Assessment for learning Milepost 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Assessment for learning Milepost 3"

Transcriptie

1 Assessment for learning Milepost 3 Kunstzinnige Vorming.

2 Leerdoelen Kunstzinnige vorming MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het onderwijs in Kunstzinnige vorming zich bezighoudt met visuele en tastbare expressie en communicatie 3.2 te weten hoe kunstenaars, ambachtslieden en ontwerpers uit verschillende tradities waaronder kunstenaars uit het thuis- en gastland - materialen, vormen en technieken gebruiken om hun emoties, observaties en ervaringen uit te drukken 3.3 in staat te zijn een groot aantal verschillende materialen, vormen en technieken te gebruiken om hun emoties, observaties en ervaringen uit te drukken 3.4 in staat te zijn door middel van visuele en tastbare vormen te communiceren 3.5 in staat te zijn het eigen werk te verbeteren 3.6 in staat te zijn een mening te geven over een kunstwerk en daarbij blijk te geven van begrip, waardering, respect en plezier 3.7 in staat te zijn kunstwerken te beschouwen in termen van betekenis, ontwerp, materialen, technieken, plaats en tijd 3.8 te begrijpen dat het werk van kunstenaars beïnvloed wordt door hun omgeving en dat kunstenaars zelf ook de omgeving beïnvloeden Leerdoelen Aardrijkskunde MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het vak Aardrijkskunde zich bezighoudt met plaatsen en omgevingen in de wereld om hen heen 3.2 kennis te hebben van de belangrijkste natuurlijke en menselijke kenmerken en milieuaspecten op bepaalde plaatsen 3.3 kennis te hebben van overeenkomsten en verschillen tussen bepaalde plaatsen 3.4 te weten dat de eigenschappen van bepaalde plaatsen de aard van menselijke activiteiten beïnvloeden 3.5 kennis te hebben van recente en voorgestelde veranderingen op bepaalde plaatsen 3.6 kennis te hebben van de belangrijkste geografische kenmerken van het gastland 3.7 kennis te hebben van de geografie van de schoolomgeving 3.8 kennis te hebben van de belangrijkste geografische kenmerken van hun thuisland 3.9 kennis te hebben van de weers- en klimaatomstandigheden in het thuisland en hoe deze de omgeving en levensomstandigheden van de mensen beïnvloeden 3.10 kennis te hebben van de weers- en klimaatomstandigheden in het gastland en hoe deze de omgeving en levensomstandigheden van de mensen beïnvloeden 3.11 te weten hoe mensen hun omgeving kunnen beïnvloeden 3.12 in staat te zijn onderzoek te doen naar geografische factoren en hoe die het leven van mensen kunnen beïnvloeden

3 3.13 in staat te zijn verscheidene bronnen te gebruiken om geografische informatie te vergaren 3.14 in staat te zijn bewijs te vergaren en vast te leggen om geografische vraagstukken te beantwoorden 3.15 in staat te zijn geografische patronen aan te wijzen en deze met hun kennis en inzicht te verklaren 3.16 in staat te zijn de juiste geografische terminologie te gebruiken om hun omgeving te beschrijven en te interpreteren 3.17 in staat te zijn instrumenten te gebruiken om metingen te verrichten 3.18 in staat te zijn geschikte technieken te kiezen om informatie te verzamelen 3.19 in staat te zijn kaarten en plattegronden op verschillende schaalgrootte, met gebruikmaking van verklarende symbolen, te maken 3.20 in staat te zijn wereldbollen en kaarten van verschillende schaalgrootte te gebruiken en te interpreteren 3.21 in staat te zijn kaarten van verschillende schaalgrootte te gebruiken om de ligging en geografische kenmerken van het gastland en -stad, het thuisland en -stad en andere landen en steden waarin zij en hun leeftijdgenoten gewoond hebben te bepalen 3.22 in staat te zijn uit te leggen hoe natuurlijke en menselijke processen tot overeenkomsten en verschillen tussen plaatsen leiden 3.23 in staat te zijn uit te leggen hoe bepaalde plaatsen door verplaatsing van goederen en mensen met elkaar verbonden zijn 3.24 in staat te zijn hun kennis en begrip van aardrijkskunde op diverse manieren over te brengen 3.25 te begrijpen hoe plaatsen beïnvloed worden door natuurlijke eigenschappen en processen 3.26 te begrijpen hoe en waarom mensen hun omgeving proberen te beheersen en te behouden 3.27 te begrijpen hoe de geografische kenmerken van het gastland het leven van de mensen die er wonen beïnvloedt Leerdoelen Geschiedenis MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het vak Geschiedenis zich bezighoudt met het verleden in relatie tot het heden 3.2 kennis te hebben van de kenmerkende eigenschappen van bepaalde perioden en samenlevingen 3.3 kennis te hebben van de algemene geschiedenis van het gastland 3.4 kennis te hebben van de algemene geschiedenis van het thuisland 3.5 kennis te hebben van de kenmerkende eigenschappen van een bepaalde periode in de geschiedenis van het gastland 3.6 kennis te hebben van de ideeën, opvattingen, zienswijzen en ervaringen van mensen uit het verleden 3.7 kennis te hebben van de sociale, culturele, godsdienstige en etnische diversiteit van de bestudeerde perioden 3.8 kennis te hebben van de terminologie die geassocieerd wordt met de behandelde perioden

4 3.9 in staat te zijn onderzoek te doen naar historische kwesties en hoe die het leven van mensen beïnvloeden 3.10 in staat te zijn uit verschillende bronnen informatie over het verleden te vergaren 3.11 in staat te zijn redenen voor en gevolgen van historische gebeurtenissen, situaties en veranderingen uit de behandelde perioden aan te geven en te beschrijven 3.12 in staat te zijn een verband te leggen tussen de belangrijkste gebeurtenissen, situaties en veranderingen; zowel binnen een bepaalde periode als uit verschillende perioden 3.13 in staat te zijn uit te leggen hoe de geschiedenis van het gastland het leven van de huidige bewoners beïnvloedt 3.14 in staat te zijn uit te leggen hoe de geschiedenis van het ene land dat van het andere beïnvloedt 3.15 in staat te zijn vragen over het verleden te stellen en te beantwoorden 3.16 in staat te zijn relevante informatie over een bepaald historisch onderwerp te selecteren en vast te leggen 3.17 in staat te zijn de gebeurtenissen, mensen en veranderingen uit de behandelde perioden binnen een chronologisch raamwerk te plaatsen 3.18 in staat te zijn data en termen te gebruiken die op het verstrijken van tijd betrekking hebben 3.19 in staat te zijn hun kennis en begrip van geschiedenis, met gebruikmaking van juiste data en historische termen, op diverse manieren over te brengen 3.20 te begrijpen hoe bepaalde aspecten van het verleden op diverse manieren zijn gepresenteerd en geïnterpreteerd 3.21 te begrijpen dat historische bronnen van elkaar kunnen verschillen en elkaar kunnen tegenspreken en dat zij de context in tijd, plaats en standpunt weergeven Leerdoelen Informatie- en communicatietechnologie (ICT) MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat ICT zich bezighoudt met het toepassen van technologie om informatie te verzamelen, te gebruiken en uit te wisselen 3.2 kennis te hebben van een toenemend aantal ICT-toepassingen voor vrije tijd, communicatie en werk 3.3 in staat te zijn vragen op de juiste manier te formuleren tijdens het verzamelen en onderzoeken van informatie 3.4 in staat te zijn hun bevindingen te interpreteren 3.5 in staat te zijn te bepalen of hun bevindingen juist zijn 3.6 in staat te zijn verschillende soorten informatie uit verschillende bronnen te bewerken en te combineren 3.7 in staat te zijn ICT te gebruiken om informatie op verschillende manieren te presenteren 3.8 in staat te zijn informatie en ideeën op verschillende manieren uit te wisselen 3.9 in staat te zijn met behulp van ICT bepaalde situaties te beheersen 3.10 in staat te zijn met behulp van ICT fysieke informatie waar te nemen 3.11 in staat te zijn modellen en simulaties die gebaseerd zijn op ICT te gebruiken

5 3.12 te begrijpen dat de kwaliteit van de informatie het resultaat van elk onderzoek beïnvloedt 3.13 te begrijpen dat het belangrijk is rekening te houden met publiek en doel bij het presenteren van informatie Internationale Leerdoelen MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 kennis te hebben van de voornaamste kenmerken van het leven van de mensen in het thuisland en, indien van toepassing, in het thuisland van hun ouders 3.2 kennis te hebben van de voornaamste kenmerken van het leven van de mensen in het gastland en/of, indien van toepassing, in andere landen waar zij gewoond hebben 3.3 kennis te hebben van de manieren waarop de levens van de mensen in de landen die zij bestudeerd elkaar beïnvloeden 3.4 kennis te hebben van de overeenkomsten en verschillen tussen de levens van de mensen in verschillende landen 3.5 in staat te zijn uit te leggen hoe het leven van de mensen in bepaalde landen of groepen beïnvloed wordt door de activiteiten van andere landen of groepen 3.6 in staat te zijn manieren te onderkennen waarop mensen tot wederzijds voordeel samenwerken 3.7 te begrijpen dat zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen verschillende landen van waarde zijn Leerdoelen Muziek MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het vak Muziek zich bezighoudt met muzikale expressie en communicatie 3.2 te weten hoe een aantal componisten en musici - waaronder een aantal uit hun thuisland en het gastland - muzikale elementen binnen een bepaalde structuur combineren 3.3 in staat te zijn liedjes zowel een- als tweestemmig te zingen 3.4 in staat te zijn gestemde en ongestemde instrumenten beheerst en ritmisch te bespelen 3.5 in staat te zijn als onderdeel van een ensemble op te treden 3.6 in staat te zijn zich tijdens een optreden bewust te zijn van het publiek 3.7 in staat te zijn muziekstukken te componeren door muzikale elementen binnen een bepaalde structuur te combineren 3.8 in staat te zijn hun eigen werk, met inachtneming van het beoogde doel, te verbeteren

6 3.9 in staat te zijn aandachtig, en met oor voor detail, te luisteren 3.10 in staat te zijn muziekstukken te beoordelen waaruit op gepaste wijze begrip, waardering, respect en plezier blijkt 3.11 in staat te zijn muziekstukken te bezien in termen van betekenis, stemming, structuur, plaats en tijd 3.12 te begrijpen dat componisten en musici muziek gebruiken om emoties en ervaringen uit te drukken 3.13 te begrijpen dat het werk van componisten en musici beïnvloed wordt door hun omgeving Leerdoelen Lichamelijke Opvoeding MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het vak Lichamelijke opvoeding zich bezighoudt met een gezonde levensstijl en het uitvoeren van diverse bewegingsactiviteiten 3.2 kennis te hebben van de belangrijkste regels van traditionele sport- en atletiekactiviteiten 3.3 kennis te hebben van de veiligheidsregels tijdens het zwemmen 3.4 in staat te zijn op beheerste, gecoördineerde, precieze en consequente wijze een prestatie te leveren 3.5 in staat te zijn hun eigen prestaties te plannen 3.6 in staat te zijn deel te nemen aan sporten met kleine teams 3.7 in staat te zijn tactieken te gebruiken om de eigen prestaties en die van het team te verbeteren 3.8 in staat te zijn de kenmerken van een goede prestatie te onderkennen 3.9 in staat te zijn hun eigen prestaties te evalueren 3.10 in staat te zijn hun eigen prestaties te verfijnen en te verbeteren door te begrijpen wat daarvoor noodzakelijk is 3.11 in staat te zijn de regels en afspraken voor diverse activiteiten en sporten toe te passen 3.12 in staat te zijn beweging te gebruiken als expressie- en communicatiemiddel 3.13 in staat te zijn een afstand van ten minste 100 meter te zwemmen 3.14 de uitwerking van lichaamsbeweging op het lichaam te begrijpen 3.15 het belang van gepaste sportkleding te begrijpen 3.16 het belang van goede hygiëne te begrijpen 3.17 het belang van veiligheidsvoorschriften te begrijpen

7 Leerdoelen Natuur MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat het vak Natuur zich bezighoudt met het onderzoeken en begrijpen van de levende en levenloze wereld om hen heen 3.2 in staat te zijn wetenschappelijk onderzoek uit te voeren wetenschappelijke vragen stellen een geschikte manier kiezen om een wetenschappelijk vraagstuk te onderzoeken hun wetenschappelijke kennis en inzicht gebruiken om een resultaat te voorspellen het resultaat in verband brengen met het voorspelde systematische en nauwkeurige metingen doen vanuit hun observaties conclusies trekken die gebaseerd zijn op bevindingen de voorspellingen, onderzoeken, bevindingen en conclusies uitleggen en verdedigen hun bevindingen op een nauwkeurige manier vastleggen en overbrengen met gebruikmaking van het meest geschikte medium en de juiste terminologie en regels onderzoeken, observaties en metingen herhalen om zodoende de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid vast te stellen een patroon in de resultaten ontdekken wetenschappelijke taal gebruiken om de verschillen in de onderzoeksresultaten te verklaren manieren voorstellen om hun onderzoeken en methodes te verbeteren hun eigen onderzoeken relateren aan bredere wetenschappelijke opvattingen 3.3 in staat te zijn informatie uit diverse bronnen te verzamelen 3.4 in staat te zijn onderscheid te maken tussen bewijs en mening 3.5 te begrijpen dat het belangrijk is om bewijs te gebruiken om wetenschappelijke ideeën te toetsen 3.6 te begrijpen dat bepaalde zaken en dingen waarvan zij kennis opdoen het leven van mensen kan beïnvloeden Levende wezens Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.7 kennis te hebben van de hoofdcategorieën waarin levende wezens onderverdeeld kunnen worden 3.8 kennis te hebben van de gevolgen van de voedselketen in verschillende omgevingen 3.9 te weten dat veranderingen in de omgeving het leven van levende wezens beïnvloeden 3.10 kennis te hebben van de aard, functies en gevolgen van micro-organismen 3.11 in staat te zijn de voornaamste planten en dieren in het gastland te herkennen en te benoemen 3.12 in staat te zijn de plaatselijk voorkomende planten en dieren te classificeren naar hun eigenschappen

8 3.13 in staat te zijn de voornaamste planten en dieren in het thuisland te herkennen en te benoemen 3.14 kennis te hebben van de relatie tussen de levende wezens en de omgeving waarin zij leven 3.15 kennis te hebben van de structuur van het menselijk lichaam 3.16 kennis te hebben van de functies van de belangrijkste inwendige en uitwendige delen van het menselijk lichaam 3.17 kennis te hebben van verschillen en overeenkomsten tussen mensen en andere wezens 3.18 te weten hoe lichaamsbeweging de menselijke hartslag beïnvloedt 3.19 kennis te hebben van de gevolgen van misbruik van drugs op het menselijk lichaam 3.20 kennis te hebben van de manieren waarop mensen en dieren zich voortplanten 3.21 te weten dat sommige kenmerken van mensen en dieren van hun ouders geërfd zijn 3.22 te weten dat sommige kenmerken van mensen beïnvloed zijn door hun omgeving 3.23 kennis te hebben van het belang van goede voeding voor de gezondheid van mensen en dieren 3.24 te weten dat sommige kenmerken van planten erfelijk zijn 3.25 kennis te hebben van de functies van de belangrijkste delen van planten 3.26 kennis te hebben van de factoren die de groei van planten beïnvloeden 3.27 kennis te hebben van de functie van wortels voor het verankeren en voeden van planten 3.28 kennis te hebben van de manieren waarop planten zich voortplanten 3.29 te weten welke gevolgen de verspreiding van zaad heeft 3.30 kennis te hebben van de voorwaarden voor (ont)kieming Materialen Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.31 kennis te hebben van de onderscheidende eigenschappen van verschillende materialen 3.32 kennis te hebben van de eigenschappen van materialen die als warmte-isolator dienen 3.33 te weten wat er gebeurt als materialen worden verhit of gekoeld 3.34 kennis te hebben van de principes van condensatie en verdamping 3.35 kennis te hebben van de verschillen tussen metalen en andere materialen 3.36 te weten dat materie opgebouwd is uit deeltjes 3.37 kennis te hebben van de verschillende samenstelling van deeltjes in vaste stoffen, vloeistoffen en gassen 3.38 in staat te zijn stenen en grondsoorten te vergelijken en te groeperen naar hun eigenschappen 3.39 in staat te zijn materialen te groeperen en te classificeren naar hun eigenschappen 3.40 in staat te zijn veranderingen vast te stellen die omkeerbaar en onomkeerbaar zijn 3.41 in staat te zijn eenvoudige mengsels te scheiden 3.42 in staat te zijn opgeloste stoffen terug te krijgen door verdamping

9 Natuurkundige processen Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.43 te weten dat warmte vaak als bijproduct wordt geproduceerd wanneer de ene vorm van energie wordt omgezet in de andere 3.44 te weten dat warmte zich van het ene naar het andere voorwerp kan verplaatsen door middel van geleiding 3.45 in staat te zijn met gebruikmaking van conventionele symbolen elektrische circuits te tekenen 3.46 in staat te zijn van tekeningen met conventionele symbolen circuits te bouwen 3.47 in staat te zijn variatie aan te brengen in een elektrisch circuit om het effect te veranderen 3.48 kennis te hebben van de aard en effecten van zwaartekracht 3.49 in staat te zijn de effecten van natuurkundige krachten vast te stellen 3.50 in staat te zijn krachten te meten 3.51 in staat te zijn de richting van krachten vast te stellen 3.52 te weten dat licht zich in een rechte lijn verspreidt totdat het een voorwerp raakt 3.53 te weten dat licht gereflecteerd, van richting veranderd en geabsorbeerd kan worden 3.54 te weten dat licht door bepaalde materialen heen kan schijnen en door andere niet 3.55 te weten dat wij dingen waarnemen als het weerkaatste licht onze ogen binnenschijnt Leerdoelen Techniek MILEPOST 3 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 12 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen: 3.1 te weten dat techniek het leven van mensen beïnvloedt 3.2 te weten hoe het leven van de bewoners in het gastland beïnvloed wordt door de mate van technologische vooruitgang 3.3 te weten hoe het leven van de bewoners in het thuisland beïnvloed wordt door de mate van technologische vooruitgang 3.4 in staat te zijn met ontwerpen en producten te reageren op geconstateerde behoeften, wensen en mogelijkheden 3.5 in staat te zijn informatie te verzamelen en te gebruiken om oplossingen voor problemen aan te dragen 3.6 in staat te zijn stappenplannen te ontwikkelen en te gebruiken 3.7 in staat te zijn rekening te houden met de behoeften van de gebruikers tijdens ontwerp en productie 3.8 in staat te zijn de meest geschikte gereedschappen en materialen voor hun opdracht te kiezen 3.9 in staat te zijn met enige precisie diverse materialen en gereedschappen te gebruiken 3.10 in staat te zijn hun eigen werk te toetsen, te evalueren en te verbeteren 3.11 in staat te zijn te onderzoeken hoe eenvoudige alledaagse producten gemaakt zijn en hoe zij werken 3.12 in staat te zijn de werkzaamheid van eenvoudige alledaagse producten te bepalen

10 3.13 te begrijpen dat het noodzakelijk is om nauwkeurig te ontwerpen en te werken 3.14 te begrijpen hoe techniek kan worden gebruikt om te voorzien in behoeften, wensen en mogelijkheden 3.15 te begrijpen dat verschillende technieken, gereedschappen en materialen voor verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt 3.16 te weten dat de kwaliteit van een product afhankelijk is van hoe goed het gemaakt is en in welke mate het voldoet aan het doel waarvoor het gemaakt is

11 VAARDIGHE 2.3 In staat zijn een groot aantal verschillende materialen, vormen en technieken te gebruiken om hun emoties, observaties en ervaringen uit te drukken DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Artistieke impressies van de wereld (Zo zien zij de wereld) Taak 4 werken de leerlingen met een klasgenoot om een abstract kunstwerk te maken dat lijkt op de kunst van Australische Aboriginal kunstenaars. Ze kiezen een droom thema of verhaal en kiezen daar materialen en kleuren bij om te gebruiken. Ze bedenken hoe hun kunstwerk door andere leerlingen geïnterpreteerd kan worden en of de bedoeling van het kunstwerk door iedereen begrepen kan worden of alleen door een kleine groep mensen. In Gevoelens Taak 2 bekijken de leerlingen verschillende kunstsoorten door verschillende kunstenaars, zoals schilderijen, beeldhouwwerken, architectuur, enzovoort. De leerlingen bedenken wat voor gevoel het kunstwerk ze geeft. Ze bestuderen hoe de kunstenaar kleur, vorm en ontwerp gebruikt heeft om gevoelsreacties op te roepen. Vervolgens benoemen de leerlingen specifieke vormen, kleuren, patronen, afbeeldingen enzovoort die ze een bepaald gevoel geven, zoals blijdschap of boosheid. Daarna maken de leerlingen hun eigen kunstwerken waarbij ze materialen, vormen en technieken gebruiken waarvan ze vinden dat die geschikt zijn om een gevoel weer te geven. De leerlingen stellen hun werk tentoon en bespreken de keuzes die zij in hun kunstwerken gemaakt hebben om bepaalde emoties weer te geven. In Locatie (De vakantieshow) Taak 2 bekijken de leerlingen werk van kunstenaars die hun observatie en ervaring van hun omgeving als inspiratie voor hun werk gekozen hebben. De leerlingen kijken vervolgens naar hun eigen natuurlijke leefomgeving en maken hun eigen kunstwerken, met behulp van hun observatie van de werkelijkheid, foto s, het werk van andere kunstenaars en hun herinnering.

12 In staat zijn een groot aantal verschillende materialen, vormen en technieken te gebruiken om hun emoties, observaties en ervaringen uit te drukken VAARDIGHEID 3.3 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT Aanvangsfase De leerling kan ten minste één materiaal, vorm en techniek toepassen om een emotie, een ervaring en observaties weer te geven. De leerling heeft moeite met het uitleggen waarom hij tot zijn keuze is gekomen en kan vaak niet uitleggen waarom een kunstwerk hem een bepaald gevoel geeft. De keuzen van de leerling moeten door de leerkracht bijgesteld worden. Ontwikkelingsfase De leerling gebruikt veel verschillende materialen, vormen en technieken om emoties, ervaringen en observaties weer te geven. De leerling kan zijn keuzen onder woorden brengen, hoewel deze keuzen niet altijd gelukkig zijn. Soms heeft de leerling hulp van de leerkracht of een andere leerling nodig. Beheersingssfase De leerling gebruikt veel verschillende materialen, vormen en technieken om emoties, ervaringen en observaties weer te geven. De leerling maakt doorgaans goede keuzen. Hij kan zonder hulp werken. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Ik kan verschillende soorten kunst en materialen gebruiken om te laten zien wat ik gezien of beleefd heb. Ik moet mijn leerkracht vragen het soort kunst te kiezen wat laat zien hoe ik me voel. Soms zegt mijn leerkracht hoe ik iets kan veranderen zodat het beter wordt. Ik kan het beter Ik kan verschillende soorten kunst en materialen gebruiken om te laten zien wat ik gezien of beleefd heb, of een gevoel dat ik heb. Ik kan uitleggen aan mijn leerkracht waarom ik deze materialen en kunst gebruikt heb. Soms wordt mijn kunstwerk niet wat ik wilde. En soms helpt mijn leerkracht of een klasgenoot me. Ik kan het goed Ik kan verschillende soorten kunst en materialen gebruiken om te laten zien wat ik gezien of beleefd heb, of een gevoel dat ik heb. Ik kan in m n eentje werken en meestal wordt het precies wat ik wil. Als ik het aan mijn klasgenoten laat zien, weten zij wat ik ermee wilde zeggen.

13 In staat zijn een groot aantal verschillende materialen, vormen en technieken te gebruiken om hun emoties, observaties en ervaringen uit te drukken VAARDIGHEID 3.3 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Kijk naar veel verschillende soorten kunst en probeer te bedenken hoe die je laten voelen. Word je er vrolijk van, of boos, of droevig? Probeer te bedenken waarom dat gebeurt. Is het de kleur? De vorm? Het onderwerp? Zijn er kleuren, vormen of stijlen die je altijd dat gevoel geven? Maak er een lijst van die je hierna bij werk kunt gebruiken. Werk met een klasgenoot. Praat over kunst waarvan jullie vrolijk worden. Hebben jullie dezelfde ideeën of worden van kunstwerken die heel verschillend zijn vrolijk? Probeer uit te leggen waarom deze kunst je dit gevoel geeft. Kijk naar een kunstwerk dat je zelf gemaakt hebt. Probeer je te herinneren hoe je je voelde toen je het maakte. Laat het nu aan een klasgenoot zien. Wat voor gevoel geeft het hem? Geeft het kunstwerk jullie allebei hetzelfde gevoel? De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Denk aan dingen waarvan je blij of bedroefd wordt of die je doen lachen of bang maken, enzovoort. Maak er een lijst van. Probeer nu te bedenken hoe je deze ervaringen door een kunstwerk zou kunnen uitbeelden en andere leerlingen hetzelfde zou kunnen laten voelen als jij. Probeer er een uit voelen andere leerlingen hetzelfde? Kijk naar veel verschillende materialen. Is er iets aan hun structuur of kleur dat iets zou kunnen weergeven? Probeer zo realistisch mogelijke materialen in je kunstwerk te gebruiken; bijvoorbeeld als je een kunstwerk maakt dat het strand voorstelt, gebruik dan zand, hout, water enzovoort. Bekijk het werk van kunstenaars die veel verschillende vormen, technieken en materialen gebruikten, zoals bijvoorbeeld de renaissancekunstenaars Michelangelo of Da Vinci. Probeer zo veel mogelijk te weten te komen over deze kunstenaars en waarom zij zulke uiteenlopende kunstwerken maakten.

14 In staat zijn door middel van visuele en tastbare vormen te communiceren VAARDIGHEID 3.4 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Een historisch overzicht (The Big Picture) Taak 3 gebruiken de leerlingen kunst om iets van hun eigen geschiedenis over te brengen. Ze kiezen de vormen, technieken en materialen die ze willen gebruiken en maken hun kunstwerk. Vervolgens laten zij het werk aan een klasgenoot zien om te zien of hij het verhaal uit hun verleden kan lezen. In Mythen, legendes en verhalen Taak 1 bekijken de leerlingen allerlei geïllustreerde werken over mythen en legenden. De leerlingen kiezen vervolgens een mythe of legende die zij zouden willen verbeelden. Ze kiezen er geschikte visuele en tastbare vormen bij om dit te doen. De leerlingen stellen hun werk tentoon en leggen uit welke keuzes zij gemaakt hebben.

15 In staat zijn door middel van visuele en tastbare vormen te communiceren VAARDIGHEID 3.4 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT Aanvangsfase De leerling kan door middel van bepaalde visuele vormen communiceren. Met een tastbaar medium heeft hij hulp nodig. De leerling moet geholpen worden bij het uitdrukken van zijn gevoelens en het daarbij uitzoeken van passende kunstvormen. Ontwikkelingsfase De leerling kan minstens één visueel en één tastbaar medium gebruiken om te communiceren. Zijn werk is meestal goed, al heeft hij wat hulp nodig bij het vergroten van het aantal vormen dat hij gebruikt. Beheersingssfase De leerling gebruikt met goed gevolg meerdere visuele en tastbare vormen om te communiceren. Hij kiest de vorm die het beste bij de opdracht past en heeft weinig hulp nodig. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Ik heb wel ideeën hoe ik iets met kunst kan zeggen. Mijn leerkracht helpt me te werken met materialen, want ik weet niet zeker welke ik het beste kan gebruiken. Meestal zegt mijn leerkracht welke vorm van kunst ik moet gebruiken. Ik kan het beter Ik kan verschillende soorten kunst gebruiken om iets te zeggen, ook met verschillende materialen. Ik zou graag meer soorten kunst willen leren, want ik gebruik meestal hetzelfde. Ik kan het goed Ik kan allerlei kunstwerken maken om iets mee te zeggen. Ik gebruik veel materialen in mijn werk en vraag meestal niet om hulp.

16 In staat zijn door middel van visuele en tastbare vormen te communiceren VAARDIGHEID 3 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Werk in een klein groepje met andere leerlingen en wissel ideeën uit over de materialen die je gaat gebruiken en het soort kunstwerk dat je gaat maken. Als je een opdracht of onderwerp van je leerkracht krijgt, schrijf dan zo veel mogelijk verschillende manieren op om het kunstwerk te maken. Denk hierbij aan stijlen, vormen en materialen die je zou kunnen gebruiken. Probeer een stijl, vorm of materiaal te gebruiken die of dat je nog niet eerder of bijna nooit gebruikt hebt. Bekijk het werk van verschillende kunstenaars. Bedenk hoe zij hun kunst gebruikt hebben om iets over te brengen. Wat brengen ze over? Waar gaat het kunstwerk over? Welke materialen hebben ze gebruikt? Waarom denk je dat ze dit gedaan hebben? Gebruik een paar van deze ideeën in je eigen kunstwerk. De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Vraag een klasgenoot om je te laten zien hoe je een materiaal of kunstvorm moet gebruiken die je nog niet eerder gebruikt hebt. Kijk naar voorbeelden van het werk van die klasgenoot en probeer een kunstwerk te maken dat daarop lijkt voordat je met hetzelfde materiaal een nieuw kunstwerk maakt. Kijk rond in het kunstlokaal van de school. Welke hulpmiddelen zijn er? Heb je die allemaal eerder gebruikt? Oefen met het gebruik van een hulpmiddel dat je moeilijk in het gebruik vindt of dat je nog niet eerder gebruikt hebt. Als je je werk aan het plannen bent, bedenk dan wat je probeert over te brengen. Praat met je leerkracht over je ideeën hoe je dat zou kunnen overbrengen. Zijn bepaalde materialen daar geschikter voor dan andere? Waarom denk je dat dat zo is? Probeer hetzelfde idee over te brengen met verschillende materialen, stijlen en vormen, en vraag andere leerlingen je er commentaar op te geven.

17 ACTIVITEITEN TER BEOORDELING VAN DE MILEPOST ALS GEHEEL MP3 Kunstzinnige vorming Tegen de tijd dat de Milepost afgerond wordt, zult u de leerlingen veel met kunst bezig hebben gezien. Hopelijk hebt u bijgehouden hoe zij zich vanaf de Aanvangsfase tot Beheersingssfase ontwikkelden. Die ontwikkeling is waarschijnlijk niet rechtlijnig geweest. Leerlingen, zoals wij allemaal, ontwikkelen zich in het oefenstadium soms in een geheel andere richting, maar er zal toch een algemene tendens waarneembaar zijn. U zult een belangrijke rol in deze ontwikkeling gespeeld hebben, aangezien u iedere leerling heeft kunnen adviseren op basis van wat u van hem gezien heeft. Dat is wat bedoeld wordt met Assessment for Learning en waarom het IPC Assessment for Learning-programma zo belangrijk is. Door naar deze ontwikkeling te kijken, kunt u beoordelen of een leerling over het algemeen in de Aanvangsfase, de Ontwikkelingsfase of de Beheersingssfase is bij elk van de belangrijkste vaardigheden van Kunstzinnige vorming en wat het totale ontwikkelingsniveau van de leerling op het gebied van de vaardigheden van Kunstzinnige vorming is. Het helpt om aan het eind van elke Milepost een algemene proef te doen om te zien hoe goed de leerlingen als kunstenaar zijn. Deze algemene proef is geen test. Het is een manier om uw eigen beoordeling te controleren door de leerlingen zonder enige interventie van uw kant een aantal activiteiten te laten uitvoeren. Als u, de leerlingen bij het uitvoeren van deze activiteiten observerende, concludeert dat uw beoordeling onjuist is geweest, dan zou u de leerlingen nog een andere activiteit kunnen geven. Echter, twee dagen met activiteiten leveren niet beter bewijs op dan leerlingen twee jaar nauwlettend observeren. Uiteindelijk zult u uw oordeel moeten baseren op al het bewijsmateriaal dat u hebt en niet een klein deel daarvan. Probeer de activiteit ter bevestiging van de beoordeling aan het einde van de Milepost zo leuk mogelijk te maken. Organiseer een kunstdag. Laat de leerlingen daarbij hun eigen activiteiten bedenken. Een paar suggesties. Bezoek een museum of galerie in de omgeving. De leerlingen kunnen naar alle soorten kunst kijken en bepalen wat zij mooi en niet mooi vinden. De leerlingen aan een andere klas vertellen wat zij in het museum gezien hebben en hun eigen versies maken van de kunst die zij gezien hebben om hun presentatie te verlevendigen. Maak van de klas een galerie door er al het werk dat de leerlingen in de loop van de Milepost gemaakt hebben te exposeren. Nodig de ouders en andere leerlingen en leerkrachten uit een bezoek aan de galerie te brengen na schooltijd. De leerlingen kunnen als gidsen optreden, hun werk verklaren, de gebruikte materialen en methoden uitleggen en vertellen wat hen inspireerde. Maak ook foto s en ontwerp een kunstbrochure die als voorbeeld kan dienen voor hun toekomstig werk of dat van andere leerlingen.

18 Vraag de leerlingen een overzicht te maken over één aspect van Kunstzinnige vorming om andere leerlingen te helpen. Daarbij geven de leerlingen een stappenplan over hoe het gekozen materiaal gebruikt moet worden of hoe het gekozen proces verloopt, en ze geven daar voorbeelden bij. Bijvoorbeeld, als een leerling kleur kiest, kan hij de primaire kleuren benoemen en hoe je kleuren kunt mengen om nieuwe kleuren te verkrijgen. Hij zou kunnen opschrijven wat hij denkt dat elke verschillende kleur weergeeft en hoe kleuren samenwerken. Hij zou ook een staalkaart kunnen bijvoegen van alle op school beschikbare kleuren. Elk van deze activiteiten doet een beroep op een aantal vaardigheden dat aandacht heeft gehad in de loop van deze Milepost. Laat de leerlingen hun activiteiten uitvoeren. Observeer ze zorgvuldig. Vergelijk wat u ziet met de beoordeling die u op basis van het bewijsmateriaal aan het einde van de Milepost hebt gemaakt.

19 Assessment for learning Milepost 3 Aardrijkskunde.

20 In staat zijn bewijs te vergaren en vast te leggen om geografische vraagstukken te beantwoorden VAARDIGHEID 3.14 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Aardrijkskunde The Big Picture (Hoe ziet onze wereld eruit?) Taak 3 komen de leerlingen meer aan de weet over belangrijke geografische kenmerken van het eigen land door gebruikmaking en vergelijking van landkaarten, luchtfoto s, satellietfoto s, toeristenbrochures, naslagwerken en cd-roms. Ze zoeken informatie op over gebergten, vulkanen, riviersystemen, meren, grotten, kustgebieden enzovoort om zich een beeld van de omgeving te kunnen vormen en er aardrijkskundige vragen over te kunnen beantwoorden. Vervolgens leggen ze verbanden tussen menselijke activiteiten en nederzettingen en de fysieke geografische kenmerken van het gebied. In Rivieren bestuderen (Met de stroom mee) Taak 5 leren de leerlingen over de verschillende activiteiten die plaatsvinden langs de verschillende delen van een rivier. Ze kijken naar de boven-, midden- en lage rivier, en ook naar de delta s. De leerlingen passen vervolgens deze kennis toe in het beantwoorden van vragen over waarom verschillende delen van de rivier beter voor verschillende activiteiten geschikt zijn dan andere. In Volksverhuizingen (Migratie) Taak 1 bestuderen de leerlingen migratiepatronen om zich een beeld te vormen van volksbewegingen over de hele wereld en de redenen daarvoor. Ze kunnen daarna vragen beantwoorden over overeenkomstige kenmerken van landen waar veel mensen naartoe migreren en die van landen van waaruit veel mensen migreren.

21 In staat zijn bewijs te vergaren en vast te leggen om geografische vraagstukken te beantwoorden VAARDIDHEID 3.14 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT: Aanvangsfase Met enige hulp kan de leerling een bewijsbron noemen die benodigd is voor de beantwoording van een aardrijkskundige vraag. De methodes die hij aandraagt voor het verzamelen en vastleggen van bewijs heeft mogelijk wat aanpassing nodig. Ontwikkelingsfase De leerling kan zonder hulp een of meer bewijsbronnen noemen die benodigd zijn voor de beantwoording van een eerste vraag. Hij kan geschikte methodes om het bewijs te verzamelen en vast te leggen voorstellen, maar heeft hulp nodig bij het eigenlijke onderzoek. Beheersingssfase De leerling kan zonder hulp een of meer bewijsbronnen noemen die benodigd zijn voor de beantwoording van een eerste vraag. Hij kan geschikte methodes om het benodigde bewijs te verzamelen en vast te leggen voorstellen. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Mijn leerkracht helpt me bewijs te vinden en op te slaan om vragen te beantwoorden. We werken samen om mijn ideeën af en toe te veranderen. Ik kan een paar dingen zelf bedenken, maar ik vind het best wel moeilijk. Ik kan het beter In het begin werk ik meestal alleen. Ik weet wat ik moet doen om antwoorden op de vragen te vinden en op te slaan. Mijn leerkracht zegt dat mijn ideeën goed zijn, maar dat ik ze soms wat moet veranderen om ze beter te maken. Ik kan het goed Meestal werk ik op mezelf als ik bewijs moet vinden en opslaan bij het beantwoorden van vragen. Ik weet wat voor informatie ik nodig heb om een vraag te beantwoorden en bedenk zelf hoe ik het ga aanpakken. Ik kan al mijn ideeën aan mijn leerkracht uitleggen.

22 In staat zijn bewijs te vergaren en vast te leggen om geografische vraagstukken te beantwoorden VAARDIGHEID 3.1 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Probeer vast te stellen wat het is dat je te weten moet komen om een aardrijkskundige vraag te beantwoorden. Bedenk dat er meer dan één manier is om een vraag te beantwoorden, dus is het niet erg als je andere ideeën hebt dan je klasgenoten. Denk aan het bewijsmateriaal dat je wilt verzamelen kun je dat makkelijk doen? Als je een manier bedenkt om aan bewijsmateriaal te komen, zorg er dan voor dat dit een praktische manier is en dat je het kunt doen met hulpmiddelen die op school aanwezig zijn. Stel je voor dat je je bewijsmateriaal verzameld hebt. Kun je daarmee de vraag beantwoorden? Bespreek je ideeën in een groepje. Bedenk ook hoe je je ideeën beter kunt maken voordat je leerkracht om details vraagt. De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Als je een manier bedenkt om informatie te verzamelen, denk dan zorgvuldig na. Kan die informatie je helpen de vraag te beantwoorden? Probeer verschillende manieren te bedenken die je zou kunnen gebruiken om bewijsmateriaal te verzamelen. Kies er een uit die simpel is maar die je wel de juiste resultaten geeft. Leg aan je leerkracht of een klasgenoot uit waarom je voor de verschillende manieren van informatie verzamelen en vastleggen hebt gekozen. Kun je problemen bedenken die je zou kunnen tegenkomen bij het verzamelen en vastleggen van dit bewijsmateriaal?

23 In staat zijn geografische patronen aan te wijzen en deze met hun kennis en inzicht te verklaren VAARDIGHEID 3.15 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Weer en klimaat Taak 2 leren de leerlingen over de aarde in de ruimte, waarbij ze gebruikmaken van allerlei secundaire hulpmiddelen. Ze constateren en verklaren dat het aardoppervlak niet overal dezelfde temperatuur heeft, waarom het op bepaalde plaatsen warm of koud is en waarom sommige landen seizoensgebonden wisselingen in temperatuur kennen. In Gastland en moederland (Hier en nu, daar en toen) Taak 3 bedenken de leerlingen verbanden tussen het moederland en het gastland. Zij gebruiken hun kennis van geografische patronen om overeenkomsten aan te wijzen in menselijke bewegingen, bewegingen van goederen, geografische kenmerken enzovoort, en onderbouwen deze ideeën met relevant onderzoek.

24 In staat zijn geografische patronen aan te wijzen en deze met hun kennis en inzicht te verklaren VAARDIGHEID 3.15 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT: Aanvangsfase De leerling vindt het moeilijk om geografische patronen zonder hulp te identificeren. Als deze eenmaal duidelijk zijn, probeert de leerling een uitleg te geven, maar geeft blijk van onvoldoende aardrijkskundig inzicht om dit correct te doen. Ontwikkelingsfase De leerling kan zonder hulp geografische patronen herkennen in gegeven informatie en probeert een verklaring te geven op basis van voortschrijdende kennis en inzicht. Deze verklaring kan wat aanpassing behoeven. Beheersingssfase De leerling kan veel geografische patronen herkennen uit een groot aantal informatiebronnen. De leerling kan een gedetailleerde uitleg geven op basis van zijn geografische kennis en inzicht. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Ik vind het moeilijk patronen te herkennen bij aardrijkskunde, maar als mijn leerkracht me helpt, begrijp ik het beter. Meestal probeer ik uit te leggen waarom het patroon er is, maar ik moet met anderen samenwerken om dit goed te doen. Ik kan het beter Ik kan zonder hulp aardrijkskundige patronen herkennen. Ik probeer dit meestal ook uit te leggen, maar heb hiervoor soms wat hulp van de leerkracht nodig. Ik kan het goed Ik kan aardrijkskundige patronen herkennen in verschillende soorten informatie. Ik kan uitleggen waarom deze patronen er zijn. Ik kan mijn ideeën ook aan mijn leerkracht uitleggen, die zegt dat ik het goed begrepen heb.

25 In staat zijn geografische patronen aan te wijzen en deze met hun kennis en inzicht te verklaren VAARDIGHEID 3.1 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Kijk met een klasgenoot naar geografische informatie en probeer er geografische patronen in te herkennen. Bekijk de informatie en probeer verschillende onderwerpen in groepen onder te brengen, zoals bijvoorbeeld landformatie, klimaat, gebruik van het land enzovoort. Bespreek de patronen die jullie gevonden hebben. Werk samen om verklaringen te vinden voor wat jullie gevonden hebben. Bespreek levende en niet-levende kenmerken, locaties, enzovoort. Wissel die informatie uit met een ander tweetal lijken jullie ideeën op elkaar? De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Denk na over het onderwerp en wat je er al van weet. Welke patronen verwacht je aan te treffen in de informatie die je gekregen hebt? Maak een mindmap van het aardrijkskundige onderwerp waarop alles te vinden is wat je ervan weet. Zoek goed naar ideeën die de aardrijkskundige partonen die je gevonden hebt zouden kunnen verklaren. Bedenk hoe je je ideeën aan je leerkracht gaat uitleggen is er nog meer dat je over het onderwerp te weten zou moeten komen?

26 In staat zijn de juiste geografische terminologie te gebruiken om hun omgeving te beschrijven en te interpreteren VAARDIGHEID 3.16 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Weer en klimaat Taak 5 luisteren de leerlingen naar opnames van weerberichten en bespreken de terminologie en symbolen die in deze berichten gebruikt worden. De leerlingen werken vervolgens samen om een weerbericht voor een land dat zij uitkiezen te maken, met gebruikmaking van toepasselijke terminologie. In Locatie (De vakantieshow) Taak 3 gebruiken de leerlingen toepasselijke terminologie om vakantiebestemmingen te bespreken, met informatie over het klimaat, fysieke kenmerken, bezoekers, enzovoort. Ze bekijken allerlei vakantiebestemmingen, waaronder badplaatsen, cultuurcentra, pretparken, enzovoort.

27 In staat zijn de juiste geografische terminologie te gebruiken om hun omgeving te beschrijven en te interpreteren VAARDIGHEID 3.16 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT: Aanvangsfase De leerling gebruikt eenvoudige aardrijkskundige terminologie om de omgeving te interpreteren. De interpretatie of het specifieke woordgebruik is niet altijd correct. Ontwikkelingsfase Zonder hulp kan de leerling met gebruik van de juiste termen en vocabulaire meer dan één geografisch kenmerk van zijn onmiddellijke omgeving interpreteren. Hoewel het correct is, kan het woordgebruik nog verder ontwikkeld worden. Beheersingssfase De leerling kan zonder hulp de belangrijkste geografische kenmerken van zijn omgeving beschrijven, daarbij toepasselijke en brede vocabulaire gebruikend. De leerling toont grondige kennis van de termen en gebruikt deze consequent correct. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Ik vind het moeilijk verschillende woorden te gebruiken en te bedenken, tenzij mijn leerkracht me helpt. Soms haal ik de betekenis van de woorden door elkaar. Ik kan het beter Ik werk meestal zonder hulp en kan een paar aardrijkskundige woorden gebruiken. Mijn leerkracht zegt dat ik nieuwe woorden zou kunnen leren, zodat ik mijn ideeën met meer details kan uitleggen. Ik kan het goed Volgens mijn leerkracht begrijp ik de aardrijkskundige woorden die ik gebruik goed. Ik kan uitleggen wat ze allemaal betekenen en ik weet hoe ik ze moet gebruiken.

28 In staat zijn de juiste geografische terminologie te gebruiken om hun omgeving te beschrijven en te interpreteren VAARDIGHEID 3.1 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Denk aan de verschillende manieren waarop je de directe omgeving zou kunnen beschrijven. Dit zou kunnen door het te hebben over gebruik van het land en de banen die er zijn, het weer of de vorm van het land, enzovoort. Schrijf de woorden op die je kent die deze kenmerken beschrijven. Kijk goed naar foto s of afbeeldingen van plaatsen. Bedenk verschillende woorden om de kenmerken die je ziet te beschrijven. Als je aan verschillende zelfstandige naamwoorden denkt, probeer dan ook aan bijvoegelijke naamwoorden te denken; die helpen je meer details te geven aan je uitleg. Maak eenvoudige zinnen met nieuwe woorden om je leerkracht te laten zien dat je ze begrijpt. Schrijf nieuwe woorden op in een woordenschrift. Kijk hierin als je een schrijfopdracht moet maken. De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Als je aan een nieuwe unit begint, leg dan een geografische woordenlijst aan met alle woorden en termen die je gebruikt. In deze woordenlijst schrijf je ook op wat elk woord betekent. Doe een brainstorm over alles wat je van een onderwerp weet om je aan alle woorden te helpen denken die je zou kunnen gebruiken. Probeer niet altijd dezelfde woorden te gebruiken. Probeer andere woorden te bedenken voor de kenmerken die je interesseren. Werk samen met een klasgenoot en leg om beurten uit wat verschillende woorden uit je woordenlijst betekenen of geef alleen de betekenis en vraag aan je klasgenoot om welk woord het gaat.

29 In staat zijn instrumenten te gebruiken om metingen te verrichten VAARDIGHEID 3.17 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Weer en klimaat Taak 8 maken de leerlingen in de klas eenvoudige thermometers om de minimum- en maximumtemperaturen op verschillende plaatsen in de school te meten. In Energie en brandstoffen (Dingen laten werken) Taak 2 gebruiken de leerlingen anemometers om de windsnelheid rond de school te meten, om te zien of de school een geschikte plek zou zijn om een windturbine te plaatsen. Bij deze activiteit gebruiken de leerlingen allerlei verschillende anemometers. In Bewijzen onderzoeken (De onderzoekers) Taak 4 gebruiken de leerlingen allerlei instrumenten om een uitbreiding van het schoolgebouw te plannen. Ze verzamelen meetgegevens over de afmetingen van de locatie, de richting van het zonlicht en andere weersomstandigheden, en kompasmetingen om een accuraat plan van de voorgestelde uitbreiding te maken.

30 In staat zijn instrumenten te gebruiken om metingen te verrichten VAARDIGHEID 3.17 KLASSERING VOOR DE LEERKRACHT: Aanvangsfase Met hulp van de leerkracht gebruikt de leerling eenvoudige meetinstrumenten. De resultaten zijn niet altijd accuraat. De leerling kan niet duidelijk uitleggen hoe de meetinstrumenten gebruikt moeten worden. Ontwikkelingsfase De leerling kan zonder hulp eenvoudige meetinstrumenten gebruiken. De leerling heeft mogelijk hulp nodig bij het uitleggen hoe hij het instrument gebruikt, of bij het verkrijgen van accurate resultaten. Beheersingssfase De leerling kan veel verschillende en bij het onderzoek passende meetinstrumenten gebruiken. De leerling kan uitleggen wat Hij doet en verkrijgt meestal accurate resultaten. KLASSERING VOOR DE LEERLING: Ik kan het een beetje Ik kan sommige dingen meten met instrumenten. Mijn leerkracht helpt me er eentje uit te zoeken en laat me zien hoe je die moet gebruiken. Ik kan het beter Ik kan in m n eentje dingen meten met verschillende instrumenten. Soms helpt mijn leerkracht me om zeker te weten dat ik het instrument goed gebruik en dat ik het goed meet. Ik kan het goed Ik kan verschillende soorten instrumenten goed gebruiken en meestal kloppen mijn resultaten. Ik kan uitleggen hoe de instrumenten voor verschillende dingen die je wil meten gebruikt moeten worden en ik kies de beste voor mijn onderzoek.

31 In staat zijn instrumenten te gebruiken om metingen te verrichten VAARDIGHEID 3.1 LEERADVIES: De stap van Aanvangsfase naar Ontwikkelingsfase Leer de namen van de verschillende instrumenten en oefen hoe je er dingen mee kunt meten voordat je ze in een onderzoek gebruikt. Probeer te beslissen welk bewijsmateriaal je gaat verzamelen en welk instrument je daarvoor kunt gebruiken. Bespreek met een klasgenoot wat je gaat doen en geef aan waarom je een bepaald instrument gekozen hebt. Leg uit hoe je dat hoort te gebruiken. De stap van Ontwikkelingsfase naar Beheersingssfase Vraag aan je leerkracht de metingen die je gedaan hebt te controleren en je manieren te tonen waarop je nauwkeuriger kan meten. Laat om beurten voor een groep zien hoe je bepaalde instrumenten moet gebruiken. Leg uit hoe je nog nauwkeuriger kunt meten. Maak een lijst van alle instrumenten die er op school zijn en waarvan je weet hoe ze werken. Schrijf op wanneer je ze zou kunnen gebruiken om iets te meten. Maak voor elk instrument een kaartje met deze informatie om andere leerlingen te helpen. Terwijl je iets nieuws leert, houd dan bij welke instrumenten je leert gebruiken en wanneer je ze gebruikt.

32 In staat zijn geschikte technieken te kiezen om informatie te verzamelen VAARDIGHEID 3.18 DRAAIBOEK Voorbeelden van de vaardigheid in de praktijk: In Rivieren bestuderen (Met de stroom mee) Taak 3 vergaren de leerlingen informatie over een rivier door gebruik te maken van diverse technieken. Ze verzamelen informatie over hoe de rivier eruit ziet, hoe hoog de oevers zijn, de snelheid van het water, of er draaikolken of andere kenmerken zijn, waar het bezinksel gedeponeerd wordt, hoe mensen de rivier gebruiken en de manieren waarop de rivier overgestoken kan worden. De leerlingen maken schetsen, nemen monsters en doen andere metingen bij deze acitiviteit. In Gastland en moederland (Hier en nu, daar en toen) Taak 5 gebruiken de leerlingen zelfgekozen, toepasselijke technieken om informatie te verzamelen over klimaat, economische activiteiten, bevolking, het fysieke landschap en milieukwesties. In Locatie (De vakantieshow) Taak 3 gebruiken de leerlingen diverse technieken om informatie te vergaren over verschillende vakantiebestemmingen, met inbegrip van waar deze plaatsen zich bevinden en het klimaat.

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas 1. Algemene doelstelling cultuureducatie 2. Doelen en visie van de school 3. Visie cultuureducatie 4. Beschrijving van de bestaande situatie 5. Beschrijving van

Nadere informatie

Assessment for learning Milepost 1

Assessment for learning Milepost 1 Assessment for learning Milepost 1 Kunstzinnige Vorming. Leerdoelen Kunstzinnige vorming MILEPOST 1 Aan het eind van het schooljaar waarin zij 7 jaar oud zijn, dient het overgrote deel van de kinderen:

Nadere informatie

De Leerdoelstellingen. COPYRIGHT IPC 2002 Not to be reproduced without permission

De Leerdoelstellingen. COPYRIGHT IPC 2002 Not to be reproduced without permission De Leerdoelstellingen COPYRIGHT IPC 2002 Inhoudsopgave Deel 1 - De Vakinhoudelijke Doelstellingen 3 KUNSTZINNIGE VORMING 3 AARDRIJKSKUNDE 6 GESCHIEDENIS 10 INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 13 TAALVAARDIGHEID

Nadere informatie

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

Creativiteit, kun je dat afdwingen? Creativiteit, kun je dat afdwingen? Over procesgerichte didactiek, de didactiek van creativiteit, eigenaarschap en betrokkenheid www.kunstedu.nl procesgerichte didactiek proces van de kunstenaar zelf ondergaan

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM In het FLL World Class SM Project zal jullie team: Een onderwerp kiezen waar jullie enthousiast over zijn of altijd al meer over hebben willen weten. Een innovatieve oplossing

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN Mijn muzisch enthousiasme Mijn muzische durf en creativiteit Mijn relatie met en begrip van de kunsttalen Mijn muzische expressie

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

WELKE VAKKEN DOE JIJ GRAAG?

WELKE VAKKEN DOE JIJ GRAAG? WELKE VAKKEN DOE JIJ GRAAG? Sommige mensen zijn goed in talen, andere mensen zijn goed in wiskunde. Waar ben jij goed in? Welke vakken doe jij graag? Wat moet je doen? Werk samen in groep. 1. Maak de woordenschatoefeningen

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Kunst onderzoekt de wereld. 5 niveaus procesgerichte didactiek

Kunst onderzoekt de wereld. 5 niveaus procesgerichte didactiek Kunst onderzoekt de wereld 5 niveaus procesgerichte didactiek rekenen mens en wereld sociaal emotionele ontwikkeling taal innerlijke wereld leerling het onderwijs versterkt het versterkt het het kunstzinnige

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Instructiekaart voor de leerling nr. 5 A-vragen Formulering van de vraag Formulering van het antwoord Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Antwoord met één volledige

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal De Vakman De leerling kan gericht luisteren van intuïtief naar bewust waarnemen luisteren naar het eigen musiceren weten wat je hoort zich de muziek inwendig voorstellen de muzikale parameters en componenten

Nadere informatie

Werkboek. Wij werken samen. Nederlands Mentorles Duits Geschiedenis Kunst Muziek Percussie. oktober - december 2015 Meridiaan College JAAR VAK

Werkboek. Wij werken samen. Nederlands Mentorles Duits Geschiedenis Kunst Muziek Percussie. oktober - december 2015 Meridiaan College JAAR VAK oktober - december 2015 Meridiaan College NAAM JAAR VAK PROJECT TITEL KLAS Nederlands Mentorles Duits Geschiedenis Kunst Muziek Percussie Werkboek Wij werken samen Wat gaan we doen? Het Meridiaan College

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 Inleiding In groep 7 of 8 komen leerlingen vaak voor de tweede keer met hun klas naar het van Abbemuseum. Bij het eerste bezoek, in groep 5 of 6, hebben ze

Nadere informatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Kennismaking met natuurwetenschappen Kennismaking met natuurwetenschappen 1 De natuurwetenschappen 5 1.1 De natuurwetenschap en de levende natuur 7 1.2 De natuurwetenschap en de niet-levende natuur 8 1.3 De natuurwetenschappelijke methode

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Thema- overzicht Thema- overzicht Kijken is een kunst Groep 5 Museum De Buitenplaats Kern van het thema Mensen laten graag iets van zichzelf aan anderen

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen. Vak: MUVO Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen. Doelen: Eindtermen: Muvo 1.2 De leerlingen kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad muziek

basiscompetenties 2de graad muziek basiscompetenties 2de graad muziek 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad muziek Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties muziek voor de 2 de graad van de langlopende studierichtingen

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

kunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas...

kunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas... Naam:... Klas... Afsluiting 5 Havo / 6VWO In periode 2, 3 en 4 gaan jullie werken aan een eigen thema om het vak af te sluiten. De volgende onderdelen zullen aan bod komen: - eigen werk rond thema + logboek

Nadere informatie

Easi-Scope ONDERWIJSGIDS. Geweldige ideeën verzinnen. Hoe het op het leren aansluit. Introductie van de Easi-Scope

Easi-Scope ONDERWIJSGIDS. Geweldige ideeën verzinnen. Hoe het op het leren aansluit. Introductie van de Easi-Scope Easi-Scope ONDERWIJSGIDS Inspireren Introductie van de Easi-Scope Kijk met verbazing naar alledaagse dingen van heel dichtbij met deze eenvoudig te gebruiken microscoop! Dit eenvoudige plug-and-play apparaat

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Hoe maak ik een Spreekbeurt? Hoe maak ik een Spreekbeurt? Stap 1: Kies een onderwerp. Voordat je kunt beginnen met het maken van een spreekbeurt, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Het hoeft niet perse een hobby van je te zijn,

Nadere informatie

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Zonnepanelen op school Team 5: Natuur Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel Jullie gaan onderzoeken of de plant een zonnecel is en wie daar gebruik van maken 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

Wie ben jij? Ik ben... Introductie VMBO

Wie ben jij? Ik ben... Introductie VMBO VMBO onderbouw Introductie Wie jij bent is niet in één zin te beantwoorden. Of je man of vrouw bent. Uit welk land je komt. Wanneer je geboren bent. Welke dingen (muziek, kleding, sport etc.) je leuk vindt.

Nadere informatie

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner Hoe ben jij KNAP??? Je zou talent kunnen omschrijven als ergens heel goed in zijn. Elk mens heeft zo z n eigen talenten. Zelfs de grootste luilak die heeft namelijk een slaaptalent en een lui op de bank

Nadere informatie

VEILIG DE WERELD ROND EVALUATIEFORMULIER

VEILIG DE WERELD ROND EVALUATIEFORMULIER EILIG DE WERELD ROND ELUTIEFORMULIER NM N DE LEERLING: Thema eilig de ctiviteiten Evalueren van attitudes, vaardigheden en kennis -- Observaties - opmerkingen - datum 1. De tijd Hoek: Hoe lang nog? Hoekopdrachten

Nadere informatie

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden Erfgoedonderwijs 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren 4. Erfgoed in de klas voorbeelden ERFGOED DOEN! Wat is erfgoed? Wat is erfgoed? Definitie Materiële

Nadere informatie

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek Groep 7 & 8 Team van maximaal 4 leerlingen Leerling materiaal TECHNIEK TOERNOOI hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek Verdeel de rollen Je werkt in een groepje van vier leerlingen. Iedereen in je groepje

Nadere informatie

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Aansluiting op het actuele curriculum (2014) Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren Inhoud 1. Inleiding 2. Zeg geen Uhm 3. De emotionele bus 4. Boos op een mandarijntje 5. Levend memory Lichaamstaal 1. Inleiding In een debat is het geven

Nadere informatie

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4)

DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4) Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen DEEL 2: Leerdoelenoverzicht (groep 3-4) Deze uitgave maakt onderdeel uit van het product Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen. Dit product

Nadere informatie

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4 NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4 1 HANDLEIDING LESSUGGESTIES MONDRIAAN TOT DUTCH KLEURENPALET De leerlingen kunnen de

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië) lesbrief JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië) bovenbouw (groep 5 t/m 8) www.stiltefestival.com E info@destilte.nl afdeling educatie Nieuwe Huizen 41 4811 TL Breda +31 (0)76-515 49 84 afdeling techniek

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Een goede vangst! Een goede vangst 2014 - http://omwb.braintrigger.nl

Een goede vangst! Een goede vangst 2014 - http://omwb.braintrigger.nl Een goede vangst! Om fijn te leven maak je veel gebruik van energie. Bijvoorbeeld om eten te koken, of om te spelen met een spelcomputer. Maar ook om het huis te verwarmen of jezelf te vervoeren. Voor

Nadere informatie

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 5 Ik hoef niet aangespoord te worden om mijn taken te maken. Niemand hoeft mij te zeggen

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden.

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden. De lamp Copyright Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden. De lamp Met lampen is het als met schoenen; ze zijn vanzelfsprekend en je ziet ze overal. Pas als de stroom een keer uitvalt, merk

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein Introductielessen Primair Onderwijs 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein - De leerlingen worden met kunst geconfronteerd - De leerlingen ontdekken dat kunst niet altijd in een museum staat

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum. 2 INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het museum. In dit werkboekje

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag Instructieblad Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag Onderzoeken is leuk omdat je wat over jezelf leert: wat je kunt en hoe creatief je bent. Ook leer je over je omgeving en de wereld.

Nadere informatie

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan OVSG Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po. Vincent-stripverhaal Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs Vincent-stripverhaal Een opdracht voor groep 5 of 6 gericht op inleven en maken. Leerlingen maken samen een stripverhaal, gebaseerd

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK 1 Leerdoelen verhelderen 1A Hoe ziet de vaardigheid eruit? Neem een vaardigheid die in komende project of les belangrijk gaat zijn. Schrijf de vaardigheid op een groot vel en verdeel de rest van het vel

Nadere informatie

Ook een beetje uitgekeken op al;jd weer dezelfde standvloer? Picture via flickr.com by Michael Coghlan

Ook een beetje uitgekeken op al;jd weer dezelfde standvloer? Picture via flickr.com by Michael Coghlan Ook een beetje uitgekeken op al;jd weer dezelfde standvloer? Picture via flickr.com by Michael Coghlan Hoe zou het zijn als we samen bouwen aan een levendige playground waar mensen iets kunnen beleven?

Nadere informatie

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV H4 ~ periode B Toegepaste vormgeving Autonome kunst Inleiding INLEIDING In de eerste periode ben je vooral bezig geweest met het onderzoeken van vormen, materialen

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Examentraining klas 4 mavo

Examentraining klas 4 mavo Examentraining klas 4 mavo Historische vaardigheden Maken van een examen 100 minuten Bespreken examen Overige vragen m.socrative.com Room number: 65459 Vul je naam in Maak de quiz - Historische personen

Nadere informatie

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik Dit ben ik Op DOK12 verwerf ik kennis, vaardigheden en ontwikkel ik mij als persoon. Ik krijg ruimte om mijzelf goed te leren kennen, te zijn wie ik ben en mijn talenten te ontwikkelen. Ook leer ik oog

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek

Thema 2 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Aline de Vries 12 November 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67609 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO Sta in je recht Lessen over (kinder)rechten voor Speed-date Wij hebben een rechtsysteem waar iedereen zich aan moet houden. Maar welke rechten zijn dat dan? Welke ken je en welke rechten lijken jou vanzelfsprekend?

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam Museum. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie