Standaarden Revalidatie KWALITEIT. Versie november Mw. E. Cox, MA, NVLF Mw. A. van Hemert, MA, NVLF Mw. Drs. J. van der Vloed, NVLF
|
|
- Sterre Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Standaarden Revalidatie Versie november 2011 Mw. E. Cox, MA, NVLF Mw. A. van Hemert, MA, NVLF Mw. Drs. J. van der Vloed, NVLF 1
2 Inhoud 1..Inleiding Doel standaarden en checklisten De logopedist en het revalidatiecentrum Standaarden en checklisten De praktijk Tot slot...15 LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR KINDER- EN JONGEREN-REVALIDATIE...16 VERWIJZING INVENTARISEREN HULPVRAAG AFNEMEN ONDERZOEK FORMULEREN VAN CONCLUSIES EN BESLISSEN WEL OF NIET BEHANDELEN OPSTELLEN BEHANDELPLAN UITVOEREN VAN DE BEHANDELING TUSSENTIJDSE EVALUATIE / EINDEVALUATIE AFSLUITEN VAN DE BEHANDELING LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR VOLWASSENENREVALIDATIE...24 VERWIJZING AFNEMEN ANAMNESE EN ONDERZOEK DIAGNOSE EN BESLUITVORMING BEHANDELPLAN BEHANDELING EVALUEREN AFRONDEN EN NAZORG STANDAARDEN BEHEER VOOR KINDER-, JONGEREN- EN VOLWASSENENREVALIdATIE...31 CHECKLIST...33 A. Logopedist in een organisatie B. Groepen logopedisten in een organisatie C. Kwaliteitskringen Praktische tips voor het gebruik van de checklist
3 CHECKLIST LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR KINDER- EN JONGERENREVALIDATIE...35 CHECKLIST LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR VOLWASSENENREVALIDATIE...43 CHECKList beheer voor kinder-, jongeren- en volwassenrevalidatie...52 Literatuur...54 BEGRIPPEN/afkortingen/wetten...55 BIJLAGEN Bijlage 1 Informatie Internation Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)...62 Focusgroepen
4 1. Inleiding In dit document worden de standaarden voor logopedisten werkzaam in een revalidatiecentrum beschreven. De standaarden bestaan uit drie delen: er is een standaard voor de kinder- en jongerenrevalidatie gericht op curatie en een standaard voor volwassenenrevalidatie gericht op curatie en een standaard gericht op beheer. Daarnaast worden in de begrippenlijst definities gegeven van diverse begrippen die in dit verband relevant zijn. Er wordt ook ingegaan op manieren waarop de standaarden en de bijbehorende checklisten gebruikt kunnen worden. 1.1 Doel standaarden en checklisten De standaarden, zoals hierna geformuleerd, beschrijven het logopedisch proces in het revalidatiecentrum. De logopedische standaarden hebben hun plaats in een geheel van logopedische kwaliteitsinstrumenten. Ze vloeien voort uit het methodisch logopedisch handelen (Kuiper, 2007). De logopedische standaarden en het methodisch logopedisch handelen zijn landelijke afspraken, waarvan in principe niet mag worden afgeweken (mits beargumenteerd). De logopedische standaarden kunnen de basis vormen voor landelijke, regionale of multidisciplinaire richtlijnen. In richtlijnen worden aanbevelingen gedaan, waarvan een logopedist beargumenteerd mag afwijken. Per instelling kan van de richtlijnen een eigen protocol gemaakt worden, dat op zijn beurt de basis vormt voor het dossier van de revalidant. De plaats van de logopedische standaarden in het geheel van logopedische kwaliteitsinstrumenten wordt in figuur 1 weergegeven. Per kwaliteitsinstrument wordt weergegeven op welk niveau dit kwaliteitsinstrument gebruikt wordt. Methodisch logopedisch handelen (landelijk) Logopedische standaarden (landelijk) Richtlijnen (landelijk / regionaal / multidisciplinair) Protocollen (per instelling) Dossier (per instelling) Figuur 1. Het geheel van logopedische kwaliteitsinstrumenten rondom de logopedische standaarden. 4
5 De logopedist handelt conform het privacyreglement van de instelling en de Beroepscode voor logopedisten (NVLF, 2001) voor zover deze niet strijdig zijn met wettelijke bepalingen. Het werk van de logopedist vindt plaats onder eindverantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur van de betreffende instelling, zonder dat daarbij zijn beroepsinhoudelijke verantwoordelijkheid in het geding is. De standaarden en de checklist zijn ontwikkeld om de feitelijke en de gewenste logopedische zorgverlening vast te stellen, zodat het zorgniveau transparant en inzichtelijk wordt. De logopedist krijgt daardoor inzicht in wat goed gaat en op welke aspecten van de zorgverlening verbeteracties geboden zijn. Doel is bevordering en borging van de kwaliteit van de logopedische interventie. Waar nodig kan de logopedist gemotiveerd afwijken van de logopedische standaarden, indien deze niet overeenkomen met interne werkafspraken, onder verantwoordelijkheid van de revalidatiearts. Daarnaast kan de logopedist mondeling en (bij voorkeur) schriftelijk aangeven dat door de keuzes van de instelling minimale zorg niet (meer) geleverd kan worden en de logopedist bij klachten hiervoor niet aansprakelijk kan worden gesteld. 1.2 De logopedist en het revalidatiecentrum De logopedist kan in diverse settings en met verschillende doelgroepen werkzaam zijn in dit werkveld. Dit heeft in veel gevallen tot specialisatie van de logopedist geleid. Logopedische problematiek bij revalidanten in het revalidatiecentrum manifesteert zich veelal binnen een complex van stoornissen en beperkingen. Kenmerkend voor het revalidatiecentrum is, dat er zorg wordt geboden vanuit een team, dat multidisciplinair, interdisciplinair en transdisciplinair werkt. De logopedist biedt zowel directe als indirecte therapie aan. De logopedische behandeling kan dus zowel individuele behandelingen als groepsbehandelingen beslaan, maar ook begeleiding en voorlichting aan de familie en/of omgeving van de revalidant. Bij het uitvoeren van de logopedische interventie maakt de logopedist zoveel mogelijk gebruik van richtlijnen. Meer informatie over (inter-)nationale richtlijnen is te vinden in een overzicht op de website nl onder kwaliteit > kwaliteitsinstrumenten Behandelvormen en diagnosegroepen binnen het revalidatiecentrum Behandelvormen binnen het revalidatiecentrum Binnen het revalidatiecentrum komen enkele behandelvormen voor bij zowel de kinder- en jongerenrevalidatie als bij de volwassenenrevalidatie. Tevens wordt bij enkele behandelvormen aangegeven welke delen van de standaard gebruikt kunnen worden. z Klinische behandeling Door logopedisten wordt zorg aangeboden aan revalidanten die in het revalidatiecentrum opgenomen zijn. Klinische opname vindt plaats als vervolg op een ziekenhuisopname na een acute aandoening, zoals een ernstig ongeval, een CVA of ziekte. Opname is ook mogelijk na een plotselinge verergering van een al langer bestaand probleem. 5
6 Sommige revalidanten worden vanuit de thuissituatie opgenomen in het revalidatiecentrum, bijvoorbeeld kinderen met voedingsproblemen. In de tijd dat de revalidant opgenomen is, wordt hoogfrequente therapie geboden in samenwerking met andere disciplines (bijvoorbeeld revalidatiearts, verpleegkundige, diëtist, fysiotherapeut, ergotherapeut, muziektherapeut). De revalidant gaat in principe na afronding van de revalidatiebehandeling weer naar huis. Eventueel wordt de logopedische behandeling voortgezet door middel van eerstelijns behandelingen aan huis of poliklinisch op de dagrevalidatieafdeling. Kinderen en jongeren kunnen na vertrek uit het revalidatiecentrum ook naar een woonvorm voor cliënten met NAH gaan. Voor volwassenen revalidanten kan het mogelijk zijn dat ze in een verpleeg- of verzorgingshuis worden opgenomen of verhuizen naar een gespecialiseerde woonvorm, bijvoorbeeld een woonvorm voor cliënten met NAH. Gebruik standaard De logopedische werkzaamheden in de kliniek hebben betrekking op alle delen van het methodisch logopedisch handelen. Voor de klinische logopedische behandeling kan de hele standaard gebruikt worden. z Poliklinische behandeling Poliklinische behandeling houdt in dat de revalidant één of meerdere keren per week voor onderzoek en behandeling naar het revalidatiecentrum komt. De nadruk van de logopedie ligt dan vaak op (revalidatie) onderzoek, advisering, therapie en/of nazorg. Specifieke behandelvormen voor kinder- en jongerenrevalidatie zijn de therapeutische dreumes-, peuteren kleutergroep. Kinderen komen voor een poliklinische behandeling in aanmerking als er een specifieke revalidatievraag is of als een behandeling door een multidisciplinaire team geïndiceerd is. De poliklinische behandeling en de dreumesgroep, waarbij de ouders altijd aanwezig zijn op de groep, dient soms als voortraject voor één van de therapeutische groepen. Buiten de eerdergenoemde afdelingen is er nog een aantal behandelvormen dat voorkomt in de kinder- en jongerenrevalidatie. Het betreft de ambulante vroegbehandeling (aan huis behandeling bij met name hele jonge kinderen) en de cluster 3 school MGLG. Ook worden kinderen gezien die niet op de cluster 3 school MGLG zitten, maar in andere onderwijsvormen. Sommige poliklinische revalidanten worden tijdelijk opgenomen voor klinische behandeling en komen later weer terug als poliklinische revalidant. Gebruik standaard Voor de poliklinische logopedische behandeling kan de hele standaard gebruikt worden. Logopedisten die eerstelijns behandelingen geven aan volwassen revalidanten vanuit de polikliniek van het revalidatiecentrum, kunnen ook gebruik maken van deze standaard. De NVLF beveelt logopedisten aan om naast deze standaard ook gebruik te maken van de standaarden voor vrijgevestigde logopedisten indien een eerstelijns revalidant behandeld wordt (bijvoorbeeld via Directe Toegankelijkheid Logopedie (DTL)). 6
7 z Poliklinisch onderzoek Tijdens een poliklinisch onderzoek wordt logopedische zorg geboden aan revalidanten die voor een (multidisciplinair) expertise- en diagnostisch consult naar het revalidatiecentrum komen. Voorbeelden hiervan zijn een eetteam, ALS-team, afasieteam, regionaal communicatie adviesteam (RCAT) of een MS-team. Gebruik standaard Logopedisten die poliklinisch onderzoek verrichten kunnen gebruik maken van deze standaard tot en met het opstellen van een behandelplan. De behandeling wordt vaak elders voortgezet door een collega-logopedist in een andere instelling, een school voor speciaal onderwijs of een vrijgevestigde praktijk. z Onderwijsondersteunende taken Soms is een revalidatiecentrum gekoppeld aan een mytylschool. Op de mytylschool worden onderwijsondersteunende taken verricht door de logopedist. Op de mytylschool is er sprake van een geïntegreerde manier van aanpak qua werken in de klas. De school koopt de ondersteuning van de logopedist in en levert de logopedist vanuit zijn specialisatie / logopedische kennis een zinvolle bijdrage aan de ondersteuningsvraag van de leerkracht. (vb. taalkring, leesondersteuning). Gebruik standaard Voor de onderwijsondersteunende taken kunnen alle standaarden gebruikt worden. De NVLF beveelt logopedisten aan om naast deze standaard bij deze werkzaamheden ook gebruik te maken van de standaarden Onderwijs. z Groepsbehandelingen In veel revalidatiecentra werken logopedisten samen met andere disciplines in groepsbehandelingen. Er zijn diverse vormen mogelijk, bijvoorbeeld: de ontbijtgroep, de krantgroep, de communicatiegroep en de muziekgroep. Op een mytylschool wordt er therapie in de klas (TIK) aangeboden. Dit is een therapievorm waarbij op participatieniveau gewerkt wordt aan doelen van elk afzonderlijk kind en waarbij wordt samengewerkt door de fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut, leerkracht en eventueel pgb er en/of muziektherapeut, om samen op geïntegreerde wijze de therapeutische doelen te helpen realiseren. Gebruik standaard Bij groepsbehandeling kunnen de logopedische werkzaamheden betrekking hebben op alle delen van het methodisch logopedisch handelen. Voor de groepsbehandeling kan de hele standaard gebruikt worden. z Training en coaching van het revalidantsysteem. In de volwassenenrevalidatie bestaan partnerprogramma s en familie-instructie. Binnen de kinder- en jongerenrevalidatie wordt vaak oudertraining aangeboden, bijvoorbeeld in de vorm van een gebarencursus. Gebruik standaard Bij training en coaching van het revalidantsysteem kunnen de logopedische werkzaamheden betrekking hebben op alle delen van het methodisch logopedisch handelen. Voor de training en coaching van het revalidantsysteem kan de hele standaard gebruikt worden. 7
8 z Consultfunctie voor andere logopedisten Vaak zijn logopedisten die werkzaam zijn in revalidatiecentra ook inzetbaar als consult voor logopedisten in de regio. Soms is deze consultfunctie onderdeel van een kenniscentrum binnen een revalidatiecentrum. Gebruik standaard Afhankelijk van de vraag die gesteld wordt aan de logopedist werkzaam in het revalidatiecentrum, kunnen onderdelen van de hele standaard gebruikt worden Diagnosegroepen binnen het revalidatiecentrum Veel revalidatiecentra bieden ook zorg vanuit specifieke behandelprogramma s voor bepaalde revalidantengroepen ( De aandoeningen waarvoor een revalidant kan revalideren zijn te verdelen in twee hoofdcategorieën: niet-neurologische en neurologische aandoeningen. Daarnaast zal er ook kort ingegaan worden op lichamelijk onbegrepen klachten. z Niet-neurologische aandoeningen Niet-neurologische aandoeningen zijn letsels of beperkingen die hun oorzaak hebben in het lichaam, met uitzondering van de hersenen. Binnen de kinder- en jongerenrevalidatie kunnen logopedisten betrokken zijn bij revalidanten met diagnoses zoals reuma, syndromen waarbij wel/geen ontwikkelingsproblemen of motorische problemen zijn, autisme spectrum stoornissen, stofwisselingsziekten en SPD (voorheen SI-problematiek). Logopedisten kunnen betrokken zijn bij volwassen revalidanten die diagnoses hebben zoals longrevalidatie, hartrevalidatie, revalidatie na amputatie, oncologie, brandwonden, enkelvoudig of meervoudig letsel (politrauma). z Neurologische aandoeningen. Neurologische aandoeningen vinden hun oorzaak in de hersenen en/of het zenuwstelsel. Het kan hierbij gaan om aangeboren aandoeningen maar ook om niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Kinderen met Cerebrale Parese vormen de grootste doelgroep in de kinderrevalidatie. Binnen de kinder- en jongerenrevalidatie kunnen daarnaast de volgende diagnosegroepen voorkomen: spina bifida, spierziekten (NMA), niet aangeboren hersenletsel (NAH) en DCD. Voorbeelden van diagnosen waarbij de logopedist betrokken kan zijn in de behandeling binnen de volwassenenrevalidatie zijn een CVA, niet aangeboren hersenletsel, neuromusculaire aandoeningen, multiple sclerose (MS), ziekte van Parkinson, cognitieve revalidatie. z Lichamelijk onbegrepen klachten. Logopedisten kunnen ook betrokken worden bij de groep patiënten die klachten hebben die medisch niet herleidbaar zijn. 8
9 1.2.2 De rollen van de logopedist in het revalidatiecentrum De logopedist werkzaam in het revalidatiecentrum kent diverse rollen, die verdeeld zijn over drie competentiegebieden. In Tabel 1 staan deze rollen weergegeven. Tabel 1: rollen van de logopedist Competentiegebied Preventie, zorg, training en advies Organisatie Beroep Rollen Zorgaanbieder/therapeut, trainer, adviseur, coördinator Manager, ondernemer, begeleider/coach Beroepsbeoefenaar, innovator Hieronder volgt een nadere beschrijving van de rollen die weergegeven staan in tabel 1. Deze informatie is letterlijk overgenomen uit het Beroepsprofiel (NVLF, 2003). Deze beschrijvingen zijn daarom niet specifiek gericht op het werkveld revalidatiecentra. Zorgaanbieder/therapeut De logopedist in de rol van zorgaanbieder/therapeut werkt via een verwijzing door een arts en is gericht op het verlenen van individuele zorg zoals omschreven in de Wet BIG. Deze zorg kan preventief en curatief van aard zijn. Logopedisten in het regulier onderwijs zijn veelal preventief werkzaam in het kader van de Wet Collectieve Preventie (WCP). Trainer De logopedist in de rol van trainer geeft op methodische wijze vorm aan een ontwikkelings- of veranderingsproces met als doel de communicatiemogelijkheden van (groepen) patiënten te verbeteren c.q. problemen van (groepen) revalidanten op dit gebied te voorkomen. Adviseur De logopedist in de rol van adviseur stelt zijn kennis en vaardigheden ter beschikking aan organisaties of personen zonder een therapeutische relatie aan te gaan met betreffende revalidant. Coördinator De logopedist in de rol van coördinator geeft aanwijzingen aan andere bij de patiënt betrokken zorgaanbieders omtrent de onderlinge afstemming van de individuele zorg. Manager De logopedist in de rol van manager beheert een praktijk, onderneming, afdeling of dienst. Ondernemer De logopedist in de rol van ondernemer draagt zorg voor de continuïteit van zijn praktijk, onderneming, afdeling of dienst. 9
10 Begeleider/coach De logopedist in de rol van begeleider/coach stimuleert en motiveert collega s, teamleden en stagiairs. Beroepsbeoefenaar De logopedist in de rol van beroepsbeoefenaar levert een actieve bijdrage aan het op het vereiste peil houden van de kwaliteit van zijn beroep. Innovator De logopedist in de rol van innovator werkt op een pro-actieve wijze mee aan het vernieuwen en waar mogelijk verbeteren van de inhoud en organisatie van aanbod aan preventie, zorg, training en advies op het gebied van de logopedie. Alle rollen komen min of meer terug in het dagelijks werk, maar de nadruk ligt op andere punten dan in andere werkvelden. In het revalidatiecentrum ligt vooral nadruk op de rollen zorgaanbieder/therapeut, begeleider/coach, trainer, adviseur en coördinator. In mindere mate ligt de nadruk op de rollen beroepsbeoefenaar en innovator. De rollen manager en ondernemer spelen een kleine rol Aandachtspunten voor de logopedist voor elk contactmoment met een revalidant en/of revalidantsysteem Bij contact met een revalidant kan de logopedist letten op de volgende aandachtspunten: z Uit te leggen wat het doel van zijn komst / van het gesprek / van de behandeling is. z Voldoende tijd te nemen voor het gesprek/behandeling. z Het taalgebruik c.q. de communicatie aan te passen; vaktermen zo mogelijk te vermijden of toe te lichten. z Bij de uitleg rekening te houden met de eventuele communicatieve beperkingen van de revalidant en het revalidantsysteem. z Rekening houden met de psychische gesteldheid en het cognitief functioneren van de revalidant en het revalidantsysteem. z De privacy van de revalidant te waarborgen; vertrouwelijke gegevens omtrent de revalidant worden pas aan andere hulpverleners en instanties verstrekt nadat de revalidant (of zijn revalidantsysteem) hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. z De revalidant in het gesprek te betrekken en serieus te nemen. z Ruimte te geven aan gedachten en gevoelens van de revalidant en zijn revalidantsysteem. z Na te gaan of hij het verhaal van de revalidant en dat van zijn revalidantsysteem goed begrepen heeft en of de revalidant hem goed begrepen heeft. z De revalidant en of zijn revalidantsysteem tijdens onderzoek/behandeling te informeren, te begeleiden, te motiveren en te instrueren. z Het gesprek of de behandeling samen te vatten en kort te evalueren. 10
11 1.2.4 Nieuwe ontwikkelingen binnen het revalidatiecentrum Op verzoek van deelnemers aan het ontwikkeltraject van de standaarden Revalidatie, is er algemene informatie opgenomen over enkele recente ontwikkelingen binnen revalidatiecentra in Nederland. Deze informatie is met name interessant voor starters en/of herintreders in dit werkveld. z Diagnosebehandelcombinatie (DBC) De financiering van de revalidatiezorg is op basis van DBC s. Een diagnosebehandel-combinatie (DBC) is het totale traject vanaf de diagnose van de zorgverlener tot en met de (eventuele) behandeling die hieruit volgt. Een DBC beschrijft een gemiddeld zorgpakket van een patiënt in vier codes. Die codes staan voor de zorgvraag, het zorgtype, de diagnose en de behandeling. De DBC benoemt elke activiteit in de behandeling van de patiënt, van het eerste contact tot en met de laatste controle. De diagnose en behandeling leiden samen tot één prijs die het revalidatiecenturm in rekening brengt (de zgn. DBC-code). Dit systeem geeft revalidatiecentra en zorgverzekeraars de mogelijkheid om te onderhandelen over de prijs en de kwaliteit van zorg 1. Zo kunnen zorgverzekeraars betere mogelijkheden geboden krijgen bij het inkopen van kwalitatief goede zorg, die ook nog betaalbaar is. Op deze manier profiteert de patiënt van de afspraken die zorgverzekeraars maken met zorgaanbieders, zoals een revalidatiecentrum. Daarnaast geeft dit systeem meer inzicht in de behandelkosten. Revalidatiecentra kunnen door de DBC s hun bedrijfsvoering verbeteren en betaalbare en doelmatige zorg blijven leveren (NZa, 2010a). Na invoering zijn knelpunten naar voren gekomen en kwamen betrokken partijen gezamenlijk tot een verbeterplan (DBC s op weg naar Transparantie, kortweg DOT). Dit plan DBC s op weg naar Transparantie (DOT) introduceert DBC-zorgproducten, die de huidige DBC s opvolgen. Het doel is om per 2011 te werken met ongeveer 3000 heldere zorgproducten. Deze zorgproducten zijn beter medisch herkenbaar, kostenhomogener en zijn specialisme-overstijgend. Zie ook z Revalidatie Electronisch Patiënten Dossier (REPD) Het Revalidatie EPD automatiseert de kernactiviteiten binnen de revalidatiecentra en omvat zowel de klinische behandeling als de poliklinische behandeling. Het REPD bevat de volgende onderdelen: aanmelding, opname, diagnostiek, behandeling en ontslag. De invulling van deze onderdelen verschilt echter per behandeling. Er staat in het REPD beschreven welke stappen er per behandelfase worden genomen bij klinische behandeling of poliklinische behandeling. Per stap is omschreven welke activiteiten plaatsvinden, wie hierbij betrokken zijn, welke informatie over de patiënt van belang is en waar deze informatie is vastgelegd. Zie ook: 1 Dit geldt alleen voor de DBC s in het B segment. De overheid heeft behandelingen verdeeld in twee segmenten: segment A en segment B. A-segment: Voor de behandelingen in het A-segment zijn de gemiddelde prijzen landelijk vastgesteld. Dit tarief geldt voor de hele behandeling, inclusief alle verrichtingen die erin plaatsvinden. Ook de kosten van het revalidatiecentrum (gebouwen, ondersteunend personeel, etc.) zijn een onderdeel geworden van iedere DBC en daardoor kan de totaalprijs van een DBC verschillen per revalidatiecentrum. De meeste behandelingen vallen in segment A. In principe merkt de revalidant niets bij een behandeling in het A-segment: de rekening gaat naar de zorgverzekeraar. B-segment: Onder segment B valt een klein aantal diagnose-behandeling combinaties, waarover het revalidatiecentrum met elke zorgverzekeraar kan onderhandelen over de prijs en contracten kan afsluiten. De prijzen voor deze DBC s kunnen dus per verzekeraar verschillen. Is er geen sprake van een contract, dan gelden de zogenaamde passantentarieven. Revalidatiecentra zijn verplicht de prijslijst daarvan te publiceren. Het aantal DBC s in het B-segment neemt verder toe. 11
12 z DTL DTL staat voor Directe Toegangelijkheid Logopedie. Dit betekent dat cliënten vanaf 1 augustus 2011 zonder verwijzing van een arts, tandarts of specialist naar een logopedist kunnen. Alle logopedisten worden door een grondige training hierop voorbereid. Doelstelling van deze training is om te leren herkennen of een stoornis thuis hoort bij de logopedist, of dat de cliënt eerst verwezen dient te worden naar een huisarts. Logopedisten die vanuit het revalidatiecentrum eerstelijns behandelingen uitvoeren, kunnen ook na training werken met Directe Toegankelijkheid. z Behandelen volgens richtlijnen/protocollen Zowel bij de revalidatie van kinderen en jongeren als de revalidatie van volwassenen wordt steeds meer gedaan volgens landelijke richtlijnen en daarvan afgeleide interne protocollen. Als bij binnenkomst bekend is welke aandoening de revalidant heeft, wordt het bijbehorende protocol, zoals een NAH-protocol, gebruikt. In de kinder- en jongerenrevalidatie wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de Cerebrale Parese richtlijn. Tevens wordt er op veel plekken nog gewerkt aan implementatie van de aanbevelingen en het maken van concrete afspraken hierover. In de volwassenenrevalidatie is de CBO-richtlijn Beroerte van belang bij revalidanten die na een beroerte worden behandeld in het revalidatiecentrum. Revalidanten met de ziekte van Parkinson worden steeds meer behandeld door logopedisten die zijn aangesloten bij Parkinsonnet2. Meer informatie over (inter-)nationale richtlijnen is te vinden in een overzicht op de website onder kwaliteit > kwaliteitsinstrumenten. z Telelogopedie Sinds 1 januari 2011 is de reguliere behandeling logopedie uitgebreid. Het is voortaan ook mogelijk om de behandeling via breedbeeldverbinding/internet te laten plaatsvinden. Een behandeling via webcam of aanverwante technologische middelen kan een reguliere behandeling vervangen. Het face-to-face contact tijdens de behandeling blijft belangrijk en het is niet de bedoeling dat telelogopedie de hele reguliere behandeling vervangt. Het behandelen via een internetverbinding (breedbandverbinding) kan in specifieke gevallen voor de patiënt een meerwaarde hebben. Bijvoorbeeld als een patiënt moeilijk naar de praktijk kan komen. Dit betekent niet dat de reguliere behandeling zal verdwijnen. Er zullen behandelingen in de praktijk of aan huis blijven plaatsvinden. Telelogopedie is niet geschikt voor alle doelgroepen. Meer informatie over telelogopedie is te vinden via z Invoering Knowledge brokers In diverse revalidatiecentra zijn knowledge brokers (KB) actief. KBs zijn voorlopers uit de eigen organisatie. Vaak zijn het therapeuten uit de organisatie zelf, die collega s kunnen stimuleren en ondersteunen bij het gebruiken van vernieuwingen. 2 Het ParkinsonNet bestaat uit regionale netwerken van zorgverleners die gespecialiseerd zijn in het behandelen en begeleiden van patiënten met de ziekte van Parkinson of Parkinsonismen. De netwerken zijn gecentreerd rond een of meerdere maatschappen neurologie van de regionale ziekenhuizen. Meer informatie is te vinden op 12
13 KBs krijgen hiervoor de ruimte en ondersteuning van onderzoekers en een landelijke netwerk van KBs. Ze vormen zo de verbinding tussen de wetenschappers en collega s op de werkvloer. Ze organiseren en stimuleren de invoering van nieuwe kennis en methoden uit landelijke richtlijnen in de praktijk. Op dit moment worden de richtlijn CP en de richtlijn Beroerte in enkele revalidatiecentra ingevoerd op deze manier. z Veranderingen in kinder- en jongerenrevalidatie In de kinder- en jongerenrevalidatie zijn enkele veranderingen gaande. Zo merken logopedisten dat er sprake is van een verschuiving van de doelgroep mytylkinderen naar de doelgroep kinderen met een meervoudige handicap. Een andere verandering is dat het behandelplan en het schoolplan van het kind steeds beter op elkaar worden afgestemd, waardoor er nog maar een geïntegreerd onderwijs- en behandelplan is. 13
14 2. Standaarden en checklisten Kwaliteitsstandaarden kunnen worden gedefinieerd als een door de beroepsgroep in een bepaald werkveld overeengekomen niveau van zorg en zijn dus de norm voor het handelen. Zorg is een ruim begrip. Vandaar dat in de literatuur wel onderscheid wordt gemaakt tussen de zorgstructuur, het zorgproces en het zorgresultaat. Bij het ontwikkelen van standaarden voor de logopedie is vooral uitgegaan van het zorgproces beschreven in het methodisch logopedisch handelen (Kuiper, 2007), dat terug te vinden is in de standaarden Curatie. In dat zorgproces wordt onderscheid gemaakt in achtereenvolgens: anamnese, onderzoek en diagnosestelling, het overwegen van behandelmogelijkheden, het uitvoeren van het behandelplan, evaluatie en nazorg. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er altijd een vorm van samenwerking met andere disciplines aan de orde is. Voor zover dat in de praktijk niet zo is, wil de NVLF hiertoe een ernstige aanbeveling doen. Na de standaarden Curatie, worden de standaarden Beheer gepresenteerd. Deze standaarden zijn van toepassing op de praktijkvoering van de afdeling logopedie binnen een instelling. Hieronder kunnen ook op zichzelf staande adviseringsactiviteiten vallen, die geen deel uitmaken van het logopedische zorgverleningproces aan individuen. Omdat het uitvoeringsniveau essentieel is in de standaarden en er een vergelijking mogelijk moet zijn tussen het feitelijke en het gewenste niveau, moeten de standaarden meetbaar zijn en dus in waarneembaar gedrag geformuleerd zijn. Met behulp van de checklist, die aan de standaarden gekoppeld is, kan een logopedist vaststellen in welke mate het eigen handelen overeenkomt of afwijkt van de gewenste norm. 2.1 De praktijk Er zijn verschillende motieven denkbaar om met de kwaliteitsstandaarden en de checklist aan de slag te gaan. Die motieven hebben allen te maken met de wens om meer inzicht te krijgen in de mate waarin de logopedist aan de huidige kwaliteitsnormen voldoet. Met andere woorden: Doe ik de juiste dingen en doe ik die dingen juist?. Motieven en vragen voor logopedisten kunnen bijvoorbeeld zijn: z Ik heb lang geleden de opleiding tot logopedist gevolgd; doe ik mijn onderzoek nog volgens de huidige maatstaven? z Ik wil elk jaar concreet twee zaken omtrent het proces van mijn logopedisch handelen verbeteren; hoe krijg ik zicht op verbeterpunten? z Er zijn nieuwe wetten ontwikkeld, wat betekent dat voor het logopedische proces? z Ik wil inzicht geven in de kwaliteit van mijn werk; meetgegevens over het al dan niet opvolgen van de standaarden kunnen mij daarbij helpen. z Ik ben herintreder (of starter) en wil logopedisch handelen volgens de huidige logopedische standaarden. 14
15 3. Tot slot Eerst volgen de standaarden en daarna zal de werkwijze rondom de checklisten worden toegelicht. Tenslotte volgen de checklisten. In deze standaarden wordt gesproken over de logopedist, de revalidant en zijn revalidantsysteem in de hij-vorm. Overal waar de hij-vorm is gebruikt, kan ook de zij-vorm worden gelezen. 15
16 LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR KINDER- EN JONGEREN- REVALIDATIE VERWIJZING 1. De logopedist neemt kennis van en interpreteert de verwijzing, opgesteld door de revalidatiearts 3, van de revalidant 4 met klachten op logopedisch gebied De logopedist verzamelt relevante onderzoeksgegevens en/of informatie van derden omtrent de revalidant en ordent deze in het dossier 5 van de revalidant. De logopedist neemt bij onduidelijke en/of onvolledige vraagstelling voor logopedisch onderzoek en/of behandeling contact op met de revalidatiearts. De logopedist beoordeelt in overleg met de revalidatiearts of er acute logopedische interventie ingezet moet worden op het gebied van eten en drinken / communicatie. INVENTARISEREN HULPVRAAG De logopedist stelt zich op de hoogte van wat er in andere hulpvraaggesprekken bij andere hulpverleners al besproken is met het revalidantsysteem. Hij inventariseert welke anamnesevragen al gesteld zijn om te voorkomen dat er vragen dubbel gesteld worden aan het revalidantsysteem. De logopedist houdt er rekening mee dat vanaf een bepaalde leeftijd een kind mag aangeven of de ouders/ verzorgers wel/niet aanwezig zijn bij gesprekken 7. 3 Er vindt altijd een hulpvraaggesprek plaats. Dit gebeurt binnen de verschillende revalidatiecentra op verschillende manieren/ vormen. Soms wordt de revalidant en het revalidantsysteem als eerste gezien door de revalidatiearts en bijvoorbeeld de maatschappelijk werker en/of psycholoog. Vanuit dit gesprek worden de hulpvragen van de revalidant ingebracht in het multidisciplinaire team en neemt de logopedist kennis hiervan. 4 Daar waar revalidant staat kan bij de jonge kinderen ook revalidantsysteem gelezen worden. Het ontwikkelingsniveau van kinderen daalt op de mytylschool. Hierdoor krijgt de logopedist steeds meer te maken met het revalidantsysteem in plaats van de revalidant en is er sprake van meer indirecte dan directe therapie. 5 Dit kan zowel een papieren, als een elektronisch dossier zijn. In deze standaard wordt met dossier het medisch dossier van de revalidant bedoeld. 6 Bij jonge kinderen of kinderen met een laag ontwikkelingsniveau wordt het anamnesegesprek alleen gevoerd met de ouders, bij een jongere kan dit anders zijn. 7 Bij een behandelingsovereenkomst (WGBO) zijn er 3 categorieën waarin beschreven staat of een kind een wel/geen zelfstandige keuze mag maken. Tot 12 jaar valt een kind onder volledige zeggenschap van ouders. Tussen jaar hebben kinderen een belangrijke eigen stem. Naast de ouders moet kind zelf ook toestemming geven. 16 jaar en oudere kinderen zijn gelijkgesteld met volwassene; ze hebben zelfstandige beslissingsbevoegdheid. 16
17 7. De logopedist voert (eventueel samen met andere disciplines) een hulpvraaggesprek met de revalidant en zijn revalidantsysteem 8. Hierin wordt besproken: z wat de hulpvraag van de revalidant en zijn revalidantsysteem is; z wat de prioriteiten zijn van de revalidant en zijn revalidantsysteem; z welke logopedische stoornissen gezien worden bij de revalidant door de logopedist en wat de logopedist kan betekenen (met betrekking tot de hulpvraag) voor de revalidant en zijn revalidantsysteem De logopedist creëert een optimale situatie voor de revalidant en zijn revalidantsysteem met betrekking tot de veiligheid en de fysieke omgeving (eventueel in samenwerking met andere disciplines) tijdens het hulpvraaggesprek De logopedist motiveert en informeert de revalidant en zijn revalidantsysteem over de opzet, het doel, de inhoud en de duur van het hulpvraaggesprek. De logopedist : z houdt rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de revalidant; z houdt rekening met de interesses, karaktereigenschappen, de stemming en de emotionele toestand van de revalidant; z houdt rekening met motorische en communicatievaardigheden; z houdt rekening met belasting en belastbaarheid van revalidant en revalidantsysteem. De logopedist toont invoelend vermogen ten aanzien van de revalidant en het revalidantsysteem. De logopedist toont interesse en begrip, luistert actief naar hetgeen de revalidant en het revalidantsysteem vertellen tijdens het hulpvraaggesprek. De logopedist: z stelt relevante vragen en legt eventueel het doel van deze vragen uit; z geeft de revalidant de ruimte om relevante zaken aan te dragen; z gaat na of hij het verhaal van de revalidant goed begrepen heeft; z gaat na of de revalidant hem goed begrepen heeft; z gaat in op vragen van de revalidant door informatie en/of advies te geven, of door er later op terug te komen; z heeft aandacht voor opvattingen van de revalidant; z bewaakt de structuur van het gesprek; z vat het gesprek samen. 11. Eventueel voert de logopedist na het hulpvraaggesprek nog een aanvullend logopedisch (hetero-) anamnesegesprek met de revalidant en/of het revalidantsysteem. 12. De logopedist verzamelt door het afnemen van een aanvullende (hetero-) anamnese relevante gegevens over de hulpvraag van de revalidant en/of zijn revalidantsysteem ten behoeve van de logopedische diagnose en de eventueel in te stellen behandeling uitgaande van het ICF-CY-model (functie, activiteiten en participatie) 10. Tijdens dit (hetero-) anamnesegesprek houdt de logopedist rekening met de informatie genoemd in standaarden 6 tot en met De logopedist rapporteert informatie uit het (hetero-)anamnesegesprek schriftelijk in het dossier op de daarvoor afgesproken plek. Indien wenselijk licht hij dit mondeling toe. 8 Het is wenselijk dat ouders gezien worden voor een hulpvraaggesprek. Bij kinderen die een mytylschool bezoeken, worden deze gesprekken niet altijd gevoerd. 9 Hieronder wordt verstaan: een goede zithouding, prikkelarme ruimte, en dergelijke. 10 Zie Bijlage I Het ICF-model. 17
18 AFNEMEN ONDERZOEK 14. De logopedist motiveert en informeert de revalidant over de opzet, de inhoud en het doel van het onderzoek, rekening houdend met zijn motorische en communicatieve vaardigheden. 15. De logopedist toont flexibiliteit ten opzichte van de revalidant en de onderzoekswijze door bij de keuze van de onderzoeksmethode rekening te houden met de aanwezige beperkingen 11 van de revalidant en zijn revalidantsysteem. De logopedist geeft uitleg aan de revalidant en zijn revalidantsysteem over wat er met de verkregen informatie gaat gebeuren. 16. De logopedist gebruikt zo mogelijk onderzoeksinstrumenten die ontwikkeld en genormeerd zijn voor de kinder- en jongerenrevalidatie. Voor zover deze instrumenten niet bestaan, past hij andere bestaande onderzoeksmethodes en -instrumenten aan voor het onderzoeksdoel. In de onderzoeksrapportage wordt dit expliciet vermeld. 17. Bij elk meetinstrument dat gebruikt wordt, hanteert de logopedist de handleiding ervan. Daarnaast houdt hij rekening met de mogelijke invloed van het (sociale) revalidantsysteem, de conditie en (gezondheids) toestand van de revalidant. 18. Door middel van observatie en/of het hanteren van meetinstrumenten, verzamelt de logopedist relevante gegevens op één of meer van de domeinen van de RAP-systematiek: z functies en anatomische eigenschappen; z bewegingsvaardigheden; z leervaardigheden; z communicatie; z persoonlijke verzorging; z sociaal-emotioneel functioneren; z dagbesteding; z omgeving. Waarbij communicatie en persoonlijke verzorging (eten en drinken) op de voorgrond staan. 19. De logopedist ordent de verzamelde onderzoeksgegevens ten behoeve van de diagnosestelling en het overwegen van behandelingsmogelijkheden uitgaande van het ICF-CY-model. De logopedist rapporteert deze gegevens in het dossier 12 op de daarvoor bestemde plek en koppelt dit terug aan het multidisciplinaire team. 11 Hier worden de niet-logopedische beperkingen bedoeld. 12 NVLF-Richtlijn verslaglegging (2009): De logopedische diagnose wordt, met toelichting en motivatie, beknopt genoteerd. Bij deze diagnose spelen naast leeftijd en contactreden die al bij de anamnese staan de volgende gegevens een rol: functioneringsproblemen in termen van beperkingen, participatieproblemen en stoornissen. De aard van de problemen wordt, waar mogelijk, vastgelegd in termen van beperkingen, participatieproblemen en stoornissen. Het gaat hier om de meest kenmerkende en voor de behandeling meest relevante beperkingen, participatieproblemen en stoornissen. Geadviseerd wordt het aantal per categorie beperkt te houden. 18
19 FORMULEREN VAN CONCLUSIES EN BESLISSEN WEL OF NIET BEHANDELEN 20. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens benoemt de logopedist een (voorlopige) logopedische diagnose volgens het ICF-CY-model op één of meer van de volgende gebieden: stoornissen, bewegingsvaardigheden, leervaardigheden, communicatie, persoonlijke verzorging, sociaal-emotioneel functioneren, dagbesteding en omgeving. Hierbij houdt hij rekening met de ontwikkeling, de leeftijd, de persoonlijkheid, gedragingen en nevenstoornissen en de sociale context van de revalidant. 21. De logopedist houdt bij het op te stellen voorlopige voorstel behandelplan rekening met de revalidant (en/ of zijn revalidantsysteem) wat betreft: z hulpvraag van de revalidant; z type en ernst van de logopedische stoornis/beperking volgens het ICF-CY-model; z eventuele aanwezigheid van bijkomende stoornissen/beperkingen volgens het ICF-CY-model; z belasting en belastbaarheid van de revalidant; z persoonlijkheid van de revalidant; z ontwikkelingsniveau van de revalidant; z belevings- en interessewereld van de revalidant; z situatie binnen het dagelijks leven van de revalidant; z motivatie van de revalidant; z rol, belasting en belastbaarheid van zijn revalidantsysteem; z frequentie van de logopedische behandeling; z vastleggen van evaluatiemomenten; z kwaliteit van leven. De logopedist overweegt, na overleg met de andere leden van het multidisciplinaire team en/of een externe logopedische expert, welke (logopedische) methoden en/of hulpmiddelen 13 toegepast kunnen worden ten behoeve van de revalidant. De logopedist overweegt om samen met een andere discipline de revalidant nader te onderzoeken en/of te behandelen. 22. De logopedist bespreekt de onderzoeksresultaten en de logopedische diagnose met de andere leden van het multidisciplinaire team en het revalidantsysteem (afhankelijk van de organisatie).hij bespreekt zijn voorstel voor logopedische behandeling van de revalidant. 23. De logopedist overweegt, eventueel na overleg met de andere leden van het multidisciplinaire team, welke hulpmiddelen aangepast en/of aangevraagd kunnen worden ten behoeve van de revalidant. 13 De logopedist heeft kennis van de mogelijke hulpmiddelen, leveranciers en verzekeraars. De overweging wordt door de logopedist bepaald, op grond van de technische mogelijkheden en de zintuiglijke, (senso-)motorische en cognitieve vermogens van de revalidant. De logopedist is soms de schakel tussen leverancier en verzekeraar. 19
20 De logopedist rapporteert mondeling en/of schriftelijk aan de revalidatiearts en andere hulpverleners over onderzoeksresultaten en diagnose. In dit rapport staan: z de personalia; (hetero-)anamnesegegevens en observatie- en/of testgegevens volgens de domeinen van de RAP-systematiek en de logopedische diagnose uitgaande van het ICF-CY-model; z de logopedische bevindingen en voorstellen naast die van eventuele andere hulpverleners, waarna besloten wordt tot een inter-/transdisciplinaire aanpak en het stellen van prioriteiten; z indien nodig de redenen als gekozen wordt om niet te behandelen; z indien nodig adviezen voor een verwijzing via de revalidatiearts naar een andere collega-logopedist en/ of discipline en/of instelling voor aanvullend onderzoek en/of behandeling. De uiteindelijke werkwijze wordt opgesteld met het hele multidisciplinaire team en het revalidantsysteem op basis van het kernprobleem en doelstellingen. Gezamenlijk worden prioriteiten gesteld. OPSTELLEN BEHANDELPLAN 26. De logopedist bespreekt de onderzoeksresultaten en de logopedische diagnose met de revalidant en/ of zijn revalidantsysteem, eventueel in samenwerking met de revalidatiearts. Hij bespreekt zijn voorstel voor logopedische behandeling van de revalidant en eventuele risico s met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem. De logopedist: z informeert de revalidant en/of zijn revalidantsysteem over de gevolgen c.q. mogelijke gevolgen van de logopedische stoornis (voor zover mogelijk); z geeft informatie over de te verwachten duur, de te investeren tijd, energie en zelfwerkzaamheid en de prognose van de behandeling; z legt de eventuele relatie uit tussen stoornissen op het gebied van neurologie, senso- z motoriek, cognitie, emotie, sociaal gedrag, communicatie en/of eten en drinken; z geeft de revalidant de gelegenheid te reflecteren op hetgeen met hem besproken is; z geeft de revalidant en/of zijn revalidantsysteem alle relevante informatie om te kunnen meebeslissen, over bijvoorbeeld: * therapiemogelijkheden en gevolgen van niet behandelen; * verwachtingen indien gekozen wordt voor niet behandelen; * verwachtingen indien gekozen wordt voor behandeling; z creëert mogelijkheden tot eigen inbreng van de revalidant; z houdt rekening met de kwaliteit van leven van de revalidant; z maakt afspraken omtrent de logopedische behandeling met revalidant en/of zijn revalidantsysteem en legt deze schriftelijk vast. 27. Op grond van de verzamelde gegevens uit standaarden 7 tot en met 26 bespreekt de logopedist met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem of logopedische behandeling al dan niet gestart wordt. Indien besloten wordt dat er geen logopedische behandeling gestart wordt, rondt de logopedist de behandeling af, volgens standaarden 47 en De logopedist bepaalt de logopedische doelstellingen en bespreekt met de overige leden van het multidisciplinaire team en met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem in hoeverre dit past in het totale behandelplan. Hierbij wordt rekening gehouden met de genoemde punten in standaard 21 en
21 De logopedist stelt de inhoud en de opbouw van het behandelplan vast, uitgaande van het ICF-CY-model, in overleg met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem. Hij draagt zorg voor optimale afstemming met andere disciplines. Hij legt dit vast in SMART-doelen voor de korte en lange termijn. De logopedist: z houdt bij de keuze van behandelmogelijkheden rekening met de invloed van psychosociale factoren; 14 z overweegt bij aanwezigheid van diverse logopedische stoornissen welke behandeling prioriteit heeft, mede aangegeven door de revalidant; z geeft de revalidant en/of zijn revalidantsysteem inspraak ten aanzien van aanpak, volgorde, therapeut, therapiefrequentie en behandelduur; z overweegt en geeft aan wat vaktechnisch de beste behandelingsvolgorde of methode of hulpmiddel is; z geeft aan wat de minimale en optimale behandelfrequentie is en een indicatie van de behandelduur; z overlegt met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem welke hulpmiddelen het meest geschikt zijn en toegepast worden. De logopedist overlegt eventueel hierover met andere disciplines. z geeft inzicht in welke mogelijkheden er zijn ten aanzien van verdere diagnostiek en andersoortige behandelingen; z geeft bij de methodieken aan wat er van de revalidant en revalidantsysteem verwacht wordt; z geeft aan waar de grenzen van het eigen vakgebied/handelen liggen; z neemt (indien nodig) contact op met een externe gespecialiseerde logopedist voor aanvullende adviezen. De logopedist rapporteert mondeling en/of schriftelijk aan de revalidatiearts en andere hulpverleners binnen en buiten de instelling over het logopedisch behandelplan. UITVOEREN VAN DE BEHANDELING De logopedist schept de benodigde randvoorwaarden, voordat er gestart wordt met de logopedische therapie. 32. De logopedist begeleidt en geeft voorlichting aan de revalidant en/of zijn revalidantsysteem met betrekking tot (het omgaan met) de logopedische stoornis en het logopedisch traject voor de toekomst. De logopedist geeft educatie en adviezen 17 over de logopedische stoornis, de oorsprong van de stoornis en de gevolgen van de stoornis aan de revalidant en/of zijn revalidantsysteem. Eventueel vindt de voorlichting en educatie plaats in groepsverband (bijvoorbeeld een oudercursus/ouderavond). 33. De logopedist past de gekozen werkwijze toe, waarvan verwacht wordt dat die de mogelijkheden op communicatief gebied en/of het eten en drinken optimaliseert. Hij gaat onderzoekend behandelen met het revalidantsysteem als co-therapeut. Hij stemt het handelen af op het kernprobleem en op de overige (para-) medische disciplines, leerkrachten en/of groepsleiding en/of externe partijen De logopedist houdt hierbij in de gaten, dat de problemen met de grootste kans op complicaties het eerst worden behandeld. Het kan zijn dat de prioriteit niet ligt bij het logopedisch probleem van het kind. 15 De logopedische behandeling kan zowel direct als indirect worden aangeboden Zie begrippenlijst voor uitleg indirecte behandeling, directe behandeling, revalidantgebonden tijd en niet-revalidantgebonden tijd. De behandeling kan zowel individuele behandeling of groepsbehandeling zijn. 16 Hieronder wordt o.a. verstaan: het aanleggen van een communicatieschrift, goede houding, juiste stoel, en dergelijke. 17 Deze adviezen kunnen eenmalig gegeven worden, maar dienen daarna wel opgevolgd te worden. 18 Voorbeelden van externe partijen: audiologisch centrum, thuisbegeleiding, MEE. 21
22 34. De logopedist geeft de revalidant en/of zijn revalidantsysteem instructies bij de uitvoering van de diverse aspecten/oefeningen van de gekozen methode en bij het omgaan met stoornissen, beperkingen en hulpmiddelen door uit te leggen: z wat het doel van de oefeningen is, z wat de werkwijze bij de oefening is, z hoe materiaal/hulpmiddelen gebruikt dienen te worden, z wat belangrijke aandachtspunten zijn De logopedist begeleidt (het revalidantsysteem van de) revalidant inzake omgang met de stoornissen, beperkingen en hulpmiddelen om de communicatieve mogelijkheden en/of het eten en drinken te optimaliseren. 36. De logopedist bewaakt op een gelijkwaardige manier de wijze waarop de revalidant en/of zijn revalidantsysteem de gegeven instructies opvolgt, door middel van observatie en coaching van de revalidant / de co-therapeuten / het revalidantsysteem Zo nodig brengt de logopedist een huisbezoek aan het revalidantsysteem. Zo nodig neemt de logopedist contact op met een externe gespecialiseerde logopedist voor adviezen ten aanzien van de uitvoering van de behandeling. De logopedist legt het verloop van de behandeling schriftelijk vast, op de daarvoor bestemde plek in het dossier. TUSSENTIJDSE EVALUATIE / EINDEVALUATIE 40. De logopedist bewaakt de uitvoering van het behandelplan in het kader van het geheel, door na te gaan of het behandelplan aansluit bij het doel van de logopedische behandeling. Hij doet dit door observatie tijdens de behandelingen en tussentijdse evaluaties van de behandeling met de revalidant en/of zijn revalidantsysteem en door het opnieuw gebruiken van meetinstrumenten. 41. De logopedist evalueert de hulpvraag, het logopedisch onderzoek, de diagnostiek, de inhoud en opbouw van het behandelplan, het effect van de behandeling (in overleg) met de revalidant en vergelijkt deze met de eigen bevindingen. De logopedist gaat de tevredenheid van de revalidant en/of zijn revalidantsysteem na. 42. De logopedist legt (tussentijdse) evaluaties van de behandeling schriftelijk vast in het dossier op de daarvoor afgesproken plek volgens de RAP-systematiek. 43. De logopedist evalueert in het multidisciplinaire team samen met andere disciplines het behandelplan. 44. Indien de logopedische adviezen omtrent communicatie en/of eten en drinken niet worden opgevolgd door de revalidant en/of zijn revalidantsysteem, rapporteert de logopedist dit in het dossier op de daarvoor afgesproken plek. De logopedist bespreekt dit met de revalidatiearts. 19 Deze begeleiding kan eenmalig zijn, maar kan ook uit meerdere begeleidingssessies bestaan. 22
23 45. Indien in overleg met de revalidant en zijn revalidantsysteem besloten wordt dat de behandeling wordt afgesloten, overlegt de logopedist met de revalidant en zijn revalidantsysteem over het afbouwen van de behandeling en/of tijdelijk stoppen van de behandeling. Hij legt dit schriftelijk vast in het dossier. 46. De logopedist informeert de revalidatiearts en het multidisciplinaire team omtrent het verloop en het effect van de logopedische behandeling. De logopedist informeert naar de bevindingen van de andere hulpverleners en vergelijkt deze met de eigen bevindingen. AFSLUITEN VAN DE BEHANDELING De logopedist brengt aan de revalidatiearts en andere betrokkenen een verslag uit omtrent het beëindigen van de behandeling, het resultaat van de behandeling en de eventuele prognose ten aanzien van de verdere ontwikkeling. De eindresultaten worden mondeling en/of schriftelijk besproken. De logopedist overweegt de mogelijkheden tot verwijzing naar een logopedist in de eerste lijn, een andere hulpverlener of hulpverlenende instantie en overlegt dit met de revalidatiearts, de andere teamleden en de revalidant. 48. De logopedist doet indien nodig en/of gewenst een voorstel aan het multidisciplinaire team over de nazorg van de revalidant. De logopedist: z wijst de revalidant en zijn revalidantsysteem op aspecten waar zij blijvend aandacht aan zullen moeten schenken; z wijst de revalidant en zijn revalidantsysteem op blijvende risico s; z geeft de revalidant en zijn revalidantsysteem adviezen mee om de woon-, leef- en werksituatie zo goed mogelijk te garanderen; z bekijkt de mogelijkheden ten aanzien van controleafspraken en/of de mogelijkheid om bij vragen, twijfels of nieuwe klachten contact op te nemen; z draagt, indien nodig, zorg voor een overdracht naar een logopedist, die de logopedische behandeling zal voortzetten. 20 Volgens de geldende afspraken binnen de instelling 23
Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling
Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling Multiple Sclerose (MS) De aandoening Multiple Sclerose (MS) kan beperkingen met zich meebrengen in uw dagelijkse leven. In deze folder leest u wat het behandelprogramma
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Therapeutische peutergroepen. Algemene informatie
Therapeutische peutergroepen Algemene informatie Therapeutische peutergroep Behandeling op een therapeutische peutergroep (TPG) bestaat uit een intensief revalidatieprogramma voor kinderen van ongeveer
Revalidatie. Revalidatie & Herstel
Revalidatie Revalidatie & Herstel De afdeling Revalidatie in het BovenIJ ziekenhuis is een onderdeel van de afdeling Revalidatie en Herstel. Met deze folder willen wij u graag vertellen wat wij voor u
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Libra R&A locatie Leijpark. Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie. klinische opname kinderen/jongeren
Libra R&A locatie Leijpark Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie klinische opname kinderen/jongeren Deze folder is bedoeld voor kinderen/jongeren (of hun ouders/verzorgers) die met de diagnose
Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie voor ouders/verzorgers
Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie voor ouders/verzorgers Wat is DCD? DCD is de Engelse afkorting van Developmental Coordination Disorder; vrij vertaald in het Nederlands een motorische
Behandeling en Zorg na een beroerte
Behandeling en Zorg na een beroerte Belangrijke telefoonnummers Afdeling Stroke-Unit: 0513 685 625 CVA Verpleegkundige Tjongerschans 06 20 01 87 18 SSHV : Stichting samenwerkende Hersenletsel verenigingen
Revalidatie voor kinderen en jongeren. Poliklinische en klinische behandeling
Revalidatie voor kinderen en jongeren Poliklinische en klinische behandeling Revalidatie voor kinderen en jongeren Poliklinische en klinische behandeling Het doel is zo zelfstandig mogelijk worden Kinderen
De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie
De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum Medische Psychologie In deze folder informeren we u over de manier van werken van de psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische psychologie van Zuyderland
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson is een chronische progressieve neurologische aandoening. Bij deze ziekte gaat
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Locatie Arnhem - Doetinchem - Ede Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson en Parkinsonisme kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Niet alleen voor
Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda
Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda Informatie voor ouders/verzorgers Uw kind wordt aangereden door een auto, valt hard van
Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA. Poliklinische revalidatie
Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA Poliklinische revalidatie Door mijn hersenletsel staat mijn leven op zijn kop. Mijn arm doet het niet meer, ik ben zo moe en ik ben mijn eigen ik kwijt door veranderingen
Arbeidsrevalidatie bij NAH
Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met nietaangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)
POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN
POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN Transitie van kind naar volwassene Mw.dr. Jetty van Meeteren revalidatiearts, Erasmus MC Waarom aandacht voor transitie? Zowel uit de klinische praktijk als uit het wetenschappelijk
Poliklinische kinderrevalidatie
Poliklinische kinderrevalidatie POLIKLINISCHE KINDERREVALIDATIE Het Kennemer Gasthuis heeft de mogelijkheid om kinderen in de leeftijd van 0 tot ongeveer 16 jaar poliklinisch te revalideren. Het gaat
Poliklinische revalidatie voor kinderen en jongeren
Poliklinische revalidatie voor kinderen en jongeren 1 De revalidatiearts heeft uw kind een poliklinische revalidatiebehandeling voorgesteld. Wij kunnen ons voorstellen dat er veel vragen op u afkomen.
Ergotherapie. Beter voor elkaar
Ergotherapie Beter voor elkaar Ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten Deze folder informeert u over ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten. Heeft u na het lezen van deze folder
Hersenletsel uw behandelprogramma bij Adelante
Hersenletsel uw behandelprogramma bij Adelante Voorwoord Hersenletsel Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. In dit hoofdstuk
STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL
STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL Er is een ontwikkeling gaande dat steeds meer logopedisten door scholen worden gevraagd om de logopedische behandeling niet meer vanuit de praktijk, maar binnen de schoolmuren
Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie
Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de Parkinsonverpleegkundige in het ziekenhuis in verband met de ziekte van Parkinson.
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Behandelprogramma. CVA/hersenletsel
Behandelprogramma CVA/hersenletsel Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. In dit hoofdstuk vindt u zoveel mogelijk informatie
Formats voor verslagen
Bijlage 4 Formats voor verslagen Onderzoeksverslag Verslag van het logopedisch onderzoek van..., door..., d.d.... Personalia Inleiding Aanmelding, verwijzing, klacht en vraagverheldering Intakegesprek
Multiple Sclerose. Poliklinische revalidatie
Multiple Sclerose Poliklinische revalidatie Voor wie is deze folder? Bij u is de diagnose Multiple Sclerose (MS) gesteld. De aandoening Multiple Sclerose kan beperkingen met zich meebrengen in uw dagelijks
Polikliniek Revalidatie
Revalidatie Geneeskunde Polikliniek Revalidatie Volwassenen Inleiding Uw revalidatiearts heeft in overleg met u besloten dat u in aanmerking komt voor poliklinische revalidatie. U revalideert om te herstellen
Kinderrevalidatie. Informatie voor ouders
Kinderrevalidatie Informatie voor ouders Kinderrevalidatie ViaReva is het centrum voor revalidatie voor volwassenen en jeugd in de regio Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Wanneer uw kind een handicap of
Poliklinische revalidatiebehandeling. beroerte
Poliklinische revalidatiebehandeling na een beroerte POLIKLINISCHE REVALIDATIEBEHANDELING NA EEN BEROERTE Wat is een beroerte Bij een beroerte of CVA (de medische term) is de bloedtoevoer in de hersenen
Kijk op het jonge kind. Sabina Groen
Kijk op het jonge kind Sabina Groen Kijk op het jonge kind Wie ben ik? Opleiding geneeskunde Maastricht 1989-1996 Kinder-en jeugdpsychiatrie AMC Kindergeneeskunde AMC Kinderrevalidatie Heliomare Opleiding
ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving
ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving Informatiegids voor ouders Wat kan ZO dichtbij voor u betekenen? Adelante ZO dichtbij versterkt het regulier onderwijs en ondersteunt leerlingen
De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen
De Klinisch Linguïst Specialist in Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen Copyright Vereniging voor Klinische Linguïstiek (VKL) April 2000 Secretariaat: Vereniging voor Klinische Linguïstiek
Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie
Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de Parkinsonverpleegkundige in het ziekenhuis in verband met de ziekte van Parkinson.
Standaarden voor logopedisten werkzaam in de eerste lijn
Standaarden voor logopedisten werkzaam in de eerste lijn Versie juni 2017 Mw. A. van Hemert, NVLF Mw. M. Schulte, NVLF Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 De standaarden versus andere kwaliteitsinstrumenten...
Behandelingen opname. 1 Cognitieve Behandelunit. 2 Intensief Communicatie Programma
31/07/2019 Behandelingen opname 1 Cognitieve Behandelunit We besteden aandacht aan stoornissen van uw cognitieve functies. Uw behandeling vindt grotendeels in een groep plaats met 4 tot 6 andere mensen
Logopedische standaarden Intramurale zorg
Logopedische standaarden Intramurale zorg Audiologische centra, logopedie bij verstandelijke beperking, revalidatiecentra, verpleeghuizen, ziekenhuizen Datum: mei 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Voorlichting Handleiding registratiemodules MSRZ 2015
Voorlichting Handleiding registratiemodules MSRZ 2015 Ingangsdatum 1 juni 2015 Versie 20150601, 1 juni 2015 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Toelichting opzet moduleregistratie 5 2.1 Doel van de moduleregistratie
Revalidatie. Nederland
Revalidatie Nederland Revalidatie richt zich op herstel of verbetering van mogelijkheden van mensen met blijvend lichamelijk letsel of een functionele beperking Wat is Revalidatie Nederland? Revalidatie
Revalidatie bij handletsel Revalidatiecentrum Breda
Revalidatie bij handletsel Revalidatiecentrum Breda Inleiding U bent naar de revalidatiearts van Revant Revalidatiecentrum Breda doorverwezen, omdat u onlangs een letsel of een operatieve behandeling heeft
Behandelprogramma. Dwarslaesie
Behandelprogramma Dwarslaesie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw opname en/of behandeling bij Adelante
Vroegbehandeling stichting Omega juni 2016
Vroegbehandeling stichting Omega juni 2016 1 Inhoudsopgave Inleiding pagina 3 Doelgroep vroegbehandeling pagina 4 Doelstelling vroegbehandeling pagina 5 Werkwijze vroegbehandeling pagina 6 Vervolg vroegbehandeling
Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts
Developmental Coordination Disorder Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts 11-06-2015 Inhoud Developmental Coordination Disorder Criteria Kenmerken Comorbiditeiten Pathofysiologie Behandeling Prognose
behoud. Uw zelfstandigheid. Informatie over: Een beroerte
behoud. Informatie over: Een beroerte Uw zelfstandigheid. Uw leven zo goed mogelijk oppakken na een beroerte. Samen met Laurens. Lees meer over wat Laurens voor u kan betekenen. meer dan zorg De medische
Libra R&A locatie Deurne. Poliklinische revalidatie. volwassenen
Libra R&A locatie Deurne Poliklinische revalidatie volwassenen Welkom bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Deurne Deze brochure geeft informatie over poliklinische revalidatie voor volwassenen bij
Revalidatie dagbehandeling. Revalidatie & Therapie
Revalidatie dagbehandeling Revalidatie & Therapie Wat is revalidatie? Als gevolg van een ziekte, een ongeval of een aangeboren aandoening kunnen er stoornissen ontstaan in het bewegingsapparaat of zenuwstelsel.
Chronische pijn. Locatie Arnhem
Chronische pijn Locatie Arnhem Chronische pijn We spreken van chronische pijn als pijnklachten langer dan zes maanden blijven bestaan. De pijn kan in verschillende delen van het lichaam voorkomen. Soms
Stap voor stap weer aan het werk
Stap voor stap weer aan het werk Re-integratie en diagnose van arbeidsbelastbaarheid Volwassenenrevalidatie Kinderrevalidatie Arbeidsrevalidatie Rijndam Rijndam is hét medisch geneeskundig revalidatiecentrum
Poliklinische revalidatie behandeling
Poliklinische revalidatie behandeling voor volwassenen U heeft samen met uw revalidatiearts besloten dat u gaat deelnemen aan de poliklinische revalidatiebehandeling (PRB). U komt dan één of enkele keren
Amputatie, traumatologie en orthopedie (ATO)
Behandelprogramma Amputatie, traumatologie en orthopedie (ATO) Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw
Kennis- en behandelcentrum
Kennis- en behandelcentrum Norschoten Klaverweide 1 3773 AW Barneveld T 0342-40 40 00 E info@norschoten.nl I www.norschoten.nl juni 2017 Algemeen De behandelaren van het kennis- en behandelcentrum behandelen
Poliklinische medisch specialistische revalidatie
Poliklinische medisch specialistische revalidatie Revalidatie verbetert uw leefsituatie Door middel van deze informatiefolder informeren wij u over de poliklinische medisch specialistische revalidatiebehandeling.
Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137
Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:
Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Poliklinische revalidatie
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA Poliklinische revalidatie U heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bent verwezen naar Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch voor poliklinische revalidatie.
Kinderrevalidatie in de regio. Saskia Houwen
Kinderrevalidatie in de regio Saskia Houwen Doel van vanavond Voorstellen revalidatieartsen Vogelvlucht onze visie/ producten Wanneer kunt u wel en niet bij ons terecht en hoe? Jullie input en vragen!
ook bij u thuis! Advies, ondersteuning, behandeling, preventie & verwijzing
ook bij u thuis! Viattence Vitaal Advies, ondersteuning, behandeling, preventie & verwijzing Inhoudsopgave Viattence Vitaal Viattence Vitaal 3 Fysiotherapeut 4 Ergotherapeut 5 Logopedist 6 Specialist ouderengeneeskunde
Libra R&A locatie Weert. Poliklinische revalidatie. volwassenen
Libra R&A locatie Weert Poliklinische revalidatie volwassenen Welkom bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Weert Deze brochure geeft informatie over poliklinische revalidatie voor volwassenen bij
Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven
l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan
Poliklinische revalidatiebehandeling
Patiënteninformatie Poliklinische revalidatiebehandeling rkz.nl Inleiding In deze folder kunt u lezen wat poliklinische revalidatiebehandeling in het inhoudt, wie er betrokken zijn bij uw behandeling en
Uitgangsvragen en aanbevelingen
Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende
Het aanbod van de CVA ketenzorg is onderverdeeld in diverse fases:
Ketenzorg CVA Wat is een CVA? Als de bloedvoorziening in de hersenen plotseling onderbroken wordt spreekt men van een beroerte. In de medische wereld wordt dit Cerebro Vasculair Accident (CVA) genoemd.
Oncologische revalidatie uw behandelprogramma bij Adelante
Oncologische revalidatie uw behandelprogramma bij Adelante Voorwoord Oncologische revalidatie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel
Bronnen: Bedrijfsenquête revalidatiecentra 2014/2015 en Open DIS data
Van: Revalidatie Nederland Betreft: Branchegegevens revalidatie 2014 en 2015 Bronnen: Bedrijfsenquête revalidatiecentra 2014/2015 en Open DIS data 2013-2015 Datum: December 2016 1. Omzet Tabel 1.1: revalidatieproductie
Standaarden voor logopedisten werkzaam in de eerstelijn
Standaarden voor logopedisten werkzaam in de eerstelijn Versie april 2012 Mw. E. Cox, MA, NVLF Mw. M. Schulte, NVLF 1 Inhoud 1. Inleiding...3 1.1 Doel standaarden en checklisten... 3 1.2 De logopedist
Arbeidsrevalidatie bij NAH
Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)
Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers
Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden
Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers
Libra R&A locatie Blixembosch Specialistische Cognitieve Revalidatie Informatie voor verwijzers Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen
ENERGIEK Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen Achtergrond Bewegen is goed, voor iedereen! Dat is wat u vaak hoort en ziet in de media. En het is waar, bewegen houdt ons fit en
Revalideren na een ziekenhuisopname in De Die
Revalideren na een ziekenhuisopname in De Die Revalideren na een ziekenhuisopname U gaat revalideren na een ziekenhuisopname. Tijdens uw verblijf in De Die werkt u aan een verantwoorde terugkeer naar huis.
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Klinische revalidatie
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA Klinische revalidatie U heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bent door de revalidatiearts in het ziekenhuis verwezen naar Libra Revalidatie & Audiologie locatie
Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie
Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de MS-verpleegkundige in het MSbehandelcentrum. De ziekte MS is een chronische ziekte waarbij
PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE
PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE De probleeminventarisatie is een overzicht van beperkingen en problemen op verschillende levensgebieden: lichamelijke gezondheid, emotioneel welbevinden,
Model. Zorgleefplan. Verantwoorde zorg. Een korte handreiking voor gebruik
Model Zorgleefplan Verantwoorde zorg Een korte handreiking voor gebruik De cliënt m Het zorgleefplan als instrument voor Verantwoorde zorg Het model Zorgleefplan Verantwoorde zorg is bestemd voor de medewerkers
Welkom. Wietske van de Geer Peeters. Revalidatiearts. Klimmendaal locatie Zutphen Gelre. ziekenhuizen Zutphen
Welkom Wietske van de Geer Peeters Revalidatiearts Klimmendaal locatie Zutphen Gelre ziekenhuizen Zutphen Revalidatiegeneeskunde Missie: Actief naar zelfredzaamheid en eigen regie. Visie: Revalidatiegeneeskunde
Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie. Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Leadauditor/Materiedeskundige Kiwa
Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Leadauditor/Materiedeskundige Kiwa Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Even voorstellen... Opening Criteria kwaliteitstoets 2017
Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.
Schema Afasie Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 11 De logopedist
SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling
SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor
Behandeling bij u thuis
www.zge.nl Behandeling bij u thuis In deze folder maakt u kennis met de behandelaars van Zorggroep Elde: de specialist ouderengeneeskunde, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, psycholoog en diëtist.
Revalidatie geneeskunde. Revalidatiedagbehandeling
Revalidatie geneeskunde Revalidatiedagbehandeling Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Het revalidatieteam... 4 3. Poliklinische dagbehandeling... 4 4. Wat doen de verschillende behandelaars?... 5 4a De
Revalideren in het Roessingh. Vernieuwend - Attent - Samen
Revalideren in het Roessingh Vernieuwend - Attent - Samen Moderne middelen en maatwerk Ik heb het moeten leren accepteren. Af en toe zeggen: stop en niet verder. Daarmee kreeg ik weer een stukje van mijzelf
Klinische revalidatie bij Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda
Klinische revalidatie bij Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda De doelgroep Het behandelprogramma is bestemd voor mensen met een niet aangeboren hersenletsel, die nog niet in staat
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als
Revalidatiegeneeskunde
Revalidatiegeneeskunde 2 U bent door uw behandelend specialist in het Canisius- Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) of de huisarts verwezen naar een revalidatiearts. In deze folder vindt u informatie over revalidatiegeneeskunde
Kwaliteitscriteria revalidatiezorg voor kinderen met een spierziekte. Geformuleerd vanuit patiëntenperspectief
Kwaliteitscriteria revalidatiezorg voor kinderen met een spierziekte Geformuleerd vanuit patiëntenperspectief Inhoud INLEIDING 3 Gebruik van de set kwaliteitscriteria vanuit patiëntperspectief 3 Leeswijzer
Geschiedenis van de gehandicaptenzorg en voorzieningen. 3.3 Zorgprofielen voor mensen met een beperking
Traject V&V; Gehandicaptenzorg niveau 4 TB Inhoudsopgave (concept) 30-03-2017 THEMA 1 De gehandicaptenzorg Hoofdstuk 1 Hoofdstuk Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Zorgvragers in de gehandicaptenzorg 1.1 Inleiding
De behandelaren van Archipel
De behandelaren van Archipel Arts, psycholoog, fysio- en ergotherapeut, logopedist, diëtist, muziektherapeut, maatschappelijk werker het gevoel van samen 'Oók als u behandeling nodig heeft wilt u zelf
Revalidatiegeneeskunde bij oncologische patiënten Stefanie Kerkhof, revalidatiearts
Revalidatiegeneeskunde bij oncologische patiënten 16-06-2016 Stefanie Kerkhof, revalidatiearts Inhoud Toelichting revalidatiegeneeskunde Revalidatiegeneeskunde in de oncologie Werkwijze revalidatiearts
Informatiebrochure ParkinsonNet
Informatiebrochure ParkinsonNet voor Zorgverleners Het ParkinsonNet concept wordt ondersteund door: 2 De ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende en complexe aandoening. Parkinson
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Kerncompetenties psychotherapeut
Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,
Overdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie
Overdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie Richtlijnen/afspraken met betrekking overdracht van de coördinatie van zorg naar de thuissituatie. Protocol thuiszorg, 1 december 2004 Opgesteld
Hoe u met fysiotherapie de lichamelijke problemen door een beroerte vermindert
Hoe u met fysiotherapie de lichamelijke problemen door een beroerte vermindert Wat is een beroerte (CVA) precies? De medische term voor een beroerte is CVA, wat staat voor cerebro vasculair accident. Letterlijk
Poliklinische revalidatie. Locatie Heerlen
Poliklinische revalidatie Locatie Heerlen Inleiding U bent aangemeld voor een poliklinische revalidatie-behandeling in Zuyderland Medisch Centrum, locatie Heerlen. Wij willen u met deze brochure informeren
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen
TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties
Behandelprogramma. Pijnrevalidatie
Behandelprogramma Pijnrevalidatie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw opname en/of behandeling bij
Revant, de kracht tot ontwikkeling!
Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie
Revalideren in Bornholm
Revalideren in Bornholm Revalidatie speciaal voor oudere mensen Revalideren kan moeilijker zijn als u op leeftijd bent. Woonzorgcentrum Bornholm heeft de kennis in huis om u te helpen bij uw herstel. Deze
Kwaliteitstoets en audit. Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa
Kwaliteitstoets en audit Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa Programma Voorstellen Terugblik Methodisch logopedisch handelen / dossiertoets NVLF richtlijnen Vragen Doel van de Kwaliteitstoets