Ontwerpbesluit 1. Het Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ vast te stellen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerpbesluit 1. Het Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ vast te stellen."

Transcriptie

1 Dordrecht, 26 maart 2018 Onderwerp: Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 Agendapunt: 9a Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Wij stellen u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1. Het Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ vast te stellen. Kern van de zaak In het kader van onze P&C cyclus bieden wij u het Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 aan. De jaarrekening 2017 en een samenvatting van bijgevoegd jaarverslag van de Serviceorganisatie maken onderdeel uit van de Jaarstukken 2017 GR DG&J. De jaarstukken zijn eveneens geagendeerd voor de vergadering van uw Algemeen Bestuur op 5 juli Reeds genomen besluiten Op basis van de Sturingsnotitie Jeugdhulp ZHZ die in 2014 is vastgesteld door de 17 gemeenten, is een aantal vaste onderdelen toegevoegd aan de P&C cyclus van de Serviceorganisatie. Het jaarverslag is één van de toegevoegde onderdelen. Naast verantwoording aan uw Algemeen Bestuur is het jaarverslag bedoeld om de verbondenheid op inhoud van gemeenteraden met de uitvoering van jeugdhulptaken door de gemeenschappelijke regeling te faciliteren. In bijgevoegd document doet de Serviceorganisatie verslag van haar werkzaamheden en resultaten in Argumenten Het jaarverslag maakt onderdeel uit van de P&C cyclus van de Serviceorganisatie. In het Uitvoeringsprogramma jeugdhulp ZHZ 2017 zijn de concrete activiteiten en resultaten van de Serviceorganisatie benoemd, die in 2017 moesten worden gerealiseerd. In het jaarverslag is duidelijk gemaakt of en op welke wijze de activiteiten tot uitvoering zijn gebracht en tot welke resultaten deze hebben geleid. Daarnaast bevat het jaarverslag inhoudelijke informatie over de jeugdhulp, zoals aantallen cliënten die geholpen zijn en de inzet van typen zorg. Kanttekeningen en risico s N.v.t. Kosten, baten en dekking N.v.t. Communicatie U ontvangt bijgevoegde concept-informatiebrief van het Dagelijks Bestuur over het genomen besluit; deze informatie kan worden gedeeld met de gemeenteraden. Juridische of personele consequenties N.v.t.

2 Vervolgprocedure N.v.t. Evaluatie en verantwoording N.v.t. Portefeuillehouder: J. de Witte Informatie: A. Zoetekouw Telefoonnummer: Bijlagen: concept-jaarverslag 2017 en concept-informatiebrief

3 Jaarverslag jeugdhulp ZHZ

4 Inhoud Voorwoord Jeugdhulp ZHZ 2017 in cijfers Aantal jeugdigen met jeugdhulp Ontwikkelingen Monitoring Ervaren en leren van de uitvoering Ervaringen en lessen BRTA Ervaringen en lessen uitvoeringsjaar Realisatie uitvoeringsprogramma Inleiding Sturen op de uitvoering Monitoren van de uitvoering Bijsturen van de uitvoering Ontwikkelen van de uitvoering Doel: jeugdhulp zorgt ervoor dat problematiek afneemt Doel: cliënten zijn tevreden over de hulp en er is zo weinig mogelijk uitval uit aanbod Doel: versterking van preventie en licht ambulante hulp leiden tot een afname van het beroep op en de kosten van dure vormen van jeugdhulp Doel: 100% van de gezinnen met meervoudige (complexe) problematiek binnen het jeugddomein wordt geholpen volgens de methodiek 1 gezin, 1 plan, 1 begeleider Doel: de gedecentraliseerde jeugdhulptaken worden uitgevoerd binnen de gebundelde rijksmiddelen van de 17 gemeenten Afstemmen van beleid en uitvoering Contracteren van de uitvoering Contractbeheer Voorbereiden contractering 2018 en verder Verantwoorden van de uitvoering Planning & control cyclus Verantwoording Serviceorganisatie Realisatie BRTA-doelen Realisatie BRTA-doelen

5 4.1.1 Jeugdigen in ZHZ groeien gezond en veilig op Jeugdigen krijgen kansen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te kunnen doen Jeugdhulp (in al zijn geledingen) zorgt ervoor dat problematiek afneemt Cliënten zijn tevreden over de hulp en er is zo weinig mogelijk uitval uit aanbod Versterking van preventie en licht ambulante hulp leiden tot een afname van het beroep op en de kosten van dure vormen van jeugdhulp % van de gezinnen met meervoudige (complexe) problematiek binnen het jeugddomein wordt geholpen volgens de methodiek 1 gezin, 1 plan, 1 begeleider Vanaf 1 januari 2015 worden alle gedecentraliseerde jeugdhulptaken uitgevoerd binnen de gebundelde rijksmiddelen van de 17 gemeenten Conclusie

6 Voorwoord Het derde jaar na de decentralisatie van de jeugdhulp ligt achter ons. Vorig jaar schreef ik "dat schaarste van middelen een toenemend probleem is en dat het evenwicht tussen het binnen budget blijven en het leveren van noodzakelijke zorg meer en meer onder druk komt te staan". Deze woorden bleken voor het jaar 2017 zeer van toepassing te zijn. Het Algemeen Bestuur heeft op 2 november 2017 de begrotingswijziging vastgesteld op basis waarvan 5,4 miljoen euro extra is opgehaald bij de deelnemende gemeenten. Uit de jaarrekening blijkt dat het tekort over 2017 nog verder is toegenomen met 0,2 miljoen euro. Daarbij moet opgemerkt worden dat de doorgevoerde macrokorting op de rijksbijdrage in totaal 15% bedraagt, terwijl het tekort in onze regio 7% is. Zeer begrijpelijk roept zo'n tekort veel vragen en discussie op, ook binnen onze regio. Een nieuw element hierbij is de kwestie van afstand en nabijheid. Het verantwoordelijkheidsgevoel voor jeugd bij alle betrokkenen is zeer groot. Aangezien de uitvoering van de jeugdhulp is belegd bij de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd (GR DG&J), is de mate van lokale beïnvloeding daarvan minder groot dan door sommigen gewenst. Er is een regionale werkgroep jeugdzorg van raadsleden uit Zuid-Holland Zuid (ZHZ) aan de slag gegaan, die als doel heeft een zo sterk mogelijk geluid te geven richting de GR DG&J en de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ. Deze werkgroep heeft onder andere bijeenkomsten georganiseerd waarvoor ouders zijn uitgenodigd over de inzet van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning door het sociaal netwerk. Het feit dat de tekorten in vrijwel heel Nederland flink oplopen, is geen reden om tevreden te zijn, maar verzacht hooguit de pijn. Niettemin is een aantal belangrijke doelstellingen uit het Beleidsrijke Regionaal Transitie Arrangement (BRTA) behaald, zoals meer jeugdigen bereiken met hetzelfde budget en daardoor gemiddeld per kind lagere jeugdhulpkosten. In combinatie met de overige doelstellingen dient er stevig op dezelfde weg te worden doorgegaan, wil de transformatie van het jeugdhulpstelsel meer zichtbaar worden. De evaluatie van het gekozen stelsel in de regio en het functioneren van zowel de Stichting Jeugdteams ZHZ als de Serviceorganisatie is heel positief geweest, maar verdwijnt naar de achtergrond in de huidige roerige periode. In het Meerjarenperspectief Jeugdhulp ZHZ hebben we voor de nieuwe beleidsperiode aangegeven hoe we gaan samenwerken met gemeenten om de vastgestelde problemen op de (ook door gemeenteraadsleden aangegeven) gewenste wijze op te lossen. Er is voor de komende jaren nog veel werk te verzetten in de wetenschap dat de jeugdhulpkosten hoger zijn dan de ontvangen Rijksmiddelen. Zo wordt er meer geïnvesteerd in preventieve voorzieningen en aansluiting op het brede sociaal domein in gemeenten, in de hoop en verwachting dat daarmee de transformatiedoelen beter worden gehaald. Om de gezamenlijke inspanningen zo goed mogelijk te richten, gaan we samen met gemeenten, jeugdprofessionals en aanbieders de informatie uit ons zorgvuldig opgebouwde datasysteem inhoudelijk duiden. Ook verzamelen we met ingang van dit jaar outcome-gegevens, wat ons helpt om de transformatie te duiden vanuit het perspectief van de jeugd in onze regio. Uitgaande van de regionale visie "Jeugdigen en gezinnen 4

7 versterken", zullen wij bij alles wat we doen en vragen van onze partners, ons de vraag stellen of dit een toegevoegde waarde heeft voor kinderen en gezinnen. Peter Kadee, directeur Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid 5

8 1 Jeugdhulp ZHZ 2017 in cijfers 1.1 Aantal jeugdigen met jeugdhulp De database van de Serviceorganisatie (SOJ) is opgebouwd op persoonsniveau. Dit houdt in dat van iedere jeugdige met jeugdhulp het Burgerservicenummer (BSN) bekend is. Per BSN wordt geregistreerd welke hulp deze jeugdige ontvangt. Hierdoor kunnen wij op een gedetailleerd niveau informatie presenteren. Figuur 1 toont het aantal unieke jeugdigen in ZHZ dat in de afgelopen 3 jaar een vorm van jeugdhulp heeft ontvangen. De Verordening Jeugdhulp maakt een onderscheid tussen enerzijds vrijtoegankelijke voorzieningen (ondersteuning geboden door de Stichting Jeugdteams en zorg voor kinderen met ernstige enkelvoudige dyslexie: EED) en anderzijds individuele voorzieningen. In onderstaande figuur ziet u voor de afgelopen 3 jaar de ontwikkeling van het aantal jeugdigen dat ondersteuning heeft ontvangen van de Stichting Jeugdteams (oranje kolom) en het aantal jeugdigen dat zorg heeft ontvangen op basis van een individuele voorziening (blauwe kolom). De blauwe kolom bevat ook het aantal jeugdigen dat EED-zorg heeft ontvangen. De toegang tot EED-zorg is vrijtoegankelijk georganiseerd, echter de financiële afrekening gebeurt nog cliëntgebonden binnen de voorzieningengroep specialistische GGZ. Voor zowel de ondersteuning die is geboden door de Stichting Jeugdteams als de zorg die is geleverd op basis van individuele voorzieningen geldt een stijging van het aantal jeugdigen. Ten opzichte van 2015 is het aantal jeugdigen dat in 2017 ondersteuning heeft gekregen van de Stichting Jeugdteams met 26% gestegen. Voor de zorg op basis van een individuele voorziening zien we over dezelfde periode een stijging van 11%. 6

9 Wanneer we het aantal unieke jeugdigen dat zorg heeft gekregen op basis van een individuele voorziening uitsplitsen naar de gemeenten in ZHZ, ontstaat figuur 2. Met uitzondering van de gemeenten Cromstrijen en Hardinxveld-Giessendam, is het aantal unieke jeugdigen in de gemeenten dat zorg heeft gekregen op basis van een individuele voorziening in 2017 nagenoeg gelijk aan of hoger dan in Ontwikkelingen Gaandeweg 2017 is het dankzij de maatregelen die de SOJ heeft getroffen om het declaratiegedrag van jeugdhulpaanbieders te bevorderen, steeds beter gelukt om te rapporteren op basis van de door de aanbieders gedeclareerde kosten. In voorgaande jaren hebben we noodgedwongen gerapporteerd op basis van de gecontracteerde waarde van de jeugdhulp (op basis van afgegeven beschikkingen), omdat aanbieders nog onvoldoende of niet tijdig factureerden. Inmiddels gaat dit aanzienlijk beter. Vanaf 2018 is contractueel vastgelegd dat aanbieders maandelijks hun kosten declareren. Hierdoor zullen onze rapportages de werkelijkheid beter benaderen. In de figuren 3 en 4 laten we de verdeling zien van de jeugdhulp in 2017 over de verschillende domeinen. 7

10 Figuur 3 toont het aantal jeugdigen per domein, figuur 4 de gedeclareerde kosten. De vergelijking van de figuren maakt duidelijk dat de verdeling van het aantal jeugdigen over de domeinen verschilt van de verdeling van de gedeclareerde kosten. Zoals u al heeft kunnen lezen in het voorwoord, heeft de regionale werkgroep jeugdzorg van raadsleden aandacht gevraagd voor de inzet van het persoonsgebonden budget (PGB) voor ondersteuning door het sociaal netwerk. In de figuren 3 en 4 vindt u het aandeel van hulp op basis van het PGB op de totale jeugdhulp. In 2017 hebben unieke jeugdigen gebruik gemaakt van hulp op basis van een PGB. 266 van deze jeugdigen hebben het PGB ingezet voor ondersteuning door het sociaal netwerk. Overigens is het mogelijk dat deze jeugdigen daarnaast ook andere hulp hebben ontvangen, al dan niet op basis van een PGB. 1.3 Monitoring Maandelijks hebben de gemeenten onze maandrapportage ontvangen met cijfers over de jeugdhulp in ZHZ, uitgesplitst naar gemeente. Daarnaast hebben we elk kwartaal onze kwartaalrapportage geleverd, met daarin een uitgebreide weergave van de ontwikkelingen in het afgelopen kwartaal. Beide rapportages hebben wij naar behoefte met elke gemeente en de Stichting Jeugdteams besproken in het lokale/subregionale driehoeksoverleg dat periodiek is gevoerd. 8

11 2 Ervaren en leren van de uitvoering In dit jaarverslag blikken we niet alleen terug op het uitvoeringsjaar 2017, maar ook op de afgelopen beleidsperiode Met het Meerjarenperspectief jeugdhulp ZHZ is per 1 januari 2018 een nieuwe beleidsperiode gestart. In dit hoofdstuk beschouwen we allereerst de resultaten van de uitvoering in de afgelopen 3 jaar, bezien vanuit het vertrekpunt van het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement (BRTA). 2.1 Ervaringen en lessen BRTA In 2014 hebben we gezamenlijk het BRTA opgesteld. Dit document was bedoeld om, naast de eerder al vastgestelde visie en het beleidsplan, de laatste inhoudelijke kaders vast te leggen. Het BRTA was bedoeld om de continuïteit van zorg te realiseren en te bepalen met welke zorginfrastructuur we dat zouden doen. Veel van wat destijds is voorgenomen en afgesproken, is ook daadwerkelijk gerealiseerd. Daar mogen we met elkaar trots op zijn! In de evaluaties die in 2016 en 2017 hebben plaatsgevonden is de werking van het gekozen stelsel (inzet SOJ, Stichting Jeugdteams en de financiële solidariteit) positief bevonden en gecontinueerd. Is alles dan goed gegaan? Neen, dat kon natuurlijk ook niet in zo n complex proces als de decentralisatie jeugdhulp. De ambities waren hoog gesteld en de gedachte dat het stelsel van de jeugdhulp snel getransformeerd kon worden, stond voorop. De praktijk was echter weerbarstiger. Wie had er rekening gehouden met een enorme groei van het aantal jeugdigen dat gebruik ging maken van jeugdhulp? En hoe idealistisch waren we te denken dat we ondanks een enorme bezuiniging van macro 15% (en voor de regionale zorgmarkt zelfs 30% vanwege de overheveling van budget naar de Stichting Jeugdteams), met het rijksbudget uit zouden komen en tegelijk een transformatie van de jeugdhulp zouden realiseren? Er is veel energie gestoken in het leren en ervaren en op basis daarvan aanpassen van beleid en uitvoering, maar we zijn er nog niet. Ondanks de afspraken die waren gemaakt in de sturingsnota, de raadsbijeenkomsten en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma, voelen de gemeenteraden een afstand naar de gemeenschappelijke regeling (GR) en daarmee ook naar de Serviceorganisatie. Want tegelijkertijd met de tevredenheid over het stelsel en de goede samenwerking met de 17 deelnemende gemeenten kwam, zeker in het licht van de extra middelen die in 2016 en 2017 (en ook voor 2018) nodig waren, ook de verhouding tussen het lokale en de regio in een GR-verband meer en meer onder spanning te staan. Raden vonden het met name ingewikkeld om zich enorm betrokken te voelen op de jeugdhulp en tegelijk afstand te voelen wanneer de regionale besluiten in GR-verband werden genomen. Tegen het eind van 2017 waren zaken op stelselniveau redelijk goed op orde en ontstond ruimte om samen met gemeenten en aanbieders na te denken over hoe we onze gezamenlijke energie kunnen inzetten voor het realiseren van de gewenste transformatie van de jeugdhulp, aan de hand van vragen zoals: 9

12 hoe vertalen we te algemeen gestelde maatschappelijke doelen in meer operationele zin? hoe kunnen we meer naar resultaten voor kinderen en gezinnen kijken, dan bezig te zijn met het vaststellen van de juistheid van de uitvoering en invulling van het systeem? wordt iedereen wel echt goed geholpen en hoe definiëren we goed? wat vinden we in dit licht goed genoeg? hoe krijgen we ondanks de forse overschrijdingen meer geld naar de zogeheten 'voorkant' (ondersteuning door jeugd- en sociale teams en preventieve voorzieningen op lokaal niveau) toe, die daarvoor onttrokken zou moeten worden aan de 'achterkant'(specialistische zorg)? het gericht zijn op de jeugdwet (of de andere delen van het sociale domein) brengt 3D-breed denken niet dichterbij; hoe kunnen we wachttijden verlagen? Dit heeft geleid tot het Meerjarenperspectief jeugdhulp ZHZ (MJP) dat op 14 december 2017 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het stelsel in ZHZ kent een krachtige samenwerking tussen het regionale en het lokale. In het MJP is deze samenwerking verder verduidelijkt en aangescherpt. Het is voor ons allen een uitdaging om vervolgens het stelsel daadwerkelijk meer vanuit de vraag van de kinderen en gezinnen in te richten en verder te ontwikkelen. Maar ook nu geldt dat het opschrijven makkelijker is dan het echt doen. Daar ligt de echte opgave voor ons allen! 2.2 Ervaringen en lessen uitvoeringsjaar 2017 Zoals we in de vorige paragraaf hebben aangegeven, hebben we de ervaringen en lessen die we samen met gemeenten en aanbieders in de afgelopen beleidsperiode hebben opgedaan, verwerkt in het MJP. We zullen deze ervaringen en lessen hier niet herhalen, maar verwijzen u hiervoor naar het MJP. Wel willen we in deze paragraaf verantwoording afleggen over de uitvoering van het verbeterplan van de Serviceorganisatie (SOJ) dat het Algemeen Bestuur op 6 april 2017 heeft vastgesteld. Dit verbeterplan was gebaseerd op de evaluatie die in 2016 heeft plaatsgevonden naar de werking van het gekozen stelsel (inzet SOJ en Stichting Jeugdteams). In onderstaand overzicht vindt u welke verbetermaatregelen we hebben uitgevoerd in 2017 en welke zijn verwerkt in het meerjarenperspectief. Verbetermaatregel Uitgevoerd in 2017 Uitvoering vanaf 2018 als onderdeel van meerjarenperspectief Vormgeven transformatie: 1. maken van nieuwe transformatieagenda met concrete transformatiedoelen; 2. starten van Transformatieberaad en subsidiëren van innovatieprojecten; 3. aanstellen tijdelijke transformatiemanager; 4. voorbereiden nieuw inkoopkader; 5. analyseren van data op verband tussen preventieve werking lokale basis Uitgevoerd (meerjarenperspectief); Uitgevoerd (zie par ); Uitgevoerd (zie par ); Uitgevoerd (zie par ); Verdere uitwerking op basis van meerjarenperspectief; Uitvoering vanaf 2018; 10

13 Verbetermaatregel Uitgevoerd in 2017 Uitvoering vanaf 2018 als onderdeel van meerjarenperspectief voorzieningen/jeugdteams en regionale zorgmarkt; 6. uitwerken beweging naar voren in nieuw beleidsplan; 7. faciliteren van aansluiting jeugdhulp op sociaal domein. Verbeteren informatiepositie: 1. gedetailleerd beeld inzet jeugdhulpbudget in elke gemeente; 2. stimuleren van aanbieders om sneller te declareren ten behoeve van beter inzicht in gemaakte kosten; 3. implementeren business intelligence tool om monitoring te automatiseren en differentiëren; 4. zorgen voor eenduidige wijze van registratie door Stichting Jeugdteams; 5. inzichtelijk maken van outcome van jeugdhulp; 6. verzamelen van informatie over wachtlijsten. Gemeenteraden in positie: 1. concretiseren verantwoordelijkheidsverdeling gemeenten, SOJ en Stichting Jeugdteams; 2. organiseren van subregionale raadsbijeenkomsten; 3. uitbrengen van nieuwsbrieven over ontwikkelingen in jeugdhulp; 4. aanscherpen van balans tussen vrijheid tot handelen en inspraak. Verhelderen afspraken tussen gemeenten, Stichting Jeugdteams en SOJ. Versterken SOJ: 1. borgen van bedrijfsprocessen en omzetten tijdelijke contracten in vaste; 2. zorgen voor passende inrichting SOJ voor nieuwe beleidsperiode; 3. doen van voorstel ten aanzien van uittredende gemeenten. Uitgevoerd (meerjarenperspectief); Uitgevoerd (zie par ). Uitgevoerd (zie par ); Uitgevoerd (maandelijks dashboard); Uitgevoerd (zie par ); Voorbereid (zie par , en 4.1.4); Uitgevoerd (eis in contracten). Uitgevoerd (regionale formule jeugdteams 2.0); Uitgevoerd; Uitgevoerd (2 in 2017); Uitgevoerd (meerjarenperspectief). Uitgevoerd (regionale formule jeugdteams 2.0). Uitgevoerd (zie par ); Voorbereid (meerjarenperspectief); SOJ heeft gesprekken gevoerd met betreffende gemeenten. Verdere uitwerking op basis van meerjarenperspectief; Uitvoering vanaf 2018, in aansluiting op lokale plannen. Uitvoering vanaf 2018; Uitvoering loopt door vanaf 2018; Uitvoering loopt door vanaf 2018; Uitvoering loopt door vanaf 2018; Uitvoering vanaf 2018; Uitvoering loopt door vanaf Uitvoering loopt door vanaf Uitvoering vanaf 2018; Dit is een aangelegenheid van het Algemeen Bestuur. 11

14 Verbetermaatregel Uitgevoerd in 2017 Uitvoering vanaf 2018 als onderdeel van meerjarenperspectief Evalueren in 2020 ter voorbereiding op volgende beleidsperiode Uitvoering vanaf

15 3 Realisatie uitvoeringsprogramma 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk doen we verslag van de activiteiten die we in 2017 hebben ondernomen ter uitvoering van onze reguliere werkprocessen en de Transformatieagenda jeugdhulp Sturen op de uitvoering Monitoren van de uitvoering Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Bespreken van maandrapportages in periodieke driehoeksoverleggen Bijsturen van de uitvoering Gemeenten zijn goed geïnformeerd over (voortgang van activiteiten van) Stichting Jeugdteams ZHZ en SOJ en over gebruik van jeugdhulp in ZHZ. Driehoeksoverleggen zijn periodiek gevoerd, afgestemd op wensen van gemeenten. Gemeenten hebben maandelijks en per kwartaal rapportages ontvangen en naar behoefte besproken. Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Doen van voorstel aan gemeenten Gemeenten en/of Algemeen Algemeen Bestuur heeft op 6 of Algemeen Bestuur voor bijsturing bij dreigende budgetoverschrijding. Bestuur hebben voorstel ontvangen voor bijsturing bij dreigende budgetoverschrijding. april 2017 toestemming gegeven aan de SOJ voor het doen van extra uitgaven voor een bedrag van maximaal 1,6 miljoen euro vooruitlopend op besluitvorming over de knoppennotitie Algemeen Bestuur heeft de knoppennotitie vastgesteld op 6 juli 2017, besloten de voorgenomen begrotingswijziging SOJ 2017 voor zienswijze voor te leggen aan gemeenteraden en de SOJ toestemming gegeven om naast de eerder toegezegde 1,6 miljoen euro, extra uitgaven te doen voor een bedrag van maximaal 2,3 miljoen euro om knelpunten in de zorgmarkt te kunnen oplossen, vooruitlopend op besluitvorming over de begrotingswijziging. 13

16 Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Algemeen Bestuur heeft op 2 november 2017 de begrotingswijziging SOJ 2017 vastgesteld op basis van de zienswijzeprocedure (extra benodigde middelen ten opzichte van rijksbijdrage van ruim 5,4 miljoen euro). Algemeen Bestuur heeft op 14 december 2017 besloten de voorgenomen begrotingswijziging SOJ 2018 voor zienswijze voor te leggen aan gemeenteraden (extra benodigde middelen ten opzichte van rijksbijdrage van ruim 5,4 miljoen euro). 14

17 3.3 Ontwikkelen van de uitvoering In deze paragraaf leest u hoe we hebben gewerkt aan de ontwikkeling van de uitvoering. Dit hebben we gedaan aan de hand van de transformatieagenda Doel: jeugdhulp zorgt ervoor dat problematiek afneemt Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Zelfredzaamheid (eigen kracht) - Methodiek voor bepalen van mate van zelfredzaamheid wordt gebruikt bij uitvoering jeugdhulp. - Op basis van analyse van geregistreerde gegevens over zelfredzaamheid is zo mogelijk bepaald wat werkt en is resultaatsafspraak gemaakt bij inkoop Eenduidige triage Transformatie regionale zorgmarkt - Jeugdprofessionals zijn geschoold in werken met gekozen wijze van triage en voeren eenduidige triage uit; scholing wordt blijvend onderhouden. - De inzet van residentiële hulp is verder afgebouwd en vervangen door ambulante ondersteuning. - De hulpvraag wordt domein overstijgend benaderd en aanbieders werken samen aan het te bereiken resultaat. - Aanbieders zijn mede verantwoordelijk voor de transformatie. - SOJ heeft afspraken gemaakt met Stichting Jeugdteams over te bereiken doelen en voortgang gemonitord in contractbeheergesprekken met Stichting Jeugdteams en driehoeksoverleggen met gemeenten. - Zelfredzaamheid wordt met ingang van 2018 gemeten aan de hand van de outcome-indicator 'doelrealisatie'. - Stichting Jeugdteams heeft in 2017 haar medewerkers geschoold in gebruik van triage-instrument GiZ (Gezamenlijk inschatten van Zorgbehoeften). - Door de druk op met name residentiële en klinische plaatsen is het niet mogelijk gebleken hierin een afbouw te realiseren. - In 2017 is tijdelijk een transformatiemanager aangesteld die met aanbieders een transformatieprogramma heeft opgesteld. Aanbieders zijn gezamenlijk eigenaar van het programma en bespreken de voortgang in het Transformatieberaad. De daadwerkelijke transformatie blijft achter. SOJ en gemeenten gaan regie voeren op de transformatie. Dit is uitgewerkt in het meerjarenperspectief SOJ heeft in 2017 subsidies verstrekt aan aanbieders voor het uitvoeren van innovatieprojecten op basis van het 15

18 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat /18+ - Op basis van ervaringsgegevens worden samenwerkingsafspraken met ketenpartners aangescherpt. - Onderzoeken van mogelijkheden voor budgettair 3Darrangement voor doelgroep die 18 jaar wordt en daarna nog zorg nodig heeft. transformatieprogramma; de resultaten worden in het eerste kwartaal van 2018 overlegd. - De daadwerkelijke transformatie blijft achter over de gehele linie, wel zijn er mooie voorbeelden aan te wijzen. Zo is er in december 2017 een alliantie opgericht van een aantal aanbieders die samen met de SOJ afspraken heeft gemaakt op basis van het principe 'Thuis, tenzij'. De alliantie streeft ernaar buiten regionale plaatsingen en het 'rondpompen' van jeugdigen van plaats naar plaats te voorkomen, door in de regio gezamenlijk te zorgen voor passende plaatsen en ambulante zorg te versterken. - Het resultaat dat in 2016 is geboekt met het verlagen van de Ernstige Enkelvoudige Dyslexiezorg (EED) heeft zich doorgezet in 2017; de EED-zorg in onze regio bevindt zich nu op het niveau van het landelijke prevalentiecijfer. - De inzet en werking van het expertiseteam is in 2017 geëvalueerd. Op basis daarvan is afgesproken dat als onderdeel van het meerjarenperspectief samen met de VNG een plan van aanpak wordt opgesteld om de inzet van het expertiseteam te versterken. - SOJ heeft de inzet van verlengde jeugdhulp voor jeugdigen van 18 jaar en ouder gemonitord en gemeenten op verzoek voorzien van relevante informatie hierover. - SOJ heeft deelgenomen aan verschillende gemeentelijke overleggen over het thema 18-/ Op basis van de ervaringen in 2017 wordt in 2018 een zorgprofiel 18+ ontwikkeld. 16

19 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Veilig Thuis Beschermingstafel en jeugdbescherming - Implementeren van het besluit over positionering. - Samenwerking Veilig Thuis en Stichting Jeugdteams leidt ertoe dat Veilig Thuis meer meldingen dan in 2016 na triage overdraagt aan de Stichting Jeugdteams en Veilig Thuis zich concentreert op de complexe en ernstige meldingen. - Samenwerking tussen jeugdteams en partners in veiligheidsdomein draagt bij aan vermindering van het aantal rechterlijke maatregelen en/of maatregelen van kortere duur. - Algemeen Bestuur heeft op 6 juli 2017 besloten tot positionering van Veilig Thuis als afdeling binnen de Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J) en de directie van de DG&J opdracht gegeven de voorbereidingen te treffen voor implementatie per 1 januari Waar Veilig Thuis in 2016 nog 30% van de meldingen in onderzoek nam, is dit in 2017 teruggebracht tot 16%. Veilig Thuis heeft in 2017 meer meldingen na triage overgedragen aan de Stichting Jeugdteams of andere partners, mede als gevolg van de samenwerkingsafspraken die Veilig Thuis, Stichting Jeugdteams en de jeugdgezondheidszorg begin 2017 hebben vastgelegd in een samenwerkingsconvenant. - Het beoogde resultaat is niet behaald. Zowel de Stichting Jeugdteams als de partners in het veiligheidsdomein hebben in 2017 te maken gehad met een stijgende instroom, met capaciteitsproblemen als gevolg. Bovendien ervaren zowel de Stichting Jeugdteams als de partners in het veiligheidsdomein dat het steeds moeilijker is om (geschikt en ervaren) personeel te vinden. Alle partijen erkennen de noodzaak en urgentie om de samenwerking te verbeteren en transformeren en hebben samen met de SOJ nagedacht over een pilot waarin op een andere manier wordt samengewerkt. Deze pilot maakt onderdeel uit het van het meerjarenperspectief

20 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Arrangeren zorglandschap Nieuwe en niet-gecontracteerde jeugdhulpaanbieders - 2-jarige contracten voor strategische partners, deels op basis van zorgprofielen. - Selectie strategische partners vindt nog plaats op financiële gronden. - Ontwikkelen inhoudelijke criteria voor selectie strategische partners vanaf 2018; partners die willen en kunnen bijdragen aan transformatie jeugdhulp in ZHZ. - Op basis van ervaringen, uitbreiden van zorgprofielen. - Ruimte voor nieuwe aanbieders dankzij raamovereenkomst. - Voorbereiden inkoop op basis van bestuurlijke contractering of een vorm van aanbesteden. - Gezien de druk op de regionale zorgmarkt in 2017 was het onvoldoende mogelijk om inhoudelijke criteria te ontwikkelen voor de selectie van strategische partners. Wel is er op initiatief vanuit de zorgmarkt een alliantie ontstaan die het principe 'Thuis, tenzij' uitwerkt en uitvoert (zie ook het thema 'Transformatie regionale zorgmarkt'). - Met aanbieders en Stichting Jeugdteams is het werken met zorgprofielen in 2017 verder ontwikkeld én geïmplementeerd in de hele regio. - Met aanbieders en Stichting Jeugdteams is een richtlijn opgesteld voor het toegangsproces (het inzetten van een zorgprofiel). De richtlijn is in 2017 geëvalueerd en opgenomen in het inkoopkader Eind 2017 waren r in totaal 9 zorgprofielen ingevoerd. Op basis van ervaringen in 2018 kunnen profielen worden aangepast of toegevoegd. - In de inkoopvoorwaarden is opgenomen dat aanbieders per kwartaal een overzicht leveren van voor de regio beschikbare locaties en capaciteit. - SOJ heeft in 2017 de verschillende contracteringsvormen onderzocht en het inkoopkader voor opgesteld. Er is gekozen voor contractering door middel van het zogenoemde 'Open huis-model'. Hierdoor kunnen alle aanbieders (die voldoen aan de gestelde eisen) een contract krijgen en is tussentijds contracteren en uitbreiden en aanpassen van de voorwaarden ook mogelijk. De eerste contracteringsronde voor is in het laatste kwartaal van 2017 gestart en afgerond. 18

21 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Outcome en (maatschappelijk) resultaat - SOJ en Nji treffen gezamenlijk voorbereidingen voor geharmoniseerde wijze van outcome-metingen van jeugdhulp in ZHZ. Ervaringen met afspraken over resultaat en maatschappelijk effect van zorgprofielen, worden hierbij betrokken. - SOJ heeft voorbereidingen getroffen om vanaf 2018 op geautomatiseerde wijze outcome-indicatoren op te vragen bij aanbieders. - In de contracten voor is als eis opgenomen dat aanbieders outcome registreren Doel: cliënten zijn tevreden over de hulp en er is zo weinig mogelijk uitval uit aanbod Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Digitaal jeugdhulpdossier Cliëntenparticipatie - Besluiten over digitaal beschikbaar maken van dossier voor cliënt en implementatie van besluit. - Netwerk van cliënten is vergroot en bestaat uit verschillende expertise- en themagroepen die kunnen participeren bij beleid en inkoop. - Participatiemeting (bijvoorbeeld JIJ-meter) is kwaliteitseis in inkoopcontract met jeugdhulpaanbieders. - Stichting jeugdteams heeft de verschillende mogelijkheden voor de inrichting van een cliëntenportal onderzocht. Daarnaast heeft de Stichting Jeugdteams met diverse gemeenten in de regio gesproken over de lokale ontwikkelingen en wensen voor een cliëntenportal binnen de gemeentelijke registratiesystemen en voorgesteld in gezamenlijkheid dit onderdeel verder uit te werken om zo een voorstel te doen voor de gehele regio. - In 2017 is het Jeugd Ervaringen Team (JET) opgericht; een groep ervaringsdeskundigen uit de jeugdhulp. JET heeft geïnvesteerd in het opbouwen van een netwerk en doelen en plannen voor 2018 geformuleerd. - JET heeft SOJ voorzien van signalen die ouders en jongeren hebben opgedaan met jeugdhulp in onze regio. - JIJ-meter blijkt op basis van evaluatie geen geschikt instrument en is daarom niet als kwaliteitseis opgenomen in de contracten voor 2018 en In plaats daarvan is geadviseerd om periodiek bijeenkomsten te organiseren over cliëntervaringen en cliëntparticipatie. 19

22 3.3.3 Doel: versterking van preventie en licht ambulante hulp leiden tot een afname van het beroep op en de kosten van dure vormen van jeugdhulp Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Versterking basisvoorzieningen ( Dijken op deltahoogte ) Jeugdhulp dichtbij brengen - Versterking van basisvoorzieningen in gemeenten. - SOJ heeft gemeenten (maandelijks en per kwartaal) gefaciliteerd met relevante sturingsinformatie en deze geagendeerd voor bespreking in periodieke driehoeksoverleggen met gemeenten en Stichting Jeugdteams. - Gemeenten hebben aangegeven dat het idee van 'Dijken op deltahoogte' in de vergelijkbaarheid tussen gemeenten niet uitvoerbaar is. - Verhouding budget jeugdteams/regionale zorgmarkt wijzigt ten gunste van jeugdteams/algemene voorzieningen jeugdhulp. Regionale formule jeugdteams - Verbeterafspraken naar aanleiding van evaluatie regionale formule zijn uitgevoerd. - Op basis van ervaringen met algemene voorzieningen als onderdeel van jeugdteamconcept, wordt regionale formule indien gewenst uitgebreid met algemene voorzieningen. Specialistische multidisciplinaire diagnostiek en advies Samenwerking huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen - Implementeren van positionering van specialistische en multidisciplinaire diagnostiek en advies. - (Lokale) samenwerking tussen huisarts, praktijkondersteuner (POH) GGZ, algemene voorzieningen en Stichting Jeugdteams leidt tot toename van verwijzingen van huisartsen/medisch specialisten naar jeugdteams met 7,5%. - SOJ werkt dit als onderdeel van het meerjarenperspectief uit in het project "Middelen naar de voorkant", samen met de Stichting Jeugdteams en gemeenten. - Algemeen Bestuur heeft op 6 april 2017 regionale formule jeugdteams 2.0 vastgesteld. - Stichting Jeugdteams heeft een verbeterplan opgesteld. SOJ heeft voortgang gemonitord in contractbeheergesprekken. Daarnaast is voortgang besproken in bestuurlijk overleg met de stichting. - In de inkoopdocumenten voor is opgenomen dat jeugdhulpvoorzieningen als algemene voorziening kunnen worden toegevoegd aan de Toegang. - SOJ heeft afspraken gemaakt met Stichting Jeugdteams over het borgen van specialistische en multidisciplinaire diagnostiek en advies binnen de stichting en voortgang gemonitord in contractbeheergesprekken. - In diverse gemeenten zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen huisartsen, POH's GGZ en Stichting Jeugdteams. Aantal verwijzingen naar lokale teams door huisartsen en medisch verwijzers is gestegen van 20 in 20

23 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Administratieve lastenverlichting en deregulering - Op basis van ervaringen met substitutie in 2016, worden afspraken over substitutie gemaakt met huisartsen in andere gemeenten in ZHZ en met medisch specialisten en jeugdartsen. - Generalistische basis-ggz en onderdelen van specialistische GGZ toegankelijk zonder specifieke beschikking. - Jeugd en opvoedhulp wordt gedeclareerd op basis van zorgprogramma. - Declaratie van zorgkosten gebeurt via het (landelijke) Gemeentelijk Gegevensknooppunt (GGk) naar 137 in Hiermee is gewenste stijging van 7,5% ruimschoots gerealiseerd. Gemeenten borgen de afspraken in hun lokale plannen bij de uitwerking van het meerjarenperspectief en zorgen voor monitoring. - SOJ heeft in samenwerking met een aantal kinderartsen in ziekenhuizen en behandelcentra, verkennende gespreken gevoerd over terugverwijzingen naar de huisarts voor het overnemen van zorg (medicatie) voor kinderen met ADHD als de situatie van het kind stabiel is. Dit leidt in 2018 tot het opnemen van prestatieafspraken (% terugverwijzingen) in contracten. - Het niet specifiek beschikken van de basis-ggz en specialistische GGZ is gerealiseerd. - Jeugd- en opvoedhulp is in 2017 gedeclareerd op basis van zorgprogramma's. Vanaf 2018 wordt alle hulp die wordt geboden door de regionale zorgmarkt gedeclareerd op basis van zorgprofielen. - Het grootste deel van de zorgkosten wordt gedeclareerd via het GGk Doel: 100% van de gezinnen met meervoudige (complexe) problematiek binnen het jeugddomein wordt geholpen volgens de methodiek 1 gezin, 1 plan, 1 begeleider Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Gezinsaanpak: vraaggericht en in samenwerking met sociaal domein (onder andere 3D, (passend) onderwijs en 18-/18+) Jeugdprofessional is natuurlijke partner voor gezinnen en is in staat de regie op zich te nemen voor 1 gezin, 1 plan, wanneer dit past binnen de lokale afspraken. - SOJ heeft (registratie)afspraken gemaakt met Stichting Jeugdteams op de 4 hoofdtaken van de Stichting, waaronder gezinsregie. - SOJ heeft in 2017 structureel driehoeksoverleggen gevoerd met Stichting Jeugdteams en gemeenten. In de 21

24 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Crisisdienst - Inzet van jeugdprofessional voldoet aan eisen van Jeugdwet en past binnen lokale/subregionale samenwerking in sociaal domein. - Jeugdteams, aanbieders en andere betrokken partijen werken samen met het Crisis Interventie Team (CIT) om escalatie te voorkomen (daling van aantal crises). - Er is besloten over een voorstel voor 1 regionale integrale crisisdienst (al dan niet in 1 organisatie) en er is gestart met de implementatie van het besluit. Deze crisisdienst betreft in elk geval de doelgroep jeugd. Indien gewenst wordt de crisisdienst (mogelijk op termijn) uitgebreid naar jaar. driehoeksoverleggen zijn afspraken gemaakt over o.a. de lokale/ subregionale samenwerking in het sociaal domein. - Jeugdbescherming West, de uitvoerder van het CIT, heeft eind 2016 aangegeven dat voor het verminderen van de druk op het CIT, samenwerkingsafspraken met betrokken partijen noodzakelijk zijn. Onder leiding van de SOJ hebben de betrokken partijen in de eerste helft van 2017 een plan en roadmap gemaakt voor een integrale crisisdienst. - Algemeen Bestuur heeft op 28 september 2017 op basis van het plan besloten tot een integrale crisisdienst en deze per 1 januari 2018 onder te brengen bij Veilig Thuis en daarmee onder de gemeenschappelijke regeling DG&J Doel: de gedecentraliseerde jeugdhulptaken worden uitgevoerd binnen de gebundelde rijksmiddelen van de 17 gemeenten Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Budgetverantwoordelijkheid Verordening, nadere regels en beleidsregels - De invulling van het begrip budgetverantwoordelijkheid van de Stichting Jeugdteams is vastgesteld en geoperationaliseerd eind De invulling past binnen verantwoordelijkheden van de SOJ en de gekozen methodiek van zorgcontractering voor 2018 en verder. - De verordening, inclusief nadere regels en beleidsregels, zijn geëvalueerd op hun werking en er is zo nodig een voorstel gedaan voor aanpassing. - SOJ deelt maandrapportages met Stichting Jeugdteams, waardoor teams inzicht krijgen in besteding van middelen. - Geconstateerd is dat de huidige invulling van de formele budgetverantwoordelijkheid afdoende is. Op basis van het meerjarenperspectief maken gemeenten plannen ter vermindering van de instroom. De rol/verantwoordelijkheid van de Stichting Jeugdteams wordt hier in meegenomen. - Bestuurlijk is de wens geuit om eerst de kaders vast te stellen en vervolgens de aanpassingen te verwerken in de Verordening Jeugdhulp, Nadere Regels en Beleidsregels. Besluitvorming is uitgesteld tot na de gemeenteraadsverkiezingen in maart

25 Thema Beoogd resultaat 2017 Behaald resultaat 2017 Sturingsinformatie Solidariteit Fraude/onrechtmatig gebruik - Toelichting op maandelijkse cijfers vindt plaats in driehoeksoverleg. - Elk kwartaal wordt een analyse gemaakt van de cijfers op (sub)regionaal niveau voor gemeenten. - Elk jaar wordt in het jaarverslag gerapporteerd aan het Algemeen Bestuur over het behalen van de BRTA-doelen. - Er is besloten over solidariteitsafspraken na 2017 en de voorbereidingen van de implementatie van het besluit zijn getroffen. - Er is een voorstel ontwikkeld voor fraude/onrechtmatig gebruik van jeugdhulpvoorzieningen. - SOJ heeft maandelijks een dashboard geleverd met informatie per gemeente. - SOJ en Stichting Jeugdteams hebben naar behoefte de gemeenten voorzien van een inhoudelijke toelichting op de cijfers in de driehoeksoverleggen. - SOJ heeft kwartaalrapportages geleverd aan gemeenten en naar behoefte toegelicht. - SOJ heeft het Algemeen Bestuur geïnformeerd door middel van de bestuursrapportages en het jaarverslag. - Het solidariteitsmodel is geëvalueerd door een onafhankelijk adviesbureau, Significant. Algemeen Bestuur heeft op 6 april 2017 besloten om de solidariteitsafspraken voor 2018 en 2019 te handhaven. Begin 2019 wordt een onderzoek gestart naar handhaving of aanpassing van de afspraken vanaf Het Algemeen Bestuur heeft op 6 juli 2017 het voorstel Handhaving en Naleving Jeugdwet vastgesteld. - SOJ treft de voorbereidingen voor het benoemen en mandateren van toezichthouders en uitvoeren van het plan van aanpak 'Cirkel van Naleving', van (on)regelmatigheden binnen de Jeugdwet 23

26 3.3.6 Afstemmen van beleid en uitvoering De formule van het werken met programmaregisseurs per subregio werkt naar tevredenheid Ook in 2017 heeft de formule van het werken met programmaregisseurs per regio naar tevredenheid gewerkt. De programmaregisseurs hebben door middel van het voeren van periodieke driehoeksoverleggen met gemeenten en de Stichting Jeugdteams gezorgd voor wederzijds informeren en afstemmen. In de periodieke driehoeksoverleggen zijn de maandelijkse dashboards en uitgebreidere kwartaalrapportages over het gebruik van de jeugdhulp naar behoefte besproken. Vanwege de toegenomen kennis van de lokale situaties, is de focus van de driehoeksgesprekken meer gaan liggen op het verbeteren van de werking van het jeugdhulpstelsel. Zo zijn de overleggen gebruikt om knelpunten in het stelsel naar voren te brengen, zowel voor wat betreft de lokale inzet van de Stichting Jeugdteams als die van de regionale zorgmarkt. Het verkregen inzicht in deze knelpunten heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het meerjarenperspectief en wordt ook benut bij de verdere uitwerking ervan, in zowel de regionale als lokale plannen. Naast het voeren van de driehoeksgesprekken, hebben de programmaregisseurs ook deelgenomen aan subregionale ambtelijke en bestuurlijke overleggen en informatieavonden voor gemeenteraden en/of raadscommissies. Ook de regionale overleggen dragen bij aan verbetering en ontwikkeling van de jeugdhulp De stuurgroep jeugd ZHZ heeft ook in 2017 een klankbordfunctie vervuld tussen de subregio s onderling en tussen de subregio s en het dagelijks bestuur. In de stuurgroep zijn actuele ontwikkelingen in de subregio s uitgewisseld en zijn de voorstellen aan het dagelijks bestuur besproken. De stuurgroep wordt ondersteund door de SOJ en geadviseerd door het regionale ambtelijke transformatieteam. De regionaal portefeuillehouder jeugd van het dagelijks bestuur en de bestuurlijk afgevaardigden van de jeugdhulpaanbieders en de Stichting Jeugdteams informeren elkaar en stemmen af in het zogenoemde sturingsoverleg. In dit overleg zijn actuele zaken en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdhulp besproken. In 2016 is het transformatieberaad opgericht waarin jeugdhulpaanbieders en SOJ met elkaar over de transformatie spreken. In dit transformatieberaad zijn in 2017 de projecten in het kader van de innovatiemiddelen gemonitord en transformatievoorbeelden met elkaar gedeeld. Ook in de halfjaarlijkse subregionale bijeenkomsten voor gemeenteraadsleden is uitgewisseld en gezamenlijk nagedacht over de ontwikkeling van de jeugdhulp. Ter voorbereiding op het meerjarenperspectief is in deze bijeenkomsten met gemeenteraadsleden gediscussieerd over de koers van de nieuwe beleidsperiode. De voorstellen aan het Algemeen Bestuur zijn voorafgaand aan bespreking op geplaatst, in geval van ingrijpende voorstellen zijn deze via de wethouders jeugd ter beschikking gesteld van gemeenteraden en daarnaast hebben gemeenteraden door middel van de gevolgde zienswijzeprocedures hun inbreng kunnen leveren. 3.4 Contracteren van de uitvoering De SOJ had in 2017 een contract met 120 jeugdhulpaanbieders. Dit is exclusief het hoogspecialistische aanbod dat door de VNG wordt gecontracteerd in het kader van het Landelijk Transitie Arrangement. Daarnaast zijn in 2017 met 58 niet-gecontracteerde aanbieders maatwerkcontracten 24

27 gesloten voor jeugdigen waarvoor de gecontracteerde aanbieders geen passend aanbod konden bieden. De in 2016 gemaakte keuze om in % van het budget voor de regionale zorgmarkt beschikbaar te houden voor het opvangen van fluctuaties, heeft in de praktijk geleid tot meer druk op de zorgmarkt, doordat aanbieders mede hierdoor eerder hun budgetplafond bereikten. Op 31 december 2017 waren er bij 60 gecontracteerde jeugdhulpaanbieders cliëntenstops ingesteld. Door de inzet van de 'Nee, tenzij-regeling' is voorkomen dat individuele jeugdigen nadeel hebben ondervonden van de cliëntenstop. Er is in keer een beroep gedaan op 'Nee, tenzijregeling', zodat jeugdigen noodzakelijke zorg konden krijgen van specifieke aanbieders Contractbeheer In de contractbeheergesprekken met de jeugdhulpaanbieders lag de nadruk vanwege de grote financiële druk op het beheersen van de kosten (cliëntenstops, 'Nee, tenzij-regeling' en budgetoverschrijdingen). Hierdoor was er minder ruimte voor het gesprek over de rol van de aanbieders in het realiseren van de transformatie. Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Periodieke gesprekken met strategische partners (jeugdhulpaanbieders met Sturen op toereikendheid totale zorgmarkt binnen financiële kaders en stimuleren Gesprekken zijn periodiek gevoerd, afgestemd op wederzijdse behoefte. contractwaarde > transformatie. Periodieke gesprekken met jeugdhulpaanbieders met contractwaarde < Idem. Idem. Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Periodieke gesprekken met Stichting Jeugdteams ZHZ. Sturen op voortgang en ontwikkeling jeugdteams. Elk kwartaal is overleg gevoerd tussen de manager Inkoop en de bestuurder van de Stichting Jeugdteams. Daarnaast is er elk kwartaal bestuurlijk overleg gevoerd Voorbereiden contractering 2018 en verder In de eerste helft van 2017 is de contractering voor 2018 en verder voorbereid. In het Sturingsoverleg van jeugdhulpaanbieders, de werkgroep zorgprofielen, de werkgroep tarieven en de 2-daagse met het Transformatieberaad is samen met aanbieders nagedacht over het inkoopkader voor en de uitwerking daarvan. Na bespreking van het inkoopkader in het Algemeen Bestuur op 6 juli 2017, zijn de inkoopdocumenten voorbereid en is in het laatste kwartaal van 2017 de daadwerkelijke contractering gestart en uitgevoerd. Voor de inkoop is gekozen voor een 'Open huis-model', waardoor tussentijds contracteren van aanbieders, uitbreiding van het aanbod en aanpassen van de werkwijze mogelijk is. Dit zorgt ervoor dat de inkoop vanaf 2018 nauw kan aansluiten bij de vraag. 25

28 Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Doen van voorstel aan Algemeen Bestuur voor wijze van contractering 2018 en verder. Inkoopkader waarbinnen het voor ZHZ noodzakelijke zorgaanbod tijdig en adequaat gecontracteerd wordt. Hierbij rekening houdend met zorgvormen die vragen om vaste infrastructuur. 3.5 Verantwoorden van de uitvoering In het inkoopkader is gekozen voor inkopen op basis van een 'Open huis-model', waardoor zowel tussentijds contracteren van aanbieders als verdere ontwikkeling van de jeugdhulp mogelijk is vanaf De eerste ronde van de inkoop is tijdig afgerond. Voor een toelichting op de realisatie van de begroting 2017, verwijzen wij u naar onze jaarrekening die onderdeel uitmaakt van de Jaarstukken 2017 GR DG&J Planning & control cyclus In 2017 is de planning & control cyclus zoals opgenomen in ons uitvoeringsprogramma als volgt uitgevoerd: Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Aanbieden ontwerp begroting 2018 aan Dagelijks Bestuur. Verzending begroting naar raden deelnemende gemeenten. Algemeen Bestuur heeft ontwerp begroting 2018 ontvangen voor informeren van gemeenteraden en definitieve begroting is ter zienswijze voorgelegd aan de Definitieve begroting ligt ter zienswijze voor bij gemeenteraden. Aanbieden definitieve begroting raden. aan Algemeen Bestuur ter vaststelling. Dagelijks Bestuur informeert Algemeen Bestuur in de eerste tussentijdse rapportage Dagelijks Bestuur informeert Algemeen Bestuur in de tweede tussentijdse rapportage Dagelijks Bestuur heeft twee bestuursrapportages ontvangen voor informeren van Algemeen Bestuur. Algemeen Bestuur heeft op 6 juli 2017 eerste bestuursrapportage vastgesteld en op 2 november 2017 tweede bestuursrapportage. Naast de begroting en bestuursrapportages, heeft het Algemeen Bestuur van de DG&J in 2017 de volgende documenten van financiële aard ontvangen ter besluitvorming: Document Besluitvorming Toestemming extra uitgaven SOJ vooruitlopend op knoppennotitie Vastgesteld op 6 april 2017 Jaarrekening 2016, als onderdeel van jaarrekening GR DG&J Vastgesteld op 6 juli 2017 Definitieve begrotingswijziging Veilig Thuis en CIT 2017 na zienswijzeprocedure Voorgenomen begrotingswijziging SOJ 2017 met toestemming extra uitgaven SOJ vooruitlopend op definitieve begrotingswijziging Vastgesteld op 6 juli 2017 Vastgesteld op 6 juli

29 Document Besluitvorming Knoppennotitie jeugdhulp ZHZ 2017 Vastgesteld op 6 juli 2017 Definitieve begrotingswijziging SOJ 2017 na zienswijzeprocedure Vastgesteld op 2 november 2017 Voorgenomen begrotingswijziging SOJ 2018 Vastgesteld op 14 december 2017 In dit jaarverslag rapporteren we over de realisatie van ons uitvoeringsprogramma Naast het uitvoeren van ons uitvoeringsprogramma 2017, hebben we in het afgelopen jaar het Meerjarenperspectief jeugdhulp Zuid-Holland Zuid opgesteld. Dit meerjarenperspectief is op 14 december 2017 vastgesteld door het Algemeen Bestuur en wordt in 2018 samen met gemeenten en aanbieders van jeugdhulp uitgewerkt in concrete activiteiten. Activiteit Beoogd resultaat Behaald resultaat Bespreken conceptmeerjarenperspectief met gemeenten op subregionaal niveau. Aanbieden meerjarenperspectief aan Algemeen Bestuur ter vaststelling. Aanbieden meerjarenperspectief ter vaststelling aan gemeenteraden. Concept-meerjarenperspectief is besproken met gemeenten op subregionaal niveau. Algemeen Bestuur heeft meerjarenperspectief ontvangen ter vaststelling. 17 gemeente(rade)n hebben meerjarenperspectief ontvangen ter vaststelling. Concept-meerjarenperspectief is in subregionale bijeenkomsten besproken met gemeenteraadsleden. Algemeen Bestuur heeft op 14 december 2017 het Meerjarenperspectief jeugdhulp ZHZ vastgesteld. In enkele gemeente(rade)n is het meerjarenperspectief vastgesteld; in andere gemeenten staat behandeling van het meerjarenperspectief nog gepland. Op basis van het meerjarenperspectief heeft het Algemeen Bestuur besloten tot een voorgenomen begrotingswijziging SOJ Deze is voor zienswijze voorgelegd aan de deelnemende gemeente(rade)n Verantwoording Serviceorganisatie In deze paragraaf vindt u de verantwoording van de interne organisatie van de SOJ, overeenkomstig de eisen die aan het jaarverslag worden gesteld. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen De SOJ heeft geen weerstandsvermogen/reserves. Tegenvallers (en meevallers) ten opzichte van de begroting komen, zoals opgenomen in de bijdrageverordening, ten laste (of gunste) van de deelnemende gemeenten. 27

30 Risicobeheersing De financiële risico's focussen zich primair op de ontwikkeling van de zorgvraag in relatie tot het budget. De begroting volgt het Meerjarenperspectief jeugdhulp Zuid-Holland Zuid In het meerjarenperspectief is een realistische begroting opgenomen op basis van de op dat moment bekende zorgvraag, aangevuld met een gemeentelijke taakstelling ter vermindering van het aantal jeugdigen dat hulp krijgt uit de regionale zorgmarkt. Het opnemen van een realistische begroting is hiermee de belangrijkste beheersmaatregel. Het belangrijkste resterende risico zit in het behalen van de doelstelling van vermindering van (de instroom van) het aantal jeugdigen. In de afgelopen periode is een stijgende trend zichtbaar in de zorgvraag. Deze stijgende trend is nog onvoldoende hard te kwantificeren. Na opmaak van de jaarrekening 2017, waarin de productieverantwoordingen van zorgaanbieders en de verantwoording van de kosten van de 'Nee tenzij-regeling' zijn verwerkt, is met meer zekerheid een inschatting te geven van de zorgvraag. In de bestuursrapportage komen we hierop terug. Dan wordt ook de ontwikkeling van de rijksbijdrage volgens de meicirculaire 2018 meegenomen. Op basis van de voorlopige jaarrekening is gebleken dat de zorgvraag hoger is begroot ( 3,9 mln.), voornamelijk als gevolg van niet vergoede overproductie ( 3,1 mln. overproductie en 0,8 mln. overig). Zorgaanbieders zullen naar verwachting niet nogmaals een dergelijke overproductie voor hun rekening nemen. Op basis van de voorlopige jaarrekening blijkt dat de zorgvraag hoger is dan begroot (3,9 miljoen euro). Dit is voornamelijk het gevolg van niet-vergoede overproductie (3,1 miljoen euro). Zorgaanbieders zullen naar verwachting niet nogmaals een dergelijke overproductie voor hun rekening nemen. Ten aanzien van de voortgang van de realisatie van de gemeentelijke plannen om te komen tot een vermindering van de instroom in de regionale zorgmarkt, is het nog te vroeg om conclusies te trekken. Hier komen we in de eerste bestuursrapportage op terug. De SOJ heeft alle risico's, zowel financieel als niet-financieel, voor alle processen in kaart gebracht. Dit heeft geleid tot een omvangrijke lijst. Op alle risico's zijn beheersmaatregelen geformuleerd. Deze worden periodiek geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Afgezien van de financiële risico's met betrekking tot de zorgvraag hebben de overige risico's een lage uitkomst op kans maal impact. Het voert voor dit jaarverslag te ver om de volledige lijst met risico's en beheersmaatregelen op te nemen. Bedrijfsvoering Algemeen De SOJ is een kleine regie-organisatie voor de jeugdhulp in ZHZ. De kaders voor de bedrijfsvoering zijn vastgelegd in het Inrichtingsplan SOJ. De SOJ bestaat uit de volgende onderdelen: Directie/algemeen; Inkoop en contractmanagement; Beleid; Informatievoorziening; en Financiën. Administratieve organisatie 28

31 De processen zijn beschreven en opgenomen in het handboek van de SOJ. Periodiek worden de processen en beschrijvingen daarvan geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Informatisering en automatisering (informatievoorziening) De processen en in het bijzonder het berichtenverkeer met zorgaanbieders en overige partijen is volledig ingericht. De Serviceorganisatie volgt hierbij de landelijke standaarden en behoort tot de top van de 'best practices' in Nederland. Alhoewel de decentralisatie van de jeugdhulp tot een aanzienlijke administratieve last voor zorgaanbieders heeft geleid, is de administratieve last in ZHZ tot het minimaal mogelijke beperkt gehouden. De speerpunten voor 2018 en verder zijn het genereren van waardevolle informatie voor de sturing door gemeenten vanuit 3D perspectief enerzijds en verder ontwikkelen van gestandaardiseerde informatie voor de sturing van de zorgmarkt anderzijds. Financiële informatiepositie en stuurbaarheid Declaratiegegevens zijn essentieel voor de financiële en inhoudelijke informatiepositie van de gemeenten en de SOJ om te kunnen sturen op de instroom in regionale zorgmarkt respectievelijk de duur en intensiteit van de hulp die door de regionale zorgmarkt wordt geboden. Waar de eerste jaren het declareren sterk achterbleef, wordt nu veel vaker tijdig gedeclareerd. Met ingang van 2018 worden geen voorschotten meer verstrekt, maar alleen eenmalige onderhanden-werkfinanciering. Naast administratieve vereenvoudiging levert dit ook een extra prikkel op om tijdig te declareren. Ook het afschaffen van de zogenoemde DBC s (welke een half jaar tot een jaar lopen) en het in plaats daarvan maandelijks declareren van uren, zal een versnelling brengen in het tijdiger beschikbaar komen van informatie. Personeel Bezetting(in Fte) Bezetting ultimo ,7 De bezetting per ultimo 2017 is inclusief inhuur en detachering 21,7 fte. Ziekteverzuim Ziekteverzuim ,88% Het verzuim (exclusief zwangerschapsverlof) over 2017 is 1,88 procent. Bij twee medewerkers is sprake van langdurig ziekteverzuim. Klachten In 2017 zijn er twee officiële klachten ingediend tegen de SOJ. Eén daarvan was gericht tegen de beschermingstafel. Bezwaar en beroep 29

32 In totaal zijn er 42 bezwaarschriften ingediend in De 42 bezwaarschriften zijn afkomstig van 29 gezinnen. Er zijn 13 besluiten op bezwaar genomen door de betreffende colleges, waarvan er 3 nietontvankelijk zijn verklaard. 7 bezwaarschriften zijn ingetrokken. Er zijn op dit moment nog 19 lopende zaken. In totaal zijn er door de bezwaarschriftencommissie Jeugdwet 18 adviezen afgegeven. Er zijn in beroepen ingediend. Deze hadden betrekking op bezwaarschriften die zijn ingekomen in Er zijn tot nog toe geen beroepschriften ingediend naar aanleiding van beslissingen op bezwaar uit Daarnaast is er 1 beroep ingediend voor een voorlopige voorziening en 1 beroep tegen niet-tijdig beslissen op een aanvraag voor jeugdhulp. Vanaf 1 januari 2017 verzorgt de bezwaarschriftencommissie Jeugdwet het horen van belanghebbenden en het opstellen van een conceptadvies beslissing op bezwaar voor het betreffende college. De bezwaarschriftencommissie Jeugdwet zal in 2018 ook een eigen jaarverslag opleveren met een nadere toelichting op de werkzaamheden in Calamiteiten Er hebben zich in 2017 in onze regio geen calamiteiten met kinderen voorgedaan. Naar aanleiding van het casusonderzoek van de gezamenlijke inspecties naar het overlijden van 2 jonge kinderen uit onze regio in 2015 heeft de SOJ met medewerking van adviesbureau Van Montfoort een regionale aanpak voorbereid ter verbetering van de samenwerking in het sociale domein. Op 19 januari 2017 heeft het Algemeen Bestuur deze regionale aanpak vastgesteld. De inspecties zien toe op de uitvoering van verbetermaatregelen door de betrokken instellingen. De SOJ heeft de regionale aanpak in gesprekken onder de aandacht gebracht van de Stichting Jeugdteams en de partners in de veiligheidsketen. De meldcode kindermishandeling en de Kindcheck zijn opgenomen als eis in de contracten vanaf Daarnaast heeft de SOJ bijgedragen aan het ontwikkelen van een model-convenant voor samenwerkingsafspraken van Veilig Thuis, jeugdgezondheidszorg, Stichting Jeugdteams en lokale teams (0-100 jaar). Begin 2018 is het eerste samenwerkingsconvenant gesloten (in de gemeente Dordrecht). Op basis van het modelconvenant worden afspraken gemaakt in de andere gemeenten in ZHZ. De andere onderdelen van de regionale aanpak zijn of worden uitgevoerd door de deelnemende gemeenten. 30

33 4 Realisatie BRTA-doelen De 17 gemeenten in ZHZ hebben in 2014 doelen geformuleerd voor de uitvoering van de jeugdhulp. Deze doelen zijn opgenomen in het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement (BRTA). In dit hoofdstuk treft u onze jaarlijkse verantwoording aan over de realisatie van de doelen. Vanaf het eerste moment van rapporteren op de in 2014 gestelde BRTA-doelen, hebben we al aangegeven dat onze invloed op de realisatie hiervan, beperkt is. De doelen zijn onvoldoende bruikbaar gebleken voor het meten van de ontwikkeling van het jeugdhulpstelsel en onze inspanning daarvoor. Zoals al aangekondigd in ons verbeterplan, hebben we in het meerjarenperspectief voor nieuwe doelen opgenomen. Deze doelen sluiten aan bij de te realiseren transformatie van het jeugdhulpstelsel en maken het effect van onze inspanningen beter zichtbaar. In dit jaarverslag vindt u de laatste jaarlijkse verantwoording van de realisatie van de BRTA-doelen. 4.1 Realisatie BRTA-doelen Jeugdigen in ZHZ groeien gezond en veilig op Indicator 0-meting 1 e meting 2 e meting Ambitie 2018 % 12 t/m 18-jarigen dat de eigen gezondheid 2014: 2015: 2016: gelijk als (heel) goed ervaart 86% 82% 89% Bron DG&J ZHZ % kinderen tot 18 jaar dat gebruik maakt van jeugdhulp 1 e helft 2015: 10% 1 e helft 2016: 11% 1 e helft 2017: 12% afname SOJ aandeel jeugdigen waarover een melding bij Veilig Thuis is gedaan 2015: 2,1% 2016: 2,7% 2017: 2,9% n.v.t. SOJ via Veilig Thuis aantal jeugdigen dat betrokken was bij meldingen bij Veilig Thuis 2015: : : n.v.t. SOJ via Veilig Thuis aantal verzoeken aan de rechtbank tot het opleggen van jeugdbeschermingsmaatregelen 2015: : : 359 n.v.t. SOJ via RvdK aantal jeugdigen met maatregel jeugdreclassering 2015: : : 214 n.v.t. SOJ Jaarlijks worden er vragenlijsten voorgelegd aan scholieren door de Dienst Gezondheid en Jeugd (DG&J). Eén van de vragen betreft de gezondheidsbeleving. De DG&J heeft in 2015 enkele 31

34 wijzigingen doorgevoerd in de benaderde doelgroep en de gestelde vragen. Hierdoor is de 0-meting van 2014 niet meer vergelijkbaar met de 1 e en recente 2 e meting. Ondanks dit verschil mogen we wel concluderen dat de beleving van de eigen gezondheid door het merendeel van de jeugd als (heel) goed wordt ervaren. Tussen de 1 e en 2 e meting is een stijging zichtbaar. Het veiligheidsdomein laat in 2017 op alle indicatoren een stijging zien. De oorzaak van deze beweging kan gelegen zijn in het dichter bij jeugdigen en gezinnen organiseren van hulp waardoor signalen eerder worden opgepakt en jeugdigen in beeld komen van de veiligheidspartners Jeugdigen krijgen kansen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te kunnen doen Indicator 0-meting 1 e meting 2 e meting Ambitie 2018 % van de jongeren dat bij iemand terecht : stijging kan/sociale steun ervaart vanuit de 94% opvoedomgeving Bron DG&J ZHZ % van de jongeren dat sociale steun ervaart van vrienden/familie 2014: 98% : 99% stijging DG&J ZHZ % van de jongeren dat een goede ouderkind relatie ervaart thuis 2014: 96% 2015: 86% 2016: 87% gelijk DG&J ZHZ % van de jongeren dat school leuk vindt (schoolmotivatie) 2014: 92% 2015: 63% - gelijk DG&J ZHZ % voortijdig schoolverlaters '13-'14: 1,8% '14-'15: 1,7% '15-'16: 1,6% afname VSVverkenner % geslaagden (18 tot 25 jaar) voor een mbo-diploma of niveau 2 of hoger (startkwalificatie) '13-'14: 18,1% '14-'15: 19,3% '15-'16: 18,2% stijging CBS % niet werkende werkzoekende jongeren van 15 t/m 22 jaar : 2,0% 2016: 2,3% 2017: 2,2% afname UWV % jongeren dat een uitkering krijgt : 4,83% 2016: 4,62% 2017: 4,35% afname Sociale dienst/ UWV 1 Percentage ten opzichte van het totaal aantal inwoners in ZHZ. 2 De percentages zijn een cumulatie van het aantal jongeren met een bijstandsuitkering, WW, WIA en Wajong, ten opzichte van het totaal aantal jeugdigen. 32

35 Indicator 0-meting 1 e meting 2 e meting Ambitie 2018 % kinderen (0 tot 18 jaar) met risico op 2012: 2013: 2014: afname armoede, kind dat leeft in een huishouden 10,4% 10,2% 8,3% met een inkomen onder de lage inkomensgrens CBS Bron De tevredenheid van jeugdigen over de steun die zij ontvangen van zowel de opvoedomgeving als vrienden/familie is hoog (>90%) in ZHZ. De ervaring van de ouder-kind relatie is licht gestegen ten opzichte van de 1 e meting; echter, het percentage is niet vergelijkbaar met de meting in 2015 vanwege wijziging van de vraagstelling. Het aantal voortijdig schoolverlaters laat een daling zien. Het aantal geslaagden met een startkwalificatie is echter ten opzichte van de vorige meting met ruim 1% gedaald. De schoolmotivatie is in het laatste onderzoeksjaar 2015/2016 niet meegenomen in de vragenlijst. De 0- meting en 1 e meting geven ook geen vergelijkingsmateriaal, omdat de vraagstelling in de tussentijd is gewijzigd. Het percentage jeugdigen dat opgroeit met kans op armoede, is flink gedaald. De 2 e meting geeft het cijfer van 2014 aan; een jaar waarin de economie weer wat aantrok. Het percentage niet-werkende werkzoekenden van 15 t/m 25 jaar toont een lichte daling, evenals het percentage jeugdigen met een uitkering Jeugdhulp (in al zijn geledingen) zorgt ervoor dat problematiek afneemt Het meten van outcome is een lang gekoesterde wens in de jeugdhulp. Veel jeugdhulpaanbieders registreren wel resultaten op organisatieniveau, maar lang was het niet mogelijk om resultaten tussen verschillende branches te vergelijken. Het op eenduidige wijze registreren van outcome draagt bij aan de sturingsmogelijkheden op de jeugdhulp. Landelijk hebben de brancheverenigingen en de VNG een set aan outcome-indicatoren vastgesteld. Deze outcome-indicatoren zijn: doelrealisatie, uitval en klanttevredenheid. In 2017 hebben wij voorbereidingen getroffen om in 2018 de meetgegevens op de outcome-indicatoren te kunnen opvragen bij jeugdhulpaanbieders. We hebben hierover afspraken gemaakt bij de contractering voor Cliënten zijn tevreden over de hulp en er is zo weinig mogelijk uitval uit aanbod Het meten van tevredenheid en uitval is onderdeel van de hierboven beschreven voorbereidingen op het meten van outcome. In 2018 verwachten wij de eerste resultaten te kunnen presenteren. De Jeugdwet verplicht gemeenten tot het uitvoeren van een cliëntervaringsonderzoek. De SOJ heeft dit in 2016 en 2017 namens de gemeenten georganiseerd. Beide onderzoeken kenden een lage respons. Desondanks zijn de resultaten overwegend positief en blijkt dat het merendeel van de cliënten tevreden is. De SOJ heeft de resultaten gedeeld met de gemeenten. De respons was zo laag, dat er geen sprake is van een representatief onderzoek. Voor 2018 gaan we op zoek naar andere manieren voor het uitvoeren van tevredenheidsmetingen onder jeugdigen en hun ouders. 33

36 4.1.5 Versterking van preventie en licht ambulante hulp leiden tot een afname van het beroep op en de kosten van dure vormen van jeugdhulp Indicator 0-meting 1 e meting 2 e meting Ambitie Bron 2018 in de regionale zorgmarkt heeft er een afname 2015: plaatsgevonden van het aantal geholpen jeugdigen 10% ten opzichte van 1/1/ : 11% 2017: 12% -15% SOJ in de regionale zorgmarkt 3 heeft er een afname plaatsgevonden op budgetniveau ten opzichte van 1/1/2015 % dat terugvalt in problematiek na beëindigen traject + 2,0% + 3,1% - 0,6% -15% SOJ afname CBS/SOJ Het percentage jeugdigen dat terugvalt in problematiek na beëindiging van een hulpverleningstraject, is nog niet meetbaar. Dit is onderdeel van de genoemde voorbereidingen op het meten van outcome. In 2018 starten we met de eerste metingen % van de gezinnen met meervoudige (complexe) problematiek binnen het jeugddomein wordt geholpen volgens de methodiek 1 gezin, 1 plan, 1 begeleider Indicator Ambitie 2018 Bron er is een gedragen systeem waarin te zien is of een aanwezig SOJ gezin al ergens in zorg is we evalueren en verbeteren het systeem aanwezig SOJ Het inzetten van zorgcoördinatie (gezinsregie) binnen de jeugdhulp is één van de kerntaken van Stichting Jeugdteams. Wanneer een jeugdprofessional constateert dat een gezin niet in staat is om zelf de regie te voeren, dan pakt een jeugdprofessional dit op samen met het gezin. Vanwege wijzigingen in de registratie van de stichting kunnen hier geen cijfers worden gepresenteerd. De functie van gezinsregisseur is niet exclusief voorbehouden aan de Stichting Jeugdteams. Indien de situatie er om vraagt, kan ook een andere organisatie deze regierol vervullen. Hier worden dan duidelijke afspraken over gemaakt. Echter, in dat geval zijn er geen cijfers beschikbaar over de inzet. Wel kunnen wij concluderen dat er inzet wordt gepleegd en aan het systeem wordt gewerkt. 3 De regionale zorgmarkt omvat alle jeugdhulp die niet door de jeugdteams worden geleverd. Jeugdhulp die wordt ingezet op basis van een Persoonsgebonden Budget (PGB) of het Landelijk Transitie Arrangement (LTA) behoort ook niet tot de regionale zorgmarkt. 34

37 In 2017 hebben wij de Verwijsindex Risicojongeren (VIR) op verzoek van gemeenten opnieuw geïmplementeerd in ZHZ. Het systeem dat vóór het invoeren van de Jeugdwet door gemeenten werd gebruikt, Zorg voor Jeugd, bleek wisselend te worden ingezet. Daarnaast bleken de uitvoeringskosten relatief hoog te zijn. Wij hebben de VIR geïntegreerd in het MO-platform voor de jeugdhulp dat al door jeugdhulpaanbieders en jeugdprofessionals wordt gebruikt. Daarnaast hebben we nieuwe convenantafspraken gemaakt met de kernpartners, zoals jeugdgezondheidszorg en jeugdbescherming Vanaf 1 januari 2015 worden alle gedecentraliseerde jeugdhulptaken uitgevoerd binnen de gebundelde rijksmiddelen van de 17 gemeenten Indicator Ambitie 2018 jeugdigen geholpen met beschikbaar binnen boven boven binnen budget budget budget budget budget Bron SOJ kosten per traject gedaald SOJ We constateren dat de vraag naar jeugdhulp stijgt, terwijl het budget vanwege de bezuiniging op de rijksmiddelen afneemt. Desondanks hebben in meer jeugdigen jeugdhulp ontvangen en zijn de kosten per jeugdige licht gedaald met 0,24%. In het Meerjarenperspectief Jeugdhulp ZHZ hebben we de verwachting voor de komende jaren geschetst als ook een agenda om vanaf 2022 de jeugdhulp binnen de rijksmiddelen te kunnen uitvoeren. Voor een toelichting op het financiële resultaat 2017 verwijzen wij u naar onze jaarrekening die onderdeel uitmaakt van de Jaarstukken 2017 GR DG&J. 4.2 Conclusie Voor de huidige BRTA-doelen is in 2014 per indicator een ambitie geformuleerd voor In veel gevallen is de gewenste beweging zichtbaar en daar waar dit niet het geval is, is een verklaring gegeven. Alleen op het onderdeel '% jeugdigen met jeugdhulp' zien we een stijging in plaats van een daling. Dit geldt in mindere mate ook voor het aantal jeugdigen dat verwezen wordt naar de regionale zorgmarkt. Dit is een opvallende ontwikkeling, maar om deze te kunnen verklaren, moet over een langere periode worden gemonitord. Het organiseren van jeugdhulp dichterbij de jeugdigen en gezinnen kan aanvankelijk leiden tot een stijging van de vraag naar hulp. Zoals aan het begin van dit hoofdstuk is aangegeven, hebben we in het meerjarenperspectief nieuwe doelen opgenomen aan de hand waarvan we de transformatie van het jeugdhulpstelsel en het effect van onze inspanningen beter inzichtelijk kunnen maken. Zo kunnen we vanaf 2018 de eerste gegevens presenteren over de 'outcome' van jeugdhulp, door het meten van doelrealisatie, uitval en tevredenheid van cliënten over de geboden jeugdhulp. 4 Weergegeven zijn de gemiddelde kosten van jeugdhulptrajecten die worden uitgevoerd door de regionale zorgmarkt; dit is exclusief jeugdhulp op basis van Persoonsgebonden Budget (PGB), Landelijk Transitie Arrangement (LTA) en zorgprogramma's. 35

38 Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid Dordrecht, 5 juli 2018 INFORMATIEBRIEF VAN HET DAGELIJKS BESTUUR Betreft: vastgesteld Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 Geachte leden van het college, Bijgaand bieden wij u aan het jaarverslag 2017 van de Serviceorganisatie jeugd ZHZ. Op basis van de Sturingsnotitie Jeugdhulp ZHZ die in 2014 is vastgesteld door de 17 gemeenten, is een aantal vaste onderdelen toegevoegd aan de P&C cyclus van de Serviceorganisatie. Het jaarverslag is één van de toegevoegde onderdelen. Naast verantwoording aan het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling, willen we met dit jaarverslag het zicht van gemeenteraden op de uitvoering van de jeugdhulptaken door de Serviceorganisatie faciliteren. In het Uitvoeringsprogramma jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 2017 zijn de concrete activiteiten en resultaten van de Serviceorganisatie benoemd, die in 2017 moesten worden gerealiseerd. In het jaarverslag is duidelijk gemaakt of en op welke wijze de activiteiten tot uitvoering zijn gebracht en tot welke resultaten deze hebben geleid. Daarnaast bevat het jaarverslag inhoudelijke informatie over de jeugdhulp in 2017, zoals aantallen cliënten die geholpen zijn en de inzet van typen zorg. Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft het Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2017 vastgesteld in de vergadering van 5 juli Een samenvatting van het jaarverslag maakt onderdeel uit van de Jaarstukken 2017 GR DG&J, die eveneens zijn vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 5 juli Wij verzoeken u deze brief met het jaarverslag ter informatie aan te bieden aan uw gemeenteraad. Met vriendelijke groet, Het dagelijks bestuur van de Dienst Gezondheid & jeugd. De secretaris, De voorzitter, K.J. van Hengel H. van der Linden 1

39 1 e Bestuursrapportage

40 Inhoud 1 Inleiding en samenvatting Programma verantwoording financieel Financieel overzicht Toelichting Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen en risicobeheersing Personeelsformatie en ziekteverzuim Opvolgen bevindingen accountant Voorstellen Begrotingswijziging

41 1 Inleiding en samenvatting Voor u ligt de 1 e Bestuursrapportage van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ (SOJ) over het jaar Samenvatting financieel beeld Voor 2018 wordt een overschrijding ten opzichte van de begroting verwacht van 4,7 mln. (exclusief prijsindexatie/middelen meicirculaire). De kosten zullen hoger uitvallen gezien het feit dat de geplande reductie van instroom van jeugdigen in de regionale zorgmarkt zich vooralsnog niet zo ontwikkelt als gepland (nadeel 1,4 mln. voor een heel jaar bij uitblijven reductie instroom). Deze reductie van 1,4 mln. was nodig om de verlaging van de rijksbijdrage ( 0,9 mln.) en de extra middelen voor de voorkant ( 0,5 mln.) op te vangen. Daarnaast bleek de rijksbijdrage met betrekking tot de Kindertelefoon c.a. 0,3 mln. te hoog geraamd. Verder was er in 2017 sprake van een grote post aan niet vergoede overproductie ( 3,0 mln.). Dit is productie die is geleverd door zorgaanbieders boven hun budget zonder toestemming van de Serviceorganisatie. Zorgaanbieders zijn hier in 2018 scherper op gaan sturen, roepen eerder een cliëntenstop in en doen sneller een beroep op de Nee tenzij regeling. Daarnaast stijgen de kosten van jeugdbescherming en jeugdreclassering (JB/JR) verder door en wordt er strenger gekeurd op de toegang Wet langdurige zorg (Wlz), waardoor meer kinderen worden doorverwezen naar de Jeugdwet of jeugdhulp blijven ontvangen onder verantwoordelijkheid van gemeenten. De financiële impact van bovenstaande wordt ingeschat op 3,0 mln. In onderstaande tabel zijn bovenstaande ontwikkelingen weergegeven. Niet reduceren taakstelling clientaantallen MJP 1,4 Lagere rijksbijdrage (Kindertelefoon) 0,3 Minder niet vergoede overproductie, JB/JR en Wlz 3,0 Totaal 4,7 Taakstelling reductie clientaantallen: Lagere rijksbijdrage 0,9 Meer middelen naar de voorkant 0,5 Totaal 1,4 Voor een groot aantal aanbieders is er reeds een cliëntenstop. Jeugdigen met zorgvragen stromen bij deze aanbieders in via de Nee tenzij regeling. Dit is een grote stroom geworden met een aanzienlijk budgetbeslag. De Nee tenzij regeling is een open einde regeling. Fonds tekort gemeenten Voor gemeenten met financiële tekorten in het sociaal domein (WMO en Jeugd) is een fonds gevormd van 200 mln. Dit fonds is alleen voor 2018 beschikbaar. Op basis van de gestelde criteria, waaronder de drempelwaarden voor vergoeding, verwacht de Serviceorganisatie nauwelijks middelen uit dit fonds te krijgen. De tekorten zijn waarschijnlijk lager dan de drempel van 40 per inwoner. Bij de Serviceorganisatie zijn de tekorten bij de gemeenten op het onderdeel WMO niet bekend. De Serviceorganisatie heeft een voorstel gedaan aan de VNG de criteria aan te passen. Dit betreft verlaging van de drempel van 40 euro per inwoner, elimineren van het dempende effect van 1

42 solidariteit en het toepassen van een correcte tijdsscope. Gezien het overstijgende karakter van het fonds (WMO en Jeugdwet) is het aan gemeenten zelf een aanvraag in te dienen. Transformatiefonds Voor de jaren 2018 tot en met 2020 is een transformatiefonds beschikbaar gesteld. Voor ZHZ is 1,1 mln. per jaar beschikbaar. De Serviceorganisatie zal een plan aanleveren om de beschikbare middelen te ontvangen. De middelen zullen besteed worden aan de in het plan op te nemen activiteiten en kunnen niet voor zorgkosten worden ingezet. Wel kan hieruit de 0,2 mln. aan extra middelen voor de Serviceorganisatie bekostigd worden. Landelijk beeld Vorig jaar is reeds uit onderzoek gebleken dat een fors aantal gemeenten significante meerjarige financiële tekorten voorziet in het sociaal domein ('3D-breed'). Dit beeld is ongewijzigd. De problemen worden veroorzaakt door de omvang en het tempo van de veranderingen, gekoppeld aan de financiële kortingen op de rijksbijdragen (15%). De rijksbijdragen zijn te snel afgenomen om gelijke tred te houden met de transformatie van de uitvoering, die onder andere een substitutie van zware naar lichtere en minder dure vormen van hulp met zich mee moet brengen. Transformatie en uitwerking programma's Meerjarenperspectief In 2017 is het meerjarenperspectief geschreven en inmiddels eind 2017, begin 2018 vastgesteld in 16 gemeenten (in Dordrecht is ervoor gekozen om het meerjarenperspectief te laten vaststellen door de nieuwe raad en het nieuwe college). Dit meerjarenperspectief is de komende jaren het kader voor de transformatie van de regionale jeugdhulp in de regio Zuid-Holland Zuid. In dit meerjarenperspectief is aan de hand van een (historische) analyse ingeschat welk bedrag in 2018 en komende jaren noodzakelijk is om alle noodzakelijke jeugdhulp te leveren in de regio Zuid- Holland Zuid. In deze berekening is er rekening mee gehouden dat door inzet van gemeenten minder jeugdigen instromen in de zorgmarkt en door inzet van de Serviceorganisatie deze jeugdigen minder lang en tegen minder kosten jeugdhulp ontvangen. Om dit te operationaliseren zijn gemeenten na vaststelling aan de slag gegaan met de lokale plannen van aanpak die uiterlijk in het derde kwartaal van 2018 gereed zijn in alle gemeenten. De Serviceorganisatie heeft de interventies die genoemd worden inmiddels vertaald in een programmaplan met daaraan gekoppeld 11 projectplannen (het programmaplan en de projectplannen zijn gedeeld met de 17 colleges en raden). Al deze projecten staan inmiddels in de steigers en de eerste resultaten van deze projecten worden in het 3e en 4e kwartaal 2018 verwacht. In het meerjarenperspectief is al aangegeven dat we er vertrouwen in hebben dat deze gedeelde inzet van gemeenten en de Serviceorganisatie effect zal hebben op de jeugdhulp, waardoor zorg effectiever en sneller kan worden ingezet en uiteindelijk minder jeugdigen gebruik zullen maken van de regionaal specialistische zorgmarkt. Dit effect is echter zo kort na vaststelling van het meerjarenperspectief nog niet zichtbaar en we zien op dit moment nog geen daling van de vraag naar jeugdhulp. We zullen u in de tweede BURAP verder informeren over de projecten die door de Serviceorganisatie worden uitgevoerd. 2

43 Maatregelen Gebleken is dat de maatregelen en projecten uit het Meerjarenperspectief thans nog geen zichtbaar effect laten zien. Er is daarentegen zelfs sprake van een stijgende zorgvraag in de 2e lijns gespecialiseerde jeugdhulp. Daarom zullen in de periode tussen de eerste en tweede bestuursrapportage mogelijke extra maatregelen en interventies ten opzichte van het Meerjarenperspectief worden geïnventariseerd. Deze interventies raken mogelijk de toetsingscriteria voor het verkrijgen van jeugdhulp en het stellen van harde budgettaire grenzen voor bepaalde vormen van jeugdhulp. Begrotingswijziging Meicirculaire In de meicirculaire 2018 is voor prijsindexatie ,8 mln. opgenomen en voor extra kosten en taken 0,4 mln. In totaal 3,2 mln. Dit bedrag is als begrotingswijziging opgenomen en is neutraal voor gemeenten. Extra middelen Aanvullend op de meicirculaire zijn de extra middelen van 4,7 mln. zoals hierboven toegelicht verwerkt in de begrotingswijziging welke in Hoofdstuk 4.1 Begrotingswijziging is opgenomen. 3

44 2 Programma verantwoording financieel 2.1 Financieel overzicht Bedragen * 1.000,- Begroting januariapril Realisatie januariapril Realisatie -/- begroting Begroting Begroting wijziging meicircul aire Begroting wijziging extra middelen Begroting + wijzigingen Realisatie 2017 Regionale zorgmarkt LTA PGB Stichting Jeugdteams Serviceorganisatie Totaal lasten Totaal baten Saldo baten -/- lasten Toelichting Regionale zorgmarkt Gerealiseerde kosten De gerealiseerde kosten zijn lager dan begroot wegens achterblijvende facturatie door zorgaanbieders. Ten opzichte van vorig jaar is bijna 2 maal zoveel gedeclareerd over de eerste vier maanden van het jaar. Omdat er met ingang van 2018 geen voorschotten meer worden verstrekt (wel onderhanden werk financiering) is de verwachting dat er snel tijdiger gedeclareerd zal worden. Ontwikkeling aantallen jeugdigen die zorg krijgen in tweede lijn (specialistische zorg) In het Meerjarenperspectief en ook de begroting is een reductiedoelstelling van het aantal jeugdigen in de 2 e lijns zorg opgenomen van 211 jeugdigen ( 1,4 mln.). Thans zijn geen betrouwbare cijfers over het aantal jeugdigen op te leveren. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er een vertraging zit in het aanleveren van cliënt gegevens aan de Serviceorganisatie. Er is geen betrouwbare inschatting te maken van de omvang hiervan. Op basis van de productieverantwoordingen en prognoses van zorgaanbieders verwacht de Serviceorganisatie dat er sprake is van een lichte stijging van het aantal jeugdigen die jeugdhulp ontvangen in de 2 e lijn. De Serviceorganisatie zal actie ondernemen sneller de jeugdigen in zorg aangeleverd te krijgen. Analyse kosten ontwikkeling Vanuit de verschillende zorgdomeinen kan op basis van de jaarrekening 2017 worden geconcludeerd dat 1 domein een sterke stijging heeft laten zien en dat is de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering ( 1,1 mln., +14%) bij een gelijkblijvend aantal cliënten. Voor 2018 geven de Gecertificeerde Instellingen aan dat een verdere stijging van de kosten verwacht wordt. Dit betreft maatregelen die 4

45 door de rechter worden opgelegd. De kosten zijn gedeeltelijk beïnvloedbaar. Een van de projecten uit het meerjarenperspectief is de doelstelling om een meer nadrukkelijke verbinding te leggen tussen de veiligheidsketen en de wijkteams. Door betere samenwerking en deling van expertise kan worden voorkomen dat jeugdigen begeleid moeten worden door de jeugdbescherming. We hopen dat dit project en de verdere uitrol van dit project uiteindelijk tot gevolg heeft dat de kosten voor de jeugdbescherming in onze regio dalen. Dit effect is echter regionaal pas in 2019 te verwachten. Over het geheel genomen zijn de kosten in de regionale zorgmarkt inclusief PGB nagenoeg gelijk. Voor 2018 wordt een stijging verwacht van 3,0 mln. (4%). Dit wordt naast bovenstaande veroorzaakt doordat zorgaanbieders strakker sturen op het voorkomen van niet vergoede overproductie. Deze strakkere sturing is al zichtbaar geworden. Er zijn ten opzichte van vorig jaar veel meer aanbieders die een cliëntenstop hebben ingeroepen en cliënten via de Nee tenzij regeling laten instromen. De totale stijging in de prognose ten opzichte van de realisatie 2017 van de posten Regionale zorgmarkt en PGB is overigens groter dan 3,0 mln. Dit wordt veroorzaakt door de overheveling van LTA naar de regionale zorgmarkt en het niet meer opgenomen zijn van de extra kosten voor Veilig Thuis en Crisis Interventieteams in de begroting van de Serviceorganisatie in Dat in de prognose een stijging is opgenomen van 4,7 mln. voor de totale begroting van de Serviceorganisatie wordt veroorzaakt door het feit dat naast de gestegen zorgkosten van 3,0 mln. de rijksbijdrage met 1,2 mln. is afgenomen en 0,5 mln. meer wordt geïnvesteerd in de voorkant (jeugdteams), waarbij het inverdienen hiervan door een reductie van het aantal jeugdigen nog niet zichtbaar is. Aan aanbieders is gevraagd een productieopgave over de eerste 4 maanden te doen en een prognose voor 2018 aan te leveren. Aanbieders voorspellen een 1,6 mln. hoger kostenniveau dan de prognose en begrotingswijziging die in deze bestuursrapportage is opgenomen. De ervaring heeft geleerd dat een aantal aanbieders hoger prognosticeert dan hetgeen zij uiteindelijk realiseren. Ten opzichte van 2017 verdubbelen de taxikosten van 0,5 mln. naar 1,0 mln. op jaarbasis. Hiervan wordt 0,15 mln. verklaard door het feit dat het vervoer dat eerder verzorgd werd door en vergoed aan aanbieders nu via de vervoersregeling loopt. Er is nog geen oorzaak bekend voor het overige deel van de stijging. Hierbij wordt opgemerkt dat zowel het aantal / relatieve aandeel jeugdigen met een vervoersbeschikking als de kosten per jeugdige sterk verschillen per gemeente. In 2015 bedroegen de taxikosten 0,3 mln. Tegenover dit nadeel staat een voordeel van innovatiesubsidie welke in 2018 niet meer wordt verstrekt en in 2017 nog wel ( 0,5 mln.). Landelijk Transitie Arrangement (LTA) Voor het LTA wordt aangenomen dat de kosten gelijk zullen zijn aan de kosten Dit betekent een stijging van 0,5 mln. ten opzichte van de begroting. LTA aanbieders declareren doorgaans zeer laat, waardoor pas bij de productieverantwoording over het hele jaar duidelijkheid ontstaat over de omvang van de post. Van de VNG is geen informatie ontvangen over productie en prognose. Het contract wordt beheerd door de VNG. Gemeenten hebben hier beperkt invloed op. De Serviceorganisatie brengt regelmatig haar verbeterpunten in bij de VNG. Tot nu toe heeft dat zeer beperkt tot verbetering geleid. Persoonsgebonden budget (PGB) 5

46 In 2017 is gebleken dat er verdere substitutie van PGB naar zorg in natura heeft plaatsgevonden. Voor 2018 wordt verwacht dat de kosten zich op het niveau van 2017 zullen handhaven. In 2017 was er sprake van een incidentele bate over de last van 2016 van 0,3 mln. De gedeclareerde waarde over de eerste 4 maanden is 0,1 mln. hoger dan vorig jaar. Stichting Jeugdteams Deze post ontwikkelt zicht conform begroting. Ten opzichte van vorig jaar is 0,5 mln. meer aan middelen toegekend (investering in de voorkant). Serviceorganisatie De specificatie van de Serviceorganisatie is in onderstaande tabel opgenomen. Begrotingspost Begroot Begroot tm april Realisatie Realisatie- Begroot Personeelskosten eigen personeel Personeel van derden Uitbestede ICT Dienstverlening en overige ICT kosten Dienstverlening SCD Overige kosten Totale kosten De personeelskosten zijn nog niet volledig geboekt. De vaste bezetting is in lijn met de begroting. Wel is er inhuur wegens langdurige ziekte van twee medewerkers. Deze inhuur past binnen de begroting. De posten Personeel van derden loopt achter. Een deel van de kosten moet nog gefactureerd worden. Uitbestede ICT Dienstverlening en overige ICT kosten worden gedeeltelijk later in het jaar gemaakt. De post Dienstverlening SCD is nog niet gefactureerd. De post overige kosten is lager dan begroot. Deze post omvat onder meer afhandeling van bezwaarschriften, cliëntparticipatie, doorbelasting DG&J, accountantskosten. Veel van deze kosten moeten nog gefactureerd worden. De prognose voor heel het jaar is dat het budget volledig besteed wordt. 6

47 3 Bedrijfsvoering 3.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen De Serviceorganisatie heeft geen weerstandsvermogen/reserves. Tegenvallers en meevallers ten opzichte van de begroting komen, zoals opgenomen in de bijdragenverordening, ten laste c.q. ten gunste van de deelnemende gemeenten. Risicobeheersing De financiële risico's focussen zich primair op de ontwikkeling van de zorgvraag in relatie tot het budget. De begroting volgt het MJP. In het MJP is een realistische begroting opgenomen op de toen bekende zorgvraag, aangevuld met een gemeentelijke taakstelling (2018 1,4 mln. exclusief Kindertelefoon van 0,3 mln.) op de reductie van het aantal jeugdigen in regionale specialistische zorgmarkt. Deze taakstelling in 2018 van 1,4 mln. is nodig om de extra investering in de voorkant ( 0,5 mln.) en de terugloop van de rijksbijdrage ( 0,9 mln.) op te vangen. Het opnemen van een realistische begroting is hiermee de belangrijkste beheersmaatregel. Het belangrijkste resterende risico zit in het behalen van de reductiedoelstelling van (de instroom) van het aantal jeugdigen in de zorgmarkt. Op basis van de jaarrekening 2017 kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een gestegen zorgvraag. Deze heeft zich in 2017 niet gemanifesteerd in extra kosten ten opzichte van de begroting, omdat zorgaanbieders hun overproductie ( 3 mln.) niet betaald hebben gekregen en er ook enkele kleine incidentele meevallers zijn geweest in We zien nu dat aanbieders vroeger dan in 2017 een cliënten stop inroepen en een beroep doen op de Nee tenzij regeling. Voor 2018 wordt daarom een hoger kostenniveau verwacht. In deze 1 e bestuursrapportage wordt gemeenten geadviseerd rekening te houden met een risicomarge van 3 procent van de gemeentelijke bijdrage zoals die is opgenomen in de gewijzigde begroting. Binnen de Serviceorganisatie zijn alle risico's, zowel financieel als niet financieel, voor alle processen in kaart gebracht. Dit heeft geleid tot een omvangrijke lijst. Op alle risico's zijn beheersmaatregelen geformuleerd. Deze worden periodiek geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Afgezien van de financiële risico's met betrekking tot de zorgvraag hebben de overige risico's een lage uitkomst op kans maal impact. Het voert voor deze bestuursrapportage te ver om de volledige lijst met risico's en beheersmaatregelen op te nemen. 7

48 3.2 Personeelsformatie en ziekteverzuim Bezetting (eigen personeel en personeel van derden) Bezetting per 30 april 2018 (bron Cognos) fte Directie / algemeen 2,31 Inkoop en contractmanagement 3,94 Beleid 7,44 Informatievoorziening 7,44 Financien 2,89 Totaal 24,02 Verzuim Het verzuim over de eerste vier maanden is 10,8 procent. Er zijn twee langdurig zieken en 1 medewerkster is langere tijd afwezig geweest in verband met een ziekenhuisopname. 3.3 Opvolgen bevindingen accountant Er zijn geen openstaande punten. 8

49 4 Voorstellen 4.1 Begrotingswijziging 2018 Op grond van de meicirculaire wordt de begroting opgehoogd met 3,2 mln. Aanvullend hierop zijn de extra middelen van 4,7 mln. opgenomen. bedragen x Begroting 2018 Meicirculaire Extra middelen Begroting na wijziging Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Geraamd totaal Baten en lasten Mutaties reserve Geraamd totaal Resultaat De gemeentelijke bijdragen worden als volgt (op te nemen na verschijnen meicirculaire en besluit over extra middelen). 1. Stg Jeugdteams 2. Zorginkoop Extra middelen ZI Zorginkoop inclusief begrotingswijziging 3. Zorginkoop LTA 4. PGB 5. Gecertificeer de instellingen 6. Gesloten Jeugdhulp 7. Uitvoeringsk osten SOJ Totaal Alblasserdam Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Korendijk Leerdam Molenwaard Oud-Beijerland Papendrecht Sliedrecht Strijen Zederik Zwijndrecht Totaal

50 Concept voorstel Algemeen Bestuur 5 juli 2018 Onderwerp: 1 e burap 2018 Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Voorstel Er zijn twee varianten 1. Variant begrotingswijziging meicirculaire en extra middelen 2. Variant geen begrotingswijziging bij 1 burap, maar bij 2 e burap Variant begrotingswijziging meicirculaire en extra middelen 1. Kennis te nemen van de 1e Bestuursrapportage (Burap) 2018 van de Serviceorganisatie; 2. De voorgenomen begrotingswijzigingen 2018 vast te stellen en deze voor zienswijze voor te leggen aan de deelnemende gemeenteraden, met het verzoek om vóór 15 oktober 2018 de zienswijze kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur; 3. De Serviceorganisatie toe te staan om extra uitgaven te doen voor een bedrag van maximaal 7,9 miljoen ( 4,7 miljoen extra middelen en maximaal 3,2 miljoen middelen meicirculaire) om knelpunten in de zorgmarkt te kunnen oplossen, vooruitlopend op besluitvorming over de begrotingswijziging 2018; 4. In de vergadering van het Algemeen Bestuur op 15 november 2018, na weging van de ontvangen zienswijzen, te besluiten over de begrotingswijziging 2018, ad 7,9 miljoen; 5. Bij toekenning van het transformatiebudget, deze middelen op te halen bij de gemeente Dordrecht Variant nu geen begrotingswijziging bij 1 e bestuursrapportage, maar bij 2 e bestuursrapportage 1. Kennis te nemen van de 1e Bestuursrapportage (Burap) 2018 van de Serviceorganisatie; 2. De Serviceorganisatie toe te staan om extra uitgaven te doen voor een bedrag van maximaal 7,9 miljoen ( 4,7 miljoen extra middelen en 3,2 miljoen middelen meicirculaire) om knelpunten in de zorgmarkt te kunnen oplossen, vooruitlopend op definitieve begrotingswijziging die wordt verwerkt in de tweede Burap van de Serviceorganisatie; 3. Bij toekenning van het transformatiebudget, deze middelen op te halen bij de gemeente Dordrecht; Kern van de zaak Twee keer per jaar wordt het Algemeen Bestuur geïnformeerd over de uitvoering van de begroting middels een bestuursrapportage. Thans ligt de eerste bestuursrapportage voor. In de eerste bestuursrapportage worden de kostenontwikkeling, bedrijfsvoering, transformatie en de uitwerking van het Meerjarenperspectief toegelicht. Op basis van de kostenontwikkeling en de meicirculaire 2018 is een voorstel voor extra uitgaven, al dan niet vastgelegd in een begrotingswijzing, opgenomen

51 voor Gegeven het feit dat de voors en tegens in dit geval om juist wel of juist niet een begrotingswijziging voor zienswijze voor te leggen niet tot een eenduidige voorkeur bij het DB heeft geleid is ervoor gekozen twee varianten voor te leggen en daarover in het AB van 5 juli te besluiten. Hierbij wordt expliciet aan het AB voorgelegd of de gevraagde extra middelen van 4,7 mln. in aanvulling op de middelen uit de meicirculaire van 3,2 mln. in een begrotingswijziging moeten worden vastgelegd of dat later te doen bij de tweede bestuursrapportage als er meer zekerheid is over die benodigde extra middelen. Hierbij worden twee varianten voorgelegd: 1. Variant met begrotingswijziging meicirculaire en extra middelen 2. Variant nu geen begrotingswijziging bij 1 e burap, maar bij 2 e burap De afwegingen bij het nu vaststellen van een begrotingswijzing of later bij de tweede bestuursrapportage zijn als volgt. Het nu opnemen van een begrotingswijzig betekent dat de thans voorziende kostenontwikkeling formeel wordt vastgelegd en ter zienswijze wordt voorgelegd aan de raden. De raden worden daarmee in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen aan te geven. Er kan ook gewacht worden met een begrotingswijziging totdat er meer zekerheid is over de extra benodigde middelen. De kostenontwikkeling is onzeker gezien de grote instroom in de Nee tenzij regeling. In beide varianten zullen er extra middelen beschikbaar dienen te worden gesteld die door de SOJ worden gebruikt voor noodzakelijke jeugdhulp. Een besluit van het AB op 15 november op basis van de ingediende zienswijzen heeft dan materieel gezien nauwelijks effect op die reeds uitgegeven middelen aan noodzakelijke jeugdhulp. Op grond van deze argumentatie is er vorig jaar voor gekozen geen begrotingswijziging bij de eerste bestuursrapportage op te nemen, maar bij de tweede bestuursrapportage. Met deze werkwijze wordt ook voorkomen dat er eventueel twee keer in een jaar een begrotingswijziging moet worden vastgelegd. Transformatie en uitwerking programma's Meerjarenperspectief In 2017 is het meerjarenperspectief geschreven en inmiddels eind 2017, begin 2018 vastgesteld in 16 gemeenten (in Dordrecht is ervoor gekozen om het meerjarenperspectief te laten vaststellen door de nieuwe raad en het nieuwe college). Dit meerjarenperspectief is de komende jaren het kader voor de transformatie van de regionale jeugdhulp in de regio Zuid-Holland Zuid. In dit meerjarenperspectief is aan de hand van een (historische) analyse ingeschat welk bedrag in 2018 en komende jaren noodzakelijk is om alle noodzakelijke jeugdhulp te leveren in de regio Zuid- Holland Zuid. In deze berekening is er rekening mee gehouden dat door inzet van gemeenten minder jeugdigen instromen in de zorgmarkt en door inzet van de Serviceorganisatie deze jeugdigen minder lang en tegen minder kosten jeugdhulp ontvangen. Om dit te operationaliseren zijn gemeenten na vaststelling aan de slag gegaan met de lokale plannen van aanpak die uiterlijk in het derde kwartaal van 2018 gereed zijn in alle gemeenten. De Serviceorganisatie heeft de interventies die genoemd worden inmiddels vertaald in een programmaplan met daaraan gekoppeld 11 projectplannen (het programmaplan en de projectplannen zijn gedeeld met de 17 colleges en raden). Al deze projecten staan inmiddels in de steigers en de eerste resultaten van deze projecten worden in het 3e en 4e kwartaal 2018 verwacht. In het meerjarenperspectief is al aangegeven dat we er vertrouwen in hebben dat deze gedeelde inzet van gemeenten en de Serviceorganisatie effect zal hebben op de jeugdhulp, waardoor zorg effectiever en sneller kan worden ingezet en uiteindelijk minder jeugdigen gebruik zullen maken van de regionale specialistische zorgmarkt. Dit effect is echter zo kort na vaststelling van het meerjarenperspectief nog niet zichtbaar en we zien op dit moment nog geen daling van de vraag naar jeugdhulp. We zullen u in de tweede BURAP verder informeren over de projecten die door de Serviceorganisatie worden uitgevoerd.

52 Kostenontwikkeling De kosten voor de regionale zorgmarkt in de periode 2015 tot en met 2017 zijn nagenoeg gelijk, genormaliseerd voor prijsindexatie en overheveling van taken. De kosten voor de Jeugdteams en het Landelijk Transitie Arrangement (LTA) zijn in die periode wel gestegen. Dit heeft samen met de kortingen op de rijksbijdragen geleid tot een extra bijdrage van gemeenten van 5,4 mln. Hierbij wordt overigens opgemerkt dat 2,3 mln. is ingehouden voor de Lokale Impuls. De totale macrokorting van het Rijk heeft ruim 15 mln. bedragen Voor 2018 wordt een overschrijding ten opzichte van de begroting verwacht van 4,7 mln. (exclusief prijsindexatie meicirculaire). De kosten zullen hoger uitvallen dan begroot vanwege het feit dat de geplande reductie van instroom van jeugdigen in de regionale zorgmarkt zich vooralsnog niet zo ontwikkelt als gepland (nadeel 1,4 mln. voor een heel jaar bij uitblijven reductie instroom). Deze reductie van 1,4 mln. was nodig om de verlaging van de rijksbijdrage ( 0,9 mln.) en de extra middelen voor de voorkant ( 0,5 mln.) op te vangen. Daarnaast bleek de rijksbijdrage met betrekking tot de Kindertelefoon c.a. 0,3 mln. te hoog geraamd. Verder was er in 2017 sprake van een grote post aan niet vergoede overproductie ( 3,0 mln.). Zorgaanbieders zijn hier in 2018 scherper op gaan sturen en roepen eerder een cliënten stop in en doen sneller een beroep op de Nee tenzij regeling. Daarnaast stijgen de kosten van jeugdbescherming en jeugdreclassering (JB/JR) verder door en wordt er strenger gekeurd op de toegang Wet langdurige zorg (Wlz), waardoor meer kinderen worden doorverwezen naar de Jeugdwet. De financiële impact van bovenstaande wordt ingeschat op 3,0 mln. In onderstaande tabel zijn bovenstaande ontwikkelingen weergegeven. Niet reduceren taakstelling clientaantallen MJP 1,4 Lagere rijksbijdrage (Kindertelefoon) 0,3 Minder niet vergoede overproductie, JB/JR en Wlz 3,0 Totaal 4,7 Taakstelling reductie clientaantallen: Lagere rijksbijdrage 0,9 Meer middelen naar de voorkant 0,5 Totaal 1,4 De reële kostenstijging bedraagt dus 3,0 mln. De overige posten betreffen niet gehaalde reducties van het aantal jeugdigen met gespecialiseerde jeugdhulp en een niet verwerkte reductie van de rijksbijdrage. Maatregelen Gebleken is dat de maatregelen en projecten uit het Meerjarenperspectief thans nog geen zichtbaar effect laten zien. Er is daarentegen zelfs sprake van een stijgende zorgvraag in de 2 lijns gespecialiseerde jeugdhulp. Daarom zullen in de periode tussen de eerste en tweede bestuursrapportage mogelijke extra maatregelen en interventies ten opzichte van het Meerjarenperspectief worden geïnventariseerd. Deze interventies raken mogelijk de toetsingscriteria voor het verkrijgen van jeugdhulp en het stellen van harde budgettaire grenzen voor bepaalde vormen van jeugdhulp. Begrotingswijziging 2018 Meicirculaire

53 In de meicirculaire is voor prijsindexatie ,8 mln. (2,7%) opgenomen en voor extra kosten en taken 0,4 mln. In totaal 3,2 mln. Dit bedrag is als begrotingswijziging opgenomen en is neutraal voor gemeenten. Door de Serviceorganisatie zijn de tarieven van aanbieders op basis van CBS geïndexeerd (1,7%). Het verschil wordt gebruikt om de tekorten als gevolg van de gestegen zorgvraag op te vangen. Extra middelen Aanvullend op de meicirculaire zijn de extra middelen van 4,7 mln. zoals hierboven toegelicht verwerkt in de begrotingswijziging. Transformatiebudget Voor de regio ZHZ is voor de jaren jaarlijks 1,1 mln. beschikbaar uit het Transformatiefonds. Indien deze middelen worden toegekend, worden ze uitgekeerd aan de grootste gemeente in de regio, in casu de gemeente Dordrecht. Voorgesteld wordt bij toekenning deze middelen op te halen bij de gemeente Dordrecht. Argumenten Verwezen wordt naar de 1 e bestuursrapportage. Begrotingswijzigingen en gemeentelijke bijdragen Begrotingswijziging 2018 Op grond van de meicirculaire wordt de begroting opgehoogd met 3,2 mln. Aanvullend hierop zijn de extra middelen van 4,7 mln. opgenomen. bedragen x Begroting 2018 Meicirculaire Extra middelen Begroting na wijziging Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Geraamd totaal Baten en lasten Mutaties reserve Geraamd totaal Resultaat Gemeentelijke bijdragen 2018 (meicirculaire en extra middelen) 1. Stg Jeugdteams 2. Zorginkoop Extra middelen ZI Zorginkoop inclusief begrotingswijziging 3. Zorginkoop LTA 4. PGB 5. Gecertificeer de instellingen 6. Gesloten Jeugdhulp 7. Uitvoeringsk osten SOJ Totaal Alblasserdam Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Korendijk Leerdam Molenwaard Oud-Beijerland Papendrecht Sliedrecht Strijen Zederik Zwijndrecht Totaal Kanttekeningen en risico s: zie hoofdstuk 3 van de burap

54 Kosten, baten en dekking: zie begrotingswijzigingen Communicatie: n.v.t. Juridische of personele consequenties: n.v.t. Vervolgprocedure: n.v.t. Bijlagen: 1e burap 2018 SOJ Ontwerp besluit

55 CONCEPT BESLUIT ALGEMEEN BESTUUR d.d. 5 juli 2018 Variant zonder begrotingswijziging Onderwerp: 1 e burap 2018 Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid HET ALGEMEEN BESTUUR Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 14 juni 2018; Gelet op artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland Zuid; BESLUIT 1. Kennis te nemen van de 1e Bestuursrapportage (Burap) 2018 van de Serviceorganisatie; 2. De Serviceorganisatie toe te staan om extra uitgaven te doen voor een bedrag van maximaal 7,9 miljoen ( 4,7 miljoen extra middelen en 3,2 miljoen middelen meicirculaire) om knelpunten in de zorgmarkt te kunnen oplossen, vooruitlopend op definitieve begrotingswijziging die wordt verwerkt in de tweede Burap van de Serviceorganisatie; 3. Bij toekenning van het transformatiebudget, deze middelen op te halen bij de gemeente Dordrecht; Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 juli de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel H. van der Linden

56 CONCEPT BESLUIT ALGEMEEN BESTUUR d.d. 5 juli 2018 Variant met begrotingswijziging Onderwerp: 1 e burap 2018 Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid HET ALGEMEEN BESTUUR Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 14 juni 2018; Gelet op artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland Zuid; BESLUIT 1. Kennis te nemen van de 1e Bestuursrapportage (Burap) 2018 van de Serviceorganisatie; 2. De voorgenomen begrotingswijzigingen 2018 vast te stellen en deze voor zienswijze voor te leggen aan de deelnemende gemeenteraden, met het verzoek om vóór 15 oktober 2018 de zienswijze kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur; 3. De Serviceorganisatie toe te staan om extra uitgaven te doen voor een bedrag van maximaal 7,9 miljoen ( 4,7 miljoen extra middelen en maximaal 3,2 miljoen middelen meicirculaire) om knelpunten in de zorgmarkt te kunnen oplossen, vooruitlopend op besluitvorming over de begrotingswijziging 2018; 4. In de vergadering van het Algemeen Bestuur op 15 november 2018, na weging van de ontvangen zienswijzen, te besluiten over de begrotingswijziging 2018, ad 7,9 miljoen; 5. Bij toekenning van het transformatiebudget, deze middelen op te halen bij de gemeente Dordrecht Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 juli de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel H. van der Linden

57 Begrotingswijziging 2018 bedragen x Begroting 2018 Meicirculaire Extra middelen Begroting na wijziging Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Geraamd totaal Baten en lasten Mutaties reserve Geraamd totaal Resultaat Gemeentelijke bijdragen Stg Jeugdteams 2. Zorginkoop Extra middelen ZI Zorginkoop inclusief begrotingswijziging 3. Zorginkoop LTA 4. PGB 5. Gecertificeer de instellingen 6. Gesloten Jeugdhulp 7. Uitvoeringsk osten SOJ Totaal Basis begroting exclusief extra middelen Veilig Thuis en CIT Alblasserdam Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Korendijk Leerdam Molenwaard Oud-Beijerland Papendrecht Sliedrecht Strijen Zederik Zwijndrecht Totaal

58 Advies auditcommissie Aan Algemeen Bestuur, voor de vergadering van 5 juli 2018 Van Auditcommissie DG&J Datum 25 juni 2018 Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Op 21 juni 2018 heeft de Auditcommissie de stukken bij het agendapunt 9b. Eerste Burap 2018 (SOJ) besproken. Naar aanleiding van de Burap wordt aan het Algemeen Bestuur gevraagd om een keuze te maken om nu een begrotingswijziging ter zienswijze voor te leggen aan de raden of hiermee te wachten tot de 2 e Burap (november 2018). Overwegingen In de Burap is de prognose opgenomen dat er ca. 7,9 mln. aan extra middelen nodig zijn. Hiervan kan 3,2 mln. worden opgevangen vanuit de in de meicirculaire opgenomen middelen en is er aanvullend 4,7 mln. nodig. De Auditcommissie constateert dat het in de meicirculaire opgenomen bedrag voor prijsindexatie een meevaller betekent. Deze is in mindering gebracht op het geprognosticeerde tekort. Feitelijk is het tekort voor 2018 dus ca. 5,7 mln. en kan dit door het inzetten van die meevaller van ca 1 mln. worden teruggebracht naar 4,7 mln. De auditcommissie vindt dat de Burap een transparant en compleet beeld moet geven van de financiële situatie en adviseert dringend om dit soort meevallers helder en transparant in beeld te brengen voor het Algemeen Bestuur De Wet Gemeenschappelijke Regelingen (artikel 35 lid 5) stelt dat begrotingswijzigingen, naar analogie van het proces rond de begroting, worden voorgelegd aan de deelnemers en zij hun zienswijze kenbaar kunnen maken. De WGR geeft de mogelijkheid om in de Gemeenschappelijke regeling bepaalde categorieën begrotingswijzigingen hiervan af te wijken. In de GR DG&J (artikel 39) is opgenomen dat begrotingswijzingen ter zienswijze worden voorgelegd voor zover die wijzigingen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeente. Het uitstellen van het ter zienswijze voorleggen van een begrotingswijziging brengt met zich mee dat de raden hun formele rol niet kunnen invullen. Gelet op de omvang van de problematiek lijkt dat niet wenselijk.

59 De begrotingswijziging laat onverlet dat er maatregelen getroffen kunnen worden om het tekort te vermijden/verkleinen. De auditcommissie adviseert zo snel mogelijk de discussie hierover te starten. Advies De Auditcommissie adviseert om het voornemen tot begrotingswijziging voor zienswijze voor te leggen aan de raden en daarna met het verwerken van de begrotingswijzigingen niet te wachten tot de 2e Burap, maar deze in een apart voorstel ter besluitvorming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur.

60 Dordrecht, 5 juli 2018 Onderwerp: Evaluatie en bijstelling Verordening Jeugdhulp en regels Zuid-Holland Zuid Jeugdwet Agendapunt: Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Het dagelijks bestuur stelt u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1. In te stemmen met de gewijzigde Verordening Jeugdhulp en deze ter vaststelling aan te bieden aan de 17 deelnemende gemeenteraden; 2. In te stemmen met de gewijzigde Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp en deze ter vaststelling aan te bieden aan de 17 deelnemende colleges van B&W; 3. In te stemmen met de gewijzigde Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp en deze ter vaststelling aan te bieden aan de 17 deelnemende colleges van B&W. 4. In te stemmen de documenten onder 1,2 en 3 aan te bieden aan de 17 gemeenten van de gemeenschappelijke regeling ter vaststelling, waarbij de ingangsdatum wordt gesteld op 1 juli Kern van de zaak In de regio hebben we een verordening behorend bij de Jeugdwet vastgesteld, die maakt dat deze in 17 gemeenten moet worden vastgesteld. De Jeugdwet geeft ruimte aan gemeenteraden om ten aanzien van allerlei onderwerpen lokale invulling te geven maar in het kader van de solidariteit hanteren wij hiervoor een uniform format. Voorafgaand aan de invoering van de Jeugdwet in 2015 is in alle gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid hier invulling aan gegeven. Door de gemeenteraden is de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Verordening Jeugdhulp) vastgesteld en door de colleges daarbij de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Nadere regels) en de Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Beleidsregels en voor het geheel Verordening Jeugdhulp en regels). Voor nu willen wij het ontbrekende deel van die onderwerpen nader invullen. In 2015 is op basis van een evaluatie van de Verordening Jeugdhulp en regels naar voren gekomen dat kleine technische aanpassingen nodig waren (zie de bijlage 1 voor deze aanpassingen) en zijn deze aanpassingen doorgevoerd in de Verordening Jeugdhulp en regels van alle 17 gemeenten. Uit ervaring met de uitvoering van de toeleiding en toegang, door jurisprudentie en beleidsontwikkelingen werd nieuwe betekenis aan de wet gegeven. Om helderheid te krijgen welke wijzigingen nodig waren heeft de SO Jeugd een oriëntatieronde uitgevoerd door: o de Stichting Jeugdteams, uitvoering, management, ondersteuning, te vragen naar hun ervaringen bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp en regels; o de wetswijziging en jurisprudentie in kaart te brengen; o het juridisch kenniscentrum advies te vragen naar aanleiding van bezwaar- en beroepsprocedures; 1

61 o o de 'huis'advocaat van de SO Jeugd advies te vragen op basis van zijn ervaringen in procedures en ontwikkelingen in het land; de verordeningen en regels van andere gemeenten te bezien. De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat een aantal punten de Verordening Jeugdhulp en regels zeker aangepast diende te worden, namelijk: o Het verwerken van het afschaffen van de ouderbijdrage in de Jeugdwet (NB werd al niet toegepast maar staat nog wel in de verordening) o Invulling geven aan jurisprudentie: - Herstellen van de verboden delegatie: Wijze van vaststellen tarief pgb uit de nadere regels naar de verordening - Verbeteren van onderbouwing en motivering bij indicatiebesluiten o Verheldering aanvraag procedure o Toevoegen van fraudepreventie en controle o Verwerken van beleidswijzigingen - Het vervoer naar en van een jeugdhulpvoorziening is per 2018 geregeld via Stroomlijn, dit is aangepast in de betreffende artikelen; - De invoering van zorgprofielen per 2018, dit is toegevoegd aan de manier waarop een toekenning kan plaatsvinden; - De toegang tot de diagnose en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is in een artikel opgenomen. Het volledige overzicht van de wijzigingen is opgenomen in bijlage 2. Het Jeugd Ervaringen Team waarin een vertegenwoordiging van cliënten die op basis van ervaringsdeskundigheid advies geven zijn de voorgenomen wijzigingen voorgelegd en hun opmerkingen zijn verwerkt. De juristen van de gemeenten Zuid-Holland Zuid hebben advies gegeven op de tekst en opzet en deze zijn verwerkt. De wijzigingen in de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels liggen ter besluitvorming voor. Na besluitvorming door het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd worden de documenten verzonden aan de 17 gemeenten voor lokale vaststelling. Aan de gemeenten worden concept collegebesluiten en raadsbesluiten aangereikt ten behoeve van de lokale besluiten. Reeds genomen besluiten In 2014 zijn door de 17 gemeenteraden cq. de colleges de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels vastgesteld. In december 2015 is in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd ingestemd met de gewijzigde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels waarop deze in de colleges c.q. gemeenteraden van de 17 gemeenteraden begin 2016 zijn vastgesteld. Argumenten 1. Op basis van jurisprudentie is bijstelling nodig van de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels De lopende Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels zijn door de gemeenteraden c.q. colleges van de 17 gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid vastgesteld en identiek voor alle gemeenten. Deze regels bieden het kader voor de uitvoering van de toeleidings- en toegangstaak voor jeugdhulp door de jeugdprofessionals en de jeugdhulpaanbieders voor het bieden van jeugdhulp. In de afgelopen drie jaar zijn door de rechtbanken in het land diverse uitspraken gedaan inzake de lokale toepassing van de Jeugdwet, die gevolgen hebben voor onze Verordening jeugdhulp, Nadere Regels en Beleidsregels. 1. Herstellen van de verboden delegatie tarieven pgb In de stukken bij de modelverordening van de VNG was opgenomen dat de wijze waarop de tarieven voor het persoonsgebonden budget worden vastgesteld door de 2

62 gemeenteraad gedelegeerd kon worden aan het college. Dit is dan ook overgenomen in de Verordening Jeugdhulp voor de regio ZHZ. De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak 1 van 17 mei 2017 over de Wmo 2015 bepaald dat de gemeenteraad de essentialia van een voorzieningenpakket, en daartoe behoort de wijze van vaststellen van de hoogte van het pgb tarief (tariefdifferentiatie), in de verordening dient vast te leggen. Het delegeren van de bevoegdheid tot het geven van nadere regels op dit gebied aan het college is niet toegestaan. De lagere rechter heeft in twee zaken over de Jeugdwet op dezelfde wijze geoordeeld (de rechtbank Gelderland op 10 juli en Rb Overijssel (bodemzaak) op 27 september ). Gelet op de uitspraak van de Centrale Raad inzake de Wmo 2015 is het zeer waarschijnlijk dat de Centrale Raad deze lijn ook voor de Jeugdwet zal bevestigen. Dit is hersteld door in de Verordening Jeugdhulp de delegatiebepaling te verwijderen en de betreffende artikelen uit de Nadere regels onder te brengen in artikel 8 van de Verordening Jeugdhulp. 2. Onzorgvuldigheid, gebrekkige onderbouwing en motivering Een gemeente dient een besluit te nemen indien een burger hierom vraagt. Dit besluit moet zorgvuldig worden genomen en deugdelijk zijn gemotiveerd. De jeugdprofessionals, die namens het college een advies geven over of en zo ja welke jeugdhulp moet worden ingezet, moeten dit doen door een zorgvuldig onderzoek uit te voeren en het advies te motiveren. In de beroepzaken die in het land zijn gevoerd hebben rechters geconstateerd dat er een en ander schort aan een zorgvuldig onderzoek en motivering. Ook wordt aangegeven, dat het duidelijk moet zijn voor jeugdigen en ouders op welke manier het onderzoek wordt uitgevoerd. Er dient een kader beschikbaar te zijn dat duidelijkheid biedt aan de jeugdige en zijn ouder op welke wijze het onderzoek plaatsvindt. Deze situatie is ontstaan, omdat bij aanvang van de Jeugdwet de veronderstelling was dat veel vrijheid voor jeugdprofessionals bij het vaststellen van de behoefte aan jeugdhulp de ruimte bood om te komen tot adequaat maatwerk. Dit heeft echter dus de keerzijde dat deze vrijheid voor jeugdigen en zijn ouder(s) kan leiden tot onduidelijkheid en dus ook ontevredenheid hoe een afweging heeft plaatsgevonden. Het is daarom belangrijk dat er in de regels wordt aangegeven op basis van welk kader het onderzoek plaatsvindt. Dit geeft duidelijkheid aan zowel de jeugdige en zijn ouder(s) als de jeugdprofessional die het onderzoek uitvoert. Binnen dit kader maakt de jeugdprofessional de keuze welke onderwerpen wel of niet aan bod moeten komen om een volwaardig onderzoek uit te voeren dat past bij de gestelde hulpvraag. Ook is in een uitspraak van onze regio door de Rechtbank Rotterdam aangegeven, dat in het onderzoek zo nodig moet worden onderzocht of er voor het sociaal netwerk een keuze gemaakt moet worden gemaakt tussen het verlenen van jeugdhulp of het verkrijgen van een inkomen. Om hierin te voorzien is een kader aan de Verordening Jeugdhulp en regels toegevoegd, door middel van artikel 6 en 15 van de Nadere regels en artikel 1 van de Beleidsregels. 2. Onduidelijkheden in de aanvraagprocedure In de Verordening Jeugdhulp is een aantal onduidelijkheden hersteld ten aanzien van de aanvraagprocedure. Er is vastgelegd dat het onderzoek van de jeugdprofessionals vooraf gaat aan een aanvraag en waar een aanvraag voor jeugdhulp aan dient te voldoen. Hierbij is gebruik gemaakt van hoe dit is geregeld in de Wmo. Daarvoor zijn artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp en artikel 7 van de Nadere regels bijgesteld, die voorzien in een verscherping van de aanvraagprocedure. 3. Ontbreken van fraudepreventie en controle 1 ECLI:NL:CRVB:2017: ECLI:NL:RBGELD:2017: ECLI:NL:RBOVE:2017:3634 3

63 In de Jeugdwet zijn geen artikelen opgenomen ten aanzien van fraudepreventie en controle. Om deze mogelijkheid te creëren is artikel 12 aan de Verordening Jeugdhulp toegevoegd waardoor er een actief fraudebeleid kan worden gevoerd. 4. De gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid hebben besloten ook in periode gezamenlijk beleid te voeren Het voeren van gezamenlijk beleid in de regio Zuid-Holland Zuid wordt mogelijk gemaakt door het hebben van een gelijkluidend regelend kader ter uitvoering van de Jeugdwet. Vanaf de start van de Jeugdwet per 1 januari 2015 is dit als zodanig voor de regio Zuid- Holland Zuid geregeld. Om deze wijzigingen in de Verordening Jeugdhulp en regels te effecturen moeten zij door alle gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid worden vastgesteld. De 17 gemeenteraden stellen de Verordening jeugdhulp vast, de colleges van de gemeenten stellen de Beleidsregels en de Nadere regels vast. Hoewel besluitvorming naar alle waarschijnlijkheid niet tegelijkertijd plaats zal vinden, wordt wel gekozen voor 1 ingangsdatum om bij de uitvoering geen verschillen te krijgen. 5. Gecombineerde verordening sociaal domein In het land worden er initiatieven ondernomen om de verordeningen bij elkaar te brengen die moeten worden opgesteld voor het sociaal domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet, leerlingenvervoer). Voor te stellen is dat deze vraag ook lokaal wordt gesteld om hier invulling aan te geven. Het staat gemeenten vrij om de artikelen uit deze Verordening Jeugdhulp en regels op te nemen in een gecombineerde Verordening en bijbehorende regels, zolang er tekstueel geen wijzigingen worden aangebracht, die een andere uitvoering tot gevolg heeft. In de voorgestelde wijzigingen is reeds aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van de Wmo, bijvoorbeeld in de aanvraagprocedure en termijnen. Verder lijkt een gecombineerde verordening geen problemen op te leveren, omdat we zien dat bij de gecombineerde verordeningen sociaal domein naast een hoofdstuk voor algemene uitgangspunten zoals begripsbepalingen, procedures en inhoud van beschikkingen, in eigen hoofdstukken de artikelen voor de verschillende wetten zijn ondergebracht. Kanttekeningen en risico s De gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid werken samen voor de uitvoering van de Jeugdwet, doordat voor de 17 gemeenten de toeleiding en toegang door de Stichting Jeugdteams wordt uitgevoerd. De eenduidigheid in de toegang is bij de start in 2015 een voorwaarde geweest vanuit de gemeenten voor de gezamenlijke solidariteit op de kosten voor de regionale zorgmarkt. Mochten onverhoopt één of meerdere gemeenten besluiten de voorgestelde wijzigingen niet één op één over te nemen dan veroorzaakt dit een probleem in de uitvoering en daarmee de solidariteit Kosten, baten en dekking n.v.t. Communicatie De Verordening Jeugdhulp en regels worden na vaststelling door het Algemeen Bestuur verspreid onder de besturen van de 17 gemeenten ter verdere besluitvorming. Daarbij worden een concept raadvoorstel en collegevoorstel gevoegd ten behoeve van het verdere proces bij de gemeenten. 4

64 De gemeenten zijn verplicht de vastgestelde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels zelf te publiceren. Juridische of personele consequenties Het mandaatbesluit voor de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ wordt aangepast op de gewijzigde artikelnummers van de Verordening Jeugdhulp. Vervolgprocedure De 17 gemeenteraden stellen de Verordening jeugdhulp vast, de colleges van de gemeenten stellen de Beleidsregels en de Nadere regels vast. Aan de gemeenten wordt verzocht dit proces snel als mogelijk af te ronden nadat het besluit in het Algemeen Bestuur is genomen. Hoewel besluitvorming per gemeente naar alle waarschijnlijkheid niet tegelijkertijd plaats zal vinden, wordt wel gekozen voor 1 ingangsdatum met terugwerkende kracht, namelijk 1 juli Deze ingangsdatum is gekozen om bij de uitvoering geen verschillen te krijgen binnen welk kader wordt gewerkt, de uitvoeringspraktijk zo snel als mogelijk wordt bekrachtigd binnen de Verordening Jeugdhulp en regels en de verboden delegatie wordt gerepareerd. Ter informatie gaan hierbij de bijbehorende Nadere regels en Beleidsregels die door het college zijn vastgesteld. Evaluatie en verantwoording In de Verordening Jeugdhulp is opgenomen dat het beleid na vier jaar wordt geëvalueerd. 5

65 Bijlage 1 wijzigingen 2015 Verordening Jeugdhulp en regels In de Verordening Jeugdhulp is het volgende gewijzigd: - Ondersteuningsplan is gewijzigd in actieplan - In Artikel 2 EED bij algemene voorzieningen Opsomming Individuele voorzieningen is bijgesteld Vervoersvoorziening is toegevoegd In de Nadere regels het volgende gewijzigd: - In de inleiding zijn de artikelen opgenomen uit de Verordening Jeugdhulp waar nadere regels voor kunnen worden opgesteld; - De volgorde en de benaming van de hoofdstukken is gewijzigd; - De artikelen hebben een korte benaming toegevoegd gekregen; - Het hoofdstuk Uitwerking van de jeugdhulpvoorzieningen is opgenomen met daarin een artikel over het samenbrengen van voorzieningen in arrangementen en/of zorgprofielen en een artikel over de vervoersvoorziening hoofdstuk 1; - Een artikel is toegevoegd over het gebruik van de zorgovereenkomst artikel 7; - Een artikel is toegevoegd hoe de hoogte van het PGB wordt vastgesteld artikel 9; - Een artikel is toegevoegd over de vervoersregeling in combinatie met een PGB artikel 10; - Een artikel is toegevoegd met wat wordt verstaan onder de personen van het sociaal netwerk artikel 12; - Aan de eisen voor het sociaal netwerk zijn eisen ten aanzien van de kwaliteit toegevoegd artikel Als bijlage is een uitsluitingenlijst toegevoegd waarin verhelderd wordt welke vorm van zorg, ondersteuning en begeleiding niet voor vergoeding van een PGB in aanmerking komen, omdat er sprake is van een andere, voorliggende voorziening. In de Beleidsregels is het volgende toegevoegd: - een hoofdstuk is toegevoegd wat wordt verstaan onder gebruikelijke zorg, en wanneer er sprake is van meer dan gebruikelijke zorg en dat dit wordt opgenomen in het ondersteuningsplan en/of gespreksverslag hoofdstuk 1; - een hoofdstuk is toegevoegd met de regels voor de vervoersvoorziening: De toekenning, wat wordt verstaan onder een medische noodzaak en beperkingen in de zelfredzaamheid, begeleiding bij het vervoer, uitvoering van de vervoersvoorziening hoofdstuk 3. 6

66 Portefeuillehouder: Jolanda de Witte Informatie: J. Stuifzand Telefoonnummer: Bijlagen: - Verordening Jeugdhulp en toelichting - Nadere regels en toelichting - Beleidsregels en toelichting - Overzicht Wijzigingen - Aanbiedingsbrief - Concept raadsbesluit en voorstel - Concept collegebesluit en voorstel 7

67 Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Aan de gemeenteraden en colleges Van de gemeenten Zuid-Holland Zuid Postadres Postbus AJ Dordrecht T E contact@jeugdzhz.nl Dordrecht, juli 2018 Betreft: Aanbieding bijgestelde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels Geachte heer/mevrouw, Hierbij bieden wij u de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Verordening Jeugdhulp), de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Nadere regels) en de Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Beleidsregels) aan ter vaststelling in uw gemeente. Waarom? In onze regio Zuid-Holland Zuid hebben wij de unieke situatie dat de 17 gemeenten werken met dezelfde Verordening Jeugdhulp en uitvoering van de Jeugdwet. Hoewel lokaal vastgesteld hanteert elke gemeente de gezamenlijk vastgestelde uitgangspunten als onderdeel van de solidariteitsafspraken. Na drie jaar aan de slag te zijn met de uitvoering van de Jeugdwet is het nodig dat de Verordening en de regels worden aangepast aan de laatste ontwikkelingen. Oriëntatie Om helderheid te krijgen welke wijzigingen nodig waren heeft de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ (verder SO Jeugd) een oriëntatieronde uitgevoerd door: o de Stichting Jeugdteams, uitvoering, management, ondersteuning, te vragen naar hun ervaringen bij de toepassing van het regelend kader; o de wetswijziging en jurisprudentie in kaart te brengen; o het juridisch kenniscentrum advies te vragen naar aanleiding van bezwaar- en beroepsprocedures; o de 'huis'advocaat van de SO Jeugd advies te vragen op basis van zijn ervaringen in procedures en ontwikkelingen in het land; o de verordeningen en regels van andere gemeenten te bezien. Wat is aangepast? De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat op enkele punten aanpassingen wenselijk/noodzakelijk waren, namelijk:

68 o Het verwerken van het afschaffen van de ouderbijdrage De inning is landelijk reeds in de eerste helft van 2015 gestopt en is nu vervallen in de Jeugdwet. Het betreffende artikel is uit de Verordening Jeugdhulp gehaald. o Invulling geven aan jurisprudentie: o Herstellen van de verboden delegatie: Wijze van vaststellen van het tarief pgb. De betreffende artikelen zijn verplaatst van de Nadere regels naar de Verordening Jeugdhulp en de delegatiebepaling is verwijderd. De inhoudelijke afspraken zijn hetzelfde gebleven. o Verbeteren onderzoek ten behoeve van onderbouwing en motivering Bij aanvang van de Jeugdwet was de veronderstelling dat veel vrijheid voor jeugdprofessionals bij het vaststellen van de behoefte aan jeugdhulp de ruimte bood om te komen tot adequaat maatwerk. De keerzijde is, dat deze vrijheid voor de jeugdige en ouder(s) kan leiden tot onduidelijkheid en dus ook ontevredenheid hoe een afweging heeft plaatsgevonden. In de beroepzaken die in het land zijn gevoerd hebben rechters ook geconstateerd dat er een en ander schort aan een zorgvuldig onderzoek en motivering. Het moet duidelijk zijn voor jeugdigen en ouders op welke manier het onderzoek wordt uitgevoerd. Ook is in een uitspraak van een gemeente uit onze regio door de Rechtbank Rotterdam aangegeven, dat in het onderzoek zo nodig moet worden onderzocht of er voor het sociaal netwerk een keuze gemaakt moet worden gemaakt tussen het verlenen van jeugdhulp of het verkrijgen van een inkomen. Dit is toegevoegd aan het onderzoek. o Verheldering aanvraag procedure In de Verordening Jeugdhulp is een aantal onduidelijkheden hersteld ten aanzien van de aanvraagprocedure. Hierbij is gebruik gemaakt van hoe een en ander is geregeld in de Wmo. Hiertoe zijn artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp en artikel 7 van de Nadere regels bijgesteld, die voorzien in een verscherping van de aanvraagprocedure. o Toevoegen van fraudepreventie en controle Artikel 12 is toegevoegd en geeft aan hoe invulling wordt gegeven aan dit onderwerp. o Het verwerken van beleidswijzigingen: - Het vervoer naar en van een jeugdhulpvoorziening is per 2018 geregeld via Stroomlijn, dit is aangepast in de betreffende artikelen; - De invoering van zorgprofielen per 2018, dit is toegevoegd aan de manier waarop een toekenning kan plaatsvinden; - De toegang tot de diagnose en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is in een artikel opgenomen. Gecombineerde verordening Sociaal Domein In het land worden er initiatieven ondernomen om de verordeningen bij elkaar te brengen die moeten worden opgesteld voor het sociaal domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet, leerlingenvervoer). Wij hebben hier naar gekeken en hebben geconstateerd dat het in deze wijziging niet mogelijk is om al aanpassingen te doen die leiden tot een volledig gecombineerde verordening voor het sociaal domein regiobreed. Het staat gemeenten echter vrij om de artikelen uit deze Verordening Jeugdhulpen de regels op te nemen in een gecombineerde Verordening en bijbehorende regels, zolang er tekstueel geen wijzigingen worden aangebracht, die een andere uitvoering tot gevolg heeft. In de voorgestelde wijzigingen is reeds aansluiting gezocht bij de

69 uitgangspunten van de Wmo, bijvoorbeeld in de aanvraagprocedure en termijnen. De SO Jeugd kan hierbij zo nodig in meedenken. Tot slot Het voeren van gezamenlijk beleid in de regio Zuid-Holland Zuid wordt mogelijk gemaakt door het hebben van een gelijkluidend regelend kader ter uitvoering van de Jeugdwet. Vanaf de start van de Jeugdwet per 1 januari 2015 is dit als zodanig voor de regio Zuid-Holland Zuid geregeld. Om deze wijzigingen in de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels te effecturen moeten zij door alle gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid worden vastgesteld. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Het dagelijks bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid, namens deze, Jolanda de Witte Regionaal Portefeuillehouder Jeugd.

70 ONTWERP BESLUIT Nr. Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente <X>; gezien het voorstel d.d. <DATUM COLLEGEVOORSTEL INVULLEN> 2018 inzake vaststelling Verordening Jeugdhulp en regels gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet; gelet op gelet op de artikelen 2 lid 5, 4 lid 3, 5 lid 6, 7 lid 5, 8 lid 10, 16 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X>; gelet op de artikelen 1:3 lid 4 en 4:81 Algemene wet bestuursrecht; verwijzende naar <BIJV. EEN BIJLAGE OF EEN EERDER VOORGENOMEN BESLUIT>; B E S L U I T : 1. de gemeenteraad voor te stellen bijgaande Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 vast te stellen; 2. bijgaande Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 vast te stellen onder de opschortende voorwaarde dat de gemeenteraad de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 ongewijzigd vaststelt; 3. bijgaande Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 vast te stellen onder de opschortende voorwaarde dat de gemeenteraad de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 ongewijzigd vaststelt. Aldus besloten in de vergadering van <DATUM COLLEGEVERGADERING INVULLEN>. Het college van Burgemeester en Wethouders <X> secretaris <X> burgemeester

71 College voorstel Inleiding In de regio hebben we een verordening behorend bij de Jeugdwet vastgesteld, die maakt dat deze in 17 gemeenten moet worden vastgesteld. De Jeugdwet geeft ruimte aan gemeenteraden om ten aanzien van allerlei onderwerpen lokale invulling te geven maar in het kader van de solidariteit hanteren wij hiervoor een uniform format. Voorafgaand aan de invoering van de Jeugdwet in 2015 is in alle gemeenten van de regio Zuid- Holland Zuid hier invulling aan gegeven. Door de gemeenteraden is destijds de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Verordening Jeugdhulp) vastgesteld en door de colleges daarbij de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Nadere regels) en de Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Beleidsregels, als geheel refereren wij hier aan als de Verordening Jeugdhulp en regels). Voor nu willen wij het ontbrekende deel van die onderwerpen nader invullen. In 2015 is op basis van een evaluatie van de Verordening Jeugdhulp en regels naar voren gekomen dat kleine technische aanpassingen nodig waren (zie de bijlage 1 voor deze aanpassingen) en zijn deze aanpassingen doorgevoerd in de Verordening Jeugdhulp en regels van alle 17 gemeenten. Uit ervaring met de uitvoering van de toeleiding en toegang, door jurisprudentie en beleidsontwikkelingen werd nieuwe betekenis aan de wet gegeven. Om helderheid te krijgen welke wijzigingen nodig waren heeft de SO Jeugd een oriëntatieronde uitgevoerd door: o de Stichting Jeugdteams, uitvoering, management, ondersteuning, te vragen naar hun ervaringen bij de toepassing van het regelend kader; o de wetswijziging en jurisprudentie in kaart te brengen; o het juridisch kenniscentrum advies te vragen naar aanleiding van bezwaar- en beroepsprocedures; o de 'huis'advocaat van de SO Jeugd advies te vragen op basis van zijn ervaringen in procedures en ontwikkelingen in het land; o de verordeningen en regels van andere gemeenten te bezien. De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat een aantal punten het regelend kader zeker aangepast diende te worden, namelijk: De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat vanwege een aantal punten de Verordening Jeugdhulp en regels zeker aangepast dienden te worden, namelijk: o Het verwerken van het afschaffen van de ouderbijdrage in de Jeugdwet (NB werd al niet toegepast maar staat nog wel in de verordening) o Invulling geven aan jurisprudentie: - Herstellen van de verboden delegatie: Wijze van vaststellen tarief pgb uit de nadere regels naar de verordening - Verbeteren van onderbouwing en motivering bij indicatiebesluiten o Verheldering aanvraag procedure o Toevoegen van fraudepreventie en controle o Verwerken van beleidswijzigingen - Het vervoer naar en van een jeugdhulpvoorziening is per 2018 geregeld via Stroomlijn, dit is aangepast in de betreffende artikelen; - De invoering van zorgprofielen per 2018, dit is toegevoegd aan de manier waarop een toekenning kan plaatsvinden; 2

72 - De toegang tot de diagnose en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is in een artikel opgenomen. Het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd heeft ingestemd om de voorgestelde wijzigingen aan de colleges en gemeenteraden voor te leggen ter besluitvorming. Het besluit ligt voor om de Verordening Jeugdhulp en de nadere regels en de beleidsregels met alle doorgevoerde wijzigingen per 1 juli 2018 in te laten gaan 1. Deze ingangsdatum is gekozen om bij de uitvoering geen verschillen te krijgen binnen welk kader wordt gewerkt, de uitvoeringspraktijk zo snel als mogelijk wordt bekrachtigd binnen het regelend kader en de verboden delegatie wordt gerepareerd. Die voorwaarde is nodig, omdat de grondslag voor de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen in de verordening is opgenomen, die ongewijzigd door de gemeenteraad wordt vastgesteld en op deze manier geen proceduretijd verloren gaat om alle voorgestelde gewijzigde regels zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. Er is gekozen om de integrale tekst van de Verordening Jeugdhulp en regels vast te stellen en niet voor wijzigingsbesluiten vanwege het substantieel aantal wijzigingen. Reeds genomen besluiten In 2014 zijn door de 17 gemeenteraden cq. de colleges de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels vastgesteld. In december 2015 is in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd ingestemd met de gewijzigde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels waarop deze in de colleges c.q. gemeenteraden van de 17 gemeenteraden begin 2016 zijn vastgesteld. Toelichting 1. Op basis van jurisprudentie is bijstelling nodig van de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels De lopende Verordening Jeugdhulp en regels zijn door de gemeenteraden c.q. colleges van de 17 gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid vastgesteld en identiek voor alle gemeenten. Deze regels bieden het kader voor de uitvoering van de toeleidings- en toegangstaak voor jeugdhulp door de jeugdprofessionals en de jeugdhulpaanbieders voor het bieden van jeugdhulp. In de afgelopen drie jaar zijn door de rechtbanken in het land diverse uitspraken gedaan inzake de lokale toepassing van de Jeugdwet, die gevolgen hebben voor onze Verordening jeugdhulp, Nadere Regels en Beleidsregels. 1. Herstellen van de verboden delegatie tarieven pgb In de stukken bij de modelverordening van de VNG was opgenomen dat de wijze waarop de tarieven voor het persoonsgebonden budget worden vastgesteld door de gemeenteraad gedelegeerd kon worden aan het college. Dit is dan ook overgenomen in de Verordening Jeugdhulp voor de regio ZHZ. De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak 2 van 17 mei 2017 over de Wmo 2015 bepaald dat de gemeenteraad de essentialia van een voorzieningenpakket, en daartoe behoort de wijze van vaststellen van de hoogte van het pgb tarief (tariefdifferentiatie), in de verordening dient vast te leggen. Het delegeren van de bevoegdheid tot het geven van nadere regels op dit gebied aan het college is niet toegestaan. De lagere rechter heeft in twee zaken over de Jeugdwet op dezelfde wijze geoordeeld (de rechtbank Gelderland op 10 juli en Rb Overijssel (bodemzaak) op 27 september 1 Juridisch zullen de besluiten in werking treden op de dag na de bekendmaking en terugwerken tot 1 juli ECLI:NL:CRVB:2017: ECLI:NL:RBGELD:2017:3801 3

73 ). Gelet op de uitspraak van de Centrale Raad inzake de Wmo 2015 is het zeer waarschijnlijk dat de Centrale Raad deze lijn ook voor de Jeugdwet zal bevestigen. Dit is hersteld door in de Verordening Jeugdhulp de delegatiebepaling te verwijderen en de betreffende artikelen uit de Nadere regels onder te brengen in artikel 8 van de Verordening Jeugdhulp. 2. Onzorgvuldigheid, gebrekkige onderbouwing en motivering Een gemeente dient een besluit te nemen indien een burger hierom vraagt. Dit besluit moet zorgvuldig worden genomen en deugdelijk zijn gemotiveerd. De jeugdprofessionals, die namens het college een advies geven over of en zo ja welke jeugdhulp moet worden ingezet, moeten dit doen door een zorgvuldig onderzoek uit te voeren en het advies te motiveren. In de beroepzaken die in het land zijn gevoerd hebben rechters geconstateerd dat er een en ander schort aan een zorgvuldig onderzoek en motivering. Ook wordt aangegeven, dat het duidelijk moet zijn voor jeugdigen en ouders op welke manier het onderzoek wordt uitgevoerd. Er dient een kader beschikbaar te zijn dat duidelijkheid biedt aan de jeugdige en zijn ouder op welke wijze het onderzoek plaatsvindt. Deze situatie is ontstaan, omdat bij aanvang van de Jeugdwet de veronderstelling was dat veel vrijheid voor jeugdprofessionals bij het vaststellen van de behoefte aan jeugdhulp de ruimte bood om te komen tot adequaat maatwerk. Dit heeft echter dus de keerzijde, dat deze vrijheid voor jeugdigen en zijn ouder(s) kan leiden tot onduidelijkheid en dus ook ontevredenheid hoe een afweging heeft plaatsgevonden. Het is daarom belangrijk dat er in de regels wordt aangegeven op basis van welk kader het onderzoek plaatsvindt. Dit geeft duidelijkheid aan zowel de jeugdige en zijn ouder(s) als de jeugdprofessional die het onderzoek uitvoert. Binnen dit kader maakt de jeugdprofessional de keuze welke onderwerpen wel of niet aan bod moeten komen om een volwaardig onderzoek uit te voeren dat past bij de gestelde hulpvraag. Ook is in een uitspraak van onze regio door de Rechtbank Rotterdam aangegeven, dat in het onderzoek zo nodig moet worden onderzocht of er voor het sociaal netwerk een keuze gemaakt moet worden gemaakt tussen het verlenen van jeugdhulp of het verkrijgen van een inkomen. Om hierin te voorzien, is een kader aan de Verordening Jeugdhulp en regels toegevoegd, door middel van artikel 6 en 15 van de Nadere regels en artikel 1 van de Beleidsregels. 2. Onduidelijkheden in de aanvraagprocedure In de Verordening Jeugdhulp is een aantal onduidelijkheden hersteld ten aanzien van de aanvraagprocedure. Er is vastgelegd dat het onderzoek van de jeugdprofessionals vooraf gaat aan een aanvraag en waar een aanvraag voor jeugdhulp aan dient te voldoen. Hierbij is gebruik gemaakt van hoe dit is geregeld in de Wmo. Daarvoor zijn artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp en artikel 7 van de Nadere regels bijgesteld, die voorzien in een verscherping van de aanvraagprocedure. 3. Ontbreken van fraudepreventie en controle In de Jeugdwet zijn geen artikelen opgenomen ten aanzien van fraudepreventie en controle. Om deze mogelijkheid te creëren is artikel 12 aan de Verordening Jeugdhulp toegevoegd waardoor er een actief fraudebeleid kan worden gevoerd. Uitvoering van gezamenlijk beleid Het voeren van gezamenlijk beleid in de regio Zuid-Holland Zuid wordt mogelijk gemaakt door het hebben van een gelijkluidende Verordening Jeugdhulp en regels kader ter uitvoering van de 4 ECLI:NL:RBOVE:2017:3634 4

74 Jeugdwet. Vanaf de start van de Jeugdwet per 1 januari 2015 is dit als zodanig voor de regio Zuid- Holland Zuid geregeld. Om deze wijzigingen in de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels te effecturen moeten zij door alle gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid worden vastgesteld. De 17 gemeenteraden stellen de Verordening jeugdhulp vast, de colleges van de gemeenten stellen de Beleidsregels en de Nadere regels vast. Hoewel besluitvorming per gemeente naar alle waarschijnlijkheid niet tegelijkertijd plaats zal vinden, wordt wel gekozen voor 1 ingangsdatum met terugwerkende kracht, namelijk 1 juli Dit om bij de uitvoering geen verschillen te krijgen binnen welk kader wordt gewerkt en omdat dan de uitvoeringspraktijk wat betreft onder andere de aanvraagprocedure en het afwegingskader zo snel als mogelijk wordt bekrachtigd binnen de Verordening Jeugdhulp en regels en de verboden delegatie wordt gerepareerd. Gecombineerde verordening sociaal domein In het land worden er initiatieven ondernomen om de verordeningen bij elkaar te brengen die moeten worden opgesteld voor het sociaal domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet, leerlingenvervoer). Wij hebben hier naar gekeken en hebben geconstateerd dat het in deze wijziging niet mogelijk is om al aanpassingen te doen die leiden tot een volledig gecombineerde verordening voor het sociaal domein regiobreed. Het staat de gemeente echter vrij om de artikelen uit deze Verordening Jeugdhulp en regels op te nemen in een gecombineerde Verordening en bijbehorende regels, zolang er tekstueel geen wijzigingen worden aangebracht, die een andere uitvoering tot gevolg heeft. In de voorgestelde wijzigingen is reeds aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van de Wmo, bijvoorbeeld in de aanvraagprocedure en termijnen. Verder lijkt een gecombineerde verordening geen problemen op te leveren, omdat we bij voorbeelden in het land zien dat bij de gecombineerde verordeningen sociaal domein naast een hoofdstuk voor algemene uitgangspunten zoals begripsbepalingen, procedures en inhoud van beschikkingen, in eigen hoofdstukken de artikelen voor de verschillende wetten zijn ondergebracht. Kanttekeningen en risico s De gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid werken samen voor de uitvoering van de Jeugdwet, doordat voor de 17 gemeenten de toeleiding en toegang door de Stichting Jeugdteams wordt uitgevoerd. De eenduidigheid in de toegang is bij de start in 2015 een voorwaarde geweest vanuit de gemeenten voor de gezamenlijke solidariteit op de kosten voor de regionale zorgmarkt. Mochten onverhoopt één of meerdere gemeenten besluiten de voorgestelde wijzigingen niet één op één over te nemen dan veroorzaakt dit een probleem in de uitvoering. Kosten, baten en dekking n.v.t. Communicatie De gemeenten zijn verplicht de vastgestelde Verordening Jeugdhulp, de nadere regels en de beleidsregels zelf te publiceren op de daarvoor geëigende manier. Juridische of personele consequenties 5

75 Het mandaatbesluit voor de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ wordt aangepast op de gewijzigde artikelnummers van de Verordening Jeugdhulp en ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Vervolgprocedure De 17 gemeenteraden stellen de Verordening jeugdhulp vast, de colleges van de gemeenten stellen de Beleidsregels en de Nadere regels vast. Aan de gemeenten wordt verzocht dit proces snel als mogelijk af te ronden nadat het besluit in het Algemeen Bestuur is genomen. Evaluatie en verantwoording In de Verordening Jeugdhulp is opgenomen dat het beleid na vier jaar wordt geëvalueerd. 6

76 Bijlage wijzigingen 2015 Verordening Jeugdhulp gemeente <X>, de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> en de beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> In de Verordening Jeugdhulp is het volgende gewijzigd: - Ondersteuningsplan is gewijzigd in actieplan - In Artikel 2 EED bij algemene voorzieningen Opsomming Individuele voorzieningen is bijgesteld Vervoersvoorziening is toegevoegd In de Nadere regels het volgende gewijzigd: - In de inleiding zijn de artikelen opgenomen uit de Verordening Jeugdhulp waar nadere regels voor kunnen worden opgesteld; - De volgorde en de benaming van de hoofdstukken is gewijzigd; - De artikelen hebben een korte benaming toegevoegd gekregen; - Het hoofdstuk Uitwerking van de jeugdhulpvoorzieningen is opgenomen met daarin een artikel over het samenbrengen van voorzieningen in arrangementen en/of zorgprofielen en een artikel over de vervoersvoorziening hoofdstuk 1; - Een artikel is toegevoegd over het gebruik van de zorgovereenkomst artikel 7; - Een artikel is toegevoegd hoe de hoogte van het PGB wordt vastgesteld artikel 9; - Een artikel is toegevoegd over de vervoersregeling in combinatie met een PGB artikel 10; - Een artikel is toegevoegd met wat wordt verstaan onder de personen van het sociaal netwerk artikel 12; - Aan de eisen voor het sociaal netwerk zijn eisen ten aanzien van de kwaliteit toegevoegd artikel Als bijlage is een uitsluitingenlijst toegevoegd waarin verhelderd wordt welke vorm van zorg, ondersteuning en begeleiding niet voor vergoeding van een PGB in aanmerking komen, omdat er sprake is van een andere, voorliggende voorziening. In de Beleidsregels is het volgende toegevoegd: - een hoofdstuk is toegevoegd wat wordt verstaan onder gebruikelijke zorg, en wanneer er sprake is van meer dan gebruikelijke zorg en dat dit wordt opgenomen in het ondersteuningsplan en/of gespreksverslag hoofdstuk 1; - een hoofdstuk is toegevoegd met de regels voor de vervoersvoorziening: De toekenning, wat wordt verstaan onder een medische noodzaak en beperkingen in de zelfredzaamheid, begeleiding bij het vervoer, uitvoering van de vervoersvoorziening hoofdstuk 3. 7

77 Ontwerp besluit De RAAD van de gemeente X; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van <DATUM COLLEGEVERGADERING INVULLEN> 2018, kenmerk <X> ; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet; B E S L U I T : de bijgaande Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 vast te stellen. aldus besloten in de openbare vergadering van <datum> de griffier, de voorzitter,

78 Concept raadsvoorstel Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 In de regio hebben we een verordening behorend bij de Jeugdwet vastgesteld, die maakt dat deze in 17 gemeenten moet worden vastgesteld. De Jeugdwet geeft ruimte aan gemeenteraden om ten aanzien van allerlei onderwerpen lokale invulling te geven maar in het kader van de solidariteit hanteren wij hiervoor een uniform format. Voorafgaand aan de invoering van de Jeugdwet in 2015 is destijds in alle gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid hier invulling aan gegeven. Door de gemeenteraden is de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Verordening Jeugdhulp) vastgesteld en door de colleges daarbij de Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Nadere regels) en de Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente X (verder Beleidsregels, voor het geheel verder Verordening Jeugdhulp en regels). Voor nu willen wij het ontbrekende deel van die onderwerpen nader invullen. In 2015 is op basis van een evaluatie van de Verordening Jeugdhulp en regels naar voren gekomen dat kleine technische aanpassingen nodig waren (zie de bijlage 1 voor deze aanpassingen) en zijn deze aanpassingen doorgevoerd in de Verordening Jeugdhulp en regels van alle 17 gemeenten. Uit ervaring met de uitvoering van de toeleiding en toegang, door jurisprudentie en beleidsontwikkelingen werd nieuwe betekenis aan de wet gegeven. Om helderheid te krijgen welke wijzigingen nodig waren heeft de SO Jeugd een oriëntatieronde uitgevoerd door: o de Stichting Jeugdteams, uitvoering, management, ondersteuning, te vragen naar hun ervaringen bij de toepassing van het regelend kader; o de wetswijziging en jurisprudentie in kaart te brengen; o het juridisch kenniscentrum advies te vragen naar aanleiding van bezwaar- en beroepsprocedures; o de 'huis'advocaat van de SO Jeugd advies te vragen op basis van zijn ervaringen in procedures en ontwikkelingen in het land; o de verordeningen en regels van andere gemeenten te bezien. De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat een aantal punten het regelend kader zeker aangepast diende te worden, namelijk: De oriëntatieronde heeft opgeleverd dat vanwege een aantal punten de Verordening Jeugdhulp en regels zeker aangepast dienden te worden, namelijk: o Het verwerken van het afschaffen van de ouderbijdrage in de Jeugdwet (NB werd al niet toegepast maar staat nog wel in de verordening) o Invulling geven aan jurisprudentie: - Herstellen van de verboden delegatie: Wijze van vaststellen tarief pgb uit de nadere regels naar de verordening - Verbeteren van onderbouwing en motivering bij indicatiebesluiten o Verheldering aanvraag procedure o Toevoegen van fraudepreventie en controle o Verwerken van beleidswijzigingen - Het vervoer naar en van een jeugdhulpvoorziening is per 2018 geregeld via Stroomlijn, dit is aangepast in de betreffende artikelen; - De invoering van zorgprofielen per 2018, dit is toegevoegd aan de manier waarop een toekenning kan plaatsvinden; 2

79 - De toegang tot de diagnose en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is in een artikel opgenomen. Het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd heeft ingestemd om de voorgestelde wijzigingen aan de colleges en gemeenteraden voor te leggen ter besluitvorming. Het besluit ligt voor om de Verordening Jeugdhulp en de nadere regels en de beleidsregels met alle doorgevoerde wijzigingen per 1 juli 2018 in te laten gaan 1. Deze ingangsdatum is gekozen om bij de uitvoering geen verschillen te krijgen binnen welk kader wordt gewerkt, de uitvoeringspraktijk zo snel als mogelijk wordt bekrachtigd binnen het regelend kader en de verboden delegatie wordt gerepareerd. Ter informatie gaan hierbij de bijbehorende Nadere regels en Beleidsregels die door het college zijn vastgesteld, onder de opschortende voorwaarde dat de gemeenteraad de voornoemde verordening ongewijzigd vaststelt. Die voorwaarde is nodig, omdat: - de grondslag voor de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen in de verordening is opgenomen, die ongewijzigd door de gemeenteraad wordt vastgesteld en; - op deze manier geen proceduretijd verloren gaat om alle voorgestelde gewijzigde regels zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. Er is gekozen om de integrale tekst van de verordening, nadere regels en van de beleidsregels vast te stellen en niet voor wijzigingsbesluiten vanwege het substantieel aantal wijzigingen. Reeds genomen besluiten In 2014 zijn door de 17 gemeenteraden cq. de colleges de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels vastgesteld. In december 2015 is in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd ingestemd met de gewijzigde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels waarop deze in de colleges c.q. gemeenteraden van de 17 gemeenteraden begin 2016 zijn vastgesteld. Toelichting op de wijzigingen 1. Op basis van jurisprudentie is bijstelling nodig van de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels De lopende Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels zijn door de gemeenteraden c.q. colleges van de 17 gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid vastgesteld en identiek voor alle gemeenten. Deze regels biedt het kader voor de uitvoering van de toeleidings- en toegangstaak voor jeugdhulp door de jeugdprofessionals en de jeugdhulpaanbieders voor het bieden van jeugdhulp. In de afgelopen drie jaar zijn door de rechtbanken in het land diverse uitspraken gedaan inzake de lokale toepassing van de Jeugdwet, die gevolgen hebben voor onze Verordening jeugdhulp, Nadere Regels en Beleidsregels. 1. Herstellen van de verboden delegatie tarieven pgb In de stukken bij de modelverordening van de VNG was opgenomen dat de wijze waarop de tarieven voor het persoonsgebonden budget worden vastgesteld door de gemeenteraad gedelegeerd kon worden aan het college. Dit is dan ook overgenomen in de Verordening Jeugdhulp voor de regio ZHZ. De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak 2 van 17 mei 2017 over de Wmo 2015 bepaald dat de gemeenteraad de essentialia van een voorzieningenpakket, en daartoe behoort de wijze van vaststellen van de hoogte van het pgb tarief (tariefdifferentiatie), in de verordening dient vast te leggen. Het delegeren van de bevoegdheid tot het geven van nadere regels op dit gebied aan het college is niet toegestaan. De lagere rechter heeft in twee zaken over de Jeugdwet op dezelfde wijze 1 Juridisch zullen de besluiten in werking treden op de dag na de bekendmaking en terugwerken tot 1 juli ECLI:NL:CRVB:2017:1803 3

80 geoordeeld (de rechtbank Gelderland op 10 juli en Rb Overijssel (bodemzaak) op 27 september ). Gelet op de uitspraak van de Centrale Raad inzake de Wmo 2015 is het zeer waarschijnlijk dat de Centrale Raad deze lijn ook voor de Jeugdwet zal bevestigen. Dit is hersteld door in de Verordening Jeugdhulp de delegatiebepaling te verwijderen en de betreffende artikelen uit de Nadere regels onder te brengen in artikel 8 van de Verordening Jeugdhulp. 2. Onzorgvuldigheid, gebrekkige onderbouwing en motivering Een gemeente dient een besluit te nemen indien een burger hierom vraagt. Dit besluit moet zorgvuldig worden genomen en deugdelijk zijn gemotiveerd. De jeugdprofessionals, die namens het college een advies geven over of en zo ja welke jeugdhulp moet worden ingezet, moeten dit doen door een zorgvuldig onderzoek uit te voeren en het advies te motiveren. In de beroepzaken die in het land zijn gevoerd hebben rechters geconstateerd dat er een en ander schort aan een zorgvuldig onderzoek en motivering. Ook wordt aangegeven, dat het duidelijk moet zijn voor jeugdigen en ouders op welke manier het onderzoek wordt uitgevoerd. Er dient een kader beschikbaar te zijn dat duidelijkheid biedt aan de jeugdige en zijn ouder op welke wijze het onderzoek plaatsvindt. Deze situatie is ontstaan, omdat bij aanvang van de Jeugdwet de veronderstelling was dat veel vrijheid voor jeugdprofessionals bij het vaststellen van de behoefte aan jeugdhulp de ruimte bood om te komen tot adequaat maatwerk. Dit heeft echter dus de keerzijde, dat deze vrijheid voor jeugdigen en zijn ouder(s) kan leiden tot onduidelijkheid en dus ook ontevredenheid hoe een afweging heeft plaatsgevonden. Het is daarom belangrijk dat er in de regels wordt aangegeven op basis van welk kader het onderzoek plaatsvindt. Dit geeft duidelijkheid aan zowel de jeugdige en zijn ouder(s) als de jeugdprofessional die het onderzoek uitvoert. Binnen dit kader maakt de jeugdprofessional de keuze welke onderwerpen wel of niet aan bod moeten komen om een volwaardig onderzoek uit te voeren dat past bij de gestelde hulpvraag. Ook is in een uitspraak van onze regio door de Rechtbank Rotterdam aangegeven, dat in het onderzoek zo nodig moet worden onderzocht of er voor het sociaal netwerk een keuze gemaakt moet worden gemaakt tussen het verlenen van jeugdhulp of het verkrijgen van een inkomen. Om hierin te voorzien, is een kader aan het regelend kader toegevoegd, door middel van artikel 6 en 15 van de Nadere regels en artikel 1 van de Beleidsregels. 2. Onduidelijkheden in de aanvraagprocedure In de Verordening Jeugdhulp is een aantal onduidelijkheden hersteld ten aanzien van de aanvraagprocedure. Er is vastgelegd dat het onderzoek van de jeugdprofessionals vooraf gaat aan een aanvraag en waar een aanvraag voor jeugdhulp aan dient te voldoen. Hierbij is gebruik gemaakt van hoe dit is geregeld in de Wmo. Daarvoor zijn artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp en artikel 7 van de Nadere regels bijgesteld, die voorzien in een verscherping van de aanvraagprocedure. 3. Ontbreken van fraudepreventie en controle In de Jeugdwet zijn geen artikelen opgenomen ten aanzien van fraudepreventie en controle. Om deze mogelijkheid te creëren is artikel 12 aan de Verordening Jeugdhulp toegevoegd waardoor er een actief fraudebeleid kan worden gevoerd. Gecombineerde verordening sociaal domein 3 ECLI:NL:RBGELD:2017: ECLI:NL:RBOVE:2017:3634 4

81 In het land worden er initiatieven ondernomen om de verordeningen bij elkaar te brengen die moeten worden opgesteld voor het sociaal domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet, leerlingenvervoer). Wij hebben hier naar gekeken en hebben geconstateerd dat het in deze wijziging niet mogelijk is om al aanpassingen te doen die leiden tot een volledig gecombineerde verordening voor het sociaal domein regiobreed. Het staat de gemeente echter vrij om de artikelen uit deze Verordening Jeugdhulpen regels op te nemen in een gecombineerde Verordening en bijbehorende regels, zolang er tekstueel geen wijzigingen worden aangebracht, die een andere uitvoering tot gevolg heeft. In de voorgestelde wijzigingen is reeds aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van de Wmo, bijvoorbeeld in de aanvraagprocedure en termijnen. Verder lijkt een gecombineerde verordening geen problemen op te leveren, omdat we bij voorbeelden in het land zien dat bij de gecombineerde verordeningen sociaal domein naast een hoofdstuk voor algemene uitgangspunten zoals begripsbepalingen, procedures en inhoud van beschikkingen, in eigen hoofdstukken de artikelen voor de verschillende wetten zijn ondergebracht. Kanttekeningen en risico s De gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid werken samen voor de uitvoering van de Jeugdwet, doordat voor de 17 gemeenten de toeleiding en toegang door de Stichting Jeugdteams wordt uitgevoerd. De eenduidigheid in de toegang is bij de start in 2015 een voorwaarde geweest vanuit de gemeenten voor de gezamenlijke solidariteit op de kosten voor de regionale zorgmarkt. Mochten onverhoopt één of meerdere gemeenten besluiten de voorgestelde wijzigingen niet één op één over te nemen dan veroorzaakt dit een probleem in de uitvoering. Kosten, baten en dekking n.v.t. Communicatie De gemeente is verplicht de vastgestelde Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels na vaststelling zelf te publiceren op de daarvoor geëigende manier. Juridische of personele consequenties - 5

82 Bijlage wijzigingen 2015 Verordening Jeugdhulp gemeente <X>, de Nadere en regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> en de beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> In de Verordening Jeugdhulp is het volgende gewijzigd: - Ondersteuningsplan is gewijzigd in actieplan - In Artikel 2 EED bij algemene voorzieningen Opsomming Individuele voorzieningen is bijgesteld Vervoersvoorziening is toegevoegd In de Nadere regels het volgende gewijzigd: - In de inleiding zijn de artikelen opgenomen uit de Verordening Jeugdhulp waar nadere regels voor kunnen worden opgesteld; - De volgorde en de benaming van de hoofdstukken is gewijzigd; - De artikelen hebben een korte benaming toegevoegd gekregen; - Het hoofdstuk Uitwerking van de jeugdhulpvoorzieningen is opgenomen met daarin een artikel over het samenbrengen van voorzieningen in arrangementen en/of zorgprofielen en een artikel over de vervoersvoorziening hoofdstuk 1; - Een artikel is toegevoegd over het gebruik van de zorgovereenkomst artikel 7; - Een artikel is toegevoegd hoe de hoogte van het PGB wordt vastgesteld artikel 9; - Een artikel is toegevoegd over de vervoersregeling in combinatie met een PGB artikel 10; - Een artikel is toegevoegd met wat wordt verstaan onder de personen van het sociaal netwerk artikel 12; - Aan de eisen voor het sociaal netwerk zijn eisen ten aanzien van de kwaliteit toegevoegd artikel Als bijlage is een uitsluitingenlijst toegevoegd waarin verhelderd wordt welke vorm van zorg, ondersteuning en begeleiding niet voor vergoeding van een PGB in aanmerking komen, omdat er sprake is van een andere, voorliggende voorziening. In de Beleidsregels is het volgende toegevoegd: - een hoofdstuk is toegevoegd wat wordt verstaan onder gebruikelijke zorg, en wanneer er sprake is van meer dan gebruikelijke zorg en dat dit wordt opgenomen in het ondersteuningsplan en/of gespreksverslag hoofdstuk 1; - een hoofdstuk is toegevoegd met de regels voor de vervoersvoorziening: De toekenning, wat wordt verstaan onder een medische noodzaak en beperkingen in de zelfredzaamheid, begeleiding bij het vervoer, uitvoering van de vervoersvoorziening hoofdstuk 3. 6

83 Bespreking AB Toelichting Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 Artikel 1. Invulling van het onderzoek Het college is gehouden een voorziening voor jeugdhulp te treffen als de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en zijn ouder(s) ontoereikend blijken te zijn voor de vastgestelde problemen. Dit volgt uit artikel 2.3 van de wet. In de praktijk betekent dit, dat een onderzoek met plaatsvinden dat hierover uitsluitsel biedt. In de Nadere regels is een afwegingskader opgenomen wat in het onderzoek aan de orde komt. In dit artikel van de Beleidsregels worden de onderwerpen benoemd die zover als nodig tijdens het onderzoek aan bod kunnen komen. De jeugdprofessionals bepaalt op basis van de hulpvraag welke onderwerpen aan de orde dienen te komen. Bij de invulling van deze onderwerpen is niet alleen degene die het onderzoek uitvoert aan de slag. Ook van de jeugdige en zijn ouder(s) wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren bij het in kaart brengen van de aard en omvang van de problemen en de hulp, zorg en ondersteuning die daarvoor nodig is. Het kan voorkomen dat de ouder(s) (dreigend) overbelast is (zijn). Er kan jeugdhulp worden ingezet om deze overbelasting te verminderen. als er sprake is van een (dreigende) overbelasting moet(en) de ouder(s) voorrang geven aan de hulp, zorg en ondersteuning in plaats van maatschappelijke activiteiten zoals vrijwilligerswerk. Artikel 2. Algemeen dagelijkse Levensbehoeften (ADL) in het kader van persoonlijke verzorging Het bieden van persoonlijke verzorging kan aan een jeugdige worden toegekend als jeugdhulpvoorziening. Om helderheid te bieden wat onder persoonlijke verzorging onder de wet wordt verstaan, geeft dit artikel een uiteenzetting om welke handelingen het gaat. Hierbij is een onderscheid tussen handelingen die voortkomen uit een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop dit valt onder de zvw en de handelingen die voortkomen uit een tekort aan zelfredzaamheid. Voor deze laatste handelingen kan zo nodig een voorziening onder de wet worden getroffen. Dit gaat dan om handelingen die betrekking hebben op het ondersteunen en aanleren van zelfzorgvaardigheden bij kinderen met een ontwikkelachterstand en het begeleiden van de ouders hierin, het tijdelijk overnemen van verzorging door de ouders totdat de balans in het gezin weer is hersteld en het ondersteunen in de dagelijkse zorg en begeleiding van de jeugdige, zodat ouders ruimte hebben voor werk. Artikel 3. Weigering van een pgb Een pgb kan alleen worden verstrekt als de aanvrager, al dan niet met behulp van genoemde personen in artikel 10. lid 1 sub a. van de Nadere regels, in staat is zelf de taken behorende bij het pgb verantwoord uit te voeren. Om dit vast te stellen wordt een test uitgevoerd. Hiervoor kan de pgb-test worden gebruikt die door Per Saldo beschikbaar wordt gesteld. 1

84 Bespreking AB Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente <X>; gezien het voorstel d.d. <DATUM COLLEGEVOORSTEL INVULLEN> 2018 inzake vaststelling Verordening Jeugdhulp gemeente <X>, Nadere regels Jeugdhulp gemeente <X> en de Beleidsregels gemeente <X> gelet op de artikelen 1:3 lid 4 en 4:81 Algemene wet bestuursrecht B E S L U I T : vast te stellen Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> Artikel 1. Invulling van het onderzoek 1. Indien de jeugdige of zijn ouder zich melden met een hulpvraag over opvoeden en opgroeien wordt ter invulling van artikel 6 lid 2.b. van de Nadere regels Jeugdhulp gemeente <X> onderzoek gedaan naar de opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen door onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de jeugdige, de opvoeding door de ouder(s) en bepalende factoren in de omgeving, met dien verstande dat indien van toepassing: a. voor de ontwikkeling van de jeugdige voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de: 1. lichamelijke ontwikkeling (groei, eten, slapen bewegen, gezonde levensstijl); 2. verstandelijke ontwikkeling (ontwikkeling op school en in de thuissituatie); 3. emotionele ontwikkeling (thuis, op school, op straat); 4. sociale ontwikkeling (psychische en gedragsontwikkeling). b. voor de opvoeding door de ouder(s) voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de 1. basiszorg en veiligheid (veiligheid, aandacht, emotionele warmte, leermomenten, voeding, kleding, hygiëne, medische zorg en sociaal contact); 2. opvoeding (de mate waarin vragen naar tevredenheid zijn op te lossen); 3. beleving van het ouderschap (mate waarin de ouder zich competent voelt); 4. onderlinge steun tussen de ouders ( de mate van saamhorigheid tussen de ouders). c. voor de bepalende factoren in de omgeving voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de gezinsomstandigheden (huisvesting, werk, basisbehoeften) en het sociaal netwerk. d. Tijdens het onderzoek wordt vastgesteld of en zo ja welk probleem of problemen de jeugdige en/of de ouder heeft ten aanzien van het gestelde onder a, b en c. 2. Zo nodig wordt het schema 'ontwikkelingsaspecten en omgevingsinteractie' van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg gebruikt om te onderscheiden welke hulp, zorg en ondersteuning voortvloeit uit de vastgestelde problemen en stoornissen van de jeugdige dan wel normaliter behoort bij de leeftijdsfase van de jeugdige. 3. Wanneer de ouders overbelast zijn of dreigen te raken, kan jeugdhulp worden ingezet tot dat deze (dreigende) overbelasting is opgeheven, met dien verstande dat: 1

85 a. de hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige tijdelijk wordt uitgevoerd door een jeugdhulpaanbieder; b. de (dreigende) overbelasting niet wordt veroorzaakt door het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten buiten de dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige, al dan niet in combinatie met een fulltime school- of werkweek. De ouder wordt geacht de dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning met voorrang te bieden op het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten. Artikel 2. Algemeen dagelijkse Levensbehoeften (ADL) in het kader van persoonlijke verzorging Met Algemeen Dagelijkse Levensbehoeften (ADL) in het kader van persoonlijke verzorging zoals genoemd in artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp worden de activiteiten bedoeld, die gericht zijn op het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid. Hieronder wordt verstaan: 1. hulp bij eten en/of drinken; 2. persoonlijke hulp en toilet maken: mondverzorging, haarverzorging, scheren, nagels knippen, aankleden, hulp bij wassen en toiletbezoek; 3. niet zijnde persoonlijke verzorging die verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Artikel 3. Weigering van een pgb 1. Verstrekking van een voorziening in de vorm van een pgb vindt niet plaats indien is vastgesteld dat de jeugdige of zijn ouders problemen zal hebben met de aan een pgb verbonden taken en zij geen hulp kunnen ontvangen van de personen als genoemd in artikel 10 lid 1. sub a. van de Nadere regels. 2. De problemen worden vastgesteld door middel een test, zoals de pgb-test van Per Saldo. Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werken terug tot 1 juli 2018; 2. De Beleidsregels Jeugdhulp gemeente <X> laatstelijk gewijzigd/vastgesteld <kiezen wat van toepassing is> op <datum> wordt ingetrokken; 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Jeugdhulp gemeente <X> Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <X> van <datum>. de voorzitter, de secretaris, 2

86 <naam> <naam> 3

87 Bespreking AB Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <X>; Gezien het voorstel d.d. <datum collegevoorstel> 2018 inzake <onderwerp> Gelet op gelet op de artikelen 2 lid 5, 4 lid 3, 5 lid 6, 7 lid 5, 8 lid 10, 16 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X>; vast te stellen B E S L U I T de nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X> Artikel 1. Nadere invulling van jeugdhulpvoorzieningen 1. Jeugdhulp in het buitenland kan alleen aan de jeugdige worden toegekend indien de betreffende jeugdhulpaanbieder gecontracteerd is om jeugdhulp te bieden aan jeugdigen uit de regio Zuid- Holland Zuid. 2. Indien de jeugdige of zijn ouder instemmen met het onderzoek en advies van Stichting Jeugdteams, zoals verwoord in het actieplan en met in acht name van artikel 7. Lid 3 van de Verordening Jeugdhulp, wordt jeugdhulp, geleverd in Zorg in Natura, in de vorm van een zorgprofiel beschikt. Artikel 2. Vervoersvoorziening 1. Een vervoersvoorziening wordt alleen verstrekt aan de jeugdige, zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet. 2. Een vervoersvoorziening wordt alleen verstrekt ten behoeve van het vervoer van de jeugdige naar en van de locatie waar de jeugdhulp plaatsvindt. 3. Het toekennen van een vervoersvoorziening geschiedt alleen aan de jeugdige wanneer aantoonbaar is gemaakt dat er een noodzaak bestaat het tot inzetten van deze voorziening en dat bij gebrek aan deze voorziening de toegang tot jeugdhulp wordt onthouden. De noodzaak van een vervoersvoorziening wordt aannemelijk gemaakt indien: a. sprake is van een vervoersprobleem; en b. aantoonbaar is gebleken dat op eigen kracht of met hulp van ouders of andere personen uit de naaste omgeving geen oplossing voor het vervoersprobleem kan worden gevonden; en c. geen oplossing gevonden kan worden voor het vervoersprobleem door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening; en 1

88 d. sprake is van een medische noodzaak, omdat de jeugdige indien gebruik gemaakt van het openbaar vervoer of eigen vervoer, een beperking heeft met lopen, instappen of staan of indien er sprake is van desoriëntatie; of e. sprake is van beperkingen in de zelfredzaamheid, omdat: 1. de leeftijd van de jeugdige het niet toe laat zelfstandig te reizen met openbaar vervoer, nadat is aangetoond dat ouders of andere personen in de naaste omgeving niet in staat kunnen worden geacht om zorg te dragen voor begeleiding, zoals bedoeld in artikel 10; of 2. sprake is van ernstige gedragsproblemen welke reizen in het openbaar vervoer of eigen vervoer onmogelijk maken; of 3. andere redenen van niet-medische aard, die het zelfstandig of onder begeleiding reizen in het openbaar vervoer of eigen vervoer onmogelijk maken. f. door een deskundige de medische beperkingen of beperkende omstandigheden bij de jeugdige die individueel vervoer vereisen, zijn vastgesteld; g. de jeugdige of diens vertegenwoordiger medewerking hebben verleend aan het college om aantoonbaar te maken dat er sprake is van een medische noodzaak of beperking in de zelfredzaamheid. h. Onder geen enkele omstandigheid het ontbreken van financiële draagkracht van de ouder ten behoeve van de vervoerskosten wordt beschouwd als een beperking in de zelfredzaamheid. 4. De vaststelling van de noodzaak van een vervoersvoorziening, zoals gesteld in lid 3 van dit artikel, wordt uitgevoerd door de jeugdprofessionals van de Stichting Jeugdteams of de Gecertificeerde Instelling. 5. De jeugdprofessional legt de noodzaak tot inzet van de vervoersvoorziening bij een vorm van jeugdhulp vast in het actieplan, zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X>. 6. De aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door middel van een ondertekend aanvraagformulier vervoer. 7. De adressen en tijden, die door de jeugdige of zijn ouder worden aangegeven op het ondertekende aanvraagformulier vervoer, worden gebruikt voor de planning van het vervoer. Incidentele wijzigingen van deze adressen en tijden zijn in principe niet mogelijk, onder incidentele wijzigingen worden verstaan: eenmalig vervoer van of naar een andere locatie of eenmalig andere vervoerstijden; in deze gevallen zorgt de jeugdige of zijn ouder zelf voor een andere oplossing. 8. Bij een structurele en/of wezenlijke wijziging dient een nieuw aanvraagformulier door de jeugdige of zijn ouder te worden ingediend bij het jeugdteam. 9. De duur van de vervoersvoorziening is gelijk aan de duur die in de beschikking is vermeld of korter indien de betreffende individuele voorziening eerder eindigt. Artikel 3. Begeleiding in het vervoer 1. De begeleiding in het vervoer is primair de verantwoordelijkheid van de ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger(s). 2

89 2. Indien de begeleiding van de jeugdige meer dan 6 uur per dag bedraagt, kan dit redelijkerwijs niet van de ouder en/of personen uit de naaste omgeving worden verlangd. 3. Het werkzaam zijn van de (beide) ouder(s) ontheft hen niet van de primaire verantwoordelijkheid, zoals bedoeld in lid 1. Artikel 4. Uitvoering van de vervoersvoorziening 1. Het vervoer wordt uitgevoerd in de vorm van taxivervoer zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op Personenvervoer De organisatie van het taxivervoer wordt uitgevoerd door Stroomlijn B.V. Hiermee wordt in ieder geval de planning van de ritten, de inzet van de taxivervoerder en de afwikkeling van de kosten bedoeld. 3. Na toekenning van een vervoersvoorziening vindt er tussen de jeugdige en zijn ouder en Stroomlijn B.V. in ieder geval afstemming plaats over de van toepassing zijnde dagen, de haal- en brengtijden, eventueel beperkende omstandigheden van de jeugdige ten aanzien van het vervoer en de van toepassing zijnde adressen. Artikel 5. Toegang behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie De diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) is pas toegankelijk voor de jeugdige nadat de EED-specialist van het verantwoordelijk samenwerkingsverband voor de uitvoering van Passend Onderwijs van de betreffende school voor primair onderwijs of voortgezet onderwijs van oordeel is dat diagnostiek dan wel de behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie noodzakelijk is. Artikel 6. Voorwaarden aan de uitvoering van het onderzoek 1. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een onderzoek en het geven van een advies aan het college in het kader van de toegang tot een individuele voorziening jeugdhulp is neergelegd bij de jeugdprofessionals van Stichting Jeugdteams. 2. De vaststelling of de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige of zijn ouder ontoereikend zijn, op basis artikel 2.3 van de Jeugdwet en artikel 5 lid 3 van de Verordening Jeugdhulp gemeente <X>, komt tot stand op basis van een door het jeugdteam uitgevoerd onderzoek op basis van een methodische werkwijze, waarbij door het jeugdteam met de jeugdige of zijn ouder: a. in kaart wordt gebracht wat de hulpvraag is van de jeugdige en zijn ouder(s); b. wordt vastgesteld of er sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen en zo ja, welke problemen en stoornissen dat zijn; c. wordt bepaald welke hulp, zorg en ondersteuning naar aard en omvang nodig is voor de vastgestelde problemen en stoornissen, d. wordt vastgesteld of de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en hun sociaal netwerk ontoereikend zijn om zelf deze hulp, zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Hierbij wordt in ieder geval rekening gehouden met het belang van de ouder(s) om het gezin te voorzien in een inkomen, de belastbaarheid en draagkracht van de ouder(s). 3

90 3. Voor zover het onderzoek specifieke deskundigheid vereist, draagt het jeugdteam er zorg voor dat die deskundigheid is gewaarborgd en dat deze naar discipline van deskundigheid concreet kenbaar is voor de hulpvrager. 4. Indien blijkt dat de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en zijn ouder en hun sociaal netwerk ontoereikend zijn om de hulp, zorg en ondersteuning naar aard en omvang voor de vastgestelde problemen en stoornissen zelf te kunnen bieden, wordt met de jeugdige of zijn ouder nader onderzoek gedaan naar en rekening houdend met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige of zijn ouder: a. de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening; b. indien er geen gebruik gemaakt kan worden van een andere voorziening, de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een algemene voorziening; c. indien er geen gebruik gemaakt kan worden van een andere voorziening en een algemene voorziening, de mogelijkheden om een individuele voorziening te verlenen; d. de wijze waarop een mogelijk toe te kennen voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen die aan de jeugdige zijn verleend. 5. Het jeugdteam geeft op basis van het onderzoek zoals genoemd in de leden 1, 2 en 4 een advies over de in te zetten voorziening(-en) naar aard en omvang van de vastgestelde problemen. 6. Aan de jeugdige of zijn ouder wordt tijdens het gesprek, zoals genoemd in artikel 5 lid 3 van de Verordening jeugdhulp, kenbaar gemaakt en vastgelegd in het verslag dan wel actieplan welke methodische werkwijze, zoals genoemd bij lid 1 van dit artikel wordt toegepast. 7. De uitkomsten van de methodische werkwijze, zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel worden vastgelegd in het actieplan, zoals genoemd in artikel 1 en artikel 6 van de Verordening jeugdhulp. Artikel 7. Voorwaarden aan een aanvraag individuele voorziening jeugdhulp 1. Een jeugdige of zijn ouder kan een aanvraag voor een individuele voorziening indienen door middel van een ondertekend actieplan, zoals genoemd in artikel 6 van de Verordening Jeugdhulp. 2. Het actieplan bevat ten minste de onderdelen a t/m n, zoals genoemd in lid 3 van dit artikel als ook de invulling van artikel 6 lid 6 van de Nadere Regels en het advies van Stichting Jeugdteams. Dit advies gaat nader in op de hulp, zorg en ondersteuning die naar aard en omvang volgens de jeugdprofessional nodig is voor de genoemde problemen en stoornissen, in hoeverre de jeugdprofessional de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder en het netwerk toereikend achten om te voorzien in deze hulp, zorg en ondersteuning en de al dan niet in te zetten (individuele) voorziening(en). 3. Indien een jeugdige of zijn ouder geen gebruik maakt van een ondertekend actieplan voor het indienen van een aanvraag voor een individuele voorziening, zoals genoemd in artikel 6 lid 3 van de Verordening Jeugdhulp, dient de jeugdige of zijn ouder schriftelijk een aanvraag in bij het jeugdteam van deze gemeente waarbij de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens omvat: a. de voornaam/voornamen en achternaam van de betreffende jeugdige; b. de voorletter(s) en achternaam van de ouder(s) met gezag; c. het adres van de jeugdige volgens de basisadministratie personen van de gemeente; d. BSN van de jeugdige; e. een omschrijving van de hulpvraag; 4

91 f. de opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen van de jeugdige of zijn ouder in relatie tot de hulpvraag; g. welke hulp, zorg en ondersteuning naar aard en omvang naar de mening van de jeugdige of de ouder nodig is voor de genoemde problemen en stoornissen; h. waarom de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en hun sociaal netwerk ontoereikend zijn om zelf deze hulp, zorg en ondersteuning te kunnen bieden; i. waarom er geen gebruik kan worden gemaakt van een andere voorziening of een algemene voorziening; j. welke individuele voorziening wordt aangevraagd voor de genoemde problemen en stoornissen; k. indien de jeugdige of zijn ouder dit wensen, de motivatie waarom zij voor de individuele voorziening die wordt aangevraagd de inzet van een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder niet passend achten met als doel dat het college aan de jeugdige een persoonsgebonden budget verstrekt dat de jeugdige en zijn ouder in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken; l. de handtekening van de jeugdige indien deze ouder is dan 12 jaar; m. de handtekening van de ouder(s) indien de jeugdige jonger is dan 16 jaar; n. de datum waarop de aanvraag is ondertekend. Artikel 8. Voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening Het college kent een individuele voorziening uitsluitend toe indien uit het onderzoek zoals bedoeld in artikel 5 van de Verordening Jeugdhulp van deze gemeente is gebleken dat: 1. de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en van het sociale netwerk ontoereikend zijn om zelf de nodige hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige te kunnen bieden, en; 2. de jeugdige en zijn ouder geen oplossing kunnen vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening, en; 3. de jeugdige en zijn ouder geen oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een algemene voorziening. Artikel 9. Overgangsperiode Als tijdens het onderzoek zoals bedoeld in artikel 5 van de Verordening Jeugdhulp van deze gemeente blijkt dat sprake is van een vermindering van het aantal te verlenen eenheden jeugdhulp ten opzichte van de lopende beschikking voor deze jeugdige, kan bij wijze van overgangsperiode eenmalig een voorziening voor maximaal 12 weken worden verleend. Voor de overgangsperiode wordt maximaal het aantal eenheden jeugdhulp toegekend, die in de laatst afgegeven beschikking voor een gelijke periode was toegekend. Artikel 10. Levering van een individuele voorziening met een pgb 1. In aanvulling op artikel lid 4 van de Jeugdwet en artikel 8 lid 1 van de Verordening Jeugdhulp verstrekt het college alleen een individuele voorziening in de vorm van een pgb: 5

92 a. als de jeugdige of zijn ouder, al dan niet met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp in staat zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren; b. als de jeugdige of zijn ouder zich gemotiveerd op het standpunt stellen waarom zij de individuele voorziening die door middel van Zorg in Natura wordt geleverd, niet passend achten; c. als naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die de jeugdige of zijn ouder willen betrekken van een jeugdhulpaanbieder of een persoon die behoort tot het sociale netwerk, van goede kwaliteit is, zoals is gesteld in artikel 6. van de Beleidsregels voor jeugdhulpaanbieders of artikel 16. van de Nadere regels voor het sociaal netwerk en bijdraagt aan het beoogde resultaat; d. indien de jeugdige voor de gevraagde jeugdhulp bij de betreffende jeugdhulpaanbieder niet reeds Zorg in Natura ontvangt; e. indien het pgb niet wordt ingezet voor betaling van jeugdhulp geleverd en/of genoten buiten Nederland; f. er geen sprake is van een vorm van hulp, zorg of ondersteuning zoals opgenomen bijlage 1 van deze Nadere regels; g. als de individuele voorziening met als leveringsvorm een pgb niet wordt aangevraagd met een ingangsdatum in het verleden. 2. Voor het vaststellen of een voorziening voor vervoer conform Artikel 2.3 lid 2 van de Jeugdwet in samenhang met een pgb van toepassing is, wordt artikel 2 het vierde lid gehanteerd. 3. De budgethouder voert een deugdelijke administratie ten aanzien van de besteding van het pgb. Artikel 11. Kwaliteitseisen aan jeugdhulpaanbieders die worden ingezet met een pgb In aanvulling op de in hoofdstuk 4 van de Jeugdwet gestelde eisen gelden de volgende kwaliteitseisen voor jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners, die met een pgb worden ingezet: 1. Een jeugdhulpaanbieder of jeugdhulpverlener mag geen jeugdhulp bieden na onherroepelijke veroordeling, berisping en gedurende een onderzoek vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met de Jeugdwet, het Besluit en de gemeentelijke voorwaarden en beleid, misleiding, fraude en uitbuiting personeel; 2. Jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners zijn verplicht een meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling te ontwikkelen en het gebruik en kennis over deze meldcode binnen hun organisatie te bevorderen; 3. Jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners houden zich aan de voor hun beroepsgroep geldende richtlijnen, brancheafspraken en aanvullende openbare afspraken omtrent het leveren van jeugdhulp van de regio Zuid-Holland Zuid. 4. Jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners kunnen de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer de inzet van andere jeugdhulp gewenst is; 5. De jeugdhulpaanbieder of jeugdhulpverlener werkt actief samen met andere jeugdhulpverleners wanneer sprake is van een bedreiging van de veiligheid of welzijn van de jeugdige of betrokkenen. 6

93 Artikel 12. Gebruik zorgovereenkomst De jeugdige of zijn ouder zijn verplicht tot het gebruik van de zorgovereenkomsten van de Sociale Verzekeringsbank voor het vastleggen van afspraken over de te leveren jeugdhulp in het kader van het pgb. Artikel 13. Begroting met betrekking tot de besteding van het pgb Het college stelt de hoogte van het pgb vast op basis van de door de jeugdige of zijn ouder ondertekende aanvraag in de zin van artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp en een begrotingsplan. Het begrotingsplan geeft informatie over de concrete invulling en de besteding van een pgb. In het begrotingsplan worden de door de jeugdhulpaanbieder/-verlener of het sociaal netwerk in rekening gebrachte kosten per eenheid voor de individuele voorziening vermeld, het aantal af te nemen eenheden alsook voor welke problemen de betreffende jeugdhulp wordt ingezet. Artikel 14. Sociaal netwerk Onder personen van het sociaal netwerk wordt verstaan: 1. familieleden van de jeugdige of zijn ouders tot en met bloed- of aanverwantschap in de derde graad; 2. andere betrokkenen bij het gezin, zoals vrienden, buren, studenten, collega s. Artikel 15. Voorwaarden voor de inzet van het sociaal netwerk 1. Een individuele voorziening jeugdhulp ten behoeve van de inzet van het sociaal netwerk kan alleen worden toegekend, nadat is vastgesteld dat de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) ontoereikend zijn om zelf deze hulp, zorg en ondersteuning te kunnen bieden conform artikel 2.3 van de Jeugdwet en artikel 6 van de Nadere regels, waarbij tevens is vastgesteld dat: a. het hulp, zorg en ondersteuning betreft die voortvloeit uit de opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen van de jeugdige; b. de hulp, zorg en ondersteuning niet planbaar en/of uitstelbaar is en zodanig niet door een jeugdhulpaanbieder/-verlener kan worden uitgevoerd, of; c. de aard van de hulp, zorg en ondersteuning zodanig is dat deze op verzoek van de jeugdige niet door de ouders wordt geleverd, alsook niet door een jeugdhulpaanbieder/- verlener, of; d. de inzet van een jeugdhulpaanbieder/-verlener voor de betreffende hulp, zorg of ondersteuning aantoonbaar minder goed, effectief of doelmatig is; e. de persoon uit het sociaal netwerk deze hulp, zorg en ondersteuning alleen wil bieden als aan de noodzakelijke randvoorwaarde is voldaan voor wat betreft het verstrekken van een financiële vergoeding voor deze hulp, zorg en ondersteuning, omdat deze persoon uit het sociaal netwerk door het bieden van jeugdhulp aan de jeugdige zodanig verhinderd wordt, dat deze persoon zelf niet voldoende kan bijdragen aan noodzakelijk gezinsinkomen, waarbij: 7

94 i. wordt beoordeeld of de persoon uit het sociaal netwerk kan werken naast de hulp, zorg en ondersteuning die wordt geboden aan de jeugdige; ii. een deskundige vaststelt wat het noodzakelijk gezinsinkomen is op basis van de uitgaven van vergelijkbare gezinnen. Hierbij wordt het 'persoonlijk budgetadvies' van het NIBUD gebruikt voor de vaststelling van het huishouden, de gezinsinkomsten en wat een vergelijkbaar huishouden minimaal nodig heeft voor de uitgaven van het huishouden. 2. Het betrekken van de jeugdhulp van de persoon uit het sociaal netwerk voldoet aan de eisen, zoals gesteld in artikel van 16 van de Nadere regels. Artikel 16. Eisen aan het sociaal netwerk voor het betrekken van jeugdhulp Het betrekken van jeugdhulp voor een individuele voorziening van personen uit het sociaal netwerk mag uitsluitend indien zij: 1. meerderjarig zijn; 2. veilige, doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte jeugdhulp verlenen, die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of zijn ouder; 3. geen voorbehouden handelingen verrichten of handelingen die op norm van de verantwoorde werktoedeling aan een geregistreerde professional zijn voorbehouden; 4. bij de ondersteuning aan de jeugdige of zijn ouder zelf niet overbelast raken; 5. het tarief voor het sociaal netwerk conform de dan geldende pgb tarieven Zuid-Holland Zuid per eenheid ontvangen, in aansluiting op artikel 9 lid 3 van de Verordening Jeugdhulp; 6. verklaren het pgb niet te zullen gebruiken voor de betaling van tussenpersonen of belangenbehartigers; 7. aantonen daadwerkelijk in staat te zijn de toegekende jeugdhulp te verlenen; 8. op geen enkele wijze druk op de jeugdige of zijn ouder hebben uitgeoefend bij diens besluitvorming. Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werken terug tot 1 juli 2018; 2. De Nadere regels Jeugdhulp gemeente <X> laatstelijk gewijzigd/vastgesteld <kiezen wat van toepassing is> op <datum> wordt ingetrokken; 3. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp gemeente <X> Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <X> van <datum>. de burgemeester, <naam> de secretaris, <naam> 8

95 Bijlage 1 Algemene informatie Onderstaande lijst ondersteunt jeugdigen, ouders en jeugdprofessionals bij de beoordeling of de hulp, zorg en ondersteuning die jeugdige en zijn ouders wensen in te zetten een individuele voorziening jeugdhulp, jeugdhulpaanbieder of jeugdhulpverlener is, zoals deze zijn gedefinieerd in resp. artikel 2 van de Verordening Jeugdhulp en hoofdstuk 1 van de Jeugdwet. Komt een vorm van hulp, zorg of ondersteuning niet op de lijst voor, dan betekent dit niet per definitie dat deze vorm van hulp, zorg of ondersteuning kan worden toegekend. Ieder individueel geval wordt altijd afgewogen tijdens het onderzoek. De eindverantwoordelijkheid voor het toekennen of afwijzen van een voorziening ligt bij het college. Afkortingenlijst AV Zvw - Aanvullende verzekering Zorgverzekeringswet BV Zvw - Basisverzekering Zorgverzekeringswet Wlz - Wet langdurige zorg Pgb - Persoonsgebonden budget Wk - Wet kinderopvang Wmo - Wet maatschappelijke ondersteuning ZiN - Zorg in natura Legenda Omschrijving - Onderwerp dat wordt toegelicht Jeugdwet? - In principe geen jeugdhulp, tenzij onder de vermelde voorwaarden Voorwaarden - Voorwaarden voor financiering Extra informatie - Toelichting op het onderwerp Andere of algemene voorziening - Toelichting welke andere of algemene voorziening kan worden benut op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, anders dan in het kader van een individuele voorziening voortvloeiend uit de Jeugdwet. Deze andere of algemene voorziening kan niet worden gefinancierd met een persoonsgebonden budget onder de Jeugdwet. Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Acupunctuur Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Mogelijk aanvullen de zorgverze kering. informeer 9

96 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening bij de zorgverze keraar Administratie, overnemen van Nee Alarmsysteem Nee Au pair Nee, tenzij -Het jeugdteam heeft vastgesteld dat er sprake is van het bieden van jeugdhulp onder de noemer sociaal netwerk. Begeleiding bij regulier onderwijs Begeleiding via moderne media, bijvoorbeeld Skype. Nee, tenzij Nee, tenzij De au pair voldoet aan de eisen van artikel 15. Door het jeugdteam is vastgesteld dat er sprake is van een individuele voorziening jeugdhulp, namelijk begeleiding Het jeugdteam heeft vastgesteld dat Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening jeugdhulp. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een Pgb verbonden taken uit te voeren. Een au pair is een persoon van niet Nederlandse nationaliteit die participeert in een cultureel uitwisselingsprogramma. De hoofddoelstelling van het verblijf is de culturele uitwisseling en de overige werkzaamheden zijn nevenactiviteiten waarbij niet concreet is geregeld welke werkzaamheden een au pair wel of niet mag doen. Het is daardoor mogelijk dat een au pair bv. een kind met een verstandelijke beperking begeleidt met een pgb. U moet wel rekening houden met bepaalde fiscale aspecten. De SVB kan u hierover informeren. ( Te denken valt hierbij aan begeleiding bij praktijklessen als schoolzwemmen of schoolgym of bij de omgang met andere kinderen, lunchpauze en/of bij spel. De overige begeleiding is de verantwoordelijkheid van de school onder Passend Onderwijs. Ook het plannen en structureren van schoolse zaken als huiswerk is in principe de verantwoordelijkheid van de ouder. Het gaat hier bijv. om het tijdelijk ondersteunen in het aanbrengen van structuur, het stimuleren en Passend onderwijs 10

97 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Begroting, hulp bij het opstellen van een Nee er sprake is van een individuele voorziening jeugdhulp, namelijk begeleiding aanzetten tot activiteit en daardoor het uitvoeren van vaardigheden die de zelfredzaamheid bevorderen Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een pgb verbonden taken uit te voeren. Beheer pgb Nee Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een Pgb verbonden taken uit te voeren. Bemiddelingskosten Nee Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een Pgb verbonden taken uit te voeren. Bewindvoerderkoste n Nee Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een Pgb verbonden taken uit te voeren. Blindengeleidehond Nee Er is sprake van een andere voorziening Braille training Nee Er is sprake van een andere voorziening Buitenschoolse of Nee Er is sprake van een andere naschoolse opvang voorziening BV Zvw BV Zvw Wk Cadeau voor zorgverlener Nee Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. 11

98 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Computer, aanpassingen en onderhoud Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Consumpties Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Cursus zorgverlener Nee Eigen verantwoordelijkheid zorgverlener Cursus/training opvoeden en opgroeien voor ouders/verzorgers in groepsverband, collectieve voorziening Cursus voor een jeugdige Detentie van een jeugdige, jeugdhulp bij Dieren, therapie met / begeleiding met, begeleiding bij verzorging van. Dier wordt als middel Nee Nee, tenzij Nee Nee, tenzij Nee Nee, tenzij Er sprake is van jeugdhulp voor het omgaan met gedragsproble men en het aanleren van opvoedvaardigheden Er sprake is van een individuele training gericht op het omgaan met psychosociale of psychische problemen Een jeugdhulpverlen er gebruik maakt van dieren bij de begeleiding Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Dit wordt geboden door een andere of algemene voorziening, bijvoorbeeld CJG, jeugdgezondheidszorg of jeugdteam Geen individuele voorziening onder artikel 2, Verordening jeugdhulp. Dit wordt geboden door een andere, voorliggende voorziening, bijvoorbeeld CJG, jeugdgezondheidszorg Als een jeugdige in detentie is dan valt hij/zij onder Justitie en wordt geen jeugdhulp onder de Jeugdwet ingezet. Dieren zijn geen jeugdhulpverlener zoals genoemd in de jeugdwet. 12

99 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening gebruikt om een doel te bereiken. en/of ondersteuning Doventolk Nee Menzis regelt de vergoeding van Zvw doventolkuren in privésituaties, ongeacht waar de jeugdige is verzekerd. Zie: l/web/consumenten/zorgnodig/ DoventolkZorg.htm Entreegeld jeugdige Nee Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de bekostiging van Entreegeld bij begeleiding van de jeugdige Evaluatiegesprek zorgverleners Familiebezoek, begeleiding bij Nee Nee Nee Feuerstein methode Nee, tenzij Onderdeel van een behandelplan van een jeugdhulpaanbi eder Fitness (medische -, fysio - ) Nee vrijetijdsbesteding. Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de (bekostiging van) begeleiding bij vrijetijdsbesteding. Evalueren is onderdeel van de te leveren zorg en maakt daarmee onderdeel uit van de gewerkte zorguren van de zorgverlener. Zie ook Overheadkosten. Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de begeleiding bij familiebezoek. Vorm van psychosociale hulpverlening waarbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de cliënt Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Er is mogelijk een andere voorziening Mogelijk aanvullen de zorgverze kering, informeer bij uw zorgverze keraar AV Zvw 13

100 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Gesprekken instanties, overnemen van Gratificatie zorgverlener Homeopathie/ homeopathisch arts Huiswerkbegeleiding basisonderwijs en voortgezet onderwijs Hulphonden Nee Nee Nee Nee Nee - Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp. Dit is een algemene voorziening, die wordt geboden door het jeugdteam. Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Er is sprake van een andere voorziening Zie ook blindegeleidehond Jeugdtea m Mogelijk AV Zvw BV Zvw Hulpmiddelen (zoals protheses, speciaal schoeisel, rolstoel) Jeugdhulp buiten Nee, tenzij Nee Nee De jeugdhulpverlen er gebruik maakt van dieren bij de begeleiding en/of ondersteuning Dieren zijn geen jeugdhulpverlener zoals genoemd in de jeugdwet. Er is sprake van een andere voorziening Nederland Kerstpakket Nee Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Kinderopvang kind jeugdhulpverlener Nee Er is sprake van een andere voorziening Kinderopvang, Nee Er is sprake van een andere dagverblijf, babysit, voorziening crèche Leermiddelen, Nee Er is sprake van een andere (aangepast) voorziening Lesgeld / contributie Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de BV/AV Zvw Wk Wk Passend onderwijs 14

101 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening jeugdige te voorzien in de bekostiging van vrijetijdsbesteding. Logeeropvang Nee, tenzij Er sprake is van kortdurend Maximaal 3 etmalen per week verblijf Lotgenotencontact Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Manicure Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Massage Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Mediërend leren Nee Er is sprake van een andere voorziening. Het betreft aanleren schoolse vaardigheden. Meditatieve ontwikkeling Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Middelen Nee Dit zijn tastbare goederen, die nodig zijn bij het verlenen van jeugdhulp Mondhygiënist Nee Er is sprake van een andere voorziening Muziekles Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de bekostiging van vrijetijdsbesteding. Neurofeedback Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Neurolinguïstisch programmeren (NLP) Dagbesteding ter vervanging van onderwijs Nee Nee, tenzij -De jeugdige niet meer terugkeert in het onderwijs Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp -Dit betreft jeugdigen die op leerplichtige leeftijd uitstromen uit het onderwijs veelal met een leerplichtontheffing. Passend Onderwijs BV Zvw -Dagbesteding (tijdelijk) wordt -De jeugdige krijgt een persoonlijk plan in de vorm van 15

102 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Opvang budgethouder (= ouder/verzorger van de jeugdige ) Overheadkosten van de jeugdhulpverlener Nee Nee ingezet voor het bereiken van doelen voortkomend uit problemen en/of stoornissen van de jeugdige Paardrijden Nee, tenzij Een jeugdhulpverlen er gebruik maakt van dieren bij de begeleiding en/of ondersteuning Pastorale Nee hulpverlening een onderwijs/zorgarrangement waar dagbesteding onderdeel van uitmaakt. De dagbesteding wordt specifiek ingezet om de jeugdige te laten werken aan doelen voortkomend uit problemen en/of stoornissen ten behoeve van terugkeer in het (speciaal) onderwijs. Er is sprake van een andere voorziening Is een integraal onderdeel van het uurtarief van de jeugdhulpverlener, deze kosten kunnen niet separaat worden gedeclareerd Dieren zijn geen jeugdhulpverlener zoals genoemd in de jeugdwet. Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Patiëntenvereniging, Nee bijdrage Pedicure Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Personal trainer Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Plannen en structureren Nee, tenzij Er door het jeugdteam is vastgesteld dat er sprake is van individuele begeleiding voor het aanleren van algemene plannings- en Wmo 16

103 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening structureringsvaardigheden van de dag of week in zijn totaliteit. Reiskosten van de jeugdige naar en van de jeugdhulpinstelling Nee Zie de vervoersregeling op de website van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Reiskosten woonwerkverkeer jeugdhulpverlener Nee Reiskosten woon-werkverkeer van jeugdhulpverlener zijn voor eigen rekening Remedial teaching Nee Er is sprake van een andere Respijtzorg Nee, tenzij Door het jeugdteam is vastgesteld dat er sprake is van (dreigende) overbelasting van de ouder door de zorg voor een jeugdige met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, en/of een psychiatrische of somatische aandoening Sport, begeleiding Nee bij sport en begeleiding middels sport voorziening Jeugdhulp, die in dit kader die vergoed kan worden uit een pgb is begeleiding, dagbesteding of kortdurend verblijf bij een aanbieder of bij het sociale netwerk, niet zijnde het eigen gezin. Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp. Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de bekostiging van en begeleiding bij vrijetijdsbesteding. Er is sprake van een andere voorziening Stage, begeleiding Nee bij Studiebegeleiding Nee Uitstapje jeugdige Nee Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de Passend onderwijs Onderwijs 17

104 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening jeugdige te voorzien in de bekostiging van en begeleiding bij vrijetijdsbesteding. Uitstapjes school, begeleiding bij Nee, tenzij Door het jeugdteam is vastgesteld er sprake is van een vorm van jeugdhulp, zijnde begeleiding. Er moet sprake zijn van begeleiding. De uitstapjes zelf mogen niet uit het pgb betaald worden. Vakantie(kamp) jeugdige Nee Geen individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp Verpleging Nee Er is sprake van een andere Verslaglegging, rapportage, administratieve Handelingen Vervoer van en naar school van de jeugdige Vervoer van school naar een buitenschoolse/ naschoolse opvanginstelling van een jeugdige Vervoerskosten van een jeugdige van en/of naar de locatie van een Nee Nee Nee Nee voorziening Is een integraal onderdeel van het uurtarief van de jeugdhulpverlener, deze kosten kunnen niet separaat worden gedeclareerd Er is sprake van een andere voorziening Er is sprake van een andere voorziening. Vervoer moet worden geregeld via de buitenschoolse /naschoolse opvanginstelling Zie de vervoersregeling op de website van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ. jeugdhulpaanbieder Video home training Nee Geen losstaande individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp. Maakt onderdeel uit van een behandeling. Vrijetijdsbesteding, vergoeding van Nee Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in vrijetijdsbesteding. Wlz, Zvw Leerlinge n vervoer via gemeente Wk 18

105 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening Vrijetijdsbesteding, begeleiding bij Vrijwilligersvergoedi ng Weerbaarheidstraini ng Werving zorgverlener Nee Nee Nee Nee Begeleiding bij vrijetijdsbesteding mag niet vanuit het Pgb jeugdhulp gefinancierd worden wanneer het doel participatie en recreatie is. Mee gaan met winkelen kan bijv. niet vanuit het pgb gefinancierd worden. Geen losstaande individuele voorziening jeugdhulp onder artikel 2, Verordening jeugdhulp. Maakt onderdeel uit van een behandeling. Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Woningaanpassing Nee Er is sprake van een andere voorziening Zorgplan / werkplan Nee / overeenkomsten opstellen Zorgverleners uit het buitenland Nee, tenzij aan de voorwaarden wordt voldaan die de overheid stelt aan deze werknemers. Op grond van de nadere regels kan een pgb alleen worden aangewend ten behoeve van een individuele voorziening. Daarbij moet de jeugdige of zijn ouder zelf in staat zijn de aan een Pgb verbonden taken uit te voeren. Meer informatie over buitenlanders die in Nederland zorg verlenen vindt u op : erwerpen/nieuw-innederland/vergunningenbuitenlandse-werknemers Zwembad entree Nee Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de bekostiging van vrijetijdsbesteding. Zie ook de invulling van gebruikelijke zorg op de website van de Serviceorganisatie Zwemles Nee Het eigen netwerk van de jeugdige wordt geacht de jeugdige te voorzien in de bekostiging van Wmo 19

106 Omschrijving Jeugdwet? Voorwaarden Extra informatie Andere voor - ziening vrijetijdsbesteding. Zie ook de invulling van gebruikelijke zorg op de website van de Serviceorganisatie 20

107 Bespreking AB Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 De raad van de gemeente <X>; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van <X> met nummer <X>; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet; gezien het advies van <naam commissie>; overwegende dat 1. het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouder en de jeugdige zelf ligt; ouders worden geacht de tot hun gezin behorende jeugdige(n) dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning te bieden ook als er sprake is van een jeugdige met een ziekte, aandoening of beperking; 2. de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft gelegd; 3. het op grond van de Jeugdwet noodzakelijk is hieromtrent regels vast te stellen: a. over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en algemene voorzieningen; b. over de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening; c. over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen; d. over de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de Jeugdwet wordt vastgesteld; e. voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet; f. over de wijze waarop ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de Jeugdwet; g. ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan. Daarbij wordt rekening gehouden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden; h. over onder welke voorwaarden de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente <X> Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: 1

108 Bespreking AB actieplan: algemene voorziening: andere voorziening: familiegroepsplan: individuele voorziening: jeugdhulp: jeugdhulpaanbieder: jeugdige: plan opgesteld door een jeugdprofessional in het kader van de toegang tot jeugdhulp; de vrij-toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening, waarvoor geen beschikking door het college wordt afgegeven; voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, anders dan in het kader van de Jeugdwet; als bedoeld in artikel 1.1 van de wet; hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren; een op de jeugdige of zijn ouder toegesneden, niet vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid van deze verordening, waarvoor het college een beschikking afgeeft; als bedoeld in artikel 1.1 van de wet; 1. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen; 2. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en 3. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht; 1. natuurlijke persoon die, het verband van natuurlijke personen dat of de rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp doet verlenen onder verantwoordelijkheid van het college; 2. solistisch werkende jeugdhulpverlener onder verantwoordelijkheid van het college als bedoeld in artikel 1.1. van de wet; persoon die: 1. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, 2

109 Bespreking AB 2. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of 3. de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van deze wet: is bepaald dat de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel 1, waarvan de verlening was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, noodzakelijk is; vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar is bepaald dat jeugdhulp noodzakelijk is, of is bepaald dat na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is; als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, en die woonachtig is in de gemeente; jeugdprofessional: jeugdteam: hulpvraag: ouder: pgb: vertrouwenspersoon: wet: zorgprogramma: zorgprofiel: een medewerker in dienst van de Stichting Jeugdteams; een op gebiedsniveau georganiseerd, multidisciplinair team van medewerkers van jeugdhulpaanbieders dat de hulpvraag voor jeugdhulp van de jeugdige of zijn ouder als algemene voorziening afhandelt; behoefte van een jeugdige of zijn ouder aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet. de gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder; als bedoeld in artikel 1.1 van de wet; persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige, dat de jeugdige in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken; vertrouwenspersoon als bedoeld in artikel 2.6 lid 2 van de wet; Jeugdwet; set van een aantal samenhangende voorzieningen jeugdhulp beschrijving van aard en ernst van problematiek van de jeugdige en zijn ouder en doel(-en) waarvoor jeugdhulp wordt ingezet Artikel 2. Vormen van jeugdhulp 1. De gemeente biedt als algemene voorziening: 3

110 Bespreking AB 1. Jeugdhulp geleverd door het jeugdteam; 2. Behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. 2. De gemeente biedt als individuele voorziening: 1. Individuele voorzieningen jeugdhulp: a. Begeleiding: hulp en ondersteuning ter bevordering van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, zoals beschreven in artikel 10.1 lid 1.a. van de wet; b. Persoonlijke verzorging: gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), zoals beschreven in artikel lid 1.d. van de wet; c. Jeugd- en opvoedondersteuning op locatie bij de jeugdige: hulp en ondersteuning bij psychosociale en/of gedragsproblemen bij de jeugdige en/of opvoedingsproblemen bij de ouder op locatie bij de jeugdige; d. Jeugd- en opvoedondersteuning op locatie van de aanbieder: hulp en ondersteuning bij psychosociale en/of gedragsproblemen bij de jeugdige en/of opvoedingsproblemen bij de ouder op locatie bij de aanbieder; e. Behandeling (l)vb: behandelen van problemen vanwege een (licht) verstandelijke beperking; f. Generalistische Basis GGZ: behandeling van psychische problemen met een laag tot matig risico; g. Specialistische GGZ: behandeling van psychi(atri)sche problemen met een hoog risico; h. Dagbesteding: vervangende daginvulling voor onderwijs of werk met een therapeutisch doel; i. Kortdurend verblijf: verblijf op locatie van de aanbieder voor maximaal 3 etmalen per week zoals beschreven in artikel 10.1 lid 1.c van de wet; j. Beschermd wonen en opvang: begeleid wonen in een instelling of wooninitiatief vanwege psychische en/of psychosociale problematiek; k. Pleegzorg: wonen in een pleeggezin; l. Verblijf in een gezinsvervangende voorziening: wonen in een instelling zoveel mogelijk gelijkend op een gezinssituatie; m. Verblijf in een residentiële voorziening: wonen in een jeugdhulpinstelling; n. Gesloten plaatsing in een voorziening: wonen in een jeugdhulpinstelling met vrijheid beperkende maatregelen in de zin van hoofdstuk 6 van de wet. 2. Andere individuele voorzieningen: Vervoersdiensten: vervoer naar en van een locatie waar jeugdhulp door een jeugdhulpaanbieder wordt geboden. 3. Bij de individuele voorzieningen, zoals benoemd in lid 2 sub 1 van dit artikel, kan vervoer van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, worden toegekend, voor zover het naar het oordeel van het college noodzakelijk wordt geacht in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid van de betreffende jeugdige. 4. Uitgezonderd een gesloten plaatsing kan jeugdhulp in de vorm van zorg in natura zo nodig aan een jeugdige worden toegekend in de vorm van een zorgprofiel en als zodanig worden vastgelegd in de beschikking als genoemd in artikel 10 van deze Verordening Jeugdhulp. 5. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de vormen van jeugdhulp en de uitwerking daarvan. Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts 4

111 Bespreking AB 1. Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder met een contract voor de levering van jeugdhulp met de regio Zuid-Holland Zuid. 2. Het college legt de inzet van de betreffende jeugdhulp door een jeugdhulpaanbieder na een verwijzing zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel op verzoek van de jeugdige of zijn ouder vast in een beschikking als bedoeld in artikel 10. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via het college 1. De jeugdige of zijn ouder met een hulpvraag over opvoeden en opgroeien kunnen zich rechtstreeks wenden tot een algemene voorziening. 2. De jeugdige of zijn ouder met een hulpvraag kunnen bij het college een aanvraag indienen om een besluit te nemen voor een individuele voorziening conform artikel Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de toegang tot jeugdhulp. Artikel 5. Onderzoek 1. Indien een jeugdige of zijn ouder zich meldt met een hulpvraag over opvoeden en opgroeien, niet zijnde een hulpvraag die leidt tot een eenmalig advies, voert het college zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na de melding, een onderzoek uit overeenkomstig lid 2 tot en met lid 5. Het college bevestigt de ontvangst van de melding. 2. Het college onderzoekt in een gesprek of gesprekken met de jeugdige of zijn ouder of de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder ontoereikend zijn om hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige te bieden naar aard en omvang voor de tijdens het onderzoek vastgestelde problemen en stoornissen. 3. Het college verzamelt voorafgaand aan of tijdens het gesprek, zoals bedoeld in het vorige lid, in overleg met de jeugdige of zijn ouder de noodzakelijke en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. 4. De jeugdige of zijn ouder verstrekken aan het college voorafgaand aan of tijdens het gesprek, zoals bedoeld in lid 2, alle overige gegevens, die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouder verstrekken in ieder geval een identificatiedocument van de jeugdige als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage. 5. Het college informeert de jeugdige of zijn ouder over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken. 6. De jeugdige of zijn ouder kunnen een second opinion aanvragen bij een jeugdprofessional van het jeugdteam, anders dan de behandelend medewerker of een ander jeugdteam uit de regio Zuid-Holland Zuid, onverminderd de mogelijkheden van bezwaar en beroep. 7. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het onderzoek en de uitwerking daarvan. 5

112 Bespreking AB Artikel 6. Verslag en actieplan 1. Het college maakt een verslag over de uitkomsten van het onderzoek en neemt daarin de afspraken op in verband met de besproken hulpvraag. 2. Het verslag wordt uiterlijk binnen zes weken na het laatste gesprek met het jeugdteam aan de jeugdige of zijn ouder overhandigd, tenzij zij ondubbelzinnig kenbaar hebben gemaakt geen verslag te wensen. 3. Indien het onderzoek leidt tot de aanvraag van een individuele voorziening wordt binnen zes weken na het laatste gesprek over de uitkomsten van het onderzoek een actieplan opgesteld. Bij de opstelling van het actieplan wordt, bij de aanwezigheid daarvan, het familiegroepsplan betrokken. 4. Opmerkingen of aanvullingen van de jeugdige of zijn ouder worden aan het verslag of actieplan toegevoegd. Artikel 7. Indienen aanvraag individuele voorziening jeugdhulp 1. De aanvraag voor een individuele voorziening jeugdhulp kan niet eerder worden ingediend dan nadat de jeugdprofessional een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek in de vorm van het actieplan of een verslag aan de jeugdige of zijn ouder heeft verstrekt, tenzij het onderzoek niet is uitgevoerd binnen de in artikel 5, lid 1 genoemde termijn of het actieplan niet is opgesteld binnen de in artikel 6 lid 3 genoemde termijn. 2. De jeugdige of zijn ouder dient een aanvraag voor een individuele voorziening jeugdhulp schriftelijk in bij het college. 3. Een door de jeugdige of zijn ouder ondertekend actieplan, als bedoeld in artikel 6, wordt door het college als aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd. 4. Het college legt de beslissing op de aanvraag voor een individuele voorziening vast in een beschikking als bedoeld in artikel Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de voorwaarden aan de aanvraag, voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en het afwegingskader bij een individuele voorziening. Artikel 8. Regels voor de levering van een individuele voorziening met een pgb 1. Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel van de wet en legt dit vast in een beschikking als bedoeld in artikel De hoogte van het pgb wordt vastgesteld per individuele voorziening. 3. De hoogte van een pgb wordt vastgesteld op basis van maximaal 100% van het totaal aantal eenheden (uren, dagdelen, trajecten, etc.) dat in de verleende periode van de betreffende individuele voorziening gebruik gemaakt gaat worden. 6

113 Bespreking AB 4. De hoogte van het pgb-tarief per eenheid van een gespecificeerde vorm van een individuele voorziening bedraagt maximaal 100% van het laagste gecontracteerde tarief van deze voorziening in Zuid-Holland Zuid van de in de betreffende situatie adequate en minst kostbare voorziening in natura. 5. Jeugdhulp kan worden betrokken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk als is vastgesteld dat deze persoon behoort tot het sociaal netwerk van de jeugdige, er tevens is afgewogen of de inzet van het sociaal netwerk passend is gezien de opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen van de jeugdige of zijn ouder en is voldaan aan de eisen die worden gesteld aan de inzet van het sociaal netwerk. 6. In afwijking van het bepaalde in het vierde lid, is het uurtarief voor de inzet van het sociaal netwerk als bedoeld in artikel lid 3 van de wet, maximaal 20 euro. 7. Voor de vaststelling van het pgb worden de tarieven gehanteerd ten tijde van de aanvraag van de individuele voorziening. 8. Aan het pgb wordt geen bedrag toegevoegd welke niet terug te leiden is tot de inzet van een individuele voorziening. 9. De tarieven voor jeugdhulp voor levering met een pgb (pgb tarieven) Zuid-Holland Zuid worden gepubliceerd op de website van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ. 10. Het college kan nadere regels stellen a. onder welke voorwaarden een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt verstrekt; b. ten aanzien van bepaling wie tot het sociaal netwerk behoort, de voorwaarden en de eisen aan de inzet van het sociale netwerk. Artikel 9. Bijstorting kosten Indien de jeugdige of zijn ouder jeugdhulp wil betrekken van een jeugdhulpaanbieder welke hogere kosten per eenheid jeugdhulp in rekening brengt dan de maximaal vastgestelde pgb tarieven Zuid- Holland Zuid welke voortvloeien uit artikel 8, dan wordt het pgb slechts verleend indien de jeugdige of zijn ouder aangeeft deze extra kosten voor eigen rekening te nemen. Dit wordt vastgelegd in het actieplan. Artikel 10. Inhoud beschikking 1. In de beschikking tot toekenning van een individuele voorziening wordt ten minste aangegeven of de voorziening in natura wordt verleend of als pgb wordt verstrekt. 2. Bij het verlenen van een voorziening in natura wordt in de beschikking ten minste vastgelegd: a. op basis van welk advies of verwijzing de verlening heeft plaatsgevonden; b. welke de te verlenen voorziening is of; c. hoe de voorziening wordt verleend; d. voor hoe lang de voorziening wordt verleend. 7

114 Bespreking AB 3. Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking ten minste vastgelegd: a. op basis van welk advies de verlening heeft plaatsgevonden; b. welke de te verlenen voorziening is; c. voor welke periode de voorziening en het pgb wordt verstrekt; d. wat per voorziening het maximum tarief per eenheid jeugdhulp is op basis van waarvan het pgb is berekend; e. wat de hoogte van het pgb per voorziening is. Artikel 11. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering 1. Onverminderd artikel van de wet doen een jeugdige of zijn ouder op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening. 2. Onverminderd artikel van de wet kan het college een besluit aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken indien het college vaststelt dat: a. de jeugdige of zijn ouder onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid; b. de jeugdige of zijn ouder niet langer op de individuele voorziening en/of het pgb zijn aangewezen; c. de individuele voorziening en/of het pgb niet meer toereikend is te achten; d. de jeugdige of zijn ouder niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening en/of het pgb; e. de jeugdige of zijn ouder de individuele voorziening en/of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. 3. Als het college een besluit heeft ingetrokken, omdat de jeugdige of zijn ouder onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldwaarde invorderen van de jeugdige of zijn ouder, van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb. 4. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde jeugdhulp, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb s. Artikel 12. Fraudepreventie en controle 1. Het college wijst personen aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet en deze verordening. 2. De toezichthoudende ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is, bevoegd tot inzage van dossiers. 3. Voor zover de toezichthoudende ambtenaar door inzage in bescheiden bij de vervulling van zijn taak dan wel door verstrekking van gegevens in het kader van een melding gegevens, daaronder begrepen bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming, heeft verkregen, ter zake waarvan de beroepskracht uit hoofde van zijn 8

115 Bespreking AB beroep tot geheimhouding verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de toezichthoudende ambtenaar. 4. Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel van dit beleid is dat het college cliënten en betrokken derden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik daarvan. Ter controle van het beroep op algemene en individuele voorzieningen wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. 5. Het college doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de individuele voorziening en kan daarbij onder meer gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college kan daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor de aanspraak op een individuele voorziening onderzoeken. 6. De aanvrager en ontvanger van de individuele voorziening en eventueel betrokken derden verstrekken aan het college alle medewerking en informatie die benodigd is voor het onderzoek als bedoeld in het vorige lid. 7. Het college kan onderzoek doen naar de reden van de beëindiging van de aanspraak op een voorziening en op basis daarvan besluiten nemen met betrekking tot de rechtmatigheid van de voorziening en de wederzijds tussen het college en de jeugdige of zijn ouder resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan. 8. Het college kan een materiële controle en fraudeonderzoek doen bij jeugdhulpaanbieders die werken onder een contract van het college of met een contract welke is aangegaan door een jeugdige of zijn ouder voor de uitvoering van een pgb om te bepalen of de door de aanbieder in rekening gebrachte prestatie is geleverd. 9. Het college kan ten aanzien van het bepaalde in dit artikel nadere regels stellen. Artikel 13. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie c. een redelijke toeslag voor overheadkosten; d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; en e. kosten voor bijscholing van het personeel. Artikel 14. Vertrouwenspersoon Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon. 9

116 Bespreking AB Artikel 15. Klachtregeling Het college draagt zorg voor een behoorlijke en transparante procedure ten behoeve van de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening. Artikel 16. Inspraak en medezeggenschap 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen omtrent jeugdhulp vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. 4. Het college kan nadere regels stellen vast ter uitvoering van het tweede en derde lid. Artikel 17. Evaluatie Het college evalueert eenmaal per vier jaar het gevoerde beleid, dan wel zoveel eerder als nodig als gevolg van wijziging van de wet. Het college zendt het evaluatieverslag na vaststelling daarvan naar de gemeenteraad, die op basis van het evaluatieverslag kan beoordelen of de verordening doeltreffend is en wat de effecten van het werken met de verordening in de praktijk zijn. Artikel 18. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouder afwijken van de bepalingen in deze verordening, wanneer toepassing van deze verordening of van de hieruit voortvloeiende nadere regels, wanneer toepassing ervan, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 19. Inwerkingtreding, intrekking oude Verordening Jeugdhulp en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werkt terug tot 1 juli 2018; 2. De Verordening Jeugdhulp gemeente <X> laatstelijk gewijzigd/vastgesteld <kiezen wat van toepassing is> op <datum> wordt ingetrokken; 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente <X>

117 Bespreking AB Toelichting Verordening Jeugdhulp gemeente <X> 2018 De Verordening Jeugdhulp geeft uitvoering aan de Jeugdwet. Met deze wet wordt uitgegaan van een jeugdhulpplicht door gemeenten. Het college treft een voorziening op het gebied van jeugdhulp indien naar het oordeel van het college een jeugdige of een ouder jeugdhulp nodig heeft in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Deze voorziening wordt dan pas getroffen voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders ontoereikend zijn. Door het instellen door het college van deskundige toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van de aangewezen voorziening wordt de jeugdige in staat gesteld: a. gezond en veilig op te groeien; b. te groeien naar zelfstandigheid, en c. voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren, rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau. In de Jeugdwet is in de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en vastgelegd dat de gemeenteraad regels stelt bij verordening en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet over: a. over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en algemene voorzieningen, b. de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening; c. over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen; d. de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de Jeugdwet wordt vastgesteld, e. de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet, f. op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de Jeugdwet, g. ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan. Daarbij wordt rekening gehouden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden h. onder welke voorwaarden de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. Artikel 2.9 van de Jeugdwet biedt verder de ruimte om met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet nadere regels te stellen. Deze verordening maakt hier gebruik van. De Verordening Jeugdhulp kan niet los worden gezien van het Meerjarenperspectief dat de gemeenteraad op [XX-XX-XXXX] op grond van artikel 2.2 van de Jeugdwet eveneens heeft vastgesteld. Artikel 1. Begripsbepalingen In de Verordening Jeugdhulp wordt veel gebruik gemaakt van de aanduiding jeugdige of zijn ouder'. Met de jeugdige of zijn ouder wordt de jeugdige van 16 jaar of ouder zelfstandig bedoeld, de jeugdige met één of beide ouders (in de definitie van artikel 1 van de wet: de gezaghebbend ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en 1

118 Bespreking AB opvoedt, niet zijnde een pleegouder) voor een jeugdige tussen de 12 en de 16 jaar, of de ouder(s) namens de jeugdige bij een jeugdige jonger dan 12 jaar. Waar in de verordening wordt gesproken over 'zijn', wordt ook 'haar' bedoeld. Onder het begrip andere voorziening wordt in deze verordening een voorziening verstaan, die niet op grond van de Jeugdwet wordt getroffen, maar in het kader van maatschappelijke ondersteuning, (passend) onderwijs, werk en inkomen of zorg. Zie ook artikel 2.9, onder b, van de Jeugdwet. De definitie van pgb is opgenomen omdat de afkorting pgb in het spraakgebruik inmiddels meer is ingeburgerd dan voluit persoonsgebonden budget. Artikel 2. Vormen van jeugdhulp Voorzieningen in de zin van de Jeugdwet zijn gerelateerd aan de drieledige wettelijke definitie van jeugdhulp. Een voorziening kan daarom een breed spectrum van verschillende soorten hulp en zorg en ondersteuning betreffen. Een beschrijving is van de voorzieningen is noodzakelijk, omdat de wetgever gemeenten opdraagt ervoor te zorgen dat de burger zich een beeld kan vormen van de gemeentelijke voorzieningen in het kader van jeugdhulp. De gemeente bepaalt welke jeugdhulp vrij toegankelijk is, de algemene voorzieningen en welke niet, de individuele voorzieningen. Dit is geregeld in artikel 2.9 onder a. van de Jeugdwet. In de verordening is daarom opgenomen welke de algemene voorzieningen (vrij-toegankelijke) en de individuele voorzieningen zijn. Naast de mogelijkheid om op basis van de benoemde individuele voorzieningen van lid 2 een jeugdhulpaanspraak vast te leggen, wordt met dit artikel beoogd dat er op basis van een samenstelling van voorzieningen, jeugdhulp kan worden verleend. Denk daarbij aan het bieden van een zorgprogramma waarin bijvoorbeeld verblijf, ambulante jeugdhulp en begeleiding is opgenomen. Ook het werken met zorgprofielen valt hieronder. Dit voorziet er in om aan de aanvrager een besluit te kunnen sturen op basis een zorgprofiel in plaats van een aantal separate individuele voorzieningen. De duiding van de in te zetten jeugdhulp wordt vastgelegd in het actieplan, wat samen met de aanvrager is opgesteld. Algemene voorziening Er zijn twee algemene voorzieningen in de verordening opgenomen. Eén algemene voorziening is het jeugdteam. Het jeugdteam is een team bestaande uit jeugdhulpverleners met verschillende achtergronden. In sommige gemeenten wordt gewerkt met sociale wijkteams en dergelijke, waarvan het jeugdteam onderdeel uitmaakt of waarin het jeugdteam is ingebed. Van het jeugdteam kunnen de jeugdige of zijn ouder gebruik van maken zonder dat zij daarvoor een verwijzing of een besluit van de gemeente nodig hebben. De jeugdige of zijn ouder kunnen zich voor deze jeugdhulp dus rechtstreeks tot het jeugdteam wenden. De andere algemene voorziening is de behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Dit wordt ingezet door de samenwerkingsverbanden in het onderwijs. Verwijzing naar diagnostiek en de behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie wordt in gang gezet door de school waar de jeugdige onderwijs heeft. Individuele voorziening Voor de individuele voorzieningen wordt door de jeugdprofessional, gecertificeerde instelling dan wel door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts eerst beoordeeld of de jeugdige en/of zijn ouder(s) deze ondersteuning daadwerkelijk nodig hebben. Vervoer naar en van de locatie van een jeugdhulpaanbieder In de Jeugdwet is in artikel 2.3 lid 2 geregeld dat het college vervoer naar en van de locatie van een jeugdhulpaanbieder organiseert indien er een medische noodzaak of beperking in de zelfredzaamheid is. Dit artikel geeft daar invulling aan. 2

119 Bespreking AB Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts De Jeugdwet regelt dat jeugdhulp toegankelijk is na een verwijzing door de huisarts, de medisch specialist en de jeugdarts. Dit geldt zowel voor de algemene voorzieningen als de individuele voorzieningen. Met een dergelijke verwijzing kan de jeugdige rechtstreeks aankloppen bij de jeugdhulpaanbieders die de gemeente heeft gecontracteerd. Het staat echter nog niet vast welke specifieke vorm van jeugdhulp een jeugdige of zijn ouder precies nodig heeft. In de praktijk is het de jeugdhulpaanbieder die op basis van zijn professionele autonomie na de verwijzing beoordeelt welke hulp, zorg en ondersteuning daadwerkelijk nodig is. Bij deze beoordeling dient de jeugdhulpaanbieder zich te houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contractrelatie, maar ook de kwaliteitsafspraken in de Jeugdwet, het besluit Jeugdwet en de afspraken van zijn branche. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via het college Een hulpvraag van een jeugdige of zijn ouder kan binnenkomen bij het college. De beslissing op de aanvraag door het college welke zorg een jeugdige of zijn ouder precies nodig heeft, komt vervolgens tot stand op basis van de informatie die in samenspraak met de jeugdige en zijn ouders door het doen van onderzoek wordt verkregen. Hoe het onderzoek wordt gedaan wordt beschreven in artikel 5. Artikel 5. Onderzoek Dit artikel is bedoeld om te waarborgen dat een zorgvuldige procedure wordt gevolgd om vast te stellen of het college een voorziening voor jeugdhulp wil inzetten. De Jeugdwet kent geen recht op jeugdhulp. Het college heeft een jeugdhulpplicht op basis van artikel 2.3 van de Jeugdwet als de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en zijn ouder ontoereikend zijn. In de artikelen 5 tot en met 8 is beschreven welke procedure wordt gevolgd om dit vast te stellen. In het kader van de rechtmatigheid wordt de identiteit van de jeugdige vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. De beslissing door het college welke jeugdhulp een jeugdige wordt toegekend, komt tot stand op basis van de informatie die in samenspraak met de jeugdige en zijn ouder wordt verkregen. Hierbij is de deskundigheid van het jeugdteam leidend om te komen tot een advies welke jeugdhulp nodig is. Zo nodig worden andere deskundigen ingeschakeld om te komen tot een deskundige afweging. Hiermee kan ten onrechte de schijn worden gewekt dat het telkens om een uitvoerig, onnodig bureaucratische proces gaat. Dit is echter geenszins de bedoeling. Het onderzoek kan afhankelijk van de strekking van de vraag meer of minder uitgebreid zijn. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van één of meerdere opeenvolgende gesprekken. Een onderzoek is uiteindelijk wel in enige vorm nodig, omdat voor een zorgvuldig te nemen besluit het van belang is dat alle feiten en omstandigheden van de specifieke hulpvraag zijn onderzocht. Daarvoor zijn ook de artikelen over het verslag en actieplan (artikel 6) en indienen aanvraag (artikel 7) opgenomen met het oog op een zorgvuldige procedure en in het belang van een zorgvuldige dossiervorming. In de gezondheidszorg bestaat de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen als men wil weten wat de mening is van een andere dan de eigen hulpverlener over een bepaalde hulpvraag. Een dergelijke second opinion is ook mogelijk bij aanvragen voor jeugdhulp, als de jeugdige en/of zijn ouder het niet eens is met advies van de jeugdprofessional dat wordt gegeven in opvolging van de hulpvraag. Een second opinion kan plaatsvinden binnen het betreffende jeugdteam, maar ook bij een ander jeugdteam uit de regio Zuid-Holland Zuid. Artikel 6. Verslag en actieplan 3

120 Bespreking AB Dit artikel is opgenomen in het belang van zorgvuldige dossiervorming. Een goede weergave van het onderzoek maakt het voor het college mogelijk een passende beslissing te nemen op een aanvraag en draagt bij aan een inzichtelijke communicatie met de jeugdige of zijn ouder. De weergave van het onderzoek varieert met de uitgebreidheid van het onderzoek. Dit artikel heeft zeker niet de bedoeling de procedure onnodig lang en zwaar te maken, als de problematiek van de jeugdige of zijn ouder dit niet billijken. De weergave van het onderzoek kan bijvoorbeeld heel beperkt zijn als de jeugdige en zijn ouder van mening zijn goed geholpen te zijn en de uitkomst is dat geen aanvraag van een individuele voorziening noodzakelijk is. In deze gevallen wordt er zo nodig alleen een verslag van het gesprek aan de jeugdige en zijn ouder overhandigd. Bij meer complexe onderzoeken, waarbij tevens de uitkomst is dat er een individuele voorziening nodig is, dat wil zeggen jeugdhulp uit de regionale zorgmarkt, wordt dit vastgelegd in een actieplan. Het actieplan kan tevens door de jeugdige en zijn ouder worden gebruikt om een aanvraag in te dienen. Door ondertekening van het actieplan door de jeugdige of zijn ouder wordt dit bekrachtigd, zie verder artikel 7. Artikel 7. Indienen aanvraag individuele voorziening jeugdhulp Er is voor gekozen om de aanvraagprocedure eenduidig te laten zijn door het onderzoek van het jeugdteam altijd vooraf te laten gaan aan de aanvraag van een individuele voorziening. Hierdoor wordt inzichtelijk of en zo ja de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn en het college is gehouden een voorziening jeugdhulp te treffen. Deze werkwijze is gelijk aan de Wmo. De aanvraag voor een individuele voorziening wordt altijd schriftelijk ingediend. Het ondertekende actieplan kan hiervoor worden gebruikt. Een aanvraag is nodig om een verleningsbeschikking voor een individuele voorziening te krijgen, dat wil zeggen dat de jeugdige een brief krijgt waarin is vastgelegd welke jeugdhulp uit de regionale zorgmarkt is toegekend. In de Verordening Jeugdhulp is geen termijn opgenomen om te beslissen op de aanvraag. De termijnen uit de Awb gelden onverkort, dat wil zeggen dat de beslistermijn 8 weken is nadat de aanvraag is ingediend, zoals in artikel 4:13 van de Awb is bepaald. Als de beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, wordt dit binnen deze termijn aan de jeugdige of zijn ouder meegedeeld. Daarbij wordt de termijn genoemd waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien (artikel 4:14, derde lid, van de Awb). Deze termijnen zijn maximumtermijnen. Als de voorziening eerder kan worden verleend, heeft dat de voorkeur. Artikel 8. Regels voor de levering van een individuele voorziening met een pgb In artikel van de Jeugdwet is vastgelegd dat aan de jeugdige een pgb verstrekt kan worden. De voorwaarde is dat zij moeten kunnen motiveren waarom de jeugdige of zijn ouder de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend vinden. Het pgb stelt de jeugdige of zijn ouder in staat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort zelf te organiseren. Dit kan onder de voorwaarde dat de jeugdhulp die de jeugdige van het pgb wil betrekken, van goede kwaliteit is. De gemeenteraad heeft de opdracht de wijze waarop de hoogte van het pgb wordt bepaald in de verordening vast te leggen. Dit is geregeld in dit artikel. Artikel 9. Bijstorting kosten Als de jeugdige of zijn ouder met een pgb een jeugdhulpaanbieder willen contracteren die een hoger tarief per eenheid jeugdhulp vraagt dan wordt vergoed, is dit mogelijk. De meerkosten boven het vergoede tarief worden de jeugdige of zijn ouder zelf betaald. Dit wordt vastgelegd in het actieplan. Artikel 10. Inhoud beschikking 4

121 Bespreking AB Als de jeugdige of zijn ouder een aanvraag bij het college indienen, verstuurt het college een schriftelijke beschikking. De beschikking is het besluit waardoor de jeugdige of zijn ouders weten welke voorziening is toegekend. Dit is zowel van toepassing voor de voorzieningen die in natura worden toegekend als via een pgb. De jeugdige of zijn ouder kunnen tegen de beschikking bezwaar maken, als zij het niet eens zijn met de toekenning of afwijzing. De mogelijkheid om bezwaar in te dienen tegen de beschikking en ook de daarop volgende mogelijkheid van beroep bij de rechter is geregeld in de Awb en geldt in beginsel voor alle beschikkingen. Artikel 11. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering Als het de jeugdige of zijn ouder redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat er feiten en omstandigheden, of daarin opgetreden wijzigingen, zijn die van invloed kunnen zijn op de toekenning van de individuele voorziening of het daaraan gekoppelde pgb, dienen zij dit direct aan het college te melden. Verstrekken zij niet direct uit eigen beweging of op verzoek van het college alle gevraagde inlichtingen en bewijsstukken, dan kan dat gevolgen hebben voor de toekenning van de voorziening of het daaraan gekoppelde pgb. Het college kan niet alleen bij een aanvraag, maar ook in andere stadia concrete informatie en bewijsstukken van de belanghebbende vragen. Het behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid misbruik van de geboden voorzieningen te voorkomen en, waar nodig, op te treden tegen onterecht gebruik van individuele voorzieningen of persoonsgebonden budgetten. Een zorgvuldig gebruik van collectieve middelen is wezenlijk voor het draagvlak daarvan. Artikel 12. Fraude en handhaving De jeugdige of zijn ouder hebben de verplichting om relevante wijzigingen te melden, die kunnen leiden tot een wijziging van de toekenning. Dit is geregeld in artikel 11. Dit artikel gaat nader op het voeren van onderzoek door het college om zelf te kunnen vaststellen of er rechtmatig van een voorziening door een jeugdige of zijn ouder gebruik is gemaakt. Ook het onderzoek naar de rechtmatige besteding van jeugdhulpmiddelen door jeugdhulpaanbieders wordt geregeld. Artikel 13. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering Het college kan de uitvoering van de Jeugdwet, met uitzondering van de vaststelling van de rechten en plichten van de jeugdige of zijn ouders, door derden laten verrichten (artikel 2.11, eerste lid, van de Jeugdwet). Voor jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering moeten bij verordening regels worden vastgesteld ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de jeugdhulp, een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan (artikel 2.12 va de Jeugdwet). Daarbij dient in ieder geval rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden. Om te voorkomen dat er alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering wordt in dit artikel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het college bij het vaststellen van tarieven rekening dient te houden. Hiermee wordt een reële kostprijs voor de activiteiten. Uitgangspunt is dat de aanbieder kundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Hiervoor is ten minste een beeld nodig van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen. Dit biedt een waarborg voor werknemers dat hun werkzaamheden aansluiten bij de daarvoor geldende arbeidsvoorwaarden. Artikel 14. Vertrouwenspersoon 5

122 Bespreking AB Met de vertrouwenspersoon wordt een functionaris bedoeld, waarbij onafhankelijkheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid belangrijke factoren zijn voor een goede invulling van deze functie. Met een vertrouwenspersoon wordt daarnaast ook wel bedoeld iemand die het vertrouwen van de hulpvrager heeft en die de hulpvrager met raad en daad terzijde staat (belangenbehartiger). Op deze vertrouwenspersoon heeft de verordening geen betrekking. De hulpvrager kan een dergelijke vertrouwenspersoon meenemen naar gesprekken e.d. Als daaraan kosten zijn verbonden, dan zijn die voor eigen rekening van de hulpvrager. De toegang tot de onafhankelijke vertrouwenspersoon is kosteloos. Artikel 15. Klachtregeling De gemeente is op grond van de Awb in het algemeen verplicht tot een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over gedragingen van personen en bestuursorganen die onder haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn. In hoofdstuk 9 van de Awb zijn de regels vastgelegd over klachtbehandeling en de mogelijkheid om na de afhandeling van de klacht de bevoegde ombudsman te verzoeken een onderzoek in te stellen. Daarom wordt in deze verordening volstaan met dit artikel. Daarnaast verplicht de Jeugdwet in artikel e.v. de jeugdhulpaanbieders een klachtenregeling op te stellen. In de regel wordt eerst de jeugdhulpaanbieder aangesproken bij klachten over de wijze van behandeling. Pas wanneer dit klachtrecht niet bevredigend is, of bij gedragingen van gemeenteambtenaren, dan komt de gemeentelijke klachtmogelijkheid in zicht. Artikel 16. Inspraak en medezeggenschap In het eerste lid wordt verwezen naar de, in artikel 150 van de Gemeentewet, vastgestelde inspraakverordening. Zo wordt gewaarborgd dat eenzelfde inspraakprocedure geldt voor het jeugdhulpbeleid als op andere beleidsterreinen. De inspraak geldt voor alle ingezetenen. Met het vierde lid wordt het aan het college overgelaten om de exacte invulling van de medezeggenschap vorm te geven. Artikel 17. Evaluatie Het college evalueert eenmaal per beleidsperiode het gevoerde beleid. Het college zendt het evaluatieverslag na vaststelling daarvan naar de gemeenteraad, die op basis van het evaluatieverslag kan beoordelen of de verordening doeltreffend is en wat de effecten van het werken met de verordening in de praktijk zijn. Zo nodig worden aanpassingen in de verordening doorgevoerd. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de regels van de gemeente passend blijven bij ontwikkelingen die lokaal, regionaal of landelijk zich kunnen voordoen. Artikel 18. Hardheidsclausule Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen een besluit te nemen in afwijking van deze verordening. Het college kan dit doen als het volgen van de verordening zou leiden tot een zeer onwenselijke gezinssituatie of situatie voor jeugdige. 6

123 Bespreking AB Bijlage 2 Wijzigingsoverzicht Verordening jeugdhulp, Nadere regels en Beleidsregels juni 2018 Hieronder is aangegeven welke wijzigingen zijn doorgevoerd in de Verordening Jeugdhulp, Nadere regels en de Beleidsregels. Pagina 1 t/m 7 Verordening Jeugdhulp Pagina 7 en 8 Nadere regels Pagina 9 t/m 11 Beleidsregels Overwegende 1 en 2 Overwegende 3 Artikel 1 Actieplan Artikel 1: Jeugdhulp Jeugdhulpaanbieder Ouder Artikel 1 Jeugdprofessional Artikel 1 jeugdteam Nieuw Oud Toelichting Verordening Jeugdhulp -Artikel 1 en 2 omgedraaid -ouders worden geacht de tot hun gezin behorende jeugdige(n) dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning te bieden ook als er sprake is van een jeugdige met een ziekte, aandoening of beperking; Tekst aangepast aan wet plan opgesteld door een jeugdprofessional in het kader van de toegang tot jeugdhulp Tekst uit Jeugdwet overgenomen Tekst was opgenomen in de beleidsregels familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet Verwijzingen naar Jeugdwet Tekst hoort thuis in het algemene kader Bijgesteld in overeenstemming met gebruik van het actieplan Teksten uit de Jeugdwet zijn toegevoegd om leesbaarheid te vergroten Definitie toegevoegd Geen Definitie was nog niet opgenomen een op gebiedsniveau een op gebiedsniveau De formulering is georganiseerd, georganiseerd, aangepast om aan te multidisciplinair team van multidisciplinair team geven dat het medewerkers van van gespecialiseerde medewerkers van jeugdhulpaanbieders dat de ambulante jeugdhulpaanbieder gaat hulpvraag voor jeugdhulp jeugdhulpaanbieders dat die lokaal samenwerken van jeugdigen of hun ouders de hulpvraag van in een team. als algemene voorziening jeugdigen of hun ouders afhandelt als algemene voorziening afhandelt Jeugdhulp wordt aan de ouder jeugdige beschikt Definitie toegevoegd Geen Definitie was nog niet opgenomen Definitie toegevoegd Geen Definitie was nog niet opgenomen Artikel 1 pgb aan een jeugdige Aan de jeugdige of zijn Artikel 1 zorgprogramma Artikel 1 zorgprofiel 1

124 Bespreking AB Artikel 2 lid 1 Artikel 2 lid 2 Artikel 2 lid 2 sub 1 Artikel 2 lid 4 Nieuw Oud Toelichting Jeugdhulp geleverd door het jeugdteam Vervoersdiensten ondergebracht in een subonderdeel Voorzieningen uitgebreid met toelichting Uitgezonderd een gesloten plaatsing kan jeugdhulp in de vorm van zorg in natura zo nodig aan een jeugdige worden toegekend in de vorm van een zorgprofiel en als zodanig worden vastgelegd in de beschikking als genoemd in artikel 10 van deze Verordening Jeugdhulp. Het jeugdteam Samen met voorzieningen Voorzieningen Verplaatst uit de Nadere Regels en aangepast. Tekstuele aanpassing Een vervoersdienst is geen vorm van jeugdhulp Toelichting toegevoegd ter verduidelijking van de inhoud van de voorzieningen Met ingang van 2018 wordt het bieden van jeugdhulp in de vorm van een zorgprofiel de norm Artikel 3 Opgedeeld in twee leden Geen opdeling Vergroten van de leesbaarheid Artikel 3 lid 1 Met een contract voor de levering van jeugdhulp Geen tekst Het college is gehouden een voorziening te treffen als er met de betreffende aanbieder een contract is gesloten Artikel 3 lid 2 Artikel 4, lid 3 Het college legt de inzet van de betreffende jeugdhulp door een jeugdhulpaanbieder na een verwijzing zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel op verzoek van de jeugdige en/of de ouder vast in een beschikking als bedoeld in artikel 10. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de toegang tot jeugdhulp. En legt dit vast in een beschikking als bedoeld in artikel 10 Geen tekst Artikel 5 Onderzoek Vooronderzoek, Inhoud gesprek Artikel 5, lid 1 niet zijnde een vraag die leidt tot een eenmalig advies voert het college zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk Geen tekst Geen tekst De afgelopen jaren is gebleken dat er in de meeste gevallen geen behoefte is aan een beschikking na verwijzing door een jeugdarts, huisarts of medisch specialist, omdat deze beschikking veelal al pas kan worden verzonden als de jeugdhulp is beëindigd Mogelijkheid is toegevoegd om aanvullende regels te kunnen maken voor de toegang tot jeugdhulp Artikelen zijn samengevoegd en voorwaarden zijn ondergebracht in de Nadere regels Als er sprake is van een eenmalig advies kan worden afgezien van een verder onderzoek Termijn voor het onderzoek is 2

125 Bespreking AB Artikel 5 lid 2 (was lid 3) Artikel 5 lid 6 Artikel 5 lid 7 Nieuw Oud Toelichting binnen zes weken, een onderzoek uit overeenkomstig het tweede tot en met achtste lid. Het college bevestigt de ontvangst van de melding. Vervallen Het college onderzoekt in een gesprek of gesprekken met de jeugdige en/of de ouder of de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn om hulp aan de jeugdige naar aard en omvang voor de tijdens het onderzoek vastgestelde problemen en stoornissen te kunnen bieden. De jeugdige of zijn ouder kunnen een second opinion aanvragen bij een jeugdprofessional van het jeugdteam, anders dan de behandelend medewerker of een ander jeugdteam uit de regio Zuid-Holland Zuid, onverminderd de mogelijkheden van bezwaar en beroep Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het onderzoek en de uitwerking daarvan En maakt uiterlijk binnen twee weken een afspraak voor een gesprek Het college onderzoekt in een gesprek tussen jeugdhulpaanbieders en de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig: a-i Verplaatst uit de nadere regels en tekstueel aangepast Geen tekst Was artikel 6 lid 2 Vervallen In de gevallen bedoeld in artikel van de wet informeert het college de ouders dat een ouderbijdrage is verschuldigd en hoe deze bijdrage wordt geïnd. Artikel 6 lid 2 Was artikel 7 lid 2 Artikel 6 lid 3 Was artikel 7 lid 3 overgenomen uit de Wmo Deze termijn is beperkend in het onderzoek Tekst is aangepast naar de tekst van de Jeugdwet, artikel 2.3 Is een essentieel recht en past binnen het kader van het onderzoek Explicieter is beschreven dat een second opinion ook in een ander team kan worden opgevraagd Mogelijkheid is toegevoegd om door het college nadere regels te kunnen maken ter uitvoering van het onderzoek Ouderbijdrage is vervallen in de wet per Zes weken Twee weken Termijn is om tot een verslag te komen is gelijkgesteld met het actieplan Indien het onderzoek leidt tot de aanvraag van een individuele voorziening wordt binnen zes weken na het laatste gesprek over de Indien het gesprek naar het oordeel van het college leidt tot de wenselijkheid van een individuele voorziening, Tekst is bijgesteld om aan te sluiten bij de feitelijke situatie, waarin een onderzoek kan 3

126 Bespreking AB Artikel 7 lid 1 Artikel 7 lid 2 Was artikel 8 lid 1 Artikel 7 lid 3 Was artikel 8 lid 2 Artikel 7 lid 5 Artikel 8 Was artikel 9 lid 3 Nieuw Oud Toelichting uitkomsten van het onderzoek een actieplan opgesteld [ ] De aanvraag voor een individuele voorziening jeugdhulp kan niet eerder worden ingediend dan nadat de jeugdprofessional een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek in de vorm van het actieplan of een verslag aan de jeugdige en/of ouder heeft verstrekt, tenzij het onderzoek niet is uitgevoerd binnen de in het artikel 5, lid 1 genoemde termijn of het actieplan niet is opgesteld binnen de in het artikel 6 lid 3 genoemde termijn. Jeugdigen en/of de ouders dient een aanvraag voor een individuele voorziening schriftelijk in bij het college. Een door de jeugdige en/of ouder ondertekend actieplan, als bedoeld in artikel 6, wordt door het college als aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd. Het college kan nadere regels met betrekking tot de voorwaarden aan de aanvraag, voor toekenning en beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening Vervallen wordt ter zake tevens binnen zes weken een actieplan opgesteld [ ] Geen tekst Jeugdigen of ouders kunnen een aanvraag voor een individuele voorziening mondeling of schriftelijk indienen bij het college. Een voor akkoord ondertekend verslag van het gesprek en, in voorkomend geval een ondertekend actieplan, als bedoeld in artikel 7, wordt door het college als complete aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd. Geen tekst Het college kan nadere regels stellen over de wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastgesteld. leiden tot de aanvraag voor een voorziening. Proces van aanvraag voor jeugdhulp is gelijkgesteld aan de wijze waarop in de Wmo wordt gekomen tot een aanvraag voor een maatwerkvoorziening. Het mondeling kunnen indienen van een aanvraag heeft bij individuele gevallen tot veel onduidelijkheid geleid. Deze onduidelijkheid is weggenomen door de mogelijkheid de aanvraag mondeling in te dienen te laten vervallen. De praktijk heeft geleerd dat in het geval van een individuele voorziening er altijd een actieplan wordt gemaakt. Mogelijkheid is toegevoegd om door het college nadere regels te kunnen maken om inhoudelijk deze artikelen te kunnen verduidelijken Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het 4

127 Bespreking AB Artikel 8 lid 3 Artikel 8 lid 4 Artikel 8 lid 6 Was artikel 14 lid 5 van de nadere regels Nieuw Oud Toelichting tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de De hoogte van een pgb wordt vastgesteld op basis van maximaal 100% van het totaal aantal eenheden (uren, dagdelen, trajecten, etc.) dat in de verleende periode van de betreffende individuele voorziening gebruik gemaakt gaat worden. De hoogte van het pgb-tarief per eenheid van een gespecificeerde vorm van een individuele voorziening bedraagt maximaal 100% van het laagste gecontracteerde tarief van deze voorziening in Zuid- Holland Zuid van de in de betreffende situatie adequate en minst kostbare voorziening in natura. In afwijking van het bepaalde in het vierde lid, is het uurtarief voor de inzet van het sociaal netwerk, als bedoeld in artikel lid 3 van de wet, is maximaal 20 euro Artikel 8 lid 7 Vervangen door lid 6 Voor de vaststelling van het pgb worden de tarieven gehanteerd ten tijde van de aanvraag van de individuele voorziening. In de Nadere regels In de Nadere regels het tarief à maximaal 20 euro per eenheid ontvangen, in aansluiting op artikel 9 lid 2 van de Nadere regels; Ten tijde van het afgeven van de beschikking. gemeenteraad ligt. Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. Tijdens het aanvraagproces wordt een begrotingsplan gemaakt waarvan het pgb-tarief een onderdeel is. Het tarief ten tijde van het afgeven van de beschikking is daarmee te laat. Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. 5

128 Bespreking AB Artikel 8 lid 8 Artikel 8 lid 9 Artikel 8 lid 10 sub a Artikel 8 lid 10 sub b Artikel 9 Artikel 10, lid 2.a. Nieuw Oud Toelichting Aan het pgb wordt geen bedrag toegevoegd welke niet terug te leiden is tot de inzet van een individuele voorziening. De tarieven voor jeugdhulp voor levering met een pgb (pgb tarieven) Zuid-Holland Zuid worden jaarlijks gepubliceerd op de website van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ. Het college kan nadere regels stellen onder welke voorwaarden een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt verstrekt Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van bepaling wie tot het sociaal netwerk behoort, het afwegingskader en de eisen aan de inzet van het sociale netwerk. Indien de jeugdige en/of zijn ouder jeugdhulp wil betrekken van een jeugdhulpaanbieder welke hogere kosten per eenheid jeugdhulp in rekening brengt dan de maximaal vastgestelde pgb tarieven Zuid-Holland Zuid welke voortvloeit uit artikel 8, dan wordt het pgb slechts verleend indien de jeugdige en/of zijn ouders aangeven deze extra kosten voor eigen rekening te nemen. Dit wordt vastgelegd in het actieplan. Op basis van welk advies of verwijzing de verlening heeft plaatsgevonden Vervallen In de Nadere regels Geen tekst Geen tekst Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. In de Nadere regels Geen tekst Wat het beoogde resultaat is Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. Duidelijkheid waar de tarieven voor pgb's kenbaar worden gemaakt De bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan de inzet van het sociaal netwerk moet worden vastgesteld in de verordening. De bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan de inzet van het sociaal netwerk moet worden vastgesteld in de verordening. Verplaatsing uit de Nadere regels vanwege uitspraak verboden delegatie. Uitspraak geeft aan dat verantwoordelijkheid van de wijze waarop het tarief van het pgb wordt vastgesteld bij de gemeenteraad ligt. In de beschikking wordt opgenomen waarop de toekenning is gebaseerd De afspraken over de in te zetten jeugdhulp staan in het actieplan 6

129 Bespreking AB Artikel 10, lid 3.a. Nieuw Oud Toelichting Op basis van welk advies of verwijzing de verlening heeft plaatsgevonden Geen tekst Artikel 10 lid 3.a. Vervallen Voor welk resultaat het pgb wordt aangewend Artikel 11 lid 3 Als het college een besluit heeft ingetrokken, omdat de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldwaarde terugvorderen van de jeugdige of zijn ouders, van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb Als het college een besluit op grond van het tweede lid heeft ingetrokken, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde terugvorderen van de jeugdige of zijn ouders, van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb Artikelen 11, lid 5 Vervallen het pgb binnen 12 maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. In de beschikking wordt opgenomen op welk advies de toekenning is gebaseerd De afspraken over de in te zetten jeugdhulp staan in het actieplan Er kan slechts worden teruggevorderd als het pgb is herzien/ingetrokken op grond van schending van sub a van artikel Het is niet toegestaan om in de verordening een extra terugvorderingsgrond op te nemen Artikel 12 Leden 1 t/m 9 Geen tekst In de Jeugdwet zijn geen artikelen die invulling geven aan de bestrijding van fraude. Deze artikelen in de Verordening bieden de mogelijkheid fraudebestrijding te organiseren. Nadere regels Artikel 1 lid 1 Artikel 1 lid 2 Jeugdhulp in het buitenland kan alleen aan de jeugdige worden toegekend indien de betreffende jeugdhulpaanbieder gecontracteerd is om jeugdhulp te bieden aan jeugdigen uit de regio Zuid- Holland Zuid Indien de jeugdige en zijn ouder(s) instemmen met het onderzoek en advies van Geen Geen Er wordt alleen gecontracteerd aanbod in het buitenland vergoed ter voorkoming van fraude van jeugdhulpmiddelen Het bieden van jeugdhulp in de vorm van een zorgprofiel vereist 7

130 Bespreking AB Nieuw Oud Toelichting Stichting Jeugdteams, zoals verwoord in het actieplan en met in acht name van artikel 7. Lid 3 van de Verordening Jeugdhulp, wordt jeugdhulp in de vorm van een zorgprofiel beschikt. het vertrouwen van de jeugdige en zijn ouder dat zij instemmen met het onderzoek en advies van de jeugdprofessional Artikel 2 lid 3 sub d, e, f, g, h In de beleidsregels Uitwerking van medische noodzaak en zelfredzaamheid was opgenomen in de beleidsregels. Is verbindend voorschrift, dus hoort thuis bij de Nadere regels Artikel 2 lid 4 Was artikel 7 lid 3 Artikel 2 lid 6 Artikel 2 lid 7 Artikel 2 lid 8 Artikel 2 lid 9 De vaststelling van de noodzaak van een vervoersvoorziening, zoals gesteld in artikel 5 lid 2, wordt uitgevoerd door de jeugdprofessionals van de Stichting Jeugdteams of de Gecertificeerde Instelling. De aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door middel van een ondertekend aanvraagformulier vervoer. De adressen en tijden die staan aangegeven op het ondertekende aanvraagformulier vervoer worden gebruikt voor de planning van het vervoer. Incidentele wijzigingen van deze adressen en tijden zijn in principe niet mogelijk, onder incidentele wijzigingen wordt verstaan: eenmalig vervoer van of naar een andere locatie of eenmalig andere vervoerstijden; in deze gevallen zorgt de jeugdige of zijn ouder zelf voor een andere oplossing. Bij een structurele en/of wezenlijke wijziging dient een nieuw aanvraagformulier door u te worden ingediend bij het jeugdteam. De duur van de vervoersvoorziening is gelijk aan de duur die in de De noodzaak van een vervoersvoorziening, zoals gesteld in artikel 7 lid 3, wordt getoetst door de jeugdprofessionals van de Stichting Jeugdteams. Geen Geen Geen In de beleidsregels De noodzaak wordt vastgesteld, niet alleen getoest. Ook de Gecertificeerde Instelling kan bepalen of er een vervoersvoorziening noodzakelijk is Er is een separaat formulier om de vervoersvoorziening aan te vragen Met dit artikel wordt de status van het aanvraagformulier benadrukt. Met dit artikel wordt de status van het aanvraagformulier benadrukt. Verplaatst uit de beleidsregels 8

131 Bespreking AB Artikel 3 Was artikel uit de beleidsregels Artikel 4 Was artikel uit de beleidsregels Artikel 5 Nieuw Oud Toelichting beschikking is vermeld of korter indien de betreffende individuele voorziening eerder eindigt. Opgenomen in de Nadere regels Opgenomen in de Nadere regels Tekst is aangepast De behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is dan pas toegankelijk voor de jeugdige nadat het verantwoordelijk samenwerkingsverband voor de uitvoering van Passend Onderwijs van de betreffende school voor primair onderwijs of voortgezet onderwijs van oordeel is dat de behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie noodzakelijk is. Verplaatst Verplaatst Geen Verbindend voorschrift, hoort thuis is de nadere regels Verbindend voorschrift, hoort thuis in de nadere regels De vervoersvoorziening diende aanbesteed te worden en dit heeft een andere uitvoering tot gevolg gehad. Vastleggen van de route naar de diagnostiek behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie Was Artikel 3 lid 1 geen Een hulpvraag heeft voor een vorm van jeugdhulp, beschreven in artikel 1.1 bij de begripsbepaling jeugdhulp 2 en 3 lid, die de gebruikelijke zorg overstijgt Artikel 6 Alle leden: 1 t/m 7 Geen Deze voorwaarden geven eenduidigheid voor de jeugdige en ouder wat zij kunnen verwachten als het onderzoek wordt uitgevoerd naar hun hulpvraag. Artikel 7 Alle leden: 1 t/m 3 Geen Er wordt beschreven waar een aanvraag aan moet voldoen. In de praktijk kan dit betekenen dat op grond van deze beschrijving een formulier door de SOJ beschikbaar kan worden gesteld waarmee de jeugdige of zijn ouder 9

132 Bespreking AB Artikel 6 lid 4 Was artikel 3 lid 2 Artikel 9 Artikel 10 lid 2 sub b Was artikel 6 lid 2 Artikel 10 lid 1 sub e Artikel 11, lid 1 Artikel 11, lid 3 Nieuw Oud Toelichting een aanvraag kan de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en van het sociale netwerk ontoereikend zijn om zelf de nodige hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige te kunnen bieden kan bij wijze van overgangsperiode eenmalig een voorziening voor maximaal 12 weken worden verleend als de jeugdige en/of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen waarom zij de individuele voorziening die door middel van Zorg in Natura wordt geleverd, niet passend achten Indien het pgb niet wordt ingezet voor betaling van jeugdhulp geleverd en/of genoten buiten Nederland Een jeugdhulpaanbieder of jeugdhulpverlener mag geen jeugdhulp bieden na onherroepelijke veroordeling, berisping en gedurende een onderzoek vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met de Jeugdwet, het Besluit en de gemeentelijke voorwaarden en beleid, misleiding, fraude en uitbuiting personeel; Jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners houden zich aan de voor hun beroepsgroep geldende richtlijnen, brancheafspraken en aanvullende openbare afspraken omtrent het leveren van jeugdhulp voor de regio Zuid-Holland Zuid. Op eigen kracht of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn hulpvraag kan vinden kan eenmalig een overgangsperiode van maximaal 12 weken middels een beschikking worden verleend Als de jeugdige of zijn ouders overtuigend kunnen motiveren waarom zij de individuele voorziening die door een aanbieder wordt geleverd, niet passend achten. Geen Geen Geen indienen. De tekst is gelijkgesteld aan de tekst in de Jeugdwet. Aanpassing zodat helder wordt dat een voorziening wordt verleend bij wijze van overgangsregeling De tekst is gelijkgesteld aan de tekst in de Jeugdwet Ter voorkoming van fraude op jeugdhulpmiddelen. Is toegevoegd om de inzet van jeugdhulpaanbieder uit te sluiten, waarvan de aangeboden jeugdhulp ter discussie staat. Is toegevoegd om helderheid te verschaffen over de verplichtingen van een jeugdhulpaanbieder die wordt ingeschakeld met een pgb Artikel 15 Leden 1 en 2 Geen In aanvulling op het afwegingskader zijn de voorwaarden om het sociaal netwerk in te zetten voor het bieden 10

133 Bespreking AB Bijlage Nieuw Oud Toelichting van jeugdhulp nader Inleidende tekst is aangepast omschreven Beleidsregels Artikel 1 lid 1 en 2 (oud) Vervallen Gebruikelijke zorg is geen begrip uit de Jeugdwet Artikel 2 leden 1 t/m 5 (oud) Vervallen Gebruikelijke zorg is geen begrip uit de Jeugdwet Artikel 3 (oud) Vervallen Gebruikelijke zorg is geen begrip uit de Jeugdwet Artikel 4 (oud) Vervallen Artikel 6 (oud) Verplaatst naar Nadere regels, zie hierboven Artikel 7 t/m 11 Verplaatst naar de Nadere regels, zie hierboven Artikel 1 (nieuw) Leden 1 en 2 Geen De leden zijn toegevoegd om eenduidigheid te creëren over de inhoud van het onderzoek op grond van artikel 2.3 van de Jeugdwet Artikel 2 (Nieuw) Leden 1,2 en 3 Geen Dit artikel is toegevoegd om eenduidigheid te creëren wat wordt verstaan onder de algemeen dagelijkse levensbehoeften in het kader van persoonlijke verzorging Artikel 3 (nieuw) lid 1 Tekst aangepast aan de tekst van de Jeugdwet Artikel 3 (nieuw) Lid 2 Verstrekking van een voorziening in de vorm van een pgb vindt niet plaats indien is vastgesteld dat de jeugdige of zijn ouders problemen zal hebben met de aan een pgb verbonden taken en zij geen hulp kunnen ontvangen van de personen als genoemd in artikel 8 lid 2 van de Nadere regels. De problemen worden vastgesteld door middel een test, zoals de pgb-test van Per Saldo. Verstrekking van een voorziening in de vorm van een PGB vindt niet plaats indien het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben met het omgaan met een PGB. Hiervan is sprake: a.als bij schulden beslaglegging op het PGB dreigt; b.als overigens mag worden verwacht dat het PGB niet zal worden besteed waarvoor het is bedoeld. Geen Zo nodig kan door middel van een test worden vastgesteld dat de jeugdige of zijn ouder het pgb niet kan beheren 11

134 Bespreking AB 12

135

136 ADVIESNOTA Onderwerp Agendapunt Aanwijzing gevolmachtigd lid in de algemene ledenvergadering van de Coöperatie ambulancezorg Zuid-Holland Zuid U.A. 12a Geachte leden van het algemeen bestuur, Het dagelijks bestuur stelt u het volgende voor: Ontwerpbesluit De directeur publieke gezondheid (DPG) aan te wijzen als vertegenwoordiger in de algemene ledenvergadering van de Coöperatie ambulancezorg Zuid-Holland Zuid U.A. Kern van de zaak In de op te richten Coöperatie ambulancezorg dienen twee organen te worden ingericht: a. een onafhankelijk toezichthoudende Raad van Commissarissen (RvC) waarvan de leden geen relatie of belang mogen hebben met de oprichtende leden en b. een Algemene ledenvergadering (ALV) met daarin de vertegenwoordigers die de belangen van de drie oprichtende leden vertegenwoordigen. De rechtspersoon Dienst Gezondheid & Jeugd is lid van de coöperatie. Aan de orde is de vraag welke natuurlijke persoon de rechtspersoon in de ledenvergadering moet vertegenwoordigen. Reeds genomen besluiten Het algemeen bestuur heeft, na consultatie van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, op 29 maart 2018 besloten de coöperatie onder voorwaarden op te richten. Argumenten Zodra de coöperatie daadwerkelijk kan worden opgericht moet invulling worden gegeven aan de personele invulling van de organen van de rechtspersoon; dat zijn de algemene (leden-) vergadering, de raad van commissarissen, en de bestuurder-directeur. Daarnaast moeten te zijner tijd reglementen en instructies worden opgesteld voor de werkwijze van deze organen. Voor de leden van de raad van commissarissen wordt een externe wervingsprocedure voorzien. De leden van de RvC worden geselecteerd op onafhankelijkheid en specifieke expertise en competenties. De algemene vergadering bestaat uit vertegenwoordigers van de drie oprichtende leden. Over de exacte samenstelling is nog niet besloten, maar in beginsel moet worden uitgegaan van één vertegenwoordiger uit elk van de drie leden. De vertegenwoordiger in de algemene vergadering vertegenwoordigt de rechtspersoon DG&J. In beginsel kent de Wet gemeenschappelijke regelingen de voorzitter als wettelijk vertegenwoordiger in en buiten rechte (artikel 33d Wgr). De voorzitter heeft daarbij echter geen blanco volmacht (vrij mandaat), de voorzitter vertegenwoordigt in beginsel de opvatting van het algemeen bestuur, en moet daarover ook terugkoppelen. Uiteraard kan het algemeen bestuur een instructie c.q. volmacht afgeven met kaders waarbinnen de voorzitter in de ledenvergadering van de coöperatie kan handelen. Met de coöperatie U.A. wordt voldaan aan de governance vereisten van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi), als ook aan de kwaliteitsvereisten van een duurzame samenwerking met belangrijke witte ketenpartners (EMC en ASZ). Het politieke bestuur van de Dienst

137 Gezondheid & Jeugd komt op afstand te staan en heeft geen volledige en rechtstreekse zeggenschap meer in de rechtspersoon. Voor het naleven van de wettelijke verantwoordelijkheden die de DG&J als vergunninghouder in de zin van de Tijdelijke wet ambulancezorg heeft wordt een overeenkomst tussen de DG&J en de cooperatie gesloten. Bij de voorbereiding van de herpositionering van de RAV Zuid-Holland Zuid is ook de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid om een zienswijze gevraagd. Zoals bekend heeft de Veiligheidsregio destijds verzocht om medeoprichter van de coöperatie te mogen worden. Aan dat verzoek heeft het algemeen bestuur destijds geen gevolg gegeven, omdat de andere oprichters de voorkeur gaven aan een organisatie met de focus op de witte kolom. Aan de verstandhouding met de Veiligheidsregio wordt door de DG&J grote waarde gehecht, hoewel de Veiligheidsregio geen directe wettelijke zeggenschap heeft in de ambulancezorg zijn er natuurlijk evidente raakvlakken op het gebied van bijvoorbeeld grootschalige geneeskundige bijstand, waarin de Veiligheidregio wél een wettelijke verantwoordelijkheid heeft. De Veiligheidsregio heeft destijds aangegeven dat zij groot belang hecht aan de positionering van de directeur publieke gezondheid (DPG) in de governance van de coöperatie, omdat deze functionaris zowel op terrein van Openbare Orde en Veiligheid, Openbaar Bestuur en Publieke Gezondheid de meest optimale expertise meeneemt. In de onafhankelijke en toezichthouden RvC is vanzelfsprekend geen plaats voor de DPG, maar de functie als verbindende schakel tussen inhoud en de drie bovengenoemde politiekbestuurlijke aandachtsgebieden zou goed tot z'n recht komen in de algemene vergadering. De DPG kan daar immers - als directeur GHOR, directeur GGD en als DPG in het Regionaal Overleg Acute Zorg ZWN - op een gelijk speelveld met kennis van zaken overleg voeren met de twee andere vertegenwoordigers. Ook de voorzitters van Raden van Bestuur van het EMC en het ASZ hebben aangegeven voorstander te zijn van afvaardiging van de DPG in de algemene vergadering om voornoemde redenen van relevante deskundigheid. Met de DPG heeft het bestuur bovendien een vertegenwoordiger die enerzijds volledige verantwoording aan het bestuur aflegt, terwijl anderzijds de politiek-bestuurders zelf op grotere afstand komen te staan. Gezien het feit dat met het opzetten van de Coöperatie Ambulancezorg U.A. nadrukkelijk wordt beoogd het politieke bestuur meer op afstand te positioneren, ligt het voor de hand in deze context een besluit te nemen dat recht doet aan bovengenoemde afwegingen. Als de voorzitter in dit geval niet de van rechtswege aangewezen vertegenwoordiger van het algemeen bestuur wordt, ligt het in de rede dat het algemeen bestuur zelf bevoegd is om zelf in de aanwijzing van een (al dan niet) gevolmachtigd lid te voorzien en deze een instructie c.q. volmacht te geven. In die context stellen wij u daarom voor om de directeur publieke gezondheid aan te wijzen als vertegenwoordiger in de algemene ledenvergadering van de Coöperatie ambulancezorg Zuid-Holland Zuid U.A. Kanttekeningen en risico s Het is niet zo dat de voorzitter vanuit de wettelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid in de lijn van artikel 33d zelfstandig een ander kan machtigen. De inhoudelijke volmacht kan immers alleen worden uitgeoefend als daaraan besluitvorming van een bevoegd orgaan vooraf is gegaan. Ook de voorzitter is hier immers niet zelfstandig bevoegd. Dat bevoegd orgaan is in beginsel het algemeen bestuur. Mocht het wenselijk blijken om de bevoegdheden bij het dagelijks bestuur of anders te beleggen dan moeten aanvullende besluiten worden genomen. Het is evenmin zo dat het lidmaatschaap van de algemene vergadering bij het gebruikelijke mandaat van de directeur DG&J c.q. de DPG hoort. Dat mandaat is verleend door het dagelijks bestuur en dat heeft die bevoegdheid zelf ook niet. Kosten, baten en dekking Niet van toepassing.

138 Communicatie Niet van toepassing. Vervolgprocedure Niet van toepassing. Evaluatie en verantwoording Niet van toepassing.

139 Dordrecht, 4 juni 2018 Onderwerp: Bestuursrapportage I 2018 Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid Agendapunt: Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Het dagelijks bestuur stelt u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1. Kennis te nemen van de eerste bestuursrapportage RAV ZHZ 2018; 2. De volgende begrotingswijziging van de RAV ZHZ 2018 vast te stellen; Primitieve Gewijzigde Wijzigingen begroting 2018 begroting 2018 Lasten Baten Geraamd resultaat Per saldo is de prognose van het resultaat op de programma's Ambulancezorg en Meldkamer negatief. Dit is toegelicht op pagina 14 en 15 van de Burap I. Het negatieve resultaat zal worden onttrokken aan de reserve aanvaardbare kosten. 3. Het meerjareninvesteringsplan RAV ZHZ met een cumulatief saldo van vast te stellen. Het investeringsplan wordt jaarlijks herzien en vastgesteld. Ten opzichte van de laatst vastgestelde versie (meerjareninvesteringsplan RAV ZHZ ) is het cumulatief saldo toegenomen met ,-. Tussentijds is besloten (besluit AB 2 nov 2017) bij de nieuwbouw in Papendrecht ook het bedrijfsbureau onder te brengen ( ,-). Daarnaast zijn in 2021 meer zaken aan vervanging toe dan in De Bestuursrapportage I 2018 RAV ZHZ te verzenden aan de 17 colleges van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid Kern van de zaak De Bestuursrapportage van de Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid (RAV ZHZ) heeft als doel het dagelijkse bestuur en het algemeen bestuur te informeren welke afwijkingen er zijn en welke er naar verwachting komen ten opzichte van het vastgestelde beleid en de begroting van de RAV ZHZ. Tevens wordt de Bestuursrapportage gebruikt om de (financiële) afwijkingen ten opzichte van de begroting te duiden en zonodig begrotingwijzigingen voor te stellen. Kosten, baten en dekking De prognose van het resultaat in deze bestuursrapportage I 2018 van de RAV ZHZ komt uit overeenkomstig de gewijzigde begroting. Het voorziene negatieve jaarrekeningresultaat 2018 zal worden gedekt uit het eigenvermogen; het eigen vermogen heeft per 31 december 2017 een omvang van 2,6 miljoen. Juridische of personele consequenties Geen

140 Vervolgprocedure Dagelijks bestuur 14 juni 2018 Auditcommissie 21 juni 2018 Algemeen bestuur 5 juli 2018 Portefeuillehouder: G. Jansen Informatie: F. van Diem Telefoonnummer: / f.van diem@ravzhz.nl Bijlage: Bestuursrapportage I 2018 RAV ZHZ

141 Bestuursrapportage 2018 I (periode januari t/m april) Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid

Uitvoeringsprogramma jeugdhulp ZHZ 2016

Uitvoeringsprogramma jeugdhulp ZHZ 2016 Uitvoeringsprogramma jeugdhulp ZHZ 2016 1 2 3 Inhoud 1 Ervaren en leren van de uitvoering... 1 2 Sturen op de uitvoering... 3 2.1 Ervaringen in 2015... 3 2.2 Monitoren van de uitvoering... 3 2.3 Bijsturen

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Jeugdhulp ZHZ 2017

Uitvoeringsprogramma Jeugdhulp ZHZ 2017 Uitvoeringsprogramma Jeugdhulp ZHZ 2017 1 www.jeugdzhz.nl Inhoud 1 Ervaren en leren van de uitvoering... 1 1.1 Inleiding... 1 1.2 Transformatieagenda en Transformatieberaad... 1 1.3 Evaluatie en voorbereiden

Nadere informatie

'Knoppen'-notitie jeugdhulp ZHZ 2017; De balans tussen zorgvraag en budget

'Knoppen'-notitie jeugdhulp ZHZ 2017; De balans tussen zorgvraag en budget 'Knoppen'-notitie jeugdhulp ZHZ 2017; De balans tussen zorgvraag en budget 1 Inhoud 1 Vraag jeugdhulp versus budget... 1 2 Uitgangspunten en verwachtingen... 1 2.1 Spanning jeugdhulp uitvoeren binnen budget...

Nadere informatie

Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ

Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 1.1 Aanleiding... 2 1.2 Opdracht verbeterplan... 2 1.3 Proces... 2 2. Verbeterpunten... 4 2.1 Verbeterpunten

Nadere informatie

Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2016

Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2016 Jaarverslag jeugdhulp ZHZ 2016 Inhoud Voorwoord... 4 1 Jeugdhulp ZHZ 2016 in cijfers... 5 1.1 Aantal jeugdigen met jeugdhulp... 5 1.2 Ontwikkelingen... 6 1.3 Monitoring... 7 2 Ervaren en leren van de uitvoering...

Nadere informatie

Nota van reactie zienswijzen begrotingswijziging Veilig Thuis en crisisdienst 2017

Nota van reactie zienswijzen begrotingswijziging Veilig Thuis en crisisdienst 2017 Nota van reactie zienswijzen begrotingswijziging Veilig Thuis en crisisdienst 2017 Alblasserdam Kan zich vinden in voorgestelde begrotingswijziging. - (18 april 2017) Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Keurt

Nadere informatie

Bijlage 1: Analyse jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

Bijlage 1: Analyse jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Bijlage 1: Analyse jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 2015-2017 Inleiding Deze analyse gaat in op de kostenontwikkeling 2015-2017. De kostenontwikkeling wordt gerelateerd aan het aantal jeugdigen en de analyse

Nadere informatie

26 oktober Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

26 oktober Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 26 oktober 2016 Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Programma Tekst 1) Inleiding en welkom door Jolanda de Witte (regionaal portefeuillehouder Jeugd) doel is ophalen en discussie Nu met vertegenwoordiging vanuit

Nadere informatie

Concept-transformatieagenda jeugdhulp

Concept-transformatieagenda jeugdhulp Concept-transformatieagenda jeugdhulp 2016-2018 1 Inhoud 1 Inleiding...4 1.1 Waarom een transformatieagenda?...4 1.2 Waar komen we vandaan?...5 1.3 En waar willen we naartoe transformeren?...7 1.3.1 Doel:

Nadere informatie

Doelstelling Informeren van de gemeenteraad over actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid.

Doelstelling Informeren van de gemeenteraad over actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid. Dordrecht Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum Ons kenmerk Begrotingsprogramma

Nadere informatie

Onderwerp: Definitieve begrotingswijziging Veilig Thuis en Crisis Interventie Team 2017 Agendapunt: 7b

Onderwerp: Definitieve begrotingswijziging Veilig Thuis en Crisis Interventie Team 2017 Agendapunt: 7b Dordrecht, 12 mei 2017 Onderwerp: Definitieve begrotingswijziging Veilig Thuis en Crisis Interventie Team 2017 Agendapunt: 7b Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Ik stel u het volgende voor: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Verantwoording Tweede vervolg bestuursopdracht. Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ

Verantwoording Tweede vervolg bestuursopdracht. Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ Verantwoording Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ Voor u ligt de verantwoording van de Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp Zuid-Holland

Nadere informatie

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland Ra ad sv oorstel Raadsvoorstel Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 168795 datum

Nadere informatie

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 2970 AA Bleskensgraaf T 14 0184 www.gemeentemolenwaard.nl Zaaknummer: 696529 Datum: 13 maart 2017 Portefeuillehouder: wethouder P. (Piet) Vat Bijlage: 2 Onderwerp:

Nadere informatie

De transformatie in de praktijk. Dennis Gerits

De transformatie in de praktijk. Dennis Gerits De transformatie in de praktijk Dennis Gerits Inhoud presentatie/workshop Stellingen Waar komen we vandaan? Transformatie in Zuid-Holland Zuid Uitdagingen voor de toekomst (gemeenten en professional) Discussie

Nadere informatie

Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ

Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Verbeterplan Serviceorganisatie Jeugd ZHZ Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 1.1 Aanleiding... 2 1.2 Opdracht verbeterplan... 2 1.3 Proces... 2 2. Verbeterpunten... 4 2.1 Verbeterpunten

Nadere informatie

BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID

BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID Besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid Holland Zuid

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : B.J.N Fintelman : Beleid en Projecten : J.R.A. (Nelly) Wijnker Voorstel aan de raad Onderwerp : Beleidsplan

Nadere informatie

Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015

Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015 Procesbeschrijving transformatie agenda Jeugd Gelderland Versiedatum 8 juni 2015 Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle hulp en ondersteuning aan jeugd. Na de transitie (overdracht van taken)

Nadere informatie

1 e Bestuursrapportage 2017

1 e Bestuursrapportage 2017 1 e Bestuursrapportage 2017 1 Inhoud 1 Inhoudelijke toelichting... 1 2 Programma verantwoording financieel... 5 2.1 Financieel overzicht... 5 2.2 Toelichting... 5 2.3 Prognose... 6 3 Bedrijfsvoering...

Nadere informatie

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid Advies B en W (openbaar) 1900 Afdeling Welzijn zaaknummer Z-14-11603 registratienummer ADV-14-02729 opsteller advies Mevrouw C. Potters-Kemp doorkiesnummer 010-5931898 directeur/afdelingshoofd mevrouw

Nadere informatie

Dordrecht, Onderwerp: Uitkomst evaluatie Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en formule jeugdteams ZHZ Agendapunt: 7a

Dordrecht, Onderwerp: Uitkomst evaluatie Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en formule jeugdteams ZHZ Agendapunt: 7a Dordrecht, Onderwerp: Uitkomst evaluatie Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en formule jeugdteams ZHZ Agendapunt: 7a Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Wij stellen u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1.

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 10-09-2014 Onderwerp Beleidsplan Jeugdhulp Wormerland 2015-2017 Programma en portefeuillehouder E. Fens Raadsvergadering 21 oktober 2014

Nadere informatie

1. Onderwerp Inkoopstrategie Jeugdhulp vanaf Datum: Informerend

1. Onderwerp Inkoopstrategie Jeugdhulp vanaf Datum: Informerend In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

stand van zaken inkoop Jeugdzorg

stand van zaken inkoop Jeugdzorg collegebrief aan de raad Aan de gemeenteraad Van het college van burgemeester en wethouders Datum 11 november 2014 Onderwerp Zaaknummer stand van zaken inkoop Jeugdzorg 174390 Geachte leden van de raad,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Beleidskader maatschappelijk zorg 2017-2025 doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 164032 datum voorstel: 31 oktober 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 8 december 2016 Agendapunt nr.: 16 Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Gevraagde beslissing: 1. Kennisnemen van de geconstateerde knelpunten 2017; 2.

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1567 *B.18.1567* Landgraaf, 2 september 2018 ONDERWERP: 1e begrotingswijziging 2019 GGD Zuid Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder H.A. Driessen en M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp - Beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015 2016 - Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE 2019-2022 1 INLEIDING Binnen de jeugdhulpregio Drenthe zijn de gemeenten in 2017 geconfronteerd met een tekort op het jeugdhulpbudget. De verwachting is

Nadere informatie

Jeugdhulp in de Regio Gooi en Vechtstreek. Regiopodium, 5 oktober 2017

Jeugdhulp in de Regio Gooi en Vechtstreek. Regiopodium, 5 oktober 2017 Jeugdhulp in de Regio Gooi en Vechtstreek Regiopodium, 5 oktober 2017 1 Agenda 1. Opening door Gerben Struik, voorzitter Stuurgroep 18-2. Opdracht vanuit de Jeugdwet 3. Aantallen en kosten + toelichting

Nadere informatie

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Bijlage 6: Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Op 30 augustus gingen ouders, kinderen, raadsleden en wethouders, professionals en ambtenaren met elkaar in gesprek

Nadere informatie

niet in gevaar komt. Datum: Informerend Datum: Adviserend

niet in gevaar komt. Datum: Informerend Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Bovenregionale samenwerking Gecertificeerde instellingen (GI s) 2. Rol van het Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Door

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 5 februari 2019 Zaaknummer: 582187 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten Team : Mens en Maatschappij Adviseur

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: 28-10-14 Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 386736 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1 Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouders Hoek en Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs De raad van de gemeente Tholen Behandelaar: M.M.E. van der Weele- Hoenselaar Tholen, 26 augustus 2014 Onderwerp: 1. Voorstel

Nadere informatie

Jeugdhulp. Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid

Jeugdhulp. Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid Jeugdhulp Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid Jeugdgezondheidszorg gemeentelijke opgroei- en opvoedondersteuning. Gesloten jeugdzorg Provinciale jeugdzorg Jeugdbescherming jeugdreclassering Jeugd - ggz

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Integraal Preventief beleid: 'Voorkomen is beter dan genezen'

Initiatiefvoorstel Integraal Preventief beleid: 'Voorkomen is beter dan genezen' Raadsvergadering: 04 juli 2017 Registratienummer: Naam: Willem Loupattij (VVD) Datum: 19 juni 2017 Fractie: VVD Telefoonnummer: 06-39569138 Initiatiefvoorstel aan de Raad Onderwerp Hoofdopgave Portefeuillehouder

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER 2018 Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Te besluiten om: In te stemmen met de regionale visie op inkoop voor het Sociaal Domein

Nadere informatie

Doelstelling Informeren van de gemeenteraad over actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid.

Doelstelling Informeren van de gemeenteraad over actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid. Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum Ons kenmerk Begrotingsprogramma Bijlage(n)

Nadere informatie

Duurzaam investeren in onze Jeugd

Duurzaam investeren in onze Jeugd Duurzaam investeren in onze Jeugd Meerjarenperspectief jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 2018-2022. 1 www.jeugdzhz.nl Inhoud 1 Voorwoord... 1 2 Samenvatting... 2 3 Inleiding... 3 4 Stand in het land... 4 5 Transformatie

Nadere informatie

Doetinchem, 18 juni Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking RTA Jeugdzorg en de budgetverdeling voor 2015

Doetinchem, 18 juni Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking RTA Jeugdzorg en de budgetverdeling voor 2015 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8.2 Financiële uitwerking Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Achterhoek ALDUS VASTGESTELD 26 JUNI 2014 Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking

Nadere informatie

Verbeterplan. Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid

Verbeterplan. Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid Verbeterplan Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid maart 2017 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Doelstelling Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid... 3 1.2 Aanleiding en context van dit verbeterplan... 3

Nadere informatie

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D.

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D. B&W voorstel Onderwerp Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid 0637362590 Versie Auteur Kummer, M Gemeentesecretaris Directeur Huykman, B.J.D. Tomassen, J.F.A. Portefeuillehouder Medeverantwoordelijke(n)

Nadere informatie

Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 12 oktober Agendapunt nr.: 3. Onderwerp: Voorstel omgang geconstateerde risico s

Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 12 oktober Agendapunt nr.: 3. Onderwerp: Voorstel omgang geconstateerde risico s Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 12 oktober 2015 Agendapunt nr.: 3 Onderwerp: Voorstel omgang geconstateerde risico s Gevraagde beslissing: 1. Instemmen met het inzetten van de reserve

Nadere informatie

Raad op zaterdag 30 januari 2016

Raad op zaterdag 30 januari 2016 Raad op zaterdag 30 januari 2016 Astrid Jansen, projectleider jeugd VNG Afke Donker, Nederlands Jeugdinstituut Gespecialiseerde jeugdhulp en meten van effecten Hoe weet u of uw beleid effect heeft? Programma

Nadere informatie

Dordrecht Retouradres: Postbus 8 Aan 3300 AA DORDRECHT Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid t.a.v. het Algemeen Bes

Dordrecht Retouradres: Postbus 8 Aan 3300 AA DORDRECHT Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid t.a.v. het Algemeen Bes Dordrecht Retouradres: Postbus 8 Aan 3300 AA DORDRECHT Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid t.a.v. het Algemeen Bestuur Postbus 166 3300 AD DORDRECHT Raadsgriffie Spuiboulevard

Nadere informatie

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016 Tussenrapportage sociaal domein e helft 206 . Inleiding In 206 is een eerste rapportage in de nieuwe vorm opgesteld voor 205 en het e kwartaal van 206. Voor het vervolg is in de Raad van juli 206 besloten

Nadere informatie

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals. RAADSVOORSTEL Nummer 2017/04 datum raadsvergadering : 16 Februari 2017 onderwerp : Beleidsplan preventief jeugdbeleid en jeugdhulp 2017-2020 portefeuillehouder : M. van der Weele datum raadsvoorstel :

Nadere informatie

Oplegvel. 1. Onderwerp Beoordeling plan in het kader van het Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2. Rol van het

Oplegvel. 1. Onderwerp Beoordeling plan in het kader van het Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2. Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Beoordeling plan in het kader van het Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Efficiencytaak Holland Rijnland 3. Regionaal belang De gemeenten

Nadere informatie

Programma: Huishoudelijk: Presentatie wordt per mail nagestuurd Sfeerverslag wordt op site H10 Inkoopbureau gepubliceerd 3 sessies aan gesprekstafels

Programma: Huishoudelijk: Presentatie wordt per mail nagestuurd Sfeerverslag wordt op site H10 Inkoopbureau gepubliceerd 3 sessies aan gesprekstafels Marktconsultatie H10 INKOOPTRAJECT 2020-2024 19 SEPTEMBER 2018 Programma: 1. Welkom & Inleiding 2. Samenwerken aan maatschappelijke resultaten 3. Stap 1: Het bepalen van het resultaat 4. Stap 2: Het ondersteuningstraject

Nadere informatie

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde 9 januari 2017 Inleiding In dit document wordt gerapporteerd over de bevindingen en resultaten van het Programma Veilig Thuis de basis

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

- 2 - Datum vergadering Nota openbaar: Ja. Besluit jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2015, systematiek PGB-tarieven en Beleidsregels PGB 2015

- 2 - Datum vergadering Nota openbaar: Ja. Besluit jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2015, systematiek PGB-tarieven en Beleidsregels PGB 2015 - 2 - Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT05604 in MUIiiii min mui Datum vergadering Nota openbaar: Ja 02DEC.201Ĥ Onderwerp: Besluit jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2015, systematiek PGB-tarieven

Nadere informatie

Rapportage Q Jeugdhulpregio Drenthe

Rapportage Q Jeugdhulpregio Drenthe Rapportage Q2 2016 Jeugdhulpregio Drenthe Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Financiën... 3 2.1. Financiële uitkomsten... 3 2.2. Effecten toepassing solidariteit profijt... 4 2.3. Uitgangspunten gehanteerde

Nadere informatie

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Aan de gemeenteraad Volgnummer: Dienst/afdeling: Onderwerp Beleidsplan jeugd en Verordening jeugdhulp. Voorstel 1. Het beleidsplan jeugd gemeente Oss vast te stellen. 2. De Verordening jeugdhulp gemeente

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente. land 3. Regionaal belang Een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp voor inwoners van de gemeenten in de regio Holland

Platformtaak volgens gemeente. land 3. Regionaal belang Een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp voor inwoners van de gemeenten in de regio Holland Oplegvel 1. Onderwerp Verlenging dienstverleningsovereenkomst jeugdhulp 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Platformtaak volgens gemeente Holland Rijn land 3. Regionaal belang Een passend en dekkend aanbod

Nadere informatie

Raad op zaterdag 24 september 2016

Raad op zaterdag 24 september 2016 Raad op zaterdag 24 september 2016 Astrid Jansen, projectleider jeugd VNG Afke Donker, Nederlands Jeugdinstituut Gespecialiseerde jeugdhulp en meten van effecten Hoe weet u of uw beleid effect heeft? Programma

Nadere informatie

Raadsvergadering. 12 mei

Raadsvergadering. 12 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12 mei 2016 16-021 Onderwerp Risicodeling jeugdhulp regio Zuid Oost Utrecht 2015 en 2016 Aan de raad, Onderwerp Risicodeling jeugdhulp regio Zuid Oost Utrecht 2015

Nadere informatie

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010: Planning en controlcyclus 2010 Samenvatting In dit voorstel is de planning opgenomen van de planning- en controlproducten 2010: de jaarrekening 2009, de voorjaarsnota 2010, de kadernota 2011, de programmabegroting

Nadere informatie

Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond

Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond Overleg: Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 12 december 2013 Agendapunt nr.: 18 Onderwerp: Voorstel Regionale Inkoop Rotterdam Gevraagde beslissing:

Nadere informatie

Voorstel 1: Ontwerpbegrotingswijziging 2019 PG&Z op basis van het Bedrijfsplan RIGG

Voorstel 1: Ontwerpbegrotingswijziging 2019 PG&Z op basis van het Bedrijfsplan RIGG Voorstel 1: Ontwerpbegrotingswijziging 2019 PG&Z op basis van het Bedrijfsplan RIGG 2019-2020 Inleiding Op 6 juli 2018 heeft het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid

Nadere informatie

Toelichting op Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid. Gorinchem, 3 juni 2014 Friso van Abbema - kwartiermaker

Toelichting op Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid. Gorinchem, 3 juni 2014 Friso van Abbema - kwartiermaker Toelichting op Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid Gorinchem, 3 juni 2014 Friso van Abbema - kwartiermaker We organiseren de Jeugdhulp regionaal met 17 gemeenten: Opgaven groot Inhoudelijk complex

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Verordeningen Jeugd en Wmo Wmo-raden

Verordeningen Jeugd en Wmo Wmo-raden Verordeningen Jeugd en Wmo 2015 Wmo-raden Procedures Advies vragen aan alle Wmo-raden = vanaf 6 juni 2 juli Wmo-raden informeren tijdens bijeenkomst = 16 juni en 19 juni Informeren raad tijdens raadsinformatiebijeenkomst

Nadere informatie

RAADSBESLUIT: BESLUIT:

RAADSBESLUIT: BESLUIT: RAADSBESLUIT: De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 14.0091 van 2014), mede gezien het advies van de commissie gelet op de artikelen 2.2, 2.9,

Nadere informatie

Mailadres. Behandeld door: Klarinde Bosman Mailadres:

Mailadres. Behandeld door: Klarinde Bosman Mailadres: Gemeente Midden-Groningen Postbus 75 9600 AB Hoogezand IBAN NL 45 BNGH 0285 1729 48 Tel.nr: (0598)-373737 www.midden-groningen.nl Raadsbrief Datum: 30 mei 2018 Verzenddatum: Behandeld door: Klarinde Bosman

Nadere informatie

Steller :J. Verbeek Telefoonnummer ; 0229-252200 Afdeling : Advies en Control - PC Email : j.verbeek@hoorn.nl

Steller :J. Verbeek Telefoonnummer ; 0229-252200 Afdeling : Advies en Control - PC Email : j.verbeek@hoorn.nl 1 van 5 -W- T QEMEENTE J ^ Q Q J * J ^ Zaaknummer : Behoort bij oplegger: nr. : Programmabegroting: 6. Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening :J. Verbeek Telefoonnummer ; 0229-252200

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015 vast te

Nadere informatie

Ervaringen Jeugdhulp. Regio Noordoost Brabant Gemeente Boxtel

Ervaringen Jeugdhulp. Regio Noordoost Brabant Gemeente Boxtel Ervaringen Jeugdhulp Regio Noordoost Brabant Gemeente Boxtel Inleiding Inkoop Totaal macro budget Inkooporganisatie (Hoe hebben we dat geregeld?) Terugblik 2015 incl knelpunten Prioriteiten inkoop Ervaringen

Nadere informatie

Vooruitblik begroting 2019 ev

Vooruitblik begroting 2019 ev Vooruitblik begroting 2019 ev AB Jeugdhulp Rijnmond 1 november2018 bijlage X bij agp X 1-11-2018 1 Vooruitblik begroting 2019 ev Wens AB: realistische begroting 2019 e.v. Nu informerend en een procesvoorstel:

Nadere informatie

Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp

Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp Specialistische jeugdhulp vanaf 2018 Sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 is er veel veranderd voor kinderen, jongeren en gezinnen die ondersteuning binnen de jeugdhulp

Nadere informatie

Onderwerp : Verordeningen Wmo en Jeugdhulp BMWE gemeenten 2017

Onderwerp : Verordeningen Wmo en Jeugdhulp BMWE gemeenten 2017 Nummer : 10-04.2017 Onderwerp : Verordeningen Wmo en Jeugdhulp BMWE gemeenten 2017 Korte inhoud : In de verordening maatschappelijke ondersteuning BMWE gemeenten 2017 en de verordening jeugdhulp BMWE gemeenten

Nadere informatie

Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015. Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht

Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015. Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015 Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht Fase 2 van het onderzoek naar de drie Decentralisaties in het sociale

Nadere informatie

Dilemma s Begroting Jeugdhulp. Voor de jaren 2019, 2020 en

Dilemma s Begroting Jeugdhulp. Voor de jaren 2019, 2020 en Dilemma s Begroting Jeugdhulp Voor de jaren 2019, 2020 en 2021-2024 1 Huidige situatie Programma Jeugdhulp 2019 blijkt ontoereikend Meerjarenperspectief laat door hogere kosten een toename zien Uitgangspunten

Nadere informatie

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410106 Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling. Inkoopteam Wmo Meierij

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410106 Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling. Inkoopteam Wmo Meierij 15-1 Collegevoorstel Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling Onderwerp Inkoopteam Wmo Meierij Samenvatting In vervolg op het Functioneel Ontwerp (FO) Wmo hierbij het voorstel om een tijdelijk inkoopteam

Nadere informatie

Transformatie Jeugdzorg

Transformatie Jeugdzorg Transformatie Jeugdzorg Inhoud presentatie 1. Opdracht gemeente en besluitvorming 2. Zorgstructuur jeugd Oosterhout 3. Terugblik 2015 4. Doelen en aandachtsgebieden 2016 e.v. 5. Vragen Nieuw jeugdzorgstelsel

Nadere informatie

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten Inhoud Wat is jeugdzorg en specifieke thema s Achtergrond van de decentralisatie Vastgesteld beleid Rol en positie CJG Inzicht in zorggebruik en kosten Risico

Nadere informatie

Bijlage 2: Financiële notitie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

Bijlage 2: Financiële notitie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Bijlage 2: Financiële notitie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Inleiding Met het vaststellen van het Beleidsrijke Regionale Transitie Arrangement (BRTA), hebben de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid (ZHZ) het

Nadere informatie

Inkoopproces. Maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp voor het jaar

Inkoopproces. Maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp voor het jaar Inkoopproces ten behoeve van Maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp voor het jaar 2017 Gemeenten: Bodegraven-Reeuwijk Gouda Krimpenerwaard Waddinxveen Zuidplas Ten behoeve van dit traject samenwerkend binnen

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Serviceorganisatie Jeugd Gemeente Hardinxveld-Giessendam september 2016

Kwartaalrapportage Serviceorganisatie Jeugd Gemeente Hardinxveld-Giessendam september 2016 Kwartaalrapportage Serviceorganisatie Jeugd Gemeente Hardinxveld-Giessendam september 2016 Voorwoord Hierbij ontvangt u voor de tweede maal de kwartaalrapportage. De rapportage is een cumulatieve weergave

Nadere informatie

Oplegvel. 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het

Oplegvel. 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang 1) Vanaf 1 januari

Nadere informatie

Raadsbrief. Datum: 15 mei 2018 Verzenddatum 22 mei Behandeld door: Zaak: Herman Kamminga

Raadsbrief. Datum: 15 mei 2018 Verzenddatum 22 mei Behandeld door: Zaak: Herman Kamminga Raadsbrief Datum: 15 mei 2018 Verzenddatum 22 mei 2018 : Behandeld door: Zaak: Herman Kamminga 2018-007709 Mailadres: herman.kamminga@middengroningen.nl Onderwerp: Implementatieplan Jeugdhulp Geachte leden

Nadere informatie

Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ

Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp ZHZ Voor u ligt de Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid (ZHZ). In deze notitie geven

Nadere informatie

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017 Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017 Wet Jeugdhulp; aanleiding > Sterke stijging vraag naar zorg /verwijzingen (ook indicaties

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Vastgesteld: 17 september 2018 Voorgeschiedenis In de aanloop naar de nieuwe Jeugdwet maakten VNG en LHV gezamenlijk de werkmap Samenwerking tussen

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013 1. Transitie Jeugdzorg Woerden, 17 oktober 2013 Inhoud Stand van zaken Jeugdwet Regionaal Transitiearrangement Regionale Samenwerking Jeugdwet Voor de zomer wetsvoorstel ingediend 9, 10 en 15 oktober:

Nadere informatie

Kaderstellen (Beleids)uitvoering Controleren. Gemeente Raad College Raad. Algemeen bestuur Dagelijks bestuur

Kaderstellen (Beleids)uitvoering Controleren. Gemeente Raad College Raad. Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Algemeen Onderwerp Regionale beleidsnotitie bij beleidsplan Bescherming en Opvang Vertrouwelijk Nee Contactpersoon Dhr. J. van Slooten Eenheid Sturing E-mail sociaaldomein@regiogv.nl Kenmerk 17.0002772

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 4 Onderwerp: Transformatie jeugdzorg Regionaal projectplan Datum: 10 december 2012 Portefeuillehouder: Jhr. M.R.H.M. von Martels

Nadere informatie

Inkoop Jeugdhulp regio IJsselland. i-sociaal Domein 20 maart 2018

Inkoop Jeugdhulp regio IJsselland. i-sociaal Domein 20 maart 2018 Inkoop Jeugdhulp regio IJsselland i-sociaal Domein 20 maart 2018 Even voorstellen Gert Luisman Contractmanager Maatschappelijk Domein Bestuursdienst Ommen-Hardenberg Lid werkgroep contractering Jeugdhulp

Nadere informatie

Voorstel. het realiseren van continuïteit van zorg; het realiseren van de benodigde infrastructuur; het beperken van frictiekosten.

Voorstel. het realiseren van continuïteit van zorg; het realiseren van de benodigde infrastructuur; het beperken van frictiekosten. Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 9 Portefeuillehouder : Nico Oud Datum vergadering : 16 december 2013 Onderwerp : Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg Fryslân Op 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Verslag eerste marktconsultatie 3 april 2017

Verslag eerste marktconsultatie 3 april 2017 Verslag eerste marktconsultatie 3 april 2017 Hieronder volgt het verslag van de eerste marktconsultatie. De vragen die tijdens deze bijeenkomst zijn gesteld zijn in een overzicht onderaan dit verslag opgenomen.

Nadere informatie

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Onderwijs en de gemeente Oldebroek werken nauw samen aan een gezond opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen. Preventie ter voorkoming van ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Bijlage 3: Duiding financiële risico s nieuw jeugdstelsel en conversie

Bijlage 3: Duiding financiële risico s nieuw jeugdstelsel en conversie Bijlage 3: Duiding financiële risico s nieuw jeugdstelsel en conversie Risicobeheersingstabel FINANCIEEL Middel Hoog Afkeurende verklaring van de accountant; voor onderdeel Jeugdhulp en voor onderdeel

Nadere informatie

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: 13.0014 B&W-besluit d.d.: 5-2-2013 B&W-besluit nr.: 13.0048 Naam programma +onderdeel: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Transitie zorg voor de jeugd: visie jeugdhulp en informatie Aanleiding:

Nadere informatie

Regionale samenwerkingsovereenkomst Beschermd wonen en Maatschappelijke Opvang Noord-Veluwe

Regionale samenwerkingsovereenkomst Beschermd wonen en Maatschappelijke Opvang Noord-Veluwe Regionale samenwerkingsovereenkomst Beschermd wonen en Maatschappelijke Opvang Noord-Veluwe Ondergetekenden, De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet,

Nadere informatie