UBV. U.S.S. Proton. Voorwoord

Transcriptie

1 U.S.S. Proton Voorwoord Beste student, Voor je ligt de Alternatieve Studiegids met vakken voor de major Molecular Life Sciences (MLS)! Deze gids is een aanvulling op de studiegids van MLS die te vinden is op de website van de Universiteit Utrecht. Waar die gids vooral formele eisen bevat, vertelt dit boekje wat studenten nu echt vinden van hun vakken. Als je twijfelt welk vak je moet kiezen, of je bent benieuwd naar vakken van een volgend jaar, kan je hierin lezen hoe studenten MLS hun vakken hebben ervaren. Omdat MLS pas zo nieuw is, zijn niet alle vakken al door MLS ers gevolgd en vind je ook stukjes van studenten scheikunde en biologie in deze gids. In het eerste jaar heb je als student keuzeruimte in periode 3. Omdat er zo veel nieuwe dingen afkomen op eerstejaars en alles nieuw is, zijn ook stukjes over de verplichte vakken uit de eerste periode toegevoegd, dan weet je welke basis je dan leert kennen en daarop kan je voor jezelf een passend vak uitkiezen om in periode drie te doen! In jaar 2 en 3 begint het kiezen van vakken pas echt! Er zijn verschillende studiepaden te vinden binnen MLS, afhankelijk van je interesse. Je kunt een meer celbiologische, structuurbiologische, farmaceutische kant of een andere kant op gaan, maar je bent ook vrij om vanuit alle takken iets mee te pakken! Sinds twee jaar geleden zijn er studiepaden, deze lijken een beetje op die van biologie, maar bevatten dus ook aanraders vanuit scheikunde of farmacie! Dus kijk goed hoe alle vakken op elkaar aansluiten in de Padvinder van MLS. Omdat je je toch wel aan eisen moet houden, is een klein stukje uit het OER (onderwijs- en examenreglement) ook opgenomen in deze gids. Toch wel handig om in je achterhoofd te houden bij het maken van je keuze. In deze gids zijn een aantal keuzevakken buiten de major MLS meegenomen, maar niet allemaal. Gelukkig staat de website van de UU vol met informatie over minors. In deze gids vind je daarom ook een bladzijde met handige links naar websites. Op de website van de studievereniging Proton staan ook nog stukjes van studies bij andere faculteiten. En als je dan toch nog meer informatie wil, vraag het vooral aan een studiegenoot of een ouderejaars! Veel succes met je vakkenkeuze! Namens de en U.S.S. Proton, Vera den Besten Winnie Henderson 1

2 Alternatieve Studiegids Inhoudsopgave vakken Niveau 1 Moleculaire celbiologie 6 Wis- en natuurkunde 1 7 Oriëntatie op de Onderwijspraktijk 8 Cellen en weefsels 9 Moleculair biologische en biochemische technieken 10 Hormonale aandoeningen 11 Mass spectrometry and proteomics 12 Organische chemie 2 13 Fysische chemie 2 14 Voortgezette statistiek en R 15 Wis- en natuurkunde 2 16 Metabolisme 17 Infectie en afweer 18 Biologie in het werkveld 19 2

3 U.S.S. Proton Inhoudsopgave vakken Niveau 3 Wiskunde 2 20 Röntgendiffractie en elektronenmiscroscopie 21 Genoombiologie 22 Microbiële interacties 23 Virusziekten 24 Computationele biologie 25 Gentherapie, kanker en AIDS 26 Moleculaire prokaryote microbiologie 27 Hormonale aandoeningen 28 3

4 Alternatieve Studiegids Vakken Jaar 1, 2 en 3 Dit is de versie van september De nieuwste versie is altijd beschikbaar op students.uu.nl 4

5 U.S.S. Proton Voordat je begint met lezen De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Scheikunde of Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: De Major Molecular Life Sciences is uniek en combineert cursussen uit de opleidingen Scheikunde, Biologie en de Farmacie. De major Molecular Life Sciences wordt aangeboden bij twee opleidingen: Scheikunde en Biologie. De major Molecular Life Sciences omvat een studielast van 135 EC. De onderdelen van de major dienen voor ten minste 37,5 EC op verdiepend niveau 2 te zijn en ook voor ten minste 37,5 EC op gevorderd niveau 3. De onderdelen van de major en profileringsruimte samen dienen voor ten minste 45 EC op gevorderd niveau 3 te zijn (OER 3.4.2). Voor studenten die via scheikunde staan ingeschreven is het vak Spectroscopie en analyse verplicht en voor studenten die via biologie staan ingeschreven is dit een keuzevak. In deze gids staan niet alleen de keuzevakken. Het is namelijk ook fijn om vantevoren te kunnen lezen wat je kan verwachten. Juist ook als je in je eerste jaar een keuze moet gaan maken, terwijl er nog verplichte vakken op je wachten. 5

6 Alternatieve Studiegids Niveau 1, Periode 1, AD (B-B1MOL14) Moleculaire celbiologie Tijdslot AD Niveau 1 Moleculaire celbiologie (ook wel even makkelijk celbio genoemd) is een vak dat je verwacht te krijgen als je MLS gaat doen. Om op moleculair niveau te leren wat er in je lichaam gebeurt is zeer spectaculair en interessant. Hetgene dat je al op de middelbare school heb geleerd, kwam weer aan bod maar ook met veel meer uitbreiding. Hieronder vallen bijvoorbeeld pathways en celskeletten. Daarom was het een goede combinatie tussen herhaling en nieuwe dingen leren. Ook was fijn dat na elke college je met een werkgroepje opdrachten kreeg welke je samen moest maken omdat je dan de verse stof van het college gelijk kon toepassen. Als je het niet snapte kon je het nog aan je medestudenten vragen. Dus naast het feit dat je veel van het vak leerde, was het ook nog eens heel erg sociaal. De professors waren aardig en legden duidelijk uit, het was gemakkelijk vragen te stellen tijdens het college. Voor het geval dat je het college niet snapte, kon je ook altijd nog in het boek kijken dat goed aansloot op de stof in de colleges, het was over het algemeen genoeg om de leerstof uit de colleges te halen zonder dat je nog extra energie in het boek moest stoppen. De toetsen werden op de computer gemaakt, persoonlijk vond ik het zelf zeer afleidend. Als lezen van een computer oncomfortabel is, is het vervelend voor de toetsen aangezien je de vraag goed moet snappen voordat je hem beantwoord. Ook zijn de vragen van het tentamen vooral meerkeuze antwoorden. Dat is best wel comfortabel, aangezien er zoveel nieuwe stof is om te leren en het vooral systemen leert in dit vak en dus alles goed in het verhaal moet passen. Over het algemeen was het dus een zeer boeiend vak met goede professoren en een sociale leerinstelling. De sfeer met de medestudenten waren zeer prettig aangezien iedereen nieuw is en net aan de studie begint waardoor je toch een soort van band bouwt. Ik hoop snel op het vervolg van een vak met zo n sociale leerinstelling. 6

7 U.S.S. Proton Niveau 1, Periode 1, BC (SK-BWSNK1) Wis- en natuurkunde 1 Timeslot: BC Niveau 1 Wiskunde en natuurkunde worden apart gegeven en apart getoetst. Beide cijfers tellen voor 50% mee voor het eindcijfer van het vak. Tijdens ieder werkcollege, zowel bij wiskunde als bij natuurkunde, zijn er bonuspunten te behalen voor het cijfer van dat onderdeel. Het werkcollege bestaat uit een klein toetsje van twee vragen en verder oefenen met de stof. Het toetsje zorgt ervoor dat je per keer twee punten kan behalen, die uiteindelijk door het aantal punten gedeeld wordt, wat je bonuspunt voor wis- of natuurkunde gaat vormen. Je kan maximaal 1,0 punt bonus behalen. De tentamens zijn schriftelijk en bij natuurkunde krijg je een formuleblad. Beide tentamens duren 2,5 uur. Natuurkunde gaat grotendeels over klassieke mechanica. Er komt weinig nieuwe stof bij ten opzichte van VWO 6. Wel wordt overal wat dieper op ingegaan. De colleges vond ik vrij lastig te volgen. Na een korte uitleg werden er steeds eindeloos formules afgeleid en voorbeeldopdrachten gedaan. Het boek Essential University Physics vond ik wel erg duidelijk. Tijdens de werkcolleges werden er opdrachten gemaakt uit het boek. Deze vond vrijwel iedereen in mijn werkgroep, waaronder ik ook, ontzettend lastig. Laat je hier niet te veel door afschrikken! Deze opgaven staan namelijk niet in verhouding met de tentamenvragen. De wiskundecolleges vond ik een stuk beter te volgen. Er worden wat dingen herhaald van VWO 6, maar het grootste deel is nieuwe stof. Alles wordt op een goed te volgen tempo met veel voorbeelden uitgelegd. Ook zijn de werkcolleges over het algemeen prima te doen. Op de middelbare school was ik absoluut geen uitblinker in wiskunde, maar ik heb het wiskundedeel van dit vak zonder al te veel moeite gehaald. Op blackboard komen voor wiskunde korte instructiefilmpjes te staan over verschillende belangrijke onderdelen. Ik raad iedereen aan deze te bekijken want ze zijn ontzettend nuttig. Over wiskunde hoef je je vooral geen zorgen te maken. Ik heb mijn hele middelbare schoolcarrière veel moeite met wiskunde gehad, maar het tentamen zonder heel veel moeite gehaald. En geloof me: als ik het kan, dan kan jij het ook! Natuurkunde is iets pittiger. Echter, als je het goed bij houdt en je niet teveel af laat schrikken door de opdrachten uit het boek, moet ook dit tentamen helemaal goed komen! 7

8 Alternatieve Studiegids Niveau 1, Periode 2 en 3, AD (BETA-B2OOP) Oriëntatie op de Onderwijspraktijk Timeslot: AD In blok 3 heb ik de cursus BETA-B2OOP, oftewel Oriëntatie op de onderwijspraktijk gevolgd. Deze cursus zou meer insight moeten geven in het onderwijs en aan de hand van deze cursus zou je de keuze voor de educatieve minor beter kunnen maken. Ik denk dat dit na afronding van de cursus voor mij redelijk gelukt is. Deze cursus is een goede combinatie van praktijk en theorie. Waarin vele aspecten naar voren komen. Waarvan je als persoon vrij veel kan leren. Ik vond mijn stage-onderdeel van deze cursus erg leuk. Ik liep op mijn eigen middelbare school stage, wat ervoor zorgde dat het contact met leraren en dit soort zaken soepel verliepen. Ik kon mij toen iets meer op de stage zelf focussen. Ik vond het zelf erg leuk om bezig te zijn met het onderwijs vanaf de kant van de leerkracht in plaats van de kant van de leerling, die ik uiteraard al kende. Het gaf mij nieuwe inzichten en ook denk ik dat het mij inzichten heeft gegeven die erg nuttig zijn in het dagelijks leven. Dit zag ik ook terug in het theoretische deel van deze cursus. Veel dingen leken voor de hand te liggen en waren vrij logisch. Desondanks heb ik veel opgepikt van deze theorie en ik vond de groepsdiscussie ook erg leuk. Tijdens de stage vielen veel andere gebeurtenissen, die er voor zorgden dat ik geen stage kon lopen. Hier was vanuit de cursuscoördinator begrip voor. Het aantal uren stage was niet zo erg van belang, maar er moesten wel opdrachten uitgevoerd worden. De theoretische colleges in deze cursus vond ik zelf soms wat langdradig en daardoor een beetje saai. Ook was de communicatie niet altijd even sterk, waardoor de cursus naar mijn idee iets rommelig werd. Ik moest veel zelf op zoek naar dingen of wist simpelweg niet waar ik bepaalde zaken kon vinden. Ik denk wel dat dit een heel andere soort cursus is dan je als beta-student gewend bent. Je zit in een groep, ongeveer even groot als een werkcollegegroep en doet met deze groep alles. Dit maakt de sfeer heel anders, maar ook zorgt dit ervoor dat je vrij actief deel neemt aan alle colleges. Ik vond dit zelf erg leuk om een keer mee te maken en op een andere manier les te krijgen dan ik tot nu toe gewend was. Al met al vond ik deze cursus zeker de moeite waard. Ik heb iets meer kennis gekregen over het onderwijs en wat het voor mij inhoudt als ik een keuze richting educatie ga maken. Daarnaast heb ik wat kennis opgedaan over het denken van de mens en het leerproces van de mens, wat ik erg interessant vond. Als je het niet erg vind een keer op een andere manier college te krijgen en geïnteresseerd bent in het onderwijs, dan is deze cursus zeker aan te raden. 8

9 U.S.S. Proton, Periode 1, AD (B-B2CWMLS) Cellen en weefsels Timeslot: AD Cellen en weefsels wordt gegeven in de eerste periode van jaar 2. Qua lesvorm en onderwerpen lijkt het erg op moleculaire celbiologie, dus als je dit een leuk vak vond, zal cellen & weefsels ook niet tegenvallen. Een deel van de stof is herhaling, maar voor de meeste mensen is dit alleen maar fijn, omdat ze veel vergeten zijn. Het vak bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en een journal club, en wordt afgesloten met twee tentamens en een presentatie. Tijdens de hoorcolleges wordt de stof uit het boek (The Cell, Alberts) vrijwel letterlijk behandeld. Ook in de powerpoints staan eigenlijk alleen de figuren uit dit boek. Wel staan in het boek een stuk meer details, die op de tentamens ook zeker getoetst worden, dus het is absoluut aan te raden het boek te kopen en bij het leren te gebruiken. Voor de journal club moet je elke week een artikel lezen en per groepje één keer een artikel presenteren en één keer een presentatie beoordelen. De artikelen zijn vaak vrij pittig, maar journal club wordt enthousiast begeleid en de artikelen worden na de presentaties goed besproken. Ikzelf vond de journal club het leukste onderdeel van de cursus. De werkcolleges worden in groepjes gemaakt en één keer in de week tijdens een college besproken. De werkcolleges bestaan vooral uit open vragen. Deze zijn interessant en belangrijk voor het begrip van de stof, maar niet representatief voor de tentamenvragen. Allebei de tentamens worden gemaakt op de computer en bestaan grotendeels uit meerkeuzevragen. Er wordt veel getoetst op kennis van specifieke details, en minder op begrip van de grote lijnen. Als je uit het boek geleerd hebt en de colleges gevolgd zijn de tentamens goed te doen, anders wordt dit erg lastig. Al met al is dit vak aan te raden als je moleculaire celbiologie een leuk vak vond, maar het is opnieuw erg veel stof en op de toetsen wordt veel naar details gevraagd. 9

10 Alternatieve Studiegids, Periode 1, BC (SK-B2MBBT) Moleculair biologische en biochemische technieken Timeslot: BC Het vak MBBT is een cursus die voor alle MLS ers verplicht is, en er wordt dan ook van je verwacht dat de biologische en chemische componenten van de cel en het centrale dogma in de biologie je niet vreemd zijn. Het bouwt voort op het vak Biomoleculaire Chemie (SK- B1BMC) en de kennis opgedaan in dit vak is een goede basis voor deze cursus. Sommigen zullen de cursusdocent Gert Folkers al kennen van het van Biochemical Pharmaceutics (SK- B2PHAR). Gert is een hele enthousiaste man en zal altijd klaar staan om je te helpen mocht je het aan hem vragen. Hij probeert je uit te dagen en zelf na te denken en tot het antwoord te komen. Dit doe je onder andere in de papieren practica, waar je in groepjes een probleem moet gaan oplossen, zonder echt op het lab te staan. Hierbij staat centraal om de opgedane theoretische kennis toe te passen op een casus. Natuurlijk sta je ook echt op de practicumzaal en maak je op deze manier kennis met veel verschillende biochemische en moleculair biologische technieken. Hiernaast wordt er binnen deze cursus gebruik gemaakt van werkcolleges, hoorcolleges (die worden opgenomen) en voorbereidende hoorcolleges (filmpjes) die je thuis voor de hoorcolleges of een practicum dag moet kijken. Natuurlijk zit er ook een cijfer verbonden aan deze practicumdagen. Hiervoor moet je een elab bijhouden, wat inhoudt dat je op de computer een labjournaal bijhoudt en dus alles digitaal gaat. Dit programma is even wennen, maar uiteindelijk vond ik dit veel fijner dan een papieren labjournaal. Tijdens deze practica mag je je eigen mutatie ontwerpen en vervolgens tot expressie brengen! Dit resulteerde in mooie kleuren en het gevoel alsof je echt iets had gemaakt. Ook zit er aan de papieren practica, zie vorige alinea, een cijfer verbonden. Hierbij wordt er vooral gekeken naar het oplossen van een probleem in groepsverband. Als laatst wordt er door middel van twee deeltentamens getoetst, waarvan eentje op papier en de ader op de computer wordt gemaakt. Dit zijn niet hele makkelijke toetsen, maar Gert wil je graag uitdagen en dit betekent niet dat ze onmogelijk zijn. Om alles samen te vatten; het is een vak gericht op veel verschillende biochemische en moleculair biologische technieken, welke op zowel theoretische als praktische manier worden aangeboden. Het is een uitdagende en interessante cursus die voor (to be) biochemici onder ons zeker een aanrader is. 10

11 U.S.S. Proton, Periode 1 & 3, BC (FA-BA205) Hormonale aandoeningen (voorheen Homeostase) Timeslot: BC Hormonale aandoeningen is een vak dat te volgen is bij de opleiding Farmacie. Het is te volgen in blok 1 en ook in blok 3. Het vak bestaat alleen uit werkcolleges. Daarvan worden de antwoorden niet beschikbaar gesteld. Met samenwerken en onderling elkaars antwoorden delen, kom je wel ver. De tentamens waren schriftelijk en vrij lang, dus veel schrijfwerk. Het tentamen week wel erg af van de stof die geleerd werd tijdens de werkcolleges. Er werden in die werkcolleges namelijk veel dingen herhaald maar op de toets kwam redellijk onbekende stof waar je op zich wel mee uit de voeten kon. Sommige termen waren echter wel echt nieuw, wat best een verrassing was. Het boek ( Medical Physiology van Boron en Boulpaep) is zeker nodig aangezien je dat moet gebruiken voor nazoekwerk om de werkcolleges voor te bereiden. Ook de illustraties zijn nuttig en duidelijk. Qua voorkennis misten de MLSsers het een en ander zoals de kinetiek van geneesmiddelen en de handigheid van het opzoeken van medicijngegevens. Maar dit pikten we snel op en was verder geen probleem. 11

12 Alternatieve Studiegids, Periode 2, A (SK-B2MSPR) Mass spectrometry and proteomics Timeslot: A De cursus Massaspectrometrie en Proteomics is een interessant vak dat verdeeld is over drie onderdelen, waarvan ieder onderwerp een eigen docent heeft. Celia Berkers, Simone Lemeer en Albert Heck zijn professionals op dit vakgebied en hun kennis en enthousiasme maken het vak erg goed te volgen. De cursus focust op de basics van massaspectrometrie en identificatie van metabolieten, (gemodificeerde) eiwitten en zelfs eiwitcomplexen. Het vak begint met Instrumentatie en Metabolomics, gegeven door Celia Berkers. Hierbij wordt vooral ingegaan op de werking van verschillende massaspectrometers, fragmentatie en hoe spectra informatie kunnen geven over metabolieten. Het tweede deel wordt gegeven door Simone Lemeer. Haar colleges gaan over eiwitidentificatie, welke scheidingsmethoden hiervoor gebruikt worden en welke complicaties hierbij een rol kunnen spelen. Albert Heck is verantwoordelijk voor het laatste onderdeel van de cursus; massaspectrometrie en structural biology. Hierbij wordt ingegaan op de 3D structuur van eiwitten en eiwitcomplexen en hoe dit invloed kan hebben op de functie. Naast de hoorcolleges, heeft het vak ook werkcolleges waarbij de zojuist opgedane kennis direct wordt toegepast. Aangezien de werkcollegevragen een idee geven over wat er verwacht wordt op het tentamen, is het erg aan te raden hierheen te gaan! Verder is er een aantal losse opdrachten verspreid over de cursus, zoals het maken van korte powerpoint slides en het leren gebruiken van verschillende soorten databases. Deze opdrachten tellen ook mee bij je eindcijfer. De rest van het cijfer bestaat uit een tussentijds tentamen over de eerste twee onderdelen en een eindtentamen over alle onderdelen. Het tussentijdse tentamen is digitaal en kan een bonuspunt opleveren. Het eindtentamen is een papieren toets die veel gemeen heeft met de werkcollegevragen. De totale stof valt erg mee en de tentamens zijn daardoor goed te doen. Het vak wordt gegeven aan de hand van een syllabus die via Proton te verkrijgen is en later ook op Blackboard wordt gezet. Ook de powerpointpresentaties en informatieve artikelen worden online gezet en de meeste colleges worden zelfs opgenomen. Qua voorkennis zijn vakken als Moleculaire Celbiologie, Biomoleculaire Chemie, Biofysische Chemie en Spectroscopie en Analyse wel handig om gevolgd te hebben. Al met al is het een interessante, niet al te moeilijke cursus die je de mogelijkheden van massaspectrometrie laat zien. 12

13 U.S.S. Proton, Periode 2 (SK-BORC13) Organische chemie 2 Timeslot: BCD of ABC (in verband met het practicum, theorie in C) Organische chemie 2 is het vervolg van (Bio-) organische chemie. Waar het in jaar 1 vooral ging over de basis van organische verbindingen en een klein beetje synthese, is Organisch 2 vooral gefocust op de synthese. Het boek is overigens hetzelfde voor organisch 1 en 2 (McMurry). Het begin van de cursus zal je bekend voorkomen; dit is vooral herhaling met soms verdieping. De practica sluiten aan op de stof, tijdens beide onderdelen leer je iets wat helpt bij het andere. De cursus wordt gegeven door twee mensen. De colleges van Danny Broere (eerste helft) zullen zorgen voor een stevige basis van kennis over organische verbindingen. De colleges behandelen veel reacties waarvan veel mechanismen op elkaar lijken. Tijdens deze cursus moet je niet alleen mechanismen leren, maar ook de gebruikte reagentia en omstandigheden. Broeres colleges zijn erg fijn; hij praat op een rustige manier, legt duidelijk uit, maakt grapjes en vindt het niet erg onderbroken te worden (vragen stellen kan dus altijd). Hoewel het boek alles erg duidelijke uitlegt, adviseer ik toch naar zijn colleges te gaan. De tweede helft wordt gegeven door Geert-Jan Boons. Zijn colleges zijn eigenlijk samen te vatten met de volgende term: Carbonyl Chemistry. Hier zul je een heel scala aan reacties leren, die eigenlijk allemaal met carbonyl-groepen te maken hebben en ook allemaal op elkaar lijken. Ook hier is het zo dat je alles van de benoemde reacties zal moeten leren. Boon s colleges zijn wat anders. Bij grotere groepen lijkt hij nerveus te worden, wat je merkt in zijn uitleg Bij kleinere groepen gaat dit een stuk beter. Ook de colleges zijn hier in het Engels, ondanks dat zijn Engels soms onduidelijk is. Vraag vooral of hij in het Nederlands verder wil gaan. Geef hem wel het voordeel van de twijfel; hij doet erg zijn best en werd steeds beter. De cursus bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en practica. Tijdens de werkcolleges maak je opdrachten uit McMurry en als je klaar bent mag je gaan. De werkcolleges zijn in principe niet verplicht, maar als je een bonuspunt wil, moet je ze toch bijna allemaal bijwonen. Er zijn twee practica, van het eerste doe je verslag. Voor beide moet een labjournaal ingeleverd worden. De practica zijn leuk, uitdagend en je wordt goed begeleid. Als je goed je huiswerk bijhoudt en de colleges bijwoont, moeten beide deeltentamens geen probleem zijn, ook niet voor MLSstudenten. De basis die MLSsers hebben van Bio-organisch is zeker voldoende voor deze cursus. Mocht je de synthese kant op willen, of überhaupt een meer chemische richting, dan is deze cursus de cursus voor jou! Het zorgt voor een goede basis van organische synthese en is ook nodig voor vakken als Medicinal Chemistry en Organische Chemie 3. Zelfs als je niet weet of je de synthese kant op wil, zou dit vak nuttig kunnen zijn. Het geeft je immers ook inzicht in hoe biochemische reacties (denk aan vetzuur synthese) werken. Deze cursus is niet een gratis puntjes cursus. Je zult goed je best moeten doen in het bijhouden van je huiswerk, leren uit het boek en eventueel in het bijwonen van alle hoor- en werkcolleges. Doe je dit? Dan mag je best een mooi cijfer verwachten in Osiris. Doe je dit niet? Dan wens ik je veel succes. 13

14 Alternatieve Studiegids, Periode 2, D (SK-BFYCH) Fysische chemie 2 Timeslot: D Fysische chemie 2 is een vak dat je kan volgen als je biofysische chemie hebt gedaan, dus eigenlijk voor iedereen. Ondanks dat je enige voorkennis hebt uit biofysische chemie, begin je redelijk blanco aan het vak. Daarom is het heel slim om naar alle hoor- en werkcolleges te gaan. Het vak bestaat uit twee delen: klassieke en statistische thermodynamica en gassen, vloeistoffen, oplossingen en grensvlakken. Voor beide is er een aparte docent en een aparte reader die je kan kopen bij Proton. Het deel over thermodynamica wordt gegeven door Willem Kegel. Hij is erg bevlogen en duidelijk in zijn uitleg, maar schroom niet hem af en toe een vraag te stellen. Het is namelijk heel aannemelijk dat je er genoeg gaat hebben. De colleges bevatten veel informatie en kunnen best overmennend zijn. Willem wil nog wel eens extra informatie toevoegen of lang op één feit doorgaan. Dat kan heel handig zijn om het te begrijpen, maar ook een beetje vermoeiend omdat het een lastig onderwerp is. Probeer hier dus goed doorheen te prikken als je dat niet fijn vindt! Dat lukt prima met de werkcolleges. Als je het wil fijn vindt, is Willem zeker iemand waar je een hele tijd naar kan luisteren. Het andere deel wordt gegeven door Ben Erne. Dit is een heel vriendelijke man. Persoonlijk vind ik dit deel moeilijker te bevatten tijdens de colleges, misschien ook omdat het wat minder tot de verbeelding van de MLSser speelt. Maar tijdens het tentamen vond ik dit deel wel wat beter te doen. Ben heeft goede vragen geformuleerd die je als student fijn kan interpreteren. Dit maakt het niet per se makkelijk, maar geeft wel een eerlijke kans om te laten zien wat je precies kan. Dit heeft Ben ook al tijdens de colleges gedaan door middel van kleine grapjes en demostraties. Beide docenten weten dus hoe ze een moeilijk vak wel erg leuk kunnen maken. Maar het blijft wel een lastig vak. Het 14

15 U.S.S. Proton, Periode 2, AD (B-B2VSR) Voortgezette statistiek in R Timeslot: AD Voorgezette statistiek in R wordt onder andere gegeven door de Rutger Hermsen, die dit overigens ontzettend goed en leuk doet. In het eerste deel van de cursus wordt zo n beetje alles herhaald wat in experiment en statistiek voorbij is gekomen. Dat is heel handig omdat je hiermee goed kan opvangen wat je hebt gemist door dit vak niet te hebben kunnen volgen. Tevens maak je hier kennis met de programmeertaal R. Het kennismaken gaat op een erg langzame manier waardoor ook mensen die geen enkele kennis hebben van programmeren goed mee kunnen komen. Het tweede deel wordt gegeven door Yann Hautier, ook hij weet het vak ontzettend leuk en goed over te brengen. Let wel op dit deel zal in het Engels gegeven worden, dit kan voor sommige mensen lastiger zijn. Het vak levert een uitgebreide kennis over zowel statistiek en R op. Deze beide dingen zijn ontzettend handig in het verdere verloop van je studi, maar ook daarna! Het vak bestaat uit s ochtends twee uur hoorcollege wat gevolgd wordt door een computer practicum waarin je de statistiek die je die ochtend hebt geleerd gaat gebruiken in R. Elke 2 weken zal je ook een stuk code moeten inleveren, dit zal dan becijferd worden. Verder heeft het vak nog een eindtentamen waar niet geprogrammeerd wordt maar waarin je wel code moet kunnen lezen en interpreteren. Dit tentamen is in principe een open boek tentamen. Het vak kan op het eerste oog erg saai klinken maar dat is het zeker niet. De twee docenten weten met veel passie en plezier colleges te geven. Ook leer je bij dit vak dingen die voor ontzettend veel richtingen binnen de biologie handig zijn. Wat mij betreft is dit vak dus een enorme aanrader! 15

16 Alternatieve Studiegids, Periode 2, B (SK-BWSNK2) Wis- en natuurkunde 2 Timeslot: B Niveau 1 Wis- en natuurkunde 2 is de vervolgcursus op wis- en natuurkunde 1 en zit ook redelijk hetzelfde in elkaar op de onderwerpen na. De onderwerpen in het wiskunde gedeelte zijn grofweg in twee te delen. In het eerste deel komen functies met meerdere variabelen, partiele afgeleiden, lijnintegralen en dubbele integralen voor. In het tweede gedeelte bestaat uit lineaire stelsels vergelijkingen, matrices en determinanten, lineaire transformaties, eigenwaarden, en daarnaast ook enige kansrekening. De onderwijsvorm bestaat uit hoor en werkcolleges. In de hoorcolleges wordt vooral uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Dat helpt wel bij het maken van de werkcolleges. De werkcolleges bestaan uit online opgaven die elke week gemaakt moeten worden. De resultaten van deze werkcolleges tellen mee als een bonus in het tentamen. De docent Viktor Blåsjö heeft af en toe nog wat moeite met het Nederlands en moet soms nog naar woorden zoeken. Toch is hij wel gewoon te begrijpen. Het boek dat voor deze cursus staat, E. Steiner: The Chemistry Maths Book, is niet noodzakelijk om het tentamen te halen. De docent heeft ook een dictaat gemaakt als voorbereiding op de colleges. Ook het gebruik van dit dictaat is niet noodzakelijk om het tentamen te halen. Als je de hoor en werkcolleges goed bijhoudt, is het vak prima te doen. Het niveau tentamen komt overeen met dat in de werkcolleges en het lijkt erg op de beschikbare oefententamens. Ook in het natuurkunde gedeelte vallen de onderwerpen in tweeën te delen. In het eerste gedeelte staat elektriciteit centraal. Denk hierbij aan de elektrostatische wisselwerking tussen geladen deeltjes, dipoolvelden en het elektrisch potentiaal. In het tweede gedeelte van de cursus komt magnetisme aan bod met de wetten van Biot-Savart, Ampère en Faraday. Aan het eind van de cursus komt elektromagnetisme aan bod. Ook hier bestaat de onderwijsvorm uit hoor- en werkcolleges. In de hoorcolleges wordt de stof uitgelegd aan de hand van voorbeelden. In de werkcolleges worden opgaven uit het boek behandeld. Het boek, R. Wolfson: Essential University Physics with MasteringPhysics 2, is dus wel relevant voor de cursus. Voorafgaand aan het werkcollege wordt een klein toetsje over de stof van de week ervoor gehouden die meetelt voor een bonuspunt. De docent Arnoud Imhof is goed te verstaan en legt de stof goed uit. Ook in dit deel van de cursus lijkt het tentamen erg op de oefententamens en is het niveau vergelijkbaar met de werkcolleges. Dit vak is zeer nuttig om wiskundige en natuurkundige vaardigheden te ontwikkelen die bij andere vakken weer van pas komen. Ook als wiskunde en natuurkunde niet je sterkste vakken zijn, is deze cursus goed te halen door naar de hoorcolleges te gaan en tijdens de werkcolleges goed met de stof te oefenen. 16

17 U.S.S. Proton, Periode 2, BC (B-B2META09) Metabolisme Timeslot: BC Dit vak begint vooral met herhaling van wat je in je eerste jaar hebt geleerd. Het is heel basale scheikunde (en een heel klein beetje thermodynamica), omdat het vak eigenlijk voor biologen is. Zelfs dan is het biologische gedeelte vooral de eerste helft niet heel uitdagend. De professors zijn sympathiek, maar het vak kan eigenlijk volledig thuis bestudeerd worden. Alleen de presentaties (die aan het eind van de periode plaatsvinden) zijn verplichte onderdelen. Er wordt aangeraden om de informatie uit de hoorcolleges te combineren met de informatie uit de E-modules (die alleen kunnen worden gemaakt met behulp van het boek, of via video s). Dit vereist enige vaardigheid met informatie kunnen vinden, wat ook terugkomt in je tweede tentamen: je mag een spiekbriefje gebruiken dat je volledig zelf moest samenstellen uit informatie van de eerdere colleges. Het eerste tentamen moet, mits je de vorige vakken hebt gehaald, praktisch met twee vingers in de neus te halen te zijn. Het tweede tentamen blijkt, ondanks het gebruik van het spiekbriefje, voor veel mensen een struikelblok. Steek daar dus voldoende tijd in. Als laatste boodschap: hoe verleidelijk het ook is om de antwoorden op de selftests te googlen (en ja, ze staan online, als je maar hard genoeg zoekt), je komt er veel beter vanaf door gewoon voor elk college de tijd te nemen om je boeken door te lezen. Let ook op dat de inleverdatum voor de selftests niet altijd de avond voor een hoorcollege is. 17

18 Alternatieve Studiegids, Periode 1& 3, AD (FA-BA201) Infectie en afweer (voorheen Infecties) Timeslot: AD Infectie en Afweer is een farmacievak en dat merk je aan de manier waarop de cursus gegeven wordt. Het vak begint met cel- en microbiologie over het immuunsysteem. De meeste MLSsers is dit wel bekend. Hierover krijg je een aantal interactieve werkcolleges die vrij schools zijn, je bereidt je voor en bespreekt dit met elkaar tijdens het werkcollege. Daarna zijn ernog wat extra opdrachten zoals een mini presentatie over een specifiek onderwerp, of het maken van een (schematische) poster op een A2 vel. Het tweede deel van de cursus bestaat uit practica over micro-organismen. Dit zijn niet bepaald de practicumdagen die je gewend bent, als je Spectroscopie en Analyse gevolgd hebt. Het zijn vier halve practicumdagen waarbij je elke dag dag verschillende experimenten door elkaar doet, in totaal een stuk of 13. Sommige duren een dag, andere meer dagen. De practica zijn dus vrij simpel maar wel leuk om te doen. Je houdt ook een labjournaal bij voor alle experimenten. Omdat farmacie natuurlijk gericht is op geneesmiddelen en het behandelen van patiënten, zal je ook vanuit die invalshoek werken. Er wordt een aantal antibiotica besproken, waarvan ik persoonlijk het werkingsmechanisme wel interessant vond, maar de rest niet echt. Het derde/laatste deel van de cursus bestond uit casuïstiek, oftewel bepaalde infectieziekten die je eerst in het algemeen en met behandelingsmethoden bespreekt bij het werkcollege en daarna verschillende varianten krijgt, bijvoorbeeld een zwangere vrouw of andere complicaties. Ook zat er één college geneesmiddelkinetiek bij, waar je misschien bedacht op moet zijn. Ik heb zelf niet het vak Geneesmiddel Binding en Werking gevolgd, maar daar wordt wel op voortgebouwd. Het is echter geen heel groot onderdeel van de cursus en met een beetje inspanning prima te begrijpen. Het boek Cellular and Molecular Immunology is zeker aan te raden, ik had er online een PDF van gevonden. Verder staat er op de online UB een aantal boeken die je moet/kunt gebruiken, daar werd vaak naar verwezen met de links in de werkcolleges zelf. Het vak heeft maar een paar hoorcolleges die vaak ter introductie en niet onmisbaar waren, iets wat ik zelf wel fijn vond. De toetsing bestaat uit een eindtentamen, een presentatievideo en een bonustentamen. Het bonustentamen ging over de immunologie en de practica, bestond uit 44 meerkeuzevragen op papier en was met één of twee dagen leren zeer goed te doen. Hiermee kon je maximaal 0,5 punt op je eindtentamen krijgen (10 = 0.5 erbij, 9 = 0.4 etc.). Voor de presentatie moet je met een groepje van 4-5 personen een educatieve video maken over een infectieziekte. Het eindtentamen gaat ook over alle stof en niet alleen datgene behandeld in het bonustentamen, dus die is wel iets moeilijker De sfeer van de cursus was prima, vrij relaxed. Qua verplichtingen: het practicum afronden en de presentatievideo waren echt verplicht (werkcolleges zijn aan te raden). De docenten en begeleiders zijn aardig en vrij makkelijk. De cursus was leuk, maar het farmaciegedeelte (de casi, gericht zijn op behandeling) boeide me niet veel. Er zijn ook niet zo veel MLS ers die het vak volgen, ik was met één andere de enige. 18

19 U.S.S. Proton Elk jaar, buiten periode, E Biologie in het werkveld Timeslot: E (bij drie cursussen) Als je je meer wilt verdiepen in de wereld om je heen, kan je via de cursussen volgen. Deze gaan over heel veel verschillende onderwerpen en worden het hele jaar door gegeven. De colleges zijn in tijdslot E (dus na vijf uur) en soms heb je in de ochtend of in het weekend een excursie naar de natuur! Het zijn cursussen die heel handig zijn als je je beeld op en kennis van de natuur wilt verbreden of nog beter wilt leren genieten van alles om je heen. Inschrijven kan via de, houd dus vooral de psterborden en/of de Facebook goed in de gaten. Wanneer je drie cursussen hebt gevolgd, mag je het gemiddelde van de behaalde cijfers op Osiris laten zetten onder de noemer `Biologie in het werkveld en krijg je hier 7,5 ECTS voor. In het najaar worden de cursussen Mycologie en Entomologie geven. Entomologie Entomologie is de Biologie in het werkveld cursus die zich richt op insecten. De cursus begint met een aantal colleges waar je informatie krijgt over de anatomie, ontwikkeling en voeding van insecten. Ook is er een college over hoe je insecten kunt vangen. De colleges zijn erg algemeen en maken weinig onderscheid tussen verschillende insecten. Ook zijn ze van een behoorlijk laag niveau en passen ze daardoor misschien niet bij een universitaire cursus. Wel worden ze enthousiast gegeven met veel voorbeelden uit de praktijk. Een goed deel van de cursus is dat er een hele avond wordt besteed aan het correct gebruiken van een loep en binoculair. Als bioloog heb je dit waarschijnlijk al best vaak gedaan, maar toch wordt er in veel andere cursussen nauwelijks aandacht besteed aan hoe je dit precies goed doet. Tijdens entomologie oefen je hier mee, zodat je echt geen hoofdpijn krijgt nadat je lang door je loep hebt getuurd. Na een avond determineren volgen er practica waar je insecten moet sorteren die de docent in het veld gevangen heeft. Helaas wordt hier nauwelijks verteld hoe je verschillende insecten kunt herkennen en toch moet je ze van elkaar scheiden. In het laatste deel van de cursus ga je insecten prepareren. Dit is erg leuk, omdat je het eindresultaat mee naar huis mag nemen. Veel mensen vinden dit het leukste deel van de cursus. Bij de colleges en practica leer je dus niet zo veel over alle soorten en families die voorkomen in het insectenrijk, als dat je misschien gehoopt had. Toch ben je een paar avonden leuk met insecten bezig en zie je allemaal mooie dingen voorbijkomen. Je sluit de cursus af met een toets. Je moet hiervoor de reader goed doorlezen en dan is de toets erg makkelijk te halen. Voor mij viel de cursus dus een beetje tegen. Ik had graag geleerd over de families en soorten binnen het insectenrijk, maar dit komt niet aan bod. Toch is het alsnog een interessante cursus waarbij je basiskennis opdoet en op een andere manier leert kijken naar insecten. 19

20 Alternatieve Studiegids Elk jaar, buiten periode, E Biologie in het werkveld Timeslot: E (bij drie cursussen) Mycologie Tamelijk veel biologen weten snel planten in de juiste familie, geslacht of soort te brengen door te letten op de daarbij behoherende kenmerken te letten, maar hoe zit het eigenlijk met paddenstoelen? Mycologie, de studie van het determineren en bestuderen van schimmels, is een vrij ondergewaardeerd vak, zelfs onder (Utrechtse) biologen, maar daar brengt de mycologiecursus verandering in. Deze cursus, onder leiding van gerenommeerd veldmycoloog Aldert Gutter, zal meer inzicht geven in de ongrijpbare en verborgen levens van schimmels. Gedurende deze cursus, die zich zal volstrekken van eind september tot midden november, zal je meer algemene kennis over schimmels en paddenstoelen opdoen; waaronder de evolutie, classificaties, levenscycli en ecologische rollen die zij in de natuur vervullen. Hetgene waar de cursus uiteraard voornamelijk om draait, is het leren determineren van paddenstoelen, wat veelal lastiger is dan je in de eerste instantie zou denken. Al snel zal je leren dat niet alleen morfologische kenmerken belangrijk zijn voor de juiste determinatie, maar dat onder andere geur, smaak, verkleuringen, soortspecifieke chemische reacties, grondsoort, begeleidende vegetatie, jaargetijden, minieme details en soms zelfs microscopische eigenschappen een grote rol spelen in de determinatie van paddenstoelen. Met andere woorden: je zal leren veel van je zintuigen en een oog voor detail te gebruiken. Daarnaast zal je over het laatstgenoemde ook een korte introductie krijgen; met behulp van microscopen zal je kijken naar de specifieke kenmerken van sporen en bepaalde celtypes. De cursus bestaat uit een aantal avondbijeenkomsten, drie veldexcursies, één microscopieavond en een toets. Tijdens de avondbijeenkomsten zullen ook verse exemplaren van verscheidene paddenstoelsoorten meegebracht worden, die daar ter plekke gedetermineerd zullen worden en specifieke kenmerken worden uitgelicht. De drie veldexcursies zullen je meer praktische kennis bijbrengen en zal je, met behulp van Aldert en determineersleutels, paddenstoelen moeten determineren waarmee de voorafgaande theoretische kennis op de proef gesteld wordt. Ik denk dat je, wanneer deze cursus is afgerond, over genoeg kennis en ervaring zal beschikken om enkele veelvoorkomende paddenstoelsoorten weet te herkennen of ze in de juiste geslachten weet te plaatsen en een nieuwe waardering (of passie) hebt gekregen voor paddenstoelen. 20

21 U.S.S. Proton Niveau 3, Periode 1, A (SK-BWS2-13) Wiskunde 2 Timeslot: A Als mooie start van het tweede leerjaar volgen veel scheikundestudenten de cursus Wiskunde 2. Deze is natuurlijk ook te volgen binnen MLS! Wat mij betreft een goede keuze! Het vak is vrij opzichzelfstaand, waarbij enig voorkennis van Wiskunde 1 gebruikt wordt. Alhoewel de behandelde stof aan het begin onsamenhangend lijkt, zal (hopelijk) alles prachtig samenkomen in de laatste colleges. Het doel is om uiteindelijk verschillende wiskundige technieken te kunnen gebruiken om niet-lineaire vergelijkingen en differentiaalvergelijken te kunnen oplossen. Dit klinkt misschien eng, maar evenals bij de andere wiskundecursussen: als je bij de hoorcolleges aanwezig bent en de werkcollegeopgaven aandachtig maakt dan zijn de twee (kleine) thuisopdrachten en het tentamen erg goed te doen. Veel van de behandelde stof staat niet in Steiner beschreven waardoor daarnaast voornamelijk uit de reader gebruik gemaakt wordt. De colleges worden door Paul Zegeling gegeven, die desondanks zijn wat oude didactische werkvorm mij erg heeft kunnen enthousiasmeren voor de stof. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van slides maar eerder borden vol calciumcarbonaat! Erg fijn is wel dat hij alle aantekeningen tijdens zijn colleges met extra notities online plaatst, gehaast meeschrijven is dus niet noodzakelijk, alles is gemakkelijk terug te vinden. Mocht je dan toch nog behoefte hebben aan extra bronnen, dan is Khan Academy je grote vriend. Relatief aan het begin van de cursus zal ook de fouriertransformatie behandeld worden. Dit komt erg goed van pas mocht je naast dit vak ook röntgendiffractie en elektronenmicroscopie volgen. Dit vak wordt ook vaak gevolgd. Daarom kan je hier op de volgende pagina ook wat over lezen! Niet onbelangrijk is dat veel scheikundevakken, ook in de rest van het tweede jaar, de voorkennis van wiskunde 2 verwachten. Hou hier dus rekening mee bij je besluit. over welke keuzevakken je volgt! 21

22 Alternatieve Studiegids Niveau 3, Periode 1, D (SK-B2RDEM) Röntgendiffractie en elektronenmicroscopie Timeslot: D Het vak Röntgendiffractie en Elektronenmicroscopie leek mij erg interessant omdat het een techniek is die vaak word gebruikt bij het visualiseren van eiwitten. Het vak is verdeeld in drie delen en elke deel word gegeven door een andere docent. Het eerste deel ging over Röntgendiffractie. Omdat deze techniek gebruik maakt van röntgenstraling en je gaat leren hoe dit interacteert met elektronen, is het vak redelijk natuurkundig. Röntgendiffractie word altijd gebruikt op eiwitten die tot kristallen gevormd zijn, waardoor je in het vak ook leert wat voor verschillende soorten kristalvormen er bestaan en wat voor symmetrie er in deze kristallen te vinden zijn. Dit is belangrijk om te begrijpen, omdat de röntgenstraling door deze symmetrie en hoeken op een bepaalde manier worden gereflecteerd, wat een speciaal diffractiepatroon zal geven. Uit dit patroon kan je dan achterhalen hoe de structuur van het eiwit waarin je geïnteresseerd bent eruit ziet. In de cursus komt dus veel wiskunde en natuurkunde voor, wat je wel moet liggen. Omdat we als MLS ers niet heel veel hiervan krijgen in de meeste vakken was het best een pittig vak. De andere twee delen waren wat minder moeilijk omdat het meer over eiwitten en elektronenmicroscopie ging waar wij meer over hebben geleerd en daarom ook beter begrijpen. Het dictaat hielp erg goed voor het leren aangezien de colleges soms erg snel gingen waardoor het soms moeilijk bij te houden was en je niet helemaal begreep wat er uitgelegd werd. Het dictaat bevatte ook oefenopgave die gemaakt werden tijdens het werkcollege die erg goed begeleid werden waardoor de leerstof een stuk begrijpelijker werd. We kregen ook een thuisopdracht die je met z n tweeën moest maken, waardoor je de wiskunde achter de techniek beter ging begrijpen. Dit was wel een moeilijke opgave, maar de meeste studenten hebben wel een voldoende hiervoor gehaald. Gelijksoortige opgave als die voorkwamen in deze thuisopdracht werden ook weer in het tentamen gevraagd, dus als je de thuisopdracht goed begreep had je hier een voordeel bij met het maken van het tentamen. Het tentamen was van hetzelfde niveau als de werkcollege opgaven, dus als je deze goed begreep kon je ook een voldoende halen voor het tentamen. Er werden wel inzichtvragen gesteld, waarbij er getest werd of je de techniek ook echt goed begreep wat wel moeilijke vragen waren, als je het vak wilt volgen zou ik hier wel rekening mee houden, want de techniek is best gecompliceerd en om dit goed uit te kunnen leggen is best lastig. Ik vond het zelf dus een interessant vak, maar wel lastig. Ik denk dat je het vak echt alleen moet volgen als je de techniek heel interessant vind en goed bent in natuur- en wiskunde anders is het een heel moeilijk vak. Er zijn daarom ook niet veel MLS ers die het vak volgen, maar als je een beetje natuur- en wiskunde mist in de MLS vakken is dit wel een leuk vak om te volgen omdat het hier wel veel in voorkomt. 22

23 U.S.S. Proton Niveau 3, Periode 1, AD (B-B3GENB09) Genoombiologie Timeslot: AD Niveau 3 Genoombiologie behandelt de genetica op grote schaal en hoe dit bestudeerd kan worden. Deze cursus heeft de cel als ingangseis en valt binnen de studiepaden Theoretische Biologie en Bioinformatica (TBB) en Ontwikkelingsbiologie (OB). Met Cellen en Weefsels kan je natuurlijk ook de cursus in! De stof die wordt behandeld past echter ook goed bij andere studiepaden zoals cel-, micro-, planten-, neuro-, en evolutiebiologie. Het vak wordt gegeven door drie docenten: Guido van den Ackerveken, Berend Snel en Ronnie de Jonge. Guido behandelt vooral de moleculaire en genetische onderwerpen en Berend en Ronnie vooral het bioinformatica gedeelte. De docenten zijn erg enthousiast over hun vak en zorgen voor een sfeer van actieve participatie. Er zijn twee tentamens die elk voor 30% meetellen. Deze bestaan uit open vragen waarbij je vrij veel dingen echt moet weten. Een voordeel is wel dat het weinig redenatievragen zijn en dat het duidelijk is wat je moet leren en wat je alleen hoeft te begrijpen. De leerstof bestaat voornamelijk uit de hoorcolleges en wordt ondersteund door review artikelen uit de reader die je op het begin van de cursus kan kopen. Er is dan ook geen boek voor deze cursus. Het eerste deel beslaat de volgende onderwerpen: RNA, chromosoomopbouw, DNA/ histonmodificaties en imprinting. De onderwerpen van het tweede deel zijn: comparitive genomics, genoomanalyse, human genome evolution, functional genomics en Big data. Er zijn ook twee debatten die samen 10% meetellen en een werkstuk dat 30% meetelt. Verder zijn er een aantal interessante gastcolleges. Afgelopen jaar was de eerste spreker Wouter de Laat over een techniek die de 3D structuur van genetisch materiaal in kaart kan brengen. De tweede spreker was Edwin Cuppen over personalized medicine. De onderwerpen die worden behandeld zijn relatief nieuw. Dit maakt de cursus interessant omdat je informatie krijgt die niet al jaren onveranderd in een tekstboek staat. In de toekomst zal deze tak van biologisch onderzoek steeds groter worden. Daarom is deze cursus aan te raden voor elke student die met genetica te maken krijgt. 23

24 Alternatieve Studiegids Niveau 3, Periode 1, AD (B-B2MINT10) Microbiële interacties Timeslot: AD De sfeer van het vak was goed! Het sloot goed aan op wat via MLS heb gedaan en vooral het eerste deel was op informatie gebaseerd die ik vaker had gehoord. Tijdens het vak kwam ik tot de realisatie dat planten echt ziek kunnen worden. Dit was me nooit eerder opgevallen. Tijdens het vak hebben we ook een rondje gemaakt door de botanische tuinen. Dit sloot goed aan op de leerstof. Als praktische opdracht hadden we ook een proef zoals blaadje plukken. Deze was wel een beetje simplistisch. Qua nieuwe kennis valt het wel mee bij dit vak, maar dit maakt het gelukkig wel goed te doen. Het vak was goed te volgen als je de slides van de colleges hebt. Deze bevatten de meeste informatie. Het is heel goed te doen als je al een paar vakken bij biologie hebt gevolgd, omdat veel informatie terugkomt. Daarom past het ook goed in de studie, als je een studiepad bij biologie volgt zeker! De tentamens zijn goed te halen als je de slides goed bekijkt en oplet bij de practica. Er zijn twee tentamens. Ze zijn beide op papier. De twee tentamens gaan over de twee helften van het vak. Die onderdelen werden goed gescheiden en er was dus ook geen overlap tussen de twee toetsen. 24

25 U.S.S. Proton Niveau 3, Periode 1, BC (SK-BVIZI) Virusziekten Timeslot: BC Niveau 3 Virusziekten is een vak waarbij je waarschijnlijk voor het eerst in aanraking komt met het schrijven van een research proposal. Het vak begint met ongeveer tien hoorcolleges van verschillende docenten. Deze colleges gaan onder andere over virologie, maar ook over onderzoekstechnieken en structurele biologie. De virologiecolleges worden gegeven door Raoul de Groot van diergeneeskunde. Zijn colleges bevatten erg veel nieuwe informatie en hij vertelt ook veel over zijn onderzoeken. De andere colleges beginnen vaak herhalend en geven dan wat extra informatie wat toepasbaar is voor virussen. Al deze colleges vormen een basis voor je research proposal. Het schrijven van het research proposal is een groepsopdracht. Vanaf het begin van de cursus schrijf je je in voor één van de drie te kiezen virussen: Ebola, HIV en Influenza. Deze drie virussen zijn allemaal moeilijk te genezen of te vaccineren en het doel is dat je als groep een research proposal schrijft om het onderzoek naar genezing of vaccinatie verder te helpen. Om dit allemaal in goede banen te leiden word je begeleid door een iemand van het Bijvoet research centrum. Voor dit proposal is het de bedoeling dat je je goed inleest in de life cycle van het virus zodat je kan achterhalen waar nog missende informatie is. Je gaat daarna nadenken hoe je deze missende informatie zou kunnen verkrijgen en je schrijft hier een research proposal over, wat je later moet verdedigen tegenover je medestudenten en docenten van Bijvoet. De cursus is vrij intensief. Er wordt van je verwacht dat je veel leest, zeker in de eerste weken. Om het proposal af te krijgen is het de bedoeling dat je per week een meeting hebt met je eigen groepje en een meeting hebt met je begeleider. De begeleider verwacht tijdens deze meeting dat je als groep een duidelijk verhaal kunt presenteren en goed kunt aangeven wat je die week hebt gedaan. Het is daarom belangrijk dat je goed als groep samenwerkt en alles met elkaar bespreekt, Aan het eind van de cursus krijg je een tentamen over de collegestof. Daarnaast schrijf je een individueel research proposal en een research proposal als groep. Over dit groepsproposal geef je aan het eind een presentatie. In deze cursus wordt daarnaast ook het aanvragen van een beurs nagebootst. De groep die het namelijk als beste heeft gedaan, krijg een beurs, oftewel een jaarabonnement op het tijdschrift Scientific American. Deze cursus is een goede basis voor een masterstudie. Het leert je hoe je een onderzoek opbouwt en hoe je dit moet presenteren/verdedigen. Daarnaast is het een goede manier om in aanraking te komen met het schrijven van proposals en word je hierin goed begeleid. 25