Voedingsvoorlichting anno 2014: een informatief en vrijblijvend advies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voedingsvoorlichting anno 2014: een informatief en vrijblijvend advies"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Voedingsvoorlichting anno 2014: een informatief en vrijblijvend advies Inspelen op de doctrine van Informed Consent door middel van argumentatieve keuzes in de voedingsvoorlichting Masterscriptie Tekst en communicatie Onder begeleiding van dr. E.T. Feteris Tweede lezer: dr. H.L.M. Meuffels Door Isabel Boerdam juni 2014

2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 6 2 Informed Consent in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures De voedingsvoorlichting in het medisch domein De doctrine van Informed Consent in de voedingsvoorlichting De adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als argumentatief 12 activiteitstype 2.4 Informed Consent in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures 13 3 Een geslaagd voedingsadvies met Informed Consent De taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures De identiteitsvoorwaarden voor een voedingsadvies De correctheidsvoorwaarden voor een voedingsadvies Het voldoen aan de voorwaarden met Informed Consent Een geslaagd voedingsadvies met Informed Consent 19 4 Argumentatief inspelen op Informed Consent De adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als kritische discussie Het voedingsadvies als prescriptief standpunt Gemeenschappelijke uitgangspunten als basis voor het 22 voedingsadvies Pragmatische en kentekenargumentatie ter ondersteuning van 24 het voedingsadvies Pragmatische argumentatie: de voordelen van de 25 geadviseerde actie Kentekenargumentatie: noodzakelijke informatie over 27 de geadviseerde actie 4.2 Schematische weergave van de argumentatieve mogelijkheden 28 2

3 5 Informed Consent in de Vetwijzers uit 2007 en Selectie van standpunten, argumenten en uitgangspunten Vetwijzer Vetwijzer Inspelen op Informed Consent Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Vetwijzer Vetwijzer Inspelen op Informed Consent Inspelen op Informed Consent in de Vetwijzers 40 6 Inspelen op Informed Consent in de voedingsvoorlichting Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen Selectie van standpunten, argumenten en uitgangspunten Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Inspelen op Informed Consent Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding Standpunten, argumenten en uitgangspunten Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Inspelen op Informed Consent Andere initiatieven in de voedingsvoorlichting Het Nieuwe Eten Mijn Eet Experiment Inspelen op Informed Consent in de voedingsvoorlichting Inspelen op het informatievereiste Inspelen op het toestemmingsvereiste 56 7 Conclusie 59 3

4 Bibliografie 63 Bijlagen Geslaagdheidsvoorwaarden en kritische vragen adviseren Vetwijzer Vetwijzer Argumentatiestructuur Vetwijzers Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen Argumentatiestructuur Lekker actief Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding Argumentatiestructuur Gezond Vegetarisch Het Nieuwe Eten Mijn Eet Experiment 76 4

5 Samenvatting De voedingsvoorlichting in Nederland is de laatste jaren behoorlijk veranderd. Was eerst het Voedingscentrum de toonaangevende spreekbuis als het ging om gezonde en duurzame voeding, kan je tegenwoordig op het internet maar ook in de boekhandel uiteenlopende informatie vinden. Deze toenemende beschikbaarheid van informatie zorgt ervoor dat de consument steeds kritischer wordt: we willen nu zelf bepalen wat goed is en gezond, en dat moet zich vertalen in de manier waarop de voedingsvoorlichting zich anno 2014 presenteert. In dit onderzoek is gekeken hoe de voedingsvoorlichting en in het bijzonder de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure door middel van argumentatieve keuzes in kan spelen op deze groeiende behoefte aan autonomie van de consument. Dit is gedaan aan de hand van de doctrine van Informed Consent, een wettelijk beginsel in de medische context dat de autonome positie van de patiënt in relatie tot de arts versterkt. Deze doctrine stelt dat een medisch advies voorzien moet zijn van alle relevante informatie en dat te allen tijde toestemming van de patiënt vereist is. Door deze doctrine te positioneren in de context van de Nederlandse voedingsvoorlichting kon in kaart gebracht worden waar adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures vanuit het perspectief van deze doctrine allemaal rekening mee dienen te houden en welke argumentatieve mogelijkheden dit met zich mee brengt. Wanneer dit theoretisch kader wordt vergeleken met de argumentatieve werkelijkheid van vorig jaar én zeven jaar geleden komt naar voren dat de schrijvers van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures tegenwoordig op verschillende manieren anticiperen op de doctrine van Informed Consent. Opvallend is dat er zowel op het niveau van de argumentatie als op het niveau van de presentatie gekozen wordt voor een veel informatievere invalshoek dan voorheen. Dit komt terug in de inhoud van de brochure alsmede in de formulering en de vormgeving en sluit aan bij de wens van het informatievereiste. Daarnaast valt op dat de schrijvers meer moeite doen om door middel van het presenteren van gemeenschappelijke uitgangspunten overeenstemming te bereiken met de lezer over de randvoorwaarden voor het voedingsadvies. Ook wordt er qua formulering en layout gekozen voor een zo neutraal mogelijke opzet zonder te veel sturing. Zo wordt aanspraak gemaakt op de bereidheid van de lezer om het advies op te volgen, zonder daarbij te interveniëren met de toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Voor de schrijvers van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures kunnen deze inzichten dienen als leidraad om in de toekomst bewust rekening te houden met de ontwikkelingen in de sector en de behoefte aan autonomie van de consument. 5

6 1 Inleiding Let op verborgen vet! en Herken het gezonde vet, dat zijn de titels van de Vetwijzers van het Voedingscentrum uit 2007 en Twee adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die de consument proberen te overtuigen van een gezonde en meer duurzame voedingskeuze (Voedingscentrum website, 2014). Inhoudelijk zijn deze twee brochures vrijwel identiek, maar qua presentatie, formulering en vormgeving zeer verschillend. Welke keuzes heeft het Voedingscentrum in beide brochures gemaakt en waarom? De laatste jaren is er in de voedingsvoorlichting veel gebeurd. Door de vele voedingshypes zoals Broodbuik en de Voedselzandloper, en de toenemende informatie op zowel traditionele als nieuwe media, is de behoefte van de consument aan autonomie toegenomen (Ford, Schofield en Hope, 2003: 591). Dankzij alle informatie die voorhanden is wil de consument nu zelf bepalen wat goed is en gezond, en dat moet zich vertalen in de wijze waarop de voedingsadviezen door de voedingsinstituten gepresenteerd worden. Deze behoefte aan meer autonomie door toedoen van een groter aanbod aan informatie vond al eerder plaats in de medische context van arts-patiëntgesprekken. De groeiende autonomie van de patiënt leidde uiteindelijk zelfs tot een artikel in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) onder de naam Informed Consent. In deze WGBO werd vastgelegd dat de patiënt alle relevante informatie moet ontvangen omtrent zijn behandeling, waarna toestemming van de patiënt vereist is om de behandeling doorgang te verlenen (Schouten, 2000: 238). Door de gelijk groeiende autonomie van de consument in relatie tot de voedingsinstituten wordt deze doctrine van Informed Consent ook in de voedingsvoorlichting steeds belangrijker. Dit betekent dat de voedingsinstituten niet zomaar meer een beter eetpatroon kunnen adviseren. Een voedingsadvies moet nu voorzien zijn van voldoende relevante informatie waarna de consument zelf de afweging moet kunnen maken of hij het advies wil opvolgen. De wettelijke doctrine van Informed Consent heeft daardoor gevolgen voor de tekstuele keuzes die de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure kan maken en daar moet anno 2014 rekening mee gehouden worden. Wanneer vanuit dit perspectief naar de Vetwijzers van het Voedingscentrum uit 2007 en 2013 gekeken wordt, valt op dat in 2007 nog maar ten dele rekening gehouden werd met de doctrine van Informed Consent, terwijl in 2013 hierin een grote stap is gemaakt. Dit is niet alleen zichtbaar in de titels van de brochures: Let op verborgen vet! en Herken het gezonde vet, maar wordt systematisch duidelijk wanneer de Vetwijzers vanuit een argumentatief perspectief bestudeerd worden. Dan blijkt dat de schrijver van de Vetwijzer uit 2013 andere argumentatieve 6

7 keuzes heeft gemaakt welke tot uiting komen in de presentatie, formulering en vormgeving van de brochure en inspelen op de vereisten van deze doctrine. Dit opvallende verschil tussen deze twee brochures leidt tot de volgende vraag over de invloed van de doctrine van Informed Consent op de voedingsvoorlichting: Hoe wordt er in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures door middel van argumentatieve keuzes ingespeeld op de wettelijke doctrine van Informed Consent? Om deze vraag te beantwoorden zullen er verschillende theoretische invalshoeken gebruikt worden. Zo is het gezien de aard van de hoofdvraag zinvol om de argumentatie van de schrijver vanuit een pragma-dialectisch perspectief onder de loep te nemen. Een pragma-dialectische analyse geeft namelijk een systematisch inzicht in de argumentatieve keuzes die de schrijver van de brochure maakt om de lezer te overtuigen van het advies (Van Eemeren, 2010: 19). Deze argumentatieve mogelijkheden zijn echter per context verschillend en de zojuist omschreven doctrine van Informed Consent speelt hierin dus een belangrijke rol. Daarom is het van belang om eerst de institutionele context van de voedingsvoorlichting met daarin de doctrine van Informed Consent te bestuderen, zodat daarna de argumentatieve mogelijkheden binnen deze context uiteengezet kunnen worden (Van Eemeren, 2010: 129). Hiertoe wordt in hoofdstuk 2 de institutionele context van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures geschetst met speciale aandacht voor de rol van de doctrine van Informed Consent. Zo zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: Wat is de institutionele context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures en wat is daarin de rol van de doctrine van Informed Consent? In hoofdstuk 3 wordt het perspectief op de context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures uitgebreid door middel van de taalhandelingstheorie. Met behulp van de dissertatie van Van Poppel (2013) worden alle geslaagdheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures uiteengezet. Zo kan dankzij de correctheidsvoorwaarden bepaald worden waar een voedingsadvies aan moet voldoen om geslaagd te zijn. Hierbij zal speciale aandacht besteed worden aan de invloed van de doctrine van Informed Consent op het voldaan zijn aan deze geslaagdheidsvoorwaarden. Hiermee zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: Wat zijn de voorwaarden waar een geslaagd voedingsadvies aan moet voldoen en wat is daarop de invloed van de doctrine van Informed Consent? 7

8 Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure bestudeerd vanuit een pragma-dialectisch perspectief waarbij dit genre verder gespecificeerd zal worden als een argumentatief activiteitstype (Van Eemeren, 2010: 129). Hierbij zal gebruik worden gemaakt van het ideaalmodel voor een kritische discussie omdat dit model het mogelijk maakt om de argumentatieve keuzes stapsgewijs in kaart te brengen. Met behulp van dit theoretisch instrumentarium en de eerder omschreven context zal duidelijk worden welke argumentatieve mogelijkheden de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure heeft en hoe binnen die grenzen ingespeeld kan worden op de doctrine van Informed Consent. Zo zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: Wat zijn de argumentatieve mogelijkheden voor adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent? In hoofdstuk 5 volgt dan een pragma-dialectische analyse van de Vetwijzers van het Voedingscentrum uit 2007 en Hierbij zal systematisch gebruik gemaakt worden van de theoretische inzichten uit hoofdstuk 4. Zo kan worden aangetoond dat de verschillen tussen de twee brochures qua presentatie, formulering en vormgeving vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent te verklaren zijn. Hoe dit argumentatief gezien wordt gedaan zal blijken uit de analyse van deze twee brochures. Zo zal antwoord worden gegeven op de volgende deelvraag: Welke argumentatieve keuzes worden er in de Vetwijzer uit 2013 in vergelijking met de Vetwijzer uit 2007 gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? In hoofdstuk 6 volgt een vergelijkbare pragma-dialectische analyse van twee andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures van andere instituten om aan te tonen dat de kenmerkende manier waarop de Vetwijzer uit 2013 met argumentatieve middelen inspeelt op de doctrine van Informed Consent beschouwd kan worden als een algemeen patroon. Ook zal er aandacht besteed worden aan twee andersoortige initiatieven in de voedingsvoorlichting die eveneens verklaard kunnen worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. Hiermee zal antwoord gegeven worden op de laatste deelvraag: Welke argumentatieve keuzes worden er in andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? 8

9 Tot slot wordt in hoofdstuk 7 afgesloten met een conclusie waarin een antwoord geformuleerd zal worden op de hoofdvraag. Tevens zullen er een aantal praktische richtlijnen opgesteld worden om adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures af te stemmen op de doctrine van Informed Consent. Voor alle schrijvers van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures kunnen deze richtlijnen dienen als leidraad hoe zij in de toekomst met argumentatieve middelen kunnen inspelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent. 9

10 2 Informed Consent in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures In de uitgebreide versie van de pragma-dialectiek wordt verondersteld dat de context waarin een discussie plaatsvindt van invloed is op de manier waarop de argumentatie ingezet kan worden (Van Eemeren, 2010: 129). De institutionele conventies van de context bepalen welke argumentatieve zetten er geoorloofd zijn en hoe deze uitgevoerd kunnen worden. Hierin speelt de doctrine van Informed Consent dus een grote rol. Daarom is het van belang de institutionele context van de voedingsvoorlichting met daarin de doctrine van Informed Consent te bestuderen, zodat in de volgende hoofdstukken gekeken kan worden wat de invloed is van deze conventies op de geslaagdheidsvoorwaarden voor een voedingsadvies en de argumentatieve mogelijkheden van de schrijver. Zo zal uiteindelijk in hoofdstuk 5 en 6 geanalyseerd kunnen worden wat de invloed is van deze wettelijke doctrine op adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures in de praktijk. Daarom wordt in dit hoofdstuk de institutionele context van de voedingsvoorlichting uiteengezet met speciale aandacht voor de rol die de wettelijke doctrine van Informed Consent hierin speelt. Hiertoe wordt allereerst de context van de voedingsvoorlichting geduid als onderdeel van het medisch domein. Vervolgens wordt gekeken naar de rol van de doctrine van Informed Consent binnen de voedingsvoorlichting en de invloed van deze en andere institutionele conventies op de communicatie binnen dit domein. Tot slot wordt specifieker ingegaan op de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als argumentatief activiteitstype binnen deze context, waarmee gelijk duidelijk zal worden hoe de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure vanuit een argumentatief perspectief bestudeerd kan worden. Zo zal antwoord worden gegeven op de volgende deelvraag: wat is de institutionele context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures en wat is daarin de rol van de doctrine van Informed Consent? 2.1 De voedingsvoorlichting in het medisch domein De context van de voedingsvoorlichting kan omschreven worden als het medisch domein (Van Eemeren, 2010: ). Het institutionele doel dat het medisch domein nastreeft is het onder de aandacht brengen en oplossen van gezondheidsproblemen binnen de bevolking. Dit streven wordt helder uiteengezet op de website van The World Health Organization (WHO): To improve equity in health, reduce heatlh risks, promote healthy lifestyles and settings, and respond to the underlying determinants of health (WHO website, 2007). De voedingsvoorlichting neemt binnen dit brede veld van mentale en fysieke gezondheid een klein gebied in beslag, naast andere communicatieve activiteiten zoals het arts-patiënt gesprek. In al deze communicatieve 10

11 activiteiten binnen het medisch domein is er sprake van het communicatieve genre consultatie (Van Eemeren, 2010: 143). Binnen dit genre speelt het geven van adviezen een grote rol (Pilgram, 2012: 168). Een karakteristiek van het geven van adviezen binnen de context van het medisch domein en dus ook binnen de voedingsvoorlichting is de disbalans tussen de kennis, ervaring en macht van het voedingsinstituut ten opzichte van de consument (Gostin en Javitt, 2001: 547). Om de positie van de consument te versterken zijn er daarom nationale en internationale regels en wetten die de communicatie in dit medisch domein reguleren. Zo is er de US Food and Drug Administration Modernization Act (FDAMA) waarin wordt aangegeven dat voorlichters alleen gezondheidsclaims mogen gebruiken die gebaseerd zijn op recente, wetenschappelijke en gepubliceerde aannames afkomstig van een autoriteit (Van Poppel, 2013: 25). Daarnaast zijn er in Nederland specifieke regels geformuleerd om alle communicatie gericht op het beïnvloeden van menselijk gedrag te reguleren. Volgens de Voorlichtingsraad moeten publieke campagnes bijvoorbeeld toegankelijk en begrijpelijk zijn (Klaassen, 2004: 44). Bovendien moeten alle persuasieve boodschappen van de overheid en van non-profit organisaties voldoen aan de Nederlandse reclamecode, waarin gesteld wordt dat deze berichten niet incorrect, misleidend, beangstigend of agressief mogen zijn (Stichting Reclame Code, 2008). Deze regels en wetten bepalen dus tot op zekere hoogte de mogelijkheden tot communicatie en argumentatie binnen het medisch domein en de voedingsvoorlichting. 2.2 De doctrine van Informed Consent in de voedingsvoorlichting Een andere wet die voor deze scriptie van belang is en de positie van de consument ten opzichte van het voedingsinstituut versterkt betreft het beginsel van Informed Consent, ook wel vertaald als toestemming gebaseerd op relevante informatie (Schouten, 2000: 238). Informed Consent is de Amerikaanse naam van een wettelijke doctrine binnen het medisch domein die sinds de jaren 90 ook een grote rol speelt in de Nederlandse medische context, met name binnen artspatiëntgesprekken. Deze doctrine is op 1 april 1995 opgenomen in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en vormt volgens de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) de spil van de patiëntenrechten (2001: 3). Het recht op informatie en het toestemmingsvereiste zijn dan ook twee centrale elementen in de WGBO. Het recht op informatie houdt in dat de patiënt recht heeft op informatie over onder meer de aard en het doel van de behandeling, mogelijke alternatieve behandelingen en eventuele gevolgen en risico s. Het toestemmingsvereiste wil zeggen dat in principe voor elke behandeling de toestemming van de patiënt is vereist. Dit toestemmingsvereiste hangt nauw samen met het recht op informatie, omdat wordt aangenomen dat de patiënt pas weloverwogen 11

12 toestemming kan geven voor een behandeling als hij goed is geïnformeerd (Schouten, 2000: ). Deze doctrine werd geïntroduceerd vanwege de toenemende autonomie van de patiënt en als reactie op de ouderwetse arts die op basis van zijn expertise een behandeling voorschreef aan de patiënt zonder ruimte voor extra informatie of expliciete toestemming van de patiënt zelf (Ford, Schofield en Hope, 2003: 590). Door de gelijk groeiende autonomie van de consument in relatie tot de voedingsinstituten wordt deze doctrine van Informed Consent ook in de voedingsvoorlichting steeds belangrijker. Dit betekent dat de voedingsinstituten niet zomaar meer een beter eetpatroon kunnen voorschrijven. Een voedingsadvies in een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure moet nu voorzien zijn van voldoende relevante informatie en moet in zijn presentatie de consument de ruimte geven om zelf de afweging te maken of hij het advies wil opvolgen. De schrijver heeft nu dus niet alleen een institutioneel doel maar ook nog een informatievereiste en toestemmingsvereiste om rekening mee te houden. Het inspelen op deze doctrine van Informed Consent heeft daardoor net als de eerder beschreven wetten gevolgen voor de communicatie en argumentatie binnen de voedingsvoorlichting. 2.3 De adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als argumentatief activiteitstype De adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als genre kan binnen de voedingsvoorlichting beschouwd worden als een communicatief activiteitstype. Deze term is ontwikkeld door Van Eemeren (2010: 139) en wordt vaak toegepast in de uitgebreide versie van de pragma-dialectiek om bepaalde geconventionaliseerde communicatieve handelingen, zoals het geven van voedingsadviezen, op systematische wijze te kunnen beschrijven vanuit hun institutionele doel. Zo hebben alle adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures van bijvoorbeeld het Voedingscentrum als gezamenlijk doel de Nederlandse consument te informeren over en te stimuleren tot een gezonde en meer duurzame voedselkeuze. Het overkoepelende doel van deze brochures is een gezonder Nederland door het voorkomen van voeding- en leefstijlgerelateerde gezondheidsproblemen (Voedingscentrum website, 2014). De Vetwijzers, die binnen dit communicatieve activiteitstype als een specifieke communicatieve uiting beschouwd kunnen worden, sturen bijvoorbeeld aan op het eten van minder verzadigd vet omdat verzadigd vet onwenselijke gevolgen voor de gezondheid teweeg kan brengen. Het advies in een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure stuurt dus altijd aan op een bepaalde actie die de gezondheid van de consument positief zou moeten beïnvloeden. De lezer van zo n brochure zal zich echter afvragen of het advies wel nodig is en of het eigenlijk wel het beoogde effect veroorzaakt. Om dit aannemelijk te maken en te zorgen dat de lezer het advies 12

13 accepteert wordt in de brochure gebruik gemaakt van argumentatie ter ondersteuning van het advies (Van Poppel, 2013: 25-26). Zo verdedigen de Vetwijzers het advies door te benadrukken dat het eten van verzadigd vet het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. Communicatieve activiteitstypen waarin argumentatie een substantiële rol speelt worden door Van Eemeren (2010: 145) gedefinieerd als argumentatieve activiteitstypen. Vanuit dit argumentatieve perspectief kan het uitbrengen van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure door het voedingsinstituut worden gezien als de start van een discussie tussen het voedingsinstituut en de consument, waarin het voedingsinstituut de consument door middel van het geven van een advies probeert te overtuigen een bepaalde actie met positieve gevolgen voor de gezondheid uit te voeren. Er is in dit geval sprake van een impliciet verschil van mening over het gegeven advies. Dit wil zeggen dat de consument twijfelt aan het standpunt van het voedingsinstituut zonder dat dit in een expliciete wederzijdse uitwisseling wordt uitgesproken. Deze implicietheid is inherent aan het argumentatieve activiteitstype want in een geschreven brochure krijgt de lezer niet de kans zijn kritiek of twijfel hardop te uiten. De enige die aan het woord is in een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure is immers het voedingsinstituut. Dit brengt een standpunt naar voren in de vorm van een advies en speelt met behulp van argumenten in op eventuele twijfel of kritiek van de lezer. Het uiteindelijke besluit om op basis van de argumenten het advies wel of niet op te volgen ligt in de handen van de lezer en blijft in de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure verder impliciet (Van Poppel, 2013: 25-26). Wanneer de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure vanuit dit argumentatieve perspectief bestudeerd wordt is het in hoofdstuk 4 mogelijk te analyseren welke argumentatieve keuzes een schrijver maakt om binnen de vereisten van de institutionele context en de doctrine van Informed Consent de lezer te overtuigen van zijn advies. 2.4 Informed Consent in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures In dit hoofdstuk werd antwoord gegeven op de volgende deelvraag: wat is de institutionele context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures en wat is daarin de rol van de doctrine van Informed Consent? Het is duidelijk geworden dat het in het medisch domein en dus ook binnen de voedingsvoorlichting altijd gaat om het genre consultatie waarin het geven van adviezen een grote rol speelt. Daarnaast is er binnen deze context sprake van een disbalans tussen de kennis, macht en ervaring van het voedingsinstituut ten opzichte van de consument. Daarom zijn er lokale, nationale en zelfs internationale regels ingesteld die de positie van de consument ten opzichte van het voedingsinstituut versterken. De wettelijke doctrine van Informed Consent 13

14 met zijn informatie- en toestemmingsvereiste is daar een van en speelt in de huidige tijd waarin de behoefte aan autonomie van de consument groeit een steeds grotere rol. Al deze regels zijn van invloed op de communicatie in de voedingsvoorlichting en hebben dus gevolgen voor zowel de vorm als de inhoud van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures. Zo moet het voedingsadvies in de brochure om te voldoen aan de doctrine van Informed Consent voorzien zijn van voldoende relevante informatie en moet de brochure de consument in zijn presentatie vrij laten om zelf de afweging te maken of hij het advies wil opvolgen. Daarnaast moet de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als argumentatief activiteitstype ook nog de juiste argumentatie inzetten om de twijfel van de lezer ten aanzien van het advies weg te nemen. De schrijver heeft door toedoen van de doctrine van Informed Consent dus niet alleen een institutioneel doel maar ook nog een wettelijk beginsel om rekening mee te houden. De schrijver zal dus binnen de grenzen van deze mogelijkheden moeten proberen de consument van het voedingsadvies te overtuigen. Om te ontdekken welke argumentatieve mogelijkheden hij heeft om dit doel te bereiken moet eerst nader bestudeerd worden welke basisvoorwaarden eraan verbonden zijn om een advies te laten slagen en wat daarop de invloed is van de doctrine van Informed Consent. Hiertoe zullen in het volgende hoofdstuk de zogeheten geslaagdheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures onder de loep genomen worden. 14

15 3 Een geslaagd voedingsadvies met Informed Consent In dit hoofdstuk wordt het perspectief op de context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures uitgebreid door middel van de taalhandelingstheorie. Met behulp van de taalhandelingtheorie kan teruggegaan worden naar de kern van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure: het geven van een voedingsadvies. Door middel van het verbinden van bepaalde geslaagdheidsvoorwaarden aan deze communicatieve handeling wordt duidelijk aan welke vereisten voldaan moet zijn om het voedingsadvies te doen slagen. Vervolgens kan gekeken worden wat de invloed is van de doctrine van Informed Consent op deze geslaagdheidsvoorwaarden, om zo een beeld te krijgen van alle aspecten waar een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure die in wil spelen op de doctrine van Informed Consent rekening mee dient te houden. Daartoe worden in dit hoofdstuk met behulp van de dissertatie van Van Poppel (2013) alle geslaagdheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures uiteengezet. Allereerst worden de zogeheten identiteitsvoorwaarden besproken en vervolgens de correctheidsvoorwaarden. Dankzij de correctheidsvoorwaarden kan hierna bepaald worden waar een voedingsadvies aan moet voldoen om geslaagd te zijn en wat dit betekent vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. Zo zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: wat zijn de voorwaarden waar een geslaagd voedingsadvies aan moet voldoen en wat is daarop de invloed van de doctrine van Informed Consent? 3.1 De taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures De taalhandelingstheorie werd geïntroduceerd door Austin (1962), Searle (1969) en Grice (1975). Searle onderscheidt (1696) vijf type taalhandelingen waaronder bijna alle uitingen geschaard kunnen worden. Dit zijn beweerders, uitdrukkers, stuurders, binders en verklaarders. Ieder type taalhandeling heeft eigen geslaagdheidsvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn voor een correct uitgevoerde taalhandeling. Deze geslaagdheidsvoorwaarden kunnen dan weer voor ieder uniek geval binnen de categorie gespecificeerd worden. Vanuit het perspectief van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure is alleen de categorie van de stuurders van belang. Deze taalhandelingen zijn erop gericht de lezer een bepaalde actie te laten uitvoeren. Zoals duidelijk is geworden in de beschrijving van de institutionele context gaat het in het geval van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure om de sturende taalhandeling adviseren. In haar dissertatie specificeert Van Poppel (2013: 55-56) de geslaagdheidsvoorwaarden voor de stuurder specifiek voor de taalhandeling adviseren binnen de context van de 15

16 gezondheidsvoorlichting, waaronder de voedingsvoorlichting ook geschaard mag worden. De volledige uitwerking van deze geslaagdheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in gezondheidsbrochures is te vinden in bijlage 1 en is ten behoeve van de voedingsvoorlichting subtiel aangepast door waar nodig de context per conditie te specificeren. In deze geslaagdheidsvoorwaarden komen de essentiële conditie, de propositionele inhoudsconditie, de voorbereidende condities en de verantwoordelijkheidscondities aan bod. De essentiële conditie en de propositionele inhoudsconditie vormen samen de identiteitsvoorwaarden die garanderen dat de taalhandeling opgevat moet worden als een poging tot het geven van voedingsadvies. De voorbereidende condities en de verantwoordelijkheidscondities vormen samen de correctheidsvoorwaarden die bepalen of het een geslaagd voedingsadvies is. Deze voorwaarden met hun bijbehorende condities zullen in de volgende paragrafen besproken worden De identiteitsvoorwaarden voor een voedingsadvies De essentiële conditie definieert wat het betekent om een correct advies te geven in een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure: Adviseren geldt als een poging door de schrijver om de lezer een gunstige voedingsgerelateerde actie uit te laten voeren om zo een gezondheidsprobleem te voorkomen. In andere woorden is het dus een noodzakelijke voorwaarde voor het geven van een geslaagd voedingsadvies dat het advies daadwerkelijk een poging is van het voedingsinstituut om de lezer een bepaalde actie te laten uitvoeren waarvan een positief effect op de gezondheid verwacht wordt. Wanneer niet aan deze voorwaarde wordt voldaan kan het advies niet als advies beschouwd worden en betreft het een andere taalhandeling. De propositionele inhoudsconditie preciseert de inhoud van de taalhandeling: De schrijver verwacht een toekomstige voedingsgerelateerde actie van de lezer met gunstige gevolgen voor de gezondheid. Dit betekent dat de voedingsvoorlichtingsbrochure altijd een voedingsgerelateerde actie tot uiting brengt die van de lezer verwacht wordt. Zonder die geadviseerde actie kan de taalhandeling die verricht wordt in de brochure geen adviseren betreffen De correctheidsvoorwaarden voor een voedingsadvies De correctheidsvoorwaarden zijn in het geval van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure extra belangrijk omdat zij zo goed mogelijk vervuld dienen te zijn wil het een correct advies zijn en wil de lezer het advies accepteren. 16

17 De voorbereidende condities bepalen aan welke voorwaarden moet worden voldaan om het voedingsadvies bruikbaar te maken. Deze condities betreffen een zestal aspecten: - De schrijver heeft redenen om te geloven dat de geadviseerde actie de lezer s gezondheid ten goede zal komen. - De schrijver gelooft dat de lezer, in principe, de geadviseerde actie wil uitvoeren. - De schrijver gelooft dat de lezer, in principe, in staat is om de geadviseerde actie uit te voeren. - De schrijver is afgevaardigde van een gezondheidsautoriteit met kennis/ervaring op het gebied van de geadviseerde actie en bijbehorende effecten. - Het is niet duidelijk voor de schrijver of de lezer dat de lezer de geadviseerde actie normaal gesproken al zou uitvoeren. - De schrijver gelooft dat de lezer de geadviseerde actie nog niet doet/heeft gedaan. In de voorbereiding op het geven van een advies zou aan al deze condities voldaan moeten zijn om het advies bruikbaar te laten zijn. Wanneer de geadviseerde actie de gezondheid niet ten goede zou komen, de lezer de geadviseerde actie niet zou willen of kunnen uitvoeren, de schrijver geen gezondheidsautoriteit zou zijn of de lezer de geadviseerde actie normaal gesproken al zou uitvoeren of al eerder uitgevoerd zou hebben, dan zou het advies immers niet nuttig zijn. De verantwoordelijkheidscondities, ook wel oprechtheidscondities genoemd, zetten uiteen welke intentie de schrijver van de brochure toegeschreven mag worden. Hierbij zijn twee aspecten van belang: de schrijver wil dat de lezer de geadviseerde actie uitvoert en de schrijver gelooft dat de geadviseerde actie de lezer zijn gezondheid ten goede komt. Wanneer de schrijver zijn intentie niet aan deze twee voorwaarden zou voldoen dan kan het niet als een oprecht advies beschouwd worden en is de taalhandeling dus niet geslaagd Het voldoen aan de voorwaarden met Informed Consent Voor de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure is het ten behoeve van een geslaagd voedingsadvies van belang om aan de lezer te laten zien dat aan alle geslaagdheidsvoorwaarden is voldaan. In haar dissertatie zet Van Poppel (2013) deze verhouding tussen de geslaagdheidsvoorwaarden en de eventuele twijfel van de lezer helder uiteen door de geslaagdheidsvoorwaarden te weerspiegelen in kritische vragen die de lezer ten aanzien van het voedingsadvies zou kunnen stellen. De schrijver moet dus proberen te zorgen dat hij zo goed mogelijk anticipeert op deze kritische vragen, want op die manier kan hij laten 17

18 zien dat aan de geslaagdheidsvoorwaarden is voldaan en de lezer zijn advies zou moeten accepteren. De kritische vragen die Van Poppel uiteenzet hebben uitsluitend betrekking op de zojuist geformuleerde correctheidsvoorwaarden. De identiteitsvoorwaarden zullen in de praktijk van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures niet snel ter discussie staan. Dankzij de institutionele context en het bijbehorende genre consultatie (Van Eemeren, 2010: 143) is immers ondubbelzinnig duidelijk wat het doel en de inhoud is van een dergelijke brochure. Aan de identiteitsvoorwaarden van de taalhandeling adviseren zal de lezer in het geval van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure dus niet snel twijfelen. Met betrekking tot de correctheidsvoorwaarden van de taalhandeling adviseren kan de lezer wel aan alle acht van de zojuist beschreven condities twijfelen en zich afvragen of hier in de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure wel aan wordt voldaan. De correcte uitvoering van het advies is immers van belang voor de lezer zijn besluit om het advies op te volgen: is het advies niet bruikbaar of niet oprecht, dan zal de lezer zijn gedrag niet veranderen. Van Poppel (2013: 62) heeft de mogelijke kritische vragen van de lezer die voortvloeien uit deze correctheidsvoorwaarden op een rijtje gezet en gecategoriseerd (zie ook bijlage 1 voor het oorspronkelijke overzicht uit Van Poppel): Kritische vragen over de bruikbaarheid van het advies: - Heeft de geadviseerde actie daadwerkelijk een positief effect op mijn gezondheid? - Ben ik bereid om de geadviseerde actie op te volgen? - Ben ik in staat om de geadviseerde actie op te volgen? - Is de schrijver een autoriteit met voldoende kennis en ervaring om de actie te adviseren? Kritische vragen over de noodzakelijkheid van het advies: - Zou ik de geadviseerde actie normaalgesproken niet doen? - Heb ik de geadviseerde actie niet al gedaan? Kritische vragen over de verantwoordelijkheid van de schrijver: - Wil de schrijver echt dat ik de geadviseerde actie uitvoer? - Gelooft de schrijver echt dat de geadviseerde actie voor mijn bestwil is? Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent zijn met name de kritische vragen twee en drie ten opzichte van de bruikbaarheid van het advies interessant om nader te bestuderen. Het bereid zijn en in staat zijn om de geadviseerde actie op te volgen kan namelijk in verband worden gebracht met respectievelijk het toestemmingsvereiste en het 18

19 informatievereiste van de doctrine. Gezien de groeiende behoefte aan autonomie van de consument mag verwacht worden dat de vraag naar de bereidheid om het advies op te volgen vandaag de dag extra belangrijk is geworden. Vanzelfsprekend hangt het in staat zijn hier nauw mee samen want zonder de mogelijkheid om het advies op te volgen is bereidheid onvoldoende om het advies te doen slagen. Daarom is het noodzakelijk dat de schrijver van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure er alles aan doet om door het geven van alle relevante informatie over de geadviseerde actie, zoals het informatievereiste dat wenst, de mogelijkheid te creëren deze actie uit te voeren en zo de derde kritische vraag te ondervangen. De kritische vraag over de bereidheid om het advies op te volgen is dan de tweede uitdaging waar rekening mee gehouden moet worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. In de praktijk zal deze nauw samenhangen met de eerste vraag over het positieve effect op de gezondheid, wanneer dit effect er immers daadwerkelijk is zal de lezer eerder bereid zijn het advies als bruikbaar te beoordelen en op te volgen. Ook hier moet de schrijver dus actief op anticiperen. De vierde vraag over de autoriteit van het instituut is een kritische vraag die gemakkelijker te beantwoorden is. Een instituut heeft een bepaalde bekendheid die wel of niet als autoriteit geldt en zonder dat de schrijver hier expliciet op inspeelt zal deze naar voren worden gebracht in bijvoorbeeld het logo of een korte beschrijving in de brochure. De lezer kan dan zelf beoordelen of dit een autoriteit is waar hij op wil vertrouwen. De vragen met betrekking tot de noodzakelijkheid van het advies kunnen niet door de schrijver beantwoord worden, dit zal de lezer voor zichzelf moeten beoordelen. De schrijver kan de noodzakelijkheid van zijn advies, bijvoorbeeld in het geval van voldoende vitamines eten, hooguit meetbaar maken door aan te geven na hoeveel gram groente en fruit dit streven is bereikt. Dit helpt de lezer om deze vragen voor zichzelf te beantwoorden. De vragen met betrekking tot de verantwoordelijkheid van de schrijver tot slot zijn ook geen vragen waar de schrijver expliciet in de tekst op zal kunnen anticiperen. De condities waar deze vragen betrekking op hebben kunnen beschouwd worden als noodzakelijke voorwaarden voor de intentie van de schrijver van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure alvorens deze wordt uitgebracht. Wanneer de brochure er eenmaal is kan enkel vertrouwd worden dat deze condities zijn vervuld. 3.2 Een geslaagd voedingsadvies met Informed Consent In dit hoofdstuk werd antwoord gegeven op de volgende deelvraag: wat zijn de voorwaarden waar een geslaagd voedingsadvies aan moet voldoen en wat is daarop de invloed van de doctrine van Informed Consent? 19

20 Dankzij de taalhandelingstheorie kon teruggegaan worden naar de kern van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure: het geven van een voedingsadvies. Met behulp van de identiteitsvoorwaarden en correctheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures zoals oorspronkelijk geformuleerd door Van Poppel (2013: 55-56) werd duidelijk waar een geslaagd voedingsadvies in de basis aan moet voldoen. Het bleek dat het voor de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure vooral belangrijk is om aan de lezer te laten zien dat aan de correctheidsvoorwaarden is voldaan, omdat de identiteitsvoorwaarden van een advies in het geval van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure niet snel ter discussie zullen staan. Om duidelijk te maken hoe de schrijver dit kan doen formuleerde Van Poppel (2013: 62) een achttal kritische vragen die de condities van de correctheidsvoorwaarden weerspiegelen. De schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure dient op al deze kritische vragen te anticiperen om een zo geslaagd mogelijk voedingsadvies te geven en daarmee de grootste kans te maken dat de lezer het advies zal accepteren. Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent zijn met name vraag twee en drie ten aanzien van de bruikbaarheid van het advies van belang. Wanneer de schrijver in wil spelen op het informatievereiste en het toestemmingsvereiste van deze doctrine zal hij zo goed mogelijk moeten anticiperen op de kritische vragen met betrekking tot het in staat zijn en bereid zijn om het advies op te volgen. Dit betekent dus dat het voor de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure die rekening wil houden met de doctrine van Informed Consent zeer belangrijk is om duidelijk te maken dat het voor de lezer wenselijk is om het advies op te volgen om daarmee de bereidheid en de toestemming van de lezer te triggeren. Vervolgens moet hij de lezer, conform het informatievereiste, van alle relevante informatie omtrent de geadviseerde actie voorzien en zo de mogelijkheid om het advies op te volgen zo goed mogelijk ondersteunen. Welke argumentatieve mogelijkheden de schrijver hiertoe heeft binnen de beperkingen van de institutionele context en met het oog op de andere geslaagdheidsvoorwaarden waar aan voldaan moet worden zal blijken uit de pragma-dialectische analyse van het argumentatieve activiteitstype van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures in het volgende hoofdstuk. 20

21 4 Argumentatief inspelen op Informed Consent In dit hoofdstuk worden de argumentatieve mogelijkheden voor adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de doctrine van Informed Consent bepaald aan de hand van de institutionele context met bijbehorende conventies zoals uiteengezet in hoofdstuk 2 en de correctheidsvoorwaarden voor een geslaagd voedingsadvies zoals uiteengezet in hoofdstuk 3. Dit zal gebeuren met behulp van de pragma-dialectiek omdat deze theorie met zijn ideaalmodel voor een kritische discussie het mogelijk maakt om op systematische wijze in kaart te brengen hoe de argumentatie binnen het argumentatieve activiteitstype van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure ingezet kan worden (Van Eemeren, 2010: 19). Daarom zal in dit hoofdstuk aan de hand van het pragma-dialectisch ideaalmodel voor een kritische discussie geanalyseerd worden hoe dit ideaalmodel gezien de institutionele context van de brochures, de geslaagdheidsvoorwaarden voor het geven van een voedingsadvies en de doctrine van Informed Consent in de realiteit vorm zou kunnen krijgen. Zo zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: wat zijn de argumentatieve mogelijkheden voor adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent? 4.1 De adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure als kritische discussie Een handig hulpmiddel dat de pragma-dialectiek biedt voor het systematisch analyseren van argumentatie is het ideaalmodel van een kritische discussie, ontwikkeld door van Eemeren en Grootendorst (1992). Dit is een normatief instrumentarium dat aangeeft hoe een kritische discussie tussen twee partijen idealiter zou moeten verlopen om tot een redelijke oplossing van het verschil van mening te komen. Dit ideaalmodel is geen realistische weergave van de argumentatieve werkelijkheid, maar wel een stapsgewijze manier om de mogelijke argumentatieve keuzes toe te lichten. Daarom zullen de argumentatieve mogelijkheden voor adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de doctrine van Informed Consent in dit hoofdstuk bestudeerd worden aan de hand van de vier fasen volgens het ideaalmodel: de confrontatiefase, de openingsfase, de argumentatiefase en de afsluitingsfase (Van Eemeren en Snoeck Henkemans 2006, 29). In het geval van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure zijn de eerste drie fasen relevant om te bespreken. De afsluitingsfase kan achterwege blijven omdat, zoals in paragraaf 2.3 toegelicht, de oplossing van het verschil van mening oftewel de keuze van de lezer om het advies wel of niet te accepteren niet expliciet tot uiting komt in een adviserende 21

22 voedingsvoorlichtingsbrochure en dus ook niet mee kan worden genomen in de analyse (Van Poppel: 2013: 32). Voor de confrontatiefase, openingsfase en argumentatiefase zal in de hierna volgende paragrafen toegelicht worden hoe deze fasen weerspiegeld kunnen worden in een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure die in wil spelen op de doctrine van Informed Consent Het voedingsadvies als prescriptief standpunt In de confrontatiefase volgens het ideaalmodel wordt het verschil van mening geëxternaliseerd doordat de protagonist zijn standpunt(en) naar voren brengt en de antagonist zijn twijfel uit of een tegenstandpunt aandraagt. In het geval van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure begint de confrontatie doordat het voedingsinstituut een voedingsprobleem heeft geïdentificeerd onder de Nederlandse bevolking. Op eigen initiatief verspreidt het instituut daarom een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure waarin de consument geadviseerd wordt over het juiste eetpatroon om dit gezondheidsprobleem te voorkomen of te verminderen. Dit is het begin van een kritische discussie tussen het voedingsinstituut en de consument. Het voedingsadvies wordt in deze voedingsvoorlichtingsbrochures altijd verpakt in de vorm van een adviserend, prescriptief standpunt waarin de consument wordt geadviseerd een bepaalde actie te ondernemen (Van Poppel, 2013: 27). Zoals we in het vorige hoofdstuk gezien hebben is deze adviserende aard van het standpunt een noodzakelijke voorwaarde voor een geslaagd voedingsadvies. Dit komt immers overeen met de identiteitsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures : Adviseren geldt als een poging door de schrijver om de lezer een gunstige voedingsgerelateerde actie uit te laten voeren om zo een gezondheidsprobleem te voorkomen en De schrijver verwacht een toekomstige voedingsgerelateerde actie van de lezer met gunstige gevolgen voor de gezondheid. Aan deze voorwaarden kan alleen worden voldaan wanneer er gebruik wordt gemaakt van een prescriptief standpunt waarin een bepaalde actie geadviseerd wordt. Een voorbeeld van zo n standpunt is: Je moet voldoende vitamines eten Gemeenschappelijke uitgangspunten als basis voor het voedingsadvies In de openingsfase volgens het ideaalmodel wordt de bewijslast tussen de protagonist en de antagonist verdeeld, worden de regels van de discussie duidelijk gemaakt en wordt gekeken welke gemeenschappelijke uitgangspunten de basis vormen om overeenstemming te bereiken in de discussie. Er wordt dus op zoek gegaan naar common ground. Dit is noodzakelijk want als er 22

23 helemaal geen gemeenschappelijke uitgangspunten zijn, dan zal de protagonist de antagonist nooit kunnen overtuigen en heeft de discussie geen zin (Van Poppel, 2013: 28-30). In het geval van een advies in de gezondheidsvoorlichting is het bijvoorbeeld noodzakelijk dat de protagonist en de antagonist het erover eens zijn dat gezondheid wenselijk is. Anders zal de antagonist een advies dat de gezondheid bevordert nooit accepteren. De uitgangspunten in een kritische discussie worden onderverdeeld in materiële en procedurele uitgangspunten. Deze laatste hebben betrekking op interne, externe en praktische regels voor de kritische discussie. Deze procedurele uitgangspunten worden dus in feite bepaald door de institutionele context zoals in hoofdstuk 2 besproken. Deze context bepaalt immers wat de regels zijn voor de communicatie en argumentatie binnen het activiteitstype van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure en deze kunnen dus gezien worden als procedurele uitgangspunten. De materiële uitgangspunten doen beschrijvende en evaluerende uitspraken over hetgeen ter discussie staat. Gezondheid is wenselijk is daar een voorbeeld van. Deze uitspraken dienen als gemeenschappelijk beschouwd te worden om voldoende common ground te creëren voor de oplossing van het verschil van mening (Van Poppel, 2013: 28-30). Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent zijn deze materiële uitgangspunten in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures een belangrijk aspect om rekening mee te houden. Hoe eerder de schrijver immers overeenstemming kan bereiken met de lezer over het voldaan zijn aan de vereisten van de doctrine van Informed Consent hoe beter, en hoe groter de kans dat de lezer zijn advies zal accepteren. Ook vanuit het toestemmingsvereiste speelt deze common ground een belangrijke rol, want wil de schrijver aan dit vereiste voldoen zonder zijn institutionele doel uit het oog te verliezen moet hij zorgen dat de lezer instemt met de geadviseerde actie maar wel het gevoel houdt vrij te zijn geweest in die keuze. Hier kan het vooraf bewerkstelligen van gemeenschappelijke uitgangspunten een bijdrage aan leveren. Zoals besproken in hoofdstuk 3 komen de twee kernwaarden van de doctrine, te weten het informatievereiste en het toestemmingsvereiste, terug in de voorbereidende condities van de geslaagdheidsvoorwaarden van de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures. Het werd duidelijk dat aan deze twee vereisten van de doctrine kan worden voldaan door te anticiperen op de kritische vragen twee en drie: Ben ik bereid om de geadviseerde actie op te volgen? en Ben ik in staat om de geadviseerde actie op te volgen?. Wanneer de schrijver van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure de lezer van voldoende informatie voorziet waarin duidelijk wordt dat het wenselijk is om het advies op te volgen en waarin voldoende handvatten 23

24 aanwezig zijn om de gewenste actie vervolgens uit te voeren kan de lezer deze twee vragen enkel positief beantwoorden en zijn beide vereisten van de doctrine vervuld. Voor de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure die wil voldoen aan de doctrine van Informed Consent is het dus belangrijk om al in de openingsfase te proberen om common ground te bereiken over deze mogelijkheid en bereidheid om het advies op te volgen, door deze twee aspecten als gemeenschappelijke uitgangspunten voor te stellen. Vervolgens zal in de argumentatiefase het argumentatieve potentieel van deze uitgangspunten verder uitgewerkt worden (Van Eemeren, Houtlosser en Snoeck Henkemans, 2008: 485). Hoe deze uitgangspunten precies vorm krijgen in de argumentatiefase zal blijken in de volgende paragraaf Pragmatische en kentekenargumentatie ter ondersteuning van het voedingsadvies In de argumentatiefase volgens het ideaalmodel brengt de protagonist argumenten naar voren om de twijfel van de antagonist met betrekking tot het standpunt weg te nemen. De antagonist op zijn beurt bepaalt in hoeverre hij de argumenten voldoende ondersteuning vindt van het standpunt en plaatst eventueel kritische reacties en tegenargumenten (Van Eemeren en Grootendorst, 2004: 61). Voor de keuze en presentatie van deze argumenten zijn er diverse mogelijkheden. Zo worden er in de pragma-dialectiek drie typen argumentatie onderscheiden waarin de relatie tussen het standpunt en de argumenten op een andere manier tot stand wordt gebracht. Deze argumentatietypen betreffen argumentatie gebaseerd op een kentekenrelatie, op een vergelijkingsrelatie en een causaal verband (Van Eemeren en Snoeck Henkemans, 2006: 79-84). In het geval van betogende voorlichtingsteksten in het algemeen kunnen er een vijftal argumentatieve patronen verwacht worden ter ondersteuning van het advies waarvan pragmatische argumentatie er een is (Schellens en De Jong, 2000: ). In deze variant van causale argumentatie wordt gewezen op de (on)wenselijke gevolgen van het uitvoeren van de geadviseerde actie (Van Eemeren en Snoeck Henkemans, 2006: 91-92). Dat pragmatische argumentatie binnen het verwachtingspatroon past is ook vanuit de geslaagdheidsvoorwaarden zoals geformuleerd in hoofdstuk 3 logisch, want deze argumentatieve keuze sluit aan bij de identiteitsvoorwaarden voor een geslaagd voedingsadvies en speelt ook vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent een belangrijk rol. Hier zal in de volgende paragraaf verder op in gegaan worden. Naast pragmatische argumentatie speelt echter nog een andere vorm van argumentatie een rol in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de doctrine van Informed Consent, en dat is kentekenargumentatie. Zoals uiteengezet in paragraaf 2.2 moet het 24

25 voedingsadvies dankzij deze doctrine nu ook voorzien zijn van alle relevante informatie over het advies en dat betekent dat kentekenargumentatie, ondanks dat het niet behoort tot de verwachte argumentatieve patronen in betogende voorlichtingsteksten, eveneens in aanmerking komt. Kentekenargumentatie leent zich namelijk om informatieve, feitelijke of evaluatieve uitspraken te doen waarin aspecten van het advies nader uitgelegd kunnen worden (Schellens en De Jong, 2000: 291). Daarom zal hieronder het gebruik van zowel pragmatische argumentatie als kentekenargumentatie nader worden toegelicht Pragmatische argumentatie: de voordelen van de geadviseerde actie In adviserende gezondheidsbrochures, waaronder voedingsvoorlichtingsbrochures gerekend mogen worden, wordt pragmatische argumentatie ingezet om het prescriptieve standpunt te ondersteunen (Van Poppel, 2013: 35). In deze vorm van argumentatie binnen dit activiteitstype wordt altijd gewezen op de (on)wenselijke gevolgen van het uitvoeren van de geadviseerde actie voor de gezondheid. Onderstaande argumentatiestructuur laat zien hoe deze pragmatische argumentatie het prescriptieve standpunt ondersteunt: 1. Doe (niet) X 1.1a X leidt (niet) tot Y (1.1b Y is (on)wenselijk) In deze argumentatiestructuur afkomstig uit Van Poppel (2013: 67-68) betreft 1. het prescriptieve standpunt dat het voedingsadvies uitdraagt en 1.1a is het ondersteunende pragmatische argument dat de positieve of negatieve gevolgen van het al dan niet uitvoeren van het advies uiteenzet. Impliciet argument 1.1b wordt door Van Poppel op deze manier gereconstrueerd en komt voort uit de voorbereidende conditie van de geslaagdheidsvoorwaarden dat de geadviseerde actie daadwerkelijk positieve gevolgen voor de gezondheid moet hebben. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor het accepteren van argument 1.1a en rechtvaardigt het advies. Daarom wordt dit door Van Poppel als een gemeenschappelijk uitgangspunt beschouwd dat meegenomen wordt in de argumentatie en gereconstrueerd wordt als een complementair nevenschikkend argument ter ondersteuning van argument 1.1a (Van Poppel, 2013: ). In dit complementaire verband weerlegt argument 1.1b de twijfels van de lezer ten aanzien van de wenselijkheid van de gevolgen genoemd in argument 1.1a. Op deze manier ondersteunt en beschermt dit complementair nevenschikkende argument het pragmatische hoofdargument (Plug, 2000: 73-74). 25

26 Een concreet voorbeeld uit de Vetwijzers van het Voedingscentrum van het gebruik van pragmatische argumentatie met daarin als impliciet nevenschikkend argument het gemeenschappelijk uitgangspunt verwerkt, ziet er als volgt uit: 1. Je moet zo weinig mogelijk verzadigd vet eten 1.1a Het eten van verzadigd vet verhoogt de kans op hart- en vaatziekten (1.1b Hart- en vaatziekten zijn onwenselijk voor de gezondheid) Vanuit het perspectief van de institutionele context en de geslaagdheidsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures is het gebruik van pragmatische argumentatie een noodzakelijke voorwaarde binnen dit activiteitstype. Met het eerder omschreven prescriptieve standpunt in combinatie met deze pragmatische argumentatie kan immers voldaan worden aan de identiteitsvoorwaarden voor een geslaagd voedingsadvies: Adviseren geldt als een poging door de schrijver om de lezer een gunstige voedingsgerelateerde actie uit te laten voeren om zo een gezondheidsprobleem te voorkomen en De schrijver verwacht een toekomstige voedingsgerelateerde actie van de lezer met gunstige gevolgen voor de gezondheid. Het prescriptieve standpunt geeft aan dat er een actie uitgevoerd moet worden en de pragmatische argumentatie laat zien dat de gevolgen een gunstig effect hebben op de gezondheid. Op deze manier kan het voedingsadvies daadwerkelijk als voedingsadvies geïdentificeerd worden zoals de identiteitsvoorwaarden dit vereisen. Daarnaast is argument 1.1b, Y is (on) wenselijk, in het bijzonder belangrijk vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. Zoals we gezien hebben in paragraaf is de wenselijkheid van de gevolgen van de geadviseerde actie immers een cruciaal aspect wanneer ingespeeld moet worden op de vereisten van deze doctrine. Deze wenselijkheid van de gevolgen wordt bevraagd in de eerste kritische vraag van de lezer ten aanzien van het voldaan zijn aan de voorbereidende condities van de geslaagdheidsvoorwaarden: Heeft de geadviseerde actie daadwerkelijk een positief effect op mijn gezondheid? Deze vraag staat in verband met de tweede kritische vraag van de lezer: Ben ik bereid om de geadviseerde actie op te volgen? Wanneer de gevolgen immers wenselijk zijn zal de lezer eerder bereid zijn om de actie op te volgen. De bereidheid van de lezer houdt zoals eerder uitgelegd verband met het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Wanneer de schrijver dus de wenselijkheid van de gevolgen als gemeenschappelijk uitgangspunt kan presenteren anticipeert hij op de bereidheid van de lezer en creëert hij common ground voor het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Doordat de schrijver hier niet alleen een gemeenschappelijk uitgangspunt presenteert maar tevens anticipeert op kritische vragen van de 26

27 lezer kan deze uitspraak als argument opgevat worden dat complementair nevenschikkend argument 1.1a ondersteunt Kentekenargumentatie: noodzakelijke informatie over de geadviseerde actie Hoewel kentekenargumentatie niet voorkomt in het lijstje van argumentatieve patronen die verwacht mogen worden in betogende voorlichtingsteksten (Schellens en De Jong, 2000: ), is deze vorm van argumentatie vanuit het licht van de doctrine van Informed Consent toch interessant om te bestuderen. Deze doctrine vereist immers dat alle adviezen in voedingsvoorlichtingsbrochures voorzien zijn van voldoende informatie en kentekenargumentatie leent zich om feitelijke uitspraken in verband te brengen met het standpunt (Schellens en De Jong, 2000: 291). Zo duidt Snoeck Henkemans (2000: 46) aan dat het begrip kenmerk of teken dat in deze context vaak wordt gehanteerd kan slaan op een teken waaruit men kan afleiden dat iets het geval is of als blijk of bewijs voor het bestaan of de aard van iets of iemand. Zo kan door middel van het kentekenargument de uitspraak in het standpunt nader gedefinieerd worden door het toevoegen van kenmerken of bewijs. De argumentatiestructuur van een kentekenargument ter ondersteuning van een prescriptief standpunt, afgeleid van Garssen s onderzoek naar argumentatieschema s (1997: 9), ziet er in het geval van een adviserende voorlichtingsbrochure als volgt uit: 1. Doe (niet) X 1.1a X heeft kenmerk Y (1.1b Y is (on)wenselijk voor de gezondheid) Hoewel deze argumentatiestructuur logisch gezien klopt, is de kentekenargumentatie op zichzelf toch geen voldoende ondersteuning van het prescriptieve standpunt dat een actie met gunstige gevolgen voor de gezondheid aanmoedigt. Het is immers niet mogelijk om door het verbinden van een wenselijk kenmerk aan deze actie te beargumenteren waarom deze actie uitgevoerd moet worden. Hierbij is het benoemen van deze gunstige gevolgen, zoals pragmatische argumentatie dit doet, noodzakelijk. Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent vervult deze kentekenargumentatie echter toch een speciale rol. Het informatievereiste van de doctrine stelt immers dat in de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure alle relevante informatie over het voedingsadvies gegeven moet worden. Hiermee kan tevens geanticipeerd worden op de kritische vraag van de lezer ten aanzien van diens mogelijkheid om het advies op te volgen. Wanneer de schrijver in wil spelen op de doctrine van Informed Consent en voldoende 27

28 common ground wil creëren voor het accepteren van het advies moet hij proberen deze mogelijkheid als gemeenschappelijk uitgangspunt te presenteren. Hiertoe geeft de schrijver alle noodzakelijke informatie over het advies, wat als noodzakelijke voorwaarde beschouwd kan worden voor het begrijpen en accepteren van het advies. Doordat de schrijver hier niet alleen een gemeenschappelijk uitgangspunt presenteert maar tevens anticipeert op de kritische vraag van de lezer kan deze informatie opgevat worden als argumentatie. Zoals ook te zien is in Van Poppel (2013: ) kan de schrijver deze informatie verwerken in de vorm van kentekenargumentatie die in een complementair nevenschikkende relatie tot de pragmatische argumentatie geplaatst kan worden. In dit complementaire verband weerlegt de kentekenargumentatie mogelijke twijfels van de lezer ten aanzien van de inhoud van de pragmatische argumentatie en de mogelijkheid het advies op te volgen (Plug, 2000: 73-74). Zo vormt de informatie een ondersteuning van het pragmatische hoofdargument en fungeert tevens als gemeenschappelijk uitgangspunt omdat het accepteren van de informatie een voorwaarde is voor het accepteren van de argumentatie. 4.2 Schematische weergave van de argumentatieve mogelijkheden In dit hoofdstuk werd antwoord gegeven op de volgende deelvraag: wat zijn de argumentatieve mogelijkheden voor adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die in willen spelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent? Concluderend kan gesteld worden dat het gebruik van een prescriptief standpunt ondersteund door pragmatische argumentatie een institutionele conventie is om te voldoen aan de identiteitsvoorwaarden van de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures. Anders zal de lezer het advies niet als zodanig begrijpen en niet accepteren. Tevens is het om dit institutionele doel te bereiken belangrijk dat de schrijver zoveel mogelijk common ground met de lezer bewerkstelligt door het presenteren van gemeenschappelijke uitgangspunten. Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent zijn deze gemeenschappelijke uitgangspunten nog meer van belang omdat zo al in een vroeg stadium overeenstemming bereikt kan worden over de mogelijkheid en de bereidheid van de lezer het advies op te volgen, en daarmee over het voldaan zijn aan de vereisten van de doctrine van Informed Consent. Bovendien speelt de schrijver met deze gemeenschappelijke uitgangspunten actief in op het verkrijgen van toestemming van de lezer, zoals het toestemmingsvereiste dit wenst. In de argumentatiefase wordt het argumentatieve potentieel van deze uitgangspunten verder uitwerkt. Dit was te zien in de analyse van Van Poppel (2013: 67-68) waarbij het gemeenschappelijke uitgangspunt over de wenselijkheid van de gevolgen gereconstrueerd 28

29 wordt als complementair nevenschikkend argument ter ondersteuning van de pragmatische argumentatie. Vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent speelt dit argument een belangrijke rol omdat het niet alleen een gemeenschappelijk uitgangspunt vertegenwoordigt, maar ook anticipeert op de twijfels van de lezer ten aanzien van de wenselijkheid van de gevolgen en daarmee op de bereidheid van de lezer het advies op te volgen en de toestemmingsvereiste van de doctrine. Tot slot kan vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent kentekenargumentatie in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures een bijdrage leveren aan de gebruikelijke pragmatische argumentatie. Gevuld met feitelijke en evaluatieve uitspraken over het voedingsadvies kan de kentekenargumentatie de pragmatische argumentatie complementair nevenschikkend ondersteunen met alle bijbehorende informatie die nodig is om het advies te begrijpen en te accepteren. Deze kentekenargumentatie geldt in dit geval tevens als expliciet gemaakt gemeenschappelijk uitgangspunt, omdat de informatie een noodzakelijke voorwaarde is om het pragmatische argument te begrijpen en te accepteren. Hiermee wordt ingespeeld op de voorbereidende conditie dat de lezer in staat moet zijn om het advies op te volgen en daarmee tevens op het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. Zo kan door middel van specifieke argumentatieve keuzes aan beide vereisten worden voldaan. Afsluitend wordt hieronder schematisch in kaart gebracht welke argumentatieve mogelijkheden de schrijver van een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure die in wil spelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent tot zijn beschikking heeft. Dit model zal dienen als een instrumentarium bij de volgende twee hoofdstukken om te analyseren welke argumentatieve keuzes er in de twee Vetwijzers van het Voedingscentrum en de andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures zijn gemaakt en hoe die verklaard kunnen worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. 29

30

31 5 Informed Consent in de Vetwijzers uit 2007 en 2013 De Vetwijzers (zie bijlage 2 en 3) zijn twee adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures uitgegeven door het Voedingscentrum, met als doel de consument te overtuigen minder verzadigd vet te eten en dit te vervangen door onverzadigd vet. De reden dat deze brochures worden uitgebracht is dat het Voedingscentrum heeft opgemerkt dat er te veel verzadigd vet wordt gegeten in Nederland, hetgeen schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Daarom dient de bevolking hierover geadviseerd te worden. De Vetwijzers van het Voedingscentrum zijn een goed voorbeeld van de integratie van de doctrine van Informed Consent in de voedingsvoorlichting. Wanneer de Vetwijzer uit 2007 vergeleken wordt met de Vetwijzer uit 2013 is duidelijk te zien dat de schrijver in 2013 andere argumentatieve keuzes heeft gemaakt om de doctrine van Informed Consent te verenigen met het institutionele doel de consument te overtuigen van het voedingsadvies. Om aan te tonen hoe dit gebeurt vindt in dit hoofdstuk een pragma-dialectische analyse plaats van de twee Vetwijzers. In deze analyse worden de brochures onder de loep genomen aan de hand van dezelfde aspecten als in het vorige hoofdstuk: allereerst zal op basis van de argumentatieve reconstructie zoals te lezen is in bijlage 4 het standpunt en de belangrijkste argumenten besproken worden, waarbij ook gekeken zal worden in hoeverre deze argumenten bijdragen aan de presentatie van een gemeenschappelijk uitgangspunt. Vervolgens wordt kort aandacht besteed aan de manier waarop deze brochures zichzelf qua formulering en vormgeving presenteren, omdat dit hoewel geen direct onderdeel van de argumentatie ook bijdraagt aan de interpretatie van het geheel. Tot slot zal gekeken worden hoe deze argumentatieve keuzes aansluiten bij de doctrine van Informed Consent. Zo zal antwoord gegeven worden op de volgende deelvraag: welke argumentatieve keuzes worden er in de Vetwijzer uit 2013 in vergelijking met de Vetwijzer uit 2007 gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? 5.1 Selectie van standpunten, argumenten en uitgangspunten In het vorige hoofdstuk zijn de confrontatiefase, de openingsfase en de argumentatiefase volgens het ideaalmodel van een kritische discussie behandeld, in het licht van de context van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure. Uit deze analyse kwam duidelijk naar voren welke argumentatieve keuzes qua standpunten, argumenten en uitgangspunten er in deze discussiefasen volgens de theorie gemaakt kunnen worden binnen de grenzen van de institutionele context en de doctrine van Informed Consent. Nu zal gekeken worden hoe deze theorie zich verhoudt tot de praktijk door de Vetwijzers aan eenzelfde pragma-dialectische

32 analyse te onderwerpen. Hierbij zal voor beide brochures de keuze voor de standpunten, argumenten en uitgangspunten besproken worden Vetwijzer 2007 Het eerste dat opvalt als je de Vetwijzer uit 2007 bekijkt is de ondertitel Let op verborgen vet! en het rode en groene kader met de kopjes Verzadigd = Verkeerd en Onverzadigd = Oké. Onder deze kopjes volgt een beschrijving van de relatie tussen (on)verzadigd vet en het risico op hart- en vaatziekten. Hier is sprake pragmatische argumentatie, want de strekking van de tekst luidt als volgt: je moet minder verzadigd vet eten, want verzadigd vet verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Over de positieve gevolgen van onverzadigd vet is eenzelfde tekstje aanwezig: je moet wel onverzadigd vet eten, want onverzadigd vet verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. Het is duidelijk dat het Voedingscentrum in deze brochure de consument wil aanzetten tot een bepaalde actie, namelijk het minder eten van verzadigd vet, waarbij het wel eten van onverzadigd vet als oplossing wordt aangedragen. Met de identiteitsvoorwaarden voor de taalhandeling adviseren in voedingsvoorlichtingsbrochures en het institutionele doel van het Voedingscentrum in het achterhoofd kunnen deze uitingen daarom gereconstrueerd worden als onderdeel van het volgende prescriptieve standpunt: Je moet zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen. Hiermee kan de argumentatieve situatie in de Vetwijzer uit 2007 gekarakteriseerd worden als een enkelvoudig ongemengd verschil van mening. Dit wil zeggen dat het Voedingscentrum één standpunt uitdraagt waar de consument aan twijfelt, zonder dat er sprake is van een expliciet tegenstandpunt. We hebben al gezien dat dit prescriptieve standpunt in deze Vetwijzer ondersteund wordt door twee varianten van pragmatische argumentatie. Hierin wordt gewezen op de nadelige gevolgen van het eten van verzadigd vet en de voordelige gevolgen van het eten van onverzadigd vet. Deze twee vormen van pragmatische argumentatie kunnen het beste gereconstrueerd worden als twee cumulatief nevenschikkende argumenten omdat ze onafhankelijk van elkaar niet voldoende zijn om het standpunt te ondersteunen (Plug, 2000: 72-73). Zoals we gezien hebben in het vorige hoofdstuk is het voor de schrijver van de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure van belang om aan te tonen dat de gevolgen die in deze pragmatische argumentatie genoemd worden daadwerkelijk (on)wenselijk zijn. Dit gebeurt ook in de Vetwijzer uit Zo kan in deze brochure aan beide pragmatische argumenten een impliciet complementair nevenschikkend argument toegevoegd worden waarin als een 32

33 gemeenschappelijk uitgangspunt verwoord wordt dat een verhoogd/verlaagd risico op hart- en vaatziekten (on)wenselijk is. Schematisch gezien ziet de structuur van het standpunt en de bijbehorende argumenten en uitgangspunten in de Vetwijzer uit 2007 er dan als volgt uit: 33

34

35 5.1.2 Vetwijzer 2013 Hoewel totaal anders vormgegeven en gepresenteerd is de argumentatieve situatie en de argumentatiestructuur van de Vetwijzer uit 2013 bijna identiek aan die van Het is nog steeds een enkelvoudig ongemengd verschil van mening. Het prescriptieve standpunt Je moet zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen is in de Vetwijzer uit 2013 hetzelfde. Ook de pragmatische argumenten waarin gewezen wordt op de voordelige en nadelige gevolgen van het eten van verzadigd en onverzadigd vet, met de bijbehorende impliciete uitgangspunten dat dit daadwerkelijk (on)wenselijk is, zijn in 2013 ongewijzigd gebleven. Dit standpunt en deze argumenten zijn zichtbaar onder het eerste kopje Herken het gezonde vet. Het verschil tussen de Vetwijzer uit 2007 en de Vetwijzer uit 2013 zit hem in de toevoeging van een derde argument waarvan de verschillende onderdelen zichtbaar zijn onder het tweede en derde tussenkopje op de eerste pagina van de brochure. Dit argument betreft in tegenstelling tot de andere argumenten kentekenargumentatie en zet de verschillende soorten verzadigd en onverzadigd vet uiteen om duidelijk te maken dat de een gezonder is dan de ander. Hiertoe is een overkoepelend argument gereconstrueerd om de overige argumenten onder te scharen: Er is gezond en minder gezond vet. Deze informatie is een noodzakelijke voorwaarde om het standpunt en de andere argumenten te begrijpen en te accepteren. Wanneer de lezer immers niet gelooft dat onverzadigd vet gezonder is dan verzadigd vet, dan zal nooit overeenstemming bereikt kunnen worden. Daarom moet de informatie in deze kentekenargumenten beschouwd worden als een gemeenschappelijk uitgangspunt dat de pragmatische argumenten complementair nevenschikkend ondersteund. Tot slot wordt deze kentekenargumentatie ook nog ondersteund door een impliciet gemeenschappelijk uitgangspunt dat het kenmerk gezond wenselijk is. Ook dit is weer een noodzakelijke voorwaarde om zeker te stellen voordat de lezer het advies zal accepteren. Schematisch gezien ziet de structuur van het standpunt en de bijbehorende argumenten en uitgangspunten in de Vetwijzer uit 2013 er dan als volgt uit:

36

37 5.1.3 Inspelen op Informed Consent Wanneer we de argumentatieve keuzes qua standpunten, argumenten en uitgangspunten van de Vetwijzer uit 2007 en de Vetwijzer uit 2013 vergelijken met behulp van het theoretisch kader zoals geschetst in het vorige hoofdstuk en vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent, zien we opmerkelijke verschillen. Het is duidelijk dat beide brochures inhoudelijk hetzelfde zijn en ook dezelfde boodschap over willen brengen. Dit is niet vreemd aangezien het institutionele doel van het Voedingscentrum in die tussenliggende zes jaar niet veranderd is. Des te meer valt op dat door de keuze voor de toevoeging van de kentekenargumentatie ter ondersteuning van de pragmatische argumentatie de Vetwijzer uit 2013 duidelijk maakt dat deze informatie een noodzakelijke voorwaarde is voor het begrijpen en accepteren van het advies en dus als gemeenschappelijk uitgangspunt dient te worden beschouwd. Hiermee anticipeert de schrijver op de kritische vraag van de lezer of hij wel in staat zal zijn het advies op te volgen en speelt hij in op het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. Wanneer we kijken naar het anticiperen op het toestemmingsvereiste van de doctrine en de kritische vraag van de lezer of hij bereid is het advies op te volgen, is te zien dat beide brochures hier op het niveau van de argumentatie niet veel van elkaar verschillen. Beide brochures hanteren de pragmatische argumentatie ondersteund door een impliciet argument waarin de (on)wenselijke gevolgen worden benadrukt en als uitgangspunt worden gepositioneerd. Wel voegt de Vetwijzer uit 2013 daar nog een extra uitgangspunt aan toe als impliciet argument ter ondersteuning van de kentekenargumentatie: Gezond is wenselijk. Samenvattend kan gesteld worden dat op het niveau van de standpunten, argumenten en uitgangspunten de Vetwijzer uit 2013 met behulp van kentekenargumentatie duidelijk inspeelt op het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. De kentekenargumentatie maakt het mogelijk om feitelijke en evaluatieve uitspraken toe te voegen aan de pragmatische argumentatie die het begrip en de acceptatie bemoedigen. Hierdoor ontvangt de consument niet alleen meer informatie, ook wordt het hem makkelijker gemaakt om het advies op te volgen. Bovendien maakt de Vetwijzer uit 2013 meer gebruik van gemeenschappelijke uitgangspunten waarmee de schrijver op zoek is naar common ground met de lezer en actief inspeelt op zijn toestemming. Wanneer deze common ground wordt bereikt zal de lezer eerder bereid zijn het advies op te volgen. Zo wordt door de Vetwijzer uit 2013 toch ook ingespeeld op het toestemmingsvereiste van de doctrine.

38 5.2 Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Naast de keuze voor een standpunt en bepaalde argumenten waarmee ook aanspraak wordt gemaakt op gemeenschappelijke uitgangspunten, kan er bij adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures ook nog iets gezegd worden over de manier waarop deze vormgegeven worden en de formulering die wordt gekozen. Hoewel dit niet direct tot de argumentatie behoort, is het in de context van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures wel interessant om mee te nemen, omdat deze aspecten ook meespelen in de manier waarop ingespeeld kan worden op de doctrine van Informed Consent. Daarom zal nu het gebruik van deze presentatiemiddelen in beide Vetwijzers besproken worden Vetwijzer 2007 Opvallend in het gebruik van presentatiemiddelen is dat de Vetwijzer uit 2007 expliciet gericht is op het geven van advies. Dit komt duidelijk naar voren in de sturende formulering van het standpunt en de argumenten: Let op verborgen vet!, Verzadigd = Verkeerd en Onverzadigd = Oké. Dit komt ook terug in de tabel met goede en slechte voedingsmiddelen die wordt aangeboden, de kop van deze tabel luidt wederom: Let op verborgen vet! Naast deze tabel bevat de Vetwijzer uit 2007 ook nog een bijlage waarin met een kleiner lettertype een grote hoeveelheid informatie wordt aangeboden over vetten in verschillende productgroepen. Het rood-groene kleurgebruik tot slot dat door de hele brochure te vinden is alsmede in de informatietabel draagt bij aan het adviserende karakter van de brochure door de goede en slechte keuzes zelfs visueel zichtbaar te maken Vetwijzer 2013 In tegenstelling tot de Vetwijzer uit 2007 komt in de lay-out en de vormgeving van de Vetwijzer uit 2013 de adviserende aard van de brochure juist veel minder expliciet naar voren. Dit wordt meteen duidelijk op de titelpagina waarop staat: Gezond en minder gezond vet. Herken het gezonde vet. Dit zien we ook in de presentatie van dezelfde informatietabel. In 2013 draagt deze de kop Kijk en vergelijk. Deze slogans roepen een heel andere associatie op dan het eerdere Let op verborgen vet! Een opvallende keuze in de Vetwijzer uit 2013 is de presentatie van de argumenten. In tegenstelling tot de Vetwijzer uit 2007 waar de pragmatische argumenten in een rood-groen kader werden weergegeven, is deze brochure opgebouwd uit een aantal tekstblokjes die de volgende kopjes dragen: Herken het gezonde vet, Enkelvoudige en meervoudige onverzadigde 38

39 vetzuren, Calorieën en Transvet. Deze kopjes zijn veel neutraler dan Verzadigd = verkeerd en Onverzadigd = Oké, maar daarnaast representeren deze kopjes grotendeels de ondersteunende kentekenargumentatie in plaats van de pragmatische hoofdargumenten. Hierdoor wordt de noodzakelijke informatie op de voorgrond geplaatst en de daadwerkelijke ondersteuning van het advies daaronder verwerkt. Als we kijken naar de niet-argumentatieve middelen valt op dat in de Vetwijzer uit 2013 alle informatie die in de Vetwijzer uit 2007 in de bijlage wordt gepresenteerd hier in de hoofdtekst is verwerkt waarbij er per productgroep duidelijke voorbeelden worden gegeven van de beste voedingskeuze. Tevens is er een kader toegevoegd met 7 tips om gezond vet te kiezen, plus een veel uitgebreidere tabel waarin niet alleen goede en slechte producten staan maar bovenal veel informatie te vinden is over de verschillende producten en hoeveel calorieën en verschillende soorten vet deze bevatten. Tot slot heeft in de Vetwijzer uit 2013 het belerende rood-groene kleurgebruik plaatsgemaakt voor neutralere kleuren Inspelen op Informed Consent Wanneer we de keuzes qua formulering en lay-out van de Vetwijzer uit 2007 en de Vetwijzer uit 2013 vergelijken vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent, zijn er wederom interessante verschillen zichtbaar. Opvallend om te zien is dat terwijl de Vetwijzer uit 2007 zijn adviserende aard met deze presentatiemiddelen juist benadrukt, de Vetwijzer uit 2013 zich veel meer lijkt te profileren als een informatiebrochure. Dit zit in de formulering van het standpunt en de argumenten, in de presentatie van de argumentatie, in de hoeveelheid en het type aanwezige informatie en tot slot in het kleurgebruik. Op al deze vlakken maken de twee brochures zeer verschillende keuzes die vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent te verklaren zouden kunnen zijn. De meer informatieve invalshoek van de Vetwijzer uit 2013 sluit immers aan bij het informatievereiste, evenals de grote hoeveelheid informatie die in de hoofdtekst is verwerkt. Hiermee wordt geanticipeerd op de kritische vraag van de lezer of hij in staat is om het advies op te volgen. Daarnaast wordt door de neutralere positionering qua formulering en kleur de beslissing om het advies wel of niet op te volgen meer in de handen gelegd van de consument dan in de Vetwijzer uit 2007 waarin de juiste keuzes nog groen waren aangemerkt. Hiermee probeert de Vetwijzer uit 2013 dus ook in te spelen op het toestemmingsvereiste van de doctrine. 39

40 5.3 Inspelen op Informed Consent in de Vetwijzers In dit hoofdstuk werd de volgende deelvraag beantwoord: welke argumentatieve keuzes worden er in de Vetwijzer uit 2013 in vergelijking met de Vetwijzer uit 2007 gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? Zo werd in dit hoofdstuk duidelijk dat de Vetwijzer uit 2007 en de Vetwijzer uit 2013 andere argumentatieve keuzes maken, zowel op het niveau van de standpunten, argumenten en uitgangspunten, als op het niveau van de presentatiemiddelen. Met behulp van het theoretisch kader zoals geschetst in het vorige hoofdstuk kunnen deze verschillen verklaard worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. Zo viel op dat de Vetwijzer uit 2013 met argumentatieve keuzes duidelijk inspeelt op het informatievereiste van deze doctrine zoals dat in 2007 nog niet gebeurde en ook op het niveau van het toestemmingsvereiste zijn er in de Vetwijzer uit 2013 subtiele verschillen zichtbaar in vergelijking met de Vetwijzer uit Samenvattend zijn deze argumentatieve verschillen onder te verdelen in drie categorieën: 1. Kentekenargumentatie In tegenstelling tot de Vetwijzer uit 2007 speelt in de Vetwijzer uit 2013 kentekenargumentatie een grote rol. Deze vorm van argumentatie wordt in deze brochure ingezet om de pragmatische argumenten te ondersteunen met informatie die noodzakelijk is voor het begrip en de acceptatie van het voedingsadvies. Op deze manier krijgt de lezer alle relevante informatie en wordt hij ondersteund in zijn mogelijkheid het advies op te volgen. Hiermee wordt door de Vetwijzer uit 2013 aangesloten bij het informatievereiste van de doctrine. 2. Gemeenschappelijke uitgangspunten Door de toevoeging van de kentekenargumentatie wordt duidelijk dat de Vetwijzer uit 2013 meer inspeelt op het bewerkstelligen van common ground tussen het voedingsinstituut en de lezer. Zo kan de informatie in de kentekenargumentatie op zichzelf als gemeenschappelijk uitgangspunt worden beschouwd omdat deze informatie een noodzakelijke voorwaarde is voor het begrip en de acceptatie van het voedingsadvies. Daarnaast wordt deze argumentatie ook nog ondersteund door een impliciet gemeenschappelijk uitgangspunt dat die argumentatie weer rechtvaardigt. Zo speelt de Vetwijzer uit 2013 meer in op overeenstemming met de lezer waarmee aangesloten wordt bij het toestemmingsvereiste van de doctrine. 40

41 3. Formulering en lay-out Hoewel niet direct onderdeel van de argumentatie spelen in de Vetwijzers van het Voedingscentrum de formulering en lay-out ook een belangrijke rol bij het voldoen aan de vereisten van de doctrine van Informed Consent. Zo valt op dat de Vetwijzer uit 2013 kiest voor informatieve, neutrale formuleringen zonder sturing, neutraal kleurgebruik en meer informatieve elementen zoals tabellen en kaders. Met deze informatieve elementen draagt de brochure weer bij aan de mogelijkheid van de lezer om het advies op te volgen en zo ook aan het informatievereiste van de doctrine. Met de keuze voor een neutrale formulering en neutraal kleurgebruik waarbij de pragmatische argumentatie zelfs naar de achtergrond verdwijnt geeft de schrijver de lezer meer ruimte tot het maken van een eigen keuze, wat bijdraagt aan de eigen toestemming zoals de doctrine dit vereist. Het moge nu duidelijk zijn dat de verschillen in argumentatieve keuzes tussen de Vetwijzer uit 2007 en de Vetwijzer uit 2013 vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent te verklaren zijn. Hoe deze argumentatieve keuzes tot uiting komen in andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures zal in het volgende hoofdstuk bekeken worden, waarna een breder beeld gevormd kan worden van hoe er in de voedingsvoorlichting ingespeeld wordt op de wettelijke doctrine van Informed Consent. 41

42 6 Inspelen op Informed Consent in de voedingsvoorlichting Nu aangetoond is hoe de Vetwijzer uit 2013 door middel van specifieke argumentatieve keuzes inspeelt op de wettelijke doctrine van Informed Consent zullen twee andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures van andere instituten onder de loep genomen worden om een algemeen patroon bloot te leggen. Hiertoe volgt in dit hoofdstuk een pragma-dialectische analyse van Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen van Suikerstichting Nederland en Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding van De Nederlandse Vegetariërsbond. In deze analyses worden de brochures opnieuw onder de loep genomen aan de hand van dezelfde aspecten als in hoofdstuk 4: allereerst zal het standpunt en de belangrijkste argumenten besproken worden, waarbij ook gekeken zal worden in hoeverre deze argumenten bijdragen aan de presentatie van een gemeenschappelijk uitgangspunt. Vervolgens wordt kort aandacht besteed aan de manier waarop deze brochures zichzelf qua formulering en vormgeving presenteren, omdat dit hoewel geen direct onderdeel van de argumentatie ook bijdraagt aan de interpretatie van het geheel. Tot slot zal gekeken worden hoe deze argumentatieve keuzes te vergelijken zijn met de Vetwijzer uit 2013 en aansluiten bij de doctrine van Informed Consent. Hierna zal ook nog aandacht besteed worden aan twee andersoortige initiatieven in de voedingsvoorlichting: Het Nieuwe Eten van het Voedingscentrum en Mijn Eetexperiment van Voeding Leeft. Bezien vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent benadrukken deze twee initiatieven een interessante trend in de voedingsvoorlichting die weer op een andere manier inspeelt op de vereisten van deze doctrine. Zo zal antwoord gegeven worden op de laatste deelvraag: welke argumentatieve keuzes worden er in andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? 6.1 Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen (zie bijlage 5) is een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure in 2008 uitgegeven door Suikerstichting Nederland. Dit kenniscentrum verricht onderzoek naar suiker in relatie tot voeding en gezondheid en geeft voorlichting over suiker in de breedste zin van het woord. De kerntaken van Suikerstichting Nederland op voedingskundig gebied zijn onderzoek en communicatie naar diverse doelgroepen om het kennisniveau van de gezondheidsaspecten van suiker te verhogen en een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke discussie over suiker in relatie tot voeding en gezondheid. De brochure Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen gaat over een gezonde leefstijl in 42

43 het algemeen, aangevuld met adviezen over gezonde voeding in combinatie met sport en bewegen. Specifiek heeft deze brochure als doel om mensen met een actieve leefstijl te adviseren over gezonde voeding die bij hun leefstijl past, daarnaast wil de brochure andere mensen overtuigen meer te bewegen en gezonder te eten (Suikerstichting Nederland website, 2014). Hoewel Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen al in 2008 werd uitgegeven, relatief kort na de Vetwijzer uit 2007 van het Voedingscentrum, is toch duidelijk te zien dat de Suikerstichting bewust of onbewust al inspeelde op de wettelijke doctrine van Informed Consent. Dit zal aangetoond worden door middel van een pragma-dialectische analyse van de inleiding van deze brochure, op basis van de argumentatieve reconstructie zoals te lezen in bijlage 6. Zo zullen evenals bij de Vetwijzers de argumentatieve keuzes in Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen uiteengezet worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent Selectie van standpunten, argumenten en uitgangspunten In Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen is er sprake van een meervoudig, ongemengd verschil van mening. Suikerstichting Nederland neemt in deze brochure twee prescriptieve standpunten in: Je moet voldoende bewegen en Je moet kiezen voor goede voeding. Deze standpunten blijven impliciet in deze brochure want het staat niet zo in de tekst en kan alleen tussen de regels door gelezen worden met het doel van de brochure in het achterhoofd. Wat wel in de tekst staat is dat ons lichaam beweging en goede voeding nodig heeft om goed te blijven functioneren en dat samen met bewegen gezond eten het beste cadeau voor je gezondheid is. Dit zijn uitspraken waaruit twee evaluatieve argumenten afgeleid kunnen worden: beweging is gezond en goede voeding is gezond. Anders dan in de Vetwijzer uit 2013 worden de standpunten in deze brochure dus primair ondersteund door kentekenargumenten. Deze argumenten kunnen weer opgevat worden als twee gemeenschappelijke uitgangspunten die noodzakelijk zijn om het standpunt en de overige argumenten te kunnen accepteren. Ook hier worden deze twee kentekenargumenten allebei ondersteund door een complementair nevenschikkend argument: gezond is wenselijk. Evenals in de Vetwijzer uit 2013 is dit weer een impliciet gemeenschappelijk uitgangspunt dat stelt dat het kenmerk gezond wenselijk is. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om zeker te stellen voordat de lezer het advies zal accepteren. Wat volgt ter ondersteuning van deze kentekenargumenten is onderschikkende argumentatie waarin de voordelen van beweging en goede voeding uiteengezet worden. Deze serie argumenten betreft juist weer pragmatische argumentatie en wordt opnieuw 43

44 complementair nevenschikkend ondersteund door het gemeenschappelijke uitgangspunt dat de genoemde gevolgen wenselijk zijn. Schematisch gezien ziet de structuur van het standpunt en de bijbehorende argumenten en uitgangspunten in Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen er dan als volgt uit: 44

45

46 6.1.2 Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Evenals in de Vetwijzer uit 2013 wordt de adviserende aard van de brochure van de Suikerstichting in de presentatie niet expliciet tot uiting gebracht. Zo is de titel van de brochure Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen behoorlijk neutraal en roept meer de associatie op met een informatie- dan een adviesbrochure. Ook de woordkeuze in de inleiding draagt bij aan dit beeld, zo wordt er geschreven dat je in de brochure meer leest over een gezonde leefstijl en tips en ervaringen van professionals kan verwachten, tot slot wordt afgesloten met Doe er je voordeel mee. Dit is een geheel andere insteek dan wanneer er had gestaan leren in plaats van lezen, adviezen in plaats van tips en ervaringen en Morgen aan de slag! in plaats van Doe er je voordeel mee. Tot slot qua niet-argumentatieve middelen bevat de rest van de brochure zoals zichtbaar is in de inhoudsopgave in bijlage 5 uitgebreide informatie over verschillende soorten voeding, een gezond gewicht, beweging en sporten Inspelen op Informed Consent Wanneer we de argumentatieve keuzes qua standpunten, argumenten, uitgangspunten en presentatiemiddelen van Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen vergelijken met de Vetwijzer uit 2013 wordt duidelijk dat deze vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent te verklaren zijn. Hoewel de brochure van de Suikerstichting het anders aanpakt is ook hier kentekenargumentatie ingezet om de lezer te voorzien van de noodzakelijke informatie voor het begrip en de acceptatie van de standpunten en de argumentatie. Deze kentekenargumenten Beweging is gezond en Goede voeding is gezond moeten dan ook beschouwd worden als gemeenschappelijke uitgangspunten. Deze kentekenargumenten worden ieder op hun beurt weer ondersteund door impliciete uitgangspunten waarin benadrukt wordt dat gezond ook wenselijk is. Met deze gemeenschappelijke uitgangspunten gaat de schrijver op zoek naar common ground om de lezer te overtuigen van zijn advies. Hiermee geeft hij niet alleen relevante informatie zoals het informatievereiste dit verlangt, maar zet de schrijver ook middelen in om via die common ground de bereidheid van de lezer te triggeren met het oog op het toestemmingsvereiste. Qua presentatiemiddelen tot slot valt op dat Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen ook kiest voor een meer neutrale en informatieve invalshoek zowel op het gebied van formulering als met een uitgebreide selectie aan veelzijdige informatie. Ook hiermee laat de

47 schrijver de lezer nadrukkelijk meer ruimte om zelf toestemming te geven en voldoet hij aan het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. 6.2 Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding (zie bijlage 7) is een adviserende voedingsvoorlichtingsbrochure uitgegeven in 2012 door De Nederlandse Vegetariërsbond. Deze organisatie is in Nederland de autoriteit op het gebied van vegetarisme. Het hoofddoel van de Vegetariërsbond is het promoten van vegetarische voeding en het ondersteunen van mensen in hun keuze voor vegetarisch eten (Vegetariërsbond website, 2014). De brochure Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding wordt gepresenteerd als een informatiegids met daarin de basisinformatie voor de bewuste consument die (af en toe) kiest voor lekker en gezond eten zonder vlees en vis. De eerste zin na de introductie luidt echter als volgt: En waarom zou je dat niet doen? Hieruit valt af te leiden dat de Vegetariërsbond in deze brochure niet alleen informatie zal geven, maar ook in zal gaan op het tegenstandpunt dat je wel vlees en vis moet eten. Hiermee neemt de brochure een interessante positie in tussen enerzijds de informatiegids zoals in de titel wordt beloofd en anderzijds een adviserende brochure om vegetarisch eten te promoten en daarmee hun institutionele hoofddoel te bereiken. Zo maakt de Vegetariërsbond ook specifieke argumentatieve keuzes om de wettelijke doctrine van Informed Consent in hun voorlichting te integreren. Hoe dit precies gebeurt zal weer blijken uit de volgende pragma-dialectische analyse, gebaseerd op de argumentatieve reconstructie zoals te lezen in bijlage Selectie van standpunten, argumenten en uitgangspunten In tegenstelling tot de Vetwijzers van het Voedingscentrum en Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen van de Suikerstichting is er in deze brochure sprake van een gemengd verschil van mening. Dit blijkt uit de zin En waarom zou je dat niet doen?. Hiermee wekt de Vegetariërsbond de indruk dat de lezer een tegenstandpunt heeft, namelijk dat je vlees en vis moet eten. Dit wordt gepresenteerd als de aanleiding voor de Vegetariërsbond om uit te leggen waarom de vegetarische leefstijl wél goed is. Het prescriptieve, adviserende standpunt van Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding luidt als volgt: het is belangrijk om vaker vegetarisch te eten. Dit is evenals in Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen een impliciet standpunt dat zo gereconstrueerd kan worden dankzij de institutionele context van de brochure en de eerder geciteerde zin. 47

48 Wat volgt op het standpunt is een argumentatiestructuur die lijkt op zowel de Vetwijzer uit 2013 als de brochure van de Suikerstichting. Allereerst is er sprake van twee evaluatieve kentekenargumenten die afgeleid kunnen worden uit de eerste alinea: Het is gezond om vegetarisch te eten en Het is ongezond om vlees te eten. In een complementair nevenschikkend verband ondersteunen deze argumenten het standpunt, waarbij het tweede argument gezien kan worden als een weerlegging van het tegenargument dat vlees eten wel gezond zou zijn. Deze twee argumenten kunnen weer opgevat worden als twee gemeenschappelijke uitgangspunten die noodzakelijk zijn als common ground om het standpunt en de overige argumenten te kunnen accepteren. Ook hier worden deze twee kentekenargumenten ondersteund door een derde complementair nevenschikkend argument: gezond is wenselijk. Evenals in de brochure van de Suikerstichting is dit weer een impliciet gemeenschappelijk uitgangspunt dat een noodzakelijke voorwaarde is om zeker te stellen voordat de lezer het advies zal accepteren. Wat volgt ter ondersteuning van het argument Het is gezond om vegetarisch te eten is ook hier onderschikkende pragmatische argumentatie waarin de voordelige gevolgen van vegetarisch eten worden benadrukt. Deze serie argumenten wordt opnieuw complementair nevenschikkend ondersteund door het gemeenschappelijke uitgangspunt dat deze gevolgen wenselijk zijn. Wat volgt ter ondersteuning van het argument Het is ongezond om vlees te eten is kentekenargumentatie waarin duidelijk wordt gemaakt dat slecht vet een kenmerk is van vlees. Ook hier wordt dit argument complementair nevenschikkend ondersteund door het gemeenschappelijke uitgangspunt dat slecht vet ongezond is. Deze gemeenschappelijke uitgangspunten zijn opnieuw een noodzakelijke voorwaarde om de argumentatie te accepteren. Tot slot is er in Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding nog sprake van een derde argument dat tot uiting komt op de rest van de eerste en de tweede pagina van de brochure: Vegetarische voeding levert de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle noodzakelijk voedingsstoffen. Dit argument betreft opnieuw kentekenargumentatie maar ondersteund door een serie kentekenargumenten waarin die verschillende noodzakelijke voedingsstoffen uiteengezet worden. Deze informatie is een noodzakelijke voorwaarde om het standpunt en de andere argumenten te begrijpen en te accepteren. Wanneer de lezer immers niet zou geloven dat vegetarisch voeding alle noodzakelijke voedingsstoffen levert, dan zal nooit overeenstemming bereikt kunnen worden over het standpunt. Daarom moet de informatie in deze kentekenargumentatie beschouwd worden als een gemeenschappelijk uitgangspunt dat de andere argumenten complementair nevenschikkend ondersteunt. Ook hier wordt deze kentekenargumentatie nog extra ondersteund door een impliciet gemeenschappelijk uitgangspunt dat de voedingsstoffen genoemd in de argumentatie inderdaad alle noodzakelijke voedingsstoffen zijn. Ook dit is weer een noodzakelijke voorwaarde om zeker te stellen voordat de lezer het advies zal accepteren. 48

49 Schematisch gezien ziet de structuur van het standpunt en de bijbehorende argumenten en uitgangspunten in Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding er dan als volgt uit: 49

50

51 6.2.2 Gebruik van presentatiemiddelen: formulering en lay-out Ook in de brochure van de Vegetariërsbond komt de adviserende aard niet expliciet naar voren. Zo is de ondertitel Informatiegids over vegetarische voeding en wordt in de introductie benadrukt dat het een brochure is die basisinformatie bevat. Evenals in de Vetwijzer uit 2013 valt op dat deze brochure de kentekenargumentatie op de voorgrond plaatst. Zo worden de pragmatische argumenten in de lopende tekst van de eerste alinea behandeld en wordt de noodzakelijke informatie uit de kentekenargumentatie in de tussenkopjes uiteengezet. Deze tussenkopjes hebben betrekking op de verschillende soorten voedingsstoffen en trekken daardoor meer de aandacht dan de daadwerkelijke ondersteunende argumenten voor het advies. Wat betreft de niet-argumentatieve middelen tot slot bevatten de overige twee pagina s van de brochure een zogenoemde V-schijf met uitgebreide uitleg waarin alle aanbevolen dagelijkse hoeveelheden staan voor als je vegetarisch eet Inspelen op Informed Consent Wanneer we de argumentatieve keuzes qua standpunten, argumenten, uitgangspunten en presentatiemiddelen van Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding vergelijken met de Vetwijzer uit 2013 wordt duidelijk dat deze vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent te verklaren zijn. Deze brochure hanteert zelfs een uitgebreidere strategie dan de andere brochures waardoor met meer middelen aangesloten wordt bij het informatievereiste en het toestemmingsvereiste van de doctrine. Zo valt op dat de brochure evenals de Vetwijzer uit 2013 tot twee keer toe kentekenargumentatie inzet ter ondersteuning van de pragmatische argumentatie om de lezer van alle noodzakelijke informatie te voorzien voor het begrip en de acceptatie van het voedingsadvies. Dit gebeurt zowel op het gebied van alle noodzakelijke voedingsstoffen als om de ongezondheid van vlees te benadrukken. Omdat deze informatie een noodzakelijke voorwaarde is kunnen deze kentekenargumenten als gemeenschappelijk uitgangspunten worden beschouwd waarmee de schrijver anticipeert op de kritische vraag van de lezer of hij wel in staat zal zijn het advies op te volgen. Door de lezer te voorzien van deze relevante informatie voldoet hij aan het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent en schept hij tevens common ground om overeenstemming over het advies te bereiken. Daarnaast kiest de schrijver nog een andere weg om de lezer van informatie te voorzien en common ground te bewerkstelligen. Evenals de brochure van de Suikerstichting gebruikt de Vegetariërsbond ook een kentekenargument als gemeenschappelijk uitgangspunt voorafgaand

52 aan de pragmatische argumentatie: Vegetarisch eten is gezond. Ook hier wordt dit kentekenargument ondersteund door het impliciete uitgangspunt dat gezond wenselijk is. Door deze verscheidene gemeenschappelijke uitgangspunten die benadrukt worden speelt de schrijver actief in op de bereidheid van de lezer en daarmee op het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Qua presentatiemiddelen valt op dat Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding duidelijk kiest voor diezelfde neutrale en informatieve invalshoek als de andere twee brochures. Qua formulering gebeurt dit heel duidelijk door te kiezen voor termen als informatiegids en basisinformatie. Daarnaast wordt ook hier in de presentatie van de argumentatie de nadruk gelegd op de informatieve elementen van de kentekenargumentatie, waarmee de pragmatische ondersteuning van het advies naar de achtergrond verdwijnt. Tot slot zorgt ook de Vegetariërsbond dat de brochure voorzien is van voldoende informatieve en praktische hulpmiddelen om de lezer te ondersteunen in zijn mogelijkheid het advies op te volgen. Met al deze presentatiemiddelen laat de schrijver de lezer veel ruimte om zelf toestemming te geven en voldoet hij aan het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. 6.3 Andere initiatieven in de voedingsvoorlichting Nu de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures onder de loep genomen zijn zal nog aandacht besteed worden aan twee andersoortige initiatieven in de voedingsvoorlichting die ook op kenmerkende wijze inspelen op de doctrine van Informed Consent. Hierbij zal Het Nieuwe Eten van het Voedingscentrum besproken worden en tot slot Mijn Eet Experiment van Voeding Leeft, waarbij de nadruk zal liggen op de beschrijving van deze initiatieven vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent Het Nieuwe Eten Het Nieuwe Eten is een initiatief van het Voedingscentrum dat in 2009 van start is gegaan. Dit is een uitgebreide campagne met een website, een boek en een brochure (zie bijlage 9). Het Nieuwe Eten is een stapsgewijs programma waarbij je als consument zelf de stappen kan bepalen en zo steeds dichter bij een gezond eetpatroon komt zoals het Voedingscentrum dat adviseert. De kracht van het programma is dat je als consument zelf de touwtjes in handen hebt. Je bedenkt in wezen je eigen advies, of zoals het Voedingscentrum schrijft op zijn website: Jij bent de baas. Maak gezonde voornemens die passen bij jouw smaak en tempo. Houd ze klein en haalbaar en vier je successen. Zo leer je jezelf langzaam nieuwe gewoontes en een gezonder eetpatroon. 52

53 Om je op weg te helpen met Het Nieuwe Eten heeft het Voedingscentrum een uitgebreide test ontwikkeld die je zelf kan invullen waarna een advies volgt over welke stap van Het Nieuwe Eten het beste bij jou past. Het Voedingscentrum onderscheidt vijf stappen: gevarieerder eten, kleinere porties eten, gezondere producten kiezen, regelmatiger eten of kinderen het goede voorbeeld geven. Ondanks deze test blijft het gevoel bestaan dat je het heft in eigen hand hebt, want het advies dat uit de test rolt heeft meestal betrekking op meerdere stappen waardoor je alsnog zelf kan kiezen. Zo blijf je als consument zelf de baas en kan je zelf bepalen met welke stap je begint en of je daarna ook de andere stap wilt zetten. Bezien vanuit het perspectief van Informed Consent levert Het Nieuwe Eten een grote bijdrage aan de toestemmingsfactor die inherent is aan deze doctrine. Waar de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures met behulp van de kentekenargumentatie en de presentatiemiddelen vooral de nadruk leggen op de informatieve invalshoek, maakt dit programma duidelijk dat de beslissing over het opvolgen van het advies volledig in de handen van de consument ligt. Hiermee anticipeert het Voedingscentrum direct op de kritische vragen ten aanzien van de voorbereidende voorwaarden van een geslaagd voedingsadvies. De consument mag nu zelf bepalen of hij bereid is en in staat is om het advies op te volgen, want ondanks dat het Voedingscentrum door middel van de test wel een advies geeft, bepaal je zelf welke stap het wordt en hoe groot je die maakt. Ook op deze manier speelt het Voedingscentrum dus in op de twee vereisten van de doctrine van Informed Consent Mijn Eet Experiment Het Nieuwe Eten is niet het enige initiatief dat de consument het heft in eigen handen geeft. Een ander voorbeeld hiervan is Mijn Eet Experiment geïntroduceerd door Voeding Leeft. Dit is een onafhankelijk platform dat mensen op nieuwe manieren bewust wil maken van de effecten van voeding op de gezondheid door met maatschappelijk innovaties in voeding en zorg te komen. Voeding Leeft heeft de ambitie om op grote schaal mensen bewust te maken van wat voeding met je doet door het inspireren en activeren van zowel consumenten als professionals, zonder belerend en betuttelend te zijn (Voeding Leeft website, 2014). Een van de manieren waarop Voeding Leeft zijn doel probeert te bereiken is door het introduceren van Mijn Eet Experiment. Het idee achter dit initiatief is dat de autoriteit niet langer bij de arts of de voedingsdeskundige moet liggen, maar juist bij de consument zelf. Een streven dat volledig aansluit bij de achterliggende gedachte van de doctrine van Informed Consent die ontstond door de toenemende autonomie van de patiënt. Concreet biedt Mijn Eet Experiment een digitaal instrument (zie bijlage 10) waarmee je kan testen bij welke voeding jij je het beste voelt. Het programma vraagt je om enkele dagen lang 53

54 je eetpatroon aan te passen. Hoe je dit precies doet kan je opnieuw zelf bepalen. De applicatie biedt vijf speciale eetprogramma s waarin je suikervrij, cafeïnevrij, vegetarisch of alleen maar vers eet, of vooral water drinkt. Een andere mogelijkheid is om je eigen eetprogramma samen te stellen waarin je jouw eigen uitdaging verzint. Vervolgens kan je zelf kiezen om drie, zeven of tien dagen mee te doen. De consument is in dit programma dus opnieuw eigen baas en bepaalt zelf welk advies en in welke mate voor hem geschikt is. Wanneer je met het eetexperiment start vul je twee keer per dag op je telefoon of op de website een korte vragenlijst in waarin vragen worden gesteld over hoe je je die dag voelt. Zo kan je aan het einde van het experiment op basis van je eigen antwoorden bepalen of de verandering in jouw eetpatroon een positief effect heeft gehad op jouw leven. Weer bekeken vanuit het perspectief van Informed Consent speelt Mijn Eet Experiment dus ook in op de toestemmingsfactor die inherent is aan deze doctrine. Daarnaast laat dit programma, meer nog dan Het Nieuwe Eten, de consument volledig zelf antwoord geven op de kritische vragen ten aanzien van een advies. Doordat er geen test vooraf gaat maar je op basis van zelfinzicht een programma kiest en er bovendien de mogelijkheid wordt gegeven dit zelf samen te stellen, is de keuze volledig aan de consument of hij bereid is en in staat is het advies op te volgen. Tot slot voegt Mijn Eet Experiment daar nog een extra dimensie aan toe door de meetbaarheid van het resultaat. Zo kan de consument ook zelf bepalen of het advies daadwerkelijk een positief effect heeft gehad op zijn gezondheid. Hiermee zijn de belangrijkste kritische vragen ten aanzien van een advies door de consument zelf beantwoord en is volledig voldaan aan het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. 6.4 Inspelen op Informed Consent in de voedingsvoorlichting In dit hoofdstuk werd de volgende deelvraag beantwoord: welke argumentatieve keuzes worden er in andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures gemaakt en hoe zijn die keuzes te verklaren vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent? Het werd duidelijk dat wanneer de argumentatieve keuzes van andere adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures vergeleken worden met de argumentatieve keuzes in de Vetwijzer uit 2013 deze verklaard kunnen worden vanuit het perspectief van de doctrine van Informed Consent. Zoals meerdere malen aangestipt heeft deze doctrine twee kernwaarden: het informatievereiste, wat betekent dat de consument alle relevante informatie over het voedingsadvies moet ontvangen, en het toestemmingsvereiste, wat betekent dat het voedingsinstituut de consument zoveel mogelijk vrij moet laten om zijn eigen beslissing te nemen over het opvolgen van het voedingsadvies. Op deze twee kernwaarden wordt in de 54

55 voedingsvoorlichting op verschillende manieren ingespeeld. Deze argumentatieve keuzes zullen hieronder uiteengezet worden voor zowel het informatievereiste als het toestemmingsvereiste Inspelen op het informatievereiste Zoals beschreven in paragraaf 2.2 betekent het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent binnen de voedingsvoorlichting dat het voedingsinstituut de consument van alle relevante informatie over het voedingsadvies moet voorzien. Hier wordt vooral in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures op verschillende manieren rekening mee gehouden: het inzetten van kentekenargumentatie, de presentatie van de argumentatie en specifieke keuzes voor de formulering en lay-out. 1. Kentekenargumentatie In de brochure van de Vegetariërsbond, en al eerder in de Vetwijzer uit 2013, is duidelijk zichtbaar hoe kentekenargumentatie ingezet wordt om de lezer van alle relevante informatie te voorzien. Deze informatie is een noodzakelijke voorwaarden voor het begrijpen en accepteren van de pragmatische argumentatie en daarmee van het voedingsadvies. Om die reden ondersteunt deze kentekenargumentatie de pragmatische argumentatie en geeft op die manier alle bijbehorende informatie waarmee tevens wordt geanticipeerd op de kritische vraag van de consument of hij in staat is om het advies op te volgen. Zo wordt voldaan aan het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. 2. Presentatie van de argumentatie Samenhangend met het gebruik van de kentekenargumentatie valt op dat in de brochure van de Vegetariërsbond, evenals in de Vetwijzer uit 2013, de informatie die in deze kentekenargumenten tot uitdrukking komt ook op de voorgrond gepositioneerd wordt. Dit gebeurt in beide brochures door de tussenkopjes in de tekst te linken aan deze informatieve elementen. Zo gebruikte de Vetwijzer uit 2013 de tussenkopjes om te verwijzen naar de verschillende soorten gezond en ongezond vet en worden in de brochure van de Vegetariërsbond alle noodzakelijke voedingsstoffen die vegetarisch eten biedt uiteengezet. Hierdoor vallen de pragmatische argumenten niet direct in het oog en verdwijnen naar de achtergrond, zeker in tegenstelling tot de Vetwijzer uit 2007 waar deze nog in rood-groen omlijnde kaders bovenaan werden weergegeven. Zo wordt in deze brochures de noodzakelijke informatie dus benadrukt, waarmee ingespeeld wordt op het informatievereiste van het doctrine van Informed Consent. 55

56 3. Formulering met een informatieve invalshoek Al eerder in de Vetwijzer uit 2013 en nu ook in de brochure van de Suikerstichting, maar bovenal in de brochure van de Vegetariërsbond valt op dat de brochures kiezen voor een formulering die inspeelt op een informatieve invalshoek. Zo luiden de verschillende titels: Gezond en minder gezond vet. Herken het gezonde vet, Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen en Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding. Deze titels vallen op in vergelijking met het eerdere Let op verborgen vet! van de Vetwijzer uit 2007 en spelen in op de wens van informatie zoals de doctrine van Informed Consent dit vereist. 4. Lay-out met veel informatie In allebei de brochures, alsook in de Vetwijzer uit 2013, wordt de inhoud verrijkt door een grote hoeveelheid informatieve kaders, tabellen, stapsgewijze tips en voorbeeldmodellen. Dit valt extra op wanneer we dit vergelijken met de Vetwijzer uit 2007 waarin de meeste informatie met verkleind lettertype in de bijlage werd toegevoegd en de informatietabel puur gericht was op het weergeven van de goede en slechte keuzes zonder deze te ondersteunen met feiten of cijfers. Hiermee anticiperen deze brochures door het geven van zoveel mogelijk informatie en praktische handvatten op de voorbereidende voorwaarde dat de lezer in staat moet zijn om het voedingsadvies te kunnen opvolgen. Zo sluiten ze opnieuw aan bij het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent Inspelen op het toestemmingsvereiste Zoals beschreven in paragraaf 2.2 betekent het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent binnen de voedingsvoorlichting dat het voedingsinstituut de consument zoveel mogelijk vrij laat om een eigen beslissing te nemen. Dit betekent in de praktijk dat de sturende aanpak afneemt en het voedingsinstituut er vanuit gaat dat wanneer de consument over alle relevante informatie beschikt dit voldoende moet zijn voor hem om het advies te accepteren. Hier wordt in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures maar ook in de andere initiatieven in de voedingsvoorlichting op verschillende manieren op ingespeeld: het gebruik van gemeenschappelijke uitgangspunten, formulering, lay-out en de aanmoediging van de eigen verantwoordelijkheid. 1. Gemeenschappelijke uitgangspunten In lijn met de Vetwijzer uit 2013 wordt er in de brochures van de Suikerstichting en de Vegetariërsbond zeer actief ingespeeld op gemeenschappelijke uitgangspunten. Beide brochures proberen zoveel mogelijk common ground te bewerkstelligen tussen het voedingsinstituut en 56

57 de lezer om daarmee de bereidheid van de lezer te triggeren en in te spelen op het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Zo benadrukken alle brochures, zoals ook al gebeurde in de Vetwijzer uit 2007, dat de gevolgen zoals genoemd in de pragmatische argumentatie wenselijk zijn voor de gezondheid. Daarnaast wordt de informatie in de kentekenargumentatie aangedragen als noodzakelijke voorwaarde waar ook overeenstemming over bereikt moet zijn. Tot slot worden er in de brochures nog meer kentekenargumenten ingezet voorafgaand aan de pragmatische argumentatie om extra uitgangspunten die noodzakelijk zijn voor het begrip en de acceptatie van het advies zoveel mogelijk vooraf te bewerkstelligen. Hiermee doet het voedingsinstituut er alles aan om de toestemming te ontvangen van de consument, zoals het toestemmingsvereiste wenst. 2. Neutrale formulering en lay-out Naast de informatieve invalshoek in de formulering van de titels valt op dat ook de overige formuleringen in de twee brochures, zoals al eerder in de Vetwijzer uit 2013, zo neutraal mogelijk worden ingezet. Was de slogan in de Vetwijzer uit 2007 nog: Let op verborgen vet!, gaat het nu in de brochures allemaal over herkennen en kiezen. Dit is ook terug te zien in de lay-out: waar in de Vetwijzer uit 2007 de consument met rode en groene accenten in de goede richting werd geduwd, is het kleurgebruik nu overal neutraal. Op deze manier geeft het voedingsinstituut, conform het toestemmingsvereiste, de consument zoveel mogelijk ruimte om zelf een beslissing te nemen. 3. Het aanmoedigen van eigen verantwoordelijkheid De laatste ontwikkeling tot slot die niet zo makkelijk zichtbaar is in de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures maar wel heel duidelijk tot uiting komt in de andere initiatieven zoals Het Nieuwe Eten en Mijn Eet Experiment, is dat de eigen verantwoordelijkheid van de consument centraal wordt gesteld. De consument is nu zelf de baas, mag het eigen advies bepalen en zelf het effect meten. Hiermee geeft de consument zelf antwoord op de cruciale kritische vragen ten aanzien van het geslaagd zijn van het voedingsadvies, waarmee hij zelf bepaalt of hij bereid is en in staat is om het advies op te volgen. Zo spelen deze nieuwe initiatieven op opvallende wijze in op het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent, zoals dat nog maar weinig voorkwam in de voedingsvoorlichting tot nu toe. Het moge duidelijk zijn dat zowel de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures als de nieuwe initiatieven in de voedingsvoorlichting inspelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent. Door middel van verschillende (argumentatieve) keuzes wordt voldaan aan zowel het informatievereiste als het toestemmingsvereiste. Zo is te zien hoe steeds meer rekening wordt 57

58 gehouden met de groeiende behoefte aan autonomie van de consument. Dat is voedingsvoorlichting anno 2014! 58

59 7 Conclusie De aanleiding voor deze masterscriptie waren de Vetwijzers van het Voedingscentrum. Direct viel op dat het doel en de boodschap van beide brochures identiek waren, maar dat ze qua presentatie, formulering en vormgeving enorm verschilden. Door deze verschillen vanuit de ontwikkelingen binnen de voedingsvoorlichting te bestuderen werd duidelijk dat zij te verklaren zijn vanuit de groeiende behoefte aan autonomie van de consument en de daaruit voortvloeiende doctrine van Informed Consent zoals deze in de medische context al langer bekend is. Dit leidde tot de volgende hoofdvraag: Hoe wordt er in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures door middel van argumentatieve keuzes ingespeeld op de wettelijke doctrine van Informed Consent? Na een pragma-dialectische analyse van de Vetwijzers van het Voedingscentrum, Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen van Suikerstichting Nederland en Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding van De Nederlandse Vegetariërsbond en een beschrijving van de initiatieven Het Nieuwe Eten van het Voedingscentrum en Mijn Eet Experiment van Voeding Leeft, kan aangetoond worden dat er in de voedingsvoorlichting anno 2014 een duidelijke lijn zichtbaar is waarin er door de verschillende instituten bewust of onbewust rekening wordt gehouden met de wettelijke doctrine van Informed Consent. Hoewel deze doctrine oorspronkelijk betrekking heeft op de relatie tussen arts en patiënt, speelt deze dus ook in de verhouding tussen voedingsinstituut en consument tegenwoordig een grote rol. Zoals al duidelijk werd in de concluderende paragraaf van het vorige hoofdstuk wordt er op verschillende manieren ingespeeld op zowel het informatievereiste als het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Zo zetten de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures kentekenargumentatie in ter ondersteuning van de pragmatische argumentatie om de lezer van alle relevante informatie te voorzien. Daarnaast worden deze kentekenargumenten op de voorgrond gepositioneerd door ze te verwerken in de tussenkopjes van de brochure, waarmee de pragmatische argumenten ter ondersteuning van het advies meer naar de achtergrond verdwijnen. Ook in de formulering en de lay-out wordt gekozen voor deze informatieve invalshoek. Zo worden er titels gebruikt die eerder de associatie oproepen met een informatie- dan een adviesbrochure en wordt de inhoud verrijkt met allerlei informatieve en praktische toevoegingen zoals kaders, tabellen en voorbeeldmodellen. Op deze manier anticipeert de schrijver op de kritische vraag van de lezer of hij in staat zal zijn om het advies op te volgen en doet hij er tevens alles aan om binnen de 59

60 beperkingen van de institutionele context en de voorwaarden voor een geslaagd advies te voldoen aan het informatievereiste van de doctrine van Informed Consent. Dit is een ontwikkeling die het Voedingscentrum in haar boek over zeventig jaar voedingsvoorlichting in Nederland ook benoemt: Wees de overheid vroeger met zijn vingertje, tegenwoordig stellen de voedingsvoorlichters zich dienstbaar op, zodat de consument goed geïnformeerd zijn eigen keuzes kan maken. (Voedingscentrum, 2014: 5). Met betrekking tot het toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent valt op dat er sterk ingespeeld wordt op gemeenschappelijke uitgangspunten. Hiermee proberen de adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures zoveel mogelijk common ground te bewerkstelligen tussen het voedingsinstituut en de lezer waarna het accepteren van het voedingsadvies nog maar een kleine stap is. Daarnaast wordt er qua formulering en lay-out gekozen voor een zo neutraal mogelijke opzet, zowel in de woordkeuze als in het gebruik van kleuren en afbeeldingen. Deze combinatie van een neutrale toon en het inspelen op gemeenschappelijke uitgangspunten maakt aanspraak op de bereidheid van de lezer om het advies op te volgen, zonder daarbij diens beslissing te veel te sturen. Op deze manier maakt het voedingsinstituut de grootste kans dat de lezer het voedingsadvies zal accepteren zonder daarbij te interveniëren met de toestemmingsvereiste van de doctrine van Informed Consent. Tot slot komt het voldoen aan de toestemmingsvereiste van de doctrine heel sterk tot uiting in twee andersoortige initiatieven in de voedingsvoorlichting, zoals besproken in het vorige hoofdstuk: Het Nieuwe Eten en Mijn Eet Experiment. Deze initiatieven stellen de eigen verantwoordelijkheid van de consument centraal. Door de consument zelf te laten kiezen welke verandering in zijn eetpatroon en in welke mate het beste bij hem past en door hem het effect zelf te laten meten is hij eigen baas en heeft hij de toestemming volledig in eigen handen. Door deze vrijblijvende keuzevrijheid en meetbaarheid laat de voedingsvoorlichting de consument zelf antwoord geven op de belangrijkste kritische vragen ten aanzien van een geslaagd voedingsadvies. Is de consument inderdaad bereid en in staat het advies op te volgen en ervaart hij een positief effect op zijn gezondheid, dan mag verwacht worden dat de consument daadwerkelijk zijn eetpatroon zal veranderen. Deze conclusie wordt in het interview met diëtiste en journaliste Karine Hoenderdos over Mijn Eet Experiment ook bevestigd: De kans dat iemand er echt mee aan de slag gaat stijgt als mensen het gevoel hebben dat ze zelf aan het roer staan en iets te kiezen hebben. Mijn Eet Experiment speelt in op die behoefte aan regie. (Pronk, 2012: 22). Deze inzichten in het inspelen op de wettelijke doctrine van Informed Consent in adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures in het bijzonder en in de voedingsvoorlichting in het algemeen 60

61 kunnen een aanleiding vormen voor verder onderzoek naar de manifestatie van de doctrine van Informed Consent in andere genres binnen het medisch domein, of naar de argumentatieve keuzes in de voedingsvoorlichting op een breder niveau. Zo zou het bijvoorbeeld interessant zijn om Informed Consent te onderzoeken binnen de context van donorcampagnes, of het onderzoek naar de voedingsvoorlichting verder uit te breiden met een groter corpus waarmee de verschillende argumentatieve keuzes nog specifieker in kaart kunnen worden gebracht. Ook is hier een kans weggelegd voor empirisch onderzoek. Want is het inspelen op de doctrine van Informed Consent ook daadwerkelijk effectief om de doelgroep te bereiken? En is er een verschil in effectiviteit waarneembaar tussen de verschillende argumentatieve middelen die hierbij ingezet kunnen worden? Door het uitvoeren van deze vervolgonderzoeken kan het beeld van de argumentatieve mogelijkheden binnen het medisch domein nog aanzienlijk verrijkt worden. Richtlijnen voor het schrijven van adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures die voldoen aan de doctrine van Informed Consent Op basis van de conclusie van dit onderzoek kunnen nu een aantal praktische richtlijnen geformuleerd worden om adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures af te stemmen op de doctrine van Informed Consent. Hierbij zal afstand gedaan worden van de terminologie zoals gebruikt in de pragma-dialectiek, zodat deze richtlijnen begrijpelijk zijn voor tekstschrijvers uit verschillende vakgebieden. 1. Geef alle relevante informatie die nodig is voor de lezer om het standpunt en de ondersteunende argumenten te begrijpen en te accepteren. 2. Zorg dat deze informatie visueel gezien prominent aanwezig is in de brochure en meer aandacht trekt dan het standpunt of de ondersteunende argumenten. 3. Formuleer alle aspecten waar de lezer het mee eens zal moeten zijn alvorens hij het voedingsadvies kan accepteren en verwerk deze in de tekst, ook als ze vanzelfsprekend lijken te zijn zoals de wenselijkheid van een gezond leven. 4. Kies qua formulering en vormgeving voor een neutrale niet sturende invalshoek die de associatie opwekt met een informatiebrochure. 5. Verwerk voldoende praktische en informatieve handvatten in de brochure die het de lezer zo makkelijk mogelijk maken om het voedingsadvies op te volgen. 6. Moedig de eigen verantwoordelijkheid van de lezer aan, daag hem uit om zelf verstandige keuzes te maken voor zijn voeding en gezondheid. Het toevoegen van een zelf-evaluatie met 61

62 persoonlijke vragen zou eraan bij kunnen dragen de lezer aan het denken te zetten. Voor de schrijvers van toekomstige adviserende voedingsvoorlichtingsbrochures kunnen deze richtlijnen dienen als leidraad om bewust rekening te houden met de wettelijke doctrine van Informed Consent. Anno 2014 is dit immers dé manier om de consument te stimuleren tot een gezonder en meer duurzaam eetpatroon. En dat is uiteindelijk waar de voedingsvoorlichting te allen tijde op uit is. 62

63 Bibliografie Austin, J.L. (1962). How to Do Things with Words. Oxford: Clarendon Press. Bach, K. en R.M. Harnish. (1979). Linguistic Communication and Speech Acts. London: The MIT Press. Eemeren, F.H. van (2010). Strategic Maneuvering in Argumentative Discourse: Extending the Pragma-dialectical Theory of Argumentation. Amsterdam: John Benjamins. Eemeren, F.H. van & Grootendorst, R. (1992). Argumentation, Communication, and Fallacies: A Pragma-dialectical Perspective. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates, Inc. Eemeren, F.H. van, Houtlosser, P. & Snoeck Henkemans, F. (2008). Dialectical profiles and indicators of argumentative moves. Journal of Pragmatics, 40 (3), Eemeren, F.H. van, Grootendorst, R., Jackson, S. & Jacobs, S. (1993). Reconstructing Argumentative Discourse. Tuscaloosa-Londen: The University of Alabama Press. Eemeren, F.H. van & Snoeck Henkemans, A.F. (2006) Argumentatie. Groningen/Houten: Wolters- Noordhoff bv. Ford, S., Schofield, T., & Hope, T. (2003). What are the ingredients for a succesful evidence based patient choice consultation?: A qualitative study. Social Science and Medicine 56, Garssen, B. (1997). Argumentatieschema s in pragma-dialectisch perspectief. Een theoretisch en empirisch onderzoek. Amsterdam: FIOTT. Goodnight, G.T. (2006). When Reasons matter most: Pragma-dialects and the Problem of Informed Consent. In: P. Houtlosser & M.A. van Rees (Eds.), Considering Pragma dialectics. Mahwah/London: Lawrence Erlbaum Associates. Gostin, L.O. & Javitt, G.H. (2001). Health Promotion and the First Amandment: Government Control of the Informational Environment. The Milbank Quarterly 79 (4), Grice, P. (1975). Logic and Conversation. In: P. Cole & J. Morgan (Eds.), Syntax and semantics, vol. 3. New York: Academic Press. Klaassen, R. (2004). Voorlichtingskunde ontwerpen. Assen: Koninklijke Van Gorcum. KNMG, J. Legemaate, Ism: NPCF. (2001). Informed Consent consult htm Mijn Eet Experiment. Website. Bezocht op 24 maart, Pilgram, R. (2012). Strategisch manoeuvreren in medische consultatie. Een pragma dialectische analyse van autoriteitsargumentatie van de arts. Tijdschrift voor Taalbeheersing 34 (2),

64 Plug, H.J. (2000). In onderlinge samenhang bezien. De pragma-dialectische reconstructie van complexe argumentatie in rechterlijke uitspraken. Academisch proefschrift, Universiteit van Amsterdam. Pronk, P. (2012). Inzetten op leefstijl loont. Uitzicht. Magazine voor natuurlijke kankerbestrijding 39 (9), 22-24, Schellens, P.J. en De Jong, M. (2000). Soorten argumenten in de voorlichting. Tijdschrift voor Taalbeheersing 22 (4), Schouten, B.C. (2000). De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Kennis van tandartsen. Nederlands Tijdschrift Tandheelkunde 107, Schulz, P.J. & Rubinelli, S. (2008). Arguing for the Patient: Informed Consent and Strategic Maneuvering in Doctor-Patient Interaction. Argumentation 22, Searle, J. (1969). Speech Acts: An Essay in the Philosophy of Language. Cambridge: Cambridge University Press. Searle, J. (1976). A classification of illocutionary acts. Language in Society 5 (1), Searle, J. (1979). A taxonomy of illocutionary acts. In: Expression and Meaning: Studies in the Theory of Speech Acts. Cambridge: Cambridge University Press. Snoeck Henkemans, A.F. (2000). Aanwijzingen in de presentatie als hulpmiddel bij de reconstructie van kentekenargumentatie. In: Over de grenzen van de taalbeheersing. Onderzoek naar taal, tekst en communicatie, Stichting Reclame Code (2008). De Nederlandse Reclame Code. Suikerstichting Nederland (2008). Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen. Brochure. Suikerstichting Nederland website. Suikerstichting Nederland. forms/suikerstichtingnederland.php. Bezocht op 7 mei, U.S. Food and Drug Administration. Food and Drug Administration Modernization Act of 1997 (FDAMA). FoodDrugandCosmeticActFDCAct/SignificantAmendmentstotheFDCAct/FDAMA/ Bezocht op 24 maart, 2014 Van Poppel, L. (2013) Getting the vaccine now will protect you in the future!: A pragma dialectical analysis of strategic maneuvering with pragmatic argumentation in health brochures. Academisch proefschrift, Universiteit van Amsterdam. Vegetariërsbond (2012). Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding. Brochure. Vegetariërsbond website. Over ons. Bezocht op 7 mei, Voeding Leeft website. Visie. Bezocht op 24 maart, Voedingscentrum (2007). Vetwijzer. Brochure. 64

65 Voedingscentrum (2012). Het Nieuwe Eten. Brochure. Voedingscentrum (2013). Vetwijzer. Brochure. Voedingscentrum (2014). Van schaarste naar overvloed. 70 jaar voedingsvoorlichting in Nederland. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. Voedingscentrum website. Het Nieuwe Eten. eten.aspx. Bezocht op 7 mei, Voedingscentrum website. Over ons. ons.aspx. Bezocht op 24 maart, WHO website. About WHO. Bezocht op 24 maart,

66 Bijlage 1: geslaagdheidsvoorwaarden en kritische vragen adviseren De geslaagdheidsvoorwaarden en bijbehorende kritische vragen voor de taalhandeling adviseren in gezondheidsbrochures vertaald uit Van Poppel (2013: 56, 62). S staat voor schrijver, L voor lezer en A voor de geadviseerde actie. Geslaagdheidsvoorwaarden Essentiële conditie Adviseren geldt als een poging door S om L de gunstige actie A uit te laten voeren om zo een gezondheidsprobleem te voorkomen. Propositionele inhoudsconditie S verwacht een toekomstige gunstige gezondheidsgerelateerde A van L. Voorbereidende condities - S heeft redenen om te geloven dat A L s gezondheid ten goede zal komen. - S gelooft dat L, in principe, A wil uitvoeren. - S gelooft dat L, in principe, in staat is om A uit te voeren. - S is (afgevaardigde van) een gezondheidsautoriteit met kennis/ervaring op het gebied van handeling A en bijbehorende effecten. - Het is niet duidelijk voor S of L dat L de handeling A normaal gesproken al zou uitvoeren. - S gelooft dat L A nog niet doet/heeft gedaan. Verantwoordelijkheidscondities - S wil dat L A doet. - S gelooft dat A L s gezondheid ten goede komt. Kritische vragen Kritische vragen over de bruikbaarheid van de taalhandeling: - Heeft A daadwerkelijk een positief effect op de gezondheid van L? - Is L bereid om A op te volgen? - Is L in staat om A op te volgen? - Is S een autoriteit met voldoende kennis en ervaring om A te adviseren? Kritische vragen over de noodzakelijkheid van de taalhandeling: - Zou L A normaalgesproken niet doen? - Heeft L A niet al gedaan? Kritische vragen over de verantwoordelijkheid van de schrijver: - Wil S echt dat L A uitvoert? - Gelooft S echt dat A voor de bestwil van L is? 66

67 Bijlage 2: Vetwijzer

68 Bijlage 3: Vetwijzer

69 Bijlage 4: Argumentatiestructuur Vetwijzers Vetwijzer 2007 Vetwijzer Je moet zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen 1.1a het eten van verzadigd vet verhoogt de kans op hart- en vaatziekten 1.1a.1a verzadigd vet verhoogt het cholesterol gehalte in het bloed (1.1a.1b een verhoogt cholesterol veroorzaakt hart en vaatziekten) (1.1b dit is een onwenselijk gevolg voor de gezondheid) 1.1c het eten van onverzadigd vet vermindert de kans op hart- en vaatziekten 1.1c.1a onverzadigd vet verlaagt het cholesterol gehalte in het bloed (1.1c.1b een verlaagt cholesterol helpt hart- en vaatziekten voorkomen) (1.1d dit is een wenselijk gevolg voor de gezondheid) (1.1a-1.1d als het eten van verzadigd vet leidt tot een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, en dit is een onwenselijk gevolg, en als het eten van onverzadigd vet leidt tot een verminderde kans op hart- en vaatziekten, en dit is een wenselijk gevolg, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) 1.2a het eten van te veel vet maakt dik 1.2a.1a vet bevat veel calorieën 1.2a.1b calorieën maken dik (1.2b dit is een onwenselijk gevolg voor de gezondheid) (1.2a-1.2b als het eten van te veel vet dik maakt, en dit is een onwenselijk gevolg, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) 1.3a onverzadigd vet is een essentiële voedingsstof 1.3a.1a onverzadigd vet levert vitamine A, D, E en essentiële vetzuren 1.3a.1b deze vetzuren hebben een gunstig effect op hart- en bloedvaten (1.3a.1c dit is een wenselijk gevolg voor de gezondheid) (1.3a.1a-1.3a.1c als onverzadigd vet een 1. Je moet zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen 1.1a het eten van verzadigd vet verhoogt de kans op hart- en vaatziekten 1.1a.1a verzadigd vet verhoogt het cholesterol gehalte in het bloed (1.1a.1b een verhoogt cholesterol veroorzaakt hart en vaatziekten) (1.1b dit is een onwenselijk gevolg voor de gezondheid) 1.1c het eten van onverzadigd vet vermindert de kans op hart- en vaatziekten 1.1c.1a onverzadigd vet verlaagt het cholesterol gehalte in het bloed (1.1c.1b een verlaagt cholesterol helpt hart- en vaatziekten voorkomen) (1.1d dit is een wenselijk gevolg voor de gezondheid) (1.1a-1.1d als het eten van verzadigd vet leidt tot een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, en dit is een onwenselijk gevolg, en als het eten van onverzadigd vet leidt tot een verminderde kans op hart- en vaatziekten, en dit is een wenselijk gevolg, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) (1.1e er is gezond en ongezond vet) 1.1e.1a onverzadigd vet is gezonder dan verzadigd vet 1.1e.1b meervoudige onverzadigde vetzuren zijn gezonder dan enkelvoudige onverzadigde vetzuren 1.1e.1c transvet is een onverzadigd vet dat nog slechter is voor je gezondheid dan verzadigd vet (1.1e.1d gezond is belangrijk) (1.1e.1a-1.1e.1d als onverzadigd vet gezonder is dan verzadigd vet (enz.) en gezond is belangrijk, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen). 1.2a het eten van te veel vet maakt dik 1.2a.1a vet bevat veel calorieën 1.2a.1b calorieën maken dik (1.2b dit is een onwenselijk gevolg voor de 69

70 essentiële voedingsstof is omdat het vitamine A, D, E en essentiële vetzuren levert, en dit heeft een gunstig effect heeft op hart- en bloedvaten, en dit is een wenselijk gevolg is, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) gezondheid) (1.2a-1.2b als het eten van te veel vet dik maakt, en dit is een onwenselijk gevolg, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) 1.3a onverzadigd vet is een essentiële voedingsstof 1.3a.1a onverzadigd vet levert vitamine A, D, E en essentiële vetzuren 1.3a.1b deze vetzuren hebben een gunstig effect op hart- en bloedvaten (1.3a.1c dit is een wenselijk gevolg voor de gezondheid) (1.3a.1a-1.3a.1c als onverzadigd vet een essentiële voedingsstof is omdat het vitamine A, D, E en essentiële vetzuren levert, en dit heeft een gunstig effect heeft op hart- en bloedvaten, en dit is een wenselijk gevolg is, dan moet je zo weinig mogelijk verzadigd vet eten en verzadigd vet door onverzadigd vet vervangen) 70

71 Bijlage 5: Lekker actief. De balans tussen brandstof en bewegen 71

72 Bijlage 6: Argumentatiestructuur Lekker actief (1. Je moet voldoende bewegen) 1.1a beweging is gezond 1.1a.1a beweging zorgt voor sterke spieren en botten 1.1a.1b beweging zorgt voor energie 1.1a.1c beweging zorgt voor een beter humeur 1.1a.1d beweging zorgt dat je lekker in je vel zit 1.1a.1e beweging zorgt dat je beter op gewicht blijft 1.1a.1f beweging beschermt tegen chronische ziekten (1.1a.1g dit zijn wenselijke gevolgen voor de gezondheid) (1.1a.1a-1.1a.1g als al deze gevolgen wenselijk zijn voor de gezondheid, en beweging zorgt voor al deze gevolgen, dan is beweging gezond) (1.1b gezond is wenselijk) (1.1a-1.1b als beweging gezond is, en gezond is wenselijk, dan moet je voldoende bewegen) (2. Je moet kiezen voor goede voeding) 2.1a goede voeding is gezond 2.1a.1a goede voeding geeft je energie voor de drukke dag 2.1a.1b goede voeding zorgt dat je lichaam goed kan blijven functioneren (2.1a.1c dit zijn wenselijke gevolgen voor de gezondheid) (2.1a.1a-2.1a.1c als deze twee gevolgen wenselijk zijn voor de gezondheid, en goede voeding zorgt voor deze twee gevolgen, dan is goede voeding gezond) (2.1b gezond is wenselijk) (2.1a-2.1b als goede voeding gezond is, en gezond is wenselijk, dan moet je kiezen voor goede voeding) 72

73 Bijlage 7: Gezond Vegetarisch. Informatiegids over vegetarische voeding 73

74 Bijlage 8: Argumentatiestructuur Gezond Vegetarisch (1. Het is belangrijk om vaker vegetarisch te eten) 1.1 Wereldwijd eten miljoenen mensen vegetarisch 1.2a Het is gezond om vegetarisch te eten 1.2a.1a Vegetariërs hebben een gezondere leefstijl 1.2a.1b Vegetariërs hebben een lager gewicht 1.2a.1c Vegetariërs hebben een lagere kans op hart- en vaatziekten (1.2a.1d dit zijn wenselijke voordelen voor de gezondheid) (1.2a.1a-1.2a.1d als al deze voordelen wenselijk zijn voor de gezondheid, en vegetariërs hebben deze voordelen, dan is het gezond om vegetarisch te eten) 1.2b Het is ongezond om vlees te eten 1.2b.1a Vlees bevat te veel slecht vet (1.2b.1b Slecht vet is ongezond) (1.2b.1a-1.2b.1b als slecht vet ongezond is, en vlees bevat te veel slecht vet, dan is het ongezond om vlees te eten) (1.2c Gezond is wenselijk) (1.2a-1.2b-1.2c als vegetarisch eten gezond is en vlees ongezond, en gezond is wenselijk, dan is het belangrijk om vaker vegetarisch te eten) 1.3a Vegetarische voeding levert de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle noodzakelijk voedingsstoffen 1.3a.1a vegetarisch voeding levert ruim voldoende eiwit van voldoende kwaliteit 1.3a.1b vegetarische voeding levert voldoende omega 3 via oliën en noten 1.3a.1c vegetarische voeding levert voldoende ijzer via volkorenproducten etc. 1.3a.1d vegetarische voeding levert voldoende vitamine B12 via zuivel en eieren. (1.3a.1e eiwit, omega 3, ijzer en vitamine B12 zijn alle noodzakelijke voedingsstoffen) (1.3a.1a-1.3a.1e als eiwit, omega 3, ijzer en vitamine B12 alle noodzakelijke voedingsstoffen zijn, en vegetarisch voeding levert voldoende eiwit, omega 3, ijzer en vitamine B12, dan levert vegetarische voeding de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle noodzakelijke voedingsstoffen) (1.3b Het leveren van de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle noodzakelijk voedingsstoffen is wenselijk) (1.3a-1.3b als vegetarische voeding de dagelijks benodigde hoeveelheid van alle noodzakelijk voedingsstoffen levert, en dit is wenselijk, dan is het belangrijk om vaker vegetarisch te eten) 74

75 Bijlage 9: Het Nieuwe Eten 75

76 Bijlage 10: Mijn Eet Experiment 76

Gezondheidsadvies op maat : argumentatieve patronen in adviserende gezondheidsbrochures van het Diabetes Fonds

Gezondheidsadvies op maat : argumentatieve patronen in adviserende gezondheidsbrochures van het Diabetes Fonds Gezondheidsadvies op maat : argumentatieve patronen in adviserende gezondheidsbrochures van het Diabetes Fonds Masterscriptie Tekst en communicatie Onder begeleiding van mw. dr. E.T. Feteris Tweede lezer:

Nadere informatie

Ook jij verdient een morgen, dus leef gezond!

Ook jij verdient een morgen, dus leef gezond! Ook jij verdient een morgen, dus leef gezond! Over het gebruik van verschillende argumentatietypen om te anticiperen op twijfel over het advies in de preventieteksten van KWF Kankerbestrijding Masterscriptie

Nadere informatie

Hoe fondsenwervers jongeren in actie krijgen

Hoe fondsenwervers jongeren in actie krijgen Hoe fondsenwervers jongeren in actie krijgen Een pragma- dialectische analyse van argumentatie in fondsenwervingsteksten gericht op jongeren Veerle Witte witteveerle@gmail.com Studentnummer: Begeleider:

Nadere informatie

Datum: Naam: Marleen de Keyzer Stud.nr:

Datum: Naam: Marleen de Keyzer Stud.nr: Een onderzoek naar hoe er strategisch gemanoeuvreerd kan worden in adviserende psychische gezondheidsbrochures met taboeonderwerpen om het publiek te overtuigen van het advies in de brochure Datum: 10-06-2013

Nadere informatie

Broek iets te strak? Strategisch manoeuvreren met gemeenschappelijke uitgangspunten in gezondheidsbrochures over voeding, afvallen en bewegen.

Broek iets te strak? Strategisch manoeuvreren met gemeenschappelijke uitgangspunten in gezondheidsbrochures over voeding, afvallen en bewegen. Broek iets te strak? Strategisch manoeuvreren met gemeenschappelijke uitgangspunten in gezondheidsbrochures over voeding, afvallen en bewegen. Universiteit van Amsterdam Capaciteitsgroep Taalbeheersing

Nadere informatie

A Dialogue Game for Critical Discussion: Groundwork in the Formalisation and Computerisation of the Pragma-Dialectical Model of Argumentation J.C.

A Dialogue Game for Critical Discussion: Groundwork in the Formalisation and Computerisation of the Pragma-Dialectical Model of Argumentation J.C. A Dialogue Game for Critical Discussion: Groundwork in the Formalisation and Computerisation of the Pragma-Dialectical Model of Argumentation J.C. Visser Jacky Visser Een dialoogspel voor kritische discussie

Nadere informatie

Het strategisch manoeuvreren in gezondheidsbrochures

Het strategisch manoeuvreren in gezondheidsbrochures Het strategisch manoeuvreren in gezondheidsbrochures Een vergelijkend onderzoek naar het strategisch manoeuvreren in Britse en Nederlandse gezondheidsbrochures Naam: Evelien Mulder Studentnummer: S1261886

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Getting the vaccine now will protect you in the future! A pragma-dialectical analysis of strategic maneuvering with pragmatic argumentation in health brochures van

Nadere informatie

door middel van analyses met behulp van de pragma-dialectiek worden aangetoond hoe adverteerders strategisch manoeuvreren in de argumentatiefase om

door middel van analyses met behulp van de pragma-dialectiek worden aangetoond hoe adverteerders strategisch manoeuvreren in de argumentatiefase om 1. Inleiding Arla Zin! is de eerste 100% natuurlijke drinkyoghurt zonder vet én zonder kunstmatige zoetstoffen. Deze zin komt uit de advertentie van Arla Zin!: een product dat gepositioneerd wordt als

Nadere informatie

Als je iemands leven kan redden, zou je dat dan doen?

Als je iemands leven kan redden, zou je dat dan doen? Als je iemands leven kan redden, zou je dat dan doen? Argumentatieve patronen in donorwervingsfolders binnen het medische domein Masterscriptie Tekst en communicatie Universiteit van Amsterdam Jorien van

Nadere informatie

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Samenvatting In medische advertenties proberen adverteerders consumenten ervan te overtuigen een bepaald

Nadere informatie

JA, IK HELP DE KIPPEN! Een pragma- dialectische analyse voor het verklaren van argumentatie in online fondsenwervingsteksten. Léonie Anna Ida Klaver

JA, IK HELP DE KIPPEN! Een pragma- dialectische analyse voor het verklaren van argumentatie in online fondsenwervingsteksten. Léonie Anna Ida Klaver JA, IK HELP DE KIPPEN! Een pragma- dialectische analyse voor het verklaren van argumentatie in online fondsenwervingsteksten Léonie Anna Ida Klaver leonie.klaver@hotmail.com Masterscriptie Tekst en Communicatie

Nadere informatie

Certificering: toon uw betrokkenheid!

Certificering: toon uw betrokkenheid! Rik van Laake Masterscriptie Certificering: toon uw betrokkenheid! Een pragma-dialectische analyse van strategische manoeuvres die inspelen op maatschappelijk verantwoord ondernemen Studentnummer: 6075746

Nadere informatie

Hoe de GGD jongeren adviseert over een gezond leven Het gebruik van pragmatische argumentatie in adviserende gezondheidsteksten gericht op jongeren

Hoe de GGD jongeren adviseert over een gezond leven Het gebruik van pragmatische argumentatie in adviserende gezondheidsteksten gericht op jongeren Masterscriptie Tekst en communicatie Capaciteitsgroep Taalbeheersing, Argumentatietheorie en Retorica Hoe de GGD jongeren adviseert over een gezond leven Het gebruik van pragmatische argumentatie in adviserende

Nadere informatie

Gekwalificeerde standpunten. Bijwoorden als presentatiemiddelen om met de bewijslast te manoeuvreren

Gekwalificeerde standpunten. Bijwoorden als presentatiemiddelen om met de bewijslast te manoeuvreren SAMENVATTING Gekwalificeerde standpunten. Bijwoorden als presentatiemiddelen om met de bewijslast te manoeuvreren Een taalgebruiker kan zijn standpunt kwalificeren; de volgende voorbeelden illustreren

Nadere informatie

Het roken neemt ongemerkt afscheid van u!

Het roken neemt ongemerkt afscheid van u! Het roken neemt ongemerkt afscheid van u! Onderzoek naar de invloed van doelen van persuasieve commerciële teksten en non profitteksten in de gezondheidsvoorlichting op de keuze van argumenten Masterscriptie

Nadere informatie

Masterscriptie. Universiteit van Amsterdam, 28 mei 2014. Pragmatische argumentatie in commerciële corporate teksten

Masterscriptie. Universiteit van Amsterdam, 28 mei 2014. Pragmatische argumentatie in commerciële corporate teksten Universiteit van Amsterdam, 28 mei 2014 Masterscriptie Pragmatische argumentatie in commerciële corporate teksten Begeleider: dr. C. Andone Tweede beoordelaar: dr. E. T. Feteris Lisette Oerlemans Master

Nadere informatie

De strategische functie van varianten van pragmatische argumentatie in gezondheidsbrochures

De strategische functie van varianten van pragmatische argumentatie in gezondheidsbrochures Lotte van Poppel De strategische functie van varianten van pragmatische argumentatie in gezondheidsbrochures 1. Inleiding Samenvatting Overheidsinstellingen en non-profitorganisaties publiceren geregeld

Nadere informatie

Vergelijkingen als strategische verkoopmanoeuvres

Vergelijkingen als strategische verkoopmanoeuvres MASTERSCRIPTIE MARLOES HUISMAN Vergelijkingen als strategische verkoopmanoeuvres De functie van vergelijkingen bij het strategisch manoeuvreren in direct e-mail Studentnummer: 6335276 marloeshuisman@hotmail.com

Nadere informatie

STIVORO: Kettingroken verdriedubbelt kans op hersenbloeding

STIVORO: Kettingroken verdriedubbelt kans op hersenbloeding STIVORO: Kettingroken verdriedubbelt kans op hersenbloeding Een pragma-dialectische verklaring van de keuze voor pragmatische argumentatie in winst- of verliesperspectief in adviserende gezondheidstwitterberichten!

Nadere informatie

Een pragma-dialectische kijk op hoe Unicef haar (potentiële) donateurs probeert over te halen tot het doen van een donatie

Een pragma-dialectische kijk op hoe Unicef haar (potentiële) donateurs probeert over te halen tot het doen van een donatie Een pragma-dialectische kijk op hoe Unicef haar (potentiële) donateurs probeert over te halen tot het doen van een donatie Masterscriptie Neerlandistiek Linda van der Voort 3871533 20 ECTS Cursuscode:

Nadere informatie

Begeleider: mw. dr. H.J. Plug Tweede lezer: mw. dr. E.T. Feteris Myrthe Geerts

Begeleider: mw. dr. H.J. Plug Tweede lezer: mw. dr. E.T. Feteris Myrthe Geerts Strategisch manoeuvreren in het parlementaire debat na een beschuldiging van inconsistentie Onderzoek naar omstandigheden die inconsistentie in standpunten rechtvaardigen Begeleider: mw. dr. H.J. Plug

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen.

Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen. Argumenteren Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen. Doelgroepen Argumenteren Argumenteren is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

We hadden toch afgesproken dat niet te doen?

We hadden toch afgesproken dat niet te doen? We hadden toch afgesproken dat niet te doen? De presentatie van de descriptieve waargenomen norm in tv-reclame van de overheid binnen het domein gezondheidscommunicatie Masterscriptie Neerlandistiek Richting:

Nadere informatie

Persoonlijke verhalen zoals die van Noella, Mean Heng en Prudence komen vaak voor in fondsenwervende teksten van goede doelenorganisaties voor

Persoonlijke verhalen zoals die van Noella, Mean Heng en Prudence komen vaak voor in fondsenwervende teksten van goede doelenorganisaties voor 1 Inleiding De 6-jarige Noella uit Oeganda. Mean Heng, 12 jaar, uit Cambodja. En de hoogzwangere Prudence uit Zambia. Alle drie zijn ze hoofdpersonen in fondsenwervende teksten van respectievelijk het

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Mentioning and then refuting an anticipated counterargument: a conceptual and empirical study of the persuasiveness of a mode of strategic manoeuvring Amjarso, B.

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Cultuurverschillen en de stijl van persuasieve communicatie

Cultuurverschillen en de stijl van persuasieve communicatie Cultuurverschillen en de stijl van persuasieve communicatie Een onderzoek naar het gebruik van stijlfiguren in advertenties om de culturele verwachtingen van de doelgroep een plaats te geven binnen het

Nadere informatie

Verschillende soorten argumentatie en controlevragen

Verschillende soorten argumentatie en controlevragen Verschillende soorten argumentatie en controlevragen Naar: J. de Jong & S. Wils (1995/1998). Schriftelijke verslaglegging van onderzoek. Materiaal bij Scriptiecursus II. Interne publicatie, Ivlos, Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Voedingsmiddenenbedrijven hebben verschillende manieren om consumenten erop te attenderen dat bepaalde producten goed zouden zijn voor de gezondheid. Sinds enkele jaren worden daar in Nederland

Nadere informatie

Korte scriptiehandleiding

Korte scriptiehandleiding Korte scriptiehandleiding Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Het onderwerp...2 3. De probleemstelling...3 4. De relatie tussen probleemstelling en tekststructuur...5 5. Toepassingen op juridisch gebied...7

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/94863

Nadere informatie

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

Voeding en buikklachten: Van wetenschap tot voedingsadvies. 10 april 2017, Dr Nicole M de Roos

Voeding en buikklachten: Van wetenschap tot voedingsadvies. 10 april 2017, Dr Nicole M de Roos Voeding en buikklachten: Van wetenschap tot voedingsadvies 10 april 2017, Dr Nicole M de Roos Veel patiënten klagen over tegenstrijdige adviezen Eet gewoon volgens de Schijf van Vijf Voeding is je medicijn

Nadere informatie

Institutionele invloed op het strategisch manoeuvreren in adviserende gezondheidsbrochures

Institutionele invloed op het strategisch manoeuvreren in adviserende gezondheidsbrochures Institutionele invloed op het strategisch manoeuvreren in adviserende gezondheidsbrochures Lotte van Poppel Aan de hand van een pragma-dialectische analyse van de adviserende gezondheidsbrochure Maak je

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

MIJN EERSTE ADVIES IS: NODIG MIJ UIT VOOR EEN GESPREK

MIJN EERSTE ADVIES IS: NODIG MIJ UIT VOOR EEN GESPREK MIJN EERSTE ADVIES IS: NODIG MIJ UIT VOOR EEN GESPREK EEN ONDERZOEK NAAR STRATEGISCH MANOEUVREREN IN SOLLICITATIEBRIEVEN Marie-Paule Fritschij 0416444 MP.Fritschy@Gmail.com Universiteit van Amsterdam MA

Nadere informatie

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord 1 identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord I Zijn wie je bent. Dat is geluk. I Erasmus 2 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs

Nadere informatie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Argumentatie voor een keuze. Een pragma-dialectische analyse van gemotiveerde keuzes in overheidsbesluiten over m.e.r.-plichtige projecten I.M.

Argumentatie voor een keuze. Een pragma-dialectische analyse van gemotiveerde keuzes in overheidsbesluiten over m.e.r.-plichtige projecten I.M. Argumentatie voor een keuze. Een pragma-dialectische analyse van gemotiveerde keuzes in overheidsbesluiten over m.e.r.-plichtige projecten I.M. van der Geest RGUMENTATIE AVOOR EEN KEUZE Een pragma-dialectische

Nadere informatie

Argumentatie in medicijnadvertenties gericht op artsen

Argumentatie in medicijnadvertenties gericht op artsen Argumentatie in medicijnadvertenties gericht op artsen Een pragma-dialectische kijk op hoe medicijnfabrikanten artsen proberen over te halen een medicijn voor te schrijven Master Thesis Linguistics: Language

Nadere informatie

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs 'Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Brengt de Kantinescan aanbod en uitstraling goed in kaart?

Brengt de Kantinescan aanbod en uitstraling goed in kaart? Brengt de Kantinescan aanbod en uitstraling goed in kaart? Met de Kantinescan kan het uitgestalde aanbod in schoolkantines goed in kaart worden gebracht. Het meten van het aanbod in de automaten en de

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Ruziën of discussiëren 13 1.1 Wie beweert, moet bewijzen 13 1.2 Het belemmeren van het geven van een mening 16 1.2.1 Het taboe verklaren van een standpunt 17 1.2.2 Het

Nadere informatie

Onderzoek Indextrackers. Samenvatting

Onderzoek Indextrackers. Samenvatting Onderzoek Indextrackers Samenvatting 1. Inleiding De stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op correcte, duidelijke en niet misleidende informatieverstrekking aan consumenten. Het

Nadere informatie

Kinderen en patiëntenrechten

Kinderen en patiëntenrechten Kinderen en patiëntenrechten Patiëntenrechten van kinderen zijn vastgelegd in de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). De wet onderscheidt drie leeftijdsgroepen: kinderen tot 12 jaar, kinderen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen naam: Leesvaardigheid examenvoorbereidingen Opdracht: vul de juiste begrippen in op de lege plekken. Je kunt kiezen uit: acceptatie afhankelijk belanghebbend beschouwing betrouwbare deskundige discussiant

Nadere informatie

Ik dreig niet, ik doe je een belofte

Ik dreig niet, ik doe je een belofte Ik dreig niet, ik doe je een belofte Hoe taalgebruikstheorieën de interpretatie van taaluitingen als dreigementen in een juridische context kunnen onderbouwen. Janneke Veltkamp studentnr. 0814822 j.veltkamp@umail.leidenuniv.nl

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Mandy Müller Masterscriptie Tekst en communicatie 10 juni Eerste lezer: Eveline Feteris Tweede lezer: Assimakis Tseronis

Mandy Müller Masterscriptie Tekst en communicatie 10 juni Eerste lezer: Eveline Feteris Tweede lezer: Assimakis Tseronis Houd jij van afwisseling op modegebied? Een onderzoek naar het gebruik van de directe aanspreekvorm in de argumentatieve doel-middelstructuur van advertorials in vrouwenglossy s Mandy Müller 10633286 mandy@mu1.nl

Nadere informatie

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Conceptbevindingen 16 december 2015 Inhoud sheets 1. Doel van de bijeenkomst 2. Onderzoeksvragen 3. Verdeling van geïnterviewde scholen 4. Beelden op basis van

Nadere informatie

Leugentjes om bestwil en verdraaide feiten

Leugentjes om bestwil en verdraaide feiten Leugentjes om bestwil en verdraaide feiten Een onderzoek naar de argumentatie in het vluchtelingendebat Masterscriptie Neerlandistiek Master Taalbeheersing De sturende kracht van taal Universiteit Leiden

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

De zwangere wenst andere zorg dan de zorgverlener adviseert. Hoe gaan we binnen het geboortecentrum IJsselland hiermee om?

De zwangere wenst andere zorg dan de zorgverlener adviseert. Hoe gaan we binnen het geboortecentrum IJsselland hiermee om? De zwangere wenst andere zorg dan de zorgverlener adviseert Hoe gaan we binnen het geboortecentrum IJsselland hiermee om? Wat verstaan we onder andere zorg in dit kader? Waarom nemen zwangeren andere

Nadere informatie

ARE HEALTH CLAIMS UNDERSTOOD?

ARE HEALTH CLAIMS UNDERSTOOD? ARE HEALTH CLAIMS UNDERSTOOD? door Sheila Francl Zoetermeer 2009 Afstudeeropdracht Faculteit Natuurwetenschappen, Open Universiteit Nederland SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Gezondheidsbewuste consumenten

Nadere informatie

Wetenschapscommunicatie. Sessie 2: schriftelijke rapporting

Wetenschapscommunicatie. Sessie 2: schriftelijke rapporting Wetenschapscommunicatie Sessie 2: schriftelijke rapporting Aandachtspunten (PDF) Voorbeeldtekstjes Wat is er slecht aan deze tekstjes? Wat zou jij verbeteren? (gebruik aandachtspunten als leidraad) Schrijfopdracht

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen Een inspirerende nieuwe fase in het onderzoek naar mens-computer interactie heeft zich aangediend met het ontstaan van adaptieve automatisering. Binnen dit onderzoeksgebied worden technologische systemen

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. De Reizende DNA Rechter

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. De Reizende DNA Rechter Afsluitende les Leerlingenhandleiding De Reizende DNA Rechter Dossier HER2 cellijn Achtergrond informatie Mevrouw X is een borstkankerpatiënt. Voor onderzoek zijn bij haar tumorcellen afgenomen en op kweek

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

14795/05 ADD 1 gys/lep/dm 1 JUR

14795/05 ADD 1 gys/lep/dm 1 JUR RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2005 (05.12) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2003/0165 (COD) 14795/05 ADD 1 CODEC 1064 DEEG 60 SAN 187 ADDENDUM BIJ NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Internet political discussion forums as an argumentative activity type: A pragma-dialectical analysis of online forms of strategic manoeuvring in reacting critically

Nadere informatie

Stappenplan: Scenarioplanning in de zorg

Stappenplan: Scenarioplanning in de zorg Stappenplan: Scenarioplanning in de zorg 26 september 2018 Inleiding De toekomst is moeilijk te voorspellen. Dit blijkt niet alleen uit disruptieve bewegingen die in het verleden zijn ontstaan, maar ook

Nadere informatie

Van concept naar een klikbaar prototype

Van concept naar een klikbaar prototype UXkids case study: Van concept naar een klikbaar prototype Keywords: Koninklijke Bibliotheek, Website, Prototype, User tests, Usability, UX, Kinderen 9-12 jaar. Als onderdeel van het netwerk van openbare

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Nederlands 248 pagina's Prometheus Bert Bakker november 2014

Nederlands 248 pagina's Prometheus Bert Bakker november 2014 Het hongerige brein downloaden boek PDF Auteur:Frank van Berkum Nederlands 248 pagina's Prometheus Bert Bakker november 2014 Je hebt alle diëten al geprobeerd. Je neemt je elke dag wel een keer voor om

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen Nr. 2018/19 Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen pagina 2 van 5 De Gezondheidsraad heeft voor 25 vitamines

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten

Nadere informatie

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN, verenigd in de BoZ, hebben met belangstelling

Nadere informatie

Betreft: Gezondheidsraadadvies Gezonde Voeding: logo s onder de loep

Betreft: Gezondheidsraadadvies Gezonde Voeding: logo s onder de loep Ons kenmerk: HU/57202 Den Haag, 7 oktober 2009 Betreft: Gezondheidsraadadvies Gezonde Voeding: logo s onder de loep Geachte heer Klink, Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van uw reactie gericht

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

Beroepen in beweging

Beroepen in beweging Vooraf In juni 2015 heeft de ANT haar standpunt Werkzaamheden Assisterend Personeel uitgebracht. Het document is een goede basis om in overleg met opleidingsinstituten en tandartsen tot een voor de patiënt

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.

Nadere informatie

POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S

POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S POSITION PAPER VOEDSELKEUZELOGO S CONSUMENTENBOND, 12 APRIL 2018 1 Wat wil de Consumentenbond? De Consumentenbond vindt het van groot belang dat er een duidelijke kleurcodering c.q. voedselkeuzelogo 1

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Koop Becel, ook al staat dat niet letterlijk in de tekst

Koop Becel, ook al staat dat niet letterlijk in de tekst UNIVERSITEIT LEIDEN Koop Becel, ook al staat dat niet letterlijk in de tekst Strategische manoeuvres in het hybride genre van de Becel-advertorial Student: Tineke Frederiks Studentnummer: s1020684 E-mailadres:

Nadere informatie