Lessenpakket leerjaar Thema 3 : Landbouw

Transcriptie

1 Lessenpakket leerjaar Eindtermen De leerlingen: 1.4 kennen in hun omgeving twee verschillende biotopen en kunnen er enkele veel voorkomende organismen in herkennen en benoemen; 1.5 kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving; 1.6 kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende in orma ebronnen raadplegen. Planning per lesfase Lesdoelstellingen Inhoud Werkvorm en leerac viteiten Leermiddelen Timing Lln ontdekken dat aan landbouw doen in Togo niet hetzel de is als in België. Moeilijkheden die een landbouwer ondervindt in Togo. Verschil in landbouw tussen Togo en België. Klasgesprek aan de hand van bevraging en enkele oto s. Foto s van o.a. droogte rotsige bodem vraat door insecten veel manueel werk in Togo. 20 min Lln ontdekken dat er in Togo en in België veel andere landbouwgewassen, groenten en ruit gekweekt worden, maar dat er ook dezel de te vinden zijn. Verschil (o gelijkenissen) in landbouwgewassen, groenten en ruit in Togo en België. Memory-spel spelen waarbij lln de juiste gewassen /groenten / ruit bij het juiste land moeten plaatsen. 2 exemplaren v/h memory-spel 20 min Lln ontdekken dat de kinderen in Togo ook voordelen hebben. Voordelen van landbouw en klimaat in Togo. Elke leerling noteert 1 voordeel op een brie e. De brie es worden dan naar een andere groep doorgegeven o op het bord aangebracht. Kleine blaadjes 5 min L 1

2 2 Lesfase 1 Landbouw in Togo vergelijken met landbouw bij ons Aan de hand van een aantal foto s uit Togo, klasgesprek of je ditzelfde ook bij ons zou kunnen zien. De leerkracht toont een reeks oto s en laat de lln zel zoeken naar wat nu juist het andere is in Togo en hoe dat dan bij ons is. 1. Droogte van de bodem: hard om te bewerken, met veel sto en veel risico dat de planten dood gaan. In Noord-Togo is er een regenseizoen dat 6 maanden duurt, maar de volgende 6 maanden is er geen regen, terwijl de zon hard brandt. Zo n droge bodem kan je ook bij ons hebben in erg droge zomers. Maar dat is zeldzaam, zij hebben het elk jaar, maanden lang. 2. Rotsige bodem: niet logisch om daar iets in te planten; vóór ze kunnen planten moeten de rotsblokken verwijderd worden. Soms worden ze wel gebruikt als bescherming voor de planten. Vaak is de bodem in Togo rotsach g, wat moeilijk te bewerken is. De grond is snel uitgeput omdat er weinig meststoffen gebruikt worden (te duur). Maar ook omdat het organisch materiaal dat erin zit snel a gebroken wordt door de grote warmte en de regens. Soms heb je ook bij ons rotsige stukken, maar veel minder. Die bodem wordt dan niet bewerkt voor landbouw. Zij gebruiken elk stukje omdat ze het nodig hebben. 3. Planten aangetast door vraat: maïs en groenten met schimmel; pepers met gaatjes van insecten; boompje a gegeten door vee (poota druk ernaast). ok bij ons zijn er insecten o schimmels die de planten kunnen aantasten. ier worden vaak insec ciden gebruikt. In Togo is dat het geval bij industriële gewassen zoals katoen. Daar zijn insec ciden duur. ndere mogelijke oplossingen zijn: een a wisselende teelt, het naast elkaar ze en van bepaalde soorten planten o /en het gebruik van natuurlijke middelen zoals bv. tabakssap en as. Dat wordt zowel in Togo als in België gedaan en is beter voor het milieu en de gezondheid. In Togo moet al wie planten kweekt rekening houden met geiten en koeien, die vrij rond lopen en graag verse groenten o jonge boompjes knabbelen. 4. Manier waarop ze aan landbouw doen: aardappelen plaatsen één voor één; mest in een putje vlak bij elke maïsplant; alles met de hand en met de kapper; iedereen helpt. mdat ze niet machinaal werken gebeurt alles in groep. Dat zorgt voor veel plezier, maar is ook erg zwaar. Vaak moeten ook de kinderen helpen. lles gebeurt met de hand o met een kapper. Dat vraagt ook veel jd. ier wordt het meeste werk machinaal gedaan. Soms bv bij de pluk van ruit, wordt ook in groep gewerkt. Maar bij ons is de druk groter, dus is er weinig jd om plezier te maken. De leerlingen vullen nadien het werkblaadje in, zodat ze het belangrijkste kunnen onthouden. L 2

3 3 Lesfase 1 Foto s 1. L 3

4 4 Lesfase 1 Foto s 2. L 4

5 5 Lesfase 1 Foto s 3. L 5

6 6 Lesfase 1 Foto s 4. L 6

7 Werkblad 7 nr 1 N M: De landbouwers in Togo hebben het moeilijker dan de landbouwers in België. Dat hee heel wat oorzaken. 1 DR GTE oe komt het dat het in het noorden van Togo zo droog is? - Is het bij ons dan nooit erg droog? Waarom is dat dan niet zo n probleem? 2 R TSIGE B DEM Waarom maakt een rotsige bodem het moeilijk om groenten te zaaien o te planten? - Toch gebruiken de Togolezen soms de rotsen in hun groentetuinen. Waarvoor? Wat doet een landbouwer bij ons als er veel stenen liggen op een terrein? - L 7

8 Werkblad 8 nr1 N M: 3 PL NTEN NGET ST D R VR T Wat zijn de mogelijke oorzaken dat de planten helemaal o gedeeltelijk vernie gd worden, waardoor de landbouwer veel verlies hee? Gee 3 voorbeelden. - - nze landbouwers gebruiken insec ciden. Waarom doen de boeren in Togo dat (bijna ) niet? - 4 EEN NDERE M NIER M N L NDB UW TE D EN Schrap wat niet juist is. Een Togolese landbouwer gebruikt meestal een kleine tractor/ een kapper om zijn land te bewerken. B Een Vlaamse landbouwer werkt meestal alleen/ met velen samen op zijn veld. C Een Togolese landbouwer strooit de kunstmest met zijn hand over zijn land maïs/ strooit wat kunstmest in een putje dicht bij elke plant. D In Togo mogen kinderen niet meehelpen op het veld/ moeten kinderen meestal meehelpen op het veld. L 8