Leidraad participerende observatieopdracht spel(en) ontwikkeling

Transcriptie

1 Leidraad participerende observatieopdracht spel(en) ontwikkeling 1. Vooraf Deze opdracht is de afsluiter van de lessenreeks rond spel(en) ontwikkeling en vindt plaats tijdens de stageperiode. Voor de opdracht kies je twee spelmomenten uit waarop jij samen met de kinderen van je stageplaats een spel speelt. Belangrijk is dat je zelf ook deelnam aan het spel. Met deze twee spelmomenten ga je in deze opdracht aan de slag. 2. Situering van de opdracht in de lessenreeks spel(en) ontwikkeling WELKE LES WAT? HOE? Inleidende les Spelen is ontwikkelen; Onderwijsleergesprek Ontwikkelingsdomeinen; Ontwikkelingsfasen Les over de baby Spel en ontwikkeling tussen 0 en 1 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak Hoekenwerk Les over de baby en peuter Les over de peuter en kleuter Spel en ontwikkeling tussen 1 en 2 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak Spel en ontwikkeling tussen 2 en 6 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak Individueel leerpad (digitaal) Bingo leerspel Afsluitende les Afsluiting lessen en voorbereiding observatie Quiz en observatieleidraad!opmerking: We splitsen op per leeftijdsfase, MAAR weet dat elk kind op zijn/haar tempo ontwikkelt. Het kan dus zijn je op je stage met kinderen zult werken die bepaalde dingen pas later of net eerder kunnen. Dit is normaal.!opmerking: We splitsen op per ontwikkelingsgebied (psychisch - fysisch), MAAR weet dat spelletjes meestal de verschillende ontwikkelingsgebieden tegelijk stimuleren. Een tikspelletje zal bv. niet alleen de motorische maar ook de sociale en morele ontwikkeling stimuleren.

2 2. Doel van de opdracht Je kan,aangepast aan de doelgroep en het ontwikkelingsgebied (psychisch, fysisch), het spelen mee begeleiden. Je beschrijft twee spelactiviteiten waaraan ze participeren tijdens de stage verloop spel aantal kinderen spelmateriaal Je kan aangeven op welke manier deze spelactiviteiten de ontwikkeling van de kleuters stimuleren op fysisch vlak op psychisch vlak hierbij gebruik makend van de cursus (leerinhouden) van de lessen rond spel (en) Je kan de spelactiviteiten situeren binnen fantasiespel, constructiespel, regelspel, doe-alsofspel en motiveert hierbij je keuze 3. Evaluatie van de opdracht De opdracht zal aan de hand van volgende rubric geëvalueerd worden. In de rubric kan je terugvinden wanneer je een onvoldoende, voldoende en goed krijgt. Neem dit zeker aandachtig door. Onvoldoende (<10/20) Voldoende (10-12/20) Goed (>12/20) De leerling beschrijft de spelactiviteiten niet of beschrijft er maar één. De leerling beschrijft niet op welke manier de spelactiviteiten de ontwikkeling stimuleert of doet dit maar voor één spelactiviteit. De link tussen de spelactiviteiten en de gestimuleerde ontwikkelingsgebieden is niet correct (bv. tikkertje stimuleert de morele ontwikkeling omdat de kleuters lopen tikkertje stimuleert inderdaad de morele ontwikkeling, maar niet De leerling beschrijft twee spelactiviteiten maar vergeet hierbij één van de onderdelen te beschrijven (verloop, aantal kinderen of materiaal). De leerling beschrijft op welke manier de beide spelactiviteiten de ontwikkeling stimuleren maar doet dit onvoldoende uitgebreid (geen voorbeelden of geen verwijzing naar de cursus). De link van de spelactiviteiten met de gebieden is voor één spel correct, voor het ander niet correct. De leerling beschrijft twee spelactiviteiten en geeft hierbij het verloop, het aantal kinderen en het materiaal aan. De leerling beschrijft correct met voorbeelden en a.d.h.v. de cursus op welke manier de beide spelactiviteiten de ontwikkeling stimuleren. De motivering van de spelactiviteiten is voor beide correct.

3 omdat de kinderen lopen). De leerling situeert de beide spelactiviteiten binnen fantasiespel/regelspel/constru ctiespel/doe-alsofspel De leerling situeert beide spelactiviteiten binnen fantasiespel/regelspel/constru ctiespel/doe-alsofspel. De leerling motiveert de situering niet of incorrect. De leerling motiveert de situering maar voor één spelactiviteit correct. De leerling motiveert de situering voor biede spelactiviteit correct.

4 Eerste spelmoment Datum observatie Tijdstip observatie van. tot... kinderdagverblijf - 1ste kleuterklas - 2de kleuterklas - 3de kleuterklas (omcirkel) Aantal kinderen Naam leerkracht(en)/ begeleider (s) 1.Beschrijf het spelmoment Welke spel speelde je met de kinderen? Hoeveel kinderen namen deel aan het spel? Welk spelmateriaal werd er gebruikt tijdens het spel? Hoe verliep het spel? Welk gevoel had je na het spel? Was het spel geslaagd?

5 Wat verliep minder goed? 2. Op welke manier stimuleerde deze activiteit de ontwikkeling van het kind? Fysische ontwikkeling Grove motoriek Stimuleerde het spel de grove motoriek van de kinderen? Fijne motoriek Stimuleerde het spel de fijne motoriek van de kinderen? Oog-hand coördinatie Stimuleerde het spel de grove motoriek van de kinderen?

6 Psychische ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Stimuleerde het spel de cognitieve ontwikkeling van de kinderen? Tijdens de lessen spel(en) ontwikkeling zagen we verschillende soorten spelvormen. Om welke spelvorm gaat het hier? Motiveer. Spelvorm Constructief spel vb. Torens bouwen, knikkerbanen, schroefsystemen,... Doe-alsof spel = Naspelen van de werkelijkheid vb. Schooltje, huisje, winkeltje, politie

7 Fantasiespel vb. cowboys, ridders, poppenkast, verhalen,... Regelspel vb. gezelschapsspel, tikspel met regels,... Sociale ontwikkeling Stimuleerde het spel de sociale ontwikkeling van de kinderen?

8 Dynamisch-affectieve ontwikkeling Welke emoties observeerde je bij de kinderen? Morele ontwikkeling Stimuleerde het spel de sociale ontwikkeling van de kinderen?

9 Tweede spelmoment Datum observatie Tijdstip observatie van. tot crèche - 1ste kleuterklas - 2de kleuterklas - 3de kleuterklas (omcirkel) Aantal kinderen Naam leerkracht(en)/ begeleider (s) 1.Beschrijf het spelmoment Welke spel speelde je met de kinderen? Hoeveel kinderen namen deel aan het spel? Welk spelmateriaal werd er gebruikt tijdens het spel? Hoe verliep het spel? Welk gevoel had je na het spel? Was het spel geslaagd?

10 Wat verliep minder goed? 2.Op welke manier stimuleerde deze activiteit de ontwikkeling van het kind? Fysieke ontwikkeling Grove motoriek Stimuleerde het spel de grove motoriek van de kinderen? Fijne motoriek Stimuleerde het spel de fijne motoriek van de kinderen?

11 Oog-hand coördinatie Stimuleerde het spel de grove motoriek van de kinderen? Psychische ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Stimuleerde het spel de cognitieve ontwikkeling van de kinderen? Tijdens de lessen spel(en) ontwikkeling zagen we verschillende soorten spelvormen. Om welke spelvorm gaat het hier? Motiveer. Spelvorm Constructief spel vb. Torens bouwen, knikkerbanen, schroefsystemen,...

12 Doe-alsof spel = Naspelen van de werkelijkheid vb. Schooltje, huisje, winkeltje, politie Fantasiespel vb. cowboys, ridders, poppenkast, verhalen,... Regelspel vb. gezelschapsspel, tikspel met regels,... Sociale ontwikkeling Stimuleerde het spel de sociale ontwikkeling van de kinderen?

13 Dynamisch-affectieve ontwikkeling Welke emoties observeerde je bij de kinderen? Morele ontwikkeling Stimuleerde het spel de sociale ontwikkeling van de kinderen?