integrale leerlijn, de conceptuele leerlijn, de vaardigheden leerlijn en de persoonlijke leerlijn. Geef een korte toelichting over wat er in die verschillende leerlijnen aan de orde komt. Schrijf de missie van je opleiding op. Hoe kun je als docent rekening houden met deze missie? Wat is de missie van jouw opleiding? Hoe komt die terug in jouw onderwijsontwikkeling? Leg de link tussen de verschillende vormen van visie naar je eigen onderwijs. Hoe komen competenties terug in jouw onderwijsontwikkeling? Geef aan wat het werkveld is waar je mee te maken hebt als docent / trainer als je deze vaardigheid gaat aanleren. Geef een beroepstaak aan die te maken heeft met een vaardigheid die je gaat aanleren. Geef voor de competentie Presenteren bij elk van de vier onderdelen 2 indicatoren. Hoe worden de onderdelen van het model van onderwijsontwikkeling binnen je eigen situatie toegepast Welke feedback zou je jouw opleiding willen geven als het gaat over het werken vanuit het fundament? Hoe verschillen de activiteiten die in de verschillende leerlijnen gebruikt worden? Beschrijf het werkveld waar je mee te maken hebt en geef aan wat de vier belangrijkste beroepstaken zijn. 1
2 Maak een lijstje van de meest voorkomende verschillen die je als docent bij studenten kunt aantreffen. Wanneer vind je een student absoluut niet geschikt voor het volgen van jouw opleiding?. Beschrijf een aantal contra-indicatoren bij zijn, willen, kunnen of weten. Geef bij elk van de volgende indicatoren aan of deze horen bij zijn, willen, kunnen of weten 1. een lesopzet maken conform het model van activerend opleiden 2. creatief zijn 3. aansluiten bij de doelgroep 4. goed verzorgd (beeld)materiaal maken 5. definitie, belang en de onderdelen van een competentie 6. gestructureerd zijn 7. docent als rolmodel 8. aandacht van studenten vasthouden 9. factoren beschrijven die lastig gedrag van studenten bepalen 10. feedback geven en accepteren 11. een toetsanalyse maken 12. eigen mogelijkheden als docent herkennen er welke wet- en regelgeving relevant is voor jouw onderwijs. Geef jouw mening over de vraag Moet een opleiding zich aanpassen aan de vraag van het werkveld? Beschrijf minimaal vier kwaliteiten van een docent Activerend opleiden en vermeld daarbij of je deze kwaliteit goed gebruikt binnen het onderwijs. In het model van onderwijsontwikkeling wordt gesproken over verschillende elementen van visie. Geef jouw visie: op welke elementen zou jouw opleiding zich de komende jaren zou moeten vernieuwen en waarom en waar is de huidige situatie prima en waarom? Welke regelgeving zou jij maken om het onderwijs te verbeteren? Je wordt gevraagd om een nieuwe minor te ontwikkelen. Wat wil je weten bij de opdracht? Benoem een competentie van een docent die gekoppeld is aan een visie van opleiden en leren (voor zelfstandig trainers): schrijf jouw missie op voor de trainingen die jij geeft. Zorg dat in die missie jouw antwoorden terugkomen op het gebied van zingeving, kernactiviteiten en doelgroep. 2
3 B. Gebruik maken van breinprincipes Hoofdstuk 2: Brein en Leren Noem de 7 breinprincipes die genoemd worden bij tips voor de docent. Geef bij elk principe een korte toelichting Waar heeft een 19 jarige student nog moeite mee? Hoe kun je dat verklaren vanuit de kennis over het brein? Leren betekent het vormen van nieuwe neurale netwerken, welk breinprincipe is daarbij van belang? Uit welke stappen bestaat het leerproces? Wat zijn de vier leerstadia? Kun je de breinprincipes koppelen aan je kennis over het brein? Beschrijf drie manieren waarop je de werking van spiegelneuronen in het onderwijs kunt benutten. Uit welke fasen bestaat het proces van aanleren van motorische vaardigheden? Hoe kun je breinprincipes in een les toepassen? Welke breinprincipes heb je toegepast tijdens jouw lessen en hoe heb je dat gedaan? Wat was het effect? Hoe houd je rekening de adolescent (van de Einsteingeneratie) tijdens het ontwerpen van je lessen? Hoe kun de stappen van het leerproces? (1. informatie krijgen, 2. informatie selecteren, 3. informatie organiseren, 4. informatie integreren) concreet vertalen naar een lessituatie? Hoeveel nieuwe informatie bij een deelnemer aan een opleiding blijft hangen is afhankelijk van de methode van overbrengen. Noteer in volgorde de methodes van overbrengen van nieuwe informatie en geef een concreet voorbeeld hoe jij deze methode in jouw les kunt toepassen. Welke breinprincipes zijn niet (goed) toegepast in een casus? Waar loop jij nog tegenaan bij toepassen breinprincipes? Hoe ervaar jij de concentratiecurve in jouw lessen? Als we kijken naar het brein dan moeten vier stappen worden doorlopen om te leren: informatie krijgen, informatie selecteren, informatie organiseren en informatie integreren. Als je kijkt naar jouw eigen lessen, wat doe je dan wel/niet om het brein van jouw studenten door deze fasen heen te loodsen? 3
4 Koppel de methoden van overbrengen aan de breinprincipes C. Aansluiten bij leerstijlen Hoofdstuk 3: Leve de leerstijlen Noem de vier leerstijlen van Kolb. Geef bij elke leerstijl 2 karakteristieken of uitspraken waardoor je studenten met deze leerstijl herkent in de les Benoem bij elke leerstijl twee mogelijkheden om aan te sluiten bij de leerstijl en twee punten die de student met die leerstijl uitdagen. Hoe leert een student met de leerstijl doener het best? Teken het model van ervaringsleren. Geef een korte uitleg bij iedere fase. Beschrijf een casus waarbij het gedrag van een leerstijl wordt beschreven Noem voor de leerstijl bezinner activiteiten waarmee je aansluit bij studenten met deze leerstijl. Geef een voorbeeld van een les waarin je het model van ervaringsleren toepast. Geef het onderwerp, de doelgroep en het leerdoel. Noem bij elke fase een andere werkvorm In welke fase(s) is de docent uit de volgende casus aan het werk? Licht je antwoord toe. Casus: Tijdens een les over mantelzorg toont de docent drie soorten jassen: een doorschijnende regenjas, een vrolijke, luchtige zomermantel en een zware, zwarte winterjas. De docent vraagt aan de studenten: Welke jas past voor jou het beste bij mantelzorg? Na inventariseren van de keuzes, vraagt de docent door naar het waarom van de keuzes. De studenten spelen een rollenspel in 3-tallen over het houden van een sollicitatiegesprek. De derde persoon geeft na afloop van het gesprek feedback aan de hand van een checklist. Als alle drie studenten per groep geweest zijn, inventariseert de docent het belangrijkste leerpunt per groep. In welke fase van het model van ervaringsleren bevindt de les zich? Motiveer je antwoord Geef bij elke leerstijl een tip voor de docent die deze stijl als favoriete leerstijl heeft. Wat vind je de waarde van de leerstijlen van Kolb? Wanneer vind jij het onmogelijk / moeilijk om het model van ervaringsleren toe te passen? Als docent heb je te maken met studenten met verschillende leerstijlen. Geef van elk van de leerstijlen van Kolb aan op welke bij die leerstijl passende kenmerken jij gemakkelijk aansluit (en hoe?) en wat jij lastig vindt om mee om te gaan. 4
5 Op welke manier ging jij om met verschillende leerstijlen van mensen voor de start van de opleiding en in hoeverre is je manier van werken met leerstijlen nu veranderd/hetzelfde gebleven. Beargumenteer je antwoord. Koppel de vier leerstadia aan de fasen van het ervaringsleren. Bedenk een experiment waarmee je de waarde het model van ervaringsleren kunt toetsen. Benoem allereerst een inhoudelijk onderwerp waarin jij lesgeeft. Stel je voor dat jij nu inderdaad een les gaat geven rondom dit onderwerp. De materialen die je wilt gebruiken heb je in jouw kast met spullen gedaan en die uiteraard op slot gedaan. Echter als je in je lokaal komt blijkt dat je de sleutel van je kast vergeten bent en computer en beamer zijn stuk. Je hebt alleen een flipover en wat marker. Beschrijf bij elk van de vier leerstijlen een werkvorm die je rondom je onderwerp met hooguit deze materialen kunt uitvoeren. D. Variatie in werkvormen Hoofdstuk 4: Variatie in soorten werkvormen Benoem de vijf soorten werkvormen Hoe zorg je ervoor dat een werkvorm effectief is? Noem vijf verschillende soorten ijsbrekers met de daarbij behorende doelen. Noem vier verschillende soorten spelvormen op basis van het spelidee. Een voorbeeld van een discussievorm is het werken met stellingen. Waar let je op bij het formuleren van de stelling? Beschrijf de kenmerken van een goede stelling. Waar moet een uitdagende werkopdracht aan voldoen? Geef van iedere soort werkvorm een voorbeeld die jij tijdens de les gebruikt of kan gebruiken Geef van iedere soort van de vijf groepen werkvormen tenminste twee voorbeelden die jou aanspreken, met een korte motivatie. Verzin bij de vijf verschillende soorten ijsbrekers bij elke soort een voorbeeld. Beschrijf een ijsbreker die je tijdens een van je lessen ingezet hebt. Om wat voor soort ijsbreker gaat het in dit geval? Geef een voorbeeld van een spelvorm die je hebt toegepast. Bedenk een discussiewerkvorm voor de eigen les Hoe geef je het werken met stellingen concreet vorm in je les? Bedenk bij een zelfgekozen onderwerp een demonstratie en een practicum. Kun je een voorbeeld beschrijven van een werkvorm die niet goed ging tijdens de les? Kun je benoemen waardoor dat kwam? En hoe zou je dit de volgende keer aanpakken zodat de werkvorm wel effectief is? 5
6 Welke werkvorm zet je vaak in tijdens je lessen? Hoe heb je deze werkvorm concreet vorm gegeven? En waarom juist deze werkvorm? Geef een voorbeeld van een goede stelling en een voorbeeld van een foute stelling. Welke soort werkvorm vind jij niet geschikt voor jouw situatie? Vind jij dat digitale werkvormen als aparte soort benoemd moeten worden of vallen deze onder de andere soorten? Beschouw de werkvormen die jij tot nu toe gebruikt. Met het inzetten van welk type werkvormen zou jij echt een stap buiten je comfortzone zetten? Benoem argumenten om die stap toch te zetten en koppel je antwoord aan de theorie over leerstijlen en aan de theorie over het omgaan met weerstand. Beargumenteer welke soorten werkvormen in algemene zin meer of minder zouden kunnen aansluiten bij verschillende leerstijlen. Heb je wel eens gemerkt dat er weerstand ontstond die hierop terug te leiden is? Zo ja, hoe ben je hiermee omgegaan en wat was het resultaat? Zo nee, stel dat er weerstand optreedt. Hoe zou je hiermee omgaan? Gebruik hierbij de theorie van Leary. Je gaat een les geven over een onderwerp waarin je gewend bent les te geven. Beschrijf het doel van die les. Creëer (en beschrijf hier) vervolgens een werkvorm passend bij het doel waarin je de volgende materialen gebruikt: twee lange touwen, flipover vellen en markers, ballen in drie verschillende kleuren. Koppel de soort werkvormen aan de verschillende fasen van het ervaringsleren Hoofdstuk 5: Oog voor talenten Noem tenminste drie (van de zeven) criteria die Gardner hanteerde om te besluiten of een talent een intelligentie genoemd kan worden Noem de 8 verschillende soorten intelligenties en geef per intelligentie twee kenmerken van de intelligentie Wat voor werkvormen passen bij de verschillende intelligenties? Hoe houd je tijdens je lessen rekening met deze verschillende intelligenties? Geef per intelligentie een concreet voorbeeld Geef drie voorbeelden uit je eigen lessen over hoe jij meerdere intelligenties hebt geprikkeld. Hoe kun je een soort werkvorm (bijvoorbeeld discussie) zo kneden om aan te sluiten bij een bepaalde intelligentie intelligentie Casus waarbij verbale intelligentie de boventoon voert. Hoe kun je dat oplossen? Koppel elk van de volgende werkvormen aan één of meer van de acht intelligenties: 6
7 Limerick Casus Kruiswoordpuzzel Taboe Beeldhouwen Smakelijk eten Loesje Metafoor uit de natuur Welke werkvormen met betrekking tot MI vind jij niet geschikt voor jouw situatie? Koppel de leerstijlen met de verschillende intelligenties Koppel de breinprincipes aan de verschillende intelligenties Je hebt tijdens de opleiding verkend welke intelligenties jij bij jezelf herkent en verkend welke intelligenties je in jouw lessen aandacht geeft. Schrijf op welke intelligentie het minst aan bod komt in jouw lessen. Schrijf vervolgens een vurig pleidooi om deze intelligentie in jouw lessen een grote plek te geven. Gebruik bij je pleidooi de theorie uit de opleiding die je argumenten kan ondersteunen. E. Benutten van verschillen Hoofdstuk 6: Verschillen als uitdaging Wat is het verschil tussen externe en interne differentiatie? Noem enkele voordelen en nadelen van differentiëren. Beschrijf ook vier nadelen of ongewenste effecten van differentiatie. Op welke manier kun je deze verkleinen? Benoem de vier leerstijlen van Vermunt Bedenk een tip voor een collega om hem te helpen bij het toepassen van differentiëren Hoe geef je differentiatie op capaciteit, motivatie en resultaat binnen de les concreet vorm? Geef een voorbeeld van elke vorm waarin je dit toepast. Hoe heb je differentiatie georganiseerd? Wat was het effect? Vermunt onderscheidt de ongerichte, reproductiegerichte, toepassingsgerichte en betekenisgerichte leerstijl. Als docent kun je aansluiten op deze leerstijlen door een toepassingsopdracht te geven aansluitend bij elk van deze leerstijlen. Schrijf zo n opdracht bij elke leerstijl voor een onderwerp waarin jij les geeft. Casus: van welke vorm van differentiëren is hier sprake? 7
8 Geef twee voorbeelden van externe differentiatie en twee voorbeelden van interne differentiatie. Wat is het verband tussen beide vormen van differentiatie. Welke vormen van differentiatie in de les hebben je voorkeur en waarom? Wat is jouw mening over differentiëren in jouw les en met toetsen? Wat zijn voor jou de meest belangrijke voordelen van differentiatie? Benoem er tenminste vier met voorbeelden uit je eigen omgeving. Bosker benoemt bij elk van de soorten differentiatie een aantal mogelijke effecten. Welke vorm(en) van differentiatie komen voor in de opleidingen / het opleidingsinstituut waar jij lesgeeft. Welke effecten zie jij bij deze vormen? Als er negatieve effecten zijn in jouw eigen lessen, hoe wil je hiermee dan in de toekomst omgaan? Benoem de verschillen tussen de leerstijlen van Kolb en Vermunt Hoofdstuk 7: Kiezen en plannen Wat leg je allemaal vast in een lesplan? Uit welke vaste onderdelen bestaat een les? Wat komt er in die verschillende onderdelen aan de orde? Wat breng je in kaart met de beginsituatie? Noem de vier aspecten van de beginsituatie waarmee je rekening houdt bij het voorbereiden van je les of hoorcollege. Beschrijf minimaal drie eisen gesteld aan het formuleren van leerdoelen Eén van de organisatievormen voor een les is groepswerk. Noem drie voordelen en drie nadelen van deze vorm. Maak drie goed geformuleerde leerdoelen uit jouw eigen lessen waarin je een opbouwende moeilijkheidsgraad laat zien Geef bij elk aspect van de beginsituatie een voorbeeld uit jouw eigen situatie Bedenk een lessituatie waarin je gebruik maakt van de organisatievorm circuit. Geef aan wat de verschillende opdrachten zijn en motiveer waarom het circuit de meest geschikte organisatievorm is Geef van vier verschillende media of hulpmiddelen minimaal twee voordelen en twee nadelen aan. Op basis waarvan maak je de keuze welke media je tijdens de les inzet? 8
9 Hoofdstuk 8: Presenteren met power Op welke manieren kun je omgaan met vragen van studenten? Noem er vier. Benoem de stappen van voorbereiding van een presentatie in logische volgorde. Benoem een aantal mogelijk valkuilen in de verbale communicatie en interactie tijdens een presentatie. Noem de vier onderdelen van lichaamstaal die je kunt inzetten om een overtuigende presentatie te geven. Geef daarbij per onderdeel de belangrijkste tip. Welke manieren van omgaan met vragen van studenten gebruik jij het meest, motiveer je keuze. Welke manier gebruik je nooit en waarom niet? In het boek wordt de aandachtscurve van studenten behandeld. Wat is de belangrijkste conclusie die je hieruit trekt? Hoe vertaal je deze informatie concreet naar jouw lessen? Teken de mogelijke aandachtscurve van de studenten tijdens het volgende hoorcollege: 5 min: Activerende opening, bespreken met buurman. 15 min: Uitleg theorie. 10 min: Casus oplossen in 3-tallen en nabespreken 25 min: Uitleg theorie 5 min: Quizvragen Wat is (zijn) je belangrijkste leerpunt(en) mbt presenteren met power. Hoe heb je daaraan gewerkt? Wat was het effect? Met welke stap van voorbereiding van een presentatie heb je het meeste moeite en waarom? F. Motiveren en stimuleren Hoofdstuk 9: Ze gaan ervoor! Wat is het verschil tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie? Hoe zie je dat terug in het gedrag van studenten? Beschrijf de behoeftepiramide van Maslow 9
10 Waarin verschillen de behoeften tussen de G- en F-culturen? Geef aan hoe cultuurverschillen van invloed kunnen zijn op de behoeften van de deelnemers die deze les krijgen en op welke manier je daar rekening mee kunt houden. Wat is het verschil tussen interne en externe attributie? Geef van beiden een positief en een negatief voorbeeld. Noem minimaal drie taakgerichte en drie persoonsgerichte maatregelen om een student te stimuleren. Hoe ga je om met de twee soorten motivaties bij studenten in de les? Geef per niveau van de behoeftepiramide van Maslow een voorbeeld van hoe je dit niveau vertaalt naar de concrete lespraktijk. Er zijn drie manieren om studenten te stimuleren: behoeftegericht, taakgericht en persoonsgericht. Geef per manier aan hoe je studenten stimuleert. Wanneer houdt motiveren van studenten op voor jou? Van welke manieren om studenten te stimuleren: behoeftegericht, taakgericht en persoonsgericht maak je zelf vooral gebruik? Waarom juist die manier? Hoe doe je dat concreet? Wat is het effect? er de casus van het motivatiegesprek m.b.v. de hoeden van de Bono Hoe kun je de piramide van Maslow koppelen aan de theorie over intrinsieke en extrinsieke motivatie? Pas het coachmodel toe op de casus van het motivatiegesprek Koppel het triademodel aan differentiatiemogelijkheden. Hoofdstuk 10: Bestaan lastige studenten? Beschrijf welke drie vormen van weerstand er tijdens jouw les kunnen ontstaan en geef daarbij een voorbeeld. Aan welk gedrag herken je weerstand bij studenten? Wat zijn mogelijke oorzaken voor lastig gedrag in de klas? Hoe ga je om met weerstand in de klas? Benoem de vijf stijlen om met weerstand en conflicten om te gaan en geef bij elke stijl een voorbeeld van het docentengedrag dat daarbij hoort. Noem drievormen van ongewild lastig gedrag waarmee je in jouw les te maken kunt krijgen? Hoe herken je deze vormen? Noem bij elke vorm twee tips om hiermee om te gaan. 10
11 Beschrijf een student met lastig gedrag. In welke categorie valt het gedrag dat je beschrijft: agressie, degressie of regressie? Casus lastig gedrag bekijken vanuit model Beschrijf een situatie in jouw les waarbij er sprake was van weerstand. Wat heb je gedaan om de weerstand te verlagen? Waren dit acties op het inhoudelijke, het procedurele of het interactieve niveau? Casus van een intercultureel probleem uit PF. Wat zou er aan de hand kunnen zijn gekoppeld aan de motivatie en behoefte van de student? Welke voorzieningen zou jij willen treffen voor studenten met ongewild lastig gedrag? Koppel 5 soorten conflicthantering aan agressie, degressie en regressie Casus lastig gedrag: kan hier sprake zijn van een van de problemen van ongewild lastig gedrag Hoofdstuk 11: Pamperen en loslaten Welke vormen van feedback zijn er? Wat zijn de meest kenmerkende verschillen tussen de rollen van docent en tutor? Geef de vier fasen in het ontstaan van een groep. Benoem van elke fase twee karakteristieke kenmerken. Geef per fase een voorbeeld. Welke teamrollen kun je in groep tegenkomen? Benoem bij elke rol de belangrijkste kenmerken. Benoem bij de vier vormen van feedback die je kunt geven van elke vorm een voorbeeld uit jouw praktijk. Pas de eisen gesteld aan goede feedback toe in de volgende casus: Een student heeft voor de derde keer zijn les niet voorbereid en heeft ook de boeken en studiewijzer niet bij zich. Hierdoor houd hij de les nodeloos op. Wat zeg je tegen hem? Hoe geef je feedback op een student die zijn huiswerk niet gemaakt heeft? Groepsdynamica: Hoe gebruik je de kennis die je hebt opgedaan over groepsdynamica concreet in je lessen? Geef aan wat je met de teamrollen in de praktijk kunt doen. Geef vier voorbeelden van regels die je kunt stellen. Motiveer wat de grenzen bij deze regels zijn en hoe je ervoor kunt zorgen dat deze regels gehandhaafd worden. 11
12 Geef een voorbeeld van een motivatiegesprek dat je met een student hebt gevoerd. Geef aan hoe je het gesprek hebt opgebouwd en welk probleem je aan de orde hebt gesteld. Op welke punten zou je het gesprek een volgende keer anders doen? Welke groepsfase(n) herkennen je in je eigen situatie? Wat vind jij de waarde van rollen van Belbin? Bedenk een koppeling tussen de groepsfasen en mogelijke irrationele gedachten Hoofdstuk 12: De competente docent Noem de vier ontwikkelingsfasen van een docent met voor iedere fase twee belangrijke kenmerken: Met behulp van de Roos van Leary zijn verschillende gedragswijzen van docenten te onderscheiden. Welk docentengedrag heeft vooral effect op de prestatie van studenten? Leg uit. Welk docentengedrag beïnvloed de motivatie van studenten? Beschrijf het kernkwadranten model van Daniel Ofman. Uit welke vier gebieden bestaat het johari-window? Teken het en geef per gebied een korte toelichting. Teken het kwadrant van de theorie van Ik ben oké en beschrijf de kenmerken van de vier vakken Welke vijf soorten irrationele gedachten zijn er? Geef bij elke soort een voorbeeld vanuit een docent. Kun je het ABC-schema toepassen op een concrete situatie die je overkomen is tijdens één van je lessen? Wat levert het je op? Teken de 8 vormen van docentgedrag in de Roos van Leary en beschrijf twee (anonieme) voorbeelden uit je directe omgeving. Leg de vier vakken van het Johari window uit met een persoonlijk voorbeeld. Er zijn vier psychologische basishoudingen bij docenten te onderscheiden, de winnaarspositie, de arrogantiepositie, de slachtofferpositie en de wanhoopspositie. Welke basishouding past bij activerend opleiden? Wat houdt deze basishouding in Welke gedragswijze past bij jou? Wat zijn de kenmerken van deze gedragswijze? Wat zijn de valkuilen? Hoe kan de RET-methode je helpen in je ontwikkeling als docent? 12
13 Beschrijf met twee overtuigende voorbeelden in welke ontwikkelingsfase jij jezelf het meest herkent. Welke irrationele gedachten spelen bij jou? Maak een kernkwadrant voor een van de leerstijlen Koppel de 4 soorten feedback aan het Johari window G. Toetsen van resultaten Hoofdstuk 13: Resultaten die spreken De kwaliteit van het onderwijs kun je evalueren aan de hand van de evaluatiecyclus. Uit welke vier stappen bestaat deze cyclus? Wat zijn methoden/manieren om informatie te verzamelen? Waar herken je een student aan die reflectief is? Wat is het verschil tussen evalueren, feedback en reflecteren? Hoe kun je studenten helpen om te reflecteren? Wat is het verschil tussen een formatieve toets en een summatieve toets? Hoe kun je het rendement van de opleiding meten? Noem drie formatieve / summatieve toetsen in jouw situatie Welke beoordelaarsfouten herken je in de praktijk Welke soort toetsen gebruik je zelf veel en waarom? Welke methode/manieren om informatie te verzamelen gebruik je zelf en waarom? Wat doe je in de les (bij het ontwerpen van je les) om de kans op positieve transfer zo groot mogelijk te maken? Je wilt graag dat je studenten (beter) leren reflecteren. Noem tenminste acht activiteiten die reflectie stimuleren. Geef drie voorbeelden van transfer in je eigen praktijk Een student kan het geleerde niet toepassen in werk of stage. Wat zou er aan de hand kunnen zijn? Beoordeel een vaardigheidsformulier: is het valide, betrouwbaar etc Welke soort kwaliteit lever jij? er een student met een onvoldoende voor de toets m.b.v. het triademodel Geef aan welke van de vier niveaus de kwaliteit van onderwijs het meest zichtbaar in je eigen organisatie? Beschrijf kort de overeenkomsten en verschillen tussen formatief en summatief toetsen 13
14 Wat is jouw mening over het nadeel teaching to the test t.o.v. de eis tot transparantie? Vind je dat je rekening moet houden met studenten met etiketjes (ongewild lastig gedrag) tijdens de les en tijdens de toets? Hoe kun jij als docent een bijdrage leveren aan het rendement van de opleiding? Reflecteer op jouw eigen leerhouding tijdens de Leergang met het triple loop learningmodel Wat vind jij van het belang dat aan het externe rendement wordt gehecht? Welk advies heb jij om het rendement van jouw opleiding te verbeteren? Hoe kun je de verschillende intelligenties gebruiken bij de 4 evaluatieniveaus? Koppel de leerstijlen van Kolb en het reflectiemodel van Korthagen Hoofdstuk 14: Toetsen die kloppen Binnen het onderwijs kunnen we kennis, vaardigheden en attitude toetsen. Noem één of meerdere voorbeelden van soorten toetsen die je kunt gebruiken om kennis, om vaardigheden en om attitude te toetsen. Welke vier eisen stel je aan toetsen? Geef van iedere eis een voorbeeld. Bloom (revisie van Anderson en Krathwohl) onderscheidt in zijn taxonomie 6 soorten vragen: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Waar zijn de creëer vragen op gericht? Hoe gebruik je de taxonomie van Bloom bij het maken van een toets? Welke toetsvormen kun je gebruiken voor het meten van kennis? Op basis waarvan maak je een keuze voor één van deze soorten toetsvormen? Benoem tenminste zes soorten toetsen en geef van iedere soort een voordeel en een nadeel. Waarom werk je bij vaardigheidstoetsen met een beoordelingsschaal? Wat zijn de voordelen van het werken met een beoordelingsschaal bij vaardigheidstoetsen? Hoe stel je een toets samen? Neem een voorbeeld uit je eigen praktijk en beschrijf hoe je daarbij de toets zou maken. Welke toetsvormen gebruik je zelf veel en waarom? Bedenk vragen / opdrachten op de zes niveaus van Anderson en Krathwohl gebaseerd op Bloom: Onthouden, Begrijpen,, ren, Evalueren en Noem een voorbeeld van een beoordelingsfout waar jij je als beoordelaar ook wel eens schuldig aan maakt. Bedenk bij jouw vaardigheid 1 item dat je wilt beoordelen. Maak een beoordelingsschaal met de categorieën: goed, voldoende, matig, onvoldoende 14
15 Maak een schema waarbij je Bloom aan Vermunt koppelt 15
Inhoud. Klaar voor de start? 11
Inhoud Klaar voor de start? 11 1 Bouwen op een fundament 16 A De praktijk 16 B Zelfreflectie 17 C De theorie 18 1.1 Ontwikkelen van onderwijs 18 1.2 De elementen van het onderwijsontwikkelmodel 20 D Toepassen
Nadere informatieD.1 Motiveren en inspireren van leerlingen
DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt
Nadere informatieTraining. Coachend begeleiden
Training Coachend begeleiden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Bertine Pruim Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Factor-E Coachend begeleiden
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieLeerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A
Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 12: Het vinden van werk c: Kiezen en solliciteren naar passende stageplek Thema 1 Introles De leerling oriënteert zich op
Nadere informatieZelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.
Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van
Nadere informatieWerken vanuit gezamenlijk inzicht
werkvorm 1 Doel Elkaar feedback geven. Onderlinge samenwerking bevorderen. Respect voor onderlinge verschillen bevorderen. Ieder in eigen kwaliteiten inzetten en daarmee werkdruk verminderen. Er is werkdruk
Nadere informatie1 Hoe leren leerlingen?
1 Hoe leren leerlingen? Vraag 1.1 Beschrijf kort wat er gebeurt met de informatie in het zintuiglijk geheugen, kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen. Tip: Sla paragraaf 1.3 uit het Handboek voor
Nadere informatieLaag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten
Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen
Nadere informatieHoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?
Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? GP goes OGW Met OGW willen we de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk stimuleren. Dat vraagt van de docent én school
Nadere informatieWorkshop voorbereiden Authentieke instructiemodel
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft
Nadere informatieBBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren
BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Inleiding en leerdoelen Reflectie is de weerkaatsing van licht in bijvoorbeeld een spiegel. Reflectie zoals je dat in deze opdracht zult leren is eigenlijk
Nadere informatieTijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)
Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad
Nadere informatieStap 1 Doelen vaststellen
Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot
Nadere informatieOpbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan
Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct
Nadere informatieDe Taxonomie van Bloom Toelichting
De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog
Nadere informatieDoel en resultaat WPOplus training
Doel en resultaat WPOplus training Effect: Werknemers vergroten zichtbaar de vaardigheden goed werknemerschap en daardoor kunnen ze doorstromen in hun loopbaan Resultaat: Deelnemers in staat stellen WPO
Nadere informatieThema 1: Het leren (bevorderen) 19
I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 15 Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 1 Het leerproces van studenten 21 1.1 Waarom het leerproces van studenten? 21 1.2 Het leerproces volgens Biggs 22 1.3 Leeractiviteiten
Nadere informatieReflectiegesprekken met kinderen
Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen
Nadere informatieLeergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR
Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR Cursusdag 1 09:30 uur Kennismaking We starten deze module een kennismaking. We inventariseren de verwachtingen van alle deelnemers. U krijgt een toelichting
Nadere informatieCommuniceren is teamwork
Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.
Nadere informatieKaartspel De formatieve toetscyclus. NRO-PPO overzichtsstudie dossiernummer Judith Gulikers & Liesbeth Baartman
Kaartspel De formatieve toetscyclus NRO-PPO overzichtsstudie dossiernummer 405-15-722 Doelgericht professionaliseren. Formatief toetsen met effect! Wat DOET de docent in de klas? Judith Gulikers & Liesbeth
Nadere informatieOpbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking
Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Een
Nadere informatieRespectvol reageren op gevoelens
OPDRACHTFORMULIER Respectvol reageren op gevoelens Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.
Nadere informatieUit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.
Metawerk Fedor. Semester 1a Opdracht 1. Ik heb voor opdracht 1 de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Deze test heeft als doel om te kijken op wat voor manier je het beste informatie kunt opnemen en verwerken.
Nadere informatieBegeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof
Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat Frans Ottenhof De rol van de mentor * Wat is motiverend voor leerlingen? * Aan welke studievaardigheden kun je werken? Welke niet? * Wat heb je nodig
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten
Nadere informatieJe oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.
OPDRACHTFORMULIER Voorlichting geven Naam student: Datum: Opdracht Je geeft voorlichting aan een of meer zorgvragers. Voordat je gaat oefenen Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand
Nadere informatieLesprogramma voor activerende didactiek Vervolglessen
Lesprogramma voor activerende didactiek Vervolglessen TIJD ACTIE DOCENTGEDRAG WERKVORM OPMERKINGEN 05 min De ontvangst Lokaal op orde lesmateriaal present PPP scherm op zwart muziekje aan Schrijf je eigen
Nadere informatieOPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2009-2010 Versie: 3 Fase: Gevorderd 1 Naam Student:.
Nadere informatieNaam: Stageplek: Klas:
Naam: Stageplek: Klas: Inhoudsopgave Naam stagebegeleider Telefoonnummer stagebegeleider Mailadres stagebegeleider Adres stage bedrijf Naam stagebegeleider (als er 2 zijn) Telefoonnummer stagebegeleider
Nadere informatieTrainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!
Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden Jouw talent, onze ambitie! Je vindt het belangrijk om te blijven investeren in je eigen ontwikkeling. Zeker als je nieuwe vaardigheden
Nadere informatieCursus werkbegeleiding
Cursus werkbegeleiding Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Klas: 3IKZ1 Opleiding: 3 e jaar HBO-V Studiedeelnummer: 3512TRWBOP Studieonderdeel: Cursus werkbegeleiding Aantal woorden: 1800 Docent: Y.
Nadere informatieModule 9 Kennis delen en coachen
OPDRACHTEN Verzorgende IG Maatschappelijke Zorg Module 9 Kennis delen en coachen Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 Leren 5 A Hoe leer ik? 5 B Bevorderende en belemmerende factoren 7 C Plan van aanpak bij
Nadere informatieProfessionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs
Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische
Nadere informatieLeerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie
LOB matrix KWC afdeling SMS Noteer in onderstaand schema alle activiteiten die jij als professional of binnen de afdeling waar je werkzaam bent mee gewerkt wordt. Dit kunnen losse instrumenten zijn zoals
Nadere informatieKiesWijzer. een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs
KiesWijzer een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs Inleiding Met veel plezier presenteert Intermijn de les KiesWijzer. Uw leerlingen staan in het nieuwe schooljaar weer voor grote keuzes. Welk
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID
OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid
Nadere informatieRubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.
ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak
Nadere informatieBijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs
Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Studentnummer: Naam aanmelder: Stap 1. Welkom heten en uitleggen wat het onderzoek inhoudt (Tijd: 5 minuten) Landelijk en bij de FEM is er sprake van een hoge
Nadere informatieLeerplanschema Minor Psychologie
Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?
Nadere informatieOPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: Juli 2013 Fase: beginner Naam deelnemer:. 2
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN
OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN Een professioneel gesprek moet je altijd voorbereiden! INLEIDING Je voert dagelijks gesprekken. En dat doe je vaak op de automatische piloot. Professionele
Nadere informatieWater naar de zee dragen BW 05-01-2009 10:15 Pagina 31 W E R K V O R M E N
Water naar de zee dragen BW 05-01-2009 10:15 Pagina 31 2 W E R K V O R M E N Het tweede hoofdstuk bevat 20 verschillende die u kunt toepassen in uw eigen opleidingspraktijk. De kunnen ingezet worden voor
Nadere informatieOpleiding DIFERENCI TRAINER FACILITATOR
Opleiding DIFERENCI J RINER FCILIOR rainen/facilitaten is een vak, een ambacht. Dat doe je met heel je hebben en houwen als je het tenminste een uitdaging vindt om mensen in beweging te brengen Dit ambacht
Nadere informatieTool scan formatieve toetscyclus
Tool scan formatieve toetscyclus Lees de beschrijvingen van docentactiviteiten in de formatieve toetscyclus hieronder. Geef steeds aan in hoeverre jij dit momenteel doet in je eigen onderwijs. Score 1
Nadere informatieREFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie
REFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie Naam: Besproken met opleider: Periode: Betreft de 7 competenties in het algemeen: 1. Medisch handelen -Wat ging goed: 2. Communicatie -Wat ging goed: 3. Samenwerken
Nadere informatieSollicitatietraining: op weg naar stage & werk
Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk De jongeren die zich aanmelden bij Maljuna Frato hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt en hebben weinig of geen zicht op hun mogelijkheden, kwaliteiten
Nadere informatieRubrics vaardigheden
Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden
Nadere informatieOrganisatie van werkzaamheden
Organisatie van werkzaamheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Rubus Opleidingspartners, Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jessica Satink
Nadere informatieLambrecht Spijkerboer 12 oktober 17
Lambrecht Spijkerboer STA@Lambrechtspijkerboer.nl 12 oktober 17 De leerling in beeld Waarom eigenlijk toetsen? Wat wil je van de leerlingen weten? En wat willen de leerlingen van jou weten?... 4 vragen
Nadere informatieKader voor ontwikkeling - Vaardigheden
Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden Zelfsturing Zelfsturing - Onderbouw O: Ik begin uit mezelf met mijn werk en houd mijn aandacht erbij -19-0 O: Ik vraag op tijd hulp als ik ergens zelf niet uit kom
Nadere informatieAnalytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.
Creatief denken Het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden. Associëren, brainstormen en het bedenken van nieuwe originele dingen en originele oplossingen voor problemen. Analytisch denken Het
Nadere informatieRubrics vaardigheden
Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden
Nadere informatie1. Concrete ervaringen. 2. Observatie en reflectie. 3. Vorming van abstracte begrippen en generalisaties.
1. Concrete ervaringen 2. Observatie en reflectie 3. Vorming van abstracte begrippen en generalisaties. 4. Toetsing van begrippen in nieuwe situaties/experimenten. een interventiemodel voor de docent als
Nadere informatie1 Wat zijn Actiekaarten?
1 Wat zijn Actiekaarten? Actiekaarten zijn kaarten met werkvormen die je als trainer of docent kunt gebruiken om je deelnemers of studenten aan het werk te zetten. Mensen kunnen tegelijkertijd aan verschillende
Nadere informatieTaxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren
Taxonomie van Bloom (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren Ontwerpen, maken, plannen, produceren, uitvinden, bouwen 5. Evalueren Motiveren
Nadere informatieAls docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid
JOUW ROL ALS TRAINER Het klinkt misschien overbodig om het te hebben over de rol die je hebt bij het beïnvloeden van het denken en doen van anderen in groepssituaties. Iedereen weet toch wel wat die rol
Nadere informatieLeerwerkplan LEERWERKPLAN VOOR PROJECT TRIPLE T. Leerwerkplan-TripleT 2011-2012. Naam student: Martin van der Kevie
LEERWERKPLAN VOOR PROJECT TRIPLE T Leerwerkplan-TripleT 2011-2012 Naam student: Martin van der Kevie Leerwerkplan Bijbehorende ie (niveau C) Leerdoel Activiteiten per leerdoel (wat ga ik concreet doen
Nadere informatieVOORWOORD. De opbouw van de leereenheden
VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof
Nadere informatieCursus. Onderwijs/VVE 1
Cursus Onderwijs/VVE 1 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Anne Haselberg Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Onderwijs/VVE1 ISBN: 9789037233742
Nadere informatieIn de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.
Handleiding leerverslag. Inleiding In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school. Binnen de HBO-V opleiding neemt bovengenoemde vorm van leren veel tijd in beslag
Nadere informatieVoorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les
1 Lesschemaformulier (LSF) Handleiding versie 2009-2010 / Pedagogogische Hogeschool De Kempel Helmond Kop Op ieder lesschemaformulier noteer je jouw voor- en achternaam en de jaargroep op de Kempel. Je
Nadere informatieLesvoorbereidingsmodel
Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email
Nadere informatieWat zijn Actiekaarten?
1 Wat zijn Actiekaarten? Actiekaarten zijn kaarten met werkvormen die je als trainer of docent kunt gebruiken om je deelnemers of studenten aan het werk te zetten. Mensen kunnen tegelijkertijd aan verschillende
Nadere informatieLesopzet docent- en zelffeedback gericht op verder leren door het schrijven van een beschouwende tekst 'Digitaal lesmateriaal'
Lesopzet docent- en zelffeedback gericht op verder leren door het schrijven van een beschouwende tekst 'Digitaal lesmateriaal' Klas: 4 vmbo-t Leerdoelen door docent geformuleerd: Leerlingen gebruiken het
Nadere informatieBloom. Taxonomie van. in de praktijk
Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven
Nadere informatieJ L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -
Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert
Nadere informatieOntwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling
Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Waarom? Ik heb het idee dat ik wel eens tekortschiet als het erom gaat anderen duidelijk te maken wat ik bedoel. Ik
Nadere informatieHoe aardgasvrij woon jij?
JOUW GASTLES Gastles Hoe aardgasvrij woon jij? Je gaat een gastles verzorgen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarin laat je zien hoe je in je werk dagelijks bezig bent met het thema aardgasvrij
Nadere informatieSport en Gezondheid Hoe fit ben ik? Inleiding
Inleiding Dat bewegen gezond is, dat weten we. Maar wat is gezonde beweging voor je? Hoeveel beweging heb je nodig? Om antwoord te krijgen op deze vragen en te ontdekken hoe fit je bent, is er de Fitkit.
Nadere informatieEen overtuigende tekst schrijven
Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen
Nadere informatieBIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie
BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis
Nadere informatieBegrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie
Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan
Nadere informatietalentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën
Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën Ik let op (onopvallende) details en voeg details toe aan eerdere ideeën Ik zie meerdere denkrichtingen en verander flexibel van denkrichting
Nadere informatie1 Hoe leren leerlingen?
1 Hoe leren leerlingen? Reflectievraag 1.1 Lees de casus Een leerzame les waar hoofdstuk 1 van Handboek voor leraren als introductie mee begint. Beperk je alleen tot het lezen van deze casus. Schrijf vervolgens
Nadere informatieInhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89
Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op
Nadere informatie1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie
Persoonlijke ontwikkeling en socialisatie analyseren / plannen / creëren / representeren van jezelf (LOCO) 1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie
Nadere informatieChecklist competenties begeleiding
Checklist competenties begeleiding In het onderzoek Leer hoe ik leer worden door de respondenten aandachtsgebieden genoemd die zij van belang achten bij het ontwikkelen van transfer van theorie naar praktijk.
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:
Nadere informatieEFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?
EFFECTIEF LEIDINGGEVEN Een gave of een vak? Een training van COMMUNICERENENZO Mensen zijn belangrijk. Resultaten ook Mensen zijn belangrijk en waardevol. Resultaten worden behaald dankzij mensen. Zij voegen
Nadere informatieVoorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.
Welkom Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Onderstreep de woorden waarvan je de betekenis niet weet en zoek
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)
ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student
Nadere informatieASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf
ASSERTIVITEIT beter communiceren vanuit jezelf Een training van COMMUNICERENENZO Mensen zijn belangrijk. Resultaten ook Mensen zijn belangrijk en waardevol. Resultaten worden behaald dankzij mensen. Zij
Nadere informatieSCAN. in kwaliteitsvol toetsen
SCAN in kwaliteitsvol toetsen Instructies Overloop en beoordeel de concrete indicatoren van valide, betrouwbaar, transparant, efficiënt en/of leerrijk toetsen voor het geheel van toetsen/ de toets van
Nadere informatieZelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers
Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers Onderdeel van toolkit Nieuw Delen 2. Zelftest Werken met Communities Wat kan ik met de zelftest? Hieronder tref je een test aan waarmee je een
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieRijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag
Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen
Nadere informatie2 jarig Verzorgende IG BOL
2 jarig Verzorgende IG BOL Loopbaanoriëntatie Begeleiding (LOB) Leerjaar 1 Fase A Docentenhandleiding LOB Fase A leerjaar 1 Ontwikkelaar: Rianne Schuur Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Beginsituatie...
Nadere informatie12 augustus 2011 Aan : Van : Afdeling/functie : VTO, opleider Betreft. : OMA scholing leerlingen en stagiaires. Management samenvatting
12 augustus 2011 Aan : Van : Afdeling/functie : VTO, opleider Betreft : OMA scholing leerlingen en stagiaires Management samenvatting Binnen Mondriaan is het de afspraak dat alle medewerkers in de directe
Nadere informatieToetsbekwaamheid BKE november 2016
Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/
Nadere informatieAssessment as learning. Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school?
Assessment as learning Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school? Formatieve assessment, waarom zou je dat gebruiken? In John
Nadere informatieEen toetsprogramma om van te leren. Platform leren van toetsen 2 juni 2017 Wendy Peeters en Nienke Zijlstra
Een toetsprogramma om van te leren Platform leren van toetsen 2 juni 2017 Wendy Peeters en Nienke Zijlstra Even voorstellen.. Wendy Peeters Nienke Zijlstra Uitgangspunten en doel sessie Uitgangspunten:
Nadere informatieDraaiboek voor een gastles
Draaiboek voor een gastles Dit draaiboek geeft jou als voorlichter van UNICEF Nederland een handvat om gastlessen te geven op scholen. Kinderen, klassen, groepen en scholen - elke gastles is anders. Een
Nadere informatieCOACHEN EN TRAINEN Korte weergave
COACHEN EN TRAINEN Korte weergave Geschreven door: Freek Verbeet Body2Coach 1. Wat is coaching? In mijn eigen nieuwe boek, waar ik nog mee bezig ben, schrijf ik over coaching. Door middel van verschillende
Nadere informatie(IO)IO Werkvormen kennisoverdracht
Hoe zet ik deelnemers aan het werk om zich kennis eigen te maken? Hoe sluit ik beter aan bij het kennisniveau van de deelnemers Hoe maak ik kennisoverdracht actief? Leestafel Op een tafel in de zaal liggen
Nadere informatieOPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg
OPDRACHTEN Verzorgende IG Module 8 Kraamzorg Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 De cliënt in de kraamzorg 5 A Taken van de kraamverzorgende 5 B Visie op kraamzorg 7 C Ontwikkelingskenmerken van het ongeboren
Nadere informatieD.1 Motiveren en inspireren van leerlingen
Didactisch bekwaam D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leerlingen krijgen ruimte voor eigen inbreng en creatieve invulling van de opdracht. De leraar zorgt ervoor dat leerlingen zich
Nadere informatie