Verslag van de vergadering van de technische werkgroep van

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de technische werkgroep van Aanwezig Verontschuldigd Afwezig ADRIANSENS Hugo, V.V.P. CATTOOR Nele, Belgapom/Vegebe COOLS Romain, BELGAPOM COPPEE Jean-Philippe, OVOCOM DE BLAISER Isabel, BelOrta (VBT) DECADT Rik, REO Veiling (VBT) DECAIGNY Sylvie, RT/Biowanze DE CRAENE Ann, VBT DELBEKE Stefanie, Boerenbond DE MEULEMEESTER Erwin, ABS DEMYTTENAERE Paul, REO Veiling DEPRAETERE Guy, ABS FRANC Jean, Beneo HANSSENS Jan, Ardo HEX Leander, Boerenbond LAMMERANT Guido, ABS LEBRUN Pierre, FIWAP LOUPPE Hélène, SOCOPRO FICHEFET Gisèle, SYNAGRA MASURE Alain, FWA MOYART Martine, CBB NOIRET Aurélie, FWA ROORYCK Luc, Lutosa/Belgapom VAN BOSCH Johan, Landbouw-Service VAN DER SYPT Veerle, Fresh Trade Belgium VAN PUYMBROECK Jean-Pierre, FWA VRANCKEN Mathieu, CBB WOLF Brigitta, Secretariaat DE BRUECKER Katrien, Secretariaat 1

2 1. Verslag van Het verslag van de vorige vergadering van de technische werkgroep op wordt goedgekeurd. 2. G-040/Vegaplan Standaard versie 3.0 Brigitta WOLF overloopt met de aanwezigen de laatste versie van de checklijst. Eisen waarbij nog geen consensus werd bereikt alsook eisen waarvoor de leden van de werkgroep extra duidelijkheid of aanpassing wensen worden overlopen. De opmerkingen en aanpassingen aan de eisen vindt u terug in het bijgevoegd Excel document Checklist_Vegaplan_versie 3.0_Draft_ (kolom K). Hieronder worden de belangrijkste discussies nog even verduidelijkt. Kwaliteit dekzeilen (eis ) In het geval een loonwerker deze beschermzeilen aanlevert moet de loonwerker voldoen aan de eis. Voorstel is om dit bij de revisie van de Vegaplan Standaard loonwerk op te nemen. Bijkoop voor hoeveverkoop (eis en 3.8.2) De werkgroep wenst meer duidelijkheid te verkrijgen aangaande de precieze invulling in de praktijk van de kleine hoeveelheden in kader van bijkoop voor hoeveverkoop. Enkele zaken dienen te worden verduidelijkt: Kan de teler producten verkopen die hij zelf niet teelt vb. prei verkopen indien men enkel aardappelen teelt? Is het mogelijk combinatie te maken tussen de verschillende productgroepen? Productgroepen: 50 are aardappelen en hoogstamfruitbomen OF 25 are laagstamfruitbomen OF 10 are andere teelten. o Vb. Bijkoop van 24 are aardappelen en 9 are peren van laagstam indien men zelf prei teelt. Is deze 50 are gelimiteerd voor één product binnen deze groep of mogen deze gecumuleerd worden? (Vb. Bijkoop mogelijk van 25 are aardappelen in combinatie met 25 are appelen van hoogstamfruitboom of is eventueel bijkoop mogelijk van 50 are aardappelen en 50 are appelen van hoogstamfruitbomen?) Daarenboven is deze norm in de praktijk moeilijk te controleren door de OCI s. De hoeveelheid product die bij deze oppervlaktes hoort laat veel ruimte open voor interpretatie. Beter is voor de verschillende teelten een vaste hoeveelheid geoogst product (in kg of ton) vast te leggen. De werkgroep vraagt bovenstaande punten te verduidelijken via navraag bij FAVV. Drie vragen staan ter discussie: 1. Kan onder bepaalde voorwaarde bijkoop van kleine hoeveelheden (exacte definitie nog verder te verduidelijken) in kader van hoeveverkoop onder het toepassingsgebied van de G-040 vallen? (eis 3.8.1) 2

3 2. Desgevallend, zouden deze bijgekochte kleine hoeveelheden voor hoeveverkoop van een Vegaplan gecertificeerd bedrijf afkomstig moeten zijn? (eis 3.8.2) 3. Zou in geval van bijkoop van grotere hoeveelheden al dan niet voor hoeveverkoop, de Vegaplan Standaard de voorwaarde stellen dat de bijgekochte producten Vegaplan gecertificeerd moet zijn? Voor het laatste punt, zijn meerdere leden van de technische werkgroep van oordeel, dat de Vegaplan Standaard hiervoor niet voorzien is. De Vegaplan Standaard is een productie standaard. De bijkoop is echter een handelsactiviteit en valt onder de bevoegdheid van andere gidsen/standaarden (bv G-001 voor diervoeders luik handel, G- 014 voor AGF verwerkende industrie en handel, G-038 voor handel in granen en agrotoelevering). Voor aardappelen is er in de huidige versie van de Vegaplan Standaard reeds het volgende bepaald: ( )Enkel de verkoop van aardappelen die binnen de onderneming geproduceerd zijn, valt onder de scope van de G-040 en dus ook van de Vegaplan Standaard. De verkoop van door andere landbouwers geproduceerde aardappelen valt onder de scope van de Sectorgids G-014 en kan niet Vegaplan gecertificeerd worden ( ). Eens bovenstaande zaken over de definitie van kleine hoeveelheden uitgeklaard zijn, sturen de leden hun finale opmerkingen over de nota aan het secretariaat. Vervolgens wordt de nota aan de Raad van Bestuur voorgelegd. Microbiologische kwaliteit van landbouwwater (eis en 4.5.1) De definities van de verschillende types water zullen enkel worden vermeld in bijlage 3 en niet herhaald worden onder de rubriek definities in de Vegaplan Standaard. In verband met eis (landbouwwater gebruikt na-oogst) meldt N. CATTOOR dat de norm 100 kve/100ml voor schoonwater in de praktijk zeer moeilijk te halen is. In GLOBALG.A.P wordt niet met deze norm maar met 1.000kve/100ml gewerkt voor water dat gebruikt wordt na-oogst. Voorstel is deze aanpak over te nemen. Dit zou echter een afwijking betekenen van de aanbeveling van het wetenschappelijk comité van het FAVV. De leden van de technische werkgroep beslissen de norm 1.000kve/100 ml voor schoon water te weerhouden. 3. Elektronische teeltfiche Aan de leden van de technische werkgroep zullen op 2/02 de login gegevens van de demo versie van de elektronische teeltfiche worden gestuurd. De leden hebben tot ten laatste 9/02tijd om hun opmerkingen door te geven aan het secretariaat van Vegaplan. Tijdens de werkgroep werd door N. CATTOOR gevraagd om een unieke (geografische) identificatie van de percelen op te nemen. Dit in kader van integratie met de Watch it grow applicatie. Voorstel van de werkgroep is om dit in de eerste versie op te vangen door de mogelijkheid om de X-en Y- coördinaten van een perceel te kunnen ingeven. De koppeling met Watch it grow en transfer van gegevens is echter nog niet ontwikkeld. 3

4 NVDR: Het lijkt aangewezen in een tweede versie van de perceelsfiche een API (Application Programming Interface) te voorzien, zodat er voor derde partijen duidelijke en gestandaardiseerde instructies zijn voor de transmissie van gegevens. Bedoeling is asap met de eerste versie van de fiche online te gaan zodat voor het teeltseizoen van 2018 deze teeltfiche kan gebruikt worden. Communicatie bij lancering van de elektronische teeltfiche zal gebeuren via de nieuwsbrief en een persbericht. 4. IPM (VL) Er is door Vegaplan op gewezen dat aanpassingen aan eisen die kaderen in IPM worden geregeld op regionaal niveau. De landbouworganisaties zijn erop gewezen dat zij deze punten bespreken in het sectoroverleg dat door het Vlaams gewest wordt georganiseerd. Volgende punten staan ter discussie: Open IPM Punten: - eis en eis 5.8.2: Deze eisen leggen dezelfde verplichtingen op in geval percelen besmet zijn met knolcyperus en in geval van beletten van verdere verspreiding van knolcyperus. De woordkeuze in deze eisen gebruikt kan leiden tot verwarring. Het secretariaat van Vegaplan stelt voor om duidelijk onderscheid te maken bij deze twee eisen tussen de verplichtingen die opgelegd worden wanneer knolcyperus aanwezig is op percelen en de preventieve maatregelen ter voorkoming van knolcyperus *a.D/I 5.8.2*.D/I A GOEG B C H T Z P ogbp Igi Iga Gvmo R A GOEG B C H T Z P ogbp Igi Iga Gvmo HF KF R Maatregelen op percelen besmet met knolcyperus : - als laatste bewerken - machines reinigen bij verlaten van het perceel - verboden grond af te voeren - verboden wortel, knol- en bolgewassen te telen - maïs of een zwaardekkend gewas zoals wintergranen inzaaien - mechanische bestrijding of chemische toepassen Maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van knolcyperus op percelen waar geen knolcyperus aanwezig is : - als laatste bewerken - machines reinigen bij verlaten van het perceel - verboden grond af te voeren - verboden wortel, knol- en bolgewassen te telen - maïs of een zwaardekkend gewas zoals wintergranen inzaaien - mechanische of chemische bestrijding toepassen - In het geval van cultuurpacht wordt tussen verhuurder en huurder een overeenkomst afgesloten waarbij de verhuurder verklaart dat het betrokken perceel vrij is van knolcyperus : Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, respecteer een spuitvrije bufferzone van 1 m voor veldspuiten en van 3 m voor boomgaardspuiten tegenover oppervlaktewater.. Tijdens de jaarlijkse vergadering IPM Vlaanderen voor de OCI s van 11 4

5 5. Diversen januari ll. werd gesproken van een mogelijke aanpassing van deze spuitvrije zone naar een teeltvrije zone naar aanleiding van de controles die VLM hierop zal doen vanaf 2018 in focusgebieden : Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, het toestel volledig reinigen op het veld, of op een verharde oppervlakte die voorzien is van de nodige opvang en het restwater op gepaste wijze verwerken (biofilter, fytobak, verdamping, fysico-chemische verwerking). Verduidelijking is gevraagd over wat exact wordt bedoeld met volledige reiniging (enkel inwendig en na wijziging product?). Het secretariaat vraagt aan het Vlaams gewest hoe de invulling van deze eis wordt gezien. Wegens tijdsnood zijn de punten onder diversen niet besproken. Deze punten worden integraal overgenomen op de agenda van de volgende technische werkgroep. Katrien DE BRUECKER heeft de bemerkingen van Certibel op de checklist reeds doornomen (zie dossier van de vergadering). Eventuele bemerkingen van de leden in voorbereiding van de volgende technische werkgroep op 27.3 zijn welkom. J-P. COPPEE stelt voor eventueel het overleg te organiseren via aparte sectorale werkgroepen zodoende sneller beslissingen te kunnen nemen. Brigitta WOLF vermeldt dat er reeds 5 technische werkgroep vergaderingen zijn gepland voor 2018 en dat de voorbereidingen die hiermee gepaard gaan veel tijd in beslag nemen. Extra werkgroepen organiseren zou er in praktijk voor zorgen dat te weinig tijd rest voor een goede voorbereiding. De andere leden zijn eveneens geen voorstander van dit idee omdat de beslissingen die in deze werkgroepen worden genomen uiteindelijk toch moeten gecommuniceerd worden naar de andere leden en tevens heel wat punten sectoroverkoepelend moeten worden beslist. Guido LAMMERANT vraagt toekomstig meer tijd te voorzien voor de Technische Werkgroep. Brigitta WOLF legt uit dat het inderdaad de bedoeling is om een halve dag te voorzien. Omdat enkele leden van de Technische Werkgroep niet beschikbaar waren in de voormiddag, moest uitzonderlijk de TWG en de RWG in de namiddag gehouden worden. 5