V E R S L A G. Van de openbare vergadering van de raad der gemeente Hengelo (O), gehouden op donderdag 12 november 2009 te 19.

Transcriptie

1 V E R S L A G Van de openbare vergadering van de raad der gemeente Hengelo (O), gehouden op donderdag 12 november 2009 te uur

2 --

3 AGENDA: A Algemeen 1 Opening 2 Veranderingen in de samenstelling van fracties in de raad 3 Vragenhalfuur 4 Verslag vergadering 13 oktober Lijst ingekomen stukken en mededelingen Port.H. Hamerstukken B1 Projectenlijst EFRO doelstelling 2, Prioriteit 1 (313473) Ter Ellen C1 Bestemmingsplan en exploitatieplan Waterpark Veldwijk Noord (310989) Weber C2 Nieuw afvalbrengpunt (313335) Weber D1 Kwaliteitsverbetering speelplekken (311197) Oude Alink D2 Verordening BI-zone Twentekanaal (312003) Te Ellen B Voorstellen door tussenkomst van de commissie Bestuur C Voorstellen door tussenkomst van de commissie Fysiek C3 Bestemmingsplan Gezondheidspark (310054) Weber C4 Aanpassing bomenverordening (297025) Weber D Voorstellen door tussenkomst van de commissie Sociaal D3 Kunstopdracht Huys Hengelo (309178) Ter Ellen E Voorstellen zonder tussenkomst van een commissie E1 11 e wijziging Beleidsbegroting 2009 (316561) Ter Ellen F Voorstellen door tussenkomst van de commissie Bestuur, Sociaal en Fysiek F1 Beleidsbegroting (313454) College F2 a. Belastingtarieven 2010 (288432) Ter Ellen b. Wijziging verordening tarieven sportaccommodaties (312551) Weber F3 1 e begrotingswijziging begroting 2010 (313453) Ter Ellen

4 1 12 november 2009 V E R S L A G Van de openbare vergadering van de raad der gemeente Hengelo (O), gehouden op donderdag 12 november 2009 te uur Voorzitter: de burgemeester, drs. F.A.M. Kerckhaert Griffier: G.J. Eeftink Aanwezig zijn de leden: B. Akkus, Z. Alkan, E. Alkema (later), B. Carlak, F.J.H. Coopman, mevrouw J.M.J. Doornbos-Geerdink, W. Dragt (later), R.J. Fens, Y. Gouriye (later), F. van Grouw (later), mevrouw M. ter Haar, J.W.M. Harink, mevrouw M.G. Heidkamp, J.T.J. Heijstek, W.L.M. van den Heuvel, mevrouw M.A. ten Heuw, mevrouw J.H. ter Hofte-Visser, M. Hollander, S.M.A. Horsthuis, W. Jager, L.F.M. Janssen, G. Knegt (later), mevrouw M. Koopman, J. Kruiskamp, mevrouw B.M.C. Langenkamp-Mosman, mevrouw E. Mooijman, V.H. Mulder (later), W. Mulder, A. Otten, mevrouw E.Y. Prent (later), J.J.H. Rikkerink (later), mevrouw M.B. Rouwet-Smits, P.G. Rutgers (later), M. Vondeling, B.G. van Wakeren, mevrouw G.M. Weenink-Poorthuis, W.A. Winter (later). Aanwezig zijn de wethouders: J. Bron, G.A. ter Ellen, B. Otten (later), mevrouw A.E. Oude Alink (later) en G.A.Th. Weber De Voorzitter heropent de vergadering, heet de aanwezigen van harte welkom en spreekt als volgt: Dames en heren! Hartelijk welkom. Ook aan de mensen op de publieke tribune en de pers. Dank u voor eenieders moeite om het zo te plannen dat we door kunnen gaan. Daar hebben we allemaal ons best voor gedaan. Een aantal mensen komen later. Die noem ik niet op, maar zij zullen in de loop van de avond komen. Ik heb wel begrepen dat meneer Dragt ziek is, meneer Knegt nog steeds ziek is, en dat meneer Alkema niet aanwezig is. Hij zei gisteren al dat hij absoluut niet kon komen. En meneer Mulder komt later? Mevrouw Ten Heuw (SP): Dat nemen wij ook aan. De Voorzitter: Dan ga ik ervan uit dat zij nog allemaal komen. Wij houden dat in het verslag bij. Wij hebben in ieder geval het quorum. Het tweede punt dat ik qua procedure naar voren wil brengen is het volgende. Vanavond hadden wij eigenlijk technisch beraad over Lange Wemen. Met het presidium is bekeken hoe wij dit beste kunnen doen. Op dinsdag 17 november is het IBR-programma. En ook op 17 november zullen wij een technisch beraad houden zoals dat nu was gepland. Om kwart voor 9 en dat loopt door zolang het nodig is. Dat zal plaatsvinden op de Hazenweg, kamer H540. U krijgt het nog via de mail. Meneer Locher en meneer Van Ekeris zullen daar aanwezig zijn en u informatie geven. Ook meneer Pinkhaar van Welbions zal dan voor een deel aanwezig zijn. Wilt u deze informatie ook doorgeven aan de fractieleden die vanavond niet aanwezig zijn? Mocht u daarnaast nog informatie willen hebben, dan kunt u deze altijd via de griffier, meneer Eeftink, of telefonisch rechtstreeks bij meneer Locher verkrijgen. Hij kan ook komen op het moment dat u het past. Akkoord, dan is dit geregeld. Dan gaan wij door met de behandeling van de agenda. De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat het goed is, omdat wij in deze raad over t Lansink uitvoerig met elkaar van gedachten hebben gewisseld en u daar ook een stem in hebben gegeven, te vertellen wat de laatste ontwikkelingen zijn. Toentertijd hebben wij het pand verkocht aan meneer Van Merksteijn. Op dit moment is er een tweede mede-eigenaar, meneer Ten Doeschot. Ook iemand met een behoorlijk stevige hoeveelheid geld, dat mag duidelijk zijn. Meneer Ten Doeschot en meneer Van Merksteijn hebben gesproken met ons hoofd Grondzaken. Daaruit is duidelijk geworden, dat is ook helder want er liggen natuurlijk allerlei voorwaarden aan die verkoop ten grondslag (aan die voorwaarden zit een kettingbeding op, dat blijft gewoon uitgevoerd worden), dat men zelfs denkt over het uitbreiden van de hotelaccommodatie naar meerdere kamers. Dat was waar we hier in de raad over gesproken hebben. Dat het eigenlijk noodzakelijk is om het hotel een behoorlijk stevige basis te geven. Dat is een mededeling die ik graag wil doen. Het is nog niet zo heel lang bekend. Het tweede punt gaat ook over t Lansink. t Lansink heeft (en binnen Overijssel zijn dat

5 2 12 november 2009 er niet zoveel) een Beep Gourment gekregen van Michelin. Dat is (zo kun je het zeggen) een voorbode van een Michelin ster. De Voorzitter: Akkoord, waarvan akte. We zullen dat nog eens controleren. De heer Heijstek (Pro Hengelo): Mag ik over deze mededeling een vraag stellen? Ik begreep (even uit mijn hoofd) dat de verkoop, waar wij onze goedkeuring aan hebben gegeven, oorspronkelijk was aan Van Merksteijn BV. Is dat juist? De heer Ter Ellen (wethouder): Dat weet ik niet uit mijn hoofd. De heer Heijstek (Pro Hengelo): In ieder geval, het heeft volgens mij in de stukken gestaan. Dat concern van Van Merksteijn zit zo in elkaar, dat die BV redelijk hoog in de boom zit (een soort holding, een beetje technisch en notarieel misschien) en dus niet zo gemakkelijk verkocht kan worden. Ik heb geconstateerd dat er een nieuwe BV is opgericht. Dat heet Hotel t Lansink Beheer BV, met een minimum kapitaal van euro. Dat is gewoon een dochtertje dat je zo los kunt verkopen. Wij hebben gezegd Van Merksteijn, want die gaat het jarenlang goed voor ons behartigen. Destijds is voor een BV gekozen, die zwaar was, die je niet zomaar kon verkopen, want dan verkoop je het hele concern in één keer mee. Dit is een BV die veel minder sterk staat dan wij voor ogen hebben gehad. Ik heb geconstateerd dat de oprichting heeft plaatsgevonden op 21 augustus van dit jaar. Nog diezelfde dag zijn er aandelen overgedragen en is de bestuurder gewisseld. Dus meneer Van Merksteijn is precies één dag bestuurder geweest. Nog niet eens een hele dag. Want op diezelfde dag is hij uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en is meneer Ten Doeschot bestuurder geworden. Dit is een gang van zaken die wel besproken moet worden. De zeggenschap over de dagelijkse gang van zaken is weg, want die ligt nu bij meneer Ten Doeschot. Daar hebben wij als raad niet voor gekozen. Het zit in een BV, die een onderdeeltje is van een heel concern. Maar alleen dat pand is dit, waar verder geen enkele belemmering is. Je kan gewoon aandelen verkopen en dan is inderdaad de BV daaraan juridisch gebonden. Ik heb de akte van levering gezien. Daar staat een andere koper in dan wij afgesproken hadden. En dat dit nota bene is gebeurd met instemming van partijen, dus ook van de gemeente. Ik vraag mij af waarom wij nu met dit feit worden geconfronteerd, nu het al gebonden is. En niet toen al, of voordat u daadwerkelijk bij de notaris getekend heeft. Ik verbaas me daar ten zeerste over. Ik wil het graag als commissiepunt terughebben. Want het moet nog een keer besproken worden. Dit is een gang van zaken die het mogelijk maakt om alleen dit BV tje te verhangen, waar alleen het pand in zit en dit is niet de gang van zaken die wij gewenst hebben. Er staat nota bene in de akte dat het een beleggingsobject is. En het kettingbeding is allemaal leuk en aardig en dat geldt inderdaad voor deze BV, maar als ik de BV verkoop aan een andere aandeelhouder, dan is die daar nog wel aan gebonden, maar dan hebben we een andere eigenaar met een heel andere zeggenschap, wat nu al het geval is. Ik vraag me echt af hoe dit heeft kunnen gebeuren. Dit behoort tot de actieve informatieplicht van het college, het is een heel gevoelig onderwerp geweest. Wij hebben toen beoordeeld dat dit de beste koop was en dat het niet anders kon. En nu blijkt dat er een tweede gegadigde was die het wel samen wilde doen. Als ik dit zo hoor dan verbaast mij dat ten zeerste. Nogmaals, op een en dezelfde dag ging het bestuur al over en ging in ieder geval een deel van de aandelen al over. Dat vind ik op z n minst een wonderlijke gang van zaken. Om hebben wethouder Otten en mevrouw Prent zich bij de vergadering gevoegd. De Voorzitter: De mededeling is gedaan door de wethouder. Ik neem aan dat dit een onderwerp is voor de volgende commissievergadering. De heer Ter Ellen (wethouder): Vanzelfsprekend kan dit een onderwerp zijn voor de volgende commissievergadering, als meneer Heijstek daar op staat. Het lijkt mij geen enkel probleem om hierover met elkaar van gedachten te wisselen. Het is overigens wel zo dat wij niet alleen maar hebben verkocht aan meneer Van Merksteijn. Meneer Van Merksteijn was op dat moment nog een BV, en hij was de enige koper die in de afgelopen maanden zich daarvoor heeft gemeld. En het was niet per se noodzakelijk. Ik meen me zelfs te herinneren dat de gemeenteraad nog met andere kandidaten aan is gekomen. Het was niet per se noodzakelijk om aan meneer Van Merksteijn te verkopen, maar in de gang der zaken is het zo gebeurd. Maar we kunnen daar natuurlijk in de commissie over spreken. De Voorzitter: Dat lijkt mij ook. Het is een onderwerp dat verder in de commissie bekeken moet worden.

6 3 12 november 2009 De heer Heijstek (Pro Hengelo): Dat wil ik inhoudelijk wel bekijken in de commissie, maar dit vind ik van de wethouder een flauwe opmerking. Wij hebben een concreet alternatief aangedragen: een stichting. De Voorzitter: Laten wij dit debat verder, op basis van meer documentatie of feiten goed met elkaar voeren in de komende commissie. Terugkomende bij de agenda constateer ik dat u, zoals afgesproken, over punt E.11, 11 e wijziging beleidsbegroting 2009, nog een besluit moet nemen. In het algemeen is dit een hamerstuk, tenzij u er iets in ontdekt heeft. Hebt u opmerkingen over dit punt? Niet? Dan kunnen wij dit vaststellen. F1 Beleidsbegroting F2 Belastingtarieven 2010 F3 1 e Begrotingswijziging begroting 2010 De Voorzitter: Wij hebben in het college voorbereid dat eerst wethouder Ter Ellen op een punt zal ingaan, daarna wethouder Otten en dan gaan we alle portefeuilles langs, zodat u de antwoorden krijgt op uw gestelde vragen en opmerkingen. Ik geef het woord aan wethouder Ter Ellen. Wethouder Oude Alink heeft zich om uur bij de vergadering gevoegd. De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter! Het is goed om de beantwoording van het college te beginnen met wat blijkbaar een heleboel fracties eergisteravond voor in de mond lag. Namelijk het feit dat we te maken krijgen met een zeer moeilijke periode. U noemde het allemaal zwaar weer. En sommigen van u hebben daar allerlei zaken aan gekoppeld waar wij op dit moment al uitspraken over zouden moeten en kunnen doen. Dat kunnen wij niet. Laten wij daar volstrekt helder in zijn. De komende jaren krijgen wij te maken met veranderende financiële omstandigheden. In hoeverre (ik hoorde de SP een bedrag van 5 miljoen, een ander het bedrag van 15 miljoen) dat tot die orde van grootte zal zijn, kunnen wij op dit moment niet zeggen. Als ik kijk naar de inleiding zoals die staat in de septembercirculaire, dan is het goed om aan te geven dat ook de beheerders van het fonds op dat punt geen zekerheid kunnen geven. Zij geven aan dat in ieder geval voor de jaren 2009, 2010 en 2011 een afspraak is gemaakt met het kabinet. Dat is het convenant aanvullend beleidsakkoord zoals dat in dit voorjaar is gemaakt. Een onderdeel van die afspraak was de normeringsystematiek. Die wordt buiten werking gesteld. Met andere woorden, het beginsel trap-op, trap-af is niet meer aan de orde. Dat betekent dat wij in die jaren redelijk zeker zijn van de gemeentefondsuitkering. Maar dat vanaf 2012 er geen concrete afspraken zijn gemaakt. En dat ook op dat moment de normeringsystematiek weer zal ingaan. Wat betekent dat? Dat weet u niet, maar wij ook niet. Wij kunnen er geen zinnig woord over zeggen. En ook de gemeentefondsbeheerders weten het niet. Het enige wat onze gemeentefondsbeheerders aangeven, is dat het verstandig is om uit te gaan van een bandbreedte van minimaal 0% nominaal tot maximaal 0% reëel accres. Dat is wat ze zeggen. Met andere woorden, reken niet op een toename van het gemeentefonds. Natuurlijk is er ook een andere kant van de medaille. Wij weten, na Prinsjesdag, hoe het kabinet denkt de komende tijd met de overheidsfinanciën te moeten omgaan. Wij weten dat er allerlei actieve werkgroepen zijn ingesteld, die moeten kijken naar mogelijke bezuinigingspunten. Nogmaals, ook daar kunnen wij niets van zeggen. Het is dan ook een beetje grotesk als een fractie zegt dat dit college nu al in staat zou moeten zijn om, tot welk bedrag dan ook, voorstellen aan u te kunnen aanbieden. Wij hebben gedaan wat u als raad ons hebt opgedragen, namelijk bovenop de 6 miljoen die wij al hadden omgebogen, nog eens 2,5 miljoen aan voorstellen te doen. En zelfs daarover is het al blijkbaar moeilijk in deze raad om, op punten waar het pijn doet, echte keuzes te maken. Getuige de moties en amendementen zoals ik die eergisteren heb binnengekregen. Het zou dus zeker een groot probleem zijn geweest, ook voor uw fracties, als wij nu met een voorstel zouden zijn gekomen dat nog vele malen groter was, en waaruit u nu al keuzes had moeten maken. Dan zouden wij bezig zijn geweest met onzekerheden op te nemen, waar wij nu nog geen uitspraak over kunnen doen. Wat willen wij dan wel? Het is niet zo dat dit college stil heeft gezeten. Dit college zegt ook niet de ogen te sluiten voor de realiteit. Die realiteit zit eraan te komen. Hoeveel het is, weten wij nog niet. Je kunt wel tegen de ambtenaren zeggen om eens te kijken naar hoe je een proces kunt opstarten waarbinnen de ombuiging de komende jaren op een goede manier tot stand kan komen. Met andere woorden, zoek naar processen die de hele kwestie makkelijker maken voor het toekomstige college of de toekomstige raad. Dat is precies wat wij doen. Wij zijn nog een stapje verder gegaan. Wij zouden tegen de ambtenaren kunnen zeggen

7 4 12 november 2009 niet verder te gaan dan alleen maar het proces in werking stellen en geef dat aan de nieuwe collegeformateur. En laat die zich daarover buigen. Nee, wij gaan nog een stap verder. Wij vinden dat ook u als raad van de afgelopen vier jaar, en als de doorgever van wat wij hebben bereikt en wat er zou moeten worden bereikt, daar met ons over van gedachten zou moeten wisselen. Over hoe dat proces in elkaar zou kunnen worden gestoken. Wij stellen ons dan ook voor dat wij in februari of begin maart 2010, op het moment dat u en wij nog in functie zijn, dat met u (niet in een commissie- of raadsvergadering) in een informatieve bijeenkomst delen. Waar u natuurlijk uw eigen inbreng kunt hebben. Dat lijkt ons een mogelijkheid om ook een politiek testament te maken van college en raad dat vervolgens door kan worden gegeven aan onze opvolgers. Dat lijkt ons ook een reële weg. Niet de weg van nu al komen met nog veel meer bezuinigingen, want u en wij hebben het er nu al moeilijk mee. Als de directe noodzaak om nu al te bezuinigen er nog niet is, en wij hebben in onze hele huidige opzet een sluitende begroting en een sluitende meerjarenbegroting voorgelegd, dan denk ik dat het op dit moment nog niet nodig is. En bovendien, een ander argument dat je mee zou kunnen nemen, is het ook een klein beetje over het graf heen regeren. Met andere woorden: wij denken dat wij het op deze manier zouden moeten doen. Een ander punt dat in al uw overwegingen naar voren is gekomen. Op Fysiek zou bezuinigd moeten worden. Wat op grote projecten bezuinigd zou moeten worden. Het viel me op in de bijdrage van de fractievoorzitter van de PvdA, hij was de enige die het noemde en ik ben het van harte daarmee eens: het is juist van belang dat wij ook in deze tijd door blijven gaan, waar mogelijk en waar wij de middelen hebben, met investeren. Want investeren betekent dat je niet blijft stilstaan. Stilstand is achteruitgang. De heer Jager (GroenLinks): Voorzitter! Ik vraag mij af of wethouder Ter Ellen ook naar het slot van mijn betoog heeft geluisterd. De heer Ter Ellen (wethouder): Ik neem u onmiddellijk mee in mijn verhaal, als u dat graag wilt. De heer Jager (GroenLinks): Ik heb gezegd, zonder er inhoudelijk op in te gaan, dat stilstaan in een tijd van recessie voor ons geen optie is. Wanneer je die groene, sociale economie wil, dan moet je investeren in mensen, in mogelijkheden en in de toekomst van Hengelo. De heer Ter Ellen (wethouder): Als u dat zo gezegd hebt, dan geef ik u alle credits die u daarvoor mag hebben. Want het is inderdaad iets waarvan ik ook vind dat dit moet gebeuren. Het is nog steeds zo dat wij moeten blijven investeren in deze stad. Want als wij dat niet doen, dan zullen wij met deze stad naar een ander niveau afzakken dan wat we willen. Met name onze binnenstad is een zeer gevoelig onderwerp. En dus is ook een project als Lange Wemen (u hebt het erover gehad, dus ik moet het er even over hebben: wij gaan er op de 24 ste echt met elkaar over debatteren) niet alleen noodzakelijk vanwege de ambtenarenhuisvesting. Dat is alleen maar een hulpmiddel. Maar het is absoluut noodzakelijk om deze binnenstad dié upgrading te geven die het nodig heeft om zich te kunnen blijven handhaven tussen de andere binnensteden in de buurt. Want in het verleden zijn daar wel degelijk ook investeringen gepleegd. Als u al te gemakkelijk zegt (en dat is ook een opmerking waar ik het toch over wil hebben) dat het ons 1,6 miljoen kost (er gaat dan af voor de verbouw van dit stadhuis en de rest winnen wij), dan bent u niet goed bezig. Want dan denkt u niet aan wat er gebeurt als je het niet doet. Wat zijn dan de financiële consequenties? De financiële consequenties hebben dan uitdrukkelijk te maken met het oude stadskantoor en de manier waarop dat oude stadskantoor verder in het grondbedrijf een rol moet gaan spelen. Dat zal geld gaan kosten. Dan hebt u niet nagedacht over de efficiency operatie van die wij in de hele zaak hebben meegenomen. Want die kunnen wij op dat moment niet meer bereiken. Voor de efficiency operatie is het noodzakelijk dat wij gaan herhuisvesten. U hebt niet nagedacht over de economische impact die dat plan heeft op onze binnenstad. Waar niet alleen bezoekers van het stadhuis, maar ook voor een deel van de binnenstad komen. Maar waar tegelijkertijd ook nieuwe woningen worden gerealiseerd, die ook de binnenstad een upgrading kunnen geven. Over dat soort zaken hebt u niet nagedacht. Ik zou u toch willen vragen om daar goed over na te denken. En tegelijkertijd ook na te denken over de voordelen die wij nog helemaal niet meegenomen hebben, zoals Ozb. Nogmaals, denk niet te gemakkelijk dat, als je Lange Wemen niet doet, je de hemel op aard hebt gekregen en vervolgens een miljoen kunt verspijkeren. Want dat is niet zo.

8 5 12 november 2009 Voorzitter, dan is het goed om nog heel even op de opmerking van meneer Kruiskamp in te gaan. Hij had het over de stand van de stimuleringsmaatregelen uit de Perspectiefnota. Die stimuleringsmaatregelen hebben wij in de Perspectiefnota uitdrukkelijk aan de orde gehad. Taskforce heeft een aantal van dit soort zaken naar voren gebracht. Wij zijn daar full speed mee bezig, op allerlei terreinen. Ik noem er maar een paar: op het terrein van arbeidsmarkt en economie is het actieplan jeugdwerkloosheidplan gelanceerd, is in februari de opening van het bedrijvencentrum sociaal en economievoorziening, is het project alleenstaande ouders in uitvoering, halen wij als gemeente zelf investeringen naar voren (als de gemeenteraad ons dat toestaat), het instellen van bedrijveninvesteringszônes. Maar wij hebben ook versnellingsmaatregelen op de woningmarkt, de woningbouw, uitgifte van grond, uitgifte van bedrijventerrein. U weet dat eigenlijk ook al. Het platform met de marktpartijen is in oprichting, optietermijnen en de kooptermijnen zijn versoepeld, het gronduitgiftebeleid is flexibeler gemaakt, in Dalmeden is een korting toegepast op de grondprijzen en de erfpachtconstructies op bedrijventerreinen zijn versoepeld met al direct een mogelijk succes waar het gaat om de vestiging van Norma. Wij zijn daar dus full speed mee bezig en wij willen daar heel graag mee door blijven gaan. Want wij denken dat dit absoluut noodzakelijk is om in deze tijd (een moeilijke, zware tijd) deze stad toch levend en actueel te houden. De Voorzitter: Dit was het eerste algemene punt. Voor het tweede algemene punt geef ik het woord aan wethouder Otten. De heer Otten (wethouder): Voorzitter! In de bijdrage van sommige fracties zijn opmerkingen geplaatst over de efficiencyvraag binnen de ambtelijke organisatie: in hoeverre kan nog meer, in hoeverre doen wij al voldoende en hoe gaan wij bijvoorbeeld in deze moeilijke tijden ook om met onze vacaturevervulling?. Misschien is het goed om mee te nemen wat wij op dat punt al doen. Het lijkt mij overigens goed om u, als wij een soort verdiepingslag hierin kunnen aanbrengen, uit te nodigen voor een informeel informatieoverleg op 8 december, waar wij u meer kunnen vertellen over de doorontwikkeling en de effecten die wij realiseren als het gaat om die efficiency. Maar voor het beeld: vanuit SWINGH 1,3 miljoen aan efficiency. Bij efficiency gaat het om behoud van bestaande dienstverlening en productendiensten. Het gaat daarbij vooral om: hoe kunnen wij dingen slim organiseren, hoe kunnen wij werkprocessen stroomlijnen en hoe kunnen wij hier en daar span of control vergroten door bijvoorbeeld minder management. Volgend op die SWINGH-operatie, een operatie van 5 miljoen in de efficiencysfeer. En daarboven op, ook voor de Perspectiefnota, 1,2 miljoen op inhuur derden en op de formatie. En ook nog in de verzelfstandiging van het onderwijs en het gemeenschappelijk belastingkantoor. Dus een buitengewoon fors budget, een buitengewoon forse taakstelling om onze organisatie efficiënter in deze lastige en moeilijke tijden te krijgen. Met behoud nogmaals van de dienstverlening. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Dat stelt hoge eisen, en ik ben er zeer trots op dat onze organisatie dit realiseert. Men realiseert die taakstelling door flinke medewerking. Ook ben ik trots op de medewerking van de Ondernemingsraad en van het Georganiseerd Overleg. Absoluut constructiviteit om deze taakstelling te realiseren. Voorzitter, aanvullend nog op het pakket dat als gevolg van die motie is ontstaan. Ook daar weer kijken naar efficiency. Wij stellen de uitbreiding bij de bouwregelgeving, bij het uitvoeringsbeleid, uit. Wij kijken, met behoud van die dienstverlening, op al die informatieen adviestaken in hoeverre er ook (want het zit vooral in mijn portefeuille) op het gebied van de Wwb, van de WMO, efficiënter gewerkt kan worden. Misschien met minder mensen. Ook op het gebied van de sociale zekerheid, sociale zaken en werkgelegenheid, de deregulering toepassen. Een grote operatie. Ik denk dat het goed is om ook het beeld naar voren te brengen dat, willen wij een verdere stap zetten met betrekking tot bezuiniging van het apparaat, keuzes gemaakt moeten worden voor het niveau van dienstverlening en ook van de taken. Daar hebben wij het nu niet over. Wij hebben het nu over de efficiencyvraag. Het personeelsbeleid. Er zijn inderdaad gemeenten die rücksichtslos een vacaturestop zetten. En die ook daadwerkelijk bezuinigen op die taken. Wij doen het vooral om de sfeer van efficiency slimmer en beter werken. Als er vacatures zijn, dan worden die gemeld binnen het managementteam. Dan wordt er gekeken of dit moet, of dit kan en of we dit willen. Een buitengewoon zorgvuldige afweging op basis van alle input die wij hebben of die vacature vervuld moet worden. En zo komen wij aan die taakstelling van die bedragen die ik net genoemd heb. Inhuur van derden is ook een belangrijk punt. Wij hebben met het GO en de vakbonden, ook in deze tijden van een arbeidsconflict dat wij formeel hebben omdat op dit moment een eindbod ligt van ons als

9 6 12 november 2009 werkgevers met betrekking tot de CAO, is inhuur van derden ook een thema. Een thema waarbij wij in de afgelopen jaren gemengd zijn en ook niet afwijken van andere gemeenten. Maar ik moet er wel op wijzen: een organisatie van onze omvang, met ons ambitieniveau niet zonder inhuur van derden kan. Alleen al op basis van piek en ziek (wat wij ook bijvoorbeeld bij de WMO hebben gehad, dat je moet groeien en weer krimpen), maar ook op basis van grote projecten die wij doen. Waar wij mensen moeten inhuren om onze projecten te kunnen realiseren. Ik stel voor, voorzitter, dat ook deze informatie op die bijeenkomst op 8 december nader wordt toegelicht, namelijk wat we allemaal nog gaan realiseren en dat doen we dan in aanwezigheid van het directieteam. De Voorzitter: Dat waren twee hoofdpunten, namelijk de financiële situatie en investeren. Dat was het eerste hoofdpunt. Het punt over personeel, bijna door alle fracties aangegeven, was het tweede hoofdpunt. Nu gaan wij langs alle portefeuilles en begint wethouder Otten met nog andere vragen en moties uit zijn portefeuille. De heer Otten (wethouder): Vanzelfsprekend ligt het primaat ten aanzien van beraadslagingen en keuze bepalen ten aanzien van moties bij u als raad. Maar wij krijgen altijd de gelegenheid om onze visie, onze opvattingen daarover kenbaar te maken. De motie die mijn portefeuille betreft (de motie van SP over de thuiszorg. Een beetje flauw misschien, maar tegenwoordig wordt het hulp in de huishouding genoemd): ik moet u zeggen dat ik ook grote vraagtekens heb bij de marktwerking en zeker bij de wijze van aanbesteding. Ik ben zeer content met de wijze van discussiëren in de commissie. Wij hebben continu over deze problematiek gesproken. Het gaat mij ook zeer aan het hart dat een grote organisatie als Carint niet bereid is geweest om aan te besteden. Dan wordt je geconfronteerd met stevige gevolgen: ontslagen en mensen die van organisatie moeten veranderen. Dat proces is nu gaande en tot op heden loopt dat proces naar alle tevredenheid. Maar dat neemt niet weg dat er lastige keuzes gemaakt moeten worden. Wij als college vinden dat het dictum, en met name het eerste gedachtestreepje onder 1, wat te stevig is aangezet en dat er niet gesproken kan worden van alléén maar negatieve gevolgen. Je moet ook constateren dat marktwerking zeker wat positieve effecten heeft gekend Tijdens de reactie van wethouder Otten heeft zich de heer Winter om uur bij de vergadering gevoegd. Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Mag ik interrumperen? De wethouder geeft aan dat de marktwerking ook positieve gevolgen heeft gehad. Welke positieve gevolgen heeft dat dan gehad voor cliënten en werkers in de zorg? Want ik geef aan: negatieve gevolgen voor cliënten en werkers. De heer Otten (wethouder): Dat is een beetje een rare paradox in deze wereld. Dat cliëntenorganisaties marktwerking steunen uit oogpunt van keuzevrijheid. Dat niet één aanbieder een goede zou zijn. Dan kun je zeggen wat keuzevrijheid is in deze hulp in de huishouding, het is geen pindakaas of regenjas. Maar keuzevrijheid wordt gecreëerd doordat er een markt is. In deze wereld van de hulp in de huishouding hebben wij tientallen aanbieders. Je zou het een positief effect kunnen noemen vanuit cliëntperspectief, in ieder geval dat hoor en zie ik her en der. Maar ik ben het direct met u eens dat er misschien meteen weer een tegenbeeld tegenover geplaatst kan worden: dat mensen een keuzevrijheid krijgen. Je kunt je afvragen of het tot vier of tot tien of tot honderd beperkt moet worden, maar er is een vorm van keuzevrijheid, dat een effect kan zijn van marktwerking. Hier is ook sprake geweest, en dat is buitengewoon belangrijk, van een efficiencyslag. Je kunt je afvragen of dit met cliëntenten te maken heeft, maar het heeft wel te maken met gemeenschapsgeld. Deze wereld kan beter op basis van gemeenschapsgeld. Dan heb ik met u wel een discussie, waarin ik het met u eens ben: ja, dat geld vloeit voort naar de kas. Maar er is ook sprake van marktwerking, van efficiency. Dat bestek van ons heeft geprobeerd om die harde punten van die marktwerking weg te halen. Vaste prijzen, geen prikkel op prijsconcurrentie, waardoor mensen en medewerkers het slachtoffer worden. Dat Carint niet toegehapt heeft vind ik ook spijtig, maar wij hebben duidelijk een poging gewaagd waarbij wij gezorgd hebben om de harde effecten van de marktwerking weg te halen. Nogmaals, het is aan u als raad om daar nog een debat over te voeren. In het tweede kan ik mij wel vinden. Ik ben het met u eens dat het bij voorkeur zó zou moeten zijn, dat wij als gemeente en u als raad moeten kunnen kiezen of wij in de markt gaan aanbesteden of dat wij andere technieken gaan toepassen. Je moet in deze wereld aanbesteden. Ik houd me maar netjes aan de lijn van VWS en VNG, dat deze markt aanbesteed moet

10 7 12 november 2009 worden. Ik vind de tweede uitspraak een goede. Die verplichte aanbesteding, dus dat wij als gemeente de vrijheid moeten hebben om zelf de keuzes te maken. Als wij willen aanbesteden dan doen wij dat met uw goedvinden, maar als we het niet willen, dan niet. Nu is die mogelijkheid er niet. Dus ik kan het tweede onderdeel van het dictum wel onderschrijven. Mevrouw Koopman (PvdA): Voorzitter! Ik heb een verduidelijkende vraag aan de wethouder en misschien ook aan de SP. Wat bedoelt u precies met dat tweede, als u het heeft over verplichte aanbesteding? De heer Otten (wethouder): Nu is het op grond van Europese regelgeving. Op basis van het bedrag móet je aanbesteden. Ten minste, dat is de geldende lijn. Er zijn mensen die zeggen van niet, maar dit móet je doen. En ik ben het met de SP eens dat die keuze om het te doen, aan ons als gemeente overgelaten moet worden. Via een subsidiemethode of via een andere methode. Ik zeg niet dat we niet aanbesteden. Maar ik wil die beleidsvrijheid op gemeentelijk niveau hebben. De heer Gouriye heeft zich om uur bij de vergadering gevoegd. De Voorzitter: Dank u. Ik geef het woord aan wethouder Oude Alink. Mevrouw Oude Alink (wethouder): Voorzitter! Er zijn niet zo heel veel vragen gesteld inzake mijn portefeuille. Er is een tweetal moties die wel betrekking heeft op mijn portefeuille. In ieder geval de motie in het kader van de wijkwelzijnsvoorzieningen. Als college hebben wij gezegd dat wij deze motie graag zouden willen overnemen en accepteren. En als zodanig meenemen in de financiële afwikkeling van deze zaak. De heer Janssen (Pro Hengelo): Welke motie is dat? Van de educatie? Mevrouw Oude Alink (wethouder): Nee, ik zei van de wijkwelzijnsvoorzieningen, motie F1 M4. Dan de motie educatie, motie F3 M2. In deze motie roept u het college op om heel goed te kijken of de gevolgen van deze bezuiniging ingeperkt kunnen worden. U roept ons op om heel kritisch te kijken of er nog synergievoordelen te halen zijn, of wij nog andere mogelijkheden kunnen vinden om mensen zo goed mogelijk deel te laten nemen aan onze samenleving. Deze motie willen wij heel graag overnemen. Natuurlijk gaan wij kijken of wij de schade zoveel mogelijk kunnen beperken en ons maximaal kunnen inspannen om deze participatie te realiseren. De heer Horsthuis (VVD): Ik weet niet zeker over welke motie wij het nu hebben. De Voorzitter: De motie educatie waar F3 M2 bovenstaat. De heer Janssen (Pro Hengelo): Voorzitter, ik heb een toelichtende vraag. Het college neemt die motie over. Maar stel nou dat die bezuiniging in de vorm van synergie en de eigen bijdrage niet gehaald wordt? Of die eigen bijdrage moet zo hoog zijn dat die wel gehaald wordt. Mevrouw Oude Alink (wethouder): Wij hebben deze motie gezien als een opdracht om heel kritisch door alle budgetten te gaan. Om te kijken welke mensen wij bedienen moeten en hoe wij dat maximaal zouden kunnen regelen? U hebt gehoord dat wij bezig zijn om te kijken naar de Notitie participatie, naar dat participatiebudget. Wij gaan kijken hoe wij daar maximaal op kunnen organiseren. En natuurlijk komen wij bij u om u te laten zien wat wij daar wel of niet in hebben kunnen doen. Maar ook waar de pijnpunten zitten, áls die er zitten. Wij nemen deze motie over, waarin ons gevraagd wordt om dit te onderzoeken en te gaan kijken hoe wij de schade kunnen beperken. En met name gericht op een aantal doelgroepen. Dat gaat over taal, alfabetisering en inburgeringcursussen. En of wij kunnen voorkomen dat de mensen met de laagste inkomens hier de dupe van zouden worden. Wij gaan kijken of wij dat kunnen doen. En dan komen wij uiteraard bij u terug om te laten zien hóe wij dat hebben gedaan. De heer Janssen (Pro Hengelo): Er staat niets over onderzoeken in. Er staat draagt het college op. Mevrouw Oude Alink (wethouder): Als u het opdraagt, geeft u ons mee dat wij aan het werk moeten om dat te doen. Als ik het woord onderzoeken gebruik, bedoel ik dat wij het gaan doen, het gaan uitvoeren en gaan regelen. En bij u terugkomen als het allemaal niet zo uitpakt als u wenst. Ik denk dat dit op zich een heel heldere lijn is. Misschien zet het woord onderzoeken u op een verkeerde been. Maar de intentie is duidelijk en dat wij duidelijk afspreken dat wij bij u terugkomen. Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Is de hele motie niet een open deur? Want wij gingen er echt vanuit, dat u als college voorstelt om een ton te gaan bezuinigen op

11 8 12 november 2009 educatie, dat u dat gaat doen. Op een manier die in ieder geval zo min mogelijk ten koste gaat van het huidige aanbod. Waarom hebt een motie nodig om daar richting aan te geven? Mevrouw Oude Alink (wethouder): Ik heb geen motie nodig. De raadsleden maken een motie. Ik neem die motie serieus en ik ga met die motie aan het werk. Ongeacht die motie blijft staan, dat er van het budget afgaat. Dat daar wellicht een pijnpunt zal zijn, ja. Maar u noemt hier ook een x aantal doelgroepen. Met die doelgroepen gaan wij heel goed kijken wat wij maximaal kunnen realiseren. En dat er pijn zal zijn; ontegenzeggelijk. En dat wij keuzes zullen maken om de te kunnen bezuinigen, absoluut waar. En het zal ook zo zijn dat er misschien mensen teleurgesteld zullen raken. Maar dat zal ik u inzichtelijk maken. De heer Fens (VVD): Zou het niet zo kunnen zijn dat het college met een voorstel komt, waarvan ze zelf van te voren al wist dat het niet zo n handig voorstel is. Ook niet past binnen het beleid dat dit college al ruim drie jaar voert? Alle voorstellen die wij op dit gebied hebben gehad en die door de raad heel positief benaderd zijn. Waar het college van uit kon gaan dat dit voorstel niet gehaald zou worden. En dit niet als een soort vals wisselgeld gebruikt wordt om de raad toch de gelegenheid te geven om een aantal amendementen te halen? Ik geloof niet dat het zo is, maar zou het misschien zo kunnen zijn? Mevrouw Oude Alink (wethouder): Ik denk dat u mag denken wat en conclusies mag trekken die u wilt. Deze motie ligt voor mij. Ik ga aan het werk met deze motie, omdat ik denk dat het ook logisch is. En dat andere blijft gewoon staan. De heer Fens (VVD): U komt met een voorstel om te bezuinigen. Mevrouw Oude Alink (wethouder): Maar die bezuiniging is toch niet weg. De heer Fens (VVD): Nee, maar u kleedt het nu zo aan, alsof u de raad tegemoet komt. Terwijl u zelf met een zeer zwaar middel komt om uw eigen beleid woordelijk te ondergraven. Dan doet u een voorstel om het iets te verzachten. Met andere woorden: het zware deel is iets verminderd, maar er blijft nog steeds een flink pittig stuk over, dat uw eigen beleid gaat aantasten. En dat is natuurlijk jammer. De Voorzitter: Ik denk dat u straks als raad hierover een oordeel moet geven. De wethouder zegt dat overnemen niet meer kan, maar een positief advies aan uw raad om dit te doen. De heer Jager (GroenLinks): Voorzitter, ik zal straks in de tweede termijn die motie toelichten. Mevrouw Oude Alink (wethouder): Dan krijgen we een herhaling. Ik heb ook gezegd dat die tot een keuze leidt. Dat betekent dat een aantal zaken niet meer uitgevoerd kunnen worden. Dat heb ik u in de commissie al laten weten. Dat betekent dat wij op het gebied van breed maatschappelijk functioneren een aantal cursussen niet meer kunnen uitvoeren. De keuze welke dat zijn, is nog niet gemaakt. Daar zal ik met de betrokken organisatie over moeten spreken. Daarover wordt u natuurlijk ook geïnformeerd. De Voorzitter: Akkoord. Ik geef het woord aan wethouder Bron. De heer Bron (wethouder): Voorzitter! Mijn portefeuille is helemaal motieloos, dus wat dat betreft is er weinig te vertellen. Eergisteren hadden jullie een heel mooi spandoek: parkeerbeleid, bron van ergernis, dus: soms ook wel een bron van vreugde. Het is in ieder geval een stevig dossier om je tanden in te zetten. Maar dat leidt ook tot vele discussies. Ik denk dat wij als raad en college met elkaar de nieren goed proeven in dit dossier. Mijn collega zal straks iets over de parkeertarieven vertellen. Want dat is ook een beetje op z n kop komen te staan. De achtergrond is natuurlijk de Nota autoparkeren, waarin wij ook de tarieven hebben vastgesteld. 65 per jaar voor een parkeerkaart voor de betrokkenen. Dat is voor de gemeente ongeveer hetzelfde bedrag, dus al met al kost een parkeerkaart 130. Ik kan dat niet exorbitant hoog vinden, meneer Mulder. Het is natuurlijk 5 per maand, en iedere euro is er één. Maar wij vinden het zelf een redelijk bedrag. Er was ook een vraag van meneer Horsthuis over avondparkeren. Het avondparkeren vloeit ook voort uit de Parkeernota. Dat vindt overigens niet in de hele binnenstad plaats. Ik heb een folder voor u waarin staat waar het precies plaatsvindt. Wij zullen er de komende weken veel publicatie aan geven. Wij gaan dit folderen (achter de ruitenwissers), zodat mensen precies weten waar het avondparkeren straks geldig is. Tot nu toe hebben wij niet bekeurd, maar wij hebben wel intensief gewaarschuwd.

12 9 12 november 2009 Wat betreft de totale omvang van de tarieven: 1,50 per uur. Dit is vergelijkbaar met de omliggende steden, dus wij vallen echt wel binnen de redelijkheid van de andere gemeenten. Het is dus niet zo dat in Hengelo het parkeren duurder is dan in de andere steden. De heer Janssen (Pro Hengelo): Het zit nog niet in de top 10. Dan moeten er twee kwartjes bij. De heer Bron (wethouder): Maar per uur is het dan wel een aardig bedrag. De Voorzitter: Dank u. Wethouder Weber heeft u het woord. De heer Weber (wethouder): Voorzitter! Als eerste de vraag van GroenLinks over een lokale klimaatconferentie. Als overheid moet je eerst zelf het voorbeeld geven als je het hebt over klimaatbeleid. Het afgelopen jaar hebben wij al onze ambtenaren, bij wie het nog niet goed doorgedrongen is wat klimaatbeleid precies behelst, op de hoogte gebracht van wat klimaatbeleid is en wat het beleid van de gemeente hierin is, zodat in de voorstellen aan de raad rekening is gehouden met klimaatbeleid. Dat hebben wij het afgelopen jaar gedaan. Wat dat betreft is het een heel goed idee van uw kant om het komende jaar burger én ondernemer bij het klimaatbeleid te betrekken, zodat iedereen ervan doordrongen is van wat klimaatbeleid is en zodat iedereen de noodzaak beseft van vooral terugdringing van de hoeveelheid CO2 die we met elkaar uitstoten. Wat dat betreft zullen wij het idee verder uitwerken en volgend jaar proberen een lokale klimaatconferentie te organiseren. Bedankt voor dat idee. De heer Jager (GroenLinks): Eén aanvullend vraagje. U noemde zelf net al burgers en bedrijven. Ik heb in het verhaal ook staan woningbouwvereniging, maar ik neem aan dat u die ook meeneemt. De heer Weber (wethouder): Dat valt onder de bedrijven. De vraag van meneer Janssen over Tubantia, ik neem aan dat u de voetbalvereniging bedoelt. De heer Janssen (Pro Hengelo): Die bedoel ik. De heer Weber (wethouder): We hebben namelijk ook een roeivereniging. Wij zijn deze maand tot overeenstemming gekomen met zowel de fietscrossvereniging als met de voetbalvereniging Tubantia. De bedoeling is dat er de volgende maand een voorstel ligt in het college om de verplaatsing en de vernieuwing met kunstgras van de velden te realiseren. Er zijn twee moties ingediend over de afvalstoffenheffing. Eerst de motie van de VVD. Die vraagt om een Hengelose schoonmaakdag. Ik wil hen even herinneren aan het feit dat er op dit moment al een landelijke schoonmaakdag is. Die wordt geëntameerd door Nederland Schoon. Zij krijgen daar een behoorlijke pot subsidie voor. Hengelo doet daar jaarlijks aan mee. Afgelopen jaar heeft deze dag in het voorjaar plaatsgevonden. Wij proberen dat ook in de week vooraf te doen met scholen, zodat ook de wijken aan de beurt komen. De binnenstad doen wij altijd op de zaterdag. Wij nodigen dan altijd een bepaalde groep mensen uit. De laatste keer hebben wij de raadsleden uitgenodigd. Het komende voorjaar valt de dag op 20 maart. De week voorafgaand willen wij de wijken bedienen. Wij schrijven nu al scholen daarover aan. Het komende jaar worden de ambtenaren uitgenodigd om op de zaterdag mee te helpen de binnenstad schoon te krijgen. In den lande wordt er nog niet zo heel veel aan meegedaan. Kort geleden is een convenant getekend voor de G27 (dat zijn de GSBsteden). Dat gaat over leefbaarheid en veiligheid. Die willen zich ook verbinden aan deze landelijke schoonmaakdag. Maar zij willen er nog iets extra s aan toevoegen om vooral verloedering in steden tegen te gaan. Dat convenant komt nog in het college. Dan zullen wij kijken hoe wij het een en ander kunnen combineren om nog meer accent te geven aan wat er op dit moment al gebeurt. Ten aanzien van het andere punt wat u heeft staan. De heer Fens (VVD): Voorzitter! Wil de wethouder nu beginnen over het grof vuil? De heer Weber (wethouder): Ja, daar wil ik nu over beginnen. U zegt dat het zelf brengen van grof vuil naar het afvalbrengpunt voor sommigen financiële problemen kan opleveren. Wij hebben recentelijk gezegd dat wij per 1 januari 2011 gedifferentieerde tarieven willen invoeren. Wij willen maatwerk leveren op dat punt. Wij zeggen de vervuiler betaalt. Dit staat er haaks op. Om weer centraal een aantal zaken te doen. Wat dat betreft ben ik daar bepaald geen voorstander van. U zegt dat sommigen daar financiële problemen mee hebben. Wij kennen een kwijtscheldingssysteem. Dat blijft. Maar als de minima straks minder huisvuil aanleveren, dan krijgen zij zelfs geld terug.

13 10 12 november 2009 Momenteel kennen wij onder andere een afvalbrengpunt. Afgelopen dinsdag hebben wij besloten dat dit vernieuwd gaat worden. Dus de service op dat gebied willen wij verhogen. En wij willen daarbij de mogelijkheden van het scheiden van afval vergroten. Op dit moment maakt tweederde van de Hengelose bevolking gebruik van dit afvalbrengpunt, eenderde niet. U weet ook dat op dit moment 150 kilo bezorgd kan worden zonder af te rekenen, dit zit in het tarief. Wij willen het hier ook bij houden en geen extra rondes maken voor grof vuil. Want allereerst is het oncontroleerbaar. Wij hebben door het toepassen van onder andere chips op de containers heel veel illegaal gebruik van containers kunnen achterhalen. Dat is een deel waardoor wij redelijk goed in de reserves zitten. Daarmee zou je weer terug bij af zijn. Voor alle mensen die wij nu uitsluiten (en dan gaat het vooral om bedrijven die meeliften op het systeem dat wij kennen) open je mogelijkheden om daar gebruik van te gaan maken, als iedereen het op de stoep kan zetten. Dus daar ben ik beslist geen voorstander van. De heer Fens (VVD): Voorzitter! Wij hebben dit voorstel niet gedaan omdat wij dit leuk vonden. Nee, er is sprake van een belangrijk bedrag uit de afvalstoffenheffing. Wij maken een gebaar naar de bevolking. Het gaat dus niet om misbruik van de containers, het gaat ook niet over andere zaken. Het gaat om een knelpunt, namelijk het grof vuil. Waar heel veel mensen mee zitten. Dat heeft niets te maken met minimum inkomen. De heer Weber (wethouder): Zo staat het hier wel vermeld. De heer Fens (VVD): Hier staat bepaalde groepen. En dat geldt voor een heel groot gedeelte van de bevolking. Als wij deze ruimte hebben, waarom maken wij dit gebaar niet? Het is een uitermate sympathiek gebaar, waarvan ik denk dat het college een bijzonder goede indruk maakt richting bevolking. En het is een goed doel waaraan je die ruimte kunt besteden. De heer Weber (wethouder): Ik heb net al uitgelegd dat dit haaks staat op waar wij een aantal maanden over gepraat hebben bij diftar. Dat is de vervuiler betaalt. Als u dit invoert, dan betaalt de vervuiler niet, want dan kan iedereen het op straat zetten. De heer Fens (VVD): Voorzitter! Nee, de vervuiler betaalt hier niet. Het geld is er gewoon. De heer Weber (wethouder): Ja, maar dit geld is wel van alle burgers. De heer Fens (VVD): Dan kunnen de tarieven omlaag. De heer Weber (wethouder): Wethouder Ter Ellen praat straks over de tarieven. De heer Fens (VVD): Goed, dan gaan de tarieven dus nog verder omlaag. Dat vinden wij een aardig alternatief. De heer Weber (wethouder): Er is nog een gelijksoortige motie van BurgerBelangen. Zij constateren dat het enkele malen per jaar kosteloos huis-aan-huis inzamelen van groot huishoudelijk afval, één van de mogelijke verbeteringen van de dienstverlening zou zijn. Ik denk dat de dienstverlening voor de burger en wat ze er voor betalen heel goed is en alleen maar beter wordt als straks het afvalbrengpunt gerestaureerd en gerenoveerd is. Hier geldt dezelfde argumentatie voor: het staat haaks op wat we recentelijk hebben besloten over diftar. Kosteloos kan ook niet, want de kosten worden wel betaald door alle burgers van Hengelo. De heer Mulder (BurgerBelangen): Dat is hetzelfde als gratis openbaar vervoer. Maar wij hebben een amendement ingediend om de tarieven te verlagen. En als het college daar niet in mee zou willen, dan gaan wij deze motie indienen, omdat wij dan (als wij toch op het geld zouden blijven zitten) willen wij pleiten voor meer dienstverlening. De heer Weber (wethouder): Wethouder Ter Ellen komt straks op uw cijferopstelling terug. Maar dit staat dus haaks op wat wij besloten hebben met diftar. De heer Mulder (BurgerBelangen): Dat het daar haaks op staat is duidelijk. Vandaar dat wij vanuit de raad met een motie komen. Om zaken die haaks staan op wat wij willen, gedraaid te krijgen. De Voorzitter: Dat was het, wethouder Weber? Akkoord. Ik geef het woord aan wethouder Ter Ellen. De heer Ter Ellen (wethouder): Voorzitter! Het is goed dat wij de recapitulatie van de brief die wij aan u in september gestuurd hebben, nu aan u uitdelen. Zodat u straks bij de besluitvorming over de jaarcijfers beschikt. Want dat is van belang. U moet daarover besluiten. Mevrouw Ten Heuw en meneer Kruiskamp hebben daar opmerkingen over gemaakt. Ik heb er ook een opzetje bijgevoegd, waarin de berekening van de brief van meneer Mulder staat en datgene wat de werkelijkheid op dit moment is. Daar zal ik

14 11 12 november 2009 straks op terugkomen bij de beantwoording van dat onderwerp. Ik wil beginnen met het grondbedrijf. Want daarover zijn een aantal opmerkingen gemaakt vanuit de SP, het CDA en ook anderen hebben daar aandacht aan besteed. Natuurlijk is het zo dat wij heel specifiek met het grondbedrijf (heel gevoelig in dit soort situaties) in moeilijke tijden verkeren. Mevrouw Ten Heuw zei dat er een dotatie van 6 miljoen komt. Zij vroeg waar dat vandaan komt en hoe het eigenlijk zit. Mevrouw Ten Heuw (SP): Ja, ik weet wel waar het vandaan komt. De heer Ter Ellen (wethouder): Als u het weet, is het heel simpel en had u de vraag niet hoeven stellen. Op het moment dat je complexen afsluit is er een winst of een verlies. Het totaal van de winst- of verliesrekening op dat moment voeg je toe aan het grondbedrijf. Er zit overigens, als wij het over 6,2 miljoen hebben, ook nog het verhaal van Hart van Zuid bij. Je moet er ongeveer 1 miljoen van aftrekken als je Hart van Zuid niet meeneemt. Op een andere plek staat dat er nog eens 1,5 miljoen aan onttrekkingen uit reserve grondbedrijf is. Daardoor kom je in z n totaliteit op een toevoeging van het saldo van ongeveer 3,7 miljoen netto (als het gedoteerd wordt) aan reserve grondbedrijf. Als je kijkt dat wij straks nog een hogere voorziening nodig hebben van 2,1 miljoen en ongeveer voor nog niet in exploitatie genomen gronden en extra kosten hebben, dan zit je op een bedrag van ongeveer wat echt gedoteerd wordt. Dat is precies het bedrag dat wij bezuinigd hebben, om aan het grondbedrijf te kúnnen doteren. Het is een beetje moeilijk. In totaal hebben wij uiteindelijk van 1,5 miljoen naar 3 miljoen in onze bezuinigingsopstelling meegenomen. Maar als je het terugrekent naar dit verhaal, zit er ongeveer in. En dat klopt dus aardig met de opstelling zoals die in de reserverekening staat. Mevrouw Ten Heuw (SP): Voorzitter! Toch een reactie. In die zin is het een beetje flauw, want al die rekeningsommetjes had ik hier niet uit kunnen halen. Wij hebben geconstateerd dat, als je naar de begroting kijkt (voorbestemming, nabestemming) er een groot verschil in zit. Op bladzijde 104 wordt een uitleg gegeven. Daar staat wel degelijk een dotatie in van 6,1 miljoen aan het grondbedrijf. Meneer Kruiskamp stelde eergisteren een beetje een retorische vraag: hoe staat het ervoor met het grondbedrijf. Ik antwoordde toen beroerd. Dat is een constatering die ik heb gedaan aan de hand van wat ik uit de begroting heb opgemaakt. En ook uit de herzieningen van de grondexploitatie zoals wij die de afgelopen jaren hebben gehad. Volgens mij zaten daar ook verder geen vragen van mij in gesloten. De heer Ter Ellen (wethouder): Het was niet mijn bedoeling om u te verbeteren, maar om antwoord te geven op uw verhaal en te laten zien dat dit wel zo n beetje klopt met de opzet zoals wij die in de bezuiniging meegenomen hebben. Er zit niet zoveel verschil in met dat wat wij met elkaar hebben afgesproken. Als wij over het grondbedrijf praten, dan is het goed om het nog te hebben over de opbrengsten die wij dit jaar en het volgende jaar zouden moeten realiseren. Want dan praten wij over een opzet die voor dit en het volgende jaar op ongeveer 20 miljoen uitkomt aan verkopen. En voor het jaar daarop zelfs aan meer dan 30 miljoen aan opbrengsten. Halen wij dat? Wij hebben zeker op dit moment nadrukkelijk te maken met de gevolgen van de crisis. Wij merken dat ook op allerlei moment. Als wij bijvoorbeeld kijken naar de Ziekenhuisstraat, dan zijn de 13 kavels die in de verkoop zijn, allemaal in optie. Dat is het probleem niet. Maar wij weten ook dat alle 13 optienemers hun huis niet verkocht hebben. Daar zit een enorme hick up. Wij zullen dus opnieuw moeten zoeken naar mogelijkheden om het te verbeteren. Wellicht moet je zelfs naar een ander systeem van aanbieden van kavels. We hoeven dat op dit moment niet allemaal uit te leggen, maar het betekent wel dat er in het huidige systeem een stuk vertraging zit, waardoor het moeilijk wordt om die inkomsten te halen. Als wij kijken naar het totaal van 20 miljoen van dit jaar, dan moet ik constateren dat wij daar toch redelijk in de buurt zouden hebben kunnen komen, ware het niet dat wij met de verkoop van het Westermaatplein aan TCN met een bouwvergunning zitten, die over de jaarwisseling heengaat. Omdat daar simpelweg bezwaren tegen aangetekend zijn. Dat betekent automatisch dat de koper zegt dat zij pas kopen als er een bouwvergunning ligt. Maar dat betekent wel dat wij over de datum van 1 januari heen springen. Overigens betekent het ook dat die 4,4 miljoen praktisch wel zeker is in de verkoop. Het project Dalmeden: wij hebben daar 23 kavels in de verkoop. Van die 23 kavels zit er 1 in de reservering, op 10 kavels zit een optie, met 7 is een verkoopovereenkomst, en van 5 is de akte al gepasseerd. Dit betekent dat wij met die 23 kavels al een behoorlijk