Energievisie Hoogheemraadschap van Delfland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Energievisie Hoogheemraadschap van Delfland"

Transcriptie

1 Energievisie Hoogheemraadschap van Delfland Het CQteam is het advies- en kenniscentrum van HVC September 2011

2

3 INHOUDSOPGAVE Samenvatting Inleiding Algemeen De energievisie Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten Klimaatbeleid en doelstellingen Waterschapsector Klimaat- en energiebeleid Delfland Energiegebruik Delfland Inleiding Afvalwaterzuivering en slibverwerking bij Delfland Watersysteembeheer bij Delfland Facilitair energieverbruik bij Delfland Huidig energiegebruik CO 2 emissie Duurzame energiebronnen Inleiding Zon Uitgangspunten voor de zonpotentieelschatting Zonpotentieel Delfland Ontsluiting van het zonpotentieel Wind Uitgangspunten voor de schatting van het windpotentieel Windpotentieel Delfland Kostprijsontwikkeling wind Biomassa Uitgangspunten voor de schatting van het biomassapotentieel Totaal potentieel biomassa Kostprijsontwikkeling en ontsluiting van biomassa Afvalwater

4 3.5.1 Uitgangspunten bepaling potentieel afvalwater Ontsluiting van het potentieel afvalwater Scenario s Inleiding Scenario energiegebruik Scenario s productie duurzame energie Scenario productie zonne-energie Wind scenario Biomassa scenario Scenario s afvalwater Totaal scenario productie duurzame energie Basis productie scenario Intensief productie scenario Verduurzaming en CO 2 -reductie Verduurzaming Ontwikkeling CO 2 -emissie Conclusies en aanbevelingen BIJLAGEN A. Energiegebruik Delfland B. CO 2 -emissie Delfland C. Basis en intensief scenario energiegebruik Delfland D. Locatiekaart plaatsingsvisie windenergie Nota Wervelender Provincie Zuid-Holland E. Toelichting afvalwaterscenario s F. Klimaatakkoord Unie en Rijk G. Uiteenzetting energietrends 4

5 Afkortingen en begrippen Afkortingen DE duurzame energie % ds percentage droge stof in slib GJ HHA kwp LT Giga-joule = 10 9 J. 1 GJ komt overeen met circa 278 kwh of met 31,6 m 3 aardgas huishoudelijk afval kilowatt-piek (zie ook Wp) lage temperatuur M mega = 10 6 MJA MW Nm 3 PV RO RWZI SDE SVI TJ Wp v.e. meerjarenafspraken energie-efficiency megawatt de hoeveelheid gas die, bij een temperatuur van nul graden Celsius en onder absolute druk van 1,01325 bar, een volume van één kubieke meter inneemt photo-voltaisch, opwekking van elektriciteit door middel van zonlicht ruimtelijke ordening rioolwaterzuiveringsinstallatie Stimulering Duurzame Energieproductie slibverbrandingsinstallatie tera-joule = J. 1 TJ komt overeen met circa kwh of met m 3 aardgas watt-piek, het piekvermogen dat door een installatie geleverd kan worden vervuilingseenheden Begrippen CO 2 -neutraal: een waterschap is CO 2 -neutraal als de hoeveelheid CO 2 die door het energiegebruik binnen een waterschap wordt geproduceerd, even groot is als de vermeden CO 2 -emissie door de met behulp van bronnen afkomstig van het waterschap opgewekte duurzame energie. Higher Heating Value (HHV): de warmte/energie die vrijkomt bij verbranding van een stof inclusief de condensatiewarmte van het water dat vrijkomt bij de verbranding. Energieneutraal: een waterschap is energieneutraal als het energiegebruik binnen een waterschap (uitgedrukt in TJ) volledig wordt gedekt door energie uit duurzame bronnen waar het waterschap over beschikt. Klimaatneutraal: een waterschap is klimaatneutraal als de totale hoeveelheid van alle binnen het waterschap vrijkomende broeikasgassen (naast CO 2 -emissies door energieproductie ook emissies van andere broeikasgassen), even groot is als de vermeden emissies o.a. door de binnen het waterschap opgewekte duurzame energie maar óók bijvoorbeeld CO 2 -opslag, etc. 5

6 Semi-zelfvoorzienend: een waterschap is semi-zelfvoorzienend als in de totale energiebehoefte (uitgedrukt in TJ) kan worden voorzien door productie uit duurzame bronnen afkomstig uit het waterschap zelf, waarbij de energiemix niet volledig wordt gedekt óf indien er door middel van import van duurzame energie of duurzame energiedragers in de energiebehoefte wordt voorzien. Zelfvoorzienend: een waterschap is zelfvoorzienend als in de totale energiebehoefte (inclusief de daarbij behorende energiemix) binnen een waterschap wordt voorzien door opwekking met behulp van bronnen afkomstig uit het eigen waterschap. 6

7 Samenvatting In deze energievisie zijn de mogelijkheden voor duurzame energie en energiebesparing in de bedrijfsvoering van het Hoogheemraadschap van Delfland in kaart gebracht. Hiervoor zijn het huidige energiegebruik en de verwachte toekomstige ontwikkelingen van het gebruik inzichtelijk gemaakt en zijn de duurzame energiebronnen en de mogelijkheid deze bronnen te gebruiken voor energetische toepassing gekwantificeerd. Daarmee dient het als fundament en onderbouwing van het (te formuleren) energiebeleid en in vulling van de doelstellingen van Delfland. Op basis van gegevens uit 2010 is het totale energiegebruik van Delfland ongeveer 373 TeraJoule per jaar (TJ/jaar= J/jaar). De verdeling over de bedrijfsprocessen is als volgt: * rioolgemalen 9% * afvalwaterzuiveringen 69% * slibverbranding 7% * transport en werktuigen 5% * polder- en boezemgemalen 7% * facilitair bedrijf 4% Op basis van dit energiegebruik is de totale uitstoot van CO 2 geschat op 43 kton per jaar indien alle energie van fossiele afkomst is. Door de eigen productie van elektriciteit en warmte wordt ongeveer 15 kton CO2-uitstoot voorkomen. Voor de verduurzaming van het energiegebruik zijn de mogelijkheden voor energiewinning uit afvalwater, wind, zon en biomassa (en warmte uit een warmtenet) beschouwd. In totaal is het praktisch potentieel aan duurzame energie bij Delfland ongeveer 893 TJ/jaar. De potentiële duurzame energieproductie per bron bedraagt: * Zon TJ/jaar * Wind 300 TJ/jaar (waarvan 120 TJ/jaar kansrijk) * Biomassa 22 TJ/jaar * Afvalwater max. 481 TJ/jaar Het resultaat van de verwachte toekomstige ontwikkelingen van het energiegebruik en de toepassing van duurzame energiebronnen schetst 2 scenario s: een basisscenario (met een variant basisplus) en een intensief scenario. In het basisscenario worden de afgesproken doelstellingen uit het klimaatakkoord Unie en Rijk op het gebied van energiebesparing meegenomen. In 2050 wordt een totale besparing van ongeveer 25% van het energiegebruik in 2010 mogelijk geacht. Bij de grootste energiegebruikers, het zuiveringsproces en de slibvergisting, zal de grootste besparing moeten plaatsvinden. De 2% besparing per jaar tot 2020 uit het klimaatakkoord wordt echter niet mogelijk geacht daar de installaties redelijk modern zijn. Vernieuwing van de slibverbranding, het elektrisch rijden en de betere energieprestatie van gebouwen hebben echter een aanzienlijk besparingspotentieel. Ten aanzien van de productie van duurzame energie wordt in dit scenario gebruik gemaakt van zonneenergie en energie uit biomassastromen. Tevens is hierbij het aandeel van Delfland uit de productie van wind op zee uit de twee windparken die in HVC-verband worden gerealiseerd in beeld gebracht. Voor de ontsluiting van zonne-energie wordt ervan uitgegaan, dat gelet op de kostprijs van bestaande PV-systemen, deze pas vanaf 2020 een rol van betekenis gaat vervullen. 7

8 Voor de verschillende biomassastromen is ervan uitgegaan dat deze vanaf 2015 worden gebundeld en ontsloten en afhankelijk van de soort biomassa naar een verwerkingsinstallatie worden afgevoerd met energieterugwinning (gas/en/of elektriciteit). Met betrekking tot het afvalwater wordt in het basis scenario ervan uitgegaan dat het biogas uit de vergisting op locatie wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit en warmte middels een WKK en dat de slibverbrandingsinstallatie in 2025 wordt vervangen door een nieuwe, energie-efficiëntere, verbrandingsinstallatie. In een variant op het basisscenario, het basisplus scenario, zet Delfland zich actief in voor de ontsluiting van windenergie op eigen locaties. Met betrekking tot wind (op land) zijn er verschillende kansrijke locaties voor Delfland in verband met de ligging in of in het verlengde van een wens- of zoeklocatie voor wind uit de provinciale nota Wervelender. Vanaf 2015 zijn in deze variant 2 windturbines gerealiseerd en vanaf 2035 een 4-tal op de meest kansrijke locaties, d.w.z. op RWZI Groote Lucht en RWZI Nieuwe Waterweg. De duurzame energieproductie uit zon, biomassa en afvalwater is in deze variant gelijk aan het basisscenario. De duurzame energieproductie neemt in het basisscenario toe van 137 TJ/jaar in 2010 naar 254 TJ/jaar in In het basisplus scenario komt hier door realisering van windturbines een hoeveelheid duurzame energie bij oplopend tot 120 TJ/jaar en komt de totale duurzame energieproductie in 2050 op circa 374 TJ/jaar. Ontwikkeling energiegebruik en duurzame energieproductie Delfland TJ/jaar Wind op land (intensief) Afvalwater (intensief) Wind op land (basisplus) Afvalwater (basis) Biomassa (basis) Wind: aandeel wind op zee (basis) Zon (basis) Energiegebruik Het intensieve scenario gaat uit van aansluiting op een warmtenet van de RWZI s Harnaschpolder (vanaf 2020) en Houtrust (vanaf 2035) waardoor groengas kan worden geleverd. De Groote Lucht en de Nieuwe Waterweg blijven het biogas gebruiken voor de productie van warmte en elektriciteit. Het intensieve scenario gaat uit van een gelijke ontsluiting van zonne-energie en energie uit de biomassastromen als bij het basisscenario. Met betrekking tot wind spant Delfland zich in dit scenario in voor de realisering van nog 3 windturbines extra. De productie van duurzame energie neemt in dit scenario toe van circa 137 TJ/jaar in 2010 tot circa 519 TJ/jaar in Op basis van deze inzichten kan geconcludeerd worden dat er goede mogelijkheden zijn voor Delfland om te verduurzamen en om energieneutraal te worden. In het basisscenario is Delfland nog niet 8

9 energieneutraal in In geval van het basisplus scenario kan Delfland omstreeks 2032 net zoveel duurzame energie produceren als dat er aan energie wordt gebruikt. Bij een intensief scenario is er al eerder een evenwicht tussen het energiegebruik en de duurzame energieproductie uit eigen bronnen. Delfland kan dan al omstreeks 2025 een energieneutraal waterschap zijn. De CO 2 -emissie ontwikkelt zich bij de 3 scenario s conform de volgende figuur. De netto CO 2 -emissie is de CO 2 -emissie veroorzaakt door het energiegebruik minus de bespaarde CO 2 -emissie door de opwekking van duurzame energie uit eigen bronnen CO 2-emissie Delfland ton/jaar netto CO2-emissie basisscenario Totaal CO2-emissie energiegebruik netto CO2-emissie intensief scenario netto CO2-emissie basisplusscenario In het basisplus scenario is Delfland omstreeks 2030 CO 2 -neutraal en in het intensieve scenario wordt dat punt al in 2025 bereikt. 9

10 10

11 1 Inleiding 1.1 Algemeen De waterschappen en gemeenten hebben mede in het kader van het klimaatconvenant met het Rijk, ambitieuze doelstellingen geformuleerd rond milieu en klimaat. In dat kader heeft HVC de afgelopen 2 jaar het product Energievisie ontwikkeld. De energievisie brengt voor de gemeente of waterschap overzichtelijk in kaart wat de mogelijkheden voor de productie van duurzame energie en energiebesparing zijn binnen zijn grenzen. HVC HVC is een nutsbedrijf met 53 gemeenten en 5 waterschappen als aandeelhouder. De opdracht van HVC is om de deelnemende overheden te helpen met het realiseren van hun doelstellingen op het gebied van energie en klimaat en afval- en grondstoffen. Er wordt gekozen voor oplossingen met een zo hoog mogelijk milieurendement tegen verantwoorde kosten, waarbij financiële opbrengsten terugvloeien naar de maatschappij. HVC richt zich op de lokaal beschikbare bronnen en aanvullend op bronnen buiten ons verzorgingsgebied. Voor de gezamenlijke doelstelling van het realiseren van 20% verduurzaming van het energiegebruik in 2020 wil HVC het duurzaamheidvehikel voor de aandeelhouders zijn. De aandeelhouders hebben HVC gevraagd om per gemeente/waterschap een energievisie op te stellen en te adviseren over de beste oplossingen voor het verzorgingsgebied. Daarnaast realiseert en beheert HVC ook duurzame energieprojecten zoals de Bio-Energie Centrale in Alkmaar, de warmte-koude opslag (WKO) in Dordrecht en de levering van warmte aan woningen en bedrijven door de aanleg van warmtenetten. Ook is door de aandeelhouders besloten om via HVC te participeren in twee off-shore windparken. Daarnaast heeft HVC in samenwerking met Waternet, AEB en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een slibstrategiestudie uitgevoerd. Hierin zijn de technologische ontwikkelingen in de slibketen uiteengezet en is vanuit energetisch oogpunt en technische haalbaarheid de ideale slibketen beschreven. Hierbij is geconstateerd dat er nog vele onzekerheden zijn wat betreft technologie in de toekomst. 1.2 De energievisie De energievisie biedt de kapstok om doelstellingen te formuleren, te toetsen en om keuzes voor energiebesparing en verduurzaming van het energiegebruik te maken. Voor een groot deel van de gemeenten en waterschappen, die deelnemen in HVC, is inmiddels een energievisie opgesteld. 11

12 De energievisie geeft inzicht in de mogelijkheid tot verduurzaming van de energievraag op basis van eigen bronnen. Hiervoor zijn het huidige energiegebruik en de verwachte toekomstige ontwikkelingen van het gebruik inzichtelijk gemaakt. Dit geeft inzicht in de uitdaging van de eigen productie van duurzame energie. De duurzame energiebronnen en de mogelijkheid deze bronnen te gebruiken voor energetische toepassing zijn gekwantificeerd. Daarmee dient het als fundament en onderbouwing van het (te formuleren) energiebeleid en invulling van de doelstellingen van een waterschap of gemeente. De energievisie voor het waterschap is geen studie naar de optimale afvalwaterverwerkingsketen. Voor afvalwater zijn twee voorbeeldscenario s uitgewerkt. Deze voorbeelden geven aan hoeveel energie er met bestaande techniek gewonnen kan worden. Dit dient geïnterpreteerd te worden als indicatieve vergelijking met de andere bronnen en vergelijking met het gebruik in de keten. HVC is betrokken bij een slibstrategiestudie, die dieper ingaat op de technisch en energetische optimalisatie van de slibketen en de onzekerheden hierin Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten De energievisie is gebaseerd op het kwantitatief vaststellen van de energiebalans van Delfland, inclusief de taken die zij heeft uitbesteed aan Delfluent. zie figuur 1. Met de waterschapsgrenzen als systeemgrens worden zowel het energiegebruik als mogelijkheden voor duurzame opwekking op integrale wijze benaderd. Zon ENERGIEBRONNEN Biomassa EXPORT BRONNEN Wind Aardwarmte IMPORT BRONNEN Energiesysteem IMPORT PRODUCTEN Elektriciteit ENERGIEPRODUCTEN Aardgas Transport brandstoffen Stoom / Warmte EXPORT PRODUCTEN WATERSCHAP Figuur 1: Schematische weergave duurzaamheidmodel voor energie De opgave van verduurzaming is dat een energiesysteem wordt ontwikkeld waarmee op basis van eigen bronnen kan worden voorzien in het eigen gebruik van energie op basis van de energiemix 1 van het waterschap. Wanneer de energiemix volledig uit eigen bronnen kan worden geproduceerd is het energiegebruik van het waterschap niet alleen volledig verduurzaamd, maar ook volledig zelfvoorzienend. 1 Onder energiemix wordt verstaan de onderlinge verhouding tussen de diverse energiedragers (transportbrandstoffen, aardgas, elektriciteit en warmte). 12

13 Wanneer de energiemix niet volledig uit eigen bronnen geproduceerd kan worden is import van energie (in de vorm van grondstoffen en/of producten) noodzakelijk. Bij een overschot van duurzame energieproductie geldt dat het waterschap kan exporteren. Voor het bepalen van het potentieel van de duurzame energiebronnen zijn de door het hoogheemraadschap beheerde terreinen beschouwd voor de mogelijkheden van zonne- en windenergie, en biomassa oogst. Middels energiesystemen/installaties kunnen energieproducten geproduceerd worden. Windmolens, zonnepanelen, vergistingsinstallaties, verbrandingsinstallaties en vele andere afvalwaterspecifieke technieken kunnen onderdeel zijn van het energiesysteem van het waterschap. Wat betreft het afvalwater beperkt de energievisie zich tot enkele bestaande technieken. Voor het vaststellen van het (finale)energiegebruik zijn de bedrijfsprocessen en faciliteiten beschouwd en daarnaast het gebruik voor het transport van afval, hulpstoffen en medewerkers. Daarnaast is op basis van het warmtegebruik en de plannen voor warmtenetten in de regio is ook de mogelijk voor de afname van geothermie gekeken. Een waterschap is energieneutraal als het energiegebruik binnen een waterschap (uitgedrukt in TJ) volledig wordt geleverd door energie uit eigen duurzame bronnen. Dit betekent trouwens niet dat de energie volledig binnen de eigen grenzen, met eigen installaties moet worden opgewekt. Vooral voor biomassa is het vanwege de economie (benodigde schaalgrootte) of benutting van restwarmte vaak noodzakelijk om biomassa te bundelen en wordt de locatiekeuze bepaald door de mogelijkheden waar de verwerking het meest optimaal kan plaats vinden. Echter, de bijbehorende duurzaamheidcredits worden verdeeld op basis van de grondstoffeninbreng. In deze energievisie wordt het waterschap CO 2 neutraal beschouwd indien het energiegebruik, verondersteld dat dit fossiel geproduceerd is, evenveel CO 2 uitstoot met zich meebrengt als de duurzame energieproducten uit eigen bronnen besparen. De mogelijkheden voor CO 2 -opslag en CO 2 - compensatie worden in deze studie niet meegenomen. Stel het waterschap gebruikt 10 kwh. Wanneer dit met behulp van fossiele energie wordt opgewekt op de huidige manier in Nederland (60% gas, 40% kolen) levert dit een CO 2 -uitstoot op van 4,8 kg CO 2. Door een windmolen te plaatsen die 10 kwh oplevert wordt de uitstoot van het gebruik gecompenseerd. Een andere compensatiemethode is om biogas te produceren, dit verdrijft het aardgas gebruik en compenseert op deze wijze CO 2 uitstoot. In deze visie wordt niet ingegaan op het zelfvoorzienende waterschap. Zelfvoorzienend wil zeggen dat het gebruik op energieproductniveau door eigen bronnen kan worden ingevuld. Dus ook bijvoorbeeld het zelf produceren van de benodigde transportbrandstoffen voor de voertuigen. 1.3 Klimaatbeleid en doelstellingen Waterschapsector Diverse sectoren hebben met het Rijk een Klimaatakkoord gesloten. Zo ook de waterschapssector. Hierbinnen vallen ook de Meer-Jaren-Afspraken (MJA-3). De klimaatakkoorden zijn op de doelstellingen van het vorig kabinet geschoeid, in het algemeen 20% besparing, 20% verduurzaming, 30% minder CO 2 (in 2020).Het huidige kabinet heeft nieuwe doelstellingen geformuleerd, deze zijn minder ambitieus. 13

14 Zij wil zich houden aan Europese afspraken, wat wil zeggen dat Nederland in % van het energiegebruik duurzaam moet produceren. Wat betreft energiebesparing zijn er geen Europese afspraken gemaakt. Echter, de afspraken uit het Klimaatakkoord dienen voor veel partijen nog als uitgangspunt, ook voor de waterschappen. Op 12 april 2010 hebben de Unie van Waterschappen en het Rijk samen een Klimaatakkoord afgesloten, het Klimaatakkoord Unie Rijk Hierin zijn de klimaatambities en activiteiten van de waterschapssector voor de komende jaren vastgelegd. In dit akkoord hebben de waterschappen hun sectorbrede doelstellingen en ambities ten aanzien van klimaat en duurzaamheid vastgelegd. Zie ook bijlage F. In het Akkoord staat dat de waterschappen hun bijdrage aan energiebesparing en de realisatie van duurzame energie leveren door: de MJA afspraken voor de afvalwaterzuivering te verbreden tot alle waterschapsactiviteiten; door zuinig met energie om te gaan en energiebesparende maatregelen te treffen streeft de waterschapssector naar een verbetering van de energie-efficiency tussen van minimaal 30% (2% per jaar) conform afspraken van 1 juli 2008; als waterschapssector zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzame energiebronnen en duurzaamheid mee te nemen in de afweging van maatregelen. De waterschappen hebben de ambitie om in 2020 een aandeel duurzame energie door eigen opwekking te realiseren van 40% van de energiebehoefte; voor de lange termijn (2050) te streven naar een energieneutrale waterschapssector; ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen hebben de waterschappen als doelstelling een reductie van 30% in de periode Ten aanzien van de gebouwde omgeving wordt bij eigen bouwprojecten gestreefd naar het beperken van het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen en rekening gehouden met de toenemende behoefte aan koeling door de klimaatverandering. Verder wordt gestreefd naar een klimaatneutrale huisvesting en wordt gestreefd naar het verduurzamen van mobiliteit en transport Klimaat- en energiebeleid Delfland Delfland heeft in 2010 de notitie Duurzaam Delfland, Voor nu en de toekomst (28 oktober 2010) vastgesteld. Dit geeft het beleidskader voor verduurzaming van de kerntaken van Delfland in periode parallel aan het Waterbeheerplan De focus van het duurzaamheidbeleid van Delfland ligt op verdere verduurzaming van de kerntaken: Delfland gaat geen andere dingen doen, maar de dingen anders doen. Nieuwe initiatieven worden alleen opgepakt als die bijdragen aan verduurzaming en verbetering van de efficiëntie. Ook zal de duurzaamheid verder worden ingebed in de reguliere werkzaamheden, inclusief de planning en control. Ten aanzien van energiebesparing heeft Delfland in het kader van MJA3 een Energie Efficiency Plan (EEP) voor de 4 zuiveringen opgezet. Het huidige EEP loopt van 2009 tot en met Sinds 2008 koopt Delfland groene stroom in voor al het elektriciteitsgebruik. De ingekochte stroom is opgewekt door middel van waterkracht. Delfland wekt zelf duurzame energie op in de vorm van biogas in de afvalwaterzuivering. Delfland heeft een deel van de zuiveringstaken uitbesteed aan Delfluent. 14

15 Delfluent beheert de RWZI s Harnaschpolder en Houtrust, inclusief de rioolgemalen. Zij kopen zelf stroom in. Tot op heden is dit geen groene stroom. Delfland heeft verder verschillende projecten op het gebied van duurzame energie onderhanden al dan niet in samenwerking met andere partijen. Bijvoorbeeld het voornemen om op het terrein van RWZI De Groote Lucht een 2-tal windturbines te realiseren, onderzoek naar het verwerken van biomassa uit beheer- en onderhoud tot een nuttig productie en de haalbaarheid van het benutten van reststromen voor biogasproductie op de RWZI Houtrust. Ook loopt er een project de levering van restwarmte uit effluent. Delfland wil gezien de beperkte financiële ruimte zowel kritisch als creatief kijken naar de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van de Unie van Waterschappen. 15

16 16

17 2 Energiegebruik Delfland 2.1 Inleiding Delfland is verantwoordelijk voor het beheer van het watersysteem, waterkeringen en zuivering van het rioolwater uit het gemeentelijk rioolstelsel. Het gebied waarbinnen Delfland zijn taken uitoefent wordt begrensd door de Noordzee, de Nieuwe Waterweg en de lijn Berkel en Rodenrijs, Zoetermeer en Wassenaar. Het gebied beslaat in totaal hectare en omvat 1,4 miljoen inwoners en bedrijven. Figuur 2: Beheersgebied Waterschap Rivierenland Figuur 2: Verzorgingsgebied Delfland Delfland is verantwoordelijk voor 700 km waterkeringen. In het verzorgingsgebied van Delfland staan circa 150 gemalen, 19 sluizen en 1900 stuwen (waarvan 900 in eigendom van Delfland). Delfland zuivert jaarlijks 150 miljoen m³ afvalwater. Vanaf overnamepunten transporteert Delfland het afvalwater door 32 rioolgemalen en circa 160 km persleiding naar een van de 4 RWZI s. Deze RWZI s zijn: Nieuwe Waterweg (Hoek van Holland); De Groote Lucht (Vlaardingen); Harnaschpolder (Schipluiden) en Houtrust (Den Haag). Alvorens op het energiegebruik in te gaan wordt in paragraaf 2.2 t/m 2.4 eerst een beschrijving gegeven van de energieverbruikende processen bij Delfland. Van deze taken is in dit hoofdstuk het huidige energiegebruik van Delfland uiteengezet. Tevens is het gebruik vertaald naar de CO 2 -emissie. 17

18 2.2 Afvalwaterzuivering en slibverwerking bij Delfland Afvalwater geproduceerd door huishoudens en industrie wordt in veel gevallen samen met het regenwater afgevoerd via de gemeentelijke riolering. Het door de gemeenten verzamelde afvalwater wordt door het waterschap afgenomen. Het afgenomen afvalwater wordt hiertoe door het waterschap via rioolgemalen verpompt naar een RWZI. De RWZI bestaat uit een waterlijn waarin het afvalwater door middel van een biologisch proces wordt gezuiverd. Het gezuiverde water wordt geloosd op oppervlakte water. Bij de zuivering van afvalwater ontstaat slib, welke het gevolg is van de groei van bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de zuivering van afvalwater. Uit het geproduceerde slib wordt energie gewonnen door middel van slibgisting. Bij slibgisting wordt biogas gevormd wat voor ongeveer 60% uit methaan bestaat. Dit methaan kan worden omgezet in elektriciteit, warmte of worden opgewerkt tot aardgas. Veel van de geproduceerde elektriciteit en warmte wordt binnen de inrichtingen gebruikt maar kan ook aan derden worden aangeboden. Het geproduceerde slib wordt na gisting afgevoerd naar de slibverbrandingsinstallatie (SVI) in Dordrecht. Bepaalde processen kosten minder energie door gebruik van chemicaliën. Een schatting van de energie die de verschillende gebruikte chemicaliën vertegenwoordigen valt buiten deze energievisie. Het energieverbruik in dit afvalwaterproces van Delfland bestaat zodoende uit: Transport van afvalwater naar de zuivering (rioolgemalen) De zuivering van het afvalwater (beluchten, verpompen, mixen, stikstofverwijdering, etc.) De slibbehandeling: ontwateren, vergisten, transport en verbranding. Af- en aanvoer van chemicaliën, hulpstoffen en verbrandingsas. Delfland heeft een deel van de bouw en het beheer en onderhoud van het transportsysteem en de rioolwaterzuiveringen uitbesteed via een Publiek Private Samenwerking (PPS) met Delfluent. Het gaat dan specifiek om de Haagse Regio, het noordelijke deel van het verzorgingsgebied van Delfland. Het energieverbruik van de het transportsysteem en de zuiveringsinstallaties van Delfluent worden in deze energievisie meegenomen. 2.3 Watersysteembeheer bij Delfland Het beheer van het watersysteem van Delfland bestaat uit de peilhandhaving in de polders en de boezem en daarnaast uit het onderhoud van het watersysteem inclusief de waterkeringen. Ten behoeve van de peilhandhaving wordt water verpompt, vrijwel volledig met elektrisch aangedreven pompen. Het water wordt in natte perioden uitgemalen naar de boezem en het Rijkswater. In droge perioden wordt er water ingenomen vanuit het Brielse Meer en de boezem van het buurtwaterschap Rijnland. Het onderhoud van het watersysteem bestaat uit het baggeren, krozen en zuiveren van het oppervlaktewater en het maaien van watergangen en waterkeringen. 18

19 2.4 Facilitair energieverbruik bij Delfland Naast het verbruik van energie voor de bedrijfsprocessen van Delfland is er ook energieverbruik wat kan worden toegerekend aan het facilitaire bedrijf: gebouwen en personenvervoer. Het energieverbruik van de gebouwen bestaat uit de verwarming en ventilatie/koeling en de energie ten behoeve van verlichting, computers, servers, etc. Bij het transport van het personeel is onderscheid gemaakt in het woon-werkverkeer, de dienstreizen met de eigen auto en het gebruik van het eigen wagenpark van Delfland. Bij dit facilitair energieverbruik is uitgegaan van de gebouwen van Delfland en het personeel dat in dienst is van Delfland, er zijn dus geen gegevens meegenomen van uitbestedingen zoals bij Delfluent. Het energieverbruik van de gebouwen is afgeleid op basis van het jaarlijks geregistreerde verbruik. Het energieverbruik van het eigen wagenpark is afgeleid uit de geregistreerde kilometers en het geschatte verbruik per kilometer. Het energieverbruik voor de dienstreizen met de eigen auto en het woon-werk verkeer is geschat om volledig te zijn en een eerste inschatting te hebben van de omvang. De in dit rapport gepresenteerde getallen mogen gezien de gebruikte gegevens en aannames niet worden gezien als een nulmeting. Het energieverbruik is afgeleid op basis van de financiële gegevens uit de jaarrekening (2009 en 2010) en de gehanteerde kilometervergoeding; in het geval van woonwerkverkeer is ook het aandeel openbaar vervoer geschat, omdat dit niet wordt geregistreerd. 2.5 Huidig energiegebruik In figuur 3 is het energiegebruik van Delfland weergegeven per activiteit. Het totale energiegebruik is ongeveer 373 TJ/jaar. Het betreft het netto finale energiegebruik. Dat wil zeggen dat de elektriciteit en warmte uit de eigen WKK is opgenomen in het overzicht, en niet het biogas en aardgas dat in de WKK is verstookt. Energiegebruik Delfland GJ/jaar Rioolgemalen RWZI: Beluchting RWZI: Ontwateren RWZI: Vergisting RWZI: Overig Slibverbranding Transport & werktuigen Polder- en boezemgemalen Gebouwen/ bedrijfsmiddelen Benzine methanol Diesel Warmte Aardgas Elektriciteit Figuur 3: Energiegebruik Delfland 19

20 Onder Overig RWZI valt onder meer het gebruik van effluentpompen, vijzels, voorstuwers / mixers, gascompressors, bandindikker, slibontwatering, stikstof verwijdering (gebruik methanol), de gaswasser en overig (waaronder trafoverlies). Samen zijn deze gebruikers goed voor ruim 120 TJ/jaar elektriciteit. Daarnaast wordt er gas verstookt voor verwarming van gebouwen, ongeveer 9 TJ/jaar. Het energiegebruik van de rioolgemalen, beluchting, ontwatering, RWZI overig, watersysteem en gebouwen zijn opgegeven door Delfland. Voor de slibverbranding zijn gegevens van HVC gebruikt. Het warmtegebruik voor de vergisting, 60 TJ/jaar, is gebaseerd op de opgegeven hoeveelheid slib en een opwarming van gemiddeld 20 C. Voor transport en werktuigen is een inventarisatie gemaakt. Vanwege de specifieke aandacht voor het thema duurzame mobiliteit/transport in het Klimaatakkoord van de waterschappen is in figuur 4 het energiegebruik van het wegtransport en de vaar- en werktuigen nader gespecificeerd naar activiteit. Wegtransport, vaar- en werktuigen Delfland Benzine Diesel GJ/jaar Baggertransport Baggeren beheer watergangen (krozen en zuiveren) beheer kaden Slibtransport Aanvoer chemicalien Afvoer roostergoed Aanvoer chemicalien voor verbranding Vliegas verbranding Wagenpark Woonwerkverkeer Zakelijk met prive auto Figuur 4: Energiegebruik transport en werktuigen Delfland Het aandeel diesel en benzine in het geval van het wagenpark is gebaseerd op opgaven van het aantal gereden kilometers en een landelijk gemiddeld gebruik van benzine en dieselauto s. De inschatting voor het woon-werkverkeer en zakelijke dienstreizen met de privé-auto zijn gebaseerd uitgekeerde vergoedingen. Het geeft een indicatie hoe deze post zich verhoudt tot andere. Uit de resultaten blijkt dat zeker woon-werkverkeer een belangrijke bijdrage heeft aan het energieverbruik voor transport bij Delfland. 20

21 2.6 CO 2 emissie Op basis van het energiegebruik binnen Delfland is een berekening van de CO 2- emissie gemaakt gerelateerd aan het energiegebruik indien de energie op basis van fossiele bronnen wordt opgewekt. Hierbij is dus geen rekening gehouden met het inkopen van groene elektriciteit of met het zelf opgewekte deel elektriciteit uit biogas. Andere broeikasgasemissies, zoals die uit het biologisch proces, zijn geen onderdeel van de hier berekende CO 2- emissie. Deze schatting van de CO 2- emissie dient als referentie om te kunnen zien welk effect een maatregel heeft. De doelstelling is uiteindelijk om CO 2 emissie te vermijden en van inkoop van groene energie over te gaan naar het zelf opwekken van groene energie. De totale uitstoot van CO 2 is geschat op 43 kton per jaar indien alle energie van fossiele afkomst is. Het gebruik van elektriciteit is de belangrijkste bron van CO 2 -uitstoot (87%, 37 kton/jaar). Warmte heeft een aandeel van 8% van de totale CO 2 -emissie (3 kton/jaar) indien fossiel opgewekt. CO 2 -emissie energiegebruik Delfland in ton/jaar Benzine; 521 Diesel; 800 Warmte; Aardgas; 915 methanol; 72 Elektriciteit Aardgas Warmte Diesel Benzine methanol Elektriciteit; Figuur 5: Energiegebruik gerelateerde CO 2 -emissie in ton per jaar per product, verondersteld dat alle energie van fossiele herkomst is. Door de eigen productie van elektriciteit en warmte wordt ongeveer 14 kton CO 2 uitstoot voorkomen. De werkelijke uitstoot van CO 2 door het energieverbruik van Delfland is dus 29 kton CO 2 per jaar. Opgemerkt dient te worden dat er daarnaast ook nog uitstoot plaatsvindt van broeikasgassen vanuit het bacteriële zuiveringsproces. Dit is nog niet goed te kwantificeren, de STOWA is bezig met een onderzoek. In de volgende figuur is de uitstoot naar activiteit opgenomen. 21

22 Percentage CO 2 -emissie per activiteit Delfland Polder- en boezemgemalen 7% Gebouwen/ bedrijfsmiddelen 3% Rioolgemalen 11% Transport & werktuigen 3% Slibverbranding 7% RWZI: Beluchting 19% RWZI: Ontwateren 2% RWZI: Overig 40% RWZI: Vergisting 8% Figuur 6: Energiegebruik gerelateerde CO 2 -emissie in percentage per activiteit, verondersteld dat de energie van fossiele afkomst is. 22

23 3 Duurzame energiebronnen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het bronpotentieel van de duurzame energiebronnen zon, wind, biomassa en afvalwater behandeld. Na een beschrijving van de algemene uitgangspunten voor het schatten van het praktisch bronpotentieel wordt het bronpotentieel voor Delfland bepaald. Vervolgens wordt ingegaan op de ontsluiting van de bronnen. 3.2 Zon Uitgangspunten voor de zonpotentieelschatting Het praktisch bronpotentieel voor zon wordt bepaald door de beschikbare oppervlakten op daken van RWZI s en gemalen, de oppervlakte van beluchtingsruimten en voor- en nabezinktanks ( tanks of bassins ) bij de RWZI s en het oppervlakte open terrein bij RWZI s. Open terrein is terrein dat nu niet gebruikt wordt voor de waterzuivering en zodoende ruimte biedt voor een zonneweide. De inschatting is gedaan op basis van plattegronden van de RWZI s. Voor inschatting van het potentieel is ervan uitgegaan dat het oppervlakte van de Photo-Voltaische (PV) panelen 40% is van het beschikbaar oppervlak. Anno 2010 zijn systemen gangbaar met een vermogen van 140 Wp per vierkante meter. Per jaar zijn er 850 vollasturen zonneschijn, waardoor een vierkante meter PV panelen ongeveer 120 kwh per jaar oplevert. De techniek ontwikkelt zich verder. Er is uitgegaan van een verdubbeling van de opbrengst per m 2 in 2030 en een verdrievoudiging in 2050 ten opzichte van Zonpotentieel Delfland In totaal is er op RWZI s circa 17,5 hectare oppervlakte beschikbaar waar PV-panelen mogelijk geplaatst kunnen worden. Deze zijn verdeeld over 3 categorieën: 1. Dakoppervlakte: het dakoppervlakte bij de RWZI s en overige objecten is in totaal geschat op circa m 2. De RWZI s zijn samen goed voor m 2. Voor de andere gebouwen en de grote gemalen is een dakoppervlakte van circa m 2 geschat. Van de gemalen is geschat dat 15% een geschikt dak heeft waar per stuk 20 m 2 panelen kan worden geplaatst. 2. Oppervlakte van bassins: de bassins hebben in totaal een oppervlakte van ongeveer m 2 3. Open terrein: Delfland beschikt in totaal over een oppervlak open terrein van circa m 2 bij de RWZI s. In de figuur is dit weide genoemd. 23

24 TJ/jaar Potentieel zonne-energie Delfland Z3: Weide Z2: Bassins Z1: Daken Figuur 7: Bronpotentieel zonne-energie In figuur 7 is het totaal aan bronpotentieel aan zonne-energie weergegeven voor de periode 2010 tot In totaal is het potentieel circa 30 TJ/jaar in 2010 en kan uitgroeien naar ruim 90 TJ/jaar in De groei wordt veroorzaakt door technologieontwikkelingen op het gebied van zon die ertoe leidt dat per zonoppervlak steeds meer energie geproduceerd wordt Ontsluiting van het zonpotentieel Zonne-energie is nu nog duurder dan fossiele energie. De techniek en markt van PV-panelen is nog volop in ontwikkeling. Nieuwe en verbeterde typen komen op de markt, goedkopere productiemethoden worden gerealiseerd en de markt groeit elk jaar wereldwijd met 30%. Tot en met 2010 werd zon-pv gesubsidieerd vanuit de SDE-regeling. Deze is ieder jaar sterk overtekend. In de nieuwe SDE+-regeling komt zon-pv niet meer in aanmerking voor subsidie. Het lijkt er nu op dat de toepassing van PV binnen Nederland op korte termijn vooral afhankelijk is van creatieve marktpartijen. Het is de verwachting dat de kostprijs van zonnestroom verder zal dalen door internationale ontwikkelingen. De huidige investeringskosten voor kleine en middelgrote systemen liggen rond de per kwp (1 kwp is ongeveer 7,5 m 2 zonnepanelen). Voor grotere systemen wordt gerekend met per kwp. Bovendien is het de verwachting dat de energieprijzen van fossiele energie zullen stijgen. De combinatie van deze twee ontwikkelingen leidt tot de verwachting dat omstreeks 2020 de kostprijs voor met PV-systemen opgewekte elektriciteit vergelijkbaar is met de consumentenprijs van elektriciteit in Nederland. Op termijn worden deze installaties zeker rendabel. 3.3 Wind Uitgangspunten voor de schatting van het windpotentieel Voor het schatten van het praktisch bronpotentieel van wind is allereerst het provinciale beleid met betrekking tot het mogen plaatsen van windturbines van belang. In de provincie Zuid-Holland is het plaatsingsbeleid met betrekking tot windenergie vastgelegd in de nota Wervelender (vastgesteld door Provinciale Staten op 26 januari 2011). 24

25 Dit beleid wordt opgenomen in de Provinciale Structuur Visie. In de nota staat dat windturbines bij voorkeur geplaatst dienen te worden in lijnopstellingen langs grote infrastructuur (snelwegen, kanalen, spoorwegen en rivieren) en het liefst gecombineerd met economische activiteiten. Alleen op of in grote bedrijventerrein/ glastuinbouwgebieden zijn solitaire turbines toegestaan. De provincie streeft naar een opgesteld vermogen aan windenergie van 350 MW in 2015 tot 720 MW in 2020 (1.000 MW moet haalbaar zijn in 2020). Het huidige vermogen aan windenergie in Zuid-Holland bedraagt 246 MW. In de nota worden verschillende type locaties onderscheiden: Gewenste locaties: gewenst betekent dat een opstelling past binnen het provinciaal ruimtelijk kader, in principe haalbaar is en vanuit het standpunt van de provincie ook gewenst is. Deze wenselijkheid wordt nog niet in alle gevallen ook door de betreffende gemeente onderschreven, maar in de meeste gevallen zijn de locaties (of alternatieven) al wel bij de gemeenten in onderzoek. De provincie verwacht dat deze locaties binnen 2 jaar in een bestemmingsplan worden opgenomen en dat een vlotte realisatie mogelijk is; Studielocaties: bij de studielocaties heeft voor de meeste locaties onderzoek plaatsgevonden naar de fysieke haalbaarheid en inpassingsmogelijkheden. De markt heeft voorts aangegeven deze locaties te willen ontwikkelen; Gerealiseerde opstellingen: dit zijn opstellingen die al gerealiseerd zijn. Van deze locaties wordt verwacht dat deze worden opgeschaald op het moment dat dit financieel aantrekkelijk is voor de exploitant (meestal 15 jaar na de bouw). In de prognose van de provincie is opgenomen dat alle gerealiseerde opstellingen na 15 jaar worden opgeschaald naar windturbines met een vermogen van 3 MW. Verder gelden de volgende uitsluitinggebieden: - niet in Nationale Landschappen (Groene Hart en Hoeksche Waard) en - niet in Provinciale Landschappen, Topgebieden voor cultureel erfgoed; - niet in aanvliegroutes van vliegvelden; - niet in Natura 2000-gebieden, in beschermde natuurmonumenten en niet in gebieden die behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur. Voor het bepalen van het windpotentieel zijn verder de volgende criteria gehanteerd: De windturbine wordt op een afstand van minimaal viermaal de verwachte masthoogte van woningen geplaatst. Dit criterium heeft zijn basis in het Besluit Algemene Regels voor Inrichtingen Milieubeheer; De onderlinge afstand tussen de windturbines in een lijnopstelling is gelijk aan vijfmaal de rotordiameter. Dit is een vuistregel van windturbinefabrikanten en geeft de meest optimale windopbrengst; Zoveel mogelijk langs waterwegen, snelwegen, spoorlijnen en kavellijnen. In bijlage D- is een kaart met de verschillende typen locaties uit de provinciale nota Wervelender opgenomen. 25

26 3.3.2 Windpotentieel Delfland Voor het windpotentieel voor Delfland zijn de locaties van de rioolwaterzuiveringsinstallaties vergeleken met de aangegeven locaties in de nota Wervelender. De RWZI Groote Lucht in Vlaardingen en de RWZI Nieuwe Waterweg in Hoek van Holland liggen in gebieden waar de provincie aangeeft dat plaatsing van windturbines gewenst is. Dit betreft wenslocatie 40 Nieuwe Waterweg Noord Vlaardingen en wenslocatie 29 nieuwe Waterweg Noord Hoek van Holland. Plaatsing van windturbines op deze locaties is zeer kansrijk. Het potentieel op deze locaties is vier windmolens. Studielocatie 39 en wenslocatie 41 liggen in het verlengde van terreinen van Delfland. Het potentieel is voor beide locaties 1 molen, waarbij locatie 41 kansrijk is en locatie 39 minder kansrijk Kaart regio Nieuwe Waterweg met windlocaties uit nota Wervelender in relatie tot eigendommen Delfland RWZI Harnaschpolder ligt in een gebied van studielocatie 16, A4 Rijswijk en Harnaschpolder Schipluiden. Van deze locatie geeft de provincie aan dat realisatie van windturbines mogelijk is, maar dat er wel veel belemmeringen zijn die verder onderzoek vereisen. Het potentieel voor RWZI Harnaschpolder is 2 windmolens, maar is minder kansrijk. De provincie ziet deze locatie in samenhang met studielocatie 15, A13 Ypenburg/Den Haag. Ook hierlangs ligt terrein van Delfland. Het potentieel is op 1 windmolen geschat, ook deze is minder kansrijk. 26

27 Ook nabij studielocatie 13, A4 Prins Clausplein, ligt terrein van Delfland. Ook hier is het potentieel 1 minder kansrijke windmolen. Zie ook onderstaande kaart Kaart windlocaties langs A4 A13 uit nota Wervelender prov. Zuid-Holland in relatie tot eigendommen Delfland De RWZI Houtrust ligt in een vrijwaringgebied waar windmolens zijn uitgesloten. De Delflandse Dijk, waarvan Delfland grote delen in eigendom heeft, ligt in het gebied dat in de nota Wervelender als wenslocatie wordt aangewezen en heeft gezien de lengte potentie voor het plaatsen van windturbines in lijnopstelling. Op of direct langs deze dijk staat Delfland het onder voorwaarden toe om te bouwen. Nader onderzoek is vereist om aan te tonen of dit kansrijke locaties oplevert. De realisering van windturbines op of langs dijken is daarom vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Voor het schatten van het totale windpotentieel voor Delfland is in deze energievisie uitgegaan van het plaatsen van windturbines met een vermogen van ieder 3,6 MW op zowel de genoemde RWZI-locaties als langs de snelweg en waterweg op grond in eigendom van Delfland. In totaal is er maximaal ruimte voor 10 windturbines van 3,6 MW, waarvan 4 kansrijk. Het windpotentieel komt daarmee op totaal 300 TJ/jaar, waarvan 120 TJ/jaar kansrijk is. 27

28 Kleine windturbines Op plaatsen waar grote windturbines niet geplaatst kunnen worden zijn wel mogelijkheden voor kleine windturbines voor de gebouwde omgeving, de zogenaamde Urban Wind Turbines (UWT). Het duurzame effect van deze kleine windmolens is echter klein. Kleine windturbines geplaatst op gebouwen hebben een positieve uitstraling. Gemeenten of bedrijven kunnen ermee laten zien iets positiefs te doen voor het milieu. Maar voor het bereiken van de doelstellingen voor duurzame energie is het geen kosteneffectieve optie. Praktijk: Urban Wind Turbines (2,5 kw) leveren tussen de 500 en kwh per jaar (= max. 0,013 TJ/jaar) Kostprijsontwikkeling wind Vooral in de komende 10 jaar is de verwachting dat een significante kostenreductie waarneembaar zal zijn in de investeringskosten van windturbines, maar ook in operationele kosten (vooral onderhoud) 2. Voor grotere vermogens zou dit kunnen leiden tot een kostenneutrale situatie rond 2020 of zelfs daarvoor. Wanneer vier windmolens (4 x 3,6 MW) 3 in de komende jaren op de kansrijke locaties geplaatst zouden worden, dan is de investeringsbehoefte ongeveer 19,4 miljoen. Dit zijn de molens inclusief de installatie en een primair deel van de benodigde infrastructuur. De gemiddelde kostprijs van de geleverde energie bedraagt naar schatting ca. 0,12 tot 0,15 /kwh. 3.4 Biomassa Uitgangspunten voor de schatting van het biomassapotentieel Voor Delfland is geïnventariseerd hoeveel biomassa er binnen hun verzorgingsgebied beschikbaar is per jaar. Er is een viertal biomassastromen geïdentificeerd. Dit zijn: B2: Krooshekvuil B3: Roostergoed+ huishoudelijk afval B4: Snoeihout en houtachtige snoeiresten B5: Berm- en slootmaaisel 2 Gebaseerd op Rodel, H; Ecology, economy and security of supply of the Dutch electricity supply system, Op basis van de SDE regeling 2009 wordt de totale projectkosten bepaald op 1350,- /kw voor wind op land en 2000,- /kw voor wind near shore. 28

29 Delfland heeft in 2010 een inventarisatie naar de toepassingsmogelijkheden voor maaisel en kroos laten doen. De resultaten zijn opgenomen in het rapport Inventarisatie gebiedsgerichte toepassing van biomassa. De gegevens betreffende de hoeveelheden krooshekvuil en berm- en slootmaaisel die bij Delfland vrijkomen komen uit dit rapport. Gegevens over roostergoed en restafval zijn gebaseerd op de milieujaarverslagen 2009 van de RWZI s. Het restafval van overige locaties is zodoende niet opgenomen. Over snoeihout zijn geen gegevens beschikbaar bij Delfland. Voor deze deelstromen is de energie-inhoud bepaald en de hoeveelheid te winnen nuttige energie. De literatuur laat verschillende waarden zien met betrekking tot de eigenschappen van biomassastromen, in de praktijk kunnen de waarden dus anders zijn dan hier gebruikt. De nuttige hoeveelheid energie wordt in deze energievisie het biomassapotentieel genoemd. De nuttig winbare energie is afhankelijk van de conversiemethode en het eindproduct. In de volgende paragraaf wordt hier dieper op ingegaan. Het potentieel krooshekvuil Jaarlijks wordt circa 200 ton krooshekvuil door Delfland afgevoerd. Dit afval bevat naast kroos ook allerlei zwerfafval zoals takken, flessen, karton, etc. De hoeveelheid kroos is sterk afhankelijk van de kenmerken van het oppervlaktewater. Het komt voor in langzaam stromende en vaak voedselrijke watergangen en ondiep water dat snel opwarmt. Het komt in Nederland voor in veenweidegebieden in noord en west Nederland, stedelijke gebieden en in gestuwde beken op zandgronden. Kroos heeft de eigenschap zich snel te vermenigvuldigen en heeft daardoor een hoge productie van droge stof (10-30 ton ds/ha/jr). Het neemt daarbij gemakkelijk nutriënten op. Kroos heeft een drogestof percentage van 5%-10%. 4 De energie-inhoud is ongeveer 18,1 MJ/kg ds. Kroos lijkt ook geschikt als veevoer. 5 Het potentieel roostergoed + huishoudelijk afval De milieujaarverslagen rapporteren in totaal ton per jaar roostergoed en restafval. Voor de schatting van het potentieel is de gemiddelde verbrandingswaarde van huishoudelijk afval gehanteerd. Dit is 9 MJ/kg. Het potentieel snoeihout en houtachtige snoeiresten Delfland beschikt niet over gegevens betreffende snoeihout en houtachtige snoeiresten. Voor de energievisie is aangenomen dat er geen snoeihout beschikbaar is. Het potentieel berm- en slootmaaisel Delfland voert jaarlijks circa ton maaisel af. Het gaat daarbij om bermmaaisel (d.w.z. maaisel van bermen, maaipaden, droge deel van oevers en droge slootbodems) en om slootmaaisel (d.w.z. maaisel van watergangen en natte deel van de oever, eventueel vermengd met maaisel van droge deel van de oever en maaipaden). 4 Inventarisatie gebiedsgericht toepassing van biomassa, BTG, oktober

30 Slootmaaisel wordt over het algemeen op aanliggende percelen verspreid als grondverbeteraar. Voor het bepalen van de potentiële energie uit maaisel is uitgegaan van 18,1 MJ/kg ds en het vochtgehalte is gesteld op 50% Totaal potentieel biomassa In de volgende tabel staat het potentieel aan biomassa in ton/jaar van Delfland met de bijbehorende energie-inhoud weergegeven. Transitiepad Biomassastroom Ton/jaar TJ/jaar B2 Krooshekvuil 200 0,3 B3 Roostergoed + HHA ,2 B4 Snoeihout - 0,0 B5 Maaisel ,5 De totale energie inhoud van de deelstromen B2 tot en met B5 is ongeveer 40 TJ/jaar. Het praktisch potentieel van de biomassa is de hoeveelheid nuttige energie na conversie. Voor bermmaaisel is vergisting gekozen als conversiemethode, de nuttige energie is biogas. Het rendement is dan maximaal 60%. 6 Voor krooshekvuil is uitgegaan van hetzelfde gasrendement. Voor huishoudelijk afval en roostergoed is uitgegaan van verbranding met elektriciteitsrendement van 24%. In onderstaande tabel staat het praktisch potentieel biomassa aangegeven. De totale hoeveelheid nuttige energie na conversie is voor de biomassastromen bijna 22 TJ/jaar. Transitiepad Biomassastroom TJ/jaar B2 Krooshekvuil 0,2 B3 Roostergoed + HHA 1,5 B4 Snoeihout 0,0 B5 Maaisel 20, Kostprijsontwikkeling en ontsluiting van biomassa De kostprijs voor de verwerking van biomassastromen met energie terugwinning is van diverse factoren afhankelijk. De kosten voor inzameling en transport zullen per business case bepaald moeten worden. Ook spelen andere factoren mee om een biomassastroom wel of niet in te zetten voor energetische doeleinden, zoals milieu en ecologische overwegingen. Ecologisch beheer van bermen gaat bijvoorbeeld uit van het afvoeren van het gras. Voor roostergoed en huishoudelijk afval wordt uitgegaan van verbranding met energieterugwinning, wat standaard is. Maaisel wordt op dit moment nog weinig ingezet voor de winning van energie. Delfland overweegt het maaisel te leveren aan potstallen, omdat dat op dit moment het beste alternatief is. Er zijn ontwikkelingen voor het (co-)vergisten van gras. Op termijn komen deze technieken beschikbaar. 6 Beschikbaarheid van Nederlandse biomassa voor elektriciteit en warmte in 2020, J. Koppejan ea, Senternovem, p.72 30

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

Energie uit afvalwater

Energie uit afvalwater Energie uit afvalwater 15 november 2011 Giel Geraeds en Ad de Man Waterschapsbedrijf Limburg is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas Onderwerpen Introductie

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016 Gemeente Bergen Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot 2020 Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016 Energiegebruik 2010-2015 Energiegebruik Bergen (NH. (GWh) 2010 2011

Nadere informatie

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl Energievisie Borne 22 september 2011 Michel Leermakers Linda Rutgers Twence Co Kuip HVC Inhoud van vanochtend Gemeente Borne Visie Twence Werkwijze Energievisie Resultaten Huidige energieconsumptie Bronpotentieel

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016 Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden 11 februari 2016 1 Managementsamenvatting Inleiding De gemeente Leiden heeft in haar duurzaamheidsambitie doelen gesteld voor de korte

Nadere informatie

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Page 1 of 5 Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Auteur: Anne Bosma, Tony Flameling, Toine van Dartel, Ruud Holtzer Bedrijfsnaam: Tauw, Waterschap De Dommel Rioolwaterzuiveringen

Nadere informatie

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie Nulmeting energiegebruik en duurzame energie ten behoeve van gemeente Purmerend Juli 2012 2 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 5 1 Energievraag en CO 2 -emissie 7 2 Duurzame energie 13 3 Opties ter versterking

Nadere informatie

Energievisie. gemeente Wormerland

Energievisie. gemeente Wormerland Energievisie gemeente Wormerland September 2013 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 5 2 Inleiding... 7 2.1 2.2 2.3 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten... 7 Opzet onderzoek... 8 Leeswijzer...

Nadere informatie

Bedrijfsvergelijking (2009)

Bedrijfsvergelijking (2009) Artikel Afvalwaterzuivering Energie onder één noemer Mirabella Mulder (Mirabella Mulder Waste Water Management) Jos Frijns (KWR Watercycle Research Institute) Ad de Man (Waterschapsbedrijf Limburg) Henri

Nadere informatie

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN AKKOORDEN EN GREEN DEALS Rafaël Lazaroms Coördinator Energie en duurzaamheid Unie van Waterschappen 1. Duurzaamheid en taken waterschappen 2. Duurzame ambities in akkoorden

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie 1 Alliander is van jou Wij staan voor een energievoorziening die iedereen onder gelijke condities toegang geeft

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien? De Kromme Rijnstreek Off Grid in 00. Hoe kan dat eruit zien? De gemeenten Houten, Wijk bij Duurstede en Bunnik op weg naar energieneutraal in 00 Exact bepalen hoe het energiesysteem van de toekomst er uit

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5

Nadere informatie

Waterschappen en Energieakkoord

Waterschappen en Energieakkoord Waterschappen en Energieakkoord Energiekansen in het Waterbeheer Hennie Roorda/Rafaël Lazaroms Unie van Waterschappen mei 5, 2014 1 Waar staan de waterschappen voor? Waterveiligheid (veilig wonen en werken

Nadere informatie

Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Energievisie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Het CQteam is een adviestak van HVC en verleent primair de aandeelhoudende gemeenten van HVC advies op het gebied van duurzame energie. September 2010 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE In kort bestek Rafael Lazaroms INHOUDSOPGAVE 1. Wat houdt het in? 2. Motieven, doelstellingen en ambities 3. Organisatiestructuur GELOOFWAARDIGE BOODSCHAP Waterschappen hebben

Nadere informatie

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo Maak werk van zon & wind Tynaarlo Aanleiding Najaarsnota 2008 aankondiging plannen voor duurzame energie Voorjaar 2009 ontwikkelen scenario s Mei 2009 raadpleging inwoners Tynaarlo Juni 2009 voorstellen

Nadere informatie

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Klimaatakkoord Rijk en UvW Klimaatakkoord Rijk en UvW Politieke en beleidsmatige context (klimaatbeleid) Rafaël Lazaroms 25 mei 2010 1 Inhoud presentatie Voorstellen Internationaal en nationaal klimaatbeleid Positie waterschappen

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief) Inleiding Behaalt uw gemeente de klimaatdoelstellingen? Wilt u weten hoeveel duurzame energie in uw gemeente wordt geproduceerd of energie wordt bespaard? Zoekt u inzicht in welke maatregelen succesvol

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Gemeente Ede energieneutraal 2050 De gemeente Ede wil uiterlijk in 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we alle energie die in onze gemeente wordt gebruikt op een schone (hernieuwbare) manier willen opwekken. Dat doen we het liefst

Nadere informatie

Klimaat & CO 2, Parijs, Polen Wereldwijde doelen, NL-doelen Energie in de gemeente Wierden Opties duurzame opwek:

Klimaat & CO 2, Parijs, Polen Wereldwijde doelen, NL-doelen Energie in de gemeente Wierden Opties duurzame opwek: Scenario s Jaap de Boer Energy Watch Klimaat & CO 2, Parijs, Polen Wereldwijde doelen, NL-doelen Energie in de gemeente Wierden Opties duurzame opwek: Twence Zon (particulier, bedrijven, zonneparken) Wind

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Energievisie voor de gemeente Alblasserdam

Energievisie voor de gemeente Alblasserdam Energievisie voor de gemeente Alblasserdam Inventarisatie van het potentieel voor energiebesparing en duurzame energie HVC Kennis & Advies Maart 2012 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal

Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal Raadsbijeenkomst Edward Pfeiffer, Claudia Algra 7 april 2016 Gemeente Berg en Dal Programma Tijd Onderwerp Verantwoordelijke 21:30 21:35 Opening Wethouder

Nadere informatie

Wie wind niet durft, verliest!

Wie wind niet durft, verliest! Wie wind niet durft, verliest! Onderzoek naar de (on)haalbaarheid van de doelstellingen van de gemeente Hellendoorn op het gebied van duurzame energie en CO2-reductie met en zonder windmolens 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy Aan: Els Rademacher, Walter van Doesem van de gemeente Heumen Van: Edward Pfeiffer, Ralf Speek, Claudia Algra Datum: 19 november 2015 Kopie: -- Ons

Nadere informatie

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5

Nadere informatie

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt. CDA - Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen. Onduidelijk. ChristenUnie 2035: 60% 2045: 100% 2050: 100% klimaatneutraal Ja. Net als zonnedaken en windmolens op zee, zijn windmolens op

Nadere informatie

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Informatie avond: Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Door: Buurteam Bunders-West Programma Opening Wat is onze opgave bij aardgasloos wonen? De toepassing en werking van de technische

Nadere informatie

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath Openbaar Eindrapport Projectnummer: Projecttitel: DEI1400022 Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath 1 SAMENVATTING Dit project is een demonstratie van energiewinning uit hernieuwbare

Nadere informatie

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres Samen op weg naar een klimaatneutraal Den Haag Rabin Baldewsingh wethouder duurzaamheid gemeente Den Haag 27 juni SBR congres Den Haag Ambitie Den Haag klimaatneutraal in 2040 CO 2 -emissie reduceren door:

Nadere informatie

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011 Dienst Stadsbeheer Milieu en Vergunningen Juni 2012 2 Aanleiding De gemeente Den Haag wil in 2040 een klimaatneutrale en -bestendige

Nadere informatie

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen 1 Doelstelling Dordrecht 2015 Routekaart Duurzaamheidsdoelstellingen 2010-2015: Doelstelling 2015 Duurzame energie 132 TJ

Nadere informatie

Monitor energie en emissies Drenthe

Monitor energie en emissies Drenthe Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 - november 2017 www.ecn.nl Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 Deze monitor sluit aan op de notitie Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Nadere informatie

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft Waterstof, het nieuwe gas Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, Transport en Grondstoffen Economische, technische

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 170 Provincie Vlaams Brabant ENERGIE Energie is een relatief nieuw thema. De opgave om klimaatneutraal te worden, vraagt dat we vandaag nadenken over hoe we in de toekomst onze energiebehoefte gaan invullen.

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

RAADSCOMMISSIE. Nummer: RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Datum vergadering: 4 februari 2014 Locatieonderzoek kleine windmolens op bedrijventerreinen Hooidijk, Groot Verlaat en Dolderkanaal in Steenwijk en Boterberg in Oldemarkt.

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer MJA-Sectorrapport 2015 Afvalwaterzuiveringsbeheer Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Afvalwaterzuiveringsbeheer Datum: 161017 Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Definitief HVDK/156024

Nadere informatie

Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012. Gas. Gas. Volume (mrd. m 3 ) 83. Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65

Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012. Gas. Gas. Volume (mrd. m 3 ) 83. Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65 Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012 Gas Gas Volume (mrd. m 3 ) 83 Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65 Calorische waarde (Hs) (MJ/m 3 ) 35,17 Energie-inhoud op onderwaarde

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen Duopresentatie Hennie Roorda en Tanja Klip 1. Ambities en resultaten waterschappen

Nadere informatie

klimaatmonitor waterschappen 2014

klimaatmonitor waterschappen 2014 Imagine the result klimaatmonitor waterschappen 2014 Monitoring klimaatakkoord Rijk Waterschappen 2010-2020 Unie van Waterschappen, Den Haag KLIMAATMONITOR WATERSCHAPPEN 2014 UNIE VAN WATERSCHAPPEN DEN

Nadere informatie

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld Opschalen en Opschieten! Concept 5 juli 2017 Energievisie ECN versie 1.2 1 Inhoud 1. Koers Energiecoöperatie Noordseveld 2. Opgave Noordenveld 3. Ruimtelijke

Nadere informatie

delft energieneutraal delft smart city thema

delft energieneutraal delft smart city thema thema delft energieneutraal delft smart city afbeelding: Prêt-à-Loger Gemeente Delft heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn. Dit betekent: geen door fossiele brandstofverbruik veroorzaakte

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

in te stemmen met de Energievisie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, als beleidskader voor ons waterschap.

in te stemmen met de Energievisie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, als beleidskader voor ons waterschap. VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 5 a/b Onderwerp: Energievisie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Nummer: 535186 In D&H: 16-10-2012 Steller: Marco van Schaik In Cie: BMZ 13-11-2012 Telefoonnummer:

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft Klimaatneutrale gemeenten Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen via milieustraten Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Huidige EPS stofstromen Export 1.748 ton Productie EPS verpakkingen in NL 8.265 ton EPS

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 1 edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2016: het edup

Nadere informatie

Regio Stedendriehoek

Regio Stedendriehoek Regio Stedendriehoek 1 Energieneutrale regio Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen Netbeheer en Duurzame Gebiedsontwikkeling Pieter van der Ploeg, Alliander

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Bijlage 2: context, achtergrond en beleidsafwegingen energiebeleid 2012

Bijlage 2: context, achtergrond en beleidsafwegingen energiebeleid 2012 Bijlage 2: context, achtergrond en beleidsafwegingen energiebeleid 2012 Inhoud 1 Huidig energiebeleid... 1 2 Nieuwe ontwikkelingen: Energiedoelstellingen Klimaatakkoord... 2 3 Afwegingen beleidskeuzes

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

Naar een energieneutrale waterkringloop. Een stip op de horizon

Naar een energieneutrale waterkringloop. Een stip op de horizon Naar een energieneutrale waterkringloop Een stip op de horizon Een stip op de horizon Energie in de kringloop waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland werken aan initiatieven op het gebied

Nadere informatie

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 Agenda Welkom door de Schepen Lode Dekimpe Inleiding SEAP door Kim Rienckens (provincie Oost-Vlaanderen) Nulmeting en uitdagingen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Contactpersonen IR. B. (BAȘAK) KARABULUT Adviseur T +31 (0)88 4261 322 M +31 (0)6 312 02492 E basak.karabulut@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT... 5 4. GROENAFVAL... 6 KETENANALYSE... 6 REDUCTIEDOELSTELLING... 6 HOEVEELHEID

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

KLIMAATMONITOR WATERSCHAPPEN Verslagjaar DECEMBER 2017

KLIMAATMONITOR WATERSCHAPPEN Verslagjaar DECEMBER 2017 KLIMAATMONITOR WATERSCHAPPEN Verslagjaar 2016 5 DECEMBER 2017 KLIMAATMONITOR WATERSCHAPPEN Contactpersonen CINDY GOORTS MSC Adviseur Milieu en Duurzaamheid T +31 (0)62706 1596 M +31 (0)62706 1596 E cindy.goorts@arcadis.com

Nadere informatie

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030 Juni 2015 ECN-N--15-013 Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030 Gerdes, J. 2 Inhoud 1 Samenvattende inleiding dichter bij emissiedoel 2020 5 2 Geraamd energieverbruik en emissies Drenthe 2020 gedaald

Nadere informatie

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek Waterschap De Dommel Het idee + Afvalwater zuiveringsslib = Waarom RWZI Tilburg? RWZI Tilburg (cap. 350.000 i.e.; 8.000 ton d.s.) alleen aanpassingen in de

Nadere informatie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Doelstelling thema bijeenkomst: Inzicht in ontwikkelingen bij overheid, industrie en agrarische sector Inzicht in kansen voor synergie

Nadere informatie

Gemeente Reusel-De Mierden. Stand van zaken Klimaatvisie

Gemeente Reusel-De Mierden. Stand van zaken Klimaatvisie Gemeente Reusel-De Mierden Stand van zaken Klimaatvisie 20 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Opening door wethouder 2. Tot stand koming Klimaatvisie 3. Wat is er bereikt? 4. Wat is er nog nodig? 5. Wat is de

Nadere informatie

Grip op de Maas kentallen voor energie opwek. in combinatie met ruimtebeslag

Grip op de Maas kentallen voor energie opwek. in combinatie met ruimtebeslag Grip op de Maas kentallen voor energie opwek in combinatie met ruimtebeslag Een eerste aanzet tot de vorming van typische kentallen en iconen ter verbinding van de werelden van Water, Landschap en Energie

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014 Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente 4 Inleiding Het doel van de TDA is om focus aan te brengen in de kansrijke en verbindende initiatieven in Twente bij het realiseren van een duurzame

Nadere informatie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010 Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank Groep Maatwerk Sustainability naast Food

Nadere informatie

Voorlopige CO2 voetafdruk t/m

Voorlopige CO2 voetafdruk t/m Voorlopige CO voetafdruk 017 01-01-017 t/m 1-1-017 Voorlopige CO voetafdruk 017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Algemeen 1.. Organisatiegrenzen 1.. Systeemgrenzen 1.4. Doelstelling CO reductie

Nadere informatie

Zonnestroom en windstroom Samen meer

Zonnestroom en windstroom Samen meer Zonnestroom en windstroom Samen meer Van niche naar impact Wim Sinke -- Peter Eecen Perslunch ECN Amsterdam, CASA 400 2 juni 2015 www.ecn.nl Structuur Context klimaat + economie Uitzicht op 2050 Wind Technologie,

Nadere informatie

Tijdelijke duurzame energie

Tijdelijke duurzame energie Tijdelijke duurzame energie Tijdelijk Uitgewerkte businesscases voor windenergie, zonne-energie en biomassa Anders Bestemmen Tijdelijke duurzame energie Inleiding In het Corporate Innovatieprogramma van

Nadere informatie

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres

Postbus ZG OPHEUSDEN. Uitgevoerd door Duitslandweg 4 Postbus AG BODEGRAVEN Telefoon adres Onderzoek invulling CO 2 -neutraliteit Neder-Betuwe Verkenning ten behoeve van windvisie Datum 24 augustus 2016 Projectnummer 15784 Status Concept Opdrachtgever Gemeente Neder-Betuwe Postbus 20 4043 ZG

Nadere informatie

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA 2040: 100% Ja. Het CDA wil windmolens bij voorkeur plaatsen op en bij grote industrieterreinen. Ook ondersteunen wij van harte (agrarische) initiatieven voor kleine windmolens met draagvlak in de omgeving.

Nadere informatie

ENERGIEBEOORDELING 2012 H1

ENERGIEBEOORDELING 2012 H1 Versie 1.0 Datum: 4 OKTOBER 2012 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES - AANDRIJFSYSTEMEN - TECHNISCHE AUTOMATISERING PANELENBOUW - SERVICE EN ONDERHOUD - PLAATWERK - TECHNISCHE DIENSTVERLENING DOMOTICA - ENERGIEMANAGEMENT

Nadere informatie

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 1 Inhoud Duurzame energie in Weert POL en samenwerking Uitgangspunt

Nadere informatie

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Industrie Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 1% besparing op gas en elektra per jaar. Totaal is dat 8 % besparing in 2020. Opbrengst: 100 kiloton.

Nadere informatie