Grondslagen van Kennis Opdrachten mini-essays Niveau 2

Transcriptie

1 Grondslagen van Kennis Opdrachten mini-essays Niveau 2 1. genaturaliseerde kennisleer a) lokale argumenten voor naturalisme Richard Feldman besluit een artikel tegen genaturaliseerde kennisleer aldus: `some projects some would call epistemological, such as the study of human knowledge and reasoning or the effort to help people to reason better, undoubtedly do require empirical input. In spite of arguments to the contrary, there s not much reason to think that psychological results will play any significant role in efforts to construct general abstract theories about or analyses of knowledge and justification. The formulation of specific principles about perception, testimony, memory, and other potential sources of knowledge and justification either amounts to specifying mere special cases of the abstract general principles or else is a purely empirical matter. Finally, whether responses to skepticism require input from science depends entirely upon the nature of the response. Probleemstelling: Kan genaturaliseerde kennisleer een adekwaat antwoord bieden op traditionele problemen uit de kennisleer, of is het slechts een verandering van onderwerp? Doelstelling: Argumenteer tegen het standpunt dat in bovenstaand citaat verwoord staat. Licht hiertoe een heel specifiek punt uit waar volgens jou wel degelijk wetenschappelijke inzichten uit de psychologie, of theorieën met betrekking tot waarneming, getuigenis of herinnering, een wezenlijke bijdrage aan de kennisleer leveren. Quine, Epistemology Naturalized Feldman, Methodological Naturalism in Epistemology Kim, What is Naturalized Epistemology? b) variaties van genaturaliseerde kennisleer Quine s artikel Epistemology Naturalized is een belangrijke aanzet geweest voor het programma van genaturaliseerde kennisleer. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen die zich heden ten dage uitspreekt voor een genaturaliseerde kennisleer, zich ook geheel aansluit bij Quine s ideeën. Centraal in al deze posities staat het idee dat empirische input essentieel is voor een theorie van kennis, maar de precieze rol van die empirische input, en de doelstelling van een theorie van kennis, kan variëren. Probleemstelling: Welke variaties zijn er binnen de genaturaliseerde kennisleer? Doelstelling: Geef een helder overzicht van een klein aantal varianten van genaturaliseerde kennisleer, waaronder die van Quine in het oorspronkelijke artikel. Quine, Epistemology Naturalized Richard Feldman, Naturalized Epistemology (lemma op

2 2. Contextualisme a) Contextualisme en G.E.Moore Met zijn contextualisme gaat Lewis in zekere zin de strijd aan met de skepticus. Een andere filosoof die een antwoord op de skepticus formuleerde was G.E. Moore. Leg uit waarom Lewis' positie een directe confrontatie met de skepticus is en vergelijk vervolgens Lewis' manier van werken met die van G.E. Moore. Wat zijn de overeenkomsten? Wat de verschillen? Zouden de twee filosofen het met elkaar eens zijn? b) Contextualisme als antwoord op skepticisme en Gettier Contextualisme probeert een antwoord te geven op zowel de argumenten van 'Cartesiaans skepticisme' (Cartesiaanse demon, Brain In a Vat) als het Gettierprobleem. Met name David Lewis is hier een voorstander van. Volgens Stewart Cohen is het contextualisme echter niet in staat alle skeptische problemen het hoofd te bieden, met name het Gettierprobleem zal volgens hem onopgelost blijven. probleemstelling: Is contextualisme een adequaat antwoord op deze skeptische argumenten? doelstelling: Bespreek de reactie van Cohen (Australasian Journal of Philosophy, 1998) op Lewis' voorstel. Laat zien of hij er al dan niet in is geslaagd om aan te tonen dat de oplossing van Lewis voor het Gettierprobleem faalt. literatuur: D. Lewis, 'Elusive Knowledge' S. Cohen, 'Contextualist Solutions to the Epistemological Problems: Scepticism, Gettier, and the Lottery', in Australasian Journal of Philosophy, 1998 G.E. Moore, `Proof of an External World

3 3. Kennisrepresentatie a) frame probleem en skepticisme: In het artikel Cognitive Wheels: the frame problem of AI formuleert Dennett een probleem voor de Kunstmatige Intelligentie. Door de manier waarop hij het probleem presenteert, kan Dennett gezien worden als skepticus op het gebied van de AI. Hoe kan AI immers mogelijk zijn als altijd het frame probleem kan optreden? Gedurende de cursus hebben jullie nagedacht over verschillende strategieen waarmee je de skepticus te lijf zou kunnen gaan. Hoe zou jij als verdediger van de AI Dennetts frame probleem te lijf gaan? (Natuurlijk is het hierbij nuttig om eerst uiteen te zetten wat Dennetts frame probleem precies zegt.) b) kennisrepresentatie en kennisleer In hun artikel "It's about time" introduceren Van Gelder en Port een dynamisch model van cognitie. Dit model heeft als uitgangspunt dat cognitie zich in de tijd afspeelt, een feit waarmee eerdere modellen geen rekening hielden. Bovendien legt dit model de nadruk op het feit dat een dynamisch systeem zich in een omgeving bevindt. Ook hiermee werd in eerdere modellen, zoals het door Van Gelder en Port beschreven computationele model, geen rekening gehouden. In het artikel worden geen expliciete claims gedaan op het gebied van de kennisleer. Toch valt er wel iets te zeggen over de positie die de schrijvers op dit gebied zouden innemen. Kijk naar het artikel door de ogen van W.V.O. Quine en zoek overeenkomsten tussen Quines theorie over kennis en de manier waarop kennis wordt gerepresenteerd in het dynamische model. T. van Gelder en R.S. Port, It s about time: an overview of the dynamical approach to cognition D.C. Dennett, The frame problem of AI

4 Grondslagen van Kennis Opdrachten mini-essays Niveau 3 Hieronder staan onderwerpen voor een mini-essay, in de vorm van stellingen of vragen. Het is de bedoeling dat je op grond hiervan zelf de probleem- en doelstelling voor je mini-essay formuleert. Je kunt bij het uitwerken van je mini-essay gebruik maken van de genoemde literatuur, maar je zult ook zelf op zoek moeten naar andere relevante bronnen. 1. Naturalisme a) naturalisme en normativiteit Stelling: Kennisleer is inherent normatief. Daarom is Quine s naturalisme geen adekwaat antwoord op traditionele problemen uit de kennisleer. b) naturalisme en evolutietheorie Geef een kritische beschouwing van de volgende vraag: Op welke manier kan de evolutietheorie bijdragen aan een genaturaliseerde kennisleer? c) naturalisme en inductie Geef een kritische bespreking van de volgende stelling (a) of stellingen (a en b): Inductie is over het algemeen een betrouwbare methode, zo leert de wetenschappelijke praktijk ons, en is een gerechtvaardigde methode binnen een genaturaliseerde kennisleer (stelling a). Deze ondersteuning door de wetenschappelijke praktijk is weliswaar circulair (d.w.z. is een inductieve ondersteuning van inductie), maar dat doet niets af aan de kracht van de ondersteuning, omdat er slechts sprake is van rule circularity en niet van premise circularity (stelling b). [Zie Howson en Lipton. Zie ook Modern Epistemology p. 150] Quine, Epistemology Naturalized Kim, What is Naturalized Epistemology? Putnam, Why Reason Can t Be Naturalized Howson, Hume s problem Lipton, Inference to the Best Explanation 2. Contextualisme a) contextualisme en veranderende contexten Bespreek het volgende standpunt: `Volgens contextualisten hangt de vraag of S weet dat p af van de context. Zodra bepaalde skeptische alternatieven voor p die S niet kan uitsluiten expliciet aan de orde gesteld worden, mogen deze niet meer genegeerd worden. Dit heeft de absurde consequentie dat in de loop van een gesprek een overtuiging van S die eerst als kennis kon worden aangemerkt, plotseling niet meer als kennis telt omdat een relevant skeptisch alternatief aan de orde is gesteld. De contextualistische opvatting over wat telt als kennis komt dus niet overeen met onze intuïties over kennis, en moet worden verworpen.

5 b) contextualisme en BIV Als kennis niet relatief is ten opzichte van de context waarin een kennisclaim gedaan wordt, hoe is het dan mogelijk om in elke context te weten dat je geen Brain In a Vat bent? c) contextualisme en truth tracking Kan Robert Nozicks truth tracking account gezien worden als een vorm van contextualisme? d) contextualisme en closure Is het ontkennen van het closure-principe een adekwaat antwoord op de skepticus? [zie de artikelen van Nozick en van DeRose] e) contextualisme en Gettier Geeft contextualisme een adekwate analyse van Gettier-situaties? [zie het artikel van Stewart Cohen] f) contextualisme en relevante alternatieven Bespreek de volgende stelling: Contextualisme kan geen bevredigend antwoord geven op de skepticus, omdat het geen overtuigende regels kan geven die aangeven welke alternatieve overtuigingen relevant zijn in een bepaalde context. [zie het artikel van Lewis, waarin dergelijke regels gegeven worden] g) subject- of attributor-contextualisme Bespreek het verschil tussen subject-contextualisme (Annis, Williams) en attributorcontextualisme (Lewis, Cohen, DeRose). David Lewis, Elusive Knowledge Stewart Cohen, Contextualist Solutions to Epistemological Problems: Scepticism, Gettier, and the Lottery Keith DeRose, Solving the Skeptical Problem Robert Nozick, Knowledge and Skepticism Annis, David, "A Contextual Theory of Epistemic Justification", American Philosophical Quarterly 15, , Michael Williams, Unnatural Doubts: Epistemological Realism and the Basis of Scepticism, Princeton, NJ: Princeton University Press, Michael Williams, "Contextualism, Externalism and Epistemic Standards", Philosophical Studies 103, 1-23, 2001 Zie voor een uitgebreidere bibliografie over contextualisme:

6 3. Kennisrepresentatie a) het frame probleem en menselijke kennis Wat voor betekenis heeft het frame probleem voor menselijke kennis? b) computers en kennis Kunnen computers kennis hebben? Bespreek deze vraag expliciet in het licht van één of meer theorieën over kennis die in de cursus aan bod zijn gekomen, bijv.: -een externalistische theorie, bijv. Goldmans reliabilism -Sellars space of reasons T. van Gelder en R.S. Port, It s about time: an overview of the dynamical approach to cognition D.C. Dennett, The frame problem of AI